11.09.2013 Views

TOENDRAGROEN GROENLAND - KNAW Onderwijsprijs

TOENDRAGROEN GROENLAND - KNAW Onderwijsprijs

TOENDRAGROEN GROENLAND - KNAW Onderwijsprijs

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>TOENDRAGROEN</strong><br />

<strong>GROENLAND</strong><br />

Een rooskleurige toekomst<br />

maar niet zonder slag of stoot<br />

Renno Hokwerda<br />

Profielwerkstuk voor Aardrijkskunde<br />

Willem Lodewijk Gymnasium 2010-2011


T o e n d r a g r o e n G r o e n l a n d<br />

E e n r o o s k l e u r i g e t o e k o m s t<br />

m a a r n i e t z o n d e r s l a g o f s t o o t<br />

RENNO HOKWERDA<br />

Profielwerkstuk voor aardrijkskunde<br />

Onder begeleiding van T. van der Schaaf<br />

Willem Lodewijk Gymnasium<br />

te Groningen<br />

2010-2011<br />

- 2 -


INHOUDSOPGAVE<br />

Inleiding<br />

Basiskaart van Groenland (1:10.500.000)<br />

Kaart van het Noordpoolgebied<br />

Geologische kaart van Groenland<br />

Hoofdstuk 1 Algemene geografie van Groenland<br />

Hoofdstuk 2 Complementariteit, push- en<br />

pullfactoren en winbaarheid<br />

Hoofdstuk 3 Fysische problemen<br />

Hoofdstuk 4 Infrastructurele problemen<br />

§4.1 Infrastructurele problemen I<br />

§4.2 Infrastructurele problemen II<br />

Hoofdstuk 5 Sociaal-economische problemen<br />

§5.1 Ontwikkelingen in het verleden<br />

§5.2 Hedendaagse problemen<br />

§5.3 Groenland en het buitenland<br />

§5.4 Problemen voor de exploitatie<br />

Hoofdstuk 6 Secundaire sector<br />

§6.1 REE’s en uranium<br />

§6.2 Alcoa en groene stroom<br />

§6.3 Groenlands goud<br />

§6.4 Black Angel Mine<br />

§6.5 Øl eller oil?<br />

§6.6 Het puurste flesje Groenland<br />

Hoofdstuk 7 Primaire sector<br />

Algehele Samenvatting<br />

Conclusie<br />

Toelichting werkwijze<br />

Nawoord<br />

Verklarende woordenlijst<br />

Bronvermelding<br />

Appendix I Themahoofdstuk Transport<br />

§5.1 Noordwestelijke Doorvaart<br />

§5.2 Weg Sisimiut-Kangerlussuaq<br />

Kaartmateriaal<br />

Appendix II Reisverslag Groenlandreis 2-25 juli 2010<br />

- 3 -<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

pagina<br />

4<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

18<br />

19<br />

21<br />

21<br />

25<br />

28<br />

29<br />

31<br />

35<br />

38<br />

40<br />

41<br />

44<br />

47<br />

48<br />

49<br />

52<br />

54<br />

57<br />

58<br />

59<br />

60<br />

62<br />

64<br />

67<br />

67<br />

69<br />

71<br />

73


INLEIDING<br />

Busdienstregelingen<br />

Vanaf de basisschool al heb ik een passie voor aardrijkskunde en<br />

zoals dat met bijna ieder aardrijkskundig kind het geval is, begon<br />

dat met alle hoofdsteden, vlaggen en landen erin te stampen. Een<br />

bijkomstigheid bij mijn interesse is mijn busdienstregelingenverslaving:<br />

ik vind het prachtig om van verre landen de openbaarvervoerstructuren<br />

te onderzoeken. Zodra ik een e-mailadres bemachtigte<br />

van een busbedrijf of VVV, stuurde ik mijn standaardmailtje en<br />

wachtte ik tot de post kwam. Maar Europa begon bekend terrein te<br />

worden en dat was de reden waarom ik op een dag eens op de<br />

kaart keek: waar had ik nou nog geen enkele dienstregeling van?<br />

Toen viel mij een land op, een groot land. Een groot, wit eiland met<br />

enkel plaatsen aan de randen. ‘Groenland,’ stond erop.<br />

Vanaf dat moment was mijn interesse in het land geboren<br />

en telde de wereld één verloren ziel meer. Ik dwong mijn vader<br />

Nuup Bussii te bellen, of zij ook iets konden toesturen. De<br />

vriendelijke telefonist(e) zond met genoegen de dienstregeling op,<br />

inclusief een jubileumboekje en stadsplattegrond.<br />

Weken wachtte ik vol smart op de post en nee, dit schrijf ik<br />

niet om even een leuk verhaal te kunnen houden. Eindelijk<br />

arriveerde een kleine enveloppe met prachtige postzegels erop<br />

geplakt. De knulligheid van een busdienst in een ‘dorp’ van 14.000<br />

inwoners… Ik kon niet wachten. Maar toen ik de enveloppe<br />

zorgvuldig opengerukt had, zat er een prachtige stadsplattegrond in<br />

met op de voorkant een luchtopname van Nuuk. Toen was het doek<br />

gevallen. Ik moest dit dorp, nee, deze stad bezoeken. Ik moest deze<br />

rare combinatie van flats, fjorden, ijs en busdiensten bezoeken. Dat<br />

moest.<br />

Sinds die dag ben ik begonnen met sparen. Langzaam maar<br />

zeker had ik van de eerste €50 al €300 gemaakt. Na een jaar had ik<br />

€1200, na twee jaar €2400, en zo door totdat vlak voor de reis – na Figuur 1. Corpus delicti №1: de busdienst-<br />

vele duizenden kranten bezorgd, honderden vakken gevuld, zo’n regeling van Nuup Bussii die mij eind 2005<br />

toegestuurd werd. Bron: eigen werk.<br />

duizend kilo kastanjes uit tuin van de buren geraapt en vele<br />

middagen opgepast te hebben en tot slot een sponsoractie opgezet te hebben – de teller op €6200<br />

bleef steken en van de ene op de andere dag rap achteruit ging: het aanschaffen van de uitrusting en<br />

tickets was begonnen.<br />

De reis<br />

En zo landde 6 juli 2010, de dag na mijn achttiende verjaardag, mijn rode Dash 8 van Air Greenland<br />

op het vliegveld van Nuuk. Als sneeuw voor de zon loste de mistbank op en ik ving met mijn bagage<br />

op mijn rug en buik (± 30 kg) de eerste glimp op van Nuuk, terwijl ik langs de bushalte van Nuup<br />

Bussii naar mijn kampeerstekje struinde. Zonder kaart liep ik er blindelings heen: het was bekend<br />

terrein. Toen mijn tentje opgezet was en ik mijn muskietenhoofdnet omgedaan had, besefte ik dat ik<br />

thuis was – maar wel helemaal alleen.<br />

Nog steeds denk ik met heimwee terug aan Nuuk. Deze speelse, Arctische ‘metropool’ van<br />

inmiddels ca. 15.000 inwoners, daar ligt een stukje van mijn hart. Maar ook een teleurstellend gevoel<br />

heb ik erbij: dat ik alleen was, betekende dat ik met niemand anders dit gevoel kon delen. Ik ga zeker<br />

terug, maar dan niet alleen.<br />

- 4 -


Profielwerkstuk<br />

Gedurende die vele jaren van sparen heb ik me uitzonderlijk verdiept in het zo witte land Groenland.<br />

Ik verslond de Lonely Planet, las Een Afrikaan op Groenland en keek elke dag op de nieuwssite<br />

Sermitsiaq AG. Ik wist bijna alles van Groenland en kende het land al van haver tot gort voordat ik er<br />

geweest was. Het was daarom voor de hand liggend dat mijn profielwerkstuk te maken zou hebben<br />

met Groenland, en gezien mijn interesse in het vak aardrijkskunde was ook die keuze snel gemaakt.<br />

Maar de ervaring van Groenland, die het hele project completeerde, gaf de doorslag. Dit is een<br />

middel om de leek, de schoft die Groenland nog nooit bezocht heeft, te overtuigen van de<br />

dubbelheid van dit schone, bijzondere land. En daarvoor is dit pak papier van tig bladzijden nog niet<br />

genoeg. Om de lezer ook een idee te geven hoe Groenland is, voelt, oogt en hoe ik het ervoer, voeg<br />

ik ook mijn reisverslag van de Groenlandreis toe, als bijlage en voor de originaliteit.<br />

Hoofdvraag<br />

Nu heb ik mijn passie voor Groenland gecombineerd met een interessante ontwikkeling, die ik al van<br />

begin af aan volg d.m.v. genoemde bronnen. Groenland is een moeilijk land. Geen eigen staat, geen<br />

eigen economie, laat staan wegen. Een natie die wel degelijk bestaat, maar op papier een<br />

afdankertje van Denemarken is. Een land waar niets te beginnen valt, een land waar zonder de<br />

kolonisator geen redden aan zou zijn.<br />

Tenminste, dat was de opvatting vóór het afgelopen decennium. Vanaf de nieuwssite van de<br />

Groenlandse krant Sermitsiaq AG heb ik gezien dat bedrijven opeens richting Groenland trokken, er<br />

aardappelen van eigen bodem kwamen en dat Groenland meer onafhankelijkheid verwierf. Hoe het<br />

land van een zorgenkindje in een natie in opmars veranderde. Maar ik weet ook dat dit alles mooier<br />

klinkt dan het is. Waarom zouden deze ontwikkelingen plaatsvinden? Om mijn onderzoeksgebied<br />

ietwat in te perken, heb ik besloten me vooral te richten op de problemen erbij en specifieker: de<br />

problemen die bij de nieuwe ontwikkelingen vanuit economisch perspectief komen kijken. Waar<br />

ondervinden bedrijven hinder van (buiten ontwikkelingen binnen het bedrijf zelf)? Waar lopen de<br />

exploitanten van de nieuwe inkomstenbronnen tegenaan op Groenland?<br />

Dit resulteert in de hoofdvraag van mijn profielwerkstuk:<br />

WAT ZIJN DE RUIMTELIJKE PROBLEMEN DIE DE EXPLOITATIE VAN DE BODEMSCHATTEN VAN<br />

<strong>GROENLAND</strong> TEGENWERKEN?<br />

Deze hoofdvraag vergt enige uitleg. Wat houden ruimtelijke problemen in? Wat versta ik onder<br />

exploitatie? En wat versta ik onder bodemschatten?<br />

Ruimtelijke problemen zijn problemen die zich voordoen in een bepaald gebied in een<br />

bepaalde tijd. Dat gebied is Groenland, de tijdspanne is van enige jaren geleden tot de toekomst. Ik<br />

ga onder ‘ruimtelijk’ in op de problemen bij de bevolking, het land als gebied, de problemen die<br />

verschillende projecten ondervinden door Groenland enzovoorts. Door gebruik van de term<br />

ruimtelijk onthoud ik me van interne problemen van bedrijven, zoals crisis, herstructurering,<br />

investeringen etc. Onder problemen kan men tegenwerkingen, beperkingen, beletsel, barrières,<br />

moeilijkheden, hindernissen en andere problematische termen verstaan die betrekking hebben op<br />

Groenland zelf.<br />

Onder exploitatie versta ik het winst halen uit het land. Zoals Nuup Bussii een busdienst<br />

exploiteert, exploiteren bedrijven een mijn, maar waar Nuup Bussii winst haalt uit de portemonnee<br />

van reizigers, wordt er door bedrijven winst uit het land zelf gehaald.<br />

Tot slot de bodemschatten. Over het algemeen denkt men bij bodemschatten (of<br />

bodemrijkdommen) aan delfstoffen als kolen, diamant, olie of ijzererts. Dat zijn grondstoffen. Maar<br />

ook gewassen komen uit de grond. Om de deelvragen niet al te moeilijk te maken kies ik ervoor om<br />

ook landbouwproducten van Groenlandse bodem onder de noemer bodemschat te laten vallen.<br />

Misschien incorrect, maar wel verduidelijkend – en dat is wat telt. Bovendien laat ik een belangrijk<br />

- 5 -


arbeidsveld voor Groenland achterwege in dit werkstuk: het toerisme. Want hoewel cruiseschepen<br />

de weg naar Groenland al gevonden hebben, zie ik daarin weinig aansluiting met de andere<br />

onderwerpen – over bodemschatten.<br />

Tot slot nog dit: de hoofdvraag is een vraag die om een beschrijvend werkstuk vraagt. Maar<br />

mijns inziens doe ik er verstandig aan, de achtergrond (oorzaken e.d.) van de beschreven problemen<br />

ook te verklaren. Ten slotte ga ik soms ook in op de toekomst, daar de problemen vaak pas in de<br />

toekomst echt tegen kunnen gaan werken – of juist opgelost worden – dan wel door hun gevolgen<br />

voor nieuwe problemen kunnen gaan zorgen. Het is dus een beschrijvend, verklarend en<br />

voorspellend werkstuk, maar met de nadruk op beschrijvend.<br />

Opbouw en deelvragen<br />

Om de geformuleerde hoofdvraag te beantwoorden, dien ik die op te delen in een aantal deelvragen,<br />

die elk in een eigen hoofdstuk worden beantwoord.<br />

Allereerst moet de lezer weten wat Groenland eigenlijk is. Ik kan wel een groot verhaal<br />

ophangen, maar zonder beeld van het land zult u bij de vele problemen vast denken ‘huh, hoezo?’.<br />

Daarom vang ik aan met de deelvraag:<br />

1. •Wat is de algemene geografie van Groenland?<br />

Ik laat verduidelijkende afbeeldingen in deze paragraaf achterwege; de belangrijkste bijlage van dit<br />

werkstuk vormt immers al een inleiding op zich op Groenland, maar dan mét illustraties.<br />

In het werkstuk kom ik geregeld terug op de zogenaamde complementariteittheorie van E. Ullman.<br />

Aan de hand van barrières, zoals hij problemen noemt, kan men nagaan of iets economisch en<br />

technisch winbaar is. Push- en pullfactoren bewegen tot het besluit ergens heen te gaan of ergens in<br />

te investeren. Maar wat betekent dit abracadabra, oftewel:<br />

2. •Wat houden de complementariteittheorie, push- en pullfactoren en winbaarheid in?<br />

Met het antwoord daarop kan ik overgaan tot het eigenlijke werkstuk, waar het om draait: de<br />

problemen die (bijna) alle nieuwe projecten ondervinden. Deze deel ik op in fysische problemen,<br />

aangaande o.a. het landschap en infrastructuur, en sociaal-economische problemen. De fysische<br />

problemen deel ik weer op in twee hoofdstukken: één aangaande de fysische geografie, het ander<br />

het gevolg ervan: de infrastructuur. Beide hoofdstukken hebben hun eigen deelvraag :<br />

3. •Wat zijn de fysische problemen bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland?<br />

4. •Wat zijn de infrastructurele problemen bij de exploitatie van de bodemschatten van<br />

Groenland?<br />

De sociaal-economische problemen zijn geworteld in diepe sociale problemen, die door de<br />

geschiedenis gevormd zijn. Om de sociaal-economische problemen uit te leggen, moet ik eerst de<br />

wortels ervan uitleggen voor een beter begrip van de lezer. Daarom belicht ik eerst de geschiedenis,<br />

dan de huidige sociale problemen, dan het probleem wat betreft de eigen economie, om te besluiten<br />

met de sociaal-economische problemen. In elke paragraaf wordt een eigen subdeelvraag gesteld en<br />

beantwoord, die samen met de andere subdeelvragen de deelvraag van het hoofdstuk vormen:<br />

5. •Wat zijn de sociaal-economische problemen van het huidige Groenland?<br />

Naast fysische en sociaal-economische problemen kent men nog vele andere problemen, zoals<br />

politieke en technische. Die zijn echter veel meer product- en locatiegebonden. Niet in geheel<br />

Groenland wordt aan schapenteelt gedaan, niet overal zit zink in de bodem en bovendien vindt<br />

- 6 -


oliewinning niet plaats op land, maar in zee. Het dunkt me daarom goed om voor de vele projecten<br />

rondom bodemschatwinning de problemen afzonderlijk te bespreken. Hierbij maak ik wel<br />

onderscheid tussen landbouw, die met de jacht en visserij onder de primaire sector valt, en<br />

delfstofwinning, welke onder de secundaire, industriële sector valt. De beide deelvragen luiden:<br />

6. •Wat zijn de problemen die de diverse industriële projecten op Groenland ondervinden?<br />

7. • Wat zijn de problemen waarmee de projecten in de primaire sector geconfronteerd<br />

worden?<br />

Aan het einde van het werkstuk bespreek ik in de bijlage Themahoofdstuk Transport enkele<br />

ontwikkelingen op het gebied van infrastructuur. Het hoofdstuk, ondergebracht als bijlage, hoort niet<br />

bij het werkstuk zelf, maar geeft slechts nadere informatie voor de geïnteresseerde. Om de positieve<br />

ontwikkelingen van bijvoorbeeld de Noordwestelijke Doorvaart beter te begrijpen verwijs ik in het<br />

werkstuk zelf wel naar de bijlage.<br />

- 7 -<br />

Figuur 2. Corpus delicti №2: de plattegrond van Nuuk die mij<br />

toegestuurd werd. Misschien was ik wel nooit naar Groenland<br />

gegaan zonder dit papiertje!<br />

Figuur 3. Mijn reisverslag dat achterin als appendix en verdere<br />

inleiding op het onderwerp opgenomen is.


- 8 -


- 9 -<br />

Figuur 4. Dit is een kaart van het Noordpoolgebied, ook wel Arctica of de Arctis. Het gebied beslaat het gehele gebied binnen<br />

de Noordpoolcirkel (66,3° N.B.) en omvat de landen Finland, Zweden, Noorwegen, IJsland, Groenland, Canada (o.a.<br />

Nunavut), Verenigde Staten (Alaska) en Rusland. Ook streken rondom buiten de breedtegraad kunnen tot de Arctis gerekend<br />

worden als men bijvoorbeeld naar het klimaat kijkt (de zgn. 10°C isoterm). Bron: ANWB Wereldatlas, met dank aan dhr. L.<br />

Gerritsen (ANWB).


Figuur 5. Deze kaart toont de verschillende grondstoffen die in heden of verleden gewonnen zijn uit afgravingen of<br />

mijnen. De precieze geologie van onder het Inlandijs is onbekend en wordt niet weergegeven. Verklaring der afkortingen:<br />

Ag zilver, Au goud, Be beryllium, Cr chroom, Cu koper, Fe ijzer, Mo molybdeen, Nb niobium, Ni nikkel, P fosfor, Pb lood, Pd<br />

palladium, Pt platina, REE rare earth elements (zie hoofdstuk 6), Sb antimoon, Ta tantalium, Ti titanium, U uranium, V<br />

vanadium, W wolfraam, Zn zink, Zr zirkonium. Bron: GEUS.<br />

- 10 -


HF 1 • ALGEMENE GEOGRAFIE VAN <strong>GROENLAND</strong><br />

Mijn reisverslag levert een algemene inleiding op Groenland, over hoe het land is en voelt en hoe ik<br />

het land ervaren heb. De bijlage is van belang omdat er veelzijdig fotomateriaal in staat, dat het<br />

voorstellingsvermogen bij wat in dit hoofdstuk verteld wordt moet vergroten. Het verslag geeft<br />

echter nauwelijks ‘wetenschappelijk’ verantwoorde tekst, dus daarom volgt de inleidende tekst op<br />

dit werkstuk in dit hoofdstuk en aan de hand van de deelvraag:<br />

• Wat is de algemene geografie van Groenland?<br />

Termen met een speciale invulling in dit werkstuk en andere bijzondere termen:<br />

Binnenland De meestal ijsvrije strook land tussen het Inlandijs en open zee.<br />

Inlandijs Ter onderscheiding van de Groenlands en andere ijskappen op aarde gebruik ik voor<br />

de Groenlandse ijskap de naam Inlandijs. Dit woord is de letterlijke vertaling van het<br />

Deense inlandsis.<br />

Gletsjer Hoewel het Inlandijs zelf ook een massieve gletsjer is, wordt met deze term een<br />

ijstong bedoeld die ‘gevoed’ wordt door het Inlandijs en in een fjord uitmondt.<br />

Ma Eenheid voor de leeftijd voor gesteente, Mega-annum (aantal miljoenen jaren).<br />

Groenlander Sterk verwesterde Inuït (foutief: eskimo’s), een volk dat duizenden jaren het<br />

Noordpoolgebied bewoonde. Vanaf omstreeks 1960 worden de Groenlandse Inuït<br />

Groenlanders genoemd, na ingrijpende moderniseringen door de Denen. De<br />

eigenbenaming voor het volk is Kalaallisut: ‘mensen’.<br />

Bodemschatten Onder deze noemer vallen zowel gewonnen delfstoffen als gerooide oogst.<br />

Kaarten<br />

Een kaart van Groenland bevindt zich op pagina 8. Het is een ‘blanco’ kaart waarop alle gegevens die<br />

van belang zijn zelf zijn aangebracht. Niet alle gegevens zijn precies weergegeven; het gaat om een<br />

globaal idee waarbij duidelijkheid boven accuratesse gaat. De schaal is daarom ook bij benadering<br />

(circa 1:10.500.000).<br />

Ander kaartmateriaal staat verspreid over het werkstuk. Een kaart van het Noordpoolgebied<br />

staat op pagina 9, een geologische kaart op pagina 10, een kaart van Groenland in de wereld op<br />

pagina 67 en een gedetailleerde kaart van de Noordwestelijke Doorvaart op pagina 72. Op de<br />

bladzijde ervoor staat een mooi kaartje om een idee te geven van het reliëf in het binnenland. In mijn<br />

reisverslag staat bovendien een plattegrond van Nuuk op pagina 11.<br />

Cijfertjes en feiten<br />

Benaming Grønland/Kalaallit Nunaat (Deens/Kalaallisut)<br />

Talen Kalaallisut (Groenlands), Deens<br />

Hoofdstad Nuuk (Godthåb)<br />

Oppervlakte 2.166.086 km² (ca. 52× Nederland), waarvan 83% ijs<br />

Populatie 56.542 (1-1-2010)¹, 56.194 (2009), 56.462 (2008)²<br />

Etnische groepen Groenlanders, Denen<br />

Religie ca. 98% protestants (luthers)<br />

Nationale feestdag 21 juni, langste dag van het jaar<br />

Status Autonoom gebiedsdeel van het Koninkrijk Denemarken<br />

Staatshoofd Koningin Margaretha II<br />

Land<br />

Groenland is ’s werelds grootste eiland en heeft een oppervlakte van 2.166.086 vierkante kilometer,<br />

waarvan ongeveer 17% ijsvrij is. De ijsvrije strook land tussen dat Inlandijs en zee, het binnenland,<br />

ligt zowel aan de oost- als aan de westkant van Groenland op een noord-zuidbasis. Het Inlandijs is de<br />

- 11 -<br />

Figuur 6. De Groenlandse<br />

tweekleur.


op één na grootste ijskap ter wereld en is tot 3100 meter dik. Het Inlandijs mondt uit in zee via<br />

honderden gletsjers die duizenden fjorden hebben gevormd.<br />

Het land tussen de fjorden varieert van hoge bergen tot schrale toendravlaktes. Soms<br />

ontbreekt het binnenland en grenst het Inlandijs rechtstreeks aan open zee. Sommige fjorden<br />

hebben ook delen van Groenland van het eiland afgescheiden. Zo is het eiland Groenland iets kleiner<br />

dan de staat Groenland, die naast het eiland Groenland uit honderden satellieteilanden bestaat,<br />

zoals Disko-eiland.<br />

Het landschap bestaat uit vele fjorden, meren, gletsjers, bergen, ijs, toendravlaktes en<br />

eilanden. Het reliëf verschilt sterk per regio en zo kent Groenland hoog-, middel- en laaggebergten.<br />

De hoogste punten van Groenland zijn Gunnbjørn Fjeld (3694 meter) en Mount Forel (3360 meter).<br />

Beide liggen in Oost-Groenland, dat te boek staat als veel ruiger dan de westkust. Het gebied is zo<br />

ruig omdat het een jong gebergte is, terwijl de westkust uit oeroud gebergte bestaat dat in de loop<br />

der miljarden jaren weggeërodeerd is tot lokaal heuvelachtig terrein. De bekendste top in West-<br />

Groenland is de Sermitsiaq (1210 meter) nabij ’s wereld oudst gedateerde gesteente.<br />

Ligging in de wereld<br />

Groenland behoort tot het werelddeel Noord-Amerika en het land strekt zich uit tussen 59,7° N.B.<br />

(t.h.v. Oslo) en 83,6° N.B., en heeft daarmee ’s werelds noordelijkste stuk land. De afstand tussen de<br />

noord- en zuidpunt bedraagt 2670 kilometer. ‘Buurlanden’ van Groenland zijn:<br />

- Canada. In het noorden ligt Groenland zo’n 39 kilometer van Ellesmere-eiland vandaan en<br />

beide landen delen een landgrens op het minuscule eilandje Hans Ø. De afstand tussen Zuid-<br />

Groenland en Canada (Labrador) bedraagt minimaal 870 kilometer.<br />

- Noorwegen. In het verre noordoosten ligt Groenland op 460 kilometer van Spitsbergen.<br />

- IJsland. De kortste afstand tussen Groenland en IJsland bedraagt amper 285 kilometer.<br />

- Rusland. Over de Noordpool ligt Siberië zo’n 1900 kilometer verderop; de geografische<br />

Noordpool zelf lig 720 kilometer van Kaap Morris Jesup vandaan.<br />

Geen buurland maar wel zeer belangrijk voor Groenland is Denemarken. De afstand hemelsbreed<br />

tussen Nuuk en Kopenhagen is ongeveer 3700 kilometer, van Nuuk naar New York ongeveer 3020.<br />

Over zee bedragen beide afstanden 3900 kilometer.<br />

Geologie<br />

Een grote variëteit aan gesteenten is te vinden onder Groenland, maar met allemaal één ding<br />

gemeen: ze zijn oeroud. Caledonische belten en zelfs een oud Archeïsch schild met een leeftijd<br />

geschat op 3.800 Ma (de aarde wordt geschat op 4.500 Ma!). Ook sporen van vulkanisme bestaan:<br />

oeroude intrusies die in de loop der duizenden millennia gekristalliseerd zijn en dus mineraalrijk.<br />

Gedurende het Tertiair begon de Midatlantische-Rug de Noord-Amerikaanse (waarop<br />

Groenland ligt) en Euraziatische platen uit elkaar te drijven, waarbij Groenland steeds noordelijker<br />

kwam te liggen. Ooit werd Groenland zelf deels gevormd door de Rug, waardoor de aanwezigheid<br />

van vroegere vulkanische activiteit te verklaren is. Op den duur is de zee tussen Groenland en<br />

Noorwegen een deel van de Atlantische Oceaan geworden en deze verbreedt zich nog elk jaar met<br />

ca. 15 centimeter. 2<br />

Door de grote geologische ouderdom van Groenland hebben wind, water en ijs miljarden<br />

jaren lang vrij spel gehad op het gesteente. Het land erodeerde weg, waardoor veel mineralen die<br />

doorgaans diep onder de aardkorst gevormd zijn relatief dicht aan het aardoppervlak zijn komen te<br />

liggen. Sedimentgesteenten aan uiteinden van gletsjers en smeltwaterrivieren zijn dan ook zeer<br />

mineraalrijk.<br />

Bodemschatten<br />

Blijkens de kaart op pagina 10 kent Groenland een grote variëteit aan bodemschatten. De delfstoffen<br />

waar momenteel interesse in is zijn o.a. goud, diamant, lood, zink, platina, robijn, wolfraam, olivijn en<br />

REE’s (zie hoofdstuk 6). In het verleden hebben ook kolen en kryoliet een rol gespeeld. Men ziet<br />

kansen voor olie- en gaswinning langs West-Groenland (zo’n 100 kilometer uit de kust waar de<br />

- 12 -


continentale kortst overgaat in de oceanische). Belangrijke mijnbouwgebieden staan op de basiskaart<br />

aangegeven.<br />

Ook gewassen vallen onder de bodemschatten en voor het gemak de gehele agrarische<br />

sector, dus ook de veehouderij en bosbouw. Vooralsnog wordt alleen in het uiterste zuiden van<br />

Groenland landbouw (met name schapen en aardappelen) bedreven.<br />

Figuur 7. Temperatuurgrafieken van Groenland (Kap Tobin ligt bij Ittoqqortoormiit). Bron: Kalaallit Nunaat Atlas Greenland.<br />

Klimaat<br />

Groenland kent, volgens de klimaatindeling van Köppen, vrijwel overal een polair E-klimaat. In het<br />

binnenland, tussen het Inlandijs en de zee, heerst het ET-klimaat (toendraklimaat): gedurende de<br />

koudste maand is de gemiddelde temperatuur beneden -3°C, gedurende de warmste maand<br />

schommelt de gemiddelde temperatuur tussen de 0°C en 10°C. Boven het Inlandijs heerst het<br />

ijsklimaat (EF-klimaat), daar komt de gemiddelde temperatuur nooit boven de 0°C.<br />

Klimaatindelingen zijn niet zeer gedetailleerd en zoals overal worden kleine microklimaten<br />

weggelaten. Zo kunnen dieper in de fjorden ook warmere klimaten zijn, zoals het zeeklimaat (Cklimaat).<br />

De omvang van de klimaatgebiedjes is echter vaak zeer klein, maar voor akkerbouw wel van<br />

belang. Ook is de hoeveelheid neerslag in sommige gebieden minder dan 250 milliliter per jaar,<br />

hetgeen op een B-klimaat of woestijnklimaat duidt – kortom: een poolwoestijn.<br />

Volgens de klimaatindeling van C. Troll en K.H. Paffen bestaat Groenland uit vier<br />

klimaatzones: de subpolair-oceanische, subpolair-toendraïsche, polaire en ijskapzone. Deze indeling<br />

houdt ook rekening met het mildere Zuid-Groenlandse klimaat, dat op grond van de fundamenten<br />

van deze klimaatindeling, de begroeiing. 3<br />

Figuur 9. Een typische weerkaart van Groenland met een<br />

hogedrukgebied op de ijskap en een lagedrukgebied bij IJsland,<br />

dat fijn richting Nederland trekt. Bron: DMI.<br />

- 13 -<br />

Figuur 8. De temperatuurgrafiek van de gemiddelde<br />

maandtemperatuur van Zuid-Groenland. De temperatuur van<br />

de laatste jaren is tot 2°C warmer dan in de periode 1961-<br />

1990. Bron: Nunalerineq


Uit de klimaatgrafieken op de vorige pagina blijkt dat hoe noordelijker men komt, des te kouder het<br />

wordt. Ook neemt de hoeveelheid neerslag met elke breedtegraad af en zijn de temperatuurverschillen<br />

tussen zomer en winter groter. De oorzaak ervan is de zonnestand: door het<br />

verschuiven van de stand van de zon op het aardoppervlak tussen de Steenbok- en Kreeftkeerkringen<br />

heeft men in de Groenlandse zomer veel zon, met boven de poolcirkel een periode lang geen<br />

zonsondergang, terwijl de ’s winters de zon juist een periode lang niet opkomt en het dus dagenlang<br />

nacht is. Kortom: de poolnacht en middernachtzon.<br />

Klimaatverandering<br />

Het land heeft veel te maken met klimaatverandering. Sermitsiaq AG bericht om de zoveel tijd dat<br />

het Inlandijs weer sneller is gaan smelten ten gevolge van de stijgende temperatuur. Het smeltende<br />

ijs en de stijgende temperatuur zijn echter veel problematischer voor bijvoorbeeld Nederland, dat<br />

last krijgt van zeespiegelstijgingen en watertekorten, dan voor Groenland. Steden liggen altijd wel<br />

enkele meters boven zeeniveau. Meer neerslag, kortere winters en warmere zomers maken dat Zuid-<br />

