11.09.2013 Views

Vechten voor vrijheid Het beleg van Mechelen in 1303 Bij

Vechten voor vrijheid Het beleg van Mechelen in 1303 Bij

Vechten voor vrijheid Het beleg van Mechelen in 1303 Bij

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Middelnederlandse Kronieken – BA 3 TLK NE<br />

Als we dit vergelijken met de tekst <strong>van</strong> Boendale, dan valt de complete afwezigheid <strong>van</strong> zulke<br />

tussenwerpsels enorm op. De tekst is objectiever. Boendale geeft slecht twee maal een<br />

vermeld<strong>in</strong>g <strong>van</strong> zichzelf, op versregel 279 schrijft hij immers ‘ende ik mach u segghen hoe’<br />

en op vesregel 292 ‘als ic u hier na segghen sal’. Die plaatst hij daarbij dan ook nog tussen<br />

haakjes om duidelijk aan te tonen dat dit niets met het verhaal zelf te maken heeft. Verder<br />

blijft de tekst louter een droge vertell<strong>in</strong>g over het <strong>beleg</strong> <strong>van</strong> <strong>Mechelen</strong>.<br />

Een tweede stijlmiddel dat Velthem hanteert is veel subtieler. De woordkeuze, de manier<br />

waarop hij de Mechelaars en hun situatie beschrijft getuigt opnieuw <strong>van</strong> een duidelijke afkeer<br />

<strong>van</strong> de gebeurtenissen. Vaak gebruikt hij zeer negatieve woorden, of z<strong>in</strong>nen die enkel als<br />

negatief geïnterpreteerd kunnen worden.<br />

Si quamen <strong>in</strong>t stat met groten vare,<br />

Alse of si alle herteloes waren.<br />

(Velthem: 4,4609 – 4,4610)<br />

De keuze om de Mechelse vluchtel<strong>in</strong>gen als ‘herteloos’, krachteloos dus, te beschrijven lijkt<br />

zeer bewust. De lezer wordt hierdoor zeer subtiel gestuurd om hen te zien als slap en tot<br />

slechts zeer we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong> staat. Dit is slechts één <strong>van</strong> talloze <strong>voor</strong>beelden waar Velthem probeert<br />

om de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de lezer door zijn woordkeuze te beïnvloeden.<br />

Boendale gebruikt daarentegen slechts één keer adjectieven die enkel en alleen bedoeld zijn<br />

om twee personages te beschrijven.<br />

Mijn heer Gheraert, die vrome man,<br />

Ende heer Godevaert <strong>van</strong> Liere nochtan,<br />

Twee ridders stout ende siene,<br />

Die hem scaemden te vliene<br />

(Boendale: 5,345 – 5,348)<br />

Maar zelfs als hij hier kiest <strong>voor</strong> het woord ‘vroom’ (en hen daarna bestempelt als twee<br />

mannen die nooit zouden vluchten) lijkt hij geen waardeoordeel te geven, maar enkel volgens<br />

hem vaststaande feiten weer te geven.<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!