11.09.2013 Views

Leerstijlen - CPS

Leerstijlen - CPS

Leerstijlen - CPS

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

In onderstaand artikel wordt dieper ingegaan op “leervoorkeuren”. Ook kun je daar nog een test doen.<br />

Sturen op leervoorkeuren 1 .<br />

Voorkeurstijlen bij het leren, Language of learning Simons, Ruijters<br />

Om optimaal resultaat te halen uit het leren, is het belangrijk te weten in welke situatie, welke context u bij<br />

voorkeur leert.<br />

We onderscheiden de volgende vijf contexten:<br />

1 Een context die uitnodigt tot 'kunst afkijken': denk aan leren van het kijken naar anderen, je afvragen<br />

'wat werkt?' meeliften, overnemen, leren in het echte leven, druk is oké.<br />

2 Een context die uitnodigt tot 'participeren': denk aan het leren in dialoog, met anderen leren, samen<br />

iets uitzoeken, onderling vertrouwen.<br />

3 Een context die uitnodigt tot 'kennis verwerven': denk aan met een boek op de bank; een college of<br />

lezing, leren van experts, doelgerichtheid.<br />

4 Een context die uitnodigt tot 'oefenen': Denk aan oefenen, training of begeleiding op de werkplek,<br />

veiligheid, coaching.<br />

5 Een context die uitnodigt tot 'ontdekken': denk aan het in het diepe springen, nieuwsgierigheid,<br />

toeval, creativiteit.<br />

1. Kunst afkijken.<br />

Leren wordt vaak geassocieerd met rust en veiligheid. Kunst afkijken floreert echter onder spanning. Voor de<br />

lerenden van deze metafoor is de dagelijkse praktijk de beste leeromgeving: die is hectisch, vrij<br />

onvoorspelbaar en constant in beweging. Zij zoeken zelf de situaties op waar zij iets van leren. Ze horen dan<br />

ook graag een goed verhaal over een ‘best-practice’, en hebben respect voor inhoudelijke expertise. Ze leren<br />

door goed te observeren en van anderen te horen wat werkt. Ze analseren wat wel en niet tot succes leidt en<br />

wat bruikbaar is, en passen dat zelf toe. Meeliften is voor hen dus geen manier om het leren (of werk) te<br />

omzeilen maar juist om verder te komen. “Je laat liggen wat je al weet of niet nodig hebt en stapt meteen<br />

door naar de ‘complexe’ situatie”. Deze lerenden raken zeker niet gemotiveerd door een spel- of<br />

oefensituatie. Ze ervaren dit al snel als ‘kinderspel’. Ze leren het liefst in de échte wereld (in plaats van de<br />

leerwereld) waar ze worden uitgedaagd om in een grote complexiteit dingen voor elkaar te krijgen. Dat<br />

betekent dat de uitdaging er ook in ligt om fouten te voorkomen of om van een nadeel een voordeel te maken.<br />

Kenmerken van het leren:<br />

Leert het liefst in echte situaties, de praktijk van alle dag.<br />

Leert onder druk, in situaties die complex, urgent, belangrijk zijn<br />

Leert van best-practices<br />

Leert van eigen en andermans successen.<br />

Leert middels observeren en helder analyseren.<br />

Contra-indicaties voor het leren:<br />

Praat niet graag over het leren zelf.<br />

Haakt af bij lange verhalen of gesprekken.<br />

Haakt af bij een nadruk op reflectie en bij veel verdieping (meer kennis en achtergronden dan strict nodig<br />

is voor het oplossen van het probleem)<br />

Heeft vaak een allergie voor oefenen, doen alsof, herhaling.<br />

Samenwerking:<br />

Heeft vaak moeite met mensen die de veiligheid opzoeken, geen risico’s nemen.<br />

