Kijk op vermogen 30 [PDF] - Hof Hoorneman Bankiers

KIJK OP VERMOGEN
Uitgave van Veer Palthe Voûte NV | voorjaar 2006 | nummer 30
Notaris Hans Koch
‘Als notaris zit je in een merkwaardige spagaat.’
Fred van der Giessen, Deloitte Accountants
‘Transparantie, daar gaat het om.’

KIJK OP VEER PALTHE VOUTE
Inhoud
Interview 6
Notaris Hans Koch over koopmanschap
en objectiviteit bij het notariaat.
Investering 8
Baan Company, Smit Internationale en
de grote drie banken: drie voorbeelden
van Value Investing.
Europese regelgeving 12
Verbetering van het Nederlandse fiscale
vestigingsklimaat is geen overbodige luxe.
Achtergrond 16
Fred van der Giessen van Deloitte
Accountants licht de veranderingen in
de nieuwe Wtb toe.
En verder ...
Wist u dat… 4
Vooruitzichten 5
De passie van… 11
Passadehaven III 14
Marktverwachting 18
Fund Update 22
Voorwoord
A
l is het de afgelopen
vijfentwintig jaar niet
meer voorgekomen, een
bankinstelling kán failliet
gaan. Zo blijkt uit het recente
faillissement van Van der
Hoop Bankiers. Het is goed dat we ons van
een dergelijk risico bewust zijn.
Eind vorig jaar werd de financiële wereld
opgeschrikt door het faillissement van
Van der Hoop Bankiers te Amsterdam. Een
relatief nieuw fenomeen in de Nederlandse
financiële wereld. De laatste keer dat een
bank in Nederland failliet ging was de
Amsterdam-American Bank in 1982, bijna
25 jaar geleden. Hoe komt het nou dat we
eigenlijk met elkaar het idee hebben dat
banken in Nederland niet failliet kunnen
gaan? Naar mijn mening komt dat doordat
de perceptie leeft dat door het toezicht
van De Nederlandsche Bank en van de
Autoriteit Financiële Markten alle risico’s
zijn weggenomen. Maar dat is geenszins
het geval. Een bank is en blijft een
commerciële instelling die risico’s neemt,
net als iedere gewone onderneming. En
dat moet ook, want zonder een zeker en
aanvaardbaar risico - zoals bijvoorbeeld bij
kredietverlening - kun je geen commercieel
bedrijf runnen. En een bankinstelling blijft
nu eenmaal een commercieel bedrijf met
een winstoogmerk.
Toch zal het faillissement van Van der Hoop
Bankiers naar alle waarschijnlijkheid een
unicum blijven. Enerzijds zorgt het toezicht
in ons land er al jaren voor dat men met
een gerust hart zijn middelen onder kan
brengen bij één van de onder Nederlands
toezicht staande banken. Anderzijds legt
de beroepsgroep een hoge mate van eigen
verantwoordelijkheid aan de dag, en toont
men een zeer bewuste houding ten aanzien
van ethiek. Dat maakt het overigens
allemaal niet minder verdrietig voor de
klanten van Van der Hoop Bankiers die de
dupe zijn geworden van dit faillissement.
Banken en vermogensbeheerders worden
sinds het faillissement met regelmaat
geconfronteerd met klanten die zich
zorgen maken over de veiligheid van hun
vermogen. Zo heeft ook Veer Palthe Voûte
de nodige vragen gekregen. Er is voor
onze relaties echter geen enkele reden om
zich zorgen te maken. Het aandelenbezit
van onze klanten is ondergebracht in een
stichting met een aparte juridische entiteit.
Het is dus uitgesloten dat beleggende
klanten bij Veer Palthe Voute schade
kunnen ondervinden van een eventueel
faillissement van de bank. Dat is bij wet zo
geregeld. Verder onderneemt Veer Palthe
Voûte geen activiteiten met een hoog of
niet aanvaardbaar risico, en daarom is
Veer Palthe Voute niet kwetsbaar. Alle
middelen van onze cliënten beleggen wij in
effecten, welke op hun beurt direct worden
ondergebracht in de eerdergenoemde
separate stichting. Kortom, de relaties van
Veer Palthe Voûte hoeven zich beslist geen
zorgen te maken!
Het leek ons goed dat toch nog eens even
heel duidelijk over het voetlicht te brengen.
Voor ons is het dan ook business as usual,
en het is goed te kunnen constateren
dat de eerste drie maanden van dit jaar
voortvarend van start zijn gegaan. Als het
zo doorgaat, belooft het een mooi beursjaar
te worden! En dat lijkt mij een positief slot
aan dit verhaal over een toch wel somber
hoofdstuk uit de Nederlandse financiële
geschiedenis.
Met vriendelijke groet,
Alexander van Ketwich Verschuur.
Wist u dat… Het Delta Deelnemingen Fonds bij Standard & Poors in de prijzen is gevallen?
Wist u dat… Piet Hoorneman opa is geworden van kleindochter Jasmijn?
Wist u dat… Het VPV Value Fund inmiddels een omvang van ruim 30 miljoen euro heeft?
Wist u dat… Er tot 1 mei 2006 bij een aankoop van participaties HollandHaven via de
VPV Beleggersgiro geen kosten in rekening gebracht worden?
New Classic
Het moment van lanceren van de New Classic is goed geweest. Sinds 1 oktober van
dit jaar biedt VPV deze nieuwe vorm van vermogensbeheer aan haar klanten aan.
De New Classic combineert de voordelen van traditioneel vermogensbeheer met
die van de Value Investing systematiek. Veer Palthe Voûte biedt met deze nieuwe
vorm van vermogensbeheer een goede spreiding en een optimale balans tussen
rendement en risico.
De markten hebben ondertussen een forse stap voorwaarts gemaakt en de eerste
relaties die deelnemen aan de New Classic profiteren daar nu van. Bovendien zijn
de beheerkosten minimaal. Kortom: de kosten van de New Classic vallen in het niet
vergeleken met de rendementen die behaald kunnen worden. De investeringen in
het product worden al snel terugverdiend.
Er wordt op dit moment hard gewerkt aan de
jaarverslagen over 2005 van de verschillende
VPV beleggingsfondsen.