Groenland beplantbaar wordt voor boeren.<br />

Voor mensen die nog op de traditionele manier de kost winnen, zorgt klimaatverandering<br />

wel voor problemen. Het zeeijs smelt eerder, waardoor ze minder lang met hun slede eroverheen<br />

kunnen rijden en het ijs is ook minder sterk, waardoor het het levensgevaarlijk maakt. Minder zeeijs<br />

betekent ook minder ijsberen, zeehonden en andere lekkernijen.<br />

Een versterking op het broeikaseffect is dat, als het ijs weg is, het albedo-effect niet meer<br />

optreedt: licht wordt niet meer weerkaatst door het witte ijs. Met als gevolg: nog hogere<br />

temperaturen. Die temperaturen worden nóg weer hoger door het vrijkomen van schadelijke gassen<br />

(zoals methaan) uit de toendrabodem, die als broeikasgassen werken.<br />

Vooralsnog is de gemiddelde temperatuurstijging op Groenland ongeveer 2°C (ten opzichte<br />

van de periode 1961-1990). 4 Verder zorgt de klimaatverandering voor minder voorspelbaar weer. De<br />

neerslagvariabiliteit neemt toe, met soms lange droogtes, en de temperatuur kan ’s winters ruim<br />

boven het vriespunt blijven – of juist -35°C.<br />

Begroeiing en bodemgesteldheid<br />

Het Arctische klimaat beperkt de begroeiing tot typische toendrabegroeiing: (korst)mossen met hier<br />

en daar wat laag struikgewas en bloemetjes met kleine blaadjes. De omstandigheden in Zuid-<br />

Groenland zijn voor bosbouw geschikt, maar door de isolatie van de rest van de wereld alsmede<br />

diverse koudere perioden in de geschiedenis (de glacialen en rond 1500 de Kleine IJstijd) heeft er<br />

nooit geboomte kunnen groeien. Kortom: de toendra van Groenland is uiterst kaal en ook de<br />

overgangszones naar wat de taiga zou zijn, zijn kaal op grassen, mossen en lage struiken na.<br />

De bodem waaruit Groenland bestaat is dus een toendrabodem. Een belangrijk kenmerk van<br />

de toendrabodem is de permafrost: de bodem blijft het gehele jaar al dan niet gedeeltelijk bevroren.<br />

Met het ‘al dan niet gedeeltelijk’ wordt bedoeld dat horizonten (bodemlagen) direct onder het<br />

aardoppervlak wel ontdooien, maar dat het aardoppervlak zelf bevroren blijft, of andersom. Dit<br />

levert in de herfst en lente veel moerasachtige modderpoelen op. In West- en Zuid-Groenland is geen<br />

permafrost, maar zogenaamde interfrost: de bodem ontdooit wel helemaal, maar voor een zeer<br />

korte periode in het jaar.<br />

Topografie en aantal inwoners<br />

Groenland is het dunstbevolkte land ter wereld met 56.194 inwoners (1-1-2009). 5 Met een dergelijke<br />

oppervlakte resulteert dat in een inwonerdichtheid van 0,026 inwoners/km². Als we uitgaan van het<br />

bewoonbare land, dus met aftrek van de oppervlakte van het Inlandijs, is die 0,153 inwoners/km². De<br />

meeste mensen wonen in zogenaamde steden, plaatsen van circa 500 tot 5000 inwoners met de<br />

uitschieter Nuuk als hoofdstad. De status ‘stad’ werd gegeven aan elke gemeentehoofdplaats. Verder<br />

zijn er nog een honderdtal dorpen met inwoneraantallen variërend van 5 tot 450 inwoners.<br />

De dichtstbevolkte gebieden zijn de Diskobaai en Zuid-Groenland, terwijl de<br />

bevolkingsdichtheid van Oost-Groenland nog veel minder is dan 0,026/km². Dorpen en steden liggen<br />

- 14 -


voornamelijk dicht aan open zee, meestal achter een klein bergje als beschutting. Aan de gehele<br />

westkust liggen steden en dorpen, aan de oostkust zijn slechts twee populatiecentra: Tasiilaq en<br />

Ittoqqortoormiit. Het Inlandijs en geheel Noordoost-Groenland zijn onbewoond (op enkele<br />

wetenschappelijke en militaire stations na).<br />

Infrastructuur<br />

De huidige infrastructuur bestaat uit louter vliegvelden en havens, wegen<br />

stranden meestal buiten de nederzettingen in het niets. Air Greenland en<br />

Royal Arctic Line (RAL, zie foto omslag) zijn de belangrijkste vervoerbedrijven.<br />

Meer over deze en andere vormen van infrastructuur in hoofdstuk 4.<br />

Bevolking<br />

De bevolking bestaat uit twee groepen: Groenlanders, afstammelingen van<br />

de Inuït, en Denen. De verhouding Groenlander-Deen is ongeveer 88-12%,<br />

maar er zijn ook veel ‘bastaards’. Over het algemeen bekleden de Denen de<br />

hogere ambten, maar sinds enkele jaren is er een stijgende trend in het<br />

aantal Groenlanders dat ook hogere functies uitoefent. Andere etniciteiten<br />

komen nauwelijks voor; de Afrikaan op Groenland, Tété-Michel Kpomassie<br />

uit het boek Een Afrikaan op Groenland, is een van de weinige niet-blanke<br />

personen geweest die ooit voet aan wal gezet heeft op Groenland.<br />

De Denen en Groenlanders leven grotendeels naast elkaar. In de<br />

dorpen zijn de enige Denen vaak de lokale dominee en zijn vrouw. Het<br />

lutheranisme is nog steeds belangrijk. In vrijwel elk dorp staat een kerk en ’s<br />

zondags zitten die, als er niet toevallig walvissen gesignaleerd zijn, goed vol.<br />

Ongeveer 98% van de mensen zegt te geloven in God. Slechts twee procent gelooft niet, of in andere<br />

religies als natuurgodsdiensten.<br />

De demografie van Groenland is die van een westers land: weinig geboorten, weinig<br />

kindersterfte en een sterfteoverschot: de bevolking vergrijst in rap tempo (zie pagina 33).<br />

Economie<br />

De import-exportbalans van Groenland is fors uit evenwicht. Alles moet geïmporteerd<br />

worden en het land heeft nagenoeg geen eigen productie-middelen.<br />

Het enige exportproduct op grote schaal is heden ten dage vis (kabeljauw en<br />

heilbot) en garnalen; 6.500 mensen op Groenland werken in de visserij. Voor<br />

eigen gebruik en de lokale markt (Brædtet) wordt ook nog gejaagd op muskusossen,<br />

ijsberen, zeehonden en walvissen. Ook worden sinds kort aardappelen<br />

verbouwd.<br />

De sectorenverdeling is nogal apart. In de primaire (agrarische) sector werken steeds minder<br />

mensen (visserij gaat met grote fabrieksschepen), hoewel sommige dorpen nog van de jacht leven.<br />

De secundaire (industriële) sector bestond tot voor kort alleen uit de visverwerking en bood<br />

eveneens weinig banen. De tertiaire sector (de commerciële dienstensector oftewel de handel) is<br />

eveneens nogal klein voor een westers land. Daarentegen is de quartaire sector, de niet-commerciële<br />

dienstensector (gemeentelijke diensten, ziekenhuizen, scholen etc.), oververtegenwoordigd.<br />

Door deze oververtegenwoordiging van de quartaire sector en de verstoorde importexportbalans<br />

is er nauwelijks welvaart en heeft Groenland nauwelijks een eigen, zelfvoorzienende<br />

economie. Om toch het welzijn op het niveau van een westers land te houden draagt Denemarken<br />

jaarlijks grote bedragen af aan Groenland.<br />

Politiek<br />

De politieke structuur van Groenland is vergelijkbaar met die<br />

van Nederland. Net zoals het Koninkrijk der Nederlanden vier<br />

autonome gebiedsdelen kent (sinds 10-10-2010 Aruba,<br />

- 15 -<br />

Enkele arbeidssectoren<br />

met aantal werknemers 6<br />

Visserij<br />

Overheden<br />

Tertiaire Sector<br />

K O N I N K R I J K D E N E M A R K E N<br />

Denemarken<br />

Aantal inwoners (1-1-2009) 5<br />

van enkele steden/dorpen<br />

Nuuk 15.105<br />

Sisimiut 5.458<br />

Ilulissat 4.528<br />

Qaqortoq 3.302<br />

Maniitsoq 2.741<br />

Tasiilaq 1.893<br />

Upernavik 1.157<br />

Qaanaaq 645<br />

Kangerlussuaq 558<br />

Kullorsuaq 446<br />

Pituffik 166<br />

Igaliku 29<br />

Totaal aantal inwoners in<br />

dorpen: 8505.<br />

6.500<br />

10.900<br />

3.500<br />

Groenland Færøer


Curaçao, Nederland en Sint-Maarten) bestaat het Koninkrijk Denemarken uit drie autonome<br />

gebiedsdelen (Denemarken, de Færøer en Groenland). Het verschil is dat het Koninkrijk der<br />

Nederlanden – op papier – geen superieur gebiedsdeel kent, terwijl Denemarken over beide andere<br />

gebiedsdelen in staat is macht uit te oefenen. Overigens heeft Groenland deze autonome status<br />

sinds 21-05-2009. Ondanks de autonomie wensen sommige Groenlanders pure soevereiniteit, maar<br />

gezien het gebrek aan eigen inkomstenbronnen is dat vooralsnog niet realiseerbaar.<br />

Alledrie de gebiedsdelen kennen een eigen kamer en regering. Waar Denemarken tot de<br />

Europese Unie behoort, vallen zowel de Færøer als Groenland buiten de EU.<br />

Regio’s<br />

Op basis van alle voorgaande kopjes als topografie, landschap en bevolking valt Groenland in een<br />

aantal regio’s in te delen. Het moge duidelijk zijn dat Groenland geen homogeen verdeeld land is.<br />

REGIO LANDSCHAP TOPOGRAFIE ECONOMIE ZEE** / BODEM<br />

Noord-Groenland Laaggebergte, deels Kleine steden, veel Overwegend Bevroren;<br />

scherenkust.*<br />

dorpen<br />

traditioneel (jacht) diepe permafrost<br />

Diskobaai Disko-eiland, grote baai, Grote steden, weinig Visserij, toerisme Steeds minder ijs;<br />

heuvelachtige toendra dorpen<br />

permafrost<br />

West-Groenland Middelgebergte, Grootste steden, weinig Visserij en kleine Open;<br />

fjorden,<br />

dorpen<br />

dienstensector interfrost<br />

Zuid-Groenland Laag- en middel- Veel steden en veel kleine Visserij, landbouw Open; geen permagebergte,<br />

fjorden dorpen en boerderijen<br />

of interfrost<br />

Oost-Groenland Hooggebergte, weinig Twee populatiecentra Overwegend Bevroren langs kust;<br />

fjorden, veel gletsjers<br />

traditioneel (jacht) permafrost<br />

Nationaal Park<br />

Noordoost-GL<br />

Redelijk vlak, fjorden,<br />

middelgebergte<br />

Slechts<br />

onderzoeksstations<br />

- 16 -<br />

n.v.t. Bevroren;<br />

diepe permafrost<br />

Gebiedsindeling<br />

Groenland is opgedeeld in vier gemeenten: Qaasuitsup (Noord-Groenland en de Diskobaai), Qeqqata<br />

(Midwest-Groenland), Sermersooq (Zuidwest- en Oost-Groenland) en Kujalleq (Zuid-Groenland).<br />

Twee gebieden vallen buiten deze indeling: het Nationaal Park Noordoost-Groenland en de<br />

Amerikaanse luchtmachtbasis Pituffik (Thule Air Base).<br />

ANTWOORD OP DE DEELVRAAG:<br />

Wat is de algemene geografie van Groenland?<br />

Groenland is een land…<br />

- …dat bestaat uit één groot eiland met diverse satellieteilanden, fjorden, meren en het Inlandijs;<br />

- …dat gesitueerd is ten oosten van het Noord-Amerikaanse vasteland, dichtbij Canada, IJsland<br />

en de Noordpool;<br />

- …dat verschillende polaire klimaten kent en toendrabodems met perma- of interfrost;<br />

- …dat geen eigen economie heeft;<br />

- …dat een autonoom gebiedsdeel binnen het Koninkrijk Denemarken is, zonder soevereiniteit;<br />

- …waarvan de inwoners uit Denen en Groenlanders bestaan;<br />

- …dat regionaal grote verschillen kent.<br />

Annotaties<br />

Voor dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van (tenzij expliciet weergegeven met een noot):<br />

- Noordhoff Atlasproducties (2010). De Grote Bosatlas. Groningen: Noordhoff Uitgevers. (p192E, 193A, 196, 217A-C)<br />

- o’Carroll, E., Elliott, M. (2005). Greenland & the Arctic. Victoria (Australië): Lonely Planet Publications Pty Ltd.<br />

- Veerman, D. (2008). Tegenpolen. Zutphen: Walburgpers.


¹ Flugten fra Grønland er mindsket. Sermitsiaq AG (02-11-2010). Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article133261.ece, 03-11-2010.<br />

2 Schultz-lorentzen, C. (2009). Dinosaurs Ruled in Greenland. Suluk. Geraadpleegd op<br />

http://www.airgreenland.com/files/pdf/suluk/090801_Suluk_2009_No_4.pdf, 31-11-2010. (p19)<br />

3 Noordhoff Atlasproducties (2005). De Wereld Bosatlas. Groningen: Wolters-Noordhoff Atlasproducties. (p241)<br />

4 The Climate of South Greenland (z.d.). Geraadpleegd op http://www.nunalerineq.gl/english/landbrug/klima/indexklima.htm,<br />

07-12-2010. Ook de Grote Bosatlas maakt er melding van.<br />

5 Grønlandsk Statistik (2009). Grønlandsk befolkning pr. 1. januar 2009. Afkomstig van<br />

http://www.stat.gl/Statistik/Befolkning/tabid/86/language/en-US/Default.aspx, geraadpleegd 28-10-2010.<br />

6 Resources and industry (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://uk.nanoq.gl/emner/about/resources_and_industry.aspx?abonnerpaa={0ee3ab4e-4952-43bd-93cc-5c0033542d59},<br />

08-12-2010.<br />

*=een scherenkust is een landschapsvorm aan de kust die bestaat uit ontelbare, veelal schrale en piepkleine eilanden en<br />

schiereilanden die redelijk vlak zijn. Andere voorbeelden: de Zweedse kustlijn nabij Gotenburg en de Finse Ålands.<br />

**=onder midwinterse omstandigheden.<br />

- 17 -


HF 2 • Complementariteit, push- en pullfactoren en winbaarheid<br />

In dit werkstuk kom ik geregeld terug op een bepaalde theorie, of op bepaalde termen die (in)direct<br />

naar deze theorie refereren. Als een rode draad komt het bij de meeste hoofdstukken kort naar<br />

voren. Het betreft de zogenaamde Complementariteittheorie (bedacht door de aardrijkskundige E. L.<br />

Ullman, Verenigde Staten, 1912-1976). Andere economische termen die veelvuldig gebruikt worden<br />

zijn push- en pullfactoren en technische en economische winbaarheid. Maar wat betekenen ze;<br />

• Wat houden de complementariteittheorie, push- en pullfactoren en winbaarheid in?<br />

Complementariteittheorie<br />

De complementariteittheorie houdt kortweg in dat men een vrager en een aanbieder heeft. De<br />

aanbieder biedt diensten of goederen aan, zoals aardolie of diamanten, en de vrager (afnemer) ‘ruilt’<br />

die goederen tegen een geldbedrag, de transactie. Zo vinden er wederzijdse stromen plaats: kapitaal<br />

naar de aanbieder en de goederen of diensten naar de vrager of afnemer.<br />

Om die wederzijdse goederenstromen plaats te laten vinden, moet de overbrugde weg vrij<br />

zijn van barrières. Barrières kunnen fysische obstakels zijn, zoals gebergten, fjorden en ijs, maar ook<br />

economische (in crisistijd zal men niet snel een nieuwe mijn aanleggen) en politieke (zoals corrupte<br />

regimes, maar ook gewoon tegenwerkende wetgeving). Gebrek aan kennis vormt ook een<br />

belangrijke. Barrières zijn ‘obstakels’ die de transporteerbaarheid van de diensten of goederen<br />

beïnvloeden.<br />

Zo zal op Groenland veel moeite gedaan moeten worden om de gewonnen delfstoffen<br />

eenvoudig te vervoeren. Als dit echter zo duur is dat men liever naar gebieden gaat waar het minder<br />

bar is, is de transporteerbaarheid te klein. In dat geval gaat men op zoek naar alternatieven. Die<br />

zogeheten tussenliggende mogelijkheden zijn alternatieven voor het niet-transporteerbaar geachte<br />

product. Als de winning en het vervoer van de Groenlandse delfstoffen te moeilijk blijkt, zal men naar<br />

andere geschikte geologische zones zoeken. In dit geval andere mijnen die gezien de fysische<br />

omstandigheden wel exploitabel zijn. Bij aardolie bijvoorbeeld pompt men liever de Golf van Mexico<br />

leeg dan de Labradorzee. Afstanden vormen ook vandaag de dag, ondanks de globalisering, nog<br />

steeds een grote barrière.<br />

Push- en pullfactoren<br />

Geregeld kies ik er ook voor push- en pullfactoren bij het verhaal te betrekken. Pushfactoren zijn<br />

redenen en oorzaken om weg te gaan, die duwen je ergens vandaan; pullfactoren trekken je juist<br />

ergens naartoe. Beide factoren kunnen barrières wegnemen: als een bedrijf juist de uitdaging van<br />

een moeilijke omgeving als Groenland aan wíl gaan, maakt het niet uit of er geen wegen zijn.<br />

Winbaarheid<br />

Ten slotte belicht ik regelmatig de twee winbaarheden van grondstoffen: de technische winbaarheid<br />

(waarbij het erom draait óf iets te winnen valt) en de economische winbaarheid. Technisch is alles<br />

bijna mogelijk: als je wilt, kun je zo olie gaan boren in je eigen tuin. Maar wegen de winsten uit de<br />

olie wel tegen de kosten van de jaknikkers op? Dan ben je bezig met de economische winbaarheid.<br />

Zo moet er vraag naar iets zijn, wil je de gemaakte kosten kunnen dekken. Winbaarheid noemt men<br />

ook wel haalbaarheid als het niet met het winnen van delfstoffen te maken heeft.<br />

Annotaties<br />

Alle informatie in dit hoofdstuk aangaande complementariteit en push- en pullfactoren is ontleend aan het lesboek<br />

buiteNLand: Boer, M. de, et al. (2008). buiteNLand AK 5 vwo. Houten: EPN.<br />

- 18 -


HF 3 • FYSISCHE PROBLEMEN<br />

Fjord, berg, fjord, berg, ijs, fjord, berg, fjord. Zo kun je de vlucht van Narsarsuaq naar Nuuk het best<br />

samenvatten. Groenland is voor Groenlanders en glaciologen een hemel, maar voor alle anderen een<br />

ijskoude hel. Eindeloze toendra onderbroken door menig berg, fjord of rivier. En dan ook nog een<br />

immense ijsvlakte te midden van deze ellende. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de fysische<br />

aspecten van de problematiek rond Groenland.<br />

• Wat zijn de fysische problemen bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland?<br />

Allereerst: wat betekent het begrip fysisch? Fysisch voegt de nuance van niet-menselijke activiteit<br />

toe, aards, van binnenuit of buitenaf. Fysisch-geografisch heeft dus te maken voor Groenland met<br />

geografie van buitenaf en binnenuit. Kortom: onder invloed van endogene en exogene processen.<br />

Groenland is een fjordenland pur sang. Glaciale verwering heeft miljoenen jaren lang materiaal<br />

verpulverd en dat puin werd door glaciale erosie richting zee verplaatst, tot aan de monding van de<br />

fjord, die daardoor werd uitgesleten. Ondanks de minuscule groei van enkele centimeters per jaar<br />

zijn sommige fjorden reeds langer dan honderd kilometer. Door schommelingen in het klimaat<br />

gedurende het Kwartair (vanaf ca. 2,6 Ma tot het heden) heeft de ijskap zich herhaaldelijk uitgebreid<br />

en teruggetrokken. Na het laatste terugtrekken, gedurende het huidige interglaciaal, bleven vaak<br />

losse morenes achter, puinwallen, terwijl de gletsjers verderop nieuwe morenes scheppen, waardoor<br />

een morenelandschap ontstaat.<br />

Ook in andere interglacialen is<br />

dit gebeurd, waardoor fjorden<br />

soms in verschillende ‘etappes’<br />

lopen: een reeks meren die via<br />

woeste smeltwaterrivieren met<br />

elkaar en de fjord verbonden<br />

zijn. De ligging is onhandig: veel<br />

fjorden en meren liggen op een<br />

oostwestbasis, terwijl de nederzettingen<br />

juist op een noordzuidbasis<br />

liggen.<br />

Deze fjorden en meren<br />

vormen dus een grote barrière<br />

Figuur 10. Het Inlandijs vanaf een oude morene gezien. Achter de<br />

voor reizen in het binnenland,<br />

deze horizontale uitschuring.<br />

morene, links, ligt het gebied lager: daar schoof de gletsjer voorheen. Maar een reis vergt naast veel<br />

Enkele kilometers daarachter ligt een volgende morene, terwijl vlak omrijden of wateren<br />

voor de voet van de gletsjer een nieuwe morene in aanbouw is. Bron:<br />

eigen werk.<br />

oversteken (hoe?) ook veel<br />

hoogteverschil overbruggen:<br />

Glaciale erosie vormt grote hoogteverschillen, veel reliëf. Gletsjers kerven lange, nauwe en<br />

diepe fjorden uit met zeer steile wanden, de zogenaamde verticale uitschuring. Wanden die zo steil<br />

zijn dat echt klimwerk vereist is om te ze trotseren. Tussen de fjorden en meren is het land relatief<br />

vlak: voordat Groenland in het Kwartair met ijs bedekt raakte, was het een enigszins vlak gebied met<br />

hier en daar een bergketen en wat vulkanisme. Sommige gebieden maakten deel uit van een vlakte,<br />

de hoogvlakte waar later fjorden in uitgekerfd zijn. Maar naast fjorden zijn er andere reliëfvormen:<br />

bij het terugtrekken van gletsjers bleven vaak eindmorenes achter, die opmerkelijke hobbels in het<br />

landschap vormen, soms als afdammingen van smeltwaterrivieren waardoor zogezegd meren<br />

ontstonden.<br />

- 19 -


Maar waarom was die vlakte een probleem? Vlakke grond heeft in Arctische zones de<br />

eigenschap dat veengronden ontstaan. Hierbij doet de klimatologie zijn intrede: op Groenland heerst<br />

een polair klimaat, een ET-klimaat, met de belangrijke eigenschap dat zomers intens zijn maar kort.<br />

In juli kan het 25°C worden (gemiddeld onder de 10°C) maar in september al -10°C. De winters zijn<br />

extreem koud en lang. Als ’s zomers de keiharde bodem ontdooit, kunnen planten groeien. Dood<br />

organisch materiaal kan in korte tijd echter niet goed rotten en hoopt op. Als het ’s winters vastvriest<br />

aan de permafrost en de volgende zomer ontdooit, wordt er nieuw materiaal opgehoopt. Mettertijd<br />

ontstaat er een veenlaag, die ’s winters vastvriest, maar in de zomer een drassige, onbegaanbare<br />

grondlaag vormt, een moeras. Die veenachtige bodem, die naar gelang het seizoen ofwel uit drassig<br />

moeras ofwel keihard bevroren ijs bestaat, heet een toendrabodem en vormt een grote barrière<br />

voor het binnenland, daar zo’n bodem alleen in bevroren toestand, ’s winters dus, hard genoeg is om<br />

begaanbaar te zijn.<br />

Maar een groot gedeelte van het jaar, juist ’s winters, ligt overal een dik pak sneeuw, waaien<br />

er in het binnenland sterke sneeuwjachten en föhnwinden als piteraqs, die i.p.v. verwarmde juist<br />

sterk afgekoelde lucht aanvoeren waardoor de temperaturen tot ver beneden het vriespunt dalen en<br />

de gevoelstemperatuur naar een nog veel lager pitje zakt. Dat de Inuït vroeger hun nederzettingen<br />

aan de kust opzetten, waar een milder klimaat heerst met minder extreme winters, was een logische<br />

keuze.<br />

Alle bovenstaande fysische factoren zijn nooit overal allemaal aanwezig. De fjorden liggen vooral aan<br />

de westkust, terwijl in het noorden en oosten het binnenland niet eens bestaat: het Inlandijs mondt<br />

er rechtstreeks uit in zee. Qua reliëf is de westkust veel lager dan de oostkust (middel- en<br />

hooggebergte, resp.). In het uiterste noordoosten van Groenland komen juist enkele kleine vlaktes<br />

voor, bij Upernavik is geen sprake van fjorden, maar van een scherenkust*. In Zuid-Groenland is er<br />

weinig permafrost en is de toendrabodem minder problematisch. Kortom: elke regio heeft zo haar<br />

eigen fysisch-geografische problemen met eigen geofactoren klimaat, bodem en reliëf.<br />

Het moge duidelijk zijn dat er vele fysisch geografische factoren zijn die problemen veroorzaken bij<br />

de exploitatie van bodemschatten van Groenland, maar ook bij onderling contact tussen<br />

nederzettingen op zich. Veel reliëf, drassige toendrabrodems, wateren en ijskappen maken het<br />

land onbegaanbaar en onbereikbaar. Qua weer is het binnenland ook niet aantrekkelijk.<br />

Nederzettingen bevinden zich niet zonder reden in de directe omgeving van open zee. Groenland is<br />

een groot land en daarom kan het landschap per regio sterk verschillen.<br />

ANTWOORD OP DE DEELVRAAG:<br />

Wat zijn de fysische problemen bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland?<br />

De fysische problemen die bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland komen<br />

kijken, zijn de geofactoren klimaat, bodemgesteldheid (toendra), ligging van Groenland in de<br />

wereld, grootte van het land en reliëf.<br />

*= een scherenkust is een landschapsvorm aan de kust die bestaat uit ontelbare, veelal schrale en piepkleine<br />

eilanden en schiereilanden die relatief vlak zijn. Enkele voorbeelden: de Zweedse kustlijn nabij Gotenburg en<br />

de Finse Ålands.<br />

- 20 -


HF 4 • INFRASTRUCTURELE PROBLEMEN<br />

Een gevolg van de geografische problemen van Groenland is het gebrek aan infrastructuur. Maar in<br />

hoeverre is dat een probleem; wat is er wel en niet en wat is er wel of niet mogelijk? In één zin:<br />

• Wat zijn de infrastructurele problemen bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland?<br />

Allereerst: wat is infrastructuur? Infrastructuur is alles wat nodig is om verkeer plaats te laten<br />

vinden. Dat kan wegverkeer zijn, maar ook bijvoorbeeld communicatieverkeer of energietransport.<br />

Denk dus aan wegen, havens, elektriciteitsleidingen, telegraafdraden, spoorseinen, satellieten en<br />

riolering. In deze paragraaf onderscheid ik twee vormen van infrastructuur: infrastructuur om<br />

vervoer plaats te laten vinden en infrastructuur om de winning zelf mogelijk te maken.<br />

Speciale invulling van de betekenis van bepaalde termen:<br />

Stad naar Groenlandse begrippen; inwoneraantallen lopen tussen de 500 en<br />

5.500, met als uitschieter Nuuk, met ca. 15.000 inwoners.<br />

Zeehaven de havens langs de Groenlandse kust die ook internationaal georiënteerd zijn<br />

(Qaqortoq, Nuuk, Sisimiut, Ilulissat). Vanuit het buitenland doen schepen<br />

eerst deze havens aan en varen eventueel door naar kleinere havens.<br />

Figuur 11, 12, 13: Een vuurtoren, brandweerkazerne en vliegveld: allemaal<br />

infrastructuur. Bronnen: eigen werk.<br />

§4.1 • Infrastructurele problemen I: infrastructuur t.b.v. transport<br />

Infrastructuur ten behoeve van transport kan men in drie categorieën<br />

opdelen: te land, ter zee en in de lucht. Daar de Groenlandse westkust<br />

verreweg de belangrijkste regio is en de oostkust zeer onherbergzaam,<br />

gaat het onderstaande verhaal voor Oost-Groenland ook op door ‘het te<br />

vermenigvuldigen met een factor 3’.<br />

Over land<br />

Infrastructuur verbetert over het algemeen naar mate gebieden dichter<br />

bevolkt zijn. Vergelijk bijvoorbeeld de Randstad, waar infrastructureel<br />

eigenlijk alles is, en Schotland, waar alleen het nodige aan wegen is en een<br />

enkele spoorweg. Groenland is met zijn ca. 57.000 inwoners in een gebied<br />

- 21 -<br />

Een kaart met alle infrastructuur<br />

van Groenland is zou natuurlijk<br />

niet mogen ontbreken,<br />

ware het niet dat de infrastructuur<br />

díe er is met gemak<br />

op de basiskaart weergegeven<br />

kan worden. In het reisverslag<br />

staat wel een kaartje met alle<br />

vliegroutes naar Groenland<br />

anno 2010 (p 36).


van ongeveer 52 maal Nederland het dunstbevolkte land ter wereld. Dat betekent dat<br />

nederzettingen klein zijn en onderlinge afstanden groot. Een weg aanleggen zou vanwege de grote<br />

afstanden en de geringe behoefte eraan – weinig mensen betekent weinig verkeer – nooit uitkunnen.<br />

Als men de geografie daarbij in ogenschouw neemt, wordt het helemaal duidelijk: meren om te<br />

omzeilen, fjorden om per brug over te steken (hetgeen vanwege ijsgang zeer robuuste constructies<br />

vereist), steile klimmen die vele haarspeldbochten of omwegen vergen en een ondergrond waarin<br />

het wegdek bij het ontdooien van de toendrabodem wegzakt. Redenen te over waarom er slechts<br />

enkele korte, onverharde wegen buiten de bebouwde kom zijn op Groenland.<br />

’s Winters is het Groenlandse binnenland echter wel redelijk goed begaanbaar. De meren en<br />

fjorden vriezen dicht en de drassige toendrabodem is stijf bevroren. Sneeuwscooters zijn dan in hun<br />

element. Het voordeel van de voertuigen is dat je geen wegen hoeft aan te leggen; het nadeel is dat<br />

je elk jaar opnieuw de routes moet prepareren (instampen tot harde sneeuw). Voor zware ladingen is<br />

een sneeuwlandschap sowieso onaantrekkelijk: fjorden zijn weliswaar begaanbaar, maar het land<br />

eromheen niet. De zwaar beladen vrachtwagens zelf kunnen bij sneeuw en ijs de steile routes niet<br />

aan en kunnen bovendien door het ijs zakken.<br />

Nu rest alleen de vraag ‘kun je niet over de ijskap rijden’ nog. En ja, dat is theoretisch<br />

mogelijk, ware het niet dat tal van factoren dat praktisch ondoenbaar maken: extreme koude, zachte<br />

sneeuw, grote afstanden tussen het ijs en de plaatsen, ijsrivieren, gletsjerscheuren, reliëf langs de<br />

randen, sneeuwjachten, ijspoeltjes en nogmaals extreme koude (als de motor afslaat, gaat die van je<br />

lang zal je leven niet meer aan).<br />

Waterwegen<br />

Daar Groenland zoals duidelijk is niet over een wegennet beschikt, is al het vervoer op de lucht- en<br />

waterwegen aangewezen. Allereerst het vaarverkeer.<br />

Het binnenlandse zeevaartverkeer kent ook weer enkele natuurlijke factoren die het vervoer<br />

op, van en naar Groenland drastisch bemoeilijken. Zo zijn alle havens boven Sisimiut aan de westkust<br />

en de gehele oostkust ’s winters bevroren en daardoor onbereikbaar (zie figuur 16), behalve voor<br />

nucleaire ijsbrekers. Ook ten zuiden van de ijsgrens is het ’s winters gevaarlijk vaarwater. IJsbergen<br />

drijven af tot op volle zee (lees: tot<br />

aan de route van de Titanic) en<br />

zeestromingen maken dat Kaap<br />

Vaarwel, de zuidpunt van Groenland,<br />

niet voor niets zo heet. Zowel<br />

zeeijs als ijsschotsen vormen dus<br />

een barrière voor het scheepvaartverkeer.<br />

Dit alles maakt<br />

manoeuvreren langs Groenland<br />

een risicovolle zaak. Op het gebied<br />

van de infrastructuur is het gelukkig<br />

beter gesteld. De havens van<br />

Qaqortoq, Nuuk, Sisimiut en Ilulissat<br />

zijn volwaardige zeehavens die<br />

over alle benodigde faciliteiten beschikken<br />

(zoals kranen, platformen,<br />

Figuur 14. De Nalunaq-goudmijn in Zuid-Groenland bewijst dat de<br />

bestaande infrastructuur voor de scheepvaart eigenlijk onnodig is: het is<br />

gemakkelijker het gouderts rechtstreeks naar het buitenland te varen<br />

en een eigen haven aan te leggen dan dat via bijvoorbeeld Qaqortoq te<br />

doen. In Oost-Groenland is maar één zeehaven (hoewel Reykjavík<br />

dichtbij ligt) en is slechts rechtstreeks varen mogelijk. Bron: Nulanaq.<br />

- 22 -<br />

tankinstallaties), zij het veel op<br />

miniatuurschaal. De havens van<br />

Sisimiut en Nuuk ‘barsten’ inmiddels<br />

al uit hun voegen en smachten<br />

naar uitbreiding.


