Programmaboek Bill & Mr.B (PDF, 2.4 Mb) - Het Nationale Ballet
Programmaboek Bill & Mr.B (PDF, 2.4 Mb) - Het Nationale Ballet Programmaboek Bill & Mr.B (PDF, 2.4 Mb) - Het Nationale Ballet
- Page 2: 2 igone de jongh, marisa lopez en n
- Page 6: 6 de balletmeester en de dansvorser
- Page 10: 10 boris de leeuw 2005 igone de jon
- Page 14: eerste solisten tweede solisten Sef
- Page 18: Postbus 2023 2002 CA Haarlem info@h
- Page 22: donateurs bedankt! u maakte dit jub
2<br />
igone de jongh, marisa lopez en nicholas mishoe in the second detail 2005<br />
IJkpunten<br />
<strong>Ballet</strong> heeft zich als kunstvorm de afgelopen driehonderd jaar enorm<br />
ontwikkeld, maar kent toch ook zeer herkenbare historische wortels.<br />
Zonder kennis van het verleden is het heden moeilijk te begrijpen en de<br />
toekomst zelfs niet voor te stellen. Daarom heeft <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong> van<br />
meet af aan een zeer veelzijdig repertoire gedanst, waarin de verschillende<br />
aspecten van ‘ballet’ aan bod komen, en waarin naast belangrijk klassiek<br />
repertoire ook veel plaats is ingeruimd voor creatie en vernieuwing, voor<br />
het beste van het internationale repertoire. In de afgelopen vijftig jaar zijn<br />
tientallen balletten van de grootste choreografen van de wereld uitgevoerd<br />
door <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong>.<br />
Aan het einde van ons jubileumseizoen presenteren wij nu topwerken van<br />
de twee grootste vernieuwers van het ballet in de twintigste eeuw, George<br />
Balanchine en William Forsythe. Met beide choreografen heeft ons<br />
gezelschap een langdurige verbintenis.<br />
Sinds zijn beginjaren heeft <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong>, eerst onder aanvoering van<br />
Sonia Gaskell, een bijzonder uitgebreid repertoire aan Balanchine-balletten<br />
opgebouwd. Jarenlang danste alleen het New York City <strong>Ballet</strong>, het<br />
gezelschap van Balanchine zelf, meer titels. Tegenwoordig worden de<br />
werken van Balanchine over de hele wereld uitgevoerd, maar nog steeds<br />
nemen zijn balletten een bijzondere plaats in binnen ons repertoire en blijft<br />
zijn werk een ijkpunt voor dansers en publiek.<br />
Symphony in Three Movements is een van zijn meest dynamische en<br />
moderne creaties en het wordt zeer bewonderd door William Forsythe, van<br />
wie het gezelschap sinds 1989 veelvuldig werk heeft uitgevoerd. De twee<br />
choreografieën van Forsythe die in dit programma gedanst worden –<br />
Steptext en The Second Detail – zijn sleutelwerken in zijn oeuvre en<br />
kenmerkend voor zijn onderzoek naar de taal van het klassieke ballet en het<br />
verkennen van de fysieke (on)mogelijkheden van het danserslijf.<br />
Samen zijn dit drie ongelooflijk complexe en opwindende balletten,<br />
choreografieën die het uiterste vergen van de individuele danser én van het<br />
gezelschap als geheel.<br />
Ik wens u een bijzondere voorstelling toe!<br />
Ted Brandsen<br />
Directeur <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong><br />
3
4<br />
choreografie<br />
muziek<br />
lichtontwerp<br />
lichtregie<br />
instudering<br />
balletmeester<br />
wereldpremière<br />
première bij het nationale ballet<br />
tijdsduur<br />
Symphony in Three Movements is a Balanchine <strong>Ballet</strong> presented by the arrangement with the George<br />
Balanchine Trust and has been produced in accordance with the Balanchine Style and Balanchine<br />
Techniques Service standards established and provided by the Trust.<br />
choreografie<br />
muziek<br />
geluidsontwerp<br />