Vanaf eind april zijn deze verslagen op aanvraag
beschikbaar voor geïnteresseerden.
Colofon
Kijk op Vermogen is een uitgave van
Veer Palthe Voûte NV
2 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
3
Oosthaven 52
Postbus 3155
2800 CG Gouda
T 0182 597777
www.vpv.nl
info@vpv.nl
Contactpersoon VPV
Marjan Beuzenberg
Redactionele productie
Lensink Van Berkel Communicatie, Amersfoort
Vormgeving
Raadgever en Partners, Amersfoort
Fotografie
Nanning Barendsz
Drukwerk
Rooduijn Vorm & Druk, Den Haag
NIEUWS
© Veer Palthe Voûte NV, Gouda. Alle rechten voorbehouden.
Kijk op Vermogen bevat informatie die met
de meeste zorgvuldigheid is samengesteld. Veer Palthe
Voûte NV en/of een van de aan haar gelieerde ondernemingen
en/of medewerkers en/of de bij deze uitgave
betrokken redactie en medewerkers aanvaarden geen
aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden
kunnen voortvloeien van de in deze uitgave opgenomen
informatie. Aan alle beleggingen zijn risico’s verbonden.
Rendementen op beleggingen kunnen fluctueren. In het
verleden behaalde rendementen bieden geen garantie
voor toekomstig te behalen rendementen.
Prospectussen van de in Kijk op Vermogen beschreven
fondsen zijn op aanvraag kosteloos verkrijgbaar bij Veer
Palthe Voûte NV. Voor de fondsen zijn financiële bijsluiters
beschikbaar; vraag hierom en lees ze voordat u
een product koopt. De in Kijk op Vermogen beschreven
fondsen hebben elk een vergunning van de Autoriteit
Financiële Markten (art. 5 Wet toezicht beleggingsinstellingen).

WIST U DAT...
Goudénzilver. Datisgeentoeval!
December 2000 December 2005
Belegt u graag in Nederlandse aandelen? Doe dat bij Veer Palthe
Voûte. Onze beleggingsfondsen behoren al jaren tot de absolute
top. Vorig jaar won *Dresdner VPV HollandHaven de Cash
Standard & Poor’s Fund Award. En dit jaar viel die eer te beurt aan
Delta Deelnemingen Fonds voor het beste resultaat over 3 én 5
jaar. Op de voet gevolgd door HollandHaven dat de tweede prijs in
de wacht sleepte. Goud én zilver, dat is geen toeval meer.
*Aanbieding:
als u voor 1 mei 2006 deelneemt in Dresdner VPV HollandHaven via de VPV Beleggersgiro,
betaalt u géén aankoopkosten.
Dresdner VPV HollandHaven
Kijk voor onze andere succesvolle beleggingsfondsen op www.vpv.nl
of bel 0182-597777
De waarde van beleggingen kan fluctueren. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Vergunning AFM (art. 5 Wtb). Voor dit
product is een financiële bijsluiter opgesteld met informatie over het product, de kosten en de risico’s. Vraag er om en lees hem voordat u het product
koopt. Prospectus en financiële bijsluiter kosteloos verkrijgbaar bij VPV te Gouda.
Vooruitzichten voor 2006
De zoektocht naar
Als we de verschillende regio’s in de wereld nader bekijken, zijn er
verschillen. Allereerst loopt de economische groei in de Verenigde
Staten zoals altijd zo’n twee jaar vooruit op die in Europa. Het
economisch herstel in Europa staat in feite nog maar aan het
begin, daardoor hebben Europese bedrijven nog een langer pad
van winstherstel voor de boeg. Dit terwijl de winsten al fors zijn
gestegen in de afgelopen jaren. Dat was echter meer gebaseerd
op kostenbesparingen dan op volumegroei van de omzet. Onze
verwachting is dat juist de toename van het volume van de
consumentenbestedingen kan zorgen voor een doorzettend herstel
van de bedrijfswinsten. Qua waardering en dividendrendement
achten wij de Amerikaanse beurs aanmerkelijk minder aantrekkelijk.
Binnen Europa liggen naar onze inschatting op meerdere markten
aantrekkelijke mogelijkheden, met name in Frankrijk, Duitsland en
zeker ook in Nederland.
De Japanse economie staat helemaal aan het begin van
economisch herstel. Na vele jaren van malaise lijkt de weg omhoog
te zijn gevonden. De beurs is daar echter al zeer enthousiast
op vooruitgelopen, bovendien blijft het in Japan erg lastig om
ondergewaardeerde ondernemingen te ontdekken. De traditioneel
zeer lage dividenduitkeringen helpen daar ook al niet bij. De hoogste
economische groei blijft te vinden in opkomende markten, waarbij
we met name positief zijn over de vooruitzichten voor Latijns
Amerika en het Verre Oosten.
Oosterse ondoorgrondelijkheid?
De meest spectaculaire groei vindt plaats in China. Dat land
ontwikkelt zich met een groeisnelheid van tien procent per jaar in
een razend tempo tot een economische wereldmacht. Dat groei van
de economie zich niet altijd vertaalt naar groei op de aandelenbeurs,
blijkt als je naar de Chinese aandelenbeurs (Sjanghai) kijkt. Die is
in de laatste vijf jaar vrijwel gehalveerd in waarde, dus omgekeerd
evenredig met die economische groei.
Het gaat er dan ook om bedrijven te ontdekken die van volumegroei
profiteren, doordat ze ook bij toenemende concurrentie
VOORUITZICHTEN
ondergewaardeerde situaties
Beleggers zijn het nieuwe jaar met veel optimisme begonnen. Vrijwel alle beurzen
behaalden een positief resultaat. Er is genoeg reden tot optimisme. Wereldwijd groeit
de economie. De inflatie is laag, en daardoor blijven ook de kapitaalmarktrentes op
de huidige lage niveaus. Door die lage rente zijn aandelen relatief aantrekkelijk, met
name aandelen die een bovengemiddeld dividend uitkeren. Een blik over de grenzen.
aantrekkelijke marges weten te
behouden. Bij onze selectie van
die bedrijven zoeken we daarom
naar bedrijven met een dominante
marktpositie, sterke merknamen,
voorsprong in distributiekracht en
technologische knowhow. In China
zijn dat bijvoorbeeld een aantal
gespecialiseerde textielproducenten en transportondernemingen.