Ten slotte is de geografische ligging niet optimaal om als zeehaven te gebruiken. Alleen als de<br />

Noordwestelijke Doorvaart (zie appendix I: Themahoofdstuk Transport) op den duur goed<br />

bevaarbaar wordt, kan de haven echt floreren, maar als het bij het laden en lossen van mineralen<br />

blijft, is de kans op een grote,<br />

belangrijke zeehaven gering: zowel<br />

Nuuk als Sisimiut liggen ver van de<br />

gebruikelijke vaarroutes. Te water<br />

bedragen de afstanden Nuuk-<br />

Rotterdam en Nuuk-New York<br />

beide ongeveer 4150 kilometer.<br />

Maniitsoq, Sisimiut en Ilulissat liggen<br />

respectievelijk ca. 180, 365 en<br />

680 kilometer ten noorden van<br />

Nuuk, terwijl Qaqortoq ongeveer<br />

590 kilometer varen ten zuiden van<br />

Nuuk ligt. Wederom zijn afstanden<br />

immens.<br />

Nu wordt er immer ge-<br />

sproken over de havens van Nuuk,<br />

Sisimiut en soms Ilulissat, Maniitsoq<br />

en Qaqortoq. Het is echter<br />

maar de vraag of die wel werkelijk<br />

nodig zullen zijn, daar de meeste<br />

huidige mijnen een eigen steiger of<br />

kade aanleggen, diep in de fjorden.<br />

En waarom ook niet? Als alle grote<br />

schepen in Nuuk bijvoorbeeld hun<br />

ladingen zouden komen ophalen,<br />

dan moet de vracht wel eerst naar<br />

Nuuk worden gebracht. Alleen per<br />

boot is dat rendabel – maar dan<br />

kan dat ene zeeschip in Nuuk toch<br />

ook prima naar de mijn zelf varen?<br />

Voor- en natransport zijn eigenlijk<br />

niet eens nodig. Aan de oostkust<br />

liggen geen geschikte havens en<br />

kan voor- en natransport überhaupt<br />

niet plaatsvinden. Mogelijk<br />

zijn de vier hubs*, vier centrale<br />

havens, vanwaar de overslag van<br />

voor- en natransport op de<br />

zeeschepen plaatsvindt, niet eens<br />

nodig.<br />

*Hubs zijn centrale plaatsen waarvandaan<br />

vervoer plaatsvindt naar<br />

andere hubs. De goederen om te<br />

vervoeren komen uit omliggende<br />

plaatsen. Zo vindt er geen direct<br />

verkeer van vrager en aanbieder<br />

plaats, maar wel veel efficiënter<br />

verkeer: vanuit Aalborg vaart één<br />

Figuur 15. Voor de afgelegen gebieden in Noordoost-Groenland, een<br />

volkomen onbewoond gebied (op enkele onderzoekers en militairen na),<br />

kan men wegens ijsgang de potentiële mijnen slechts een zeer korte<br />

periode per schip aandoen en is de luchtvaart essentieel voor<br />

communicatie met de buitenwereld. Bron: Ironbark.<br />

Figuur 16. Een tabel met de bevaarbaarheid van de steden. Binnen in de<br />

fjorden ligt er langer zeeijs. Hoe noordelijker, des te meer ijs en des te<br />

minder lang de zee er bevaarbaar is. In het uiterste noordoosten is het<br />

zelfs ’s zomers moeilijk navigeren, hoewel elk jaar meer cruiseschepen de<br />

noordoostkust bereiken. De tabel is ietwat verouderd. Bron: Kalaallit<br />

Nunaat Atlas Greenland.<br />

- 23 -


groot schip naar Nuuk, en kleinere vrachtschepen verdelen de goederen over de spokes, de spaken,<br />

als Maniitsoq en Ilulissat. Dit systeem, waarbij alle vervoer vanuit kleinere plaatsen via één centrale<br />

plaats gebundeld naar een andere centrale plaats plaatsvindt, wordt ook wel het hub-and-spoke<br />

principe genoemd.<br />

Luchtvaart<br />

De afgelopen zeventig jaar is er op het gebied van luchtverkeer veel verbeterd op Groenland.<br />

Gedurende de oorlog hebben de V.S. vliegvelden gebouwd op Groenland, waarvan vier nog in<br />

gebruik als civiele luchthaven en één als militaire basis. Dorpen en steden hadden elk een eigen ramp<br />

waarop watervliegtuigen (zoals de nostalgische Catalina) het land konden oprijden. Daar de fjorden<br />

bij ijsgang niet als landingsbaan inzetbaar waren, was het een zeer onbetrouwbaar vervoersmiddel.<br />

Gedurende de jaren zestig werden in alle plaatsen van betekenis heliports gebouwd, zodat<br />

men een enigszins efficiënt transportsysteem had voor binnenlands vliegverkeer, hetgeen de<br />

mobiliteit enorm beïnvloedde. Toen de luchthavens van Nuuk en Ilulissat in 1975 respectievelijk<br />

1983 in gebruik genomen werden, groeide de wens naar een werkelijk efficiënt luchtverkeersnet.<br />

Vanaf de jaren ’90 tot 2007 werden nog eens zeven vliegvelden gerealiseerd. STOL-vliegtuigen (short<br />

take-off and landing-vliegtuigen) bedienen alle luchthavens nu meerdere malen per week tot<br />

vijfmaal daags. Internationale vluchten uit Kopenhagen landen nog steeds op de vroegere<br />

Amerikaanse bases Kangerlussuaq en Narsarsuaq, die nu als hub dienen, omdat hun landingsbanen<br />

lang genoeg zijn voor Boeings en Airbussen. Daarvandaan verdelen STOL-vliegtuigen en helikopters<br />

de vracht en passagiers naar de steden, vanwaar helikopters de dorpjes in transport voorzien. Ook<br />

zijn de luchthavens en vliegvelden goed uitgerust: brandweer, verkeerstorens die de gehele regio<br />

controleren en ervaring met vrachtvervoer – de versafdeling van dorpssupermarkten wordt soms per<br />

helikopter bevoorraad!<br />

Een hele waslijst aan kwaliteiten van luchtvervoer op zich en specifiek op Groenland kan<br />

daaraan nog toegevoegd worden. Maar de belangrijkste laat zich gemakkelijk raden: geen barrières!<br />

Je reist rechtstreeks en hemelsbreed, snel en comfortabel.<br />

Aan die hubs Kangerlussuaq en<br />

Narsarsuaq komt één staartje.<br />

Beide nederzettingen zijn geen<br />

plaats op zichzelf: een soort grenspost<br />

waar alleen mensen wonen<br />

die er werken. Douaniers, marechaussiers,<br />

politiehonden, grenspostkantinekoks:<br />

de plaats moet<br />

wel onderhouden worden en<br />

vergt veel personeel dat daar terplekke<br />

van onderdak moet worden<br />

voorzien. Kangerlussuaq en<br />

Narsarsuaq zijn een soort grensposten<br />

in het niets in de vorm van<br />

Figuur 17. Het bestaansrecht van het plaatsje Kangerlussuaq is de<br />

Airbus die Groenland dagelijks met Kopenhagen verbindt. Bron:<br />

eigen werk.<br />

- 24 -<br />

een vliegveld. Al dat extra personeel<br />

en hun onderkomen kosten<br />

een hoop geld voor Air Greenland,<br />

die de kosten verrekent in<br />

de vliegtickets. Kortom: de hubs<br />

zijn duur.<br />

Maar er is meer prijzig aan Groenland. Niet alleen moeten twee complete nederzettingen betaald<br />

worden met één vliegticket, ook is vliegen in Arctica sowieso een kostbaar goed. Het weer verandert<br />

van minuut tot minuut, soms ligt het vliegverkeer dagen plat (bijvoorbeeld na de aswolk van de<br />

Eyjafjallajökull in april 2010!). Mistbanken, sneeuwbuien of gewoon een stevig windje werken het


vliegverkeer tegen, hetgeen vele extra kosten oplevert. Verder is er heden ten dage weinig animo:<br />

Groenland is te dun- en laagbevolkt en daarom is er maar één luchtvaartmaatschappij die<br />

ongestoord, d.w.z. zonder concurrentie, hoge ticketprijzen kan heffen. Vliegen is duur en op<br />

Groenland al helemaal.<br />

Wegen op Groenland zijn er niet door diverse natuurlijke factoren (ijs, wateren, reliëf, klimaat).<br />

Rendabel is de aanleg van wegen door het geringe aantal inwoners sowieso ook niet. De wateren<br />

om Groenland zijn gedeeltelijk goed bevaarbaar, maar geteisterd door ijs. Boven de poolcirkel en<br />

in fjorden vriest elk oppervlaktewater dicht en is het gebied over water onbereikbaar, maar juist<br />

wel voor sneeuwvoertuigen en sledes. Om goederen van mijnen naar havens te vervoeren zijn<br />

sowieso al havens nodig, dus wellicht zullen de havens van o.a. Nuuk (hubs) niet nodig zijn en vaart<br />

men liever rechtstreeks naar het buitenland. De infrastructuur voor door de lucht is prima met<br />

voldoende vliegvelden, helikopters en voorzieningen. Wel is vliegen extra duur door<br />

onvoorspelbaar weer.<br />

§4.2 • Infrastructurele problemen II: het uitvoeren van exploitatie<br />

Een vriend heeft net je gloednieuwe IKEA-stellagekast voor je meegesleept en rijdt net weg. Daar sta<br />

je dan op de stoep, in de vrieskou, als blijkt dat dat onding veel te zwaar is voor de je armlastige rug.<br />

En als je dan eenmaal boven bent en merkt dat deurpost veel te klein is…<br />

De Theorie van Ullman leert ons één belangrijk ding dat hier van toepassing is: er mogen geen grote<br />

barrières zijn die de transporteerbaarheid beïnvloeden. Met de nodige moeite kunnen die barrières<br />

voor het vervoer van de gewonnen goederen geminimaliseerd worden, zoals in de vorige<br />

deelparagraaf beschreven. Zodoende is dat vervoer mogelijk. Alleen rest de vraag: zijn de middelen<br />

ter exploitatie überhaupt wel transporteerbaar? Heeft Groenland zelf ook iets?<br />

Hierover kunnen we kort zijn: Groenland beschikt over vrijwel niets. Geen mijnboren, geen tractoren,<br />

geen asfaltfabrieken; slechts bouwkranen zijn er in overvloed – maar allemaal in Nuuk. Alles moet<br />

eigenlijk ingevoerd worden. Dat is echter niet het grootste probleem, één vrachtschip kan tientallen<br />

akkers van landbouwmachines voorzien en mijnboren leveren. Er is meer.<br />

Allereerst ga ik in op de mijnbouw. Hoe komt die boor op zijn plek? In §4.1 ging ik in op het<br />

vervoer van de gewonnen goederen, maar daarvoor dient de mijnboor wel eerst op de plaats van<br />

bestemming te komen. Het grootste gedeelte kan dikwijls over zee, maar vaak liggen mijnen<br />

heuvelop en moeten speciale constructies worden bedacht en opgebouwd – die op hun beurt weer<br />

naar de mijn vervoerd moeten worden – eer men de boor op de juiste plek heeft. Er zit veel werk in<br />

het opbouwen en het kost een lieve duit. Zo moest voor de Black Angel Mine bij Uummannaq eerst<br />

een complete skiliftinstallatie worden gebouwd!<br />

Ook is Groenland een keihard land. De gesteenten waaruit Groenland bestaat, is van diverse<br />

geologische perioden, maar hebben één ding gemeen: de hardheid is zeer groot. Een mijnboor is dus<br />

een kostbaar goed en als er defecten zijn, komen we bij het volgende probleem: afstanden zijn<br />

wederom groot en het is duur om reserveonderdelen naar de mijn te vliegen (varen duurt te lang).<br />

Ten slotte is de energievoorziening van de dorpen en steden uiterst beperkt. Kleine<br />

kolencentrales die kolen of diesel omzetten in elektriciteit leveren maar beperkt elektriciteit,<br />

waarvan het merendeel door de plaatselijke visafslag verbruikt wordt. Een aantal steden heeft sinds<br />

enige jaren een waterkrachtcentrale diep in het binnenland die de steden van stroom voorziet. Dit<br />

neemt de beperking van elektriciteit weg, maar de aanleg vergt wel een eenmalige forse investering.<br />

Landbouw zit eigenlijk in hetzelfde schuitje, alleen met een andere lading. Allereerst bestaat<br />

landbouw uit twee takken: veeteelt en akkerbouw.<br />

- 25 -


Akkerbouw kent qua infrastructuur één groot probleem: landbouwmachines kunnen wel in<br />

één keer gebracht worden, maar veel landbouwmachines die eens per jaar nodig zijn (zoals dorsers<br />

en rooimachines) zijn ook in het rijke Nederland vaak in handen van samenwerkingsverbanden van<br />

boeren. Zo hoeven boeren niet al hun zuur verdiende geld te besteden aan een dure machine, die<br />

meestal maar een week per jaar nodig is. Op Groenland gaat dat echter niet. Boerderijen blijven<br />

klein, te wijten aan het vele reliëf. Zonder wegen is het moeilijk om de collectieve landbouwmachines<br />

tussen samenwerkende boeren te verplaatsen en wederom kost het de boeren veel. Zowel het<br />

bewerken van de akkers tot beplantbare grond als het coöperatief bezitten van landbouwmachines is<br />

duur en dit maakt dat boerderijen niet alleen klein, maar ook kleinschalig (zullen) zijn.<br />

Veeteelt gaat echter gemakkelijker en kent weinig barrières. Vee begraast ’s zomers de<br />

eindeloze toendra, ook op hellingen, ’s winters staan ze op stal. Zo doet men het al jaren in Zuid-<br />

Groenland. Kuddes zijn kleinschalig, daar de toendra gemakkelijk overbegraasd wordt, en het vervoer<br />

van melk, vlees en wol is geen grote kostenpot. Wat infrastructuur betreft, behoeft het bedrijven van<br />

veeteelt nauwelijks speciale voorzieningen. Alleen het vervoer van de boerderijen naar de slachterij<br />

en later naar de markt vergt speciale voorzieningen als boten en steigers en is dus… duur.<br />

Nu ben ik nog niet ingegaan op de gas- of aardoliewinning. Gelukkig zitten in die hoek niet heel veel<br />

problemen. Groenland beschikt over geen enkel booreiland, maar dat deert niet. Booreilanden<br />

worden vanuit de booreilandfabriek naar de plaats van bestemming gevaren waarna zij geheel<br />

zelfvoorzienend zijn. Voor het vervoer van de aardolie of gas zijn grote vrachtschepen in de nietwesterse<br />

wereld de norm, olieraffinaderijen bevinden zich dikwijls duizenden kilometers van het<br />

booreiland (denk aan Rotterdam). Misschien onaantrekkelijk, maar niet ongebruikelijk.<br />

Het vervoer van het personeel van de Groenlandse booreilanden is ook geen probleem. De<br />

luchthavens op Groenland zijn zoals gezegd goed en helikopters staan overal gestationeerd. Zo<br />

passeert hier ook het laatste infrastructurele probleem de revue: in geval van een ongeval op volle<br />

zee beschikt Groenland over vele helikopters (met zeer ervaren piloten) die als reddingshelikopter<br />

ingezet kunnen worden.<br />

Het enige probleem is eigenlijk de ijsgang. ’s Winters is olieboren te riskant vanwege zeeijs, ’s<br />

zomers vormen drijvende ijsbergen een gevaar. Met behulp van sleepboten kunnen die geruimd<br />

worden, zoals Cairn Energy Ltd momenteel doet, maar er is veel kritiek op. Voor nadere informatie<br />

over Cairn Energy, zie hoofdstuk 6.<br />

Op het gebied van infrastructuur die de winning zelf mogelijk moet maken, dient men naar elke<br />

nieuwe mogelijkheid op zich te kijken. Voor de winning van de delfstoffen zelf zijn de grootse<br />

problemen: harde bodem, reliëf, grote afstanden en nauwelijks materieel. Ook de beperkte<br />

energieopwekking werkt uitbreidingen van bedrijven tegen. Voor de akkerbouw, die veel<br />

kleinschaliger zal blijven, geldt ook dat afstanden en terrein barrières vormen. Collectieve<br />

landbouwmachines kunnen moeilijk uit. Ook de veeteelt kan slechts klein blijven vanwege de<br />

kwetsbare bodem. Voor aardoliewinning zijn echter vrijwel geen barrières.<br />

De transporteerbaarheid van vaste delfstoffen is dus gering en kan slechts met veel moeite<br />

groot genoeg blijven om geen barrière te vormen. De transporteerbaarheid van oogsten en<br />

dierlijke producten is goed dankzij de kleinschaligheid, terwijl het vervoer van vloeibare delfstoffen<br />

ook grootschalig prima te doen is. Alleen de grote afstanden en het ijs kunnen tegenwerken.<br />

- 26 -


ANTWOORD OP DE DEELVRAAG:<br />

Wat zijn de infrastructurele problemen bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland?<br />

Infrastructurele problemen zijn het gebrek aan wegen en deels onbevaarbare wateren, grote<br />

afstanden op en naar Groenland, het gebrek aan goede energievoorziening, ijs en de hoge<br />

kosten voor zowel transport van goederen als van materieel en personeel.<br />

Figuur 18. In 2005 is rond Uummannaq een bijzonder, innovatief idee uitgetest: een hovercraft<br />

moest concurrentie bieden aan de veel duurdere district helicopter, die de regio wekelijks bestrijkt<br />

en Uummannaq met zijn vliegveld verbindt(!). Behalve de lagere prijzen was het andere grote<br />

voordeel dat de hovercraft zowel over ijs als over water kon zweven, in tegenstelling tot het<br />

andere goedkope alternatief voor de helikopter: de boot. Helaas is gebleken dat er weinig animo<br />

was voor dit onderhoudstechnisch dure hoogstandje (de Griffon 2000TD). Inmiddels is men met<br />

een futuristisch, zeppelinachtig luchtvaartuig in de weer…<br />

•Tekstbron: Simonsen, M. (06-02-2005). Company may sue British hovercraft producer. Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article3260.ece?service=print&lang=EN, 08-12-2010.<br />

•Beeldbron: russbagley99, Flickr.<br />

- 27 -


HF4 • SOCIAAL-ECONOMISCHE PROBLEMEN<br />

Door het grote aantal kajaks, gespierde honden en sleden, die groter zijn dan die in Sisimiut,<br />

is Jakobshavn [nu Ilulissat, red.] van alle plaatsen die ik tot nu toe in Groenland bezocht heb,<br />

de meest karakteristieke. Men ziet er een indrukwekkende hoeveelheid droogrekken, waar<br />

vissen, zeehondevet en vossehuiden aan hangen. Jakobshavn bezit met zijn 1750 inwoners<br />

een twintigtal bootjes voor de garnalenvangst en een eenvoudige fabriek waar de garnalen<br />

worden verwerkt en ingeblikt, maar deze conservenfabriek heeft maar een beperkt aantal<br />

mensen in dienst. Het merendeel van de bewoners leeft van de jacht, want de wateren van de<br />

ijsfjord zijn zeer wildrijk. Er wordt op zeehonden gejaagd, maar ook op walvissen die zich daar<br />

af en toe laten zien, vooral de witte walvis. Afgezien van een groot aantal mensen dat in de<br />

buurt van de haven woont (het gedeelte van de stad waar de meeste Denen wonen), wonen<br />

er ook mensen bij de fjord en die zijn allemaal zeehondenjagers. Hun huizen, die van dat van<br />

Ib [personage] zijn gescheiden door een rotsachtig terrein, zijn opgebouwd uit oude planken<br />

en staan op een ondergrond van turf. Het zijn de armste huizen en het zijn er een stuk of<br />

vijftien. Naar: Kpomassie, T.-M. (1988). Een Afrikaan op Groenland. Utrecht/Antwerpen:<br />

Uitgeverij L. J. Veen. (p183-184)<br />

Sinds Kpomassie Ilulissat verliet is er veel veranderd. Zo’n 4500 mensen bevolken het levendige<br />

toeristenplaatsje, waar toeristen per vliegtuig arriveren. Nog maar een enkeling gaat op<br />

zeehondenjacht en ik heb zelf geen enkel droogrek waargenomen. Het kleine dorpje vol turfhutten<br />

van weleer is verlaten en geruimd. Toch was met de aanzet voor al deze veranderingen ook in de tijd<br />

van Kpomassies verblijf al begonnen en dat deed Groenland niet op eigen kracht...<br />

Binnen korte tijd is Ilulissat veranderd van Inuïtgemeenschap in Groenlands stadje. Maar<br />

waardoor heeft die verandering plaatsgevonden en welke problemen leveren die veranderingen zoal<br />

op?<br />

• Wat zijn de sociaal-economische problemen van het huidige Groenland?<br />

Allereerst: wat houdt sociaal-economisch in? De website www.europrogs.be heeft een<br />

verduidelijkende omschrijving: ‘’Sociaal-economisch’ is een vlag die vele ladingen dekt:<br />

maatschappelijke trends, groei, werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling, welvaart,<br />

concurrentievermogen.’ ¹ Kortom: een combinatie van alles wat zowel de bevolking als de economie<br />

aangaat. Vaak is het één het gevolg van het andere. Zo zal een onvakkundige bevolking voor een<br />

slechtere economie zorgen.<br />

Echter, ik verruim de betekenis van de term sociaal-economisch in dit hoofdstuk. Om bij de<br />

sociaal-economische problemen te komen, worden eerst de ontwikkelingen besproken die ze<br />

veroorzaakt hebben. Verder komen er ook veel sociale problemen bij kijken. Pas aan het einde zullen<br />

de sociaal-economische problemen in de pure zin van het woord belicht worden.<br />

Speciale invulling van de betekenis van bepaalde termen:<br />

Groenlander Sterk verwesterde Inuït (foutief: eskimo’s), een volk dat duizenden jaren het<br />

Noordpoolgebied bewoonde. Vanaf omstreeks 1960 worden de Groenlandse Inuït<br />

Groenlanders genoemd, na ingrijpende moderniseringen door de Denen. De<br />

eigenbenaming voor het volk is Kalaallisut: ‘mensen’.<br />

Annotaties<br />

¹ Wat mag u verwachten onder sociaal-economisch? (z.d.). Geraadpleegd http://www.europrogs.be/sociaaleconomisch/wat-mag-u-verwachten-onder-sociaal-economisch,<br />

23-09-2010.<br />

- 28 -


§5.1 • Ontwikkelingen in het verleden<br />

••• Welke ontwikkelingen heeft Groenland in het<br />

verleden doorgemaakt?<br />

De geschiedenis van Groenland vangt aan met de prehistorie.<br />

Primitieve jagers- en verzamelaars-gemeenschappen<br />

(de Dorset- en Saqqaq-Inuïtculturen) bevolkten<br />

de kuststreken van Groenland tussen ongeveer<br />

2300-200 v.Chr, waarna ze verdwenen en een nieuwe<br />

Inuïtcultuur rond 700 n.Chr. weer voet aan wal zette.¹<br />

Vanaf ongeveer 900 n.Chr. arriveerden de Vikingen als<br />

eerste Europeanen in Zuid-Groenland, vanaf ca. 1200<br />

de Noormannen geheten. Hoewel zij wel wat handel<br />

dreven met de Inuït en hen trachtten te bekeren tot de<br />

rooms-katholieke kerk, leefden ze verder gescheiden.<br />

De Inuït leefden van de jacht, terwijl de Vikingen van<br />

de landbouw leefden. Waarschijnlijk zijn ze daarom<br />

rond 1400 vertrokken, toen de Kleine Ijstijd de ’s zomers<br />

te koud maakte voor het verbouwen van<br />

gewassen.<br />

Vanaf ongeveer 1550 begonnen de Europeanen<br />

de Noordpool te (her)exploreren, zo ook Groenland.<br />

Namen als Hudson, Baffin en Davis, naar wie<br />

allen grote zeeën vernoemd zijn, genieten algemene<br />

naamsbekendheid. Maar ook minder bekende Nederlanders<br />

en Fransen hebben getracht de zeeroutes Om<br />

de Noord te ontdekken. Om naar Zuidoost-Azië te varen<br />

moest men destijds om Kaap Hoorn. Het zou echter<br />

sneller zijn om rondom Noord-Amerika heen te varen.<br />

Helaas bleek de route te zwaar: de houten schepen<br />

indertijd konden de zware ijsgang niet aan.<br />

Ook Denemarken deed mee aan de race, maar<br />

het zag in dat een kolonie aan de toegangsroute zelf<br />

wellicht handiger was. Het claimde het land dat ooit<br />

door de Vikingen als een groen land werd omschreven<br />

maar meestal wit is en stichtte er factorijen<br />

(handelsposten), hoewel het eerder doorvoerhavens<br />

waren: de Denen vermeden de ‘onbeschaafde<br />

Eskimo’s (rauwe vleeseters)’. Behalve op het gebied<br />

van zending: als zo veel kolonisatoren trachtte het,<br />

niet tevergeefs, de inheemsen te bekeren, ditmaal tot<br />

het protestantisme. Behalve op het gebied van geloof<br />

liet Denemarken de Inuït met rust en ging zijn eigen<br />

gang, terwijl o.a. de Basken en Nederlanders (de<br />

zogeheten Groenlandvaarders) uitgebreid handel<br />

dreven met de Inuït. Ondanks de claim van de Denen<br />

bleven de landen walvis vangen voor de kust van<br />

Groenland.<br />

- 29 -<br />

Figuur 19. De verschillende Inuïtculturen door de eeuwen<br />

heen. De Nordbo zijn de Vikingen en Noormannen, de<br />

grafiek links is het klimaat (F.kr en E.kr. is v.Chr.<br />

respectievelijk n.Chr.). Bron: eigen foto van een<br />

infographic in het Knud Rasmussen Hus te Ilulissat.<br />

Figuur 20. Overzichtskaart van de Noord-Atlantische<br />

vleugel van de vroegere Deense koloniën, bestaande uit<br />

Groenland, IJsland en de Færøer. Tot 1814 behoorde ook<br />

Noorwegen tot Denemarken. Overigens heeft Denemarken<br />

ook koloniën in India, het Caribisch gebied en Estland<br />

gehad. Tegenwoordig behoren alleen Denemarken, de<br />

Færøer en Groenland tot het Koninkrijk Denemarken.<br />

Bron: wikicommons/wikipedia, eigen bewerking.


Waar Groenland eerst een aardig zakcentje opleverde voor de Denen, zagen de Denen vanaf<br />

ca. 1800 in dat het samen met de Færøer en destijds ook IJsland een<br />

machtig rijk leek. Langzamerhand veranderde het<br />

handelskolonialisme in modern imperialisme. Het zou echter tot na<br />

de Tweede Wereldoorlog duren, voordat de Denen een belangrijk<br />

kenmerk van het imperialisme gingen doorvoeren: the white man’s<br />

burden, ofwel het beschavingsoffensief (het bijbrengen van<br />

beschaving aan de inheemsen). De wereld dekoloniseerde maar<br />

Denemarken moest zien te zorgen dat het Groenland behield. De<br />

interesse in de walvisvaart stond op een lager pitje, terwijl men<br />

overal mijnen stichtte om steenkool te winnen.<br />

Die nieuwe beschaving, de modernisering van Groenland, rustte op<br />

vier pijlers. Allereerst vormde Denemarken vanaf de jaren ’60 de<br />

economie van het land om. Dorpen werden verdeeld in jagersdorpen<br />

en vissersdorpen. Deze laatste stuitten op vele problemen.<br />

Groenland is nooit een echt vissersland geweest en het jagen zat de<br />

Inuït in het bloed. Nu moesten ze opeens in hun kotter garnalen of<br />

zeevis gaan vissen. Op zeehonden jagen moesten ze in hun vrije tijd<br />

maar doen, terwijl ze voor een hongerloontje moesten werken en dus geen tijd hadden. Tété-Michel<br />

Kpomassie schrijft dan ook dat de vissers geregeld zeehonden neerschoten, alleen niet vanuit een<br />

kajak maar vanaf een grote ijzeren boot.<br />

Met hun loon kregen de Inuït voor het eerst ‘groot geld’ in bezit, waarmee de geldeconomie<br />

definitief was ingevoerd. Waar het vroeger om minimale bedragen ging, per verkochte zeehond<br />

verkregen of zelfs d.m.v. ruilhandel, kreeg men nu maandelijks één grote portie geld. Daar men daar<br />

nooit mee had leren omgaan, belandde een groot gedeelte ervan in de zakken van de barman.<br />

De tweede pijler is de centralisatiepolitiek, het G60-beleid. In deze geldeconomie was het<br />

volgens de Denen (geef ze eens ongelijk) onrendabel om de vele kleine dorpjes draaiende te houden.<br />

Daarom besloten ze tientallen dorpen te sluiten. De inwoners werden gedwongen naar de steden te<br />

verhuizen, toen nog betekenisloze dorpjes die centraal lagen ten opzichte van de andere dorpjes.<br />

Omdat die plaatsjes ook maar kleine dorpen waren, besloot Denemarken voor ‘degelijke’<br />

huisvesting te zorgen, pijler № drie. Grote, grijze, donkere, vieze, slecht geïsoleerde en bovenal<br />

goedkope flats rezen overal op in Groenland. In Nuuk staat zelfs een flat die niet minder dan 1% van<br />

de gehele bevolking huisvest! Ook bouwden de Denen een vijftal voorgefabriceerde ‘standaardhuis’ontwerpen<br />

overal op Groenland. De uit hout opgetrokken huizen, een bouwmateriaal dat niet van<br />

nature voor handen was en is op Groenland, waren slecht geïsoleerd, klein en onderhoudseisend. De<br />

plaggenhut en iglo waren immers achterhaald. De vroegere Inuït wist echter simpelweg niet beter;<br />

zowel de flats als de houten huizen verloederden dus, mede doordat de dorpelingen niet konden<br />

wennen aan het stadse leven waar alles een prijs heeft.<br />

Ten slotte de vierde pijler. Op het gebied van sociaal welzijn heeft Denemarken naast de<br />

slechte huisvesting veel goeds gedaan of getracht te doen. De verzorgingsstaat, die het welzijn<br />

omhoog moest pompen, werd ingevoerd. Pensioenen en uitkeringen voor werklozen werden<br />

uitgekeerd, en werklozen waren er veel. De dorpelingen in de steden waren laaggeschoold en de<br />

werkgelegenheid was nihil. Alleen handwerk was aan de voormalige Inuït, vanaf nu Groenlanders<br />

genoemd, besteed. De Denen bekleedden de hogere ambten. Om de werkloosheid terug te dringen<br />

voer Denemarken ook de leerplicht in rond 1960. De werkgelegenheid bleef echter klein: in een land<br />

als Groenland is praktisch niets. De scholing had echter grote gevolgen voor Denemarken.<br />

Op school werd namelijk in het Deens onderwezen, terwijl Groenlands, de taal van het dagelijks<br />

leven, onderdrukt werd. Men werd weliswaar onderwezen in de Deense geschiedenis, maar ook de<br />

eigen, Groenlandse geschiedenis kwam aan bod. Het nationaal bewustzijn werd hun daardoor<br />

aangeleerd.<br />

- 30 -<br />

De Eerste en Tweede Wereldoorlog<br />

verliepen gladjes voor Groenland. In<br />

de Eerste was Denemarken neutraal<br />

en bestond het besef onder Inuït van<br />

oorlog in Europa nog nauwelijks.<br />

Veel nederzettingen leefden nog<br />

zoals ze eeuwen hadden geleefd en<br />

waren slechts bezig met het<br />

dagelijks leven: voor eten en<br />

onderdak zorgen. De WOII verliep al<br />

even gladjes. De Amerikanen<br />

bouwden enkele vliegbases als schild<br />

tegen de Sovjet-Unie, maar die zijn<br />

nooit voor oorlogsdoeleinden<br />

gebruikt; slechts als tankstop voor<br />

materieel op weg naar Europa.


