Fieldoperator 300 Bucher - Zonna
Fieldoperator 300 Bucher - Zonna
Fieldoperator 300 Bucher - Zonna
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vertaling van de<br />
originele-gebruikershandleiding<br />
ISOBUS-bediening<br />
voor mestverspreiders/strooiers<br />
31600908<br />
08.10<br />
Printed in Germany<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
Lees deze gebruikershandleiding<br />
door, voordat de machine in<br />
gebruik wordt genomen. Volg de<br />
aanwijzingen op! Bewaren voor<br />
toekomstig gebruik!
Inhoudsopgave<br />
1 ISOBUS-aansturing / ISOBUS-terminal ............................................................ 3<br />
1.1 Opbouw van de terminal ....................................................................................................... 3<br />
1.2 ISOBUS-terminal op de trekker monteren ............................................................................ 5<br />
2 Field-Operator <strong>300</strong> ............................................................................................. 6<br />
2.1 Weergaven op het display ..................................................................................................... 6<br />
2.1.1 Weergaven in het menu arbeid ................................................................................. 6<br />
2.1.2 Aanduidingen in het menu instellingen ..................................................................... 7<br />
2.1.3 Aanduidingen in het menu tellers ............................................................................. 7<br />
2.1.4 Aanduidingen in het menu Check ............................................................................. 8<br />
2.1.5 Weergaven in het menu opdrachtenbeheer ............................................................. 9<br />
2.2 Startbeeldscherm .................................................................................................................. 9<br />
2.2.1 Menu Field-Operator <strong>300</strong> ........................................................................................ 10<br />
2.2.1.1 Menu Field-Operator instellingen ........................................................... 10<br />
2.2.1.1.1 Taal kiezen ............................................................................................. 10<br />
2.2.1.1.2 Opslagmedium activeren / deactiveren .................................................. 11<br />
2.2.1.2 Multifunctie-hendel inrichten ................................................................... 11<br />
2.3 Menu Arbeid ........................................................................................................................ 12<br />
2.3.1 Menu rijden op de weg ........................................................................................... 12<br />
2.3.2 Menu instellingen .................................................................................................... 13<br />
2.3.2.1 Vastleggen van de rijimpulsen per 100 m. ............................................. 13<br />
2.3.2.2 Menu teller .............................................................................................. 13<br />
2.3.2.3 Menu Check ........................................................................................... 14<br />
2.3.2.3.1 Stuwschuif kalibreren ............................................................................. 14<br />