We kiezen dan voor bedrijven die zijn genoteerd aan de beurs van
Hongkong, omdat het daar geldende op Engelse leest geschoeide
juridische systeem goede garanties biedt voor transparante
rapportage en goed gereguleerde eigendomsverhoudingen.
Risico’s in 2006?
Politieke risico’s zijn zeer moeilijk in te schatten. Met zoveel politiek
instabiele situaties in de wereld zijn er tal van potentiële haarden voor
escalerende conflicten aan te wijzen. Een belangrijke factor voor de
economische ontwikkeling is de inflatie. Met name in de Verenigde
Staten kan de aantrekkende arbeidsmarkt leiden tot een oplopende
looninflatie. Verder oplopende grondstof- en energieprijzen kunnen
de inflatie nog verder aanwakkeren. Ook de dollar vormt een
instabiele factor. Mede door de afnemende populariteit van Amerika
op het internationale politieke toneel kiezen steeds meer centrale
banken ervoor om hun valutareserves niet te laten domineren door
de dollar. In plaats daarvan nemen ze een mandje met valuta’s dat
een afspiegeling vormt van hun handelsrelaties. Dit is geen positieve
factor voor de kracht van de dollar. Daarnaast is de Amerikaanse
Fed al veel verder gevorderd met het verhogen van de korte rente
dan de ECB (Europese centrale bank). In de komende jaren zal de
ontwikkeling van de korte rente kunnen leiden tot een versterking
van de euro ten opzichte van de dollar.
Kansen
De vooruitzichten voor bedrijfswinsten en de waarderingen bieden
nog steeds aantrekkelijke kansen voor aandelenbeleggers. We geven
aan aandelen dan ook sterk de voorkeur boven obligaties. Zowel
in aandelen als in obligaties zijn echter altijd ondergewaardeerde
situaties te vinden. De beleggers van VPV zijn dit jaar dan ook weer
met veel vertrouwen en met vele goede beleggingsideeën begonnen!
Fried van ’t Hof,
Directeur Beleggingen
4 KIJK KIJK OP OP VERMOGEN | VEER | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR | WINTER 2006 2005
KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
5 55

INTERVIEW
Notaris Hans Koch over koopmanschap en objectiviteit:
‘Commercieel runnen, maar geen commercie bedrijven’
Hans Koch
De ontwikkeling van de integriteit van een notaris baart
het kabinet zorgen. Dat sprak ze uit na de recente pu-
blicatie van het rapport van de commissie Hammerstein.
Is deze zorg terecht? En hoe gaat het notariaat om met
commercieel belang en objectiviteit? Een gesprek met
notaris Hans Koch.
D
e tijd vlak voor de millenniumwissel was niet
alleen een tijd van economische hoogconjunctuur,
maar ook van een heilig geloof in marktwerking.
Notarissen werden niet gespaard in deze
marktwerkingdrang, de tarieven van hun diensten
werden vrijgegeven. Daarin schuilde wel een gevaar,
want met teveel koopmanschap zou bij het
notariaat de onafhankelijke positie nog wel eens in gevaar
kunnen komen. A. Hammerstein, president van het gerechtshof
in Arnhem, onderzocht onlangs hoe de vlag erbij stond. Zijn
belangrijkste conclusie: de vrije marktwerking in het notariaat
werpt zijn vruchten af, maar er mag niet getornd worden aan de
onafhankelijkheid van de notaris.
Spagaat
‘Als notaris zit je in een merkwaardige spagaat’, zegt Hans Koch
van Koch Notarissen in Den Haag. ‘Aan de ene kant ben je een
koopman met een eigen onderneming en val je onder het ministerie
van Economische Zaken. Aan de andere kant sta je met de Wet op
het Notarisambt tussen partijen in. Er moet rechtszekerheid zijn
bij het afwikkelen van contracten. Zo valt een notaris onder het
ministerie van Justitie.’
Hoewel een notaris met de vrije markt ook wat betreft salariëring
aan de markt is overgeleverd, is Koch tevreden over de aanpassing
van zeven jaar geleden. ‘Concurrentie in de branche is goed. Daardoor
worden notarissen gedwongen om een goed product te maken,
effectief te werken en kosten te beheersen. Kostenbeheersing kan
bijvoorbeeld door nieuwe digitale technieken. Maar dat kan ook door
de wijze waarop je een bedrijf leidt, of hoe je met opleidingen omgaat.’
Concurrentie als positieve impuls, hoe rijmt dat met de
onafhankelijkheid van de notaris? Koch: ‘We hebben voldoende
juridische middelen om grondig en onafhankelijk te werk te gaan.
De Wet identificatie bij dienstverlening bijvoorbeeld, waarmee we
altijd weten wie de betrokken partijen vertegenwoordigen. Maar ook
meldingsplicht ongebruikelijke transacties. En er is een kamer van
toezicht, die klachten behandelt.’
Donner
Justitieminister Donner is enthousiast over Hammerstein’s
bevindingen. Hij lijkt tot nu toe het rapport te onderschrijven:
marktwerking functioneert, maar we moeten waken voor de
onafhankelijkheid van het notariaat. Koch: ‘De levering van
eigendom kun je niet door andere partijen laten vastleggen dan
de notaris. Deze kan het proces goed regelen en de belangen van
de partijen goed afwegen. Donner neemt helaas nog niet het
Amsterdamse model over, waar een notaris ook betrokken wordt
bij het opstellen van de koopakte. Dáár komt namelijk de transactie
tot stand. Een notaris kan aan het eind van het hele traject slechts
wat bijsturen, maar het fundament staat en is dan al rechtsgeldig. In
het belang van de consument zou het goed zijn als de notaris eerder
betrokken werd bij zo’n traject.’