Herkent zich in de resultaatgerichtheid van het kennis verwerven maar is eerder op zoek naar wat werkt<br />

dan hoe het in elkaar zit.<br />

Irritatie kan ontstaan bij het participeren: te veel nadruk op vertrouwen, tijd nemen voor het gesprek, te<br />

langzaam toewerken naar resultaat.<br />

1 Uit: Manon Ruijters – liefde voor leren 2006<br />

1 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


2. Participeren<br />

Leren is in het verleden vaak gezien als een individueel proces. Steeds vaker wordt echter de sociale kant van<br />

het leren onderstreept. Leren doe je met en van elkaar. Kennis is niet iets objectiefs; iedereen heeft zijn eigen<br />

betekenis maar door erover te praten kom je tot een gezamenlijke betekenis. Mensen die juist samen met<br />

anderen goed tot leren komen, hebben het ‘sparren’ nodig om eigen ideeën helder te krijgen en aan te<br />

scherpen. Je wordt gedwongen om iets onder woorden te brengen. Bovendien word je gevoed door reacties en<br />

ideeën van anderen. En het is voor iedereen een win-win situatie. Leren is voor deze lerenden het<br />

gemakkelijkst in een groep die aandacht heeft voor elkaar en waar men elkaar vertrouwt. Samen sta je sterk<br />

en kun je fouten voorkomen. Begeleiding kan interessant zijn, vooral in de vorm van een teamcoach die<br />

enigszins stuurt op de samenwerking. Maar onderling taken verdelen of een wisselend voorzitterschap is ook<br />

een goed alternatief.<br />

Kenmerken van het leren:<br />

Leert graag met en van elkaar.<br />

Is graag in gesprek en interactie.<br />

Leert in activiteit.<br />

Leert door te participeren.<br />

Hecht veel waarde aan (onderling) vertrouwen.<br />

Contra-indicaties voor het leren:<br />

Heeft moeite om tot leren te komen bij teveel gelijkheid, gelijkgestemdheid (je moet elkaar wat te<br />

bieden hebben), groupthink.<br />

Heeft moeite om tot leren te komen bij gebrek aan significante anderen.<br />

Heeft moeite met ongelijkheid in teams (mensen die geen verantwoordelijkheid nemen of zich onttrekken<br />

aan het team).<br />

Blokkeert als er te weinig tijd is om van gedachten te wisselen.<br />

Samenwerking:<br />

Mensen die graag participerend leren hebben niet zo snel een probleem in de keuze voor samenwerking.<br />

Soms kan het botsen met mensen die kennis verwerven of kunst afkijken omdat er te weinig tijd wordt<br />

genomen om een band op te bouwen en er uit het oogpunt van efficiency snel wordt gekozen voor taak<br />

verdelen.<br />

2 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


3. Kennis verwerven<br />

Veel begeleiders en docenten zijn op zoek naar manieren om de theorie dichter bij de praktijk te brengen en<br />

uit de greep van het klassikale systeem te komen. Maar er zijn ook mensen die juist de voorkeur geven aan<br />

deze manier van leren. Zij hechten belang aan overdracht van kennis en aanleren van vaardigheden. Zij leren<br />

vaak goed in een gestructureerde situatie waarin doelen zijn gesteld en waar het onderwijs wordt verzorgd<br />

door ‘vakmensen’, docenten die hun vak goed beheersen. Of zij verdiepen zich graag in vakkennis en zijn thuis<br />

te vinden met een boek op de bank. Kennis speelt dus een belangrijke rol. ‘Fouten moet je voorkomen.’ Lukt<br />

dat niet dan is dat een signaal van verkeerde planning, slechte voorbereiding of onvoldoende kennis.<br />

Deze lerenden weten wat ze willen weten; ze richten hun leren op het bereiken van een concreet eindresultaat<br />

in heldere tussenstappen.<br />

Kenmerken van het leren:<br />

Heeft baat bij structuur in het aanbod en in de inhoud.<br />

Hecht belang aan objectiviteit, zoekt ook zelf naar objectieve kennis.<br />

Heeft kennisbronnen in de omgeving van het leren nodig: in mensen (expertise) en materialen (literatuur<br />

e.d.)<br />

Contra-indicaties voor het leren:<br />

Heeft vaak een allergie voor onwetendheid, onnadenkendheid.<br />

Houdt niet van mensen of processen die oppervlakkig of kort door de bocht gaan.<br />