decor-, kostuum- en lichtontwerp<br />
instudering<br />
balletmeester<br />
wereldpremière<br />
première bij het nationale ballet<br />
tijdsduur<br />
choreografie<br />
muziek<br />
decor-, kostuum- en lichtontwerp<br />
instudering<br />
assistent instudering<br />
balletmeester<br />
wereldpremière<br />
première bij het nationale ballet<br />
tijdsduur<br />
muzikale begeleiding<br />
dirigent<br />
vervaardiging kostuums, rekwisieten, kap en grime<br />
symphony in three movements<br />
productie<br />
voorstellingsleiding<br />
inleidingen<br />
steptext<br />
the second detail<br />
George Balanchine<br />
Igor Stravinsky – Symphony in Three Movements (1942-1945)<br />
Mark Stanley<br />
Jan Hofstra<br />
Elyse Borne<br />
Guillaume Graffin<br />
18 juni 1972, New York City <strong>Ballet</strong>,<br />
New York State Theatre, New York City<br />
19 maart 1994, <strong>Het</strong> Muziektheater, Amsterdam<br />
circa 22 minuten<br />
William Forsythe<br />
Johann Sebastian Bach – Partita nr. 2 in d (BWV 1004)<br />
uitgevoerd door Nathan Milstein (cd-opname)<br />
Thom Willems<br />
William Forsythe<br />
Amy Raymond<br />
Félipe Diaz<br />
11 januari 1985, Aterballetto, Reggio Emilia (Italië)<br />
16 juni 2007, <strong>Het</strong> Muziektheater, Amsterdam<br />
circa 20 minuten<br />
William Forsythe<br />
Thom Willems<br />
William Forsythe<br />
Noah Gelber<br />
Amy Raymond<br />
Sandrine Leroy<br />
21 december 1991, National <strong>Ballet</strong> of Canada,<br />
Hummingbird Centre, Toronto (Canada)<br />
18 maart 2005, <strong>Het</strong> Muziektheater, Amsterdam<br />
circa 22 minuten<br />
Holland Symfonia<br />
Otto Tausk<br />
Technische Organisatie Muziektheater<br />
Joshua de Kuyper<br />
Kees Prince, Hester Steijn<br />
Lin van Ellinckhuijsen<br />
igone de jongh en alexander zembrovskyy in steptext 2007<br />
5
6<br />
de balletmeester en de dansvorser<br />
Hun positie is onbetwist: George Balanchine, door zijn dansers<br />
steevast aangeduid als <strong>Mr</strong>. B., en William – ofwel <strong>Bill</strong> – Forsythe<br />
staan te boek als de twee grootste dansvernieuwers van de twintigste<br />
eeuw. Waar de eerste het klassieke ballet omtoverde tot een abstracte<br />
kunstvorm vol dynamiek en scherpte, ging de tweede nog<br />
een stap verder door de ballettechniek en -logica volledig op zijn<br />
kop én naar zijn hand te zetten.<br />
In de geschiedenisboeken van de klassieke dans staat het niet<br />
expliciet, maar in 1983 werden twee belangrijke feiten bijgeschreven<br />
in de tijdlijn van de ballethistorie. Al eerder was duidelijk<br />
geworden dat het leven van George Balanchine (1904)<br />
ten einde liep. In 1982 manifesteerde de ziekte die hem fataal<br />
zou worden zich steeds heviger, met gedesoriënteerdheid, evenwichtsstoornissen<br />
en andere neurologische aandoeningen. Pas<br />
na zijn overlijden op 30 april 1983 zou worden vastgesteld dat<br />
de ‘vader van de neoklassieke dans’ leed aan het syndroom van<br />
Creutzfeld-Jakob, de menselijke variant van BSE of de ‘gekkekoeienziekte’.<br />
Balanchine stierf kinderloos, maar de artistieke bloedlijn van de<br />
Russisch-Amerikaanse choreograaf werd voortgezet aan de<br />
overzijde van de Atlantische Oceaan. In datzelfde jaar 1983<br />
maakte Amerikaans William Forsythe (1949) zijn eerste werk<br />
voor het <strong>Ballet</strong>t Frankfurt. De titel, Gänge – ein Stück über<br />
<strong>Ballet</strong>t, zou al gauw veelzeggend blijken te zijn. Forsythe zou<br />
zijn ‘moedertaal’ tot op de laatste komma en punt analyseren.<br />