Een notaris heeft overigens wel de plicht om bepaalde diensten te
leveren, zonder notaris immers geen overdacht van bijvoorbeeld
onroerend goed. Maar in bepaalde gevallen kan een notaris
weigeren, zoals bij onevenwichtige of verdachte transacties. ‘Als
er een verschil is tussen de mededelingsplicht van de verkoper en
de eigen onderzoeksplicht van de koper, zal ik als notaris in de
eindfase trachten het evenwicht te vinden. Worden overduidelijk
belangen eenzijdig geschonden, dan zal ik mijn medewerking moeten
weigeren. Hetzelfde geldt bij verdachte transacties, waarbij het lijkt
dat er geld witgewassen wordt. Je bent geen opsporingsambtenaar,
maar met deze regels behoud je je onafhankelijkheid.’
Grijs gebied
Regels stellen grenzen: wat wel en wat niet. Zo blijft een notaris
objectief. Is het werkelijk zo eenvoudig? ‘Er is natuurlijk een grijs
gebied. Als je het idee hebt dat er belangen beschadigd worden, dan
kun je als notaris een overeenkomst meestal wel zo leiden dat alles
toch nog goed komt. Maar er blijven situaties bestaan waar achteraf
onenigheid over ontstaat. Dan ben ik een heel pragmatisch jurist en
zoek naar een gezonde, evenwichtige oplossing. Bij kleine geschillen
komen de twee partijen hier aan tafel. Achteraf kunnen ze het pand
verlaten zónder open eind. Dan is alles alsnog helder.’
‘De uitdaging voor mij is om een notariaat commercieel te runnen,
maar geen commercie te bedrijven’, legt Koch uit. ‘Commercieel
inzicht is onontbeerlijk, evenals leidinggevende activiteiten. Maar
onze diensten zijn nou eenmaal niet als zuiver commercieel product
aan te bieden. Het notariaat is geen stempelaar die contracten
afstempelt.’ Het ambt zal dus nooit worden vervangen door een
website, zoals bij veel andere diensten? ‘Uitgesloten.’
Hans Koch (63) koos voor een studie rechten vanwege een
ogenschijnlijk merkwaardig detail: medicijnen, het alternatief,
viel af vanwege het massale karakter van de studie. ‘Je
zit dan in collegebanken, in een grote collegezaal. Dat sprak
mij niet aan. Ik had notarissen in de familie en mijn vader
was rechter. Toen ik hoorde dat je de studie rechten in
kleine studiegroepjes volgde, dacht ik: dat is wat voor mij.’
Omdat Koch niet geïnteresseerd was in strafrecht, kwam
het ambt van notaris in zicht. Koch had een idee over het
beroep voordat hij ermee begon, maar de werkelijkheid is
zoals zo vaak wel anders. ‘Ik kan me eigenlijk nog beter
ontplooien dan ik van tevoren had gedacht. Mijn vader had
als rechter veel minder bewegingsvrijheid dan ik nu.’ Inmiddels
leidt Koch een notariskantoor met 35 medewerkers.
Koch is 63 jaar, binnenkort tijd om te stoppen dus. De wet
zegt namelijk: eenmaal 65 jaar, dan moet je ermee ophouden
als notaris. ‘Kapitaalvernietiging. Er is in Nederland een
tendens om langer door te werken daar zouden wij ook
aan moeten meewerken. Ik zal nog zeker een paar jaar
door kunnen gaan met werken. Zolang ik contact met de
markt behoud, blijf ik gezond wat betreft lichaam en geest.
Gelukkig valt er nog genoeg werk te verrichten als adviseur
of voor acquisitie. Ik heb nu geen tijd om te golfen, maar ik
moet er niet aan denken om over twee jaar de hele dag op
het veld te staan.’
6 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
7
INTERVIEW

VALUE INVESTING
In de Value-portefeuille:
Zeer diverse bedrijven
Value Investing. U weet inmiddels wat Veer Palthe Voûte daarmee bedoelt. Een zogeheten waardebelegging
is een belegging (aandeel of obligatie) die ten opzichte van de onderliggende waarden een te lage
prijs noteert. Deze beleggingsstrategie richt zich over het algemeen op kleinere en middelgrote beursgenoteerde
ondernemingen met een lage koers-winstverhouding. Maar onderwaardering vinden we in
de meest uiteenlopende sectoren en met betrekking tot zeer diverse bedrijven. Variërend van banken
tot een onderneming als Smit Internationale en zelfs een ‘uitgerangeerd aandeel’ als Baan. Drie totaal
verschillende voorbeelden van Value Investing.
Baan Company
Menig belegger kijkt met op zijn minst gemengde
gevoelens terug op het roerige verleden van software-
ontwikkelaar Baan. Maar weinig beleggers weten volgens
Henk van Heijst van Veer Palthe Voûte, dat de vennoot-
schap nog steeds is genoteerd op Euronext Amsterdam.
‘Ook weten waarschijnlijk maar weinigen dat er nog
dagelijks handel plaatsvindt in de aandelen én wat dat
voor hen kan betekenen.’
‘Het is niet erg zinvol lang stil te blijven staan bij het leed dat in het
verleden geleden is’, stelt Van Heijst. Het is volgens hem veel belangrijker
aandacht te schenken aan de huidige situatie van de onderneming.
In feite is er sinds de zomer van het jaar 2000 geen sprake
meer van een onderneming in de echte zin van het woord. Baan
verkocht in 2000 namelijk al zijn bedrijfsactiviteiten aan de Britse
grootaandeelhouder Invensys. Vervolgens hebben de aandeelhouders
van Baan in november 2001 besloten de vennootschap te liquideren.
‘In het kader van de verkoop van de ondernemingsactiviteiten
heeft Invensys de onherroepelijke garantie afgegeven dat de
aandeelhouders van Baan een liquidatieuitkering ontvangen van 2,85
euro per aandeel’, zegt Van Heijst. ‘Overigens niets meer, maar ook
niets minder.’
Processen
Tot dusver loopt het liquidatieproces al ruim vier jaar. De reden
dat de vereffening van de vennootschap en de uitkering aan de
aandeelhouders zolang op zich laten wachten, is volgens Van Heijst
dat er nog steeds enkele partijen processen voeren tegen Baan en
haar toenmalige directieleden. ‘Die procedures vormen een wettelijk
beletsel voor de liquidatie. Naar onze stellige overtuiging ligt het niet
aan de onwil van Invensys om tot vereffening over te gaan. Invensys
heeft daar ook geen belang bij, want het heeft zelf 91 procent van
de aandelen Baan en krijgt dus ook 91 procent van het uit te keren
bedrag.’