Wil graag eerst weten van de hoed en de rand voor ergens mee aan de slag te gaan.<br />

Samenwerking:<br />

Heeft moeite met mensen die vanuit het niets willen ontdekken, creëren. Heeft zelf juist ruimte en tijd<br />

nodig om goed geïnformeerd aan de slag te gaan.<br />

Kan moeite hebben met te grote procesoriëntatie (praten over hoe in plaats van wat).<br />

Mensen die bij voorkeur kennis verwerven, herkennen zich vaak in de resultaatgerichtheid van de mensen<br />

die kunst afkijken.<br />

3 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


4. Oefenen<br />

Naast kennis verwerven is oefenen wellicht de bekendste leercontext. Bekende vormen van oefenen zijn het<br />

rollenspel of een ‘klassieke training’. Grootste zorg daarbij is hoe je het geleerde toepast in de praktijk.<br />

Daarom wordt alles overwegend geoefend en geleerd in situaties die de praktijk zoveel mogelijk benaderen.<br />

Recentelijk wordt veel op de werkplek geoefend; denk aan training-on-the-job, stages en rollenspel. Centraal<br />

blijft daarbij wel staan dat het een ‘leersituatie’ betreft. Dat betekent dat de omgeving veilig genoeg moet<br />

zijn om fouten te mogen en durven maken. En de omgeving moet niet zo complex zijn dat lerenden geen<br />

ruimte hebben om zich te kunnen concentreren op het leren. Bovendien moet er voldoende rust zijn om te<br />

kunnen reflecteren. Leren kan dus het best in een rustige, veilige, niet te complexe maar wel realistische<br />

omgeving waar men kan experimenteren, vragen kan stellen en tijd krijgt om over iets na te denken. De<br />

begeleiding kan vanuit de praktijk komen of een goede docent zijn. Belangrijk is dat er iemand is die het leren<br />

kan begeleiden, situaties kan vereenvoudigen, op dingen kan wijzen of juist iets kan aanreiken dat je weer een<br />

stap verder brengt. Met de begeleider kun je ook fouten bespreken want fouten zijn een bron van informatie<br />

om van te leren.<br />

Kenmerken van het leren:<br />

Is geïnteresseerd in leren, in het eigen leren en in praten over leren.<br />

Heeft behoefte aan herhaling.<br />

Heeft het leren van fouten vaak hoog in het vaandel staan en wil van daaruit tijd en ruimte voor reflectie<br />

en feedback.<br />

Heeft behoefte aan veiligheid.<br />

Hecht belang aan begeleiding in het leren.<br />

Contra-indicaties voor het leren:<br />

Heeft moeite met te veel nieuwe dingen tegelijkertijd in de praktijk brengen (omgeving met veel<br />

innovatie op de werkplek).<br />

Gebrek aan gevoel van bekwaamheid heeft sterke negatieve invloed op het leren.<br />

Heeft moeite met situaties waarin te weinig tijd en ruimte is voor reflectie.<br />

Samenwerking:<br />

Werkt moeilijk samen met mensen die graag de kunst afkijken. Het verschil tussen reëel (van kunst<br />

afkijken) en realistisch (van oefenen) is cruciaal en deze begrippen staan haaks op elkaar. De scherpte,<br />

resultaatgerichtheid, complexiteit en druk waarbij iemand die de kunst afkijkt wel vaart, zorgt bij iemand<br />

die behoefte heeft aan oefenen juist voor onveiligheid en onzekerheid, waardoor het leren geblokkeerd<br />

wordt.<br />

Vaak ontstaat er een zekere resonantie met mensen die graag participeren, omdat beiden sturen op de<br />