De superioriteit van de Denen en de minachting voor de Groenlanders heeft tot een kloof<br />

van grote ongelijkheid geleid. Een kloof die alle Groenlanders verenigde.<br />

De combinatie van de onderdrukking van de Groenlanders (zowel op bijvoorbeeld de<br />

banenmarkt als in de taal), het onderwijs over Groenland zelf en de in hoofdstuk 4.1 genoemde<br />

verbetering van de infrastructuur (bouw van heliports en vliegvelden), die het land voor het eerst<br />

verenigde, leidde tot een catastrofale ontwikkeling voor de Denen: het nationalisme ontstond en de<br />

emancipatie van de Kalaallisut en hét Kalaallisut (het Groenlands) kwam op gang. Zo begon men in<br />

de jaren tachtig de steden bij de Groenlandse benaming te noemen en raakten de Deense in onbruik:<br />

Godthåb werd Nuuk, Holsteinsborg Sisimiut en Jakobshavn Ilulissat. Ook werden steeds meer Denen<br />

van hoge functies verstoten door Groenlanders.<br />

En als zoveel nationalistische bewegingen wilden ook de Groenlanders een eigen staat. Men<br />

zag echter wel in dat die vooralsnog onhaalbaar was en pleitte aanvankelijk voor een eigen<br />

bestuursorgaan, later voor de status aparte en nu pas voor de echte onafhankelijkheid. Of die<br />

verkregen wordt of niet, feit is dat de dekolonisatie in gang is gezet.<br />

Als handelskolonialist heeft Denemarken Groenland lange tijd met rust gelaten. Als modern<br />

imperialist heeft het vanaf 1960-1970 diverse moderniseringen doorgevoerd in het kader van het<br />

beschavingsoffensief: de verzorgingsstaat, de economische hervormingen van jacht naar visserij,<br />

de geldeconomie en het centralisatiebeleid. Door de scholing, verbeterde infrastructuur en de<br />

Deense superioriteit ontstond het Groenlandse nationalisme en sommigen streven tot op de dag<br />

van vandaag naar de afronding van de dekolonisatie: onafhankelijkheid.<br />

Annotaties<br />

Voor deze paragraaf is veelvuldig gebruik gemaakt van de Lonely Planet:<br />

o’Carroll, E., Elliott, M. (2005). Greenland & the Arctic. Victoria (Australië): Lonely Planet Publications Pty Ltd.<br />

¹ Zelf genomen foto van een infographic in het Knud Rasmussenmuseum te Ilulissat.<br />

§5.2 • Hedendaagse problemen<br />

••• Wat zijn de hedendaagse sociale problemen van Groenland?<br />

Groenland is mede door haar geschiedenis maar deels gemoderniseerd. Sommigen houden vast aan<br />

de oude cultuur, maar de vaart der volkeren maant hen dat ze niet achter kunnen blijven, tegen wil<br />

en dank. Groenland staat als het ware met het ene been in het heden en met het andere in het<br />

verleden. De moeizame overgang is kenmerkend voor de huidige wereldindeling, de veelal westerse<br />

Eerste Wereld, en de Derde Wereld. De subdeelvraag beantwoord ik daarom aan de hand van de<br />

vraag: in hoeverre is Groenland een eerstewereldland?<br />

Definities en begrippen<br />

Eerste Wereld landen met een democratisch en stabiel bestuur waarin mensenrechten zo<br />

min mogelijk geschonden worden. De leefomstandigheden zijn goed, al zijn<br />

er grote verschillen. De meeste mensen leven boven de armoedegrens.<br />

Belangrijke kenmerken zijn: laag geboortecijfer, laag sterftecijfer, klein of<br />

geen geboorteoverschot, weinig bevolkingsgroei, hoge levensverwachting,<br />

lage urbanisatie, weinig mensen werkzaam in de primaire en secundaire,<br />

maar veel in de tertiaire en quairtaire sector, grote inflatie, weinig<br />

analfabetisme en goede gezondheidszorg.¹<br />

Derde Wereld landen met een vaak slecht, corrupt bestuur waarin mensenrechten stelselmatig<br />

geschonden worden. De leefomstandigheden zijn meestal bar slecht en<br />

- 31 -


armoede is de norm onder het grootste gedeelte van de bevolking.<br />

Belangrijke kenmerken: tegenovergestelde van die van de Eerste Wereld.<br />

Door de Eerste en Derde Wereld te meten aan de hand van bovenstaande zaken, refereert men<br />

indirect naar het welzijn van de bevolking.<br />

Generatieproblemen<br />

Voor de dekolonisatie kan men als aanvang 1979 kiezen, toen Groenland op 1 mei meer eigen<br />

zelfbestuur (een regering) verwierf van Denemarken. Aanvankelijk was men blij, maar de wens tot<br />

echte onafhankelijk bleef doorgroeien. In 2009 op de nationale feestdag van Groenland (21 juni)<br />

verkreeg Groenland de status aparte van Denemarken naar aanleiding van een eerder referendum.<br />

De hedendaagse politiek is verdeeld: sommigen zien in dat echte onafhankelijkheid voor Groenland<br />

onrealiseerbaar is, terwijl anderen met de vooruitzichten op een toekomst als olieboer dat niet<br />

(willen) geloven. Conservatieven menen dat Groenland überhaupt niet aan nog meer veranderingen<br />

blootgesteld moet worden.<br />

Het is dus maar de vraag of Groenland zichzelf kan redden. Is het land niet in gigantische<br />

sociale problemen verzeild? Ja. Het is momenteel belabberd gesteld met bijna alles wat sociaal<br />

inhoudt. Te beginnen bij generatieproblemen. Na vijftig jaren Deense bemoeienis is bijna het gehele<br />

land omgepoold.<br />

De ouderen, zeg 60+’ers, hebben de in de vorige paragraaf beschreven moderniseringen aan den lijve<br />

ondervonden. Vroeger voeren de mannen nog dagelijks in hun wankele kajakje de ijskoude zee op<br />

om hun eigen eten te vangen. Omwille van Denemarken moest hij zijn beroep en leefwijze opgeven<br />

en visser worden in de ‘grote stad’. De vrouwen moesten in plaats van bont naaien of vlees snijden<br />

nu garnalen pellen. Vele nu gepensioneerden zijn van mening dat door Deens toedoen zij niet alleen<br />

hun beroep en leefwijze achter moesten laten, maar ook dat de gehele Inuïtcultuur zal uitsterven.<br />

Niet onbegrijpelijk, omdat voor vele Inuït dingen als de sneeuwscooter of televisie natuurlijk erg<br />

aanlokkelijk klinken. Helemaal raar was dat ze hun walvisspek in de supermarkt konden kopen, direct<br />

naast de spaghetti, wijn en bonbons. Voor scholing waren ze destijds te oud, nog steeds zijn velen<br />

ongeletterd en Engels wordt slecht verstaan. Ze kunnen maar moeilijk afstand doen van hun oude<br />

gewoonten en gebruiken en in feite is er een nationaal trauma onder hen.<br />

De leeftijdscategorie 40-60 jaar heeft het al iets beter. Zij zijn opgegroeid met de<br />

veranderingen en op het moment dat ze moesten gaan werken was de leerplicht al ingevoerd. Zij<br />

weten nog goed hoe het leven voor de bemoeiingen van de Denen was, maar zij realiseerden zich<br />

ook dat die tijd voorbij was. Hoewel geschoold hebben velen geen beroepsopleiding genoten en zij<br />

zijn vaak werkloos. Alle niet-handwerkarbeidsplaatsen werden door de Denen bezet en de<br />

ongelijkheid tussen hen en de Groenlanders was groot. Overigens heeft een grote categorie de<br />

Inuïtcultuur tot veel later voort kunnen zetten, daar Denemarken met haar hervormingen begon in<br />

het zuiden.<br />

De leeftijdscategorie 30-40 jaar heeft het al veel beter. In hun jeugd besteedde Denemarken<br />

steeds meer aandacht aan vervolgopleidingen, opdat men voor een studie of opleiding gewoon op<br />

Groenland kon blijven. Al veel meer mensen zijn goed opgeleid en men begon steeds vaker Denen te<br />

vervangen in hogere functies. Zij emancipeerden zich en vormden de huidige staat Groenland meer<br />

en meer. Helaas blijkt dat ook mét opleiding de banenkansen op Groenland gering zijn: er is<br />

simpelweg weinig werk.<br />

Tot slot de leeftijdscategorie 15-30 jaar, de jongvolwassenen. Zij zijn kritischer. Ze realiseren<br />

zich dat Groenland wellicht een drempel bereikt, waarop het Denemarken van zich afschudt en zich<br />

kan richten op de nieuwe mogelijkheden als oliewinning en mijnbouw. Voordat die echter<br />

winstgevend kan zijn zullen er zeeën van tijd verstrijken en ook met de genoten opleiding zijn<br />

banenkansen klein. Vele jonge Groenlanders hebben geen toekomstvisie. Men weet niet wat er zal<br />

gebeuren. Ze leven in een staat die vijftig jaar geleden nog geheel van de jacht leefde, terwijl men nu<br />

hopeloos tracht een baan te vinden. Hun grootouders vertellen nog over hoe zij ooit joegen: een land<br />

waarvan oude culturele normen en waarden de grond in gestampt zijn. Het zelfmoordpercentage<br />

- 32 -


onder tieners behoort tot de hoogste ter wereld. Ongeveer eenmaal per week maakt er iemand een<br />

einde aan en vooral jongeren behoren tot die groep. Halverwege 2010 hebben al 42 Groenlanders<br />

eigenhandig de eeuwige jachtvelden opgezocht. 2<br />

Je kunt uit al het voorafgaande opmaken dat Groenland veranderd is in een<br />

eerstewereldland. Echter, vele vooral ouderen staan nog met één been in de Derde Wereld. Zij<br />

kunnen en willen geen afstand doen van hun oude cultuur, maar de huidige tijden dwingen hen er<br />

wel toe. En hoewel Groenland theoretisch een eerstewereldland is, blijkt het ook andere kenmerken<br />

te hebben van de Derde Wereld…<br />

Het uitsterven nabij<br />

Het dorp Ganzedijk in Groningen, wat heeft dat<br />

met Groenland te maken? Vrij weinig, behalve<br />

dat er zich één demografische ontwikkeling<br />

afspeelt die zich ook op Groenland voltrekt, de<br />

vergrijzing. Op 1 januari 2010 had Groenland<br />

56.452 inwoners, 3 van wie 3681 65+’ers. In 2030<br />

zal dat aantal met 205% toegenomen zijn,<br />

terwijl het aantal personen in de leeftijdscategoriën<br />

0-5, 6-17, 18-24 en 25-64 met<br />

respectievelijk 1%, 12%, 11% en 3% afgenomen<br />

zal zijn. 4<br />

De werkgelegenheid is het laagst in de<br />

dorpen. De visserij is grootschaliger geworden<br />

en opereert het liefst vanuit de steden, vanuit<br />

één centraal punt, met grote, efficiënte schepen.<br />

Als deze stimulerende activiteiten, namelijk<br />

werk, uit een plaats verdwijnen, dan verdwijnen<br />

de verzorgende activiteiten vaak ook. Dat<br />

zijn faciliteiten die het werk en leven mogelijk<br />

maken. Denk daarbij aan winkels, ziekenhuizen,<br />

kerken, scholen, tankstations, vliegvelden etc.<br />

Als in een klein Groenlands dorpje alle werkenden<br />

met hun gezin naar de stad verhuizen, mee<br />

met hun werk, dan blijven werklozen achter.<br />

Weinig kapitaalkrachtige mensen zonder voldoende<br />

geld om de dorpssupermarkt draaiende<br />

te houden, zelfs niet met de enorme subsidies<br />

die de overheid verleent. Veel kinderen ver-<br />

huizen mee, zodat de school te weinig leerlingen heeft om open te blijven en moet sluiten. De<br />

leefbaarheid van de dorpen neemt daarmee dermate af, dat ook vele werklozen de dorpen verlaten,<br />

de stuurse 65+’ers in alle eenzaamheid achterlatend. Daarbij komt dat door alle moderniseringen<br />

nog maar weinig tieners ‘achterhaalde’ beroepen als visser kiezen. Denk je maar eens in hoeveel<br />

mensen in Nederland nog visser willen worden!<br />

De ontvolking van het platteland betekent grote urbanisatie, de trek naar de steden. Volgens<br />

Sermitsiaq AG is sinds 1990 het aantal inwoners van de dorpen met ongeveer 25% gedaald. 5 Deze<br />

ontvolking als gevolg van de trek naar de steden kent drie oorzaken:<br />

- Mensen verhuizen met hun werk mee naar de stad;<br />

- Mensen hebben geen werk en hopen in de stad wel aan werk te komen;<br />

- Het verzorgingsniveau ligt veel hoger in steden. In de steden zijn scholen, ziekenhuizen,<br />

filmhuizen, sportclubs en sportzalen, een vliegveld of heliport en vooral: veel andere<br />

mensen. Maar ook sportclubs floreren (Nuuk kent zelfs een abseil- en parapentevereniging<br />

en van de 57.000 Groenlanders spelen 5.000 bij een voetbalclub 6 !).<br />

- 33 -<br />

Figuur 21. Tabel met de bevolkingssamenstelling in 2009 (in<br />

donkerblauw) en de voorspelling voor in 2040 (lichtblauw). Links de<br />

mannen, rechts vrouwen. Daar het aantal kinderen gelijk blijft en<br />

werkenden iets afneemt en het aantal ouderen juist fors toeneemt,<br />

kan met spreken van een vergrijzende bevolking. Sermitsiaq AG<br />

berichtte 26 oktober 2010 dat het aantal inwoners van de dorpen in<br />

de periode 1990-2009 zelfs met 25% gekelderd is. 3 Vooral de zeer<br />

kleine kernen hebben het zwaar te voorduren: de totale bevolking<br />

van de kleinste dorpen is in totaal van 936 naar 346 inwoners gezakt,<br />

met in de periode 2005-2009 alleen al een daling van 13%. Als het zo<br />

door gaat, zal binnen 10-20 jaar geen enkel klein dorp nog op de kaart<br />

als bewoonde plaats worden aangegeven. Beeldbron: Grønlandsk<br />

Statistik.


Figuur 22. Het dorpje Iliminaq op een excursie (22-07-2010). De circa zestig inwoners zijn nergens te bekennen en<br />

er is veel leegstand. Dankzij de ligging nabij het toeristenplaatsje Ilulissat bij de ijsfjord vangt het wekelijks wat<br />

toeristen, die in een plaatselijk restaurantje Groenlandse lekkernijen voorgeschoteld krijgen. Bron: eigen werk.<br />

Het blijkt echter dat ook in de steden de werkloosheid hoog ligt. Dit is een direct gevolg van de lage<br />

werkgelegenheid: ook met een goede opleiding blijkt dat de banenmarkt zeer klein is. Er is gewoon<br />

weinig werk. Werk in de primaire sector bestaat uit de visserij, jacht en veeteelt. Veel werk in die<br />

sector is er niet; grote fabrieksschepen werken bijna volautomatisch. De secundaire sector ontbreekt<br />

ook bijna helemaal: slechts visverwerking en enkele oude ambachten vormen een relevante tak.<br />

Ten slotte zijn alle hervormingen van Denemarken niet overal gelijktijdig ingevoerd. Over het<br />

algemeen begonnen de Denen vanuit hun vroegere handelsposten in het zuiden en trokken langs de<br />

kust omhoog. Zo leven er in het hoge noorden, ultimo thule, en rond Tasiilaq nog steeds mensen in<br />

traditionele Inuïtgemeenschappen. Vanuit hun houten huis trekken ze dagelijks per slede het ijs op<br />

om zeehonden af te schieten. Tegenwoordig probeert men de laatste Inuït zo lang mogelijk naar hun<br />

eigen levenswijze te laten leven, maar door o.a. klimaatverandering en de houding van veel<br />

jongeren, die een leven als jager niet zien zitten, staan de cultuur en tradities op uitsterven.<br />

In hoeverre is Groenland een eerstewereldland? In ieder geval niet als men kijkt naar de lage<br />

opleidingsgraad onder ouderen, de urbanisatie, en leegloop van het platteland, grote werkloosheid<br />

en nauwelijks werkgelegenheid en tot slot grote verschillen tussen de huidige cultuur en die van<br />

vijftig jaar geleden, en de generatieproblemen die daarbij horen. Daarentegen wel als men kijkt<br />

naar de uitgebreide verzorgingsstaat in combinatie met betrouwbaar bestuur, de grote quartaire<br />

sector, de goede mogelijkheden tot het volgen van een opleiding en vergrijzing; dat zijn juist weer<br />

kenmerken van een eerstewereldland.<br />

Annotaties<br />

¹ Geïnspireerd op: Noordhoff Atlasproducties (2010). De Grote Bosatlas. Groningen: Noordhoff Uitgevers. (p235-237)<br />

2<br />

Moshiri, N. (23-09-2010). Rising suicide rate baffles Greenland. Geraadpleegd op<br />

http://blogs.aljazeera.net/europe/2010/09/23/rising-suicide-rate-baffles-greenland,<br />

12-10-2010.<br />

3<br />

Flugten fra Grønland mindsket. Sermitsiaq AG (02-11-2010). Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article133261.ece, 03-11-2010.<br />

4<br />

Grønlandsk Statistik (2009). Befolkningsfremskrivning 2009-2040. Geraadpleegd op<br />

http://www.stat.gl/LinkClick.aspx?link=BefolkStat%2fBefolkning%2fBefolkningsfremskrivning+2009-2040+-<br />

+dk.pdf&tabid=86&mid=457&language=en-US, 28-10-2010.<br />

5<br />

Kristensen, K. (26-10-2010). De små bygder bliver endnu mindre. Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article132749.ece, 27-10-2010.<br />

6<br />

Koolhaas, M. (nr.32, najaar 2010). Geen zelfstandig voetballand. Arctica. Den Haag: Arctic Peoples Alert.<br />

- 34 -


§5.3 • Groenland en het buitenland<br />

Als je een Groenlander vraagt waar die, buiten Groenland, zoal geweest is, dan antwoorden ze<br />

‘nergens’ of ‘Denemarken’. Denemarken is Groenlands enige buitenland. Het is een populaire<br />

(strand)vakantiebestemming, vertelde iemand me eens. Hoewel veel jongeren een maand of wat<br />

door Europa trekken, blijft het na die tijd meestal alleen bij het ‘moederland’. Tot enige jaren<br />

geleden was de enige mogelijkheid om Groenland zonder eigen vervoer te verlaten of te bereiken<br />

het vliegtuig uit Kopenhagen!<br />

••• Wat is de relatie tussen Groenland en het buitenland?<br />

Kolonist en kolonisator<br />

Dat Groenland politiek gezien bij Denemarken hoort, is lang niet de enige reden dat Groenlanders zo<br />

‘close’ zijn met het land. Denemarken houdt namelijk de gehele Groenlandse economie op de been.<br />

In 2007 investeerde Denemarken 475 miljoen euro van de Deense belastingbetaler in Groenland, en<br />

wat ze ervan terugzagen, is nihil. Samen met andere landen en enkele EU-instituties heeft Denemarken<br />

in 2007 1,03 miljard euro in Groenland geïnvesteerd, terwijl de uitgaven dat jaar 1,02 miljard<br />

euro waren.² En dat voor een land met 56.542 inwoners (als Nederland per 57.000 mensen één<br />

miljard jaarlijks kwijt is, dan zou de staatsbegroting ongeveer 290 miljard per jaar zijn en dat zonder<br />

verdere inkomsten. Realiseer je hierbij dat het aantal inwoners van Denemarken maar een derde is<br />

van dat van Nederland)! Groenland is een economisch zwart gat. Zoals gezegd heeft het een<br />

peperdure verzorgingsstaat, maar wat het land uit de primaire, secundaire en tertiaire sector<br />

verdient, valt in het niet bij de kosten van een dergelijke staatsinvulling. Degene die voor die kosten<br />

moet opdraaien is dus Denemarken. De Denen houden het welzijn kunstmatig, eigenhandig hoog,<br />

maar zonder toedoen van de Deense belastinggelden zou het welzijn instorten tot op het niveau van<br />

de welvaart:<br />

Want de welvaart op Groenland is met het blote oog niet zichtbaar. Er is geen geld want er is<br />

geen werk. Er is geen werk omdat er geen export is. En er is geen export omdat er niets te<br />

exporteren is. Slechts een boomloos land vol toendra en oeroud gesteente. Weinig Groenlanders<br />

hebben het breed.<br />

Men kan zich nu afvragen waarom Denemarken Groenland niet gewoon afstaat. Maar dat wil<br />

Denemarken niet alleen, ze kúnnen het ook niet. Er zouden geen uitkeringen, pensioenen en banen<br />

bij de overheid meer zijn voor Groenlanders en dus vele ontslagen, maar ook stopzetting van vele<br />

onrendabele diensten als lijnvluchten en dorpssupermarkten, indien Denemarken de financiële<br />

support stopzet. Het land zou praktisch ontsporen.<br />

Denemarken kan de kolonie dus niet loslaten omdat het, als zoveel kolonisatoren, zichzelf<br />

verplicht het land te helpen. Het moederland hoort de koloniën te steunen, die opvatting. Dit komt<br />

dus eigenlijk neer op de voogdijgedachte. Denemarken ziet daarentegen ook in dat Groenland in de<br />

toekomst misschien geen zwart gat meer zal zijn. Met de hernieuwde interesse in bodemschatten als<br />

uranium, goud, diamant en het zwarte goud hoopt het dat Groenland zich langzamerhand zal<br />

terugbetalen.<br />

Dat is precies waarin de Groenlandse interpretatie verschilt van de Deense. Waar<br />

Denemarken meent dat het decennia lang verliezen heeft geleden op Groenland en het nu het recht<br />

heeft op terugbetaling, meent Groenland dat Denemarken al eeuwen daarvoor winsten uit het land<br />

geput heeft en dat het nu moet inzien dat de Denen de plicht hebben te vertrekken. De uitkomst van<br />

dit morele en ethische dilemma zal de toekomst moeten leren.<br />

Bevolkingstrek<br />

Vele economische vluchtelingen vertrekken jaarlijks naar Denemarken. De trek naar Denemarken is<br />

een algemeen bekend proces ten gevolge van alle problemen en er bevinden zich grote Groenlandse<br />

minderheden in Deense steden. Wel is er een dalende trend in het aantal Groenlanders dat jaarlijks<br />

- 35 -


naar Denemarken verhuist en sinds 2005 groeit de bevolking op Groenland voor het eerst weer, zij<br />

het zeer langzaam: het artikel Flugten fra Grønland mindsket bericht dat er tussen 1-1-2009 en 1-1-<br />

2010 268 zielen meer zijn komen wonen, grotendeels te danken aan het feit dat minder mensen naar<br />

Denemarken trokken.¹<br />

Een grote groep Kalaallisut in Denemarken zijn laagopgeleide, werkloze Groenlanders uit de<br />

steden (mensen uit de dorpen zoeken eerder heil in Nuuk e.d.), verhuist in de (valse) hoop op werk<br />

naar Kopenhagen of elders. Maar laag- of niet opgeleid, zonder geld en soms ook zonder behoorlijke<br />

beheersing van het Deens raken zij zowel letterlijk als figuurlijk verder van huis. Daarnaast kunnen<br />

velen niet omgaan met het drukke, stadse leven waarin de natuur zich tot kleine parken beperkt. De<br />

beeldvorming van Denemarken onder Groenlanders is niet alleen negatief (de overheerser die z’n<br />

land niet los wil laten), maar ook ‘vals positief’: in Denemarken zou alles wat op Groenland niet<br />

mogelijk is wel kunnen.<br />

Net als zoveel kolonisatoren maakt Denemarken zich echter ook schuldig aan braindrain (het<br />

aantrekken van goed geschoolde mensen). Hoger opgeleide Groenlanders die thuis niet aan hun<br />

trekken kunnen komen, hebben juist wel arbeidskansen in Denemarken en verhuizen. Vaak kunnen<br />

zij daar daadwerkelijk aan de slag, maar ook zij hebben te kampen met ontwenningsverschijnselen.<br />

Zo’n drukke, volgebouwde stad als Kopenhagen is heel wat anders dan het rustieke Sisimiut!<br />

Ten slotte volgen veel Groenlanders in Denemarken een opleiding. Daar is een veel ruimere<br />

keuze uit studierichtingen, maar na het voltooien van de studie zijn sommigen zodanig gewend<br />

geraakt aan de echte wereld dat zij in Denemarken blijven.<br />

Import<br />

De relatie Groenland-Denemarken wordt nog eens versterkt door het gevolg van de ‘verstoorde’<br />

handelsbalans. Daar op Groenland nooit iets verbouwd kon worden, geen industrie was en geen<br />

grondstoffen waren voor bijvoorbeeld huizenbouw, moest letterlijk alles (behalve vis en vlees)<br />

geïmporteerd worden. Groenland was lange tijd een monopolie van Denemarken en deze import<br />

ging geheel via Denemarken. Ook vandaag de dag nog, nu de toekomst van Groenland iets<br />

rooskleuriger lijkt, is de Groenlandhaven in Aalborg hét vertrekpunt voor bijna alle goederen. Voor<br />

bedrijven komen er op elk geïmporteerd product naar Groenland nog dure transportkosten bij.<br />

Als een land gezond wil blijven, moet de export gelijk of meer zijn dan de import, zodat de<br />

handelsbalans in evenwicht is. Export kan, net als de import, van alles zijn. Niet alleen concrete<br />

producten, maar ook diensten, geld (aandelen) of kennis. De Groenlandse staat zou zonder<br />

Denemarken geen evenwichtige handelsbalans kunnen hebben: de export is t.o.v. de import<br />

nagenoeg nul en het gebrek aan export wordt door de Deense belastingbetaler aangevuld.<br />

Vooralsnog keren de grote RAL-schepen halfleeg terug naar Aalborg.<br />

De EU en Amerika<br />

Tot slot de relatie van Groenland buiten Denemarken om, want die is enigszins apart. Groenlands<br />

enige exportproducten zijn jarenlang vis en garnalen geweest. Toen Denemarken zich in 1973 bij de<br />

Europese Unie voegde, begonnen de problemen. De EU, toen nog de Europese Economische<br />

Gemeenschap (EEG), gaf lidstaten het recht in elkaars territoriale wateren visvangst te bedrijven.<br />

Daar Groenland tot het Deense territorium behoorde, waren de lidstaten gemachtigd in de visrijke<br />

visgronden rondom Groenland te vissen. Dat raakte Groenland in het hart. Als andere landen de vis<br />

weg kaapten, was Groenlands enige grote arbeidsveld ten dode opgeschreven. Hele steden leefden<br />

van niets anders dan garnalen- en visvangst (en –verwerking)!<br />

Toen Groenland 1 mei 1979 in staat gesteld werd een eigen bestuur te creëren, was<br />

programmapunt één de EU. Naar aanleiding van een referendum in 1982 heeft het land in 1985 iets<br />

gedaan dat tot nog toe geen enkel ander land gedurfd heeft: het verliet de EU. Sindsdien hebben<br />

alleen Groenland, de Færøer en Denemarken het recht in de territoriale wateren van Groenland te<br />

vissen.<br />

De internationale verhoudingen werden er niet beter op. Groenland wilde steeds meer<br />

vrijheid, in de zin van verlossing van buitenlandse invloeden. In de Tweede Wereldoorlog lieten de<br />

- 36 -


Amerikanen enkele militaire bases achter, zoals Kangerlussuaq, Narsarsuaq en Pituffik. De eerste<br />

twee zijn na de val van de Sovjet-Unie verlaten, Pituffik is nog steeds tot ongenoegen van velen een<br />

belangrijke Amerikaanse basis – over de Noordpool ligt Moermansk een angstwekkende 3000<br />

kilometer ver… De aanwezigheid van de Verenigde Staten in het hoge noorden, in ultimo thule, is<br />

niet vanzelfsprekend. Velen vinden dat de antikolonialist die de V.S. menen te zijn zich moet<br />

terugtrekken uit het gebied. En de reden die voorstanders voor vertrek voeren, is niet de minste.<br />

Zoals altijd houdt het leger van V.S. het liefst veel geheim, zoals dat met de Vietnamoorlog<br />

ook bleek. Nu, in de winter van 1968 is er boven het zeeijs niet ver van Qaanaaq een bommenwerper<br />

neergestort met een grote lading explosieven aanboord, het Thule-accident. Geen van de vier<br />

waterstofbommen zou ontploft zijn en ze zouden alle vier geruimd zijn, maar de afgelopen jaren<br />

hebben onderzoekers plutonium ontdekt in de wateren rond Pituffik, hetgeen erop wijst dat niet alle<br />

bommen geruimd zouden zijn. 3 Na nader onderzoek is er echter geen bom aangetroffen. 4<br />

In Qaanaaq zit men al langer te wachten op het vertrek van de Amerikanen. Toen Thule Air<br />

Base gesticht werd, moesten de inwoners van Qaanaaq verplicht naar de huidige locatie verhuizen –<br />

en dan hebben die Amerikanen ook nog radioactieve rotzooi laten vrijkomen, die hun vis aantast!<br />

Volgens een uitgelekt rapport gedurende de WikiLeaksaffaire is het imago dat Groenland<br />

draagt, aldus de V.S., dat van een ontwikkelingsland (Derde of Tweede Wereld). 5 Dergelijke<br />

uitspraken van een machtig land als de Verenigde Staten kunnen het wereldwijde imago van<br />

Groenland schaden, hetgeen het een onaantrekkelijk land maakt voor bedrijven.<br />

Denemarken is de ‘voogd’ van Groenland, enerzijds ongewenst door de Denen met het oog op de<br />

enorme kosten, anderszijds gewenst met het oog op de toekomst. Ook voelt het zich als voormalig<br />

kolonisator verplicht Groenland te helpen. Denemarken houdt het welzijn kunstmatig hoog, maar<br />

welvaart is er nauwelijks. Daarom trekken veel Groenlanders naar Denemarken, zowel<br />

laagopgeleiden als hoogopgeleiden die geen werk kunnen vinden (braindrain). Een eigen, zelfvoorzienende<br />

economie heeft Groenland ook niet eens en alles wordt vooral via Denemarken<br />

geïmporteerd, export is er nauwelijks. Internationale betrekkingen heeft het land nauwelijks, noch<br />

een positief imago; voor de V.S. is het het (ontwikkelings)land waar Thule Air Base ligt, voor<br />