De vraag rijst wanneer achter de procedures een punt wordt gezet.
‘Die vraag kunnen wij helaas niet beantwoorden. Het lijkt echter zeer
onwaarschijnlijk dat de procedures nog heel veel langer zullen duren,
gegeven het feit dat de kennelijk nog lopende procedures rond de
eeuwwisseling zijn gestart.’
Attractie
De attractie van een belegging in de aandelen Baan ligt in het feit
dat de beurskoers meer dan een euro lager ligt dan de door Invensys
gegarandeerde liquidatieuitkering. ‘De financiële positie van Invensys
is niet geweldig, maar niettemin zodanig dat we mogen verwachten
dat het bedrijf aan de verplichtingen kan blijven voldoen.’
Wat echt overblijft is de onzekerheid over het tijdstip van de
liquidatie-uitkering. ‘Bij de huidige koers van 1,78 euro maakt de
belegger een rendement van 10 procent per jaar als de uitkering
nog vijf jaar verder in de toekomst ligt. Het rendement wordt
lager wanneer de liquidatie langer dan vijf jaar gaat duren,
maar is uiteraard aanzienlijk hoger wanneer de getormenteerde
aandeelhouders in de loop van 2006 of in 2007 de 2,85 euro in
handen krijgen waar zij recht op hebben.’
Smit Internationale
‘Het aandeel Smit Internationale (Smit) vinden wij, value beleggers, al jaren een
aantrekkelijke belegging’, vertelt Carla Buijink van Veer Palthe Voûte. ‘Enerzijds
vanwege de onderwaardering en anderzijds vanwege de goede cashflow.’
Smit is actief in vier subsectoren. Ten eerste heeft het bedrijf
wereldwijd havensleepdiensten. ‘Smit streeft naar een kwalitatief
goed product tegen zo laag mogelijke kosten. Deze kwaliteitsnorm
trekt internationale klanten aan’, zegt Buijink. ‘Recent heeft Smit het
rendement in Canada verbeterd en het bedrijf verwacht de komende
tijd in Rotterdam verbetering te behalen.’
Terminals vormen de tweede pijler van Smit. ‘Smit Terminals
biedt een totaalpakket van marinebeheer aan met een wereldwijd
marktaandeel van 20 procent.’ De resultaatsbijdrage van
bergingsactiviteiten, Smit’s derde activiteit, lopen door de
aard van het werk van jaar op jaar sterk uiteen. Buijink: ‘Door
mediabelangstelling zijn de bergingswerkzaamheden van Smit
wereldwijd bekend.’ De bekendste bergingen zijn die van de Tricolor
voor de Spaanse kust en van de Russische onderzeeër Kursk. Smit is
gespecialiseerd in milieuaspecten en behaalt aantrekkelijke marges
omdat de financiële schade voor scheepseigenaren en verzekeraars
exponentieel stijgt als een schip niet tijdig en zorgvuldig wordt
geborgen. Smit heeft met deze divisie een wereldwijd marktaandeel
van rond de 30 procent. Tot slot is Smit actief in zwaar transport en
hefkraanschepen. ‘De transportdivisie rendeert goed.’
Onderwaardering
Waar brengt deze informatie ons op beleggingsgebied? In de
jaren 1997 tot en met 2003 heeft de koers van het aandeel Smit
rond de 20 euro bewogen, met gemiddeld een winst per aandeel
van 2,70 euro. In de genoemde periode hadden de meeste
aandelenbeleggers met name oog voor ondernemingen met een
grote marktkapitalisatie. De grotere verhandelbaarheid van de
aandelen was hiervan volgens Buijink de achterliggende reden. ‘Dit
is op zichzelf juist, maar de grote onderwaardering van het aandeel
Smit - een aandeel uit de zogenoemde ‘Small cap’ categorie - vonden
wij niet terecht. Zeker niet met het oog op de goede cashflow.’ De
cashflow per geïnvesteerde euro bedroeg rond de 0,30 euro. Hiervan
werd per euro gemiddeld 0,06 euro als dividend uitgekeerd aan de
aandeelhouders. ‘Als de belegger zijn geld op deposito had gezet in
VALUE INVESTING
plaats van een belegging in het aandeel Smit, had het rendement
op jaarbasis 3,5 procent in plaats van 6 procent bedragen. Over de
hele periode zou deze belegger in totaal 16 procent aan rendement
zijn misgelopen.’ Bij ondergewaardeerde aandelen met een goede
cashflow is de kans volgens Buijink groot dat de onderneming
onderwerp wordt van overname of acquisitie. ‘Al deze overwegingen
zijn meegenomen in de aankoopbeslissing.’
Strategie en potentie
Smit heeft in 2002 een groeiscenario geschetst voor de
bedrijfsactiviteiten die stabiele inkomstenstromen leveren, te weten
de haven- en terminalactiviteiten. Een eerste stap is gezet in Brazilië,
waar Smit een 50 procent deelneming heeft genomen in Rebras
(havensleepdiensten). In drie jaar wil de nieuwe joint venture - onder
de naam Rebocadores - uitgroeien naar een lokaal marktaandeel van
zo’n 20 procent.
Inmiddels is de koers van het aandeel Smit gestegen naar 64,50
euro. Een verdrievoudiging van de koers ten opzichte van de
jaren 1997 tot en met 2003, terwijl de winst en het dividend niet
zijn verdrievoudigd. Maar is het aandeel nog aantrekkelijk? ‘De
belangrijkste reden voor handhaving van de positie, is dat Smit een
nieuwe strategie heeft ingezet. Het management stuurt aan op het
genereren van cashflow en winst, in plaats van de onderneming in
stand te houden.’
Daarnaast is er sprake van positieve omgevingsfactoren. ‘De
lage rentestand, de hoge olieprijs, de relatieve onderwaardering
ten opzichte van de maritieme sector en de markt, de stijgende
cashflow en de grotere algemene belangstelling voor overnames en
acquisities maken het aandeel Smit een aandeel met potentie.’