onderlinge verhoudingen, met name veiligheid en vertrouwen.<br />

4 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


5. Ontdekken<br />

Ontdekkend leren gaat ervan uit dat leven en leren synoniemen zijn. Leren doe je niet alleen tijdens een<br />

opleiding, leren doe je continu. Niet leren bestaat niet. Dit bewustzijn maakt dat mensen veel leren uit de<br />

dagelijkse gang van zaken en de onverwachte gebeurtenissen die zich voordoen. Leren in een officiële<br />

leersituatie (zoals een opleiding of workshop) is vaak te beperkend, te voorgestructureerd. Een grote mate van<br />

vrijheid is belangrijk. Deze lerenden zoeken graag hun eigen weg. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs de meest<br />

efficiënte weg te zijn als het maar de meest interessante is.<br />

Een ‘ontdekker’ zoekt naar inspiratie en betekenis en haalt dit uit zijn omgeving, vrienden, omstanders, en<br />

dergelijke. Kennis is wat je er zelf van maakt. Wat voor jezelf betekenisvol is, blijft hangen en wordt gebruikt.<br />

Een begeleider van het leerproces is niet nodig maar een inspirerend ‘docent’ of ‘begeleider’ wordt serieus<br />

genomen. Deze lerenden zijn vaak herkenbaar aan een drang naar creativiteit en het zelf willen uitvinden. Ze<br />

kunnen in eerste instantie wel eens chaotisch overkomen. Fouten horen erbij en houden je alert. Kost iets te<br />

veel moeite dan weet je dat je een andere richting uit moet.<br />

Kenmerken van het leren:<br />

Hecht belang aan zelfsturing.<br />

Leert eerder in leef- dan in leersituaties.<br />

Leert door zelf uitproberen, zelf betekenis te geven op basis van impliciete kennis en kan goed overweg<br />

met verschil in betekenissen (zoekt niet naar de waarheid).<br />

Leert door interesse gedreven.<br />

Leert in uitdagende situaties.<br />

Contra-indicaties voor het leren:<br />

Houdt niet van veel begeleiding (inspiratie en vrijheid zijn in de begeleiding het meest belangrijk).<br />

Houdt niet van structurering rond wat er moet worden geleerd. Vindt het vaak zelfs niet prettig als vooraf<br />

al bekend is wat er geleerd moet worden.<br />

Heeft de neiging om veel interessant te vinden dus: een groot aanbod en te veel keuzes kunnen<br />

contraproductief werken.<br />

Samenwerking:<br />

Samenwerking met mensen die erg gericht zijn op kennis kan problematisch zijn. Kennisverwervers kunnen<br />

gezien worden als vertragend.<br />

Herkent zich in het leren in en om de praktijk die ook eigen is aan kunst afkijken. Het grote verschil zit<br />

met name in het aan den lijve willen ondervinden. Men neemt wel over maar pas nadat men het zelf heeft<br />

ervaren.<br />

5 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


Vb Toepassing leervoorkeuren bij een cursus over fotografie:<br />

1. een lezing over de werking van lenzen.<br />

2. Een debat over de manipulatie van fotografie<br />

3. Een begeleide oefening over contrasten in zwart-witfoto’s<br />

4. een gesprek met een ervaren fotograaf over het maken van reportages<br />

5. een experimenteersessie over close-ups waarbij de deelnemers de beschikking hadden over eigen<br />

camera’s en internet.<br />

Vb Toepassing vanuit een team mbo<br />

Het schrijven van een sollicitatiebrief:<br />

Kunst afkijken.<br />

De Kunstafkijker schrijft het liefst direct voor het echte. Geef hem een paar goede voorbeeld brieven, vertel<br />

kort en krachtig aan welke eisen een brief moet voldoen of laat hem in gesprek gaan met een medewerker van<br />

personeelszaken die een goed verhaal heeft.<br />

Laat hem een brief schrijven voor een vakantiebaan of weekend baan. Voor een rol in een project op school.<br />