2.3.2.4 Menu kalibreren ...................................................................................... 15<br />
2.3.2.5 Menu parameters ................................................................................... 16<br />
2.4 Menu Arbeid 2 ..................................................................................................................... 16<br />
2.5 Menu Extra .......................................................................................................................... 17<br />
2.6 Menu gewenste waarde ...................................................................................................... 17<br />
2.7 Menu opdrachtenbeheer ..................................................................................................... 18<br />
2.7.1 Opdracht inrichten ................................................................................................... 18<br />
2 ISOBUS-bediening Stand 08.10
ISOBUS-aansturing / ISOBUS-terminal<br />
Let bovendien op de gebruikershandleiding van uw machine. Die<br />
bevat eveneens belangrijke, hulpvolle informatie. Deze<br />
gebruikershandleiding is als extra verduidelijking gedacht.<br />
1 ISOBUS-aansturing / ISOBUS-terminal<br />
1.1 Opbouw van de terminal<br />
Fig. 1<br />
De ISOBUS-aansturing komt overeen met de actuele ISOstandaard.<br />
Als de software en de hardware op uw trekker met de actuele<br />
ISO-standaard overeenkomen, hebt u de ISOBUS-terminal niet<br />
nodig. Uw machine kan dan direct via de trekkerterminal worden<br />
bediend.<br />
De meegeleverde ISO-kabelboom is niet compatibel met LBS of<br />
LBS-Plus.<br />
De ISOBUS-aansturing bestaat wezenlijk uit:<br />
de terminal (1),<br />
de boordcomputer (2),<br />
de sensoren (3) voor het verkrijgen van de bedrijfstoestanden<br />
van de verschillende bouwgroepen van de machine, bijv. stuuras<br />
geblokkeerd – vrij gegeven,<br />
de aansluitkabel (4) voor de centralesmering (5) (Optie),<br />
de LIN-module (6) (Optie voor werklampen / rondom verlichting).<br />
De terminal (1) bevindt zich op de trekker en is via de aansluitkabel<br />
(7) met de boordcomputer (2) van de machine verbonden.<br />
Alle benodigde functies voor het bedienen van de machine als ook<br />
het uitvoeren van transportritten worden via de toetsen (8) van de<br />
terminal bediend. De symbolen op de toetsen kenmerken de<br />
uitvoerbare functies.<br />
Na het indrukken van een toets stuurt de boordcomputer het<br />
betreffende magneetventiel op het elektro-hydraulische ventielenblok<br />
(9) aan voor het uitvoeren van de gekozen functies. Individuele<br />
sensoren (3) bepalen hierbij de actuele bedrijfstoestand van de<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 3
ISOBUS-aansturing / ISOBUS-terminal<br />
Fig. 2<br />
gekozen functie / instelling, bijv. stuur-as geblokkeerd – vrij gegeven.<br />
De bedrijfstoestanden worden grafisch in het display (10)<br />
weergegeven.<br />
De strooier wordt bediend via de terminal Field-Operator <strong>300</strong>.<br />
Het in- en uitschakelen van de aansturing vindt automatisch plaats bij<br />
het inschakelen van het contact van de trekker. Als de combinatie<br />
langere tijd zal stilstaan, moet de verbinding van de<br />
trekkeraansluitkabel (11) worden verbroken.<br />
(1) Display. Afhankelijk van de gekozen functie verschijnt een menu.<br />
Functies van de toetsen:<br />
(2) ESC<br />
(3) Waarde verhogen / Invoer veranderen<br />
(4) Waarde reduceren / Invoer veranderen<br />
(5) Waarde / Invoer opslaan<br />