8 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
9

VALUE INVESTING
Banken: de grote drie
Een geheel ander verhaal in de value sfeer vormt de groep van de drie grote financiële waarden, ABN AMRO,
Fortis en ING. In de loop van 2005 heeft Veer Palthe Voûte voor de Value portefeuilles posities opgebouwd
in deze drie bankorganisaties. ‘Een aantal cliënten heeft ons gevraagd waarom wij nu juist daarin waarde
zagen’, zegt Henk van Heijst.
De verklaring daarvoor is toe te schrijven aan diverse factoren.
‘Allereerst was in de eerste helft van 2005 de waardering van onze
drie grote banken relatief laag in vergelijking met de branchegenoten
in de rest van Europa. Niet frappant veel lager, maar toch duidelijk
lager dan de Europese collegabanken.’
Vervolgens was de waardering begin 2005 met zo’n 23 euro
voor ‘het mandje’ van de grote drie beduidend lager dan in de
hoogtijdagen van rond de eeuwwisseling, toen de koers van
het mandje boven de 38 euro lag. ‘Bedenk dat de betreffende
ondernemingen sinds de eeuwwisseling flink geld hebben verdiend,
waarvan een behoorlijk deel is toegevoegd aan het eigen vermogen.
Daartegenover staat, we erkennen het volmondig, dat de koersen
toen behoorlijk hoog waren.’
Gigantisch
Vervolgens speelt - en dat is wat Van Heijst betreft veel belangrijker
dan eerstgenoemde factoren - het aanvangsrendement ten opzichte
van de tienjarige staatslening. Uitgaande van een koerswaarde van het
mandje van circa 23 euro begin 2005 en een dividend van het mandje
van 1,15 euro over 2005, is het dividendrendement 5 procent. Begin
2005 was het rendement op de tienjarige staatslening circa 3,5
procent. ‘Dat verschil is gigantisch groot’, stelt Van Heijst. ‘Zeker als
we in ogenschouw nemen dat we bij de banken te maken hebben met
een sector die - hoe we het wenden of keren - oligopolistische trekjes
vertoont. Daardoor wentelen de banken hun malheur zonder al te
veel problemen af op de cliënten.’
Om die reden is het volgens Van Heijst slecht voor te stellen dat
op een termijn van vijf en zeker op een termijn van tien jaar het
dividend gelijk of lager zal zijn dan nu. ‘Het is denkbaar, maar dan
praten we over oorlogsscenario’s, verwoestende overstromingen of
nucleaire rampen. Afgezien daarvan gaan we uit van een dividend
dat over een periode van tien jaar stijgt met een jaarlijks percentage
van circa 5 procent.’
Dividendrendement
In dat geval is het dividend van het mandje 1,87 euro tegen de 1,15
euro die het nu bedraagt. ‘Let wel: op de staatslening begonnen we
met 3,5 procent en is de coupon na tien jaar nog steeds 3,5 procent.
Met het mandje financiële waarden begonnen we met 5 procent en
zitten we na tien jaar op 8,1 procent - als de koers van het mandje
nog steeds 23 euro zal zijn. Het is echter waarschijnlijk dat de koers
van het mandje tegen die tijd behoorlijk veel hoger is. Zeker wanneer
we veronderstellen dat in ons land en in de wereld dan sprake is van
redelijk stabiele verhoudingen.’
Tot slot is volgens Van Heijst van belang dat begin 2005 het
dividendrendement op de financiële waarden als groep hoger lag dan
van welke sector ook binnen de AEX-index. ‘Dat gegeven, gekoppeld
aan het feit dat alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden de
dividenden in de financiële sector worden verlaagd, geeft koerssteun
aan de sector. Op den duur verdwijnen anomalieën als deze namelijk
altijd weer en bewegen zij zich naar het gemiddelde.’
Bobsleeën in Nederland
‘Na afloop
aan het stuiteren’
VPV-medewerker Najib Nakad (40) deed als bobsleeër ooit mee aan de wereldkampioenschappen. Een paar
jaar geleden stopte hij noodgedwongen met de sport. Hoe kijkt hij terug op zijn carrière?
Najib Nakad
Bobsleeën is wel even wat anders dan
voetballen of tennis. Hoe komt u erbij
om aan zo’n sport te beginnen?
‘Ik speelde ooit American Football in Amsterdam.
Op ons niveau hadden we wel zo’n beetje alles
gewonnen wat er te winnen viel. Toen meldde
zich een bobsleepiloot. Hij zocht mensen met
gewicht en snelheid, dat hadden we natuurlijk
wel. Bobsleeën is bovendien een Olympische
sport, we maakten een kans om aan dat toernooi
mee te doen. Dat speelde toen ook mee.’
Bij deze sport denk je aan namen als Ralf
of Björn, niet aan Najib. Of wel soms?
‘Ik viel als Arabier natuurlijk wel op. We hadden
wel vaker donkere jongens in ons team, maar die
hadden gewoon Hollandse namen. Internationaal
kent de sport een zeer divers gezelschap aan
nationaliteiten. Maar iedereen denkt wel
hetzelfde over sport, dat is heel prettig.’
Hoe train je in het vlakke Nederland
met een bobslee?
‘Het hele jaar trainde ik op kracht en atletiek.
Om de behendigheid met de bobslee te trainen,
werk je met een bobslee op wieltjes. We oefenden
dan op een industrieterrein, onder meer op het
“laden”, zo snel mogelijk de bobslee instappen.
Inmiddels is er in Harderwijk een professionele
bobsleetrainingsbaan, met rails. Deze heeft zelfs
de vorm van de Olympische baan van Turijn.
Daar kun je met veel hogere snelheden trainen.
Onderschat bobsleeën in Nederland niet: er
zijn zes professionele teams, een derde van de
Olympische delegatie in Turijn is bobsleeër.’
De eerste bobsleerit: wat herinnert u
zich ervan?
‘Dat ik na afloop echt aan het stuiteren was. Het
was echt heel spannend. Je ziet niet veel, omdat
je vanwege de aërodynamica met je hoofd naar
beneden zit. Maar je voelt de baan wel. Bij zo’n
DE PASSIE VAN...
rit komen soms g-krachten van vier g vrij; vier
keer je eigen gewicht. Dat voel je dus echt wel.