Kortom voor iets wat hij direct kan gebruiken en waar enige druk achter zit.<br />

Participeren<br />

Geef een groepje leerlingen een aantal sollicitatiebrieven voor een bepaald project of een bepaalde functie en<br />

laat ze bespreken welke zij goed en minder goed vinden. Laat ze in overleg een aantal criteria opstellen waar<br />

een brief aan moet voldoen of geef ze deze en laat ze samen uitzoeken welke brieven aan deze criteria<br />

voldoen.<br />

Uiteindelijk schrijven ze allemaal een brief voor een echte situatie en daarbij helpen ze elkaar door feedback<br />

te geven op elkaars brieven en door ze samen door te nemen en suggesties ter verbetering te geven aan elkaar.<br />

Kennisverwerven<br />

Geef een college waar alle elementen van het schrijven van een sollicitatiebrief goed op een rijtje staan. Bied<br />

heel gestructureerd de lesstof aan en geef duidelijk aan welke stappen gezet moeten worden en waarom. Of<br />

geef de leerlingen een duidelijke tekst over het schrijven van een sollicitatie brief met goede instructies die<br />

stap voor stap opgevolgd kunnen worden.<br />

Laat de leerling uiteindelijk een brief schrijven volgens de instructies. Dit kan voor een reële sollicitatie maar<br />

dat hoeft niet.<br />

Oefenen<br />

Geef de leerlingen een goede instructie ( niet te lang en te diep) en laat ze een proef brief schrijven voor een<br />

bestaande sollicitatie. Neem deze brief met ze door, bespreek aan de hand van criteria wat goed is en wat<br />

beter kan. Laat ze de brief verbeteren en neem hem nogmaals door. (je kunt hier eventueel de participanten<br />

voor inzetten, door samen met de oefenaars de brief te bekijken of de kennisverwervers nadat die zelf een<br />

brief geschreven hebben en de theorie uit kunnen leggen) Niet met iemand van personeelszaken dat is onveilig.<br />

Pas als de leerling zeker is van zijn brief schrijft hij hem definitief ( en kan hij hem eventueel met iemand van<br />

personeelszaken bespreken).<br />

Ontdekken.<br />

Laat de leerling een brief schrijven voor een reële situatie zoals de leerling denkt dat een sollicitatiebrief er<br />

uit moet zien. Vraag wat hij zelf goed vindt aan deze brief en waar hij over twijfelt.<br />

Laat hem de brief bespreken met een deskundige bv iemand van personeelszaken die eerlijk feedback geeft op<br />

de brief.<br />

Geef hem zo weinig mogelijk instructie, na het schrijven van een brief kun je eventueel enkele tips geven voor<br />

de structuur van een brief maar geef ook de ruimte een eigen structuur te vinden ( en eventueel tegen de lamp<br />

te lopen).<br />

6 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


Test: leerstijlen, Werkwijze ontdekken van leervoorkeuren:<br />

Het Situgram bestaat uit 15 vragen. Op elke vraag volgen vier of vijf antwoorden. Ga bij het beantwoorden van<br />

de vragen uit van een gemiddelde voorkeur (3). Spreekt een bepaalde context u (zeer) aan, kies dan 4 of 5.<br />

Vindt u een context minder plezierig of vervelend, kies dan 2 of 1. De aanwijzingen om uw leren te sturen<br />

worden duidelijker naarmate u vaker kiest voor uitersten Het gaat over uw eigen leren, niet over het leren van<br />

anderen (leerlingen, medewerkers, deelnemers en dergelijke).<br />

1<br />

1 = niet<br />

2 = minder dan gemiddeld<br />

3 = gemiddeld<br />

4 = meer dan gemiddeld<br />

5 = helemaal<br />

Score:<br />

a. Noteer per vraag de score in het witte vakje van dezelfde regel. Soms moet je de score twee keer<br />

noteren.<br />

b. Tel deze scores per kolom op.<br />

c. Trek van elk subtotaal 45 punten af.<br />

d. Plaats de gegevens in het situgram:<br />

C<br />

O<br />

N<br />

T<br />

E<br />

X<br />

T<br />

2 3 4 5<br />

niet gemiddeld helemaal<br />

-30 -25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30<br />

voorkeur<br />

Kunst afkijken<br />

Participeren<br />

Kennis verwerven<br />

Oefenen<br />

Ontdekken<br />

7 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


1. Welke omstandigheden helpen u bij uw ontwikkeling?<br />

Wanneer er tijd en ruimte is om te oefenen<br />

Omgevingen waarin veel kennisbronnen aanwezig zijn<br />

Werksituaties waar ik nieuwe, interessante vraagstukken tegenkom<br />

Een inspirerende ontmoeting met anderen<br />

Complexe vraagstukken waarbij op korte termijn een oplossing moet<br />

worden geboden<br />

2. Hoe verwerft u kennis?<br />

Door goed te kijken wat werkt<br />

Door in gesprek te gaan met anderen<br />

Door leeractiviteiten te ondernemen<br />

Door alles wat ik doe<br />

3. Welke emoties helpen u bij uw ontwikkeling?<br />

Inspiratie, nieuwsgierigheid<br />

Veiligheid, vertrouwen<br />

Helderheid, zekerheid<br />

Spanning, werkdruk<br />

4.Waaraan ergert u zich in leeractiviteiten?<br />

Wanneer iets te langdradig is.<br />

Wanneer mensen zich onttrekken aan het team.<br />

Wanneer er sprake is van onwetendheid, te weinig kennis van zaken.<br />

Wanneer ik iets moet doen zonder dat ik me bekwaam voel.<br />

Wanneer alles is dichtgetimmerd.<br />

5. Wat betekent samenwerken voor uw ontwikkeling?<br />

In gesprek met anderen los ik gemakkelijker problemen op.<br />

Met anderen leren is efficiënter.<br />

Anderen helpen mij.<br />

Ik zie anderen als klankbord voor mijn ideeën.<br />

6. Hoe gaat u om met fouten?<br />

Van fouten kie ik maak, leer ik veel.<br />

Fouten houden me alert.<br />

Ik probeer fouten te voorkomen door een grondige voorbereiding.<br />

Van fouten leer ik niet veel.<br />

7. Waar gaat uw voorkeur in opleidingen naar uit?<br />

Leren rond een praktijkopdracht.<br />

Intervisie.<br />

Trainingen en workshops<br />

Bedrijfsbezoeken<br />

Lezingen en colleges<br />

8 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


8. Wat of wie bepaalt de richting van wu ontwikkeling?<br />

Dat wordt bepaald door wat ik tegenkom in mijn werk of daarbuiten<br />

Dat wordt bepaald door de ontwikkelingsrichting van mijn team<br />

Mijn ontwikkeling plan ik met hulp van een coach, manager of trainer<br />

Ik vind dat mijn ontwikkeling dient bij te dragen aan de<br />

organisatieontwikkeling.<br />

9. Hoe organiseert u het leren in uw werk?<br />

Ik zoek de discussie met anderen op<br />

Ik lees op z’n tijd een goed boek<br />

Ik kom genoeg tegen in mijn dagelijkse werk<br />

Ik oefen bewust nieuw gedrag<br />

10. Wat is de belangrijkste valkuil in uw ontwikkeling?<br />

Te weinig tijd nemen om na te denken<br />

Te lang blijven hangen in bespiegelingen<br />

Te veel interessant vinden<br />

Blijven zoeken naar de waarheid<br />

Snel verveeld zijn<br />

11. Wie zet u in het werk aan tot denken?<br />

Deskundigen<br />

Collega’s en vakgenoten<br />

Kritische buitenstaanders<br />

Dat kan iedereen zijn<br />

12. Hoe reageert u op onbekende situaties?<br />

Ik duik in het diepe<br />

Ik vraag advies aan anderen<br />

Ik zorg dat ik eerst kan droogzwemmen<br />

Ik probeer zo veel mogelijk te weten te komen<br />

13. Waarover beschikt de ideale begeleider?<br />

Didactische vaardigheden<br />

Vaardigheden in het begeleiden van groepsprocessen<br />

Praktijkervaring<br />

Scherpzinnigheid<br />

Vakkennis<br />

14. Welke kennis vindt u belangrijk?<br />

Expertise<br />

Gedeeld inzicht<br />

9 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


Bewezen kennis<br />

Kennis die houvast biedt<br />

15. Wat zet u aan het denken?<br />

Succesvolle oplossingen<br />

Verschillen in standpunten<br />

Mijn eigen handelen<br />

De benodigde kennis<br />

Totaal:<br />

Minus 45<br />

10 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


Leerpunten n.a.v. de 0-meting:<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

Leerpunten van de groep:<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

Score situgramtest<br />

C<br />

O<br />

N<br />

T<br />

E<br />

X<br />

T<br />

voorkeur:<br />

-30 -25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25<br />

Kunst afkijken<br />

Participeren<br />

Kennis verwerven<br />

Oefenen<br />

Ontdekken<br />

Naam:<br />

11 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


Meervoudige intelligenties vanuit leervoorkeuren<br />

Wat: Over twee weken geef je als groep een presentatie over meervoudige.intelligenties en wat dit voor je<br />

didactiek kan betekenen.<br />

Hoe: kies uit één van de volgende vormen.<br />

Kunst afkijken Gebruik meervoudige intelligenties in je didactiek.<br />

Bron: werkvormen meervoudige intelligentie<br />

Participeren Zoek een maatje met wie je onderzoekt welke vormen van m.i. je eigenlijk<br />

al toepast.<br />

Bron: Gesprekken met elkaar<br />

Kennis verwerven Onderzoek bronnen over meervoudige intelligenties.<br />

Bron: Google op of multiple intelligences<br />

Oefenen Oefen met andere cursusdeelnemers drie activerende werkvormen vanuit<br />

intelligenties<br />

Bron: werkvormen meervoudige intelligentie<br />

Ontdekken Verzamel bij een aantal intelligenties een activerende werkvorm.<br />

Doe dit aan de hand van een interview met of een bezoek aan een collega.<br />

Bron: beschrijving meervoudige intelligenties;<br />

werkvormen meervoudige intelligenties;<br />

bezoek aan of interview met een collega<br />

12 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen


Meervoudige intelligenties vanuit leervoorkeuren<br />

Kunst afkijken Pas je presentatie van dadelijk aan aan de informatie die je nu hebt over<br />

meervoudige intelligenties. Gebruik daarbij van elke intelligentie 1<br />

voorkeur of vaardigheid.<br />

Participeren Zoek een maatje met wie je een recent gegeven les bespreekt. Onderzoek<br />

welke vaardigheden en voorkeuren, behorend bij welke intelligentie, al in<br />

de les zat en welke je kan toevoegen.<br />

Of: bespreek enkele deelnemers. Herken je voorkeurintelligenties? Welke<br />

intelligentie zou bij die deelnemer een goede insteek zijn voor een andere<br />

benadering.<br />

Kennis verwerven Verrijk je kennis van meervoudige intelligentie (via boek, stick, google) en<br />

maak ons dadelijk deelgenoot van je nieuwe inzichten. Je kan op zoek gaan<br />

naar meer informatie, naar good practices, ….<br />

Oefenen Bereid een les over meervoudige intelligenties voor die je aan jouw<br />

deelnemers kan geven.<br />

Probeer het straks op ons uit.<br />

Ontdekken Maak een wandelingetje in de omgeving en ontdek wat deze aan<br />

leercontext te bieden heeft – aansluitend bij meervoudige intelligenties.<br />

Als je dat vanuit jouw OC / jouw vak kan doen … prima.<br />

13 © <strong>CPS</strong> 2010 leerstijlen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!