Net als Balanchine vóór hem, zou hij de academische dans opschudden<br />
en verrijken. Maar wel op een totaal andere manier.<br />
god creates, I assemble<br />
Balanchine, erfgenaam van de grote ballettraditie van het<br />
Tsaristische hof in Sint-Petersburg, vergeleek zichzelf graag met<br />
een meubelmaker, een ambachtsman. Misschien wel een uitmuntende,<br />
maar, zoals hij vaak zei als men naar zijn creatieve<br />
inspiratie vroeg: ‘God creates, I assemble’. Anders gezegd:<br />
Balanchine gebruikte bestaande elementen en baseerde zich op<br />
structuur en wetmatigheden van de klassieke dans zoals die<br />
zich sinds de zestiende eeuw had ontwikkeld, met nadruk op<br />
harmonie en symmetrie. Zijn enorme betekenis ligt in het feit<br />
dat hij de klassieke dans van de verhaaldwang verloste en in<br />
zijn baanbrekende abstracte werken een strakke, scherpe bewegingstaal<br />
introduceerde, waarbij de dans door het opgevoerde<br />
tempo vaak onder hoogspanning lijkt te staan. Zijn ballet Agon<br />
(1957), ook wel aangeduid als het ‘computer- of IBM-ballet’,<br />
onthult als het ware de kwintessens van zijn oeuvre: de choreografie<br />
is geheel ontdaan van enige dramatische ontwikkeling en<br />
alle aandacht is gericht op de pure bewegingsconstructie.<br />
In de ordening van tijd en ruimte bleef Balanchine echter trouw<br />
aan de wetten die al aan het hof van Lodewijk XIV golden. Hij<br />
was kortom een briljante ‘balletmeester’ (een titel die hij gedurende<br />
zijn hele carrière prefereerde), een man van eindeloze, inventieve<br />
variaties op een thema, maar Balanchine was geen iconoclast.<br />
tot op het bot<br />
Anders dan zijn artistieke vader stelde Forsythe wél vragen bij<br />
‘de balletwetten’. Hij meende dat deze in de weg stonden van<br />
een optimaal gebruik van het idioom. Stelselmatig begon hij de<br />
sterke nadruk op frontale presentatie, symmetrie en de vastgeroeste<br />
logica van de balletzinsbouw los te peuteren en op te<br />
schudden. Hij legde het onderliggende systeem van de academische<br />
dans bloot en demonteerde het tot op het bot, inclusief de<br />
relatie met de toeschouwer. <strong>Het</strong> balletidioom fungeerde slechts<br />
als middel, nadrukkelijk niet als doel, voor een oneindig onderzoek<br />
naar de mogelijkheden van het (getrainde) lichaam, waarbij<br />
improvisatie en andere variabelen extra, onverwachte vormen<br />
en combinaties creëren. <strong>Het</strong> proces werd zo even belangrijk<br />
als het product.<br />
In die zin is Forsythe eveneens schatplichtig aan de postmodernistische<br />
choreograaf Merce Cunningham, die al eerder begon<br />
zelfs zijn éigen ingesleten ‘wetmatigheden’ te elimineren door<br />
zijn dansstukken door middel van toevalsprocedures en computerprogramma’s<br />
te organiseren. Toch haalde Forsythe altijd<br />
Balanchine aan als zijn ‘artistieke vader’. De onverzadigbare<br />
dansvorser noemde Artifact, de choreografie waarmee hij in<br />
1984 wereldwijd doorbrak, een eerbetoon aan Balanchine.<br />
‘Een ‘thank you note’ voor alles wat ik geleerd heb van het kijken<br />
naar zijn werk.’<br />
Astrid van Leeuwen<br />
7
8<br />
tamás nagy en enrichetta cavallotti 2000<br />
ensemble 2000<br />
symphony in three movements<br />
Muziek wordt zichtbaar<br />
In 1972, een jaar na de dood van Igor Stravinsky, organiseerde<br />
het New York City <strong>Ballet</strong> een Stravinsky Festival ter ere<br />
van de componist. In één week tijd werden 31 balletten op<br />
zijn muziek uitgevoerd, waarvan er 21 nieuw waren. Met zo’n<br />
overload aan premières zou je verwachten dat het vooral om<br />
gelegenheidsballetten ging, maar met name George<br />
Balanchine bleek in kort tijdsbestek een aantal meesterwerken<br />
te hebben gecreëerd.<br />
Een daarvan was Symphony in Three Movements, op de<br />
gelijknamige compositie die Stravinsky tijdens de Tweede<br />
Wereldoorlog schreef. Hoewel de componist toegaf dat<br />
‘indrukken van een moeilijke tijd, vol heftige en wisselende<br />
gebeurtenissen’ mogelijk hun sporen in het werk hadden<br />
achtergelaten, bleef hij vasthouden aan zijn credo:<br />
‘Componisten combineren noten. Dat is alles.’<br />
Balanchine volgde hem daarin. De componist parafraserend,<br />
zei hij over Symphony in Three Movements: ‘Choreografen<br />
combineren bewegingen, en de bewegingen die ik bij deze muziek<br />
heb gemaakt bevatten geen verhaallijn. Ze proberen de<br />
muziek te ‘vangen’, maar leunen er – hoop ik – niet op.’<br />
Balanchines choreografie laat je Stravinsky’s muziek ‘beter<br />
horen’, ze maakt details, nuances en overgangen in de complexe<br />
partituur zichtbaar. Vaak via meesterzetten die op het<br />
eerste oog muzikaal onlogisch lijken: bepaalde hoofdlijnen<br />
liet de choreograaf ongebruikt, om zijn publiek mee te zuigen<br />
in ritmes en klanktimbres die aanvankelijk ondergeschikt<br />
leken te zijn.<br />
<strong>Het</strong> ballet voor zes solisten en groot ensemble bestaat uit twee<br />
onstuimige delen die duidelijk door Amerikaanse invloeden<br />
gevoed zijn: de choreografie is sportief, het tempo opgevoerd,<br />
de benen gaan tot de oren en geïnspireerd door andere dansstijlen<br />
is het lichaam vaak off-balance en zijn de voeten<br />
ingedraaid. Tussen de ensemblestukken door – waarin vooral<br />
de vrouwen regelmatig als galopperende paardjes ogen –<br />
duiken briljante solo’s even snel op als ze verdwijnen.<br />
<strong>Het</strong> middendeel, voor een van de solistenparen, kent in contrast<br />
hiermee een bijna meditatieve kalmte. De man en vrouw<br />
bewegen met een hoffelijke verfijning om elkaar heen, maar in<br />
plaats van werkelijk contact te maken lijken ze soms eerder op<br />
twee elkaar afstotende magneten.<br />
Astrid van Leeuwen<br />
9<br />
tamás nagy en sofiane sylve 2000<br />
tamás nagy en enrichetta cavallotti 2000
10<br />
boris de leeuw 2005 igone de jongh en alexander zembrovskyy 2005 igone de jongh en boris de leeuw 2005<br />
steptext<br />
Topsport van de meest goddelijke soort<br />
Eigentijds ballet scherpgeslepen als een diamant. Dat is, in één<br />
zin, Steptext van William Forsythe. Met een vloeiende, doorlopende<br />
compositie heeft dit danskwartet weinig van doen.<br />
De Amerikaanse choreograaf ontleedde en verknipte alle onderdelen<br />
waaruit het ballet is opgebouwd – dans, muziek (de<br />
chaconne uit Bachs Partita nr. 2 voor viool solo) en licht – en<br />
verwerkte deze tot een caleidoscoop van de meest fantasierijke,<br />
korte fragmenten waarin de dans tot op de seconde én de<br />
millemeter gecontroleerd is.<br />
Forsythe maakte de choreografie in 1985 voor het Italiaanse<br />
Aterballetto, en sindsdien is het werk uitgevoerd door prestigieuze<br />
gezelschappen als het American <strong>Ballet</strong> Theatre, The<br />
Royal <strong>Ballet</strong> en het <strong>Ballet</strong> van het Marijinski Theater (voorheen:<br />
Kirov <strong>Ballet</strong>) en in de eigen programma’s van sterballerina<br />
Sylvie Guillem, die zei dat het ballet ‘gevaarlijk dicht tegen<br />
het onmogelijke’ aan schuurt.<br />
Steptext wordt ook wel ‘het condensaat van Artifact’ genoemd,<br />
het meesterwerk dat Forsythe in 1984 wereldwijde<br />
roem bezorgde en dat ook op het repertoire van <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong><br />
<strong>Ballet</strong> staat. Waar Artifact baadt in overdaad, toont Steptext<br />
Forsythes toenmalige dansidioom in zijn essentie: puur, zonder<br />
poespas, iets duisterder en geheimzinniger dan in Artifact,<br />
maar even flitsend en virtuoos. Drie mannen in het zwart en<br />
één vrouw in felrood komen samen in wisselend bezette pas<br />
de deux, waarbij zij de grenzen van het academische ballet én<br />
die van het menselijk lichaam tot het uiterste oprekken.<br />
Topsport, maar – door de vereiste timing, scherpte en muzikaliteit<br />
– wel van de meest goddelijke soort.<br />
Astrid van Leeuwen<br />
the second detail<br />
Een verhandeling over chaos en orde<br />
Toen William Forsythe in 1991 The Second Detail maakte<br />
voor het <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong> van Canada stond hij op het toppunt<br />
van zijn roem. Wereldwijd had hij het publiek overdonderd<br />
met zijn hypertheatrale producties, waarin hij niet alleen<br />
de dansgeschiedenis becommentarieerde, maar ook de klassieke<br />
danstaal van verbluffend virtuoze ‘neologismen’ voorzag.<br />
<strong>Het</strong> woord danstaal mag hierbij letterlijk worden genomen;<br />
de Amerikaanse choreograaf ziet dans als een symbolische<br />
taal. <strong>Het</strong> idee achter een van zijn spraakmakende producties<br />
uit de jaren tachtig, The Loss of Small Detail, was zelfs om<br />
een ballet als een tekst te maken door woorden, maar ook tekeningen<br />
en lukrake krabbels van de ‘zwijgende pagina’ te<br />
vertalen naar ademende, levende dimensies op het toneel.<br />
The Second Detail kan worden gezien als de choreografische<br />
essentie van het avondvullende Loss…, en laat zich ‘lezen’ als<br />
een verhandeling over chaos en orde. Voortdurend schakelt de<br />
choreografie heen en weer tussen overzichtelijke groepsformaties<br />
en een massa krioelende ledematen. De toeschouwer<br />
wordt gedwongen een keuze te maken tussen óf het ondergaan<br />
van het geheel óf de concentratie op het detail, de solist.<br />
<strong>Het</strong> bewegingsmateriaal lijkt een inventarisering van<br />
Forsythes achtergrond, met de academische dans als basis en<br />
de neoklassieke (maar ook constructivistische) stijl van<br />
George Balanchine als directe voedingsbodem voor zijn eigen<br />
deconstructivisme, waarbij de grenzen van de klassieke contour<br />
tot het uiterste worden opgerekt.<br />
The Second Detail is een van de laatste Forsythe-balletten die<br />
zo sterk gebaseerd zijn op de principes van academische dans.<br />
Zijn choreografische stijl is – tot spijt van sommigen – een<br />
steeds grilliger en ongereglementeerder complex geworden<br />
van de basiselementen ruimte, tijd en energie. Maar hoezeer<br />
zijn huidige werk ook verschilt van The Second Detail, volgens<br />
Forsythe blijft zijn ‘moedertaal’, de ballettechniek, altijd<br />
herkenbaar.<br />
Astrid van Leeuwen<br />
igone de jongh en sarah fontaine 2007 britt juleen en steven etienne 2007 sarah fontaine, rubinald rofino pronk,<br />
boris de leeuw en steven etienne 2007<br />
11
12<br />
george balanchine<br />
choreograaf<br />
Als een van de grootste genieën in de geschiedenis van de kunsten<br />
heeft George Balanchine (1904-1983) zijn stempel op de<br />
ontwikkeling van de theaterdans gedrukt. Zijn balletten schitteren<br />
met name door de razendknappe architectonische opbouw<br />
van de choreografische patronen en dansthema’s waarmee<br />
hij de ruimte bespeelt.<br />
Balanchine werd als Georgi Melitonovitsj Balantsjivadze in<br />
Sint-Petersburg geboren. Daar werd hij gevormd aan de vermaarde<br />
school (nu: Vaganova Academie) van het Marijinski<br />
(Kirov) <strong>Ballet</strong> volgens de principes en stijl van choreograaf<br />
Marius Petipa. Hierdoor kon Balanchine gedurende zijn hele<br />
carrière putten uit het rijke bewegingsarsenaal van het negentiende-eeuwse<br />
klassiek-romantische ballet. Daarnaast vond<br />
hij als jonge choreograaf inspiratie in het constructivisme, een<br />
kunststroming die opkwam met de Russische Revolutie.<br />
In 1924 werd Balanchine geëngageerd door impresario Serge<br />
Diaghilev, die met zijn legendarische <strong>Ballet</strong>s Russes – waarvoor<br />
hij de grootste Russische dans- en choreografietalenten<br />
naar Parijs haalde – de wereld verbaasde. Diaghilev bracht<br />
Balanchine in contact met de eveneens door hem ontdekte<br />
Igor Stravinsky; het begin van een uiterst vruchtbare samenwerking<br />
tussen de choreograaf en componist.<br />
De belangrijkste inspiratiebron voor zijn vernieuwing van het<br />
academische ballet vond Balanchine in Amerika, waarheen hij<br />
– na de dood van Diaghilev – in 1933 verhuisde, op uitnodiging<br />
van de Amerikaanse kunstkenner Lincoln Kirstein. Tot<br />
Balanchines dood was Kirstein algemeen directeur van het gezelschap<br />
waar Balanchine artistiek de toon aangaf – in 1948<br />
omgedoopt tot New York City <strong>Ballet</strong> en al gauw een van de<br />
meest fameuze balletgezelschappen ter wereld.<br />
Balanchines productiviteit was ongeëvenaard: hij maakte<br />
meer dan vierhonderd balletten, film-, opera-, revue- en<br />
musicalchoreografieën en zijn creatieve kracht bleef onaangetast<br />
tot enkele jaren voor zijn dood.<br />
william forsythe<br />
choreograaf<br />
William Forsythe (New York City, 1949) groeide op als een<br />
groot fan van Fred Astaire. Hij studeerde klassieke en moderne<br />
dans aan de Jacksonville Universiteit in Florida en ging later<br />
naar de Joffrey <strong>Ballet</strong> School. In 1973 nodigde choreograaf<br />
en artistiek leider John Cranko hem uit om naar Duitsland te<br />
komen en bij zijn Stuttgarter <strong>Ballet</strong>t te komen dansen. Daar én<br />
bij onder meer het Nederlands Dans Theater ontwikkelde<br />
Forsythe zijn talenten als choreograaf.<br />
Dit leidde in 1984 tot zijn benoeming tot artistiek directeur<br />
van het <strong>Ballet</strong>t Frankfurt. Met dit gezelschap vierde Forsythe<br />
gedurende twintig jaar wereldwijde successen als baan-<br />
brekend choreograaf. Na opheffing van het <strong>Ballet</strong>t Frankfurt,<br />
in 2004, formeerde hij The Forsythe Company, met als vaste<br />
standplaatsen Frankfurt en Dresden.<br />
Forsythes streven naar het perfecte theater komt uit<br />
Boeddhistische motieven voort: “Wanneer ik het theater binnenga<br />
heb ik geen antwoorden, en wanneer ik eruit kom weet<br />
ik nog minder.” Forsythe ziet dans niet als een emotioneel of<br />
psychologisch vehikel maar als een proces van abstractie, als<br />
een vorm van denken, als een medium waarmee hij vorm kan<br />
construeren, analyseren en transformeren. Met zijn choreografieopvattingen<br />
heeft hij de belangrijkste internationale<br />
kunststromingen van onze tijd geïnspireerd.<br />
Forsythe was mentor dans van het Rolex Mentor and Protégé<br />
Arts Initiative en een van de artistiek leiders en docent van het<br />
Dance Apprentice Network aCross Europe. Ook is hij erelid<br />
van het Laban Centre for Movement and Dance in Londen,<br />
heeft hij een eredoctoraat van de Juilliard School in New York<br />
en bekleedt hij een lectoraat aan de Rotterdamse<br />
Dansacademie.<br />
13
eerste solisten<br />
tweede solisten<br />
Sefton Clarke<br />
tableau de la troupe<br />
Jurgita Dronina Igone de Jongh Larissa Lezhnina Marisa Lopez Maia Makhateli<br />
Matthew Golding<br />
Steven Etienne<br />
Casey Herd<br />
Anna<br />
Tsygankova<br />
Tamás Nagy Jozef Varga<br />
Natalia Hoffmann Vera Tsyganova Nadia Yanowsky Juanjo Arqués Roman Artyushkin<br />
Matthieu Gremillet Remi Wörtmeyer Artur Shesterikov Alexander<br />
Zhembrovskyy<br />
voor biografieën zie: www.het-ballet.nl<br />
Anu<br />
Viheriäranta<br />
Cédric Ygnace<br />
Suzanna Kaic Emanouela<br />
Merdjanova<br />
Serguei Endinian Koen Havenith Ernst Meisner Oleksey Smolyakov James Stout Rink Sliphorst<br />
Maria Chugai Megan<br />
Zimny Gray<br />
Anatole Babenko Peter Leung<br />
Sasha<br />
Mukhamedov<br />
Laura O’Malley Rachel Oomens Rosi Soto Maiko Tsutsumi<br />
Erica Horwood Joanna Mednick Milena Sidorova<br />
Dario Mealli Bruno<br />
da Rocha Pereira<br />
Angela Agresti Naira Agvanean Krista Ettlinger Hannah de Klein Natasja Lucassen Amanda McGuigan<br />
grands sujets<br />
coryphées<br />
corps de ballet<br />
Aya Okumura<br />
15
corps de ballet<br />
Rebecca Oltheten Pascalle Paerel Sara Ricciardelli Sandra Quintyn Rebeca Taboada<br />
Rivas<br />
Antonina<br />
Chirpanlieva<br />
Wendeline<br />
Wijkstra<br />
Young Gyu Choi Sebastien Galtier Vlad Ilcenco Matthew Pawlicki Chao Shi Bastiaan Stoop Wolfgang Tietze<br />
élèves<br />
adspiranten<br />
Niet op foto: Sae Hyun Kwon<br />
Jingjing Mao<br />
Hannah Grennell<br />
Saya Okubo<br />
Michelle Murphy<br />
Davit Vardanyan<br />
Tess Sturmann<br />
Clothilde<br />
Tran Phat<br />
Edo Wijnen<br />
Jared Wright<br />
Rohan Dunham Vincent Hoffman<br />
Martina Verbeni<br />
Remy Catalan<br />
directeur<br />
Ted Brandsen<br />
hoofd artistieke staf vaste choreografen<br />
Rachel Beaujean Hans van Manen Krzysztof Pastor<br />
artistieke staf<br />
Guillaume Graffin<br />
balletmeester<br />
Judy Maelor-Thomas<br />
balletmeester<br />
Alan Land<br />
balletmeester<br />
Sandrine Leroy<br />
choreologist repetitor<br />
Rinat Gizatulin<br />
senior balletdocent<br />
Félipe Diaz<br />
assistent-balletmeester<br />
17
Postbus 2023<br />
2002 CA Haarlem<br />
info@hollandsymfonia.com<br />
www.hollandsymfonia.com<br />
18<br />
holland symfonia<br />
Met bijna 140 musici is Holland Symfonia een van de grote orkesten<br />
van Nederland. <strong>Het</strong> orkest treedt in wisselende samenstelling op in<br />
concertzaal, theater en festivals. Holland Symfonia staat onder leiding<br />
van chef-dirigent Otto Tausk. <strong>Het</strong> orkest is de vaste partner van<br />
<strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong>.<br />
Holland Symfonia geeft ook symfonische concerten, in de Randstad,<br />
met als vaste speelplaatsen de Philharmonie in Haarlem, Theater De<br />
Vest in Alkmaar, de Stadsgehoorzaal in Leiden en Schouwburg het<br />
Park in Hoorn. Daarnaast begeleidt Holland Symfonia geregeld het<br />
Nederlands Dans Theater en de <strong>Nationale</strong> Reisopera.<br />
Vanaf seizoen 2012-2013 zal Holland Symfonia zich specifiek op<br />
de begeleiding van ballet richten en zal het een symfonieorkest voor<br />
de dans vormen. Tevens is er een educatieorkest in ontwikkeling,<br />
dat als doelstelling heeft het muziekonderwijs in het basisonderwijs<br />
een nieuwe impuls te geven en de sociale samenhang in woonwijken<br />
te vergroten.<br />
otto tausk<br />
dirigent<br />
Of hij nu een symfonie van Sjostakovitsj dirigeert, een nieuwe<br />
opera van Michel van der Aa of een werk van Pierre Boulez;<br />
het is altijd een inspirerende muzikale belevenis door de chemie,<br />
het vakmanschap en de dynamiek waarmee Otto Tausk<br />
zijn orkest leidt. Zijn aandacht voor details van de partituur,<br />
de energie en het enthousiasme waarmee hij deze overdraagt<br />
op zijn musici zijn uitermate aanstekelijk.<br />
Tijdens zijn vijf seizoenen als chef-dirigent van Holland<br />
Symfonia dirigeerde Tausk onder andere de Vijfde symfonie<br />
van Mahler, het eerbetoon aan Harry Bannink In de Ban van<br />
Bannink, diverse familieconcerten en het Requiem van Verdi.<br />
Hij begeleidde tal van voorstellingen bij <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong>,<br />
waaronder Romeo en Julia en het premièreprogramma In het<br />
spoor van Balanchine. De chef-dirigent heeft tevens de eerste<br />
drie officiële cd’s van Holland Symfonia opgenomen: Romeo<br />
& Juliet, In de Ban van Bannink en Dutch Sessions.<br />
Tausk heeft gastengagementen bij de grote Nederlandse orkesten,<br />
maar ook bij orkesten in Duitsland, Zweden, Schotland,<br />
België, Italië, Australië en Nieuw-Zeeland is hij een graag geziene<br />
gastdirigent. Zijn affiniteit met vocale muziek blijkt uit<br />
de programma’s die hij dirigeerde, zoals Beethovens Negende<br />
symfonie en Brittens War Requiem.<br />
Tausk neemt per 1 september 2012 een betrekking aan in het<br />
buitenland: hij wordt chef-dirigent van het orkest en muzikaal<br />
leider van de opera in Sankt Gallen, Zwitserland.<br />
19
20<br />
seizoensbrochure<br />
kassa-bespreekbureau<br />
t 020 625 5455<br />
www.het-ballet.nl<br />
<strong>Nationale</strong><br />
<strong>Ballet</strong>academie<br />
Informatie over audities en open dagen<br />
www.nationaleballetacademie.nl<br />
De <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong>academie is als<br />
enige balletopleiding in Nederland<br />
gelieerd aan <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong><br />
<strong>Het</strong> jubileumseizoen van <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong> wordt mede mogelijk gemaakt door: subsidiënten<br />
met dank aan<br />
teksten en eindredactie Astrid van Leeuwen coördinatie Eric Korsten planning en productie Marjolijn Vis coverfoto Erwin Olaf<br />
coverfoto achterzijde Erwin Olaf foto’s binnenwerk Ruud Baan, Gerry Hurkmans, Deen van Meer, Erwin Olaf, Angela Sterling<br />
grafisch ontwerp Sander van der Duin, Martin Pyper [omslag] lay-out Sander van der Duin druk Stadsdrukkerij Amsterdam N.V.<br />
uitgever <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong> postadres Postbus 16822, 1001 RH Amsterdam bezoekadres Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam<br />
telefoon [020] 551 82 25 fax [020] 551 80 70 email info@het-ballet.nl<br />
Fotografie Antoinette Mooy<br />
21
donateurs<br />
bedankt!<br />
u maakte dit jubileumseizoen mede mogelijk<br />
op naar de volgende 50 jaar: draag ook bij!<br />
Als Vriend voor €50 of €200 euro per jaar<br />
Als lid van de Geefkringen voor €1.000, €5.000 of €10.000 euro per jaar<br />
fiscaal voordeel<br />
Steun aan <strong>Het</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>Ballet</strong> is fiscaal aantrekkelijk. Zo bent u al<br />
Gouden Vriend vanaf € 88 per jaar en Geefkringlid vanaf €350 per jaar. 1<br />
meer informatie<br />
Kijk op www.het-ballet.nl/steunen of bel 020 -551 8218.<br />
Wij staan u graag te woord.<br />
1 Indien u een periodieke schenking afsluit en onder IB-tariefgroep 52% valt.<br />
23