(6) Wijzer naar links bewegen<br />
(7) Wijzer naar boven bewegen<br />
(8) Wijzer naar beneden bewegen<br />
(9) Wijzer naar rechts bewegen<br />
(10) Startbeeldscherm oproepen<br />
(11) Opslagmedium activeren<br />
(12) Opslagmedium deactiveren<br />
(13) Menuopties kiezen<br />
(14) Lettertoetsen<br />
Toets „1“ eenmaal drukken = a<br />
Toets „1“ tweemaal drukken = b<br />
…<br />
4 ISOBUS-bediening Stand 08.10
1.2 ISOBUS-terminal op de trekker monteren<br />
1. Bevestig de bedieningskast (1) in het zicht<br />
en binnen handbereik, rechts van de<br />
bestuurder in de cabine.<br />
2. Verbindt de signaalstekker (2) van de<br />
ISOBUS-terminal met de<br />
signaalstekkerdoos (3) van de mobiele<br />
kabelboom.<br />
3. Steek de 3-polige stekker (4) (DIN 9680)<br />
van de mobiele kabelboom in de 3-polige<br />
stekkerdoos van de trekker.<br />
(Klem 15/30 = Plus; Klem 31 = Min)<br />
4. Steek al naar gelang de uitrusting:<br />
de ISO-stekkerdoos (5) van de mobiele<br />
kabelboom in de ISO-stekker van de<br />
boordcomputer op de machine<br />
de ISO-stekker van de boordcomputer in de<br />
ISO-stekkerdoos van de trekker.<br />
Neem de stroom niet af van de<br />
verlichtingsstekkerdoos.<br />
Breng een 3-polige stekkerdoos<br />
aan, als deze nog niet op de<br />
trekker aanwezig is. Een<br />
dergelijke set is na te leveren<br />
door ons.<br />
U hebt een constante<br />
stroomverzorging van 12 V<br />
nodig. De 3-polige stekkerdoos<br />
moet tenminste met een 25-Azekering<br />
zijn beveiligd.<br />
De toevoerleiding voor de 3polige<br />
stekkerdoos moet<br />
tenminste een kabeldoorsnede<br />
van 4 mm² hebben.<br />
ISOBUS-aansturing / ISOBUS-terminal<br />
Fig. 3<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 5
Field-Operator <strong>300</strong><br />
2 Field-Operator <strong>300</strong><br />
2.1 Weergaven op het display<br />
2.1.1 Weergaven in het menu arbeid<br />
Rijden op de weg<br />
inschakelen<br />
(1) Bedrijfstoestand „Werklampen aan / uit“,<br />
hier „Werklampen aan“<br />
(2) Weergave van het beladinggewicht<br />
(3) Weergaven van de bereden hectaren<br />
(4) Bedrijfstoestand „Bodemketting AUTO /<br />
STOP / reverseren“, hier „Bodemketting<br />
STOP“<br />
(5) Weergave van de stand van de stuwschuif<br />
(6) Bedrijfstoestand „Strooiwalsen<br />
aangedreven / niet aangedreven“, hier<br />
„Strooiwalsen aangedreven“<br />
(7) Bedrijfstoestand „Strooischijven<br />
aangedreven / niet aangedreven", hier<br />
„Strooischijven aangedreven“<br />
(8) Aanduiding van de actuele snelheid van de<br />
bodemketting<br />
De volgende afbeeldingen stammen van de WTK-ISOBUS-terminal<br />
Field-Operator <strong>300</strong> met 10 softkeys. Bij terminals met een geringer<br />
aantal softkeys kan het voorkomen, dat niet alle toetsen in één keer<br />
worden weergegeven. In dit geval is het gewenst, op onderliggende<br />
pagina´s te bladeren. Het bladeren vindt al naar gelang de<br />
terminalfabrikant plaats met andere softkeys of functies. Lees<br />
daarvoor de handleiding van de betreffende terminal.<br />
De toetsverbindingen van uw terminal kunnen naar keuze worden<br />
gespiegeld. Hiervoor moet de zwarte knop aan de achterzijde van de<br />
terminal worden bediend.<br />
Menu instellingen<br />
Menu Arbeid 2<br />
Menu Extra<br />
Gewenste waarde<br />
verhogen / reduceren<br />
Menu<br />
opdrachtenbeheer<br />
(9) Bedrijfstoestand „Lift-as geheven / neer<br />
gelaten “, hier „Lift-as geheven “<br />
(10) Bedrijfstoestand „Stuur-as geblokkeerd / vrij<br />
gegeven", hier „Stuur-as geblokkeerd"<br />
(11) Aanduiding van de te verspreiden gewenste<br />
waarde<br />
(12) Aanduiding van de procentuele verhoging /<br />
reducering van de vooraf ingestelde waarde<br />
(13) Bedrijfstoestand „Grensstrooiïnrichting links<br />
omhoog / omlaag“, hier<br />
„Grensstrooiïnrichting links omhoog“<br />
(14) Bedrijfstoestand „Grensstrooiïnrichting<br />
rechts omhoog / omlaag“, hier<br />
„Grensstrooiïnrichting rechts omhoog“<br />
6 ISOBUS-bediening Stand 08.10
2.1.2 Aanduidingen in het menu instellingen<br />
Start / Stop<br />
100 m<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
Menu verlaten<br />
Menu tellers Menu Check<br />
(1) Invoer voor opdrachtenbeheer: Aan / Uit<br />
(2) Invoer van de productsoorten: Kippenmest /<br />
Compost 35% / Rioolslib / Kalk / Stalmest<br />
(3) Invoer van de werkbreedte<br />
(4) Invoer van de te strooien hoeveelheid m³/ha<br />
(5) Invoer / Weergave van de slip-correktiefactor<br />
van de te strooien hoeveelheid.<br />
2.1.3 Aanduidingen in het menu tellers<br />
(1) Bedrijfsuren<br />
(2) Werkuren<br />
(3) Ladingen<br />
Basisinstellingen<br />
bepalen<br />
Menu Kalibreren<br />
Menu Parameters<br />
(6) Invoer voor de weeginrichting: Aan / Uit<br />
(7) Invoer van de strooihoeveelheid ton/ha<br />
(8) Invoer / Weergave van de slip-correktiefactor<br />
van de strooihoeveelheid<br />
(9) Invoer van de rijimpulsen per 100 m<br />
(10) Invoer laagste toerental strooiwalsen<br />
(11) Invoer laagste toerental strooischijven<br />
(4) Bereden oppervlak<br />
(5) Totaal teller<br />
(6) Dagteller<br />
Menu verlaten<br />
Dagteller op nul<br />
zetten<br />
Geen functie<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 7
Field-Operator <strong>300</strong><br />
2.1.4 Aanduidingen in het menu Check<br />
Lift-as zakken en<br />
stuur-as vrij geven Menu verlaten<br />
Lift-as heffen en<br />
stuur-as blokkeren<br />
Stuwschuif<br />
heffen<br />
Stuwschuif<br />
zakken<br />
(1) Invoer van de procentuele uitgifte van de<br />
bodemkettingaandrijving<br />
(2) Invoer van de gewenste snelheid van de<br />
bodemketting<br />
(3) Weergave van de actuele Softwareversie<br />
(4) Aanduiding van de actuele snelheid van de<br />
bodemketting<br />
(5) Bedrijfstoestand van de „Toerentalsensor<br />
van de linker strooischijf aangesproken /<br />
niet aangesproken“, hier „Toerentalsensor<br />
van de linker strooischijf niet aangesproken“<br />
(6) Bedrijfstoestand van de „Toerentalsensor<br />
van de rechter strooischijf aangesproken /<br />
niet aangesproken“, hier „Toerentalsensor<br />
van de rechter strooischijf niet<br />
aangesproken“<br />
(7) Bedrijfstoestand van de „Toerentalsensor<br />
van de strooiwalsen aangesproken / niet<br />
aangesproken“, hier „Toerentalsensor van<br />
de strooiwalsen niet aangesproken“<br />
Verschijnt het symbool<br />
signaal.<br />
Bodemketting<br />
vooruit<br />
Bodemketting<br />
STOP<br />
Bodemketting<br />
reverseren<br />
Stuwschuif<br />
kalibreren<br />
(8) Weergave van het actuele toerental van de<br />
linker strooischijf<br />
(9) Weergave van het actuele toerental van de<br />
rechter strooischijf<br />
(10) Weergave van het actuele toerental van de<br />
strooiwalsen<br />
(11) Aanduiding van de actuele spanning<br />
(12) Aanduiding van de laagste spanning vanaf<br />
de nieuwe start<br />
(13) Invoer van de stand van de stuwschuif<br />
(14) Aanduiding van de actuele snelheid van de<br />
strooier<br />
(15) Bedrijfstoestand „Drukschakelaar<br />
aangesproken / niet aangesproken“, hier<br />
„Drukschakelaar niet aangesproken“<br />
, dan levert de betreffende sensor een<br />
Verschijnt het symbool , dan levert de betreffende sensor geen<br />
signaal.<br />
8 ISOBUS-bediening Stand 08.10
2.1.5 Weergaven in het menu opdrachtenbeheer<br />
Invoer afbreken<br />
(1) Aanduiding startdatum van de opdracht<br />
(2) Weergave van het actuele gewicht<br />
(3) Aanduiding van de starttijd van de opdracht<br />
(4) Invoer bestuurder /klant<br />
(5) Invoer van extra informatie, bijv.<br />
perceelsaanduiding<br />
(6) Aanduiding van het product<br />
2.2 Startbeeldscherm<br />
Geen functie<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
Menu verlaten<br />
Weeginrichting op<br />
nul zetten<br />
Lege strooier<br />
wegen<br />
Beladen strooier<br />
wegen<br />
Opdracht<br />
opslaan<br />
(7) Weergave van de tijd van het actuele<br />
weegproces<br />
(8) Aanduiding van de som van de bij de<br />
actuele opdracht uitgebrachte<br />
strooihoeveelheid.<br />
(9) Weergave van het gewicht voor het laden<br />
(10) Weergave van de som van de bij deze<br />
opdracht bereden oppervlakte<br />
(11) Weergave van het gewicht na het laden<br />
Menu<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
Menu<br />
trekker ECU<br />
Menu<br />
File-Server<br />
Strautmann-<br />
aansturing<br />
Druk op de toets „Strautmann-aansturing“, om de aansturing te<br />
starten.<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 9
Field-Operator <strong>300</strong><br />
2.2.1 Menu Field-Operator <strong>300</strong><br />
2.2.1.1 Menu Field-Operator instellingen<br />
2.2.1.1.1 Taal kiezen<br />
De volgende talen zijn beschikbaar:<br />
Duits,<br />
Engels,<br />
Frans,<br />
Nederlands,<br />
Deens.<br />
Startbeeldscherm<br />
Menu<br />
Field-Operator<br />
instellingen<br />
ISOBUS monitor<br />
10 ISOBUS-bediening Stand 08.10<br />
AUX<br />
Menu<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
Laatst toegepaste<br />
machine types<br />
GPS<br />
Opslagmedium<br />
aanmelden<br />
1. Kies in het Menu Field-Operator instellingen het symbool vlag<br />
(1).<br />
2. Verander het symbool vlag (1) met de toetsen „Waarde<br />
verhogen / invoer veranderen (+)“ en „Waarde reduceren / invoer<br />
veranderen (-)“ tot de vlag van de gewenste taal verschijnt.<br />
3. Druk op de toets „Waarde / Invoer opslaan“.<br />
4. Maak de aansturing voor tenminste 30 seconden stroomloos.<br />
5. Schakel de aansturing weer in.<br />
De taal is veranderd.
2.2.1.1.2 Opslagmedium activeren / deactiveren<br />
2.2.1.2 Multifunctie-hendel inrichten<br />
VOORZICHTIG<br />
Opslagmedium aanmelden en activeren<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
1. Verbindt het opslagmedium met de USB-aansluiting van de<br />
terminal.<br />
2. Druk in het menu Field-Operator instellingen de toets<br />
„Opslagmedium aanmelden“ zolang tot het symbool<br />
opslagmedium (2) in het display verschijnt (circa 5 seconden).<br />
3. Druk op de toets „Start“ zolang tot het symbool opslagmedium<br />
ook in de statusaanduiding (3) verschijnt (circa 5 seconden).<br />
De rode LED in de rechterbovenhoek van de terminal licht op.<br />
Het opslagmedium is geactiveerd.<br />
Stap 2 moet ALLEEN bij het voor de eerste keer aansluiten van een<br />
opslagmedium worden uitgevoerd. Voor alle hierna plaats vindende<br />
aansluitingen is dit niet nodig, ook niet na een nieuwe start.<br />
Opslagmedium deactiveren<br />
1. Druk op de toets „Stop“ zolang tot het symbool opslagmedium in<br />
de statusaanduiding (2) uitgaat (circa 5 seconden).<br />
De rode LED in de bovenste rechter hoek van de terminal gaat<br />
uit.<br />
Het opslagmedium is gedeactiveerd.<br />
2. Verwijder het opslagmedium.<br />
Druk op de toets „AUX“, om de multifunctie-hendel in te richten. Alle<br />
verdere stappen haalt u uit de bedieningshandleiding van WTK voor<br />
Uw Field-Operator <strong>300</strong>.<br />
Gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, als de toetsentoewijzingen<br />
voor een multifunctie-hendel niet bekent zijn!<br />
Let er op dat de individueel vastgelegde toetsentoewijzingen op de<br />
multifunctie-hendel alle mogelijke gebruikers bekend zijn, om<br />
verwisselen van functies te voorkomen.<br />
Vermijdt veranderen van toetsentoewijzingen, om volgende<br />
bestuurders niet bloot te stellen aan bedieningsfouten.<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 11
Field-Operator <strong>300</strong><br />
2.3 Menu Arbeid<br />
Rijden op de weg<br />
inschakelen<br />
2.3.1 Menu rijden op de weg<br />
Voor het rijden op de openbare weg:<br />
Lift-as laten dalen,<br />
Bodemketting stoppen,<br />
Strooimechanisme uitschakelen,<br />
Stuwschuif sluiten.<br />
Menu instellingen<br />
Menu Arbeid 2<br />
Menu Extra<br />
Gewenste waarde<br />
verhogen / reduceren<br />
Menu<br />
opdrachtenbeheer<br />
Rijden op de weg<br />
uitschakelen<br />
Stuur-as<br />
blokkeren<br />
Stuur-as<br />
vrij geven<br />
Lift-as<br />
zakken<br />
Bij een foutieve bedrijfstoestand klinkt een signaaltoon en er<br />
verschijnt een foutmelding. Hef per omgaande de fout op die<br />
knipperend bij de aangegeven bedrijfstoestand wordt<br />
weergegeven.<br />
12 ISOBUS-bediening Stand 08.10
2.3.2 Menu instellingen<br />
Start / Stop<br />
100 m<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
Menu voor het instellen van de gewenste waarden, die ten gronde<br />
liggen aan de bodemkettingregeling.<br />
Menu verlaten<br />
Menu tellers Menu Check<br />
2.3.2.1 Vastleggen van de rijimpulsen per 100 m.<br />
2.3.2.2 Menu teller<br />
Basisinstellingen<br />
bepalen<br />
Menu Kalibreren<br />
Menu Parameters<br />
De wit weergegeven velden kunnen worden gekozen en worden<br />
veranderd. Druk op de toets „Invoer opslaan“, om de instellingen op<br />
te slaan!<br />
De veranderingen worden opgeslagen tot de volgende verandering<br />
van het te strooien product.<br />
1. Meet een afstand van exact 100 m. af.<br />
2. Druk in het menu instellingen op de toets „Start 100 m.“ en rij de<br />
afstand.<br />
3. Druk op de toets „Stop 100 m.“ zodra de 100 m. is gereden.<br />
De rijimpulsen zijn vastgelegd.<br />
Menu verlaten<br />
Dagteller op nul<br />
zetten<br />
Geen functie<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 13
Field-Operator <strong>300</strong><br />
2.3.2.3 Menu Check<br />
Lift-as zakken en<br />
stuur-as vrij geven<br />
Lift-as heffen en<br />
stuur-as blokkeren<br />
Stuwschuif<br />
heffen<br />
Stuwschuif<br />
zakken<br />
2.3.2.3.1 Stuwschuif kalibreren<br />
Menu verlaten<br />
Bodemketting<br />
vooruit<br />
Bodemketting<br />
STOP<br />
Bodemketting<br />
reverseren<br />
Stuwschuif<br />
kalibreren<br />
LET OP: U kunt ofwel de gewenste snelheid in m/min of de<br />
procentuele gewenste snelheid van de bodemketting ingeven.<br />
In het menu Check kunnen de signalen van de individuele sensoren<br />
worden gecontroleerd, bijv. bij storingen.<br />
Verschijnt het symbool<br />
, levert de betreffende sensor een signaal.<br />
Verschijnt het symbool , levert de betreffende sensor geen signaal.<br />
Met de functie „Stuwschuif kalibreren“ kunnen de onderste en de<br />
bovenste openingsgrens van de stuwschuif individueel worden<br />
vastgelegd.<br />
In dit menu kan de bodemketting onafhankelijk van de strooiwalsen<br />
worden aangedreven.<br />
Normaal is het inschakelen van de bodemketting alleen mogelijk als<br />
de strooiwalsen zijn ingeschakeld!<br />
1. Druk op de toets „Stuwschuif zakken“ in het menu Check, om de<br />
stuwschuif helemaal te laten zakken.<br />
2. Druk op de toets „Stuwschuif kalibreren“.<br />
De onderste openingsgrens van de stuwschuif is vastgelegd.<br />
3. Beweeg de stuwschuif zo hoog mogelijk met de toets<br />
„Stuwschuif heffen“.<br />
4. Druk op de toets „Stuwschuif kalibreren“.<br />
De bovenste openingsgrens van de stuwschuif is vastgelegd.<br />
14 ISOBUS-bediening Stand 08.10
2.3.2.4 Menu kalibreren<br />
Stuwschuif<br />
zakken<br />
Stuur-as<br />
vrij geven<br />
Stuur-as<br />
blokkeren<br />
Lift-as<br />
heffen<br />
Lift-as<br />
zakken<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
Menu verlaten<br />
Bodemketting<br />
AUTO<br />
Bodemketting<br />
STOP<br />
Bodemketting<br />
terug<br />
Stuwschuif<br />
heffen<br />
Met de toets „KAL“ wordt de voor het gewichtafhankelijke strooien de<br />
slip-correktie-factor ingesteld.<br />
1. Schakel de weeginrichting in.<br />
2. Kies in het menu instellingen het te verspreiden product uit.<br />
3. Druk op de toets „KAL“ in het menu instellingen.<br />
Het menu kalibreren verschijnt. Het symbool START (1) geeft<br />
aan, dat de rit om te kalibreren kan beginnen.<br />
4. Druk op de toets bodemketting AUTO en start de rit om te<br />
kalibreren.<br />
Tijdens de rit om te kalibreren knippert het symbool START.<br />
5. Rij met een constante snelheid, zolang tot het symbool doel<br />
bereikt<br />
wordt weergegeven.<br />
6. Stop de trekker en wacht tot deze geheel stilstaat<br />
7. Druk op de toets „Bodemketting STOP“ om de slip-factor te laten<br />
berekenen.<br />
De slip-correktie-factor wordt in het menu instellingen<br />
weergegeven.<br />
Bij een foutieve handeling klinkt een signaaltoon en er verschijnt<br />
een foutmelding. De rit om te kalibreren moet opnieuw worden<br />
uitgevoerd.<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 15
Field-Operator <strong>300</strong><br />
2.3.2.5 Menu parameters<br />
2.4 Menu Arbeid 2<br />
Stuwschuif<br />
zakken<br />
Stuur-as<br />
vrij geven<br />
Stuur-as<br />
blokkeren<br />
Lift-as<br />
heffen<br />
Lift-as<br />
zakken<br />
WAARSCHUWING<br />
Menu verlaten<br />
De parameters voor de regeling zijn in de fabriek ingesteld en kunnen<br />
niet worden veranderd.<br />
Menu verlaten<br />
Bodemketting<br />
AUTO<br />
Bodemketting<br />
STOP<br />
Bodemketting<br />
terug<br />
Stuwschuif<br />
heffen<br />
Gevaar voor personen kan ontstaan door onvoldoende stabiliteit<br />
en omkippen van de machine, bij verkeerd gebruik van de stuuras!<br />
Pas uw rijstijl zodanig aan, dat u de trekker met de aangekoppelde /<br />
aangehangen machine te allen tijde onder controle heeft!<br />
Vermijdt het plotseling maken van bochten bij het rijden op hellingen,<br />
zowel helling op als helling af (Kantelgevaar!)!<br />
De stuur-as MOET worden vergrendeld:<br />
bij rijsnelheden boven 40 km/h,<br />
op een hobbelige rijbaan,<br />
bij ritten dwars over hellingen (het rijden van een slag),<br />
bij achteruit rijden.<br />
16 ISOBUS-bediening Stand 08.10
VOORZICHTIG<br />
2.5 Menu Extra<br />
Grensstrooi-inr. links<br />
heffen<br />
Grensstrooi-inr. links<br />
zakken<br />
Werklampen<br />
aan / uit<br />
2.6 Menu gewenste waarde<br />
Field-Operator <strong>300</strong><br />
Beschadigingen of schade aan de bodemketting kunnen<br />
ontstaan, als de kettingen niet correct zijn gespannen!<br />
De kettingen van de bodemketting:<br />
moeten gelijkmatig zijn gespannen,<br />
mogen slechts weinig doorhangen, maar ook niet te strak zijn<br />
gespannen.<br />
Let hierbij op het hoofdstuk „Bodemketting“ in de<br />
gebruikershandleiding van de stalmest- / universeelstrooier.<br />
De aandrijfrichting van de bodemketting mag kortstondig (max. 3<br />
seconden) reverseren, bijv. om tijdens het lossen verstoppingen bij<br />
de strooiwalsen op te lossen. Reverseer de bodemketting alleen in<br />
geval van nood.<br />
Bij het inschakelen van de aansturing wordt de enkelwerkende stuuras<br />
altijd vrij gegeven.<br />
Menu verlaten<br />
Kap over de walsen<br />
openen<br />
Kap over de walsen<br />
sluiten<br />
Grensstrooi-inr.<br />
rechts heffen<br />
Grensstrooi-inr.<br />
rechts zakken<br />
Menu verlaten<br />
Gewenste waarde<br />
met 5% verhogen<br />
Gewenste waarde<br />
met 5% verlagen<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 17
Field-Operator <strong>300</strong><br />
2.7 Menu opdrachtenbeheer<br />
2.7.1 Opdracht inrichten<br />
Invoer afbreken /<br />
Opdracht wissen<br />
De verandering van de gewenste waarde is slechts tijdelijk en wordt<br />
bij een nieuwe start of bij een slecht contact, niet opgeslagen.<br />
Menu verlaten<br />
Nieuwe opdracht<br />
inrichten<br />
Weeginrichting op<br />
nul zetten<br />
Binnen een opdracht kunt u naar believen wegingen opnemen.<br />
De ingestelde opdrachten kunnen op een opslagmedium worden<br />
opgeslagen, niet op de terminal.<br />
De soort te verspreiden product moet in het menu instellingen worden<br />
gekozen.<br />
1. Kies in het menu opdrachtenbeheer het veld „Bestuurder / klant “<br />
en geef via de lettertoetsen een naam in.<br />
2. Kies eventueel het veld „Extra informatie“ en geef met de<br />
lettertoetsen een tekst in.<br />
3. Druk op de toets „Nieuwe opdracht inrichten“.<br />
Het eerstvolgende menu verschijnt.<br />
Menu verlaten<br />
Weeginrichting op<br />
nul zetten<br />
Lege strooier<br />
wegen<br />
Beladen strooier<br />
wegen<br />
Opdracht<br />
opslaan<br />
18 ISOBUS-bediening Stand 08.10
Field-Operator <strong>300</strong><br />
4. Druk op de toets „Lege strooier wegen “ om de lege machine te<br />
wegen.<br />
5. Laadt het product in de strooier.<br />
6. Druk op de toets „Beladen strooier wegen“ om het gewicht van<br />
de beladen strooier te bepalen.<br />
7. Verspreidt het product.<br />
8. Herhaal de stappen 5 tot 7 net zo vaak, tot de opdracht is<br />
afgewikkeld.<br />
9. Druk op de toets „Opdracht opslaan“.<br />
De ingerichte opdracht is op het opslagmedium opgeslagen. De<br />
navolgende weergave verschijnt.<br />
Als geen opslagmedium wordt herkend, klinkt een signaaltoon<br />
en er verschijnt een foutmelding. Sluit het opslagmedium aan en<br />
/ of activeer het, voordat de handelingen worden herhaald.<br />
ISOBUS-bediening Stand 08.10 19