Bovendien ga je horizontaal door een bocht.
Een piloot moet een bocht op de centimeter
nauwkeurig insturen om kans te maken op een
plek in de top. En dat met een topsnelheid van
145 kilometer per uur.’
Waarom bent u eigenlijk gestopt
met bobsleeën?
‘Ik heb een chronische rugblessure opgelopen.
Ik ben in 1994 begonnen met bobsleeën,
in 1999 ben ik ermee opgehouden. Toen ik
begon, moest ik vooral snel kunnen starten
en laden. Later heb ik met de jongens van het
American Footballteam een eigen bobsleeteam
opgericht waar ik als piloot fungeerde. Dat was
echt geweldig, ik ging naar de Oostenrijkse
bobschool waar je krijgt uitgelegd hoe je moet
sturen. Vervolgens zet de leraar je in een slee
met de boodschap: zie maar of je de finish redt.
Na die eerste rit haken er altijd wel een paar af.
Maar ik vond het geweldig.’
Nog plannen om ooit eens in een
bobslee te stappen?
‘Ik heb nu een vrouw en drie kinderen. Dat
schept een verantwoordelijkheid, bobsleeën
is nou eenmaal niet ongevaarlijk. Maar
misschien dat ik nog eens meedoe als veteraan.
In Duitsland zijn er ook toernooien voor
bobsleeërs-in-ruste. Die gaan met hun bierbuik
in de avond trainen en de volgende dag sleeën.
Erg leuk. Bovendien: mijn vrouw en kinderen
hebben me nog nooit in zo’n bobslee gezien.’
Heeft u bij Veer Palthe Voûte nog wat
aan uw bobsleekennis?
‘Je leert veel nationaliteiten kennen, dat is nog
wel eens handig. En je leert nog iets belangrijks:
dat je met hard en gedisciplineerd werken het
verst komt in het leven.’
10 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
11

EUROPESE REGELGEVING EUROPESE REGELGEVING
Fiscaliteiten voor fijnproevers
EU: harmonisatie
nog ver te zoeken
E
Europa, best belangrijk. Dat geldt zeker ook voor
beleggers en vermogenden. De eenwording van Europa
heeft echter nog vrijwel niet geleid tot harmonisatie
van fiscale regelgeving. Sterker nog, de lidstaten
doen hun uiterste best om zich te onderscheiden van
collega’s. Het voordeel is er voor de fiscale fijnproever.
België verleent een fictieve aftrek op eigen
vermogen van bedrijven, Nederland kijkt naar een verruiming van
de mogelijkheden voor beleggingsinstellingen. Europese landen
beconcurreren elkaar voortdurend, zorgvuldig de mogelijkheden
aftastend. Want de Europese regelgeving en dynamiek, daar kunnen
ze in ieder geval niet omheen vertelt Annemiek van Dijk, senior
tax manager bij KPMG Meijburg & Co. Zij is gespecialiseerd in
fiscaliteit met betrekking tot beleggingsproducten. Samen met
Rob van Moorsel, partner bij KPMG Meijburg, houdt ze de fiscale
scherpslijperij van de Europese lidstaten nauwlettend in het oog
voor klanten van KPMG Meijburg, zoals Veer Palthe Voûte. Wanneer
regelgeving verandert, zal Veer Palthe Voûte snel kunnen inspelen
op de nieuw ontstane situatie. Van Dijk: ‘Alle landen toetsen op dit
moment het eigen belastingstelsel aan “Europa”, maar dat neemt
niet weg dat de lidstaten nog voldoende mogelijkheden hebben om
de eigen positie binnen de Unie te versterken. Een aantrekkelijk
vestigingsklimaat met gunstige fiscale regels is één van de factoren
waar ondernemingen en beleggingsinstellingen naar kijken als ze
vestigingsplaatsen met elkaar vergelijken.’
Concurrentiepositie Nederland
Reden voor de Nederlandse ministerraad om eind vorig jaar in te
stemmen met een voorstel voor verruiming van de mogelijkheden voor
beleggingsinstellingen. Door beleggingsinstellingen vrij te stellen van
zowel vennootschapsbelasting als inhouding van dividendbelasting,
Door beleggingsinstellingen vrij te stellen van zowel vennootschapsbelasting
als inhouding van dividendbelasting, wil staatssecretaris Wijn van Financiën de
internationale concurrentiepositie van Nederland versterken. Europese lidstaten
doen hun uiterste best zich te onderscheiden.
wil staatssecretaris Wijn van Financiën de internationale
concurrentiepositie van Nederland versterken. Vooral ten opzichte van
landen die nu al een goed vestigingsklimaat hebben, zoals Luxemburg
en Ierland. Daar staat dan wel tegenover dat beleggingsinstellingen
geen aanspraak kunnen doen op teruggaaf van dividendbelasting of
eventuele belastingvoordelen uit belastingverdragen. Van Dijk legt
uit: ‘Dit kan met name interessant zijn voor fondsen die beleggen in
vastrentende waarden waarop geen onderliggende bronbelasting rust.’
Beleggers in deze fondsen worden dan niet meer met inhouding van
dividendbelasting geconfronteerd. Dit is vooral aantrekkelijk voor
buitenlandse beleggers die nu vaak voor Luxemburg kiezen.
Werken aan winst
De grote lijnen voor de verbetering van het Nederlandse
fiscale vestigingsklimaat zijn uitgetekend in de nota ‘werken
aan winst’, die vorig jaar april het licht zag. Verlaging van de
vennootschapsbelasting van 31,5 procent - bovengemiddeld in
Europa - naar uiteindelijk 26,9 procent is één van de maatregelen.
De tariefsverlaging wordt niet gevolgd door een verhoging in
de inkomstenbelasting van het aanmerkelijkbelangtarief voor
directeur-grootaandeelhouders. Dit heeft een belastingverlaging
tot gevolg voor de aanmerkelijkbelanghouders. De gecombineerde
druk vennootschaps- en inkomstenbelasting gaat verschillende
procentpunten naar beneden.
Volgens Rob van Moorsel is verbetering van het fiscale
vestigingsklimaat geen overbodige luxe. Waar Nederland in het
verleden de grenzen van de mogelijkheden nog wel eens wilde
opzoeken, is het nu vaak het braafste jongetje van de klas. Andere
landen zijn ondertussen de durfals geworden. ‘Daarmee is niet
gezegd dat ons belastingstelsel eenvoudiger is geworden. De
vereenvoudiging die de overheid zogenaamd doorvoerde, bracht
de belastingpocket van 800 pagina’s in 1994 naar 1.300 pagina’s in
2005. Vereenvoudiging leidt juist tot detaillering, en dus tot meer
regels en meer pagina’s.’
Een terrein waar harmonisatie in Europa wel heeft geleid tot meer
gelijkheid tussen landen, is de spaarrente. Als een rentebetaling op
grond van de spaarrenterichtlijn onderworpen is aan renseignering
(het recht om inlichtingen te vragen) ontvangt de belastingdienst
van het land waar de belegger woont de gegevens over de particuliere
belegger, de belegging en de rente. Landen die niet willen meewerken
aan de verplichte uitwisseling van gegevens, hebben nu de
mogelijkheid om bronbelasting over de betaalde rente te heffen.
Particuliere beleggers kunnen de ingehouden bronbelasting dan
gewoonlijk verrekenen met de inkomstenbelasting in hun woonland.
Dubbele aanslag
Niet iedereen denkt er graag over na, toch verdient ook de
nalatenschap aandacht, zeker wanneer er meerdere landen in het spel
zijn. Voor Nederlandse inwoners geldt in principe het Nederlandse
erfrecht, maar bezittingen in andere landen kunnen vererven volgens
de wetgevingen in die landen. Ook hebben de Europese lidstaten
vrijwel allemaal een eigen successiewet. Van onderlinge afstemming
om dubbele heffing te voorkomen is zelden sprake. Van Dijk:
‘Verdragen op dit gebied zijn niet talrijk en dat kan Europese burgers
duur komen te staan. De Nederlandse fiscus volgt Nederlandse
staatsburgers in het buitenland gedurende tien jaar. Overlijdt een
in Spanje woonachtige Nederlander, dan krijgen zijn erfgenamen te
maken met de Nederlandse successiewet. Tegelijkertijd zal ook de
Rob van Moorsel en Annemiek van Dijk
Spaanse fiscus de Spaanse regels kunnen toepassen. Veel mensen
denken liever niet na over dit onderwerp, bovendien zijn er op het
gebied van de inkomstenbelasting en dividendbelasting wél allerlei
verdragen om dubbele heffingen te voorkomen. Ook daardoor gaan
mensen ervan uit dat dit wel geregeld zal zijn.’
Fiscale grensverkenning
Fiscale wetgeving is bepaald geen eenvoudige kost. Wanneer
Europese samenwerking soms wel en soms niet of in verschillende
gradaties tot harmonisatie leidt, wordt het voor burgers alleen
maar lastiger. Bijvoorbeeld om een beeld te krijgen van de fiscale
consequenties van hun internationale investeringen. Van Moorsel en
Van Dijk zien allebei een taak voor de vermogensbeheerder, die zijn
relaties hierover kan informeren. En die producten kan ontwikkelen
die juist optimaal gebruikmaken van de verschillen in regelgeving
in Europa. ‘Om die reden hebben wij overleg met Veer Palthe Voûte,
om advies te geven over deze mogelijkheden en de wetswijzigingen
die van invloed zijn op de producten’, vertelt Van Moorsel. ‘Veer
Palthe Voûte is daar scherp op en houdt de vinger aan de pols. Het is
een innovatieve bank. Verandering in wetgeving leidt regelmatig tot
nieuwe producten of aanpassingen van bestaande producten.’
Daarover is ook regelmatig overleg met de Nederlandse fiscus.
Om zekerheid te verschaffen kunnen nieuwe producten worden
afgestemd met de Belastingdienst. ‘Al is de medewerking niet altijd
gegarandeerd. Producten met een zeer geraffineerde structuur,
krijgen het predikaat “fiscale grensverkenning”. En daar hoeft de
Belastingdienst niet aan mee te werken.’
12 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
13

PASSADEHAVEN III
Delta Deelnemingen Fonds:
Voor iedereen
een belang op maat
VPV PassadeHaven III BV is de jongste houdstermaat-
schappij van het Delta Deelnemingen Fonds NV van Veer
Palthe Voûte. De belangstelling voor de relatief kleine
belangen was zo groot dat de participaties PassadeHaven III
in no-time geheel waren vergeven. Hoe kan dat? En hoe
werkt de structuur met houdstermaatschappijen?
D
e huidige structuur van Delta Deelnemingen
Fonds NV (DDF NV) is geënt op fiscaal
aantrekkelijk beleggen. Beleggers genieten
alleen deelnemingsvrijstelling - ofwel geen
vennootschapsbelasting (Vpb) betalen over
ontvangen dividenden en koerswinsten - als zij
een belang van meer dan vijf procent hebben in bijvoorbeeld een
Vpb-plichtige beleggingsmaatschappij zoals het Delta Deelnemingen
Fonds. Daarom is door Veer Palthe Voûte een constructie van
houdstermaatschappijen opgetuigd.
‘Om in aanmerking te komen voor deelnemingsvrijstelling zou je
momenteel een direct belang van zo’n dertig miljoen euro moeten
hebben in Delta Deelnemingen Fonds NV’, zegt Diane Zwanenburg-
Ophorst, senior relatiebeheerder bij Veer Palthe Voûte. ‘Het
overgrote deel van Delta Deelnemingen Fonds NV is in handen
van particulieren en van een enkele vennootschap die zijn belang
rechtstreeks heeft gekocht, maar voor de meeste Vpb-plichtige
vennootschappen is het simpelweg om financiële redenen niet
mogelijk een direct belang van meer dan vijf procent te kopen in
Delta Deelnemingen Fonds. Daarom hebben we indirect deelnemen
mogelijk gemaakt.’
Houdstermaatschappijen
De structuur van houdstermaatschappijen is essentieel. Voor
beleggen in een houdstermaatschappij geldt namