Binnenmilieu & Gezondheid op School - Medisch Milieukundigen

Binnenmilieu & Gezondheid op School - Medisch Milieukundigen Binnenmilieu & Gezondheid op School - Medisch Milieukundigen

11.09.2013 Views

BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL • FOCUSVRAAG 3: Wat doen ze? Met andere woorden, wordt in basisscholen gewerkt aan de optimalisatie van het binnenmilieu? Hoe en door wie? • FOCUSVRAAG 4 EN 5: Wat vinden ze haalbaar om te doen in de toekomst? Met andere woorden, willen mensen actief in het basisonderwijs werken aan de optimalisatie van het binnenmilieu op school? Hoe? Het is duidelijk merkbaar dat er meer openheid komt naarmate het gesprek vor- dert. Dat kan enerzijds te wijten zijn aan het feit dat deelnemers zich meer comfortabel voelen naarmate de tijd verstrijkt. Anderzijds zijn de drie laatste vragen misschien meer herkenbaar en inpasbaar in hun eigen leefwereld. Er wordt dan ook meer gediscussieerd bij de drie laatste vragen. Hieronder zijn de algemene tendensen aangegeven. Daarbij worden ook citaten van de deelnemers aangehaald die typerend zijn voor het algemene beeld. 2.2.1. Wat weten ze? FOCUSVRAAG 1: Jullie weten waarschijnlijk dat buitenmilieu lucht, bodem, water is. Maar wat verstaan jullie onder binnenmilieu? M.a.w. welke factoren bepalen het binnenmilieu? Anders dan bij de volgende vragen geven de deelnemers hier een opsomming van de factoren die naar hun mening het binnenmilieu op school beïnvloeden. Het gespreksprotocol schrijft voor dat de onderzoeker de aangegeven punten op een bord schrijft. Dat heeft tot gevolg dat factoren zelden twee of meer keren vermeld worden. In eerste instantie geven de deelnemers de factoren aan waarvan ze vermoeden dat ze het binnenmilieu beïnvloeden: - verluchting; - warmte; - vocht of droogte; - mensen zelf; 32

- planten en dieren; - lokaal, oppervlakte per leerling; - geluid, zowel van binnen (aanpalende klaslokalen) als van buiten (snelweg); - inrichting; - kwaliteit van het materiaal; - soort activiteiten; - stof; - gebruikte producten, materialen; - verlichting; - GFT-afval; - geurhinder door toiletten in de buurt; - poetsen, hygiëne. ENKELE VOORBEELDEN: Deel II - Ervaringsbevraging “Je merkt toch dat als je meer dan een uur in de klas bent, dan krijg je echt zo’n muffe geur.” “Over verluchting is het toch ook eens op het nieuws geweest dat veel lokalen binnen vol schadelijke stoffen zitten, door slechte verluchting.” “Bij ons is er een klas waar ze een konijn hebben.” “Eigenlijk is het niet verantwoord, eigenlijk moeten er geen dieren zijn in de klas.” “Tapijten en kussens in klassen.” “Dat heeft ook met verlichting te maken; onvoldoende verlichting is ook wel slecht voor de kinderen hun ogen!” “Hoeveel kinderen er in de klas zitten, in verhouding dan met de grootte van de ruimte.” “De producten die gebruikt worden, bijvoorbeeld schoonmaakproducten, verfproducten.” De factoren die het binnenmilieu beïnvloeden worden door de verschillende groepen vrij volledig aangegeven, zij het door aanvulling op elkaar. De focusgesprekken met gemengde functies en minder personen gaven een iets beperkter beeld. 33

BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL<br />

• FOCUSVRAAG 3: Wat doen ze?<br />

Met andere woorden, wordt in basisscholen gewerkt aan de <strong>op</strong>timalisatie van<br />

het binnenmilieu? Hoe en door wie?<br />

• FOCUSVRAAG 4 EN 5: Wat vinden ze haalbaar om te doen in de toekomst?<br />

Met andere woorden, willen mensen actief in het basisonderwijs werken aan de<br />

<strong>op</strong>timalisatie van het binnenmilieu <strong>op</strong> school? Hoe?<br />

Het is duidelijk merkbaar dat er meer <strong>op</strong>enheid komt naarmate het gesprek vor-<br />

dert. Dat kan enerzijds te wijten zijn aan het feit dat deelnemers zich meer comfortabel<br />

voelen naarmate de tijd verstrijkt. Anderzijds zijn de drie laatste vragen misschien<br />

meer herkenbaar en inpasbaar in hun eigen leefwereld. Er wordt dan ook<br />

meer gediscussieerd bij de drie laatste vragen.<br />

Hieronder zijn de algemene tendensen aangegeven. Daarbij worden ook citaten<br />

van de deelnemers aangehaald die typerend zijn voor het algemene beeld.<br />

2.2.1. Wat weten ze?<br />

FOCUSVRAAG 1: Jullie weten waarschijnlijk dat buitenmilieu lucht, bodem, water is.<br />

Maar wat verstaan jullie onder binnenmilieu? M.a.w. welke factoren bepalen het<br />

binnenmilieu?<br />

Anders dan bij de volgende vragen geven de deelnemers hier een <strong>op</strong>somming van<br />

de factoren die naar hun mening het binnenmilieu <strong>op</strong> school beïnvloeden. Het<br />

gespreksprotocol schrijft voor dat de onderzoeker de aangegeven punten <strong>op</strong> een<br />

bord schrijft. Dat heeft tot gevolg dat factoren zelden twee of meer keren vermeld<br />

worden.<br />

In eerste instantie geven de deelnemers de factoren aan waarvan ze vermoeden dat<br />

ze het binnenmilieu beïnvloeden:<br />

- verluchting;<br />

- warmte;<br />

- vocht of droogte;<br />

- mensen zelf;<br />

32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!