Europa het land dat uit de EU stapte.<br />

Annotaties<br />

¹ Flugten fra Grønland mindsket. Sermitsiaq AG (02-11-2010). Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article133261.ece, 03-11-2010.<br />

²<br />

Naar de zoekmachine van Grønlandsk Statistik. Het gekozen jaartal is 2007.<br />

3<br />

More news about the missing bomb. Sikunews (13-11-2008). Geraadpleegd op<br />

http://www.sikunews.com/News/Denmark-Greenland/More-news-about-the-missing-bomb-5596, 12-11-2010.<br />

4<br />

No lost bomb. Sikunews (09-08-2009). Geraadpleegd op http://www.sikunews.com/News/Denmark-Greenland/No-lostbomb-6614,<br />

29-10-2010.<br />

5<br />

Thorsen, R (11-12-2010). Wikileaks nævner Grønland. Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article135883.ece, 11-12-2010.<br />

- 37 -


§5.4 • Problemen voor de exploitatie<br />

Een land met een inwonerdichtheid van nul, maar met de probleemgraad van oneindig. Zo zou je<br />

Groenland ruwweg kunnen typeren. Maar bemoeilijken de sociale problemen waarmee het<br />

spreekwoordelijke vat gevuld is ook daadwerkelijk de exploitatie van de bodemschatten Groenland?<br />

••• Welke sociaal-economische problemen werken de exploitatie van de bodemschatten tegen?<br />

Werkkrachten<br />

Dat is een vraag met in eerste instantie een positief antwoord: weinig. Ten minste geen grote<br />

problemen. Want op elk sociaal-economisch punt komt altijd een probleem om de hoek kijken; voor<br />

niets gaat de zon op.<br />

Allereerst het personeel voor de exploitatie van de bodemschatten van Groenland. Mijnen en<br />

booreilanden hebben ingenieurs en andere hoogopgeleide mensen nodig, die er op Groenland<br />

nauwelijks zijn. Het is echter eerder regel dan uitzondering dat voor de hogere functies mensen uit<br />

het buitenland worden ingevlogen; geen problemen vooralsnog.<br />

Voor de middelbelangrijke functies schieten de Groenlanders niet te kort. Zoals gezegd zijn<br />

steeds meer mensen goed opgeleid en in staat een bedrijf of afdeling te runnen. Uit een gesprek met<br />

een Groenlandse badmeester kon ik opmaken dat veel Groenlanders een toekomst als oliesjeik wel<br />

zien zitten.<br />

Voor de laagste functies, zoals mijnwerkers en fabrieksarbeiders, is het in eerste instantie<br />

niet moeilijk personeel te vinden. Het werk is eenvoudig en kan snel worden geleerd. Sommige<br />

bedrijven, zoals Alcoa, hebben als speerpunt de opleiding van Groenlanders om zo een welvarende<br />

toekomst tegemoet te kunnen zien. Als op den duur de industrie zich overal gevestigd heeft en alom<br />

vertegenwoordigd is, krijgt men met een ander probleem te maken, dat West-Europa tegenwoordig<br />

veel problemen oplevert: gastarbeiders, want er zijn überhaupt te weinig inwoners om de gehele<br />

industriële sector te kunnen bezetten: het lage inwoneraantal.<br />

Met slechts 56.452 inwoners heeft Groenland veel te weinig mensen om alle mijnen met<br />

louter Groenlanders te bezetten. De werkloosheid ligt hoog, maar dat is maar een relatief begrip: het<br />

aantal werklozen t.o.v. het aantal werkenden is groter dan bijvoorbeeld in Nederland. Het aantal<br />

absolute werklozen is maar een klein groepje mensen, slechts enkele duizenden, en is nooit genoeg<br />

om alle functies door Groenlanders te laten bezetten. De goudmijn Nanulaq denkt dat 65% van hun<br />

personeel uit het buitenland moet komen (zie hoofdstuk 5).<br />

Figuur 23 ‘Toen… en nu…’ luidt het bijschrift. Bron: Sermitsiaq AG<br />

Drank<br />

Als gevolg van alle problemen zoeken vele Groenlanders een uitweg in drank. Vanaf dat de winkels<br />

hun deuren openen wordt er alcohol gekocht en gedronken en ze drinken door zolang de dag duurt.<br />

Net als alle andere volkeren die nooit om hebben leren gaan met alcohol, zoals indianen en<br />

Japanners, raken Groenlanders snel onder invloed van drank. Het lichaam is niet aangepast geraakt<br />

aan alcohol door de eeuwen heen. Men drinkt zowel om problemen als werk, relaties e.d. te<br />

vergeten, als omdat er geen enkel ander vermaak is (als je geen boot hebt…).<br />

- 38 -


Jong en oud rookt en drinkt en verslaving is een van de grootste sociale problemen van<br />

Groenland. Mensen die eenmaal verslaafd zijn, vinden moeilijk werk en met hen gaat het vaak<br />

bergafwaarts. Een tiental mensen vindt jaarlijks de dood in overmatig drankmisbruik. Door de hoge<br />

accijnzen die Denemarken op genotsmiddelen heft en alle transport zijn de genotsmiddelen duur en<br />

sommige Groenlanders steken zich diep in de schulden.<br />

Verder heeft de drank ook nog andere gevolgen op de samenleving. Dronken, depressieve<br />

mensen raken gemakkelijk met elkaar op de vuist. Er zijn relatief veel incidenten als ruzies, moord,<br />

verkrachting, doodslag, zelfmoord, relatieproblemen etc. Niet dat de gehele bevolking eraan mee<br />

doet, maar de meeste Groenlanders kennen wel iemand die in zulke problemen verzeild geraakt is.<br />

Als men eenmaal drinkt is men tot veel meer in staat.<br />

De Denen hebben op Groenland supermarkten gesticht. Door die supermarkten kwamen<br />

buitenlandse luxeartiekelen voor het eerst binnen handbereik. Verse groenten en fruit, ja zelfs<br />

ananassen heb ik gezien, en chocolade had men nooit eerder gehad en velen kregen de smaak te<br />

pakken. Veel calorierijk voedsel zonder nog veel lichamelijke arbeid te verrichten, in combinatie met<br />

bier en sigaretten, leiden ertoe dat steeds meer mensen aan obesitas en diabetes lijden. Het<br />

gezondsheidsprobleem is groot, hetgeen voor werkgevers onbetrouwbare werkkrachten levert.<br />

Sikunews berichtte onlangs dat het goed mis is met de Groenlandse gezondheid: één op de tien<br />

Groenlanders lijdt aan diabetes II! 1<br />

Welke problemen levert dit gezondheidsprobleem met de alcohol op? Weinig fitte<br />

werkkrachten, soms dronken lui en dus onbetrouwbaar personeel.<br />

Sociaal-economische problemen voor de exploitatie van de bodemschatten zijn gering. Wat<br />

bedrijven af kan schrikken, is het lage bevolkingsaantal en wellicht hun opleidingsniveau, maar<br />

even gemakkelijk kunnen bedrijven gastarbeiders het werk laten doen. Alleen alcohol vormt<br />

mogelijk een probleem op de werkvloer en de gezondheid van veel Groenlanders is<br />

ondergemiddeld.<br />

Annotaties<br />

1 Greenland’s level of diabetes on the rise. Sikunews (01-11-2010). Geraadpleegd op<br />

http://www.sikunews.com/News/Denmark-Greenland/Greenland%27s-level-of-diabetes-on-the-rise-8176, 02-11-2010.<br />

ANTWOORD OP DE DEELVRAAG<br />

Wat zijn de sociaal-economische problemen van het huidige Groenland?<br />

De sociaal-economische problemen waarmee Groenland nu kampt, zijn grote sociale<br />

problemen (generatieproblemen, vergrijzing, trek naar de steden, werkloosheid, ongeschooldheid),<br />

economische problemen (veel import, lage welvaart maar hoog welzijn, geen eigen<br />

economie) die leiden tot de sociaal-economische problemen: gebrek aan werkkrachten,<br />

onbetrouwbaar personeel door o.a. gezondheidsproblemen in combinatie met het lage<br />

inwoneraantal.<br />

- 39 -


HF6 • SECUNDAIRE SECTOR<br />

De fysische, infrastructurele, sociale en sociaal-economische problemen van Groenland zijn<br />

behandeld in de vorige hoofdstukken. Er zijn echter meer problemen, soms overkoepeld door deze<br />

noemers, soms volledig op zichzelf staand. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de problemen die bij<br />

mijnbouw en olie- en gaswinning komen kijken onder de deelvraag:<br />

• Wat zijn de problemen die de diverse industriële projecten op Groenland ondervinden?<br />

Dit kunnen algemeen bekende problemen als het gebrek aan infrastructuur zijn, maar ook politieke<br />

problemen of actualiteiten. Het blijkt dat de secundaire sector zich niet alleen tot de mijnbouw<br />

beperkt!<br />

In de paragrafen wordt telkens kort iets over het bedrijf, de locatie en andere dingen gezegd,<br />

waarna de verschillende problemen (lees: barrières) die de projecten ondervinden beschreven<br />

worden. Daarbij komen de complementariteittheorie, push- en pullfactoren en de winbaarheden<br />

telkens om de hoek kijken. Elke paragraaf eindigt met een samenvatting, die de stof voor de<br />

conclusie op bovenstaande deelvraag beantwoort.<br />

Tot slot wordt ook beschreven in hoeverre de bevolking zelf betrokken is bij de projecten. Dit<br />

omdat het goed aansluit met hoofdstuk 5.<br />

Figuur 24. Het exploreren van een potentieel mijnbouwgebied wordt gedaan middels een aantal<br />

proefboringen. Smalle boren boren diepe gaten in het onderliggende gesteente, waarna men het<br />

losgekomen gruis op mineralen onderzoekt. Om de boorinstallaties en onderzoekers op de gewenste plaats<br />

te krijgen is dikwijls de helikopter de enige optie. Een beeld vanaf het Kvanefjeld. Bron: Greenland Minerals<br />

and Energy Ltd.<br />

- 40 -


§6.1 • REE’s en uranium<br />

In de zuidpunt van Groenland ligt een bijzonder geologisch gebied. Oeroud gesteente tot 2500 Ma<br />

oud vol intrusieven waarin een grote verscheidenheid aan uiteenlopende mineralen te vinden is.<br />

Gedurende 2.500.000.000 jaar hebben temperatuur, zon, wind, water en ijs vrij spel gehad.<br />

Miljarden kuub grond is verweerd en weggeërodeerd, waardoor oude, mineraalrijke gesteenten vrij<br />

ondiep onder het aardoppervlak zijn komen te liggen – op winbare diepten.<br />

Sinds 2007 is het Australische bedrijf Greenland Minerals and Energy Limited¹ bezig met het<br />

opzetten van mijnbouw in zo’n intrusief, het Ililaussaq-intrusiecomplex. Maar wat ziet het bedrijf in<br />

mijnbouw op Groenland en wat zijn de barrières?<br />

Belangrijke termen<br />

Intrusief een intrusie is een uitloper van een onderaardse magmahaard die gestold is, voordat<br />

het de aardkorst doordrongen heeft. Een intrusief is een geologisch gebied vol<br />

intrusies.<br />

Economische barrières<br />

De mijn van Greenland Minerals and Energy Limited vestigt de aandacht op diverse mineralen en<br />

metalen, waaronder zink, natriumfluoride, kalium, uranium en REE’s. En die laatste twee maken<br />

Groenland vooral interessant.<br />

REE’s (rare earth elements) zijn zeer zeldzame aardmetalen. Zeventien verschillende,<br />

waarvan vijftien tot de lanthaniden behoren (de bovenste helft van de lange lijst elementen<br />

onderaan het Periodiek Systeem der Elementen). De stoffen dragen tot de verbeelding sprekende<br />

namen (lanthanium, cerium, praseodymium, neodymium, promethium, samarium, europium,<br />

gadolinium, terbium, dysprosium, holmium, erbium, thulium, ytterrbium en lutetium, alsmede<br />

scandium en yttrium) die even zeldzaam klinken als ze zijn. Ze komen overal voor, maar bijna nergens<br />

in dusdanige concentraties dat men ze kan delven.<br />

Maar waarom zijn REE’s zo interessant? Ze zijn ontzettend zeldzaam en dus schaars, maar de<br />

toepassingsmogelijkheden zijn ongekend. Voor vrijwel alle groene energievormen zijn de stoffen<br />

nodig: turbines, zonnecellen, accu’s, elektrische en hybride auto’s, terwijl technologische<br />

hoogstandjes evenmin zonder kunnen: alle mobiele telefoons, lcd-schermen, batterijen, laptops,<br />

elektrische auto’s, radars, satellieten etc. Zonder neodymium, europium, lathanium en dysprosium<br />

geen windmolens, tv-schermen, hybride auto’s of supermagneten. Onze gehele toekomst heeft haar<br />

fundamenten in de REE’s.<br />

Het NOS-journaal van acht uur ’s avonds, 23-10-2010. 2 China draait de exportkraan dicht. 97% van de<br />

wereldproductie van REE’s komt uit China’s achterland. De gehele wereld moet het doen met de<br />

monopoliepositie van China, inclusief de V.S. en hun gehele leger. Nu China de kraan dichtdraait,<br />

stijgen de prijzen, al naar gelang het aardmetaal met zo’n 300-720%, met enorme schaarste tot<br />

gevolg. Dat komt het land alleen maar ten goede: in plaats van de zeldzame aardmetalen te leveren<br />

aan concurrerende bedrijven in Japan of Europa, levert het nu aan eigen bedrijven om zo een<br />

versterkte positie op de wereldmarkt te krijgen.<br />

Lastig voor het buitenland, maar dé kans voor Groenland. Hoewel 85-90% van alle REE’s in<br />

China ligt, ligt het grootste gedeelte van de resterende 10-15% onder Groenland. Door de schaarste<br />

zal men naar nieuwe mijnen op zoek gaan en is men bereid in mijnbouw te investeren van een land<br />

waar dat bijna onrendabel geacht wordt. China helpt Groenland ermee voor het eerst mee te tellen<br />

op de wereldmarkt. De economische winbaarheid van REE’s onder Groenland is er zonder twijfel.<br />

Het bedrijf schrijft op zijn website dat het hand in hand met de lokale gemeenschap wil gaan<br />

opereren. Het wil graag Groenlanders in dienst nemen. Het bedrijf sponsort festiviteiten, schenkt de<br />

- 41 -


scholen computers en organiseert geregeld informatie- en inspraakavonden. Zo hoopt het dat de<br />

Groenlanders ook daadwerkelijk van de nieuwe toekomst kunnen profiteren.<br />

Politieke barrières<br />

Groenland is verwikkeld in een hevig debat. De politiek is verdeeld: zal uraniumwinning op<br />

Groenland het land goed doen?<br />

Een Deense wet stelt dat uraniumwinning binnen het Koninkrijk Denemarken verboden is. Het zou te<br />

riskant zijn en de moeite niet lonen. De progressieve (Groenlandse) partij Siumut ziet wel heil in<br />

uranium.³ Kernenergie is volgens velen in de wereld een schone en veilige energiebron. Er zijn maar<br />

weinig incidenten bekend, maar daaronder één zeer catastrofale: Tsjernobyl, 26 april 1986. Velen<br />

kwamen om en miljoenen mensen zijn besmet geraakt met radioactieve deeltjes, die de<br />

levensverwachting deden kelderen. De gevaren van radioactieve stoffen zijn enorm, echter, mits<br />

overal goed mee omgegaan wordt, is de kans dat het misgaat te reduceren tot vrijwel nul.<br />

Siumut, de grootste politieke partij van Groenland, is voor uraniumwinning, de<br />

coalitiepartners fel tegen. Zij achten de gevaren van kernreactoren weliswaar klein, maar de winning<br />

van uranium is iets geheel anders. Mijnwerkers worden tijdens het delven blootgesteld aan de<br />

gevaarlijke α-straling. Gedurende het verwerken en transporteren van de stof kan er van alles<br />

misgaan. Om het nog maar niet over het restafval te hebben...<br />

Maar voor veel mijnbouwprojecten is uranium maar een bijproduct, dat je onmogelijk kunt<br />

laten zitten. Als er een verbod op uraniumwinning staat, kan men nergens mijnbouw bedrijven, zelfs<br />

als het percentage uranium per kilogram ijzererts maar 0,006% bedraagt. Het onbedoeld gewonnen<br />

uranium kun je niet terugstoppen en dus beter winstgevend verkopen, schrijft Sermitsiaq AG. 3<br />

Een onderzoeksteam dat de effecten van de uraniumwinning op de omgeving en de<br />

bevolking, de natuur en de economie onderzoekt, is aangesteld. Dit alleen al leverde dertig banen op<br />

voor de inwoners van Narsaq en omstreken. De resultaten van dit onderzoek moeten helpen een<br />

beslissing te nemen. Ook de Groenlandse regering realiseert zich dat mijnbouw zonder uranium<br />

onmogelijk is en dat het de werkgelegenheid ten goede komt. Een hevig debat is gaande.<br />

Waarmee dient de Groenlandse politiek zoal rekening mee te houden? Daar is geen eenduidig antwoord<br />

op te geven. Zo moet de Groenlandse kamer en regering niet alleen mogelijke vervuiling en gezondheidsrisico’s<br />

in ogenschouw nemen – en of de Groenlanders zelf ook daadwerkelijk voordeel van de nieuwe<br />

mogelijkheden zullen ondervinden (dat niet alle winst rechtstreeks naar wereldwijde concerns (multinationals)<br />

vloeit) – ook speelt een groot, ethisch dilemma een rol: met de komst van grootschalige<br />

industrie zal de nu nog traditioneel levende Inuït vrijwel zeker naar de steden trekken. Bovendien leidt en<br />

leidde de industrialisatie wereldwijd tot (nog) grote(re) sociale problemen. Weegt de teloorgang van<br />

culturen wel op tegen de baten van de nieuwe industrie? Met eenzelfde soort consensuspolitiek als Den<br />

Haag heeft politiek Groenland nog een boel stevige debatten voor de boeg.<br />

De wereldbehoefte aan REE’s en uranium groeit waardoor de REE’s en uranium economisch<br />

winbaarbaar zijn. Technisch zijn de bodemschatten ook winbaar. Alleen met de huidge politieke<br />

barrière, dat het bij wet verboden is om binnen het Koninkrijk Denemarken uranium te winnen –<br />

dat sowieso bij de REE-winning vrijkomt – gooit alsnog roet in het eten. Maar door de schaarste op<br />

de wereldmarkt kan die weggenomen worden, als de druk op de Groenlandse regering toeneemt.<br />

De pushfactor is China, de pullfactor de bodemrijkdommen nabij Narsaq.<br />

Annotaties<br />

¹ Algemene website van Greenland Minerals and Energy Limited: http://www.ggg.gl/Projects/Kvanefjeld-Project-<br />

Greenland.htm, geraadpleegd 12-10-2010.<br />

² Reportage van het NOS Journaal aangaande China’s REE-winning (23-10-2010). Geraadpleegd op<br />

http://nos.nl/video/193347-china-wil-minder-aardmetalen-exporteren.html, 24-10-2010.<br />

3 Jacobsen, N. (30-06-2008). Uranium ban stops other mining. Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/english/newsletter/weeklynewsletter/articles/article46062.ece?lang=EN, 12-10-2010.<br />

- 42 -


Figuur 29. Een plattegrond van<br />

Maniitsoq eiland. De huidige bebouwing<br />

is groen, toekomstige bebouwing<br />

rood en de aluminiumsmelterij<br />

blauw. De toekomstige weg<br />

tussen de bouwsels moet elf kilometer<br />

lang worden! Bron: Greenland<br />

Development.<br />

Afbeeldingen en bijschriften staan<br />

met de klok mee. Excuses voor de<br />

nummering, Word lijkt een eigen<br />

willetje te hebben.<br />

Figuur 28. Een geologische kaart<br />

van Kvanefjeld. De sterren stellen<br />

de boorlocaties voor. Bron:<br />

Greenland Energy and Minerals<br />

Ltd.<br />

Figuur 27. Een impressie van de<br />

toekomstige<br />

aluminiumsmelterij nabij<br />

Maniitsoq. Voor de smelterij is<br />

veel vlakke ruimte nodig, een<br />

schaars goed op Groenland.<br />

Bron: Greenland Development.<br />

- 43 -<br />

Figuur 26. De waterkrachtcentrale van Nuuk.<br />

Via ondergrondse buizen wordt water naar<br />

de raderen geleidt, die hierin vervolgens de<br />

stroom opwekken. Bron: Greenland<br />

Development.<br />

Figuur 25. Een hybride auto heeft<br />

voor het motorsysteem alleen al<br />

zes verschillende REE’s nodig,<br />

afgezien van alle schermpjes op<br />

het dashboard. Bron: alternativeenergy.com.


§6.2 • Alcoa en Groene stroom<br />

Ontwikkeling<br />

Bij de nieuwe toekomst voor een industrieel Groenland is de tendens dat bedrijven een mijn graven,<br />

delfstoffen winnen, die eventueel ter plekke te verfijnen en vervolgens de (verfijnde) ertsen per schip<br />

naar elders sturen. ’s Werelds grootste aluminiumproducent druist daar echter tegen in¹: in 2006<br />

maakte aluminiumgigant Alcoa bekend een aluminiumsmelterij te willen opzetten op Groenland, in<br />

Sisimiut, Maniitsoq of nabij Nuuk. Daartoe hadden ze specifiek Groenland in gedachten:<br />

For many years it has been a goal to work towards a more self-sustaining economy in<br />

Greenland. In future, Greenland must stand on its own two feet in terms of its economy, and<br />

secure the welfare and development of society on its own. Compared to other western<br />

societies, Greenland is lagging behind with regard to education, which represents a challenge<br />

to the productivity and competitiveness of the country.<br />

Greenland is experiencing a reduction in jobs in traditional businesses and the fishing<br />

industry. It is hoped that employment in the private sector will make a greater contribution to<br />

society in the future, thereby making public services and supply a smaller fraction of the total<br />

economy. As a result, there will be a need to make new productive jobs available to our own<br />

population.¹<br />

Veel door mij eerder beschreven problemen en ontwikkelingen komen hierbij aan het licht, die Alcoa<br />

graag tegen wil gaan. Het wil dat Groenland een eigen, onafhankelijke economie opzet en in staat is<br />

de welvaart en het welzijn zelfstandig hoog te houden (zonder Deense gelden). Alcoa wil de<br />

werkloosheid ermee terugdringen en de secundaire sector en tertiaire sector vergroten, waardoor<br />

het aandeel van de quartaire sector gereduceerd wordt.<br />

Maar wat is het belang van Alcoa bij een smelterij in juist een gebied vol problemen, zowel<br />

geografisch als sociaal-economisch?<br />

Allereerst wil het bedrijf positief kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een gebied. Alcoa<br />

streeft naar het verbeteren van de leefomstandigheden. Aan Groenland heb je dan een goede keuze.<br />

“Many new jobs will be created and the educational system will face great challenges,”² zei Siverth K.<br />

Heilmann, Groenlands minister van Industrie, Werk en Onderwijs.<br />

Maar er is meer. Groenland heeft namelijk één groot geografisch voordeel boven reliëfloze,<br />

ijsvrije gebieden: waterkracht. De vele rivieren zijn perfect om groene energie op te wekken.<br />

“environmentally friendliness,” zo meent de minister, staat hoog in het vaandel. Bovendien heeft het<br />

bedrijf in 2007 ook een nieuwe aluminiumsmelterij in IJsland gebouwd, (toen nog…) een land zonder<br />

grote sociale problemen, maar mét waterkracht.<br />

Ten slotte zal de Groenlandse staat zelf ook een aandeel houden, tot ca. 50%, van de<br />

aluminiumsmelterij. Dat maakt Groenland ondanks alle onkosten toch nog aantrekkelijk. Met deze<br />

drie redenen tezamen is volgens Alcoa de smelterij op Groenland niet alleen technisch, maar ook<br />

economisch haalbaar en exploitabel.<br />

Technische aspecten<br />

Waarom moet het aluminiumerts gesmolten worden? Aluminium wordt uit grote brokken gesteente<br />

gewonnen, een erts dat beter bekend is onder de naam bauxiet. Om het aluminium zelf te kunnen<br />

scheiden van het overige materiaal dient men het bauxiet te smelten, waarvoor een temperatuur van<br />

- 44 -


920-980°C vereist is. Om die immens hoge temperatuur te bereiken is een groot vermogen nodig:<br />

zo’n 600-750 MW – de aluminiumindustrie behoort tot ’s werelds meestverslindende en de<br />

smelterijen werken nu nog vrijwel allemaal op fossiele brandstoffen…<br />

Om het bauxiet te smelten is Alcoa op zoek naar goedkope, milieuvriendelijke alternatieven.<br />

Veel groene energiebronnen als zonnecellen en waterkrachtcentrales vergen maar een eenmalige<br />

investering, waarna de stroom gratis is. Goed voor de portemonnee en bovendien goed voor de<br />

wereld. Dat is weer een pluspunt voor bedrijven die zich willen inzetten voor milieuvriendelijkheid.<br />

Het werken op uitsluitend groene stroom is een goed visitekaartje voor Groenland en voor de<br />

bedrijven zelf.<br />

Er is echter een groot nadeel voor Groenland: de geografische ligging is verre van optimaal.<br />

Sisimiut, Maniitsoq en Nuuk liggen alle drie ver buiten de gebaande waterpaden en schepen moeten<br />

eerst het bauxiet, vaak afkomstig uit de tropen, naar de smelterij op Groenland varen, een behoorlijk<br />

end. Na omgesmolten te zijn moet het aluminium weer weggevaren worden naar de producent en<br />

wordt het overige materiaal, de slakken, weggevaren naar recyclers. Al het transport is duur en<br />

vormt een grote economische barrière die de economische winbaarheid negatief beïnvloedt.<br />

Maniitsoq<br />

Op 21 februari 2008 is door de staat en Alcoa bepaald dat de aluminiumsmelterij nabij Maniitsoq<br />

komt, op het gelijknamige eiland. 2 Maniitsoq kwam op een aantal punten sterker naar voren dan<br />

Sisimiut en Nuuk. Ten eerste ligt Maniitsoq geografisch het beste: er is beschikbare grond, er is veel<br />

rivierwater in de buurt en ondanks alle reliëf is er vlakbij het stadje wel voldoende vlakke grond<br />

ontginbaar.<br />

Maar waarom moet het zo dichtbij Maniitsoq? Dat is reden nummer twee van Alcoa om voor<br />

de stad te kiezen: het wil een nieuw, industrieel centrum opzetten in Maniitsoq. De geografische<br />

ligging is goed: Nuuk is al het administratieve centrum van Groenland, Sisimiut het educatieve en<br />

Maniitsoq ligt daar precies tussen in. Ook wil Alcoa, zoals gezegd, meewerken aan het betrekken van<br />

de lokale bevolking bij de aluminiumsmelterij. Er komen Groenlandse arbeidskrachten die in een<br />

Groenlandse stad willen wonen (voor ca. 2100 nieuwe werknemers – dat is hoeveel nieuwe mensen<br />

Alcoa verwacht werk te kunnen bieden – volstaat een simpel kampement niet).<br />

Als gevolg van de nieuwe banen in Maniitsoq zal er een bevolkingstrek naar Maniitsoq<br />

plaatsvinden. Alcoa meent zelfs dat het binnen afzienbare tijd Sisimiut zal evenaren qua aantal<br />

inwoners. De 2900 huidige en 2100 toekomstige Groenlanders zullen de stad tot een volle 5000<br />

zielen tellende wereldstad maken. Het stoffige, levenloze stadje met de doelloos rondrijdende taxi’s<br />

moet zo een mooie toekomst tegemoet zien.<br />

Alcoa hoopt met de smelterij een trendsetter te zijn en dat meerdere industrieel<br />

georiënteerde bedrijven de weg naar Maniitsoq vinden. Alcoa werkt daaraan mee door bijvoorbeeld<br />

de lokale infrastructuur op te krikken: een grote, lange weg wordt aangelegd die voorheen<br />

onbereikbaar terrein begaanbaar maakt. Ook bouwt Alcoa een eigen haven, wat de theorie dat<br />

centrale havens (hubs) niet nodig zullen zijn, bevestigt, omdat men liever rechtstreeks tussen de<br />

smelterij of mijn vaart dan om te varen via Nuuk, Maniitsoq of Sisimiut.<br />

Groene energie en duurzaamheid<br />

Alcoa voorziet ook in een andere vorm van infrastructuur: elektriciteitsvoorziening. Wat is er mis met<br />

de huidige? Allereerst is de capaciteit van de huidige energiebronnen uiterst beperkt en levert<br />

slechts voldoende stroom voor de lokale bevolking en visafslag. Voor industriële bedrijven is er geen<br />

‘ruimte’ meer in het stroomnet.<br />

Ten tweede wordt de elektriciteit opgewekt uit fossiele brandstoffen. In de<br />

elektriciteitscentrales wordt veelal op kolen of diesel (aangelengd met antivries) gestookt –<br />

brandstoffen die eerst via Denemarken geïmporteerd moeten worden. Deze CO2-uitstotende<br />

energievoorziening valt steeds minder in smaak in de wereld en veel bedrijven cultiveren graag een<br />

groen (duurzaam) imago. Als er louter groene stroom is op Groenland, zou dat erg aantrekkelijk voor<br />

bedrijven en het zou dus een grote pullfactor zijn!<br />

- 45 -


Mogelijkheden voor die groene stroom zijn overal aanwezig op Groenland. Een bedrijfstak<br />

van Alcoa, Greenland Development, heeft sinds 1993 al vier steden van groene stroom voorzien,<br />

waaronder geheel Nuuk. De voorlopig meestgebruikte duurzame energiebron is elektriciteit uit<br />

waterkracht door middel van waterkrachtcentrales.<br />

Maar ook waterkrachtcentrales zijn duur. Niet alleen kosten de aanschaf en bouw aanschaf<br />

veel geld, ook spelen afstanden op een tweede front parten: de meeste grote rivieren liggen diep in<br />

het binnenland, terwijl steden aan de kust liggen. Voor de waterkrachtcentrale van Maniitsoq zijn<br />

zelfs twee waterkrachtcentrales vereist, die samen meer dan 170 kilometer stroomleiding vergen om<br />

Maniitsoq te bereiken. Alle stroomdraden, elektriciteitsmasten en isolators dienen per helikopter<br />

aangevlogen te worden wegens ‘difficult terrain en route’ 3 .<br />

Greenland Development bouwt inmiddels een vijfde waterkrachtcentrale vijftig kilometer<br />

van Ilulissat vandaan, en twee andere (één voor Paamiut en één gemeenschappelijke voor Aasiaat en<br />

Qasigiannguit (ca. 70 kilometer uit elkaar!)) bevinden zich in de planningsfase.<br />

Ook andere energievormen met windmolens, golfturbines en zonnecellen worden<br />

onderzocht. 4 Maar allemaal hebben ze één groot nadeel: ze leveren geen constante<br />

elektriciteitsvoorziening. De wind kan gaan liggen en juist ’s winters, als er de meeste elektriciteit<br />

nodig is, schijnt de zon het minst en vriezen de rivieren dicht.<br />

Waterstofcellen<br />

Om toch over een constante toevoer van energie te kunnen beschikken, is de Groenlandse<br />

energiemaatschappij Nukissiorfiit bezig met een uitbreiding op de infrastructuur van<br />

waterkrachtcentrales. 4 Gedurende de jaren ’50 tot en met ’70 heeft het elk plaatsje van een eigen<br />

kolen- of dieselcentrale voorzien, daar de Denen Groenland wilden moderniseren. Om nu echter bij<br />

elk plaatsje een waterkrachtcentrale te bouwen, die bovendien ’s winters juist minder stroom levert,<br />

is oneconomisch.<br />

Als oplossing voert Nukissiorfiit de waterstofcel aan 5 : ’s zomers wordt in<br />

waterkrachtcentrales, door middel van zelf opgewekte elektriciteit, water gesplitst in stikstof en<br />

waterstof. De waterstof wordt gekoeld en in drukflessen bewaard. Wanneer de winter valt, kan men<br />

de waterstof vrijlaten, waarbij in waterstofcellen elektriciteit kan worden opgewekt. Zodoende heeft<br />

men een bewaarbare en draagbare energiebron die maar enkele waterkrachtcentrales vergt en<br />

weinig stroomleidingen nodig heeft. Nu moet elk plaatsje wel over een waterstofcelinstallatie<br />

beschikken, maar vroeg of laat moeten de kolencentrales toch vervangen worden.<br />

Het probleem van de constante energievoorziening is weg: je kunt met waterstofcellen<br />

elektriciteit letterlijk opslaan. Ook is het veel goedkoper om eens in de zoveel tijd de dorpen in<br />

waterstof te voorzien dan om voor elk dorp een waterkrachtcentrale te bouwen plus alle benodigde<br />

transportvoorzieningen.<br />

Voor Alcoa zijn er twee pushfactoren: de drang naar een uitdagend land en de behoefte aan<br />

goedkope en groene energie. Er zijn drie pullfactoren voor Groenland: de aanwezigheid van een<br />

uitdagend land, de waterkracht en financiële steun. Alle drie nemen ze bepaalde barrières weg<br />

(reliëf, moeilijke sociale omstandigheden, afstanden en kosten). Zonder de barrières is de<br />

economische haalbaarheid groot.<br />

Voor andere bedrijven wordt Groenland geopend door Alcoa: het leidt de mensen op en<br />

verbetert de infrastructuur. Zo is Groenland voor andere bedrijven straks aantrekkelijk wegens de<br />

groene stroom, die d.m.v. waterstofcellen nog eens gemakkelijker toepasbaar zou worden.<br />

Annotaties<br />

Algemene website van Alcoa: http://www.alcoa.com/greenland/en/alcoa_greenland/dirt.asp, geraadpleegd 21-10-2010.<br />

Algemene website van Greenland Development: http://www.aluminium.gl/en, geraadpleegd 21-10-2010.<br />

¹ Political goals of the cabinet (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://www.aluminium.gl/en/society__economy/political_goals_of_the_cabinet, 21-10-2010.<br />

- 46 -


² Aluminium smelter plant in Maniitsoq (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://www.aluminium.gl/en/news/aluminium_smelter_plant_in_maniitsoq, 21-10-2010.<br />

3 Transmission line (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://www.aluminium.gl/en/hydropower__aluminium/hydroelectric_power_potentials_in_greenland/transmission_line,<br />

21-10-2010.<br />

4 Website van Nukissiorfiit. Geraadpleegd http://www.nukissiorfiit.gl/dk/submenu/groen_energi/, 21-10-2010.<br />

5 Jalbuena, R.K. (2009). Nukissiorfiit to establish hydrogen and fuel cell plant. Geraadpleegd op<br />

http://www.ecoseed.org/en/business/other-industries/article/26-other-industries/3435-nukissiorfiit-to-establishhydrogen-and-fuel-cell-plant,<br />

21-10-2010.<br />

Bijschrift figuur 30 (drie pagina’s terug): Aluminiumproductie in het kort. Bron: Alcoa.<br />

§6.3 • Groenlands Goud<br />

Het Groenlands voetbalelftal zal wel nooit wereldkampioen voetbal worden. Oude mannen tot 55<br />

jaar, inclusief buikje, tikken de bal het veld evenveel uit als het doel in. Maar op een andere manier<br />

zal het wel goud winnen:<br />

In 2004 starte het bedrijf Crew Gold Corporation met de exploratie van goud in Zuid-<br />

Groenland. Toen de gewenste grondstof gevonden was en exploitabel bleek, is men aangevangen<br />

met de winning van de stof. Inmiddels produceert de goudmijn Nalunaq in het Tartoq-massief op<br />

volle toeren: in 2006 won men 1.933 kg goud en dat getal wordt jaarlijks hoger.¹<br />

Het gebied is een oeroud vulkanisch gebied. Nadat de vulkanen die er ooit boven land kwamen,<br />

inactief werden (Groenland lag toen nog op de Mid-Atlantische Rug), is een groot granieten gebied<br />

achtergelaten. Door de platentektoniek, het uitelkaar persen van platen in het geval van Groenland,<br />

is het landschap gekreukt geraakt. Door die kreukels, plooiingen genaamd, zijn breuken ontstaan. Bij<br />

zo’n breuk schuift een stuk land boven een ander stuk. De zijkant van dat eerste stuk land komt zo als<br />

een ‘muur’ aan de oppervlakte. De mineralen, die normaal gesproken diep in de aarde zitten, komen<br />

zo tot dicht aan het oppervlak, zo ook bij de Nalunaqmijn. Door miljoenen jaren van erosie door<br />

gletsjers en rivieren is ook de bovenlaag weggesleten, waardoor alle mineralen zelfs zo dicht aan het<br />

aardoppervlak liggen, dat ze economisch winbaar worden.<br />

De mijn kent echter één probleem: de breuk en de schacht bevinden zich namelijk op circa 450 meter<br />

boven het basiskamp, en door die lastige geografie, is de ingang slechts via een aantal haarspeldbochten<br />

te bereiken. Voor de aanleg ervan moest eerst specie worden aangevoerd en neergelegd om<br />

een geschikt wegdek te creëren. In het basiskamp, bestaande uit tijdelijke barakken, vinden alle<br />

andere activiteiten dan de winning plaats.<br />

Mijnbouw aan de wand van een berg blijkt echter ook een groot voordeel te hebben: je hoeft<br />

je ondergronds niet verticaal te verplaatsen! Dus geen overstromende mijnschachten, moeilijke<br />

luchtaanvoerinstallaties, liftsystemen, etc. En bij noodsituaties valt de mijn snel te evacueren. Het<br />

stukje veiligheid dat het land voor bedrijven aantrekkelijker maakt.<br />

Het bedrijf verwacht dat er honderd medewerkers voor de gehele mijn nodig zullen zijn,<br />

maar dat slechts ca. 35 ervan ‘inheemse’ Groenlanders zullen zijn. De andere circa 65 mensen<br />

zouden gastarbeiders zijn. Of zij zich net als de gastarbeiders in Nederland zullen vestigen in hun<br />

nieuwe heimat, is maar de vraag. Bij gebrek aan wegen is het contact tussen stadjes en mijnen nihil<br />

en de werknemers werken in speciaal gebouwde werkkampen. Een huis hebben ze niet, en het<br />

Arctische klimaat is niet bijzonder populair voor de doorsnee gastarbeider, dunkt me. Misschien<br />

werkt het net zoals met werknemers van olieboorplatformen: mensen gaan na hun ontslag niet op<br />

een woonboot in de buurt ronddobberen.<br />

- 47 -


De technische winbaarheid van de Nalunaq-mijn wordt beïnvloed door een barrière: de hoogte van<br />

de schacht boven het basiskamp. De economische winbaarheid is groot genoeg, daar de mijn<br />

anders geen nieuw leven ingeblazen had hoeven worden en er hoogwaardig goud voorradig is. De<br />

pushfactor is de wereldwijde vraag naar goud, de pullfactor de aanwezigheid ervan op Groenland.<br />

Een tweede barrière is dat er op Groenland gebrek aan werkkrachten is.<br />

Annotaties<br />

¹ Secher, K., Stendal, H., Stensgaard, B.M. (2008). Geology and ore: exploration and mining in Greenland. Nuuk: Bureau of<br />

Minerals and Petroleum.<br />

§6.4 • Black Angel Mine<br />

In deUummannaqfjord, zo’n 500 kilometer ten noorden van de poolcirkel aan de westkust, is het<br />

bedrijf Angel Mining PLC bezig met andere metalen: zink en lood.<br />

In de mijn werd vroeger hoogwaardig, wit Carraramarmer gewonnen¹, met als bijproducten<br />

o.a. ertsen met zink. Later ging men vooral focussen op zink en lood. De mijn ligt zo’n 600 meter<br />

boven het basiskamp in de Maarmorilik-berg. Door die hoogte kwamen bij de bouw van de mijn<br />

diverse problemen kijken: één daarvan was de kabellift die aangelegd moest worden. De bergwand is<br />

steil en de kabels alleen al moesten per helikopter vanaf het ijs(!) naar de schacht gevlogen worden,<br />

waarna twee oude skiliftcabines geschikt gemaakt moesten worden voor het mijnbedrijf.<br />

Net als bij zoveel andere mijnen moest<br />

een compleet basiskamp worden opgezet, door<br />

het bedrijf Hotel Maarmorilik genoemd. Het<br />

biedt onderkomen aan zo’n veertig<br />

medewerkers, van ingenieurs en managers tot<br />

kraanbedienden. Uitbreidingen moeten zorgen<br />

voor een accommodatie van totaal honderd<br />

personen.<br />

- 48 -<br />

Nu de gletsjers zich door de klimaatverandering<br />

terugtrekken, is nieuw, mineraalrijk<br />

gesteente ontdekt. Sinds 1954 zou de gletsjer<br />

naar schatting 850 meter teruggetrokken zijn.<br />

Als de in marmer gelegen mijn na ongeveer<br />

twintig jaar uitgeput raakt, kan men<br />

overstappen op dit vrijgekomen gesteente, dat<br />

gemakkelijk winbaar is: de mineralen liggen zo<br />

dicht aan het aardoppervlak dat een open mijn<br />

(dagbouwmijn) voldoende is – en dat is veel<br />

goedkoper.<br />

De pushfactor van de Angel Mining PLC is de<br />

vraag naar lood en zink. De pullfactor is de<br />

aanwezigheid van de metalen in de Black<br />

Angel Mine. De winbaarheid van de stoffen is<br />

goed: de skilift maakt het technisch mogelijk<br />

en ook blijkt de vraag naar lood en zink<br />

voldoende om de stoffen economisch winbaar<br />

te laten zijn. De voornaamste barrière was de<br />

hoogte van de mijnschacht, maar daarvoor<br />

zijn oplossingen getroffen. In de toekomst


§6.5 • Øl eller oil?<br />

- 49 -<br />

hoopt Angel Mining zink en lood uit een<br />

goedkopere, open mijn te kunnen winnen.<br />

Annotaties<br />

¹ Algemene website van Angel Mining PLC:<br />

http://www.angelmining.com/black-angel, geraadpleegd<br />

op 14-10-2010.<br />

Figuur 31. De Maarmorilikberg. Het zwarte puntje<br />

bij de rode pijl is de mijnschacht. Bron: GEUS.<br />

Figuur 32. De mijnwerkers moesten voordat de<br />

skiliften hingen per helikopter naar boven! Bron:<br />

Facebookaccount Maarmorilik.<br />

Veertig uur hebben ze er gehangen. Verbitterd door de koude boven de klotsende golven van de<br />

Baffinbaai. Nee, de vier Greenpeace-activisten hingen zeker niet voor hun lol aan het rode, ijzeren<br />

gevaarte van Cairn Energy, dat haar pogingen tot olieboren noodgedwongen stil moest leggen.<br />

Cairn<br />

In 2007 heeft de Groenlandse<br />

overheid besloten dat er voor de<br />

Groenlandse westkust naar olie<br />

geboord mocht worden (ook wel<br />

offshore-oliewinning genoemd). De<br />

Schot-se oliemagnaat Cairn Energy<br />

PLC was er als eerste bij en heeft<br />

sinds-dien acht verschillende<br />

gebieden gekozen om te verkennen.<br />

Deze ‘blokken’ zijn samen<br />

72.000 km² groot (Nederland is<br />

ongeveer 43.000 km²). Pas<br />

Figuur 33. De gemarkeerde gebieden zijn de blokken waarvoor Cairn gedurende zomer 2010 is het<br />

Energy in 2010 licenties had. Boringen vonden alleen nog plaats in bedrijf met zijn borin-gen gestart<br />

Sigguk. In augustus dat jaar is daar ook olie aangetroffen. Bron: Cairn en gelijk is er olie en gas<br />

Energy PLC.<br />

aangetroffen.<br />

Maar waarom heeft Cairn interesse in juist de Groenlandse olievoorraden? Ten eerste is<br />

Cairn een bedrijf dat te boek staat als een risiconemende onderneming. Het kiest bij voorkeur niet<br />

eerder verkende gebieden zoals Bangladesh en Groenland. Toen er in 2010 daadwerkelijk olie bleek<br />

te zijn, achtte het de economische winbaarheid groot, ondanks de immense operatiekosten van<br />

US$1 miljoen per dag.<br />

Risico’s<br />

Greenpeace is met een nieuwe campagne gestart die oliemaatschappijen, landen en inwoners moet<br />

wijzen op de grote gevaren van oliewinning in de Arctis. Cairn verrichte in 2010 drie boringen in het<br />

blok Sigguk (ongeveer 175 km uit de kust van Disko-eiland), met waterdiepten variërend van 380 tot<br />

450 meter. Zorgwekkender is echter dat andere blokken tot 1500 meter diep zijn!<br />

De gevaren van dergelijke diepten zijn inmiddels algemeen bekend. Op 20 april 2010 vond er<br />

in de Golf van Mexico een explosie plaats op het ‘illustere’ boorplatform Deepwater Horizon van BP.


De explosie is door toedoen van menselijke fouten ontstaan en de gevolgen hebben zich tot op<br />

internationaal (bijna subcontinentaal) schaalniveau voorgedaan. Waardevolle flora en fauna is<br />

gestorven en de gehele visserijsector stond op zijn kop in de V.S. Door de grote diepten, eveneens<br />

ongeveer 1500 meter, was het lek bijna onmogelijk te dichten en miljarden vaten olie zijn de zee<br />

ingepompt.<br />

Greenpeace meent dat de gevolgen van een dergelijke ramp in de Arctis nog veel meer<br />

impact hebben. Door het koude water lost olie zeer slecht op en de Arctische flora en fauna is nog<br />

veel kwetsbaarder dan die in gematigder streken. Het opruimen van de olie wordt nog bemoeilijkt<br />

door temperaturen, zeeijs, ijsschotsen en de afgelegenheid van het gebied. Ook zou een groot deel<br />

van de jacht- en visserijsector kopje onder gaan, meent Greenpeace in de artikelen “Confronting<br />

Arctic drilling” 1 en “Actievoerders blokkeren gevaarlijke diepzeeboringen Groenland” 2 .<br />

Maar is een dergelijke olieramp wel aannemelijk? Helaas, ja. Een ramp is altijd aannemelijk,<br />

de kans erop is standaard aanwezig. Vooral door menselijke fouten zoals constructiefouten en<br />

bijvoorbeeld overwerkt personeel kan de kans op een ramp nooit nul worden; door verstandig met<br />

mens en milieu om te gaan kan de kans wel tot bijna nul gereduceerd worden.<br />

Ice Managment<br />

De vloot van Cairn Energy voor Operation Greenland bestaat uit een varend olieboorplatform, een<br />

boorschip, twee reddingsschepen, twee aanvoerschepen, een schip voor technische bijstand en zes<br />

‘ice managment vessels’. Deze laatste schepen zijn grote sleepboten die ijsschotsen, die het pad van<br />

het olieboorplatform dreigen te kruisen, moeten wegslepen. IJs is dus een grote barrière voor<br />

oliemaatschappijen in het Noordpoolgebied en een fout is zo gemaakt: één ijsschots die per ongeluk<br />

toch op Stena Don (het boorplatform van Cairn) afstevent kan een immense olieramp tot gevolg<br />

hebben. ’s Winters kan er überhaupt niet geboord worden wegens zeeijs en een veelvoud aan<br />

ijsschotsen.<br />

Figuur 34, 35, 36: Esperanza voor anker voor olieboorplatform Stena Don; een van de vier activisten die zich vastgegespt<br />

hebben aan het platform; een sleepboot van Cairn in actie. Bronnen: Greenpeace UK.<br />

Go Beyond Oil<br />

Zowel vanwege het grote risico van olieboren in het Noordpoolgebied door menselijke fouten als<br />

door zeeijs, en vanwege de grote impact van een ramp, is Greenpeace in 2010 de campagne Go<br />

Beyond Oil gestart. Ze pleitten voor een oliewinningvrije Noordpool, en om de internationale politiek<br />

te boycotten zijn ze met hun schip Esperanza 27 augustus naar Stena Don gevaren. Na enige dagen<br />

ronddobberen zijn ze 30 augustus tot actie overgegaan: een viertal ervaren klimmers voer in bootjes<br />

naar het platform, klom omhoog en ketende zich op vijftien meter boven de zee vast. Maar door de<br />

bittere koude,<br />

snijdende wind en klotsende zee hebben ze zich op 2 september in zee laten vallen – de Deense<br />

marine wachtte ze op. Door de publiciteit is de publieke opinie jegens oliewinning in Arctica wel<br />

‘aangetast’.<br />

- 50 -


Groenlandse olievoorraden<br />

Groenland is een land dat uit oeroud gesteente bestaat. Uit het artikel “Dinosaurs Ruled in<br />

Greenland” 3 blijkt dat meer dan 500 Ma geleden Groenland op subtropische breedten lag. Veel<br />

organisch materiaal in de zee heeft zich sindsdien, maar ook al honderden miljoenen jaren ervoor,<br />

opgehoopt op de zeebodem. Het materiaal verging tot bruinkool, metamorfoseerde tot steenkool en<br />

later tot aardolie. Door de hoge leeftijd van Groenland en de gehele Noordpoolbodem schatten<br />

wetenschappers dat tot 25% van de olievoorraden van de wereld in het gebied liggen. Veel gebieden<br />

zijn echter nog nauwelijks verkend en bedrijven stuitten op een grote barrière: gebrek aan kennis.<br />

Iemand moest de eerste zijn en Cairn besefte dat. Overigens bevinden zich ook grote aardgasvoorraden<br />

in het Noordpoolgebied.<br />

Jaarcijfers<br />

Op 26 oktober 2010 is op Sikunews het artikel “Cairn report<br />

disappointed” 4 verschenen. Daarin wordt geschreven dat de commerciële<br />

olieproductie in 2010 niet van de grond is gekomen. Mede door<br />

toedoen van Greenpeace heeft Cairn in de laatste dagen van het<br />

boren het platform stil moeten leggen. Daardoor zou Cairn nét niet<br />

tot de te bereiken diepte gekomen zijn. De onderneming heeft tot<br />

verliezen geleidt, maar Cairn zal in 2011 wederom enkele blokken<br />

gaan exploreren en exploiteren. Ze wijzen erop dat voordat er olie<br />

aangeboord werd in de Noordzee er zo’n veertig ‘nutteloze’ boringen<br />

verricht moesten worden. Aanvankelijk ontbreekt elke vorm van kennis, maar door de boringen van<br />

afgelopen jaar is men veel waardevolle informatie rijker, die alleen door praktijkervaring opgedaan<br />

had kunnen worden. Mike Watts van Cairn Energy schrijft op de website:<br />

Exploration in Greenland is at a very early stage and consequently to have encountered both<br />

gas and oil in two of the first frontier exploration wells in the previously undrilled Baffin Bay<br />

geological basin is extremely encouraging.<br />

Cairn continues to evaluate all the data acquired this summer. Plans for the forward<br />

exploration programme in 2011 are already underway and will be announced in Q1 2011. 5<br />

De pushfactor voor Cairn Energy is de vraag naar olie en de drang naar risicovolle, onverkende<br />

gebieden. De pullfactor van Groenland is de aanwezigheid van olie in de zeeën rondom het eiland.<br />

Technisch is de olie winbaar, economisch moet nog blijken. Cairn acht de economische<br />

winbaarheid voldoende omdat er olie aangetroffen is. Barrières zijn zeeijs, ijsschotsen,<br />

laagopgeleid personeel, grote afstanden en de huidige publieke opinie aangaande oliewinning op<br />

volle zee in het Noordpoolgebied door toedoen van Greenpeace en Deepwater Horizon.<br />

Annotaties<br />

Voor deze paragraaf is veelvuldig gebruik gemaakt van de website van Cairn Energy PLC en in het bijzonder die van<br />

Operation Greenland: http://www.cairnenergy.com/operations/greenland/, alle gegevens geraadpleegd op 27-10-2010.<br />

Overigens betekent de titel ‘bier of olie?’. Het bier slaat op hoofdstuk 5 waarin over het drankprobleem geschreven wordt.<br />

1<br />

Confronting Arctic drilling (z.d.). http://www.gobeyondoil.org/arctic.php, geraadpleegd 03-11-2010.<br />

2<br />

Actievoerders blokkeren gevaarlijke diepzeeboringen Groenland (31-10-2010). Geraadpleegd op<br />

http://www.greenpeace.nl/news/actievoerders-blokkeren-gevaar, 03-11-2010.<br />

3<br />

Schultz-lorentzen, C. (2009). Dinosaurs Ruled in Greenland. Suluk. Geraadpleegd op<br />

http://www.airgreenland.com/files/pdf/suluk/090801_Suluk_2009_No_4.pdf, 18-11-2010.<br />

4<br />

Cairn report disappointed. Sikunews (26-10-2010). Geraadpleegd op http://www.sikunews.com/News/Denmark-<br />

Greenland/Cairn-report-disappoints-8153, 27-10-2010.<br />

5<br />

Greenland Operational Update (26-10-2010). Geraadpleegd op http://www.cairnenergy.com/NewsDetail.aspx?id=1363,<br />

27-10-2010.<br />

6<br />

Olielicenser i Baffin Bugten er endelig fordelt. Sermitsiaq AG (27-11-2010). Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/erhverv/article134986.ece, 27-11-2010.<br />

- 51 -<br />

Andere oliebedrijven<br />

In november 2010 hebben verschillende<br />

oliegiganten als Shell,<br />

Maersk, DONG en Capricorn enkele<br />

blokken in de Baffinbaai als exploratiegebied<br />

verkregen van de Groenlandse<br />

staat. 6 Hebben acties als die<br />

van Greenpeace eigenlijk wel zin?


§6.6 • Het puurste flesje Groenland<br />

Het is een bekend fabeltje: de Inuït zouden vijftig verschillende woorden voor sneeuw en ijs hebben.<br />

Natuurlijk wil ik niets liever dan dat ontkrachten en dat kan ook nog eens zonder te liegen: het<br />

Kalaallisut is een zogeheten polysynthetische taal. Met andere woorden: bijvoeglijke en zelfstandige<br />

naamwoorden worden met bijwoorden aan elkaar geplakt. Zo is het geen koud kunstje om honderd<br />

woorden als helderblauwijs, keihardijs, nogallauwijs, volsteenijs, nietwitijs, grijsijs, dooiijs of kruiijs te<br />

vormen. Interessanter is misschien dat al dit ijs misschien wel dé hype van de eenentwintigste eeuw<br />

wordt!<br />

Vier bedrijven hebben zich momenteel gestort op de waterproductie. Elk doet het net iets anders<br />

dan de vorige, maar voor alle watertjes geldt dat het voor de exclusieve markt geproduceerd wordt:<br />

daarom claimen alle vier de ‘waterdelvers’ het zuiverste water dat op aarde verkocht wordt te<br />

verkopen.<br />

Greenland Ice Water AS is gevestigd in Ilulissat. Het gaat dagelijks met een oude vissersboot<br />

op pad om een afgekalfd blok ijs te vangen, afkomstig uit ’s werelds meest productieve gletsjer: de<br />

IJsfjord van Ilulissat (elke seconde kalft de waterproductie van New York in een geheel jaar af!). Het<br />

ijs is tussen de 2.000 tot 180.000 jaar oud en GIW verkoopt het pure watertje onder het mom van:<br />

“van de vroegste tekenen van leven, van de Steentijd, via de heerschappij van Toetanchamon en de<br />

farao’s, tijdens de bouw van de Chinese Muur, van Erik de Rode en de Vikingen tot de industrialisatie,<br />

ons water heeft de tand des tijds doorstaan, verpakt in zijn eigen, natuurlijke verpakking.” Het water,<br />

Qanik (sneeuwvlok) genaamd, drinkt men om de pure smaak en de ervaring.<br />

Op Disko-eiland is sinds 2006 een ander bedrijfje met waterwinning bezig, maar zonder ijs:<br />

Greenland Spring Water Aps gebruikt zuiver bronwater afkomstig van smeltwater van de Diskogletsjer<br />

voor de waterproductie. Hun watertje, 938 genaamd, “will fire your senses”. Het bedrijf<br />

pretendeert CO2-neutraal te zijn, door de RAL-schepen die halfleeg terugvaren naar Denemarken te<br />

benutten en door een voormalige fabriek te gebruiken voor het bottelen. Net als GIW zet het zich<br />

ook in voor de lokale werkgelegenheid.<br />

Terwijl de eerste twee bedrijven zich ook richten op algeméne duurdere markten, richt<br />

Iluliaq Original Iceberg Water zich specifiek op exquise afnemers. Het watertje wordt in flesjes van<br />

750 ml verkocht voor €40 per stuk. Onlangs heeft een grote afnemer in Dubai 30.000 flesjes besteld!<br />

Eveneens in Iulissat gevestigd vangt Iluliaq ijsbergen met vissersbootjes. Ook dit bedrijf hoopt op<br />

meer winst door het CO2-vrij imago te waarborgen door o.a. het ijs in de buitenlucht te laten<br />

smelten.<br />

Tot slot wordt nabij Narsaq ijs uit een gletsjer gehouwen door Siku Vodka. Gelijk na het<br />

uitbikken wordt het 60.000 jaar oude ijs in vriezers naar Nederland vervoerd waar de destillaten met<br />

het ijs, zonder eerder ontdooid te zijn, worden samengevoegd. Deze exquise wodka schijnt van<br />

goede kwaliteit te zijn door het ‘pure, milde karakter van het water’.<br />

Voor alle vier de bedrijven geldt een aantal barrières. Zo ligt ’s winters de gehele waterproductie stil:<br />

ijsbergen kalven niet meer af, de bron op Disko-eiland vriest dicht en Iluliaq water kan bij -30°C<br />

natuurlijk niet ijs laten smelten in de buitenlucht. Maar ook de gedwongen kleinschaligheid vormt<br />

- 52 -


een barrière: op grote schaal ijsbergen optakelen is moeilijk en duur, de bron van Greenland Spring<br />

water levert maar beperkt water en ijs uithouwen uit een gletsjer is tijdrovend werk. Voor alle geldt<br />

dat het arbeidsintensief is. Als oplossing voor de kleinschaligheid richten de bedrijven zich op de<br />

duurdere markten; sjeiks in Dubai en het Deense koningshuis hebben genoeg geld om het dure water<br />

aan te schaffen.<br />

Omdat het ‘waterdelven’ simpel werk is, kunnen bijna alle onopgeleide of gewoon werkloze<br />

Groenlanders werken in de fabrieken of op de scheepjes. Door de kleinschaligheid zal er ook niet snel<br />

een tekort aan werkkrachten komen.<br />

Vier bedrijven hebben Groenland gekozen om water te winnen. Het pure, milde water wordt<br />

verkocht aan de hogere kringen. Barrières zijn, gek genoeg, ijs (seizoensafhankelijk) en de<br />

gedwongen kleinschaligheid door de arbeidsintensiviteit. De pullfactor is de aanwezigheid van zeer<br />

zuiver water op Groenland, de pushfactor de vraag ernaar. Economisch is het alleen haalbaar door<br />

het water ‘om de ervaring’ te verkopen en dus voor de exclusieve markt.<br />

Annotaties<br />

Voor de beschrijving van elk bedrijf is telkens hun eigen website gebruikt:<br />

- Algemene website van Greenland Ice Water AS: http://www.icewater.gl/index.php/about.html<br />

- Algemene website van Greenland Spring Water Aps: http://www.938.ch/index.cfm?hID=15&sprache=2<br />

- Algemene website van Iluliaq Original Iceberg Water: http://www.iluliaq.com/index2.html<br />

- Algemene website van Siku Vodka: http://www.sikuvodka.com/<br />

Alle geraadpleegd op 16-11-2010.<br />

Bijschrift figuur 37 (vorige bladzijde): flesje water van Groenlandse makelij. Bron: Greenland Spring Water Aps.<br />

ANTWOORD OP DE DEELVRAAG:<br />

Wat zijn de problemen die de diverse industriële projecten op Groenland ondervinden?<br />

Er zijn fysische problemen als de geografische ligging, ijs en veel reliëf. Ook infrastructurele<br />

problemen doen zich voor: de beperkte stroomvoorziening en gebrek aan wegen. Dat kan<br />

leiden tot kleinschaligheid. Politieke barrières als de hudige wetgeving komen ook voor en<br />

kritiek op uraniumwinning en olieboringen neemt toe. De laatste twee problemen zijn die met<br />

betrekking tot de bevolking (gering in aantal en laaggeschoold) en het gebrek aan kennis over<br />

de Groenlandse bodemschatten.<br />

- 53 -


HF 7 • DE PRIMAIRE SECTOR<br />

-Stamppotgroenten verbouwd door een zeehondenjager-<br />

Groenland stoomt zich klaar voor de toekomst.<br />

Alle formele sectoren komen voor op Groenland,<br />

maar niet allemaal in dezelfde getale. Zo<br />

weegt de primaire sector bij lange na niet op<br />

tegen de quartaire, maar er is wel een groei in<br />

de eerstgenoemde sector: sinds enkele jaren<br />

doet de aardappelteelt op subpolaire toendrabodem<br />

het steeds beter – met dank aan<br />

klimaatverandering. In dit hoofdstuk worden<br />

de problemen beschreven die de projecten in<br />

de primaire sector te verduren krijgen.<br />

• Wat zijn de problemen waarmee de<br />

projecten in de primaire sector geconfronteerd<br />

worden?<br />

Figuur 38. Een spotprentstrip over de toekomst van de<br />

Groenlandse boeren. Het bijschrift luidt: ‘Groenland voor en na<br />

het opwarmen van de aarde…’ Bron: Sermitsiaq AG.<br />

Onder deze projecten valt alleen de landbouw<br />

in dit hoofdstuk. Niet alleen zijn er geen grote<br />

projecten in de visserij, ook zijn er nauwelijks<br />

problemen waarmee die geconfronteerd wordt: dankzij de voedselrijke Arctische visgronden loopt<br />

de visvangst op rolletjes en heeft die alleen last van grote afstanden en overbevissing. Lokaal werkt<br />

men daarom ook wel met viskwekerijen.<br />

Akkerbouw<br />

De klimaatverandering heeft vooral positieve gevolgen voor de akkerbouw. Het afgelopen<br />

decennium zijn enkele vissers en werklozen overgestapt op het boerenbedrijf. En met succes, want<br />

vooral aardappelen doen het goed in de Groenlandse bodem. Zo goed zelfs dat ze in<br />

gerenommeerde restaurants in Denemarken de menukaart halen.<br />

Volgens een onderzoekster aan de Universiteit van Kopenhagen, Charlotte Jensen, zijn de<br />

Groenlandse piepers zelfs buitengewoon gezond. 1 Ze onderzocht waarom Zuid-Groenland zulke<br />

goede aardappelgronden heeft, ondanks de monocultuur en het niet gebruiken van pesticiden. Ze<br />

ontdekte dat diverse ziektekiemen als de aardappelziekte standaard aanwezig zijn in de bodem, maar<br />

dat bijzonderde micro-organismen de aardappelen beschermen. Indien men erin zou slagen de<br />

micro-organismen veilig elders in te zetten, zou ook Alaska geschikt worden voor landbouw, waar nu<br />

geen beginnen aan is. Mogelijk een interessant exportproduct voor Groenland!<br />

Verder zijn er (nog) geen genetische ziektes onder de Groenlandse aardappelen. Door lage<br />

temperaturen kunnen veel parasieten bovendien niet overleven op Groenland, of ze hebben de weg<br />

naar het eiland nog niet gevonden. Pesticiden zijn voorlopig onnodig!<br />

Volgens een boer uit Nuuk is het klimaat dus het geheim van het succesverhaal van de Groenlandse<br />

piepers. Door de absolute minimumtemperaturen voor aardappels kennen de gewassen een<br />

ongekend lang groeiseizoen, waardoor veel langer voedingsstoffen uit de bodem opgenomen kunnen<br />

worden. Door de lange dagen (i.v.m. de middernachtzon) krijgen de gewassen bovendien een hoop<br />

zonne-uren. Maar lang niet ieder stekje is geschikt voor akkerbouw: de temperatuur mag dan wel<br />

sinds 1990 van 6,5°C naar 8,7°C gestegen zijn, achter bergen kan een microklimaat mooie plannen<br />

verpesten. Groenland is geen homogeen land en de natuurlijke omstandigheden als klimaat kunnen<br />

per fjord verschillen, hetgeen een grote barrière is voor akkerbouwers.<br />

- 54 -


Volgens Nunalerineq is een ander probleem voor de akkerbouw de onvruchtbare bodem, waardoor<br />

mest of kunstmest nodig is, hetgeen tot vervuiling van het land leidt. Slechts bij morenes, waar een<br />

soort lössbodems kunnen liggen, is de bodem wel van nature vruchtbaar, maar dit hangt dus weer<br />

sterk af van de – vaak kurkdroge – locatie.<br />

Omdat het daar evenmin vlak is als aan fjordflanken doet een ander probleem zich ook voor<br />

bij de akkerbouw: erosie. Door de klimaatverandering neemt de neerslagvariabiliteit toe: regen valt<br />

in zeer korte periodes maar met dezelfde hoeveelheid water, kortom: een grotere neerslagintensiteit.<br />

Stortbuien kunnen (net als wegdooiende sneeuw na de winter) de vruchtbare bovenlaag<br />

van de ’s winters onbeplante akkers wegspoelen met als gevolg landdegradatie slash schrale<br />

rotsbodems.<br />

Een grotere neerslagvariabiliteit betekent ook langere droogtes. Langere droogtes staat<br />

garant voor minder water voor de gewassen en dat betekent minder goede oogsten. Het irrigeren<br />

van de akkers is goed mogelijk; beekjes zijn er in overvloed. Helaas moet je wel speciale<br />

voorzieningen treffen om irrigatiewater naar de akkers te laten leiden. En dat is weer duur.<br />

Inmiddels mogen de opbrengsten er zijn. In 2009 leverde de totale oogst 50 ton op, voor 2010 rekent<br />

men op 70 ton aardappelen², van slechts zeven aardappelboerderijen.<br />

Nunalerineq<br />

Zeven kilometer van Qaqortoq, aan de overkant van de fjord, ligt een primeur voor Groenland:<br />

Nunalerineq, de eerste landbouwschool van Groenland! Door ‘perfecte’ lokale natuurlijke<br />

omstandigheden (plaatselijke vruchtbare bodem en klimaat) is men erin geslaagd diverse vormen<br />

van akkerbouw te bedrijven met akkers, tuinbouw (144m² plantenkassen), bomenaanplant en<br />

botanische tuinen. Daarnaast krijgt ook de veeteelt veel aandacht. In geheel Zuid-Groenland worden<br />

momenteel door diverse boerderijen naast aardappelen ook kool, Chinese kool, ijsbergsla, kropsla,<br />

broccoli, knolraap en bloemkool verbouwd; sommige gewassen worden zelfs al voor de verkoop<br />

verbouwd.<br />

In plantenkassen, voornamelijk van<br />

Nunalerineq, worden komkommers, tomaten,<br />

frambozen, wijndruiven en in 2011 ook<br />

aardbeien verbouwd. Van deze tuinbouwproducten<br />

worden slechts enkele op de<br />

markt gebracht. De kleinschaligheid door het<br />

gebrek aan vlakke grond voor plantenkassen<br />

vormt hier een probleem. Bovendien is er<br />

elders op de wereld genoeg ruimte voor<br />

kasbouw; alleen voor de eigen markt is deze<br />

Figuur 39. Met op de achtergrond wat ijsbergen rooit de<br />

eerste generatie Groenlandse boeren een aardappel.<br />

Bron: Nunalerineq.<br />

- 55 -<br />

vorm van akkerbouw geschikt – eigenlijk geldt<br />

dat voor de gehele lokale landbouwsector.<br />

Veeteelt<br />

Een groep van zestien leerlingen wordt momenteel opgeleid door Nunalerineq. Niet met het oog op<br />

een toekomst als boer, maar als pionier. Zij kunnen, moeten en zullen de kennis overdragen aan een<br />

nieuw Groenland, en zien het liefst dat Groenland ooit geen groenten meer hoeft te importeren.<br />

Nunalerineq zal de barrière van een gebrek aan kennis en ervaring uit de wereld geholpen worden.<br />

Groenten worden nu nog grotendeels via Denemarken geïmporteerd, maar vlees nauwelijks.<br />

Niet alleen eten velen vis en ‘zeevlees’ (o.a. zeehond en bultrug) uit eigen wateren, ook komt veel<br />

van hun schapenvlees van eigen grond. En al heel lang gaat dat zo: de eerste schapen zijn in 1906<br />

erheen gebracht, de laatste zijn in 1924 geïmporteerd en sindsdien ontwikkelen de schapen zich<br />

steeds meer tot een uniek Groenlands ras. 4 Anno 31-12-2007 waren er 20484 schapen op Groenland<br />

en dat aantal stijgt voordurend, hoewel winters met uitzonderlijke temperaturen veel sterfte


opleveren. Naar aanleiding van zo’n strenge winter<br />

beschikt Nunalerineq sinds 1968 over Groenlands<br />

eerste veearts. In de stad Narsaq is schapenteelt met<br />

een slachterij en leerlooierij inmiddels de grootste tak<br />

van bedrijvigheid en in geheel Zuid-Groenland leven<br />

de meeste van de 65 boerenfamilies van de veeteelt. 5<br />

Naast het gebrek aan ervaring werkt ook een<br />

andere barrière de veeteelt op Groenland tegen: de<br />

natuur. De toendra is een gebied dat zich maar langzaam<br />

herstelt en is er snel overbegrazing. In de winter<br />

moeten de schapen naar binnen tegen de koude. Dit<br />

maakt dat er een combinatie nodig is tussen extensieve<br />

en intensieve veeteelt. Vooral deze extensieve<br />

veeteelt, het onbekommerd buiten laten grazen,<br />

maakt dat de capaciteit van de fjordflanken<br />

klein is en dat de kleinschaligheid blijft.<br />

Bosbouw<br />

De temperatuur is de laatste jaren met 1-2°C gestegen, waardoor van eind mei tot en met laat<br />

september de temperatuur nog minimaal 5°C bedraagt en de temperatuur al bijna zeven maanden<br />

per jaar ≥0°C is – de minimumtemperaturen voor berken en wilgen. 3 Arboreta (bomentuinen) in<br />

Zuid-Groenland doen het verrassend goed. Zo staat in een artikel in Suluk dat de Raad voor<br />

Groenlandse Landbouw van plan is een 100 hectare groot bos aan te leggen, om over honderd jaar<br />

over eigen hout te kunnen beschikken. 5 Een klein bosje van vijf hectare nabij Narsarsuaq, bestaande<br />

uit lariksen en coniferen, doet het nu al goed. De barrière van het gebrek aan bouwmateriaal moet<br />

zo verholpen worden, maar een kortetermijnoplossing biedt het niet.<br />

ANTWOORD OP DE DEELVRAAG<br />

Wat zijn de problemen waarmee de projecten in de primaire sector geconfronteerd worden?<br />

De primaire sector ondervindt problemen van de niet-homogene (overal andere) natuurlijke<br />

omstandigheden, het gebrek aan vlakke grond, wegen en kennis, de kleine afzetmarkt, het<br />

klimaat en de bodemgesteldheid. Dit alles leidt tot kleinschaligheid van de sector.<br />

Annotaties<br />

1<br />

Jensen, C. (z.d.). Healthy Greenlandic potatoes! Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://www.nunalerineq.gl/english/fakt/potatoes.pdf, 27-10-2010.<br />

2<br />

Den første høst af nye grønlandske kartofler har nået Brædtet i Qaqortoq (31-07-2009). Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/erhverv/article91914.ece?service=print&lang, 27-10-2010.<br />

3<br />

Algemene website Nunalerineq. Geraadpleegd op http://www.nunalerineq.gl/, 27-10-2010.<br />

4<br />

Isabel Hilton (14-09-2007). Greenland is now a country fit for broccoli growers. The Guardian. Geraadpleegd op<br />

http://www.guardian.co.uk/commentisfree/2007/sep/14/comment.climatechange, 23-11-2010.<br />

5<br />

The climate of South Greenland (z.d.). Geraadpleegd op http://www.nunalerineq.gl/english/landbrug/klima/indexklima.htm,<br />

27-10-2010.<br />

6<br />

Schultz-lorentzen, C. (2009). New, large forest project. Suluk. Geraadpleegd op<br />

http://www.airgreenland.com/files/pdf/suluk/090601_Suluk_2009_No_3.pdf, 31-10-2010. (p39)<br />

- 56 -<br />

Figuur 40. Een nieuwe lading vlees in spe komt aan in<br />

Narsaq. Bron: Nordregio


ALGEHELE SAMENVATTING<br />

In deze laatste samenvatting worden alle samenvattingen van de deelvragen 3, 4, 5, 6 en 7 herhaald.<br />

De deelvragen 1 en 2 zijn slechts behandeld opdat 3 tot en met 7 begrijpelijk zijn, maar beide<br />

deelvragen dragen op zichzelf niet bij aan de beantwoording van de hoofdvraag:<br />

WAT ZIJN DE RUIMTELIJKE PROBLEMEN DIE DE EXPLOITATIE VAN DE BODEMSCHATTEN VAN <strong>GROENLAND</strong><br />

TEGENWERKEN?<br />

3. Wat zijn de fysische problemen bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland?<br />

De fysische problemen die bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland komen<br />

kijken, zijn de geofactoren klimaat, bodemgesteldheid (toendra), ligging van Groenland in de<br />

wereld, grootte van het land en reliëf.<br />

4. Wat zijn de infrastructurele problemen bij de exploitatie van de bodemschatten van Groenland?<br />

Infrastructurele problemen zijn het gebrek aan wegen en deels onbevaarbare wateren, grote<br />

afstanden op en naar Groenland, het gebrek aan goede energievoorziening, ijs en de hoge<br />

kosten voor zowel transport van goederen als van materieel.<br />

5. Wat zijn de sociaal-economische problemen van het huidige Groenland?<br />

De sociaal-economische problemen waarmee Groenland nu kampt, zijn grote sociale<br />

problemen (generatieproblemen, vergrijzing, trek naar de steden, werkloosheid, ongeschooldheid),<br />

economische problemen (veel import, lage welvaart maar hoog welzijn, geen eigen<br />

economie) die leiden tot de sociaal-economische problemen: gebrek aan werkkrachten,<br />

onbetrouwbaar personeel door o.a. gezondheidsproblemen in combinatie met het lage<br />

inwoneraantal.<br />

6. Wat zijn de problemen die de diverse industriële projecten op Groenland ondervinden?<br />

Er zijn fysische problemen als de geografische ligging, ijs en veel reliëf. Ook infrastructurele<br />

problemen doen zich voor: de beperkte stroomvoorziening en gebrek aan wegen. Dat kan<br />

leiden tot kleinschaligheid. Politieke barrières als de huidige wetgeving komen ook voor en<br />

kritiek op uraniumwinning en olieboringen neemt toe. De laatste twee problemen zijn die met<br />

betrekking tot de bevolking (gering in aantal en laaggeschoold) en het gebrek aan kennis over<br />

de Groenlandse bodemschatten.<br />

7. Wat zijn de problemen waarmee de projecten in de primaire sector geconfronteerd worden?<br />

De primaire sector ondervindt problemen van de niet-homogene (overal andere) natuurlijke<br />

omstandigheden, het gebrek aan vlakke grond, wegen en kennis, de kleine afzetmarkt, het<br />

klimaat en de bodemgesteldheid. Dit alles leidt tot kleinschaligheid van de sector.<br />

- 57 -


CONCLUSIE<br />

WAT ZIJN DE RUIMTELIJKE PROBLEMEN DIE DE EXPLOITATIE VAN DE BODEMSCHATTEN VAN <strong>GROENLAND</strong><br />

TEGENWERKEN?<br />

De ruimtelijke problemen die de exploitatie van de bodemschatten van Groenland tegenwerken,<br />

zijn fysische factoren, zoals klimaat, de bodem en reliëf, die de infrastructurele problemen van het<br />

gebrek aan wegen, ijsvrije vaarwateren en stroomvoorziening verklaren. Onervaren personeel,<br />

weinig arbeidskrachten, slechte gezondheid, gebrek aan een eigen economie en andere sociaaleconomische<br />

problemen bemoeilijken de exploitatie van de bodemschatten van Groenland<br />

evenzeer, evenals politieke problemen, zoals wetgeving, publieke opinies en internationale<br />

betrekkingen. Veel van deze problemen leiden tot ander problemen als de kleinschaligheid van<br />

exploitanten, hetgeen Groenland nog eens extra duur maakt, en het laatste probleem vormt: de<br />

hoge kosten bij het exploiteren van iets op Groenland.<br />

- 58 -


TOELICHTING OP DE WERKWIJZE<br />

Zoals het een schrijver van een goed onderzoek betaamt, licht ik onder deze kop toe hoe dit<br />

profielwerkstuk tot stand is gekomen. Het profielwerkstuk is een soort afstudeeronderzoek voor de<br />

middelbare school: als je je werk goed gedaan hebt en het cijfer erop toereikend is, heb je<br />

toestemming de laatste examens te gaan doen.<br />

In de weken 25 en 26 van 2010 werd ons, leerlingen van klas 5, verplicht een opzet te schrijven voor<br />

het profielwerkstuk. Mijn onderwerpskeuze stond nog niet met zekerheid vast en ik kreeg<br />

toestemming om na de reis naar Groenland het definitieve onderwerp vast te stellen. En zo<br />

geschiedde.<br />

Tot aan de herfstvakantie heb ik niet heel intensief aan het werkstuk gewerkt: het beviel mij<br />

niet dat ik elke middag voor een uurtje alles weer moest oppakken. In de herfstvakantie vorderde het<br />

werk echter zeer snel en in zeven dagen met in totaal 25 uren werk was ik ruim op de helft. Na de<br />

toetsweek van week 45 heb ik het werk weer opgepakt en inmiddels, bij het schrijven van deze tekst<br />

(27 november 2010) staat de urenteller op 75 uur. Na ongeveer negentig uren is in week 48 de<br />

laatste hand gelegd aan de inhoud, na ruim honderd klokuren is het gehele werkstuk af in week 4 van<br />

2011. In week 7 wordt het werkstuk samengevat in een mondelinge presentatie op school.<br />

Het staat me bij dat men voor een profielwerkstuk ongeveer 85% procent van de gegeven informatie<br />

uit andermans literatuur moet halen; 15% van het werkstuk zou uit eigen onderzoek moeten<br />

bestaan. Ik ben echter gedwongen geweest mij hier niet aan te houden om de volgende redenen:<br />

- Al voor het schrijven van het profielwerkstuk wilde ik graag een werkstuk leveren dat meer<br />

dan alleen een beetje onderzoek was en al helemaal niet al honderd keer door andere<br />

scholieren geschreven kon zijn. Het moest, zeg maar, ‘iets bijdragen aan de wetenschap’.<br />

- Dat de informatie van dit werkstuk uit eigen kennis geput is, kwam ook door het gebrek aan<br />

geschikt bronnenmateriaal: er bestaan nauwelijks bronnen die zowel de sociaal-geografische<br />

problemen als bijvoorbeeld de infrastructurele problemen belichten, laat staan dat ze de<br />

verbanden tussen de vele problemen leggen. Sterker nog: zelfs naslagwerken die alle<br />

facetten van het hedendaagse Groenland in het algemeen behandelen – dus zonder alle<br />

problemen – blijken schaars. Alleen een reisgids, de Lonely Planet, kon mij over zowel de<br />

geschiedenis als de politiek en de infrastructuur van Groenland vertellen!<br />

- Doordat ik vooral Sermitsiaq AG al jaren op het internet lees en me verder in zowat ieder<br />

aspect van Groenland verdiept heb, heb ik zoveel kennis vergaard dat ik mijn eigen bron was.<br />

Vooral de kennis van het Deens heeft mij geholpen met het vergaren van deze kennis.<br />

- Verder wilde ik graag allerlei actualiteiten bij het werkstuk betrekken. Eén kenmerk van<br />

actualiteiten is dat wetenschappelijke literatuur per definitie schaars is: de tijdspanne tussen<br />

de gebeurtenis en het verschijnen van uitgebreide literatuur is te kort om geschikte bronnen<br />

te vinden. Daarom heb ik veelvuldig gebruik moeten maken van de nationale krant<br />

Sermitsiaq AG en het online nieuwsmedium Sikunews, dat over de gehele Arctis bericht.<br />

Kortom: er was weinig andere keus dan mij niet aan die 15% te houden. Het percentage eigen<br />

onderzoek zal zeker meer dan 50% beslaan, misschien neigt het aandeel eigen onderzoek wel naar<br />

de 85%! In ieder geval kan ik met recht zeggen dat dit werkstuk van mijn hand komt en dat dit<br />

werkstuk wel degelijk het gapende gat ‘Groenland’ in de bibliotheek zou kunnen opvullen.<br />

- 59 -


NAWOORD<br />

Het werkstuk is af en ik heb alle problemen wel belicht, dunkt me. Alle problemen die zich voordoen<br />

bij het winnen van bodemschatten, dat zijn er een heleboel, maar de interesse in Groenland<br />

tegenwoordig is ongekend. Wellicht vraagt u zich af wat de toekomst voor Groenland in petto heeft<br />

en dat is een lastig vraagstuk. Want om te bepalen of die toekomst rooskleurig of toendragroen is,<br />

moet je met een boel factoren rekening houden. Daarom geef ik u even mijn visie, maar neem het<br />

niet als enige waarheid aan.<br />

Op de natie Groenland, de bevolking, zal de exploitatie van de bodemschatten van het land grote<br />

gevolgen teweegbrengen. Er zal werk ontstaan, de trek naar de steden zal zich versnellen en het<br />

platteland ontvolkt geheel. Steden als Maniitsoq worden industriële centra. Wegens een tekort aan<br />

arbeidskrachten zullen in die steden gastarbeiders komen, die sociaal-politieke problemen met zich<br />

meebrengen. Of de bevolking zelf ook rijker zal worden, weet ik niet. Nu betaalt Denemarken jaarlijks<br />

vele miljoenen, maar zodra Groenland zijn rekeningen zelf kan betalen, zal dat verleden tijd zijn. Van<br />

winsten van bedrijven moeten pensioenen en uitkeringen betaald worden. Misschien wordt de<br />

gemiddelde Groenlander wel rijker, maar zeker niet direct.<br />

De economie verandert dus ook. Ik voorzie dat de primaire sector en de secundaire sector<br />

zullen groeien. Ook voor bedrijven die geen mijn bezitten kan op Groenland een markt ontstaan en<br />

de tertiaire sector zal groeien, mede door de ligging aan de Noordwestelijke Doorvaart. Groenland<br />

blijft een eerstewereldland, trekt zelfs het ene been terug uit de Derde Wereld en krijgt een zelfvoorzienende<br />

economie met eigen inkomsten. Groenland zal een unieke geschiedenis meemaken:<br />

pas na allerlei voorrechten (uitkeringen, pensioenen, verzekeringen, rechtstaat, autonomie)<br />

ontvangen te hebben, bereikt het land de Industriële Revolutie!<br />

Er is echter een toendragroene keerzijde aan alle vooruitgang en die is achteruitgang.<br />

Mijnbouw en industrie brengen een hoop vervuiling met zich mee. Vroeg of laat zal zich in de<br />

Baffinbaai een olieramp voltrekken, hetzij een ontploffende Deepwater Horizon, hetzij een<br />

onvoorzichtige olietanker. De Industriële Revolutie op Groenland zal een neerwaartse spiraal<br />

opleveren in de dierenpopulatie. Aanvaringen met walvissen, aanrandingen door ijsberen of<br />

overbevissing behoren ook tot de mogelijkheden.<br />

En dat terwijl de natuur daar al gebukt gaat onder klimaatverandering. Het zeeijs slinkt en<br />

natuur én cultuur – want nog steeds leven enkele honderden mensen op traditionele wijze met<br />

sleden en kajaks – zal verdwijnen. Maar deze klimaatverandering kan ook andere gevolgen hebben,<br />

op de lange termijn: als het warmer wordt op aarde, zullen de thermohaliene circulatie<br />

(diepzeepomp) en oppervlaktestromen als de Golfstroom ophouden met stromen. Beide brengen<br />

ons (indirect) warmte en er zonder verandert het klimaat in Europa en op Groenland aanzienlijk: in<br />

de vorm van koude. Om zeestromen als de Golfstroom dan weer op gang te krijgen, heb je millennia<br />

nodig.<br />

Trouwens, ik verwacht überhaupt niet dat het op de korte termijn storm gaat lopen om<br />

Groenlandse grond. Bedrijven vinden het land nog te riskant en onbekend, eerst moet er één schaap<br />

over de dam komen. Daarna moeten ook de investeerders, sponsors en aandeelhouders geloven in<br />

de kracht van Groenland. Op de lange termijn zou al het bovenstaande wel een kloppend<br />

toekomstscenario kunnen zijn, op de korte termijn volstrekt niet. Of Groenland echter ooit los zal<br />

komen van Denemarken, met onafhankelijkheid en een eigen economie, weet ik niet te zeggen.<br />

Denemarken zou Groenland graag houden, in de hoop dat het ooit winstgevend wordt, maar die<br />

winstgevendheid zal tot zelfredzaamheid leiden, hetgeen de bevestiging geeft aan de inwoners dat<br />

ze het zelf ook wel afkunnen – niet echt waar Denemarken op zit te wachten.<br />

Overigens kent Groenland ook nog vele voordelen voor bedrijven, die ik, gedwongen door het thema<br />

problemen (nadelen), nauwelijks in de schijnwerper heb kunnen zetten. Natuurlijk is de rijkdom aan<br />

mineralen een groot voordeel, maar bijvoorbeeld ook het huidige politieke klimaat: het bedrijf<br />

- 60 -


Hudson Recources toont speciaal interesse in het majestueuze land wegens de politieke stabiliteit. 1<br />

Ook de Bosatlas maakt er melding van – vrijwel het enige kaartje waarop Groenland niet als ‘grijs:<br />

gegevens onbekend’ staat ingetekend. 2 Verder bieden alle fjorden, ijs, eilanden en toendravlaktetjes<br />

ook een groot voordeel voor een verder niet behandelde industrie: het toerisme. Want Groenlands<br />

grootste nadeel is ook Groenlands grootste voordeel: natuurschoon. Ilulissat is inmiddels een<br />

toeristenstadje pur sang en vele immense cruiseschepen varen elk jaar noordelijker. Vanuit<br />

Spitsbergen is zelfs de onbegaanbare noordoostkust steeds vaker bereikbaar per luxeschip – dat<br />

volgens een artikel in Sermitsiaq AG haar grenzen meer en meer opent voor toeristen en<br />

mijnbouwbedrijven… doei wildernis.³<br />

Figuur 41. Een narwalkop met – zeer zeldzaam – twéé slagtanden. Als ontwikkelingen als de klimaatverandering, trek<br />

naar de steden, oliewinning en het (massa)toerisme doorzetten, is het nog maar de vraag of de nu nog traditioneel<br />

levende Groenlanders het hoofd boven water kunnen houden, hoewel tegenstanders van de walvisvaart wel tevreden<br />

zullen zijn. Weegt de overigens geringe natuurschade wel op tegen de teloorgang van culturen? Bron: Sermitsiaq AG.<br />

Figuur 42. Het wordt een steeds vertrouwder gezicht voor de Kalaallisut: een cruiseschip doet een stadje aan – soms is<br />

de capaciteit van één schip al groter dan het lokaal aantal inwoners. Voor de Groenlandse economie betekent het<br />

toerisme steeds meer, maar de schaduwzijde van de sector is dat het een zeer variabele en dus onbetrouwbare<br />

inkomstenbron is: één kleine recessie en geen enkele toerist denkt nog aan een dure bestemming als Groenland. Beeld<br />

van Qaqortoq. Bron: Sermitsiaq AG.<br />

Nu heb ik alle facetten van Groenland behandeld: het verleden met haar problemen, de huidige<br />

problemen en toekomstige problemen. Voor mijn gevoel is het werkstuk compleet en dat geeft<br />

voldoening. Maanden is er aan gewerkt, dikwijls met veel plezier. Bronnen vinden bleek moeilijk,<br />

maar vaak ook overbodig. Dan weer koos ik een ietwat andere invalshoek die mij een boel variatie<br />

gaf. Om bezig te zijn met een gemaakte reis was aanvankelijk vreemd: Groenland was een gesloten<br />

boek, het volgende project verdiende de aandacht. Maar in het werkstuk heb ik door mijn reis en het<br />

‘voorwerk’ veel beroep kunnen doen op mijn algemene kennis en dat maakte dat ik nu een werkstuk<br />

voor me heb liggen waar ik met trots op kan zeggen: dit is van míjn hand. Hierna doe ik het werkstuk<br />

dicht en belandt het in de kast, maar met een paar blanco bladzijden: project Groenland is nooit af.<br />

Immers, als Nuup Bussii haar dienstregeling weer verandert, ligt mijn e-mailtje al klaar… <br />

Annotaties<br />

1 Why Greenland? (z.d.). Geraadpleegd op http://www.hudsonresources.ca/about.asp, 30-11-2010.<br />

2 Noordhoff Atlasproducties (2010). De Grote Bosatlas. Groningen: Noordhoff Atlasproducties. (p207B)<br />

³ Vil dele nationalpark op. Sermitsiaq AG (19-08-2009). Geraadpleegd op http://sermitsiaq.gl/indland/article94101.ece, 30-<br />

11-2010.<br />

- 61 -


VERKLARENDE WOORDENLIJST<br />

Woorden die veel in de tekst voorkomen maar waarmee u als lezer misschien minder bekend bent,<br />

worden hier kort uitgelegd.<br />

Woorden met in dit werkstuk een speciale invulling<br />

Binnenland De meestal ijsvrije strook land tussen het Inlandijs en open zee.<br />

Inlandijs Ter onderscheiding van andere ijskappen op deze wereld en de Groenlandse gebruik<br />

ik voor de Groenlandse ijskap de naam Inlandijs. Dit woord is de letterlijke vertaling<br />

van het Deense inlandsis.<br />

Gletsjer Hoewel het Inlandijs zelf ook een massieve gletsjer is, wordt met deze term een<br />

ijstong bedoeld die ‘gevoed’ wordt door het Inlandijs en in een fjord uitmondt.<br />

Groenlander Sterk verwesterde Inuït (foutief: eskimo’s), een volk dat duizenden jaren het<br />

Noordpoolgebied bewoonde. Vanaf omstreeks 1960 worden de Groenlandse Inuït<br />

Groenlanders genoemd, na ingrijpende moderniseringen door de Denen. De<br />

eigenbenaming voor het volk is Kalaallisut: ‘mensen’.<br />

Bodemschatten Onder deze noemer vallen zowel gewonnen delfstoffen als gerooide oogst.<br />

Verklaring van andere termen<br />

Arctica (of de Arctis) Het Noordpoolgebied: gebieden binnen de Noordpoolcirkel en eromheen die<br />

kenmerken als toendrabodems en zeeijs vertonen.<br />

Complementariteit- De complementariteitstheorie is de theorie die twee of drie stromen<br />

theorie<br />

beschrijft: die van diensten, goederen en kapitaal. Diverse factoren bepalen of<br />

die stromen wel plaats kunnen vinden (barrières, transporteerbaarheid en<br />

tussenliggende mogelijkheden).<br />

Deepwater Horizon Olieboorplatform in de Golf van Mexico. Na een explosie lekten er miljoenen<br />

liters olie uit gedurende de lente 2010. Het is de grootste olieramp tot nu toe.<br />

Derde Wereld Zie pagina 31-32.<br />

Erosie Uitschuring van gesteente door middel van verweerd materiaal.<br />

Demografie (Wetenschap die zich bezighoudt met) bevolkingsontwikkelingen.<br />

Exploratie Het verkennen (door o.a. proefboringen) van nog onverkende gebieden.<br />

Fjord Door glaciale verwering en erosie uitgeschuurde inham.<br />

-gebergte Hooggebergte: grotendeels hoger dan 1500 meter boven zee;<br />

Middelgebergte: grotendeels tussen de 750 en 1500 meter hoog;<br />

Laaggebergte: grotendeels lager dan 750 meter;<br />

Jong gebergte is zich nog aan het vormen, oud gebergte is aan het verweren<br />

en erodeert weg.<br />

Glaciaal IJs-; met betrekking tot ijs (gletsjers, ijskappen). Ook het synoniem voor ijstijd.<br />

Hub- en spokeprincipe Netwerk waarbij goederen vanuit meerdere kleine plaatsen via één centrale<br />

plaats gebundeld naar een andere centrale plaats vervoerd worden.<br />

Infrastructuur Alle middelen die nodig zijn om verkeer te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld<br />

spoorrails, elektriciteitsmasten, tankstations, havens, etc.<br />

Intrusie Een intrusie is een uitloper van een onderaardse magmahaard die gestold is,<br />

voordat het de aardkorst doordrongen heeft.<br />

Inuït Vroegere inheemse volkeren die Groenland en Noord-Canada bewoonden.<br />

Kalaallisut 1) Inwoner van Groenland 2) taal van Groenland, het Groenlands.<br />

Klimaat Het gemiddelde weer van een bepaald gebied over een periode van 30 jaar.<br />

Ma Eenheid voor de leeftijd van gesteente, Mega-annum (miljoenen jaren).<br />

Morene Puinbelten ontstaan bij het meevoeren en uitslijten door gletsjers.<br />

- 62 -


Neerslagvariabiliteit De verdeling van de neerslag over een bepaalde periode (valt neerslag het<br />

gehele jaar door of alleen ’s winters?).<br />

Nunatak Gebergte dat omsloten is door ijs.<br />

Ø De ø is een Deense letter, de klank /eu/. Ook het woord voor eiland.<br />

Permafrost De toestand van een bodem waarin gedurende minimaal twee<br />

achtereenvolgende jaren het gehele jaar de bodem bevroren is geweest.<br />

Komt het in de buurt van deze definitie, dan heet het interfrost.<br />

RAL Royal Arctic Line, Groenlands eigen vrachtschipmaatschappij.<br />

REE Rare earth elements; een groep zeer zeldzame elementen (aardmetalen).<br />

Reliëf Hoogteverschil.<br />

Scherenkust Kusttype dat bestaat uit ontelbare, veelal schrale en piepkleine eilanden en<br />

schiereilanden.<br />

Sectoren Er zijn vier sectoren waarin werk kan vallen: de primaire (incompleet:<br />

agrarische) sector (landbouw, visserij, jacht), secundaire sector (industrie en<br />

mijnbouw), tertiaire sector (commerciële bedrijven, handel) en quartaire<br />

sector (niet-commerciële bedrijven; handel).<br />

Sedimentatie Het neerslaan van sedimenten: door verwering en erosie vrijgekomen en<br />

vervoerde materie die elders weer neerslaat.<br />

STOL-vliegtuig Short Take-Off and Landing; verzamelnaam voor vliegtuigen die van zeer korte<br />

startbanen kunnen opstijgen en landen. Bijv. de Fokker 50 en Dash 7.<br />

Toendra Veenachtige bodemsoort die direct rond de polen voorkomt.<br />

Vergrijzing Demografisch proces waarbij het aandeel ouderen ten opzichte van het aantal<br />

jongeren toeneemt.<br />

Verwering Afbrokkeling van gesteente. Kan door chemische (plantensappen) en fysische<br />

verwering (weer, water, temperatuurverschillen) plaatsvinden.<br />

Voor- en natransport Het transport van o.a. goederen tussen de leverancier of ontvanger en<br />

bijvoorbeeld een treinstation, zeehaven of industrieterrein.<br />

Westers Een ‘maatstaaf’ die gebaseerd is op het gemiddelde land uit de westerse<br />

wereld, meestal eerstewereldlanden. In politieke en economische zin gericht<br />

op democratieën en kapitalistische landen, in scherp contrast met dictaturen<br />

en communistische regimes.<br />

- 63 -


BRONVERMELDING<br />

De bronnen zijn vermeld naar de richtlijnen van APA:<br />

•Bronvermelding volgens de richtlijnen van de APA (z.d.). Tilburg: Universiteit van Tilburg.<br />

• Literatuur en andere gedrukte bronnen •<br />

•Berthelsen, C. en Holbech Mortensen, I. (1990). Kalaallit Nunaat Greenland Atlas. Nuuk: Pilersuiffik.<br />

•Boer, M. de, et al. (2008). buiteNLand AK 5 vwo. Houten: EPN.<br />

•o’Carroll, E., Elliott, M. (2005). Greenland & the Arctic. Victoria (Australië): Lonely Planet Publications Pty Ltd.<br />

•Koolhaas, M. (nr.32, najaar 2010). Geen zelfstandig voetballand. Arctica. Den Haag: Arctic Peoples Alert.<br />

•Kpomassie, T.-M. (1988). Een Afrikaan op Groenland. Utrecht/Antwerpen: Uitgeverij L. J. Veen. (p183-184)<br />

•Noordhoff Atlasproducties (2005). De Wereld Bosatlas. Groningen: Wolters-Noordhoff Atlasproducties. (p241)<br />

•Noordhoff Atlasproducties (2010). De Grote Bosatlas. Groningen: Noordhoff Uitgevers. (p192E, 193A, 196,<br />

207B, 217A-C, 235-237)<br />

•Secher, K., Stendal, H., Stensgaard, B.M. (2008). Geology and ore: exploration and mining in Greenland. Nuuk:<br />

Bureau of Minerals and Petroleum.<br />

•Veerman, D. (2008). Tegenpolen. Zutphen: Walburgpers.<br />

• Bronnen geraadpleegd op het internet •<br />

Met de term ‘algemene website’ wordt bedoeld dat ook dochterpagina’s (links binnen dezelfde website)<br />

geraadpleegd zijn, al dan niet opgenomen in deze lijst. (z.d.) betekent ‘zonder datum’.<br />

•Actievoerders blokkeren gevaarlijke diepzeeboringen Groenland (31-10-2010). Geraadpleegd op<br />

http://www.greenpeace.nl/news/actievoerders-blokkeren-gevaar, 03-11-2010.<br />

•Alcoa (algemene website). http://www.alcoa.com/greenland/en/alcoa_greenland/dirt.asp, geraadpleegd 21-<br />

10-2010.<br />

•Aluminium smelter plant in Maniitsoq (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://www.aluminium.gl/en/news/aluminium_smelter_plant_in_maniitsoq, 21-10-2010.<br />

•Angel Mining PLC (algemene website). http://www.angelmining.com/black-angel, geraadpleegd op 14-10-<br />

2010.<br />

•Arctic map shows territory claims (06-08-2008). Environmentalresearchweb. Geraadpleegd op<br />

http://environmentalresearchweb.org/cws/article/news/35330, 16-11-2010.<br />

•Cairn report disappointed. Sikunews (26-10-2010). Geraadpleegd op<br />

http://www.sikunews.com/News/Denmark-Greenland/Cairn-report-disappoints-8153, 27-10-2010.<br />

•Confronting Arctic drilling (z.d.). Geraadpleegd op http://www.gobeyondoil.org/arctic.php, 03-11-2010.<br />

•Den første høst af nye grønlandske kartofler har nået Brædtet i Qaqortoq (31-07-2009). Sermitsiaq AG.<br />

Geraadpleegd op http://sermitsiaq.ag/erhverv/article91914.ece?service=print&lang, 27-10-2010.<br />

•Flugten fra Grønland er mindsket. Sermitsiaq AG (02-11-2010). Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article133261.ece, 03-11-2010.<br />

•Greenland (z.d.). Geraadpleegd op http://en.wikipedia.org/wiki/Greenland, 14-11-2010.<br />

•Greenland Development (algemene website). http://www.aluminium.gl/en, geraadpleegd 21-10-2010.<br />

•Greenland Ice Water AS (algemene website). http://www.icewater.gl/index.php/about.html, geraadpleegd op<br />

16-11-2010.<br />

•Greenland Minerals and Energy Limited (algemene website). http://www.ggg.gl/Projects/Kvanefjeld-Project-<br />

Greenland.htm, geraadpleegd 12-10-2010.<br />

•Greenland Operational Update (26-10-2010). Geraadpleegd op<br />

http://www.cairnenergy.com/NewsDetail.aspx?id=1363, 27-10-2010.<br />

•Greenland Spring Water Aps (algemene website). http://www.938.ch/index.cfm?hID=15&sprache=2,<br />

geraadpleegd op 16-11-2010.<br />

•Greenland’s level of diabetes on the rise. Sikunews (01-11-2010). Geraadpleegd op<br />

http://www.sikunews.com/News/Denmark-Greenland/Greenland%27s-level-of-diabetes-on-the-rise-8176, 02-<br />

11-2010.<br />

- 64 -


•Grønlandsk Statistik (2009). Grønlandsk befolkning pr. 1. januar 2009. Afkomstig van<br />

http://www.stat.gl/Statistik/Befolkning/tabid/86/language/en-US/Default.aspx, geraadpleegd 28-10-2010.<br />

•Grønlandsk Statistik (2009). Befolkningsfremskrivning 2009-2040. Geraadpleegd op<br />

http://www.stat.gl/LinkClick.aspx?link=BefolkStat%2fBefolkning%2fBefolkningsfremskrivning+2009-2040+-<br />

+dk.pdf&tabid=86&mid=457&language=en-US, 28-10-2010.<br />

•Harbour Development (z.d.). Geraadpleegd op http://www.sisimiut.gl/Business/Businessdevelopment/Harbour-development.aspx,<br />

28-10-2010.<br />

•Iceless Northwest Passage greets Finnish sailors. Sikunews (27-10-2010). Geraadpleegd op<br />

http://www.sikunews.com/News/Finland/Iceless-Northwest-Passage-greets-Finnish-sailors-8156, 16-11-2010.<br />

•Iluliaq Original Iceberg Water (algemene website). http://www.iluliaq.com/index2.html, geraadpleegd op 16-<br />

11-2010.<br />

•Isabel Hilton (14-09-2007). Greenland is now a country fit for broccoli growers. The Guardian. Geraadpleegd<br />

op http://www.guardian.co.uk/commentisfree/2007/sep/14/comment.climatechange, 23-11-2010.<br />

•Jacobsen, N. (30-06-2008). Uranium ban stops other mining. Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/english/newsletter/weeklynewsletter/articles/article46062.ece?lang=EN, 12-10-2010.<br />

•Jalbuena, R.K. (2009). Nukissiorfiit to establish hydrogen and fuel cell plant. Geraadpleegd op<br />

http://www.ecoseed.org/en/business/other-industries/article/26-other-industries/3435-nukissiorfiit-toestablish-hydrogen-and-fuel-cell-plant,<br />

21-10-2010.<br />

•Jensen, C. (z.d.). Healthy Greenlandic potatoes! Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://www.nunalerineq.gl/english/fakt/potatoes.pdf, 27-10-2010.<br />

•Kristensen, K. (26-10-2010). De små bygder bliver endnu mindre. Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article132749.ece, 27-10-2010.<br />

•More news about the missing bomb. Sikunews (13-11-2008). Geraadpleegd op<br />

http://www.sikunews.com/News/Denmark-Greenland/More-news-about-the-missing-bomb-5596, 12-11-<br />

2010.<br />

•Moshiri, N. (23-09-2010). Rising suicide rate baffles Greenland. Geraadpleegd op<br />

http://blogs.aljazeera.net/europe/2010/09/23/rising-suicide-rate-baffles-greenland,<br />

•No lost bomb. Sikunews (09-08-2009). Geraadpleegd op http://www.sikunews.com/News/Denmark-<br />

Greenland/No-lost-bomb-6614, 29-10-2010.<br />

•Nukissiorfiit (algemene website). Geraadpleegd http://www.nukissiorfiit.gl/dk/submenu/groen_energi/,<br />

geraadpleegd op 21-10-2010.<br />

•Nunalerineq (algemene website). Geraadpleegd op http://www.nunalerineq.gl/, 27-10-2010.<br />

•Olielicenser i Baffin Bugten er endelig fordelt. Sermitsiaq AG (27-11-2010). Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/erhverv/article134986.ece, 27-11-2010.<br />

•Operation Greenland (algemene website). http://www.cairnenergy.com/operations/greenland/, geraadpleegd<br />

op 27-10-2010.<br />

•Political goals of the cabinet (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://www.aluminium.gl/en/society__economy/political_goals_of_the_cabinet, 21-10-2010.<br />

•Resources and industry (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://uk.nanoq.gl/emner/about/resources_and_industry.aspx?abonnerpaa={0ee3ab4e-4952-43bd-93cc-<br />

5c0033542d59}, 08-12-2010.<br />

•Schultz-lorentzen, C. (2009). Desirable sea route close to becoming reality. Suluk. Geraadpleegd op<br />

http://www.airgreenland.com/files/pdf/suluk/090301_Suluk_2009_No_2.pdf, 31-10-2010. (p25)<br />

•Schultz-lorentzen, C. (2009). Dinosaurs Ruled in Greenland. Suluk. Geraadpleegd op<br />

http://www.airgreenland.com/files/pdf/suluk/090801_Suluk_2009_No_4.pdf, 31-11-2010. (p19)<br />

•Schultz-lorentzen, C. (2009). New, large forest project. Suluk. Geraadpleegd op<br />

http://www.airgreenland.com/files/pdf/suluk/090601_Suluk_2009_No_3.pdf, 31-10-2010. (p39)<br />

•Siku Vodka (algemene website). http://www.sikuvodka.com/, geraadpleegd op 16-11-2010.<br />

•Simonsen, M. (06-02-2005). Company may sue British hovercraft producer. Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article3260.ece?service=print&lang=EN, 08-12-2010. (luftpudebåd)<br />

•The Climate of South Greenland (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://www.nunalerineq.gl/english/landbrug/klima/index-klima.htm, 07-12-2010.<br />

•The climate of South Greenland (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://www.nunalerineq.gl/english/landbrug/klima/index-klima.htm, 27-10-2010.<br />

•The road (z.d.). Geraadpleegd op http://www.sisimiut.gl/Business/The-road.aspx, 28-11-2010.<br />

•Thorsen, R (11-12-2010). Wikileaks nævner Grønland. Sermitsiaq AG. Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.ag/indland/article135883.ece, 11-12-2010<br />

- 65 -


•Transmission line (z.d.). Geraadpleegd op<br />

http://www.aluminium.gl/en/hydropower__aluminium/hydroelectric_power_potentials_in_greenland/transmi<br />

ssion_line, 21-10-2010.<br />

•Vil dele nationalpark op. Sermitsiaq AG (19-08-2009). Geraadpleegd op<br />

http://sermitsiaq.gl/indland/article94101.ece, 30-11-2010.<br />

•Wat mag u verwachten onder sociaal-economisch? (z.d.). Geraadpleegd http://www.europrogs.be/sociaaleconomisch/wat-mag-u-verwachten-onder-sociaal-economisch,<br />

23-09-2010.<br />

•Why Greenland? (z.d.). Geraadpleegd op http://www.hudsonresources.ca/about.asp, 30-11-2010.<br />

• Beeldbronnen •<br />

•Reportage van het NOS Journaal aangaande China’s REE-winning (23-10-2010). Geraadpleegd op<br />

http://nos.nl/video/193347-china-wil-minder-aardmetalen-exporteren.html, 24-10-2010.<br />

• Illustratieverantwoording •<br />

Van enkele afbeeldingen is de bron niet terplekke of in de annotaties genoteerd en daarom staan die<br />

hieronder vermeld:<br />

•Afbeelding op de omslag: bron verloren gegaan en onbekend, foto uit eigen database.<br />

•Basiskaart (Kalaallit Nunaat - Groenland - Grønland): NUNAGIS. Oorspronkelijke kaart zonder<br />

gegevens behalve het landschap.<br />

•Bijna alle afbeeldingen uit mijn reisverslag zijn uit eigen werk, op enkele kaartjes en de luchtfoto van<br />

Nuuk na. De bronnen hiervan zijn onbekend.<br />

• Appendix I: Themahoofdstuk Transport •<br />

Alle bronnen die gebruikt zijn voor het schrijven van Themahoofdstuk Transport staan onder<br />

bovenstaande kopjes vermeld.<br />

• Appendix II: mijn reisverslag •<br />

De bijlage ‘Groenland’, het reisverslag van mijn reis naar Groenland in juli 2010, is bijgevoegd met de<br />

reden om de lezer van dit werkstuk een globaal idee te geven van hoe Groenland eruit ziet, voelt, in<br />

elkaar zit en om de lezer het werkstuk beter te doen begrijpen. Het is oorspronkelijk als<br />

sponsorboekje uitgegeven: mensen die mijn Groenlandreis financieel wilden steunen, kregen als<br />

dank – als wederzijdse geldstroom – mijn reisverslag. Het is dus nooit de bedoeling geweest om een<br />

wetenschappelijke tekst te schrijven waarvan alle informatie uit bronnen komt – ik ben me ervan<br />

bewust dat sommige informatie onjuist is, daar ik destijds nog maar weinig bronnen bestudeerd had.<br />

- 66 -


APPENDIX I • THEMAHOOFDSTUK TRANSPORT<br />

In dit onderwerpoverstijgende hoofdstuk wordt ingegaan op twee nieuwe verkeersaders in de<br />

wereld. Eén op mondiaal schaalniveau en één op regionaal niveau. De eerste ontwikkeling is de<br />

hernieuwde opening van de Noordwestelijke Doorvaart, de tweede ontwikkeling is de aanleg van<br />

Groenlands eerste grote weg buiten de bebouwde kom!<br />

Figuur 43. De zes zeeroutes van Rotterdam naar Sjanghai. De nummers corresponderen met de tabel<br />

‘Routes’. Een kaart van de Noordwestelijke Doorvaart zelf vindt u verderop.<br />

§1 • Noordwestelijke Doorvaart<br />

Er zijn twee routes ‘Om de Noord’. De meest bekende is die om Rusland heen, de Noordoostelijke<br />

Doorvaart (of Noordelijke zeeweg). Willem Barentsz heeft de doorgang gevonden, maar door het ijs<br />

was er geen doorkomen aan en strandde hij op Nova Zembla. Aan de andere kant van de Noordpool<br />

ligt tussen de Arctisch Canadese eilanden de Noordwestelijke Doorvaart. De toegangsroute ertoe<br />

leidt precies langs Zuidwest-Groenland.<br />

Routes<br />

Al eeuwen is men op zoek naar een snellere route van Europa naar Azië, maar tot 1906, toen Roald<br />

Amundsen erin slaagde de Noordwestelijke Doorvaart te bevaren, was dit onmogelijk. Sterker nog,<br />

tot 2006 was er geen enkel schip met commerciële doeleinden dat de poging waagde.<br />

De wereld kent een aantal routes om van Europa naar Azië te varen. In de tabel hieronder is<br />

de rechtstreekse afstand over zee tussen Rotterdam en Sjanghai gemeten aan de hand van Google<br />

Earth. De Noordwestelijke Doorvaart blijkt de op één na kortste en door gebruik te maken van de<br />

route zou de reisduur per vaart tot twaalf dagen minder kunnen zijn – met brandstofkosten van<br />

€12.000 per dag zou dat een groot economisch voordeel zijn voor rederijen.¹<br />

- 67 -


Route<br />

1 Noordwestelijke Doorvaart<br />

2 Noordoostelijke Doorvaart<br />

3 via het Suezkanaal<br />

4 via het Panamakanaal<br />

5 om Kaap de Goede Hoop<br />

6 om Kaap Hoorn<br />

Min. afstand<br />

16.000 km<br />

15.400 km<br />

20.000 km<br />

25.600 km<br />

26.000 km<br />

32.000 km<br />

Nadelen<br />

’s Winters ijsgang<br />

’s Winters ijsgang; Russische wateren<br />

Tol, piraterij (Somalië), smal kanaal<br />

Tol, beperkte afmetingen mogelijk (smal kanaal)<br />

Grote omweg<br />

Grote omweg<br />

Ontwikkelingen<br />

Pas in 2007 vond er commerciële scheepvaart plaats op de Noordwestelijke Passage. Dat is mogelijk,<br />

omdat door klimaatverandering ’s zomers de temperaturen zo hoog zijn dat het zeeijs grotendeels<br />

wegsmelt. Al sinds 1960 is de hoeveelheid zeeijs met 32% geslonken, meldt het bureau Environment<br />

Canada.² Dit geldt alleen voor de zomers: ’s winters blijven temperaturen ruim beneden het<br />

vriespunt. Bovendien zal de Noorwestelijke Doorvaart nooit helemaal ijsvrij worden: gletsjers en<br />

driftijs (zeeijs van elders dat weggedreven is, ‘oud zeeijs’) zal blijven drijven in de zeestraten. Bij<br />

grote ijsgang maar nog wel bevaarbaar water, wordt er in konvooi door de zeestraten gevaren.<br />

Strijd om de Noordpool<br />

Maar er is meer om de Noordpool te doen. Naast twee snelle zeeroutes langs Rusland en door<br />

Canada is de zeebodem er rijk aan gas en olie (tot 25% van de wereldvoorraden liggen onder de<br />

Noordelijke IJszee) en dat levert spanningen op. Rusland claimt een groot gedeelte van de<br />

Noordpool, maar ook de Verenigde Staten (Alaska), Canada, Groenland (Denemarken) en Noorwegen<br />

(Spitsbergen) zouden logischerwijs aanspraak kunnen maken op hun deel van de Noordpool.<br />

Het lijkt zo simpel: trek gewoon de lijn van de zeegrenzen van de landen door tot 90° N.B. en<br />

verdeel het neutrale land ertussen fiftyfifty. Maar geen van alle landen heeft daar oren naar. Rusland<br />

meent recht te hebben op bijna de gehele Noordpool en als provocatie heeft het in 2007 met een<br />

onderzeeër zijn driekleur geplant pal op het as van de aarde.<br />

Volgens de VN mag een land aanspraak maken op zeeterritoria als men kan bewijzen dat de<br />

zeebodem van het gebied een deel is van de eigen aardplaten waarop het land ligt en dat probeerde<br />

Rusland met de vlaggenplant te bewijzen. Voor Canada en de V.S. ligt het moeilijker: beide landen<br />

liggen op de Noord-Amerikaanse plaat. De kaarsrechte grens van Alaska met Canada knikt aan de<br />

Noordelijke IJszee onmiddellijk af richting Canada, aldus de V.S., waardoor beide zeeterritoria elkaar<br />

overlappen. 3<br />

Ook Canada heeft inmiddels haar subarctische wateren geclaimd, tot ongenoegen van de<br />

Verenigde Staten. Hoewel de zeestraten die de Noordwestelijke Doorvaart vormen volgens het VNzeerechtsverdrag<br />

ruim binnen de Exclusieve Economische Zone van 200 zeemijl vallen, menen de V.S.<br />

dat Canada geen aanspraak mag maken op de wateren en dat het internationaal vaarwater is. De<br />

kwestie is van belang omdat dit verdrag stelt dat Canada het recht heeft tol te heffen op<br />

(buitenlandse) schepen die gebruik maken van de Doorvaart.<br />

Ook Groenland is met Canada in discussie. Een piepklein eilandje (Hans Ø, nog geen 1,2 km in<br />

doorsnede) in de Straat van Nares is betwist gebied en wordt door beide staten opgeëist. Als een van<br />

beide landen zwicht, krijgt het andere land een smalle strook meer oppervlakte van de Noordpool –<br />

ten minste, als we de grenzen ‘eerlijk’ vastleggen. Een smalle strook oppervlak betekent misschien<br />

wel een paar miljoen vaten olie en ook niet geheel onbelangrijk: de grenzenvaststelling bepaalt ook<br />

wie waar de visrechten heeft!<br />

Impact Groenland<br />

Als Canada en de V.S. met Rusland in conflict raken over de grenzen en olievoorraden van Arctica, zal<br />

waarschijnlijk een groot gedeelte van het West-Europese vaarverkeer via de Noordwestelijke<br />

Doorvaart varen om zo Rusland te mijden – en misschien gooit Rusland ook zelf zijn wateren wel<br />

dicht. Dat zou resulteren in intensief scheepvaartverkeer voor de kust langs Zuid- en West-<br />

Groenland. Voor bedrijven ligt Groenland dan opeens goed in de wereld: halverwege de fabrikant<br />

- 68 -


(China) en afnemer (V.S. en Europa) ligt het land dat veel bodemrijkdommen bezit. Ook voor ander<br />

scheepvaartverkeer, dat zijn stoffen niet op Groenland wint, ligt Groenland gunstig op de route<br />

(geografische ligging!). Zuid- en West-Groenlandse steden floreren zo door langsvarende schepen die<br />

er bijtanken, stormen uitzitten of pauzeren. Als gevolg zou er een enorme economische impuls<br />

komen bovenop de huidige nieuwe (mijnbouw)projecten!<br />

In geval van een Tweede Koude Oorlog tussen de V.S., Canada en Rusland zou Groenland aan<br />

de frontlinie komen te staan. De Amerikanen bezitten nog steeds in Noord-Groenland een<br />

luchtmachtbasis (Thule Air Base), om Rusland (en Oost-Canada) onder controle te kunnen houden.<br />

Voor Groenland zou dit een betere relatie met de westersgezinden kunnen betekenen.<br />

Natuurlijk brengt het groeiende scheepvaartverkeer nieuwe problemen met zich mee. De<br />

omgeving is zeer kwetsbaar en bij bijvoorbeeld olierampen kan de natuur zich veel minder snel<br />

herstellen dan in warmere gebieden. Ook de Arctische fauna kan slecht tegen een stootje. Eén<br />

olieramp kan een gebied geheel levenloos maken, zoals gebeurd is met de olietanker Exxon Valdez<br />

nabij Alaska. Voor Groenland betekent een olieramp de teloorgang van de diversiteit aan flora en<br />

fauna en dus het verlies van een grote banensector (visserij).<br />

Annotaties<br />

¹ Schultz-lorentzen, C. (2009). Desirable sea route close to becoming reality. Suluk. Geraadpleegd op<br />

http://www.airgreenland.com/files/pdf/suluk/090301_Suluk_2009_No_2.pdf, 31-10-2010. (p25)<br />

² Iceless Northwest Passage greets Finnish sailors. Sikunews (27-10-2010). Geraadpleegd op<br />

http://www.sikunews.com/News/Finland/Iceless-Northwest-Passage-greets-Finnish-sailors-8156, 16-11-2010.<br />

3 Arctic map shows territory claims (06-08-2008). Environmentalresearchweb. Geraadpleegd op<br />

http://environmentalresearchweb.org/cws/article/news/35330, 16-11-2010.<br />

§2 • Weg Sisimiut-Kangerlussuaq<br />

Het is al eerder aan de orde geweest: het fabeltje dat Groenland geen wegen buiten de bebouwde<br />

kom heeft. Onzin! Tussen Ivittuut en Grønnedal en nabij Arsuk ligt bijna vijf kilometer weg (en een<br />

motel!) en rond Kangerlussuaq ligt bijna honderd kilometer aan puinwegen – alleen leiden die van<br />

niets naar nergens. De eerste serieuze weg buiten de bebouwde kom bestaat nog niet, maar er<br />

liggen plannen op de tekentafel.<br />

Tracé<br />

Kangerlussuaq is qua ligging op Groenland uniek: het is de enige nederzetting die zich in het<br />

binnenland bevindt, aan het uiteinde/begin van een fjord, dichtbij het Inlandijs. Alle andere plaatsen<br />

volgen de rand van de open zee en bevinden zich langs de Groenlandse westkust op een noordzuidbasis.<br />

En dat terwijl alle fjorden en meren ‘horizontaal’ op een oostwestbasis liggen. Omdat<br />

Kangerlussuaq ongeveer op dezelfde breedte ligt als Sisimiut en de plaatsen als enige parallel lopen<br />

aan de fjorden, heeft de gemeente nu plannen om een goede, onverharde weg aan te leggen.<br />

Deze weg is technisch goed haalbaar: het tracé wordt nu al door de prestigieuze Arctic Circle<br />

Race* bereden, een langlaufrace tussen beide plaatsen. Sledes en sneeuwscooters rijden ’s winters<br />

ook heen en weer, toeristen hiken er ’s zomers over. Het enige nadeel van een weg over de toendra<br />

is de ondergrond: in mei ontdooit de bovenste aardhorizont, in september bevriest die weer. Dit leidt<br />

tot tijdelijke onbegaanbaarheid. ’s Winters moet de weg van dikke pakken sneeuw ontdaan worden,<br />

maar met de juiste zorg zijn wegen in de Arctis meestal berijdbaar, desnoods in konvooien, zoals in<br />

Finnmark (Noorwegen) het geval is.<br />

De afstand tussen Kangerlussuaq en Sisimiut bedraagt 128 km hemelsbreed, het geplande<br />

tracé 170 km. Doordat de Amerikanen in de Koude Oorlog een groot wegennet van niets naar<br />

nergens hebben aangelegd, ligt al zo’n 15 km rijklaar! En er hoeft maar één rivier overbrugd te<br />

worden over de gehele route, verder zijn voorden (ondiepe, doorwaadbare plaatsen in beekjes)<br />

toereikend.<br />

- 69 -


Noodzaak<br />

De gemeente Qeqqata noemt op haar website een aantal redenen om deze weg te bouwen¹:<br />

De weg zal een grote impuls geven voor Kangerlussuaq en Sisimiut. Luchtvracht kan in<br />

Kangerlussuaq aankomen en per vrachtwagen verder vervoerd worden. Deze verbetering va<br />

de infrastructuur is zodoende erg kostenbesparend;<br />

Voor mijnbouwbedrijven komt veel voorheen onbereikbaar terrein binnen handbereik. Zo<br />

kunnen bauxiet en bakstenen gemakkelijk gewonnen worden;<br />

Ook kunnen bedrijven daadwerkelijk gebruikmaken van de haven van Sisimiut en kunnen ze<br />

kosten besparen op de aanleg van een eigen haven dieper in het binnenland;<br />

Met de Noordwestelijke Doorvaart ligt Sisimiut ook nog eens gunstig aan de<br />

scheepvaartroutes. Een weg zou goede reclame zijn voor bedrijven om zich in de regio te<br />

vestigen;<br />

De primaire sector kan ook meeprofiteren: meren worden bereikbaar en dus geschikt voor<br />

zoetwatervisserij; muskusos- en rendierkuddes kunnen vrijelijk rondlopen en door<br />

vrachtwagens naar slachthuizen gereden worden (efficiënte extensieve veeteelt);<br />

Er bestaan plannen om de luchthavens van Ilulissat en Nuuk uit te breiden, waardoor<br />

Kangerlussuaq een overbodige luchthaven wordt. Om de plaats na de sluiting van de<br />

luchthaven toch bereikbaar te houden voor o.a. toeristen – Kangerlussuaq is goed<br />

georganiseerd wat betreft het toerisme – is een wegverbinding essentieel.<br />

Grote goederen moeten per schip naar Kangerlussuaq gevaren worden. ’s Winters vriest de<br />

fjord dicht en is de plaats onbereikbaar over water, terwijl in Sisimiut een prima haven ligt;<br />

Het dorp Sarfannguit, dat langs de route ligt, zal ook kunnen profiteren van de weg. De<br />

vergrijzing van het dorp kan teruggedrongen worden en verzorgende activiteiten zullen<br />

opkomen (tankstations e.d.);<br />

De weg zal een impuls geven aan het toerisme;<br />

De aanleg van stroomleidingen tussen waterkrachtcentrales en nederzettingen zal veel<br />

gemakkelijker en goedkoper zijn;<br />

Vervoer over weg zou minder CO2-uitstoot betekenen. Hier denk ik anders over: nu vliegen<br />

tussen Kangerlussuaq en Sisimiut twee tot drie Dash 7’s per dag, met een capaciteit van ca.<br />

vijftig passagiers. Vervoer over de weg is daarentegen niet gelimiteerd tot een maximum<br />

passagiers en er zal veel meer verkeer op gang komen dan nu. Auto’s zijn relatief wel zuiniger<br />

dan sneeuwscooters.<br />

Verder schrijft de gemeente op haar website dat de weg door dit alles economisch haalbaar is; al in<br />

de jaren ’60 zou de aanleg ervan geloond hebben! Voor een economie als Groenland zijn de<br />

geraamde kosten, tussen de 33,4 en 65,5 miljoen euro, niet zo gemakkelijk op te hoesten en dus blijft<br />

het toch een risicovol project.<br />

Bezwaren<br />

De eerste highway van Groenland, met welgeteld één afslag naar Sarfannguit, heeft ook enkele<br />

bezwaren. Natuurlijk legt de weg een hoop natuur bloot die voorheen onbereikbaar was, wat<br />

onherroepelijk tot beschadiging zal leiden: afval in de bermen, wellicht nieuwe nederzettingen met<br />

tankstations of mijnen en dus ook veel vervuiling. Daarentegen is er op Groenland maar één gebied<br />

dat door een weg doorkruist kan worden (waar dat zinvol is) en gezien Groenlands grootte gaat er<br />

(relatief) maar een klein gebied ‘verloren’.<br />

De gevolgen van vervuiling strekken echter zonder voorzorgsmaatregelen verder. Zware<br />

metalen kunnen in het grondwater terechtkomen, dat via beekjes in zee stroomt, waar het de vis<br />

vergiftigt. Vogelpopulaties slinken als ze plastic binnenkrijgen en sterven. De biodiversiteit en<br />

ecologische structuren als voedselketens zullen verstoord worden.<br />

- 70 -


Bouw<br />

De plannen liggen nog op de tekentafel, maar in een donker kamertje dat gesloten blijft tot de<br />

recessie voorbij is. In 2002 begon men met het plan, in 2006 is een ontwerpbureau aangesteld. Anno<br />

2010 ligt er nog geen enkel stuk wegdek. Sinds de enorme groei van de visserijsector in de jaren<br />

2004-2006 is de gemeente voorlopig meer bezig met de uitbreiding van de haven en<br />

industrieterreinen van Sisimiut, waarbij ruimte overgehouden wordt voor een olieterminal…²<br />

Annotaties<br />

¹ The road (z.d.). Geraadpleegd op http://www.sisimiut.gl/Business/The-road.aspx, 28-11-2010.<br />

² Harbour Development (z.d.). Geraadpleegd op http://www.sisimiut.gl/Business/Business-development/Harbourdevelopment.aspx,<br />

28-10-2010.<br />

*= de Arctic Circle Race is een van ’s wereld grootste meerdaagse ski- en langlaufraces en volgt de route van de Arctic Circle<br />

Trail, die ongeveer het beoogde tracé van de nieuwe weg volgt.<br />

Figuur 45 Een detailkaart van een stuk van de Arctic Circle Trail, met als inzetjes foto’s van de enige<br />

(voetgangers)brug op de route, om een idee van het reliëf van de regio te geven. Bron: Sisimiut Kommunea.<br />

Figuur 44 (volgende pagina). Een kaart van de ‘westelijke helft van het Noordpoolgebied’. De groene lijn in de kaart<br />

moet globaal de route van de Noordwestelijke Doorvaart voorstellen. De route – Engels: Northwest Passage – volgt een<br />

stel zeestraten, waarvan de belangrijkste de Lancaster Sound is. De noordpijl ontbreekt als vanzelfsprekend: zowel de<br />

richting van het geografische als magnetische noorden is variabel al naar gelang de locatie. Bron: ANWB Wereldatlas.<br />

- 71 -


- 72 -


APPENDIX II • MIJN REISVERSLAG<br />

- 73 -


- 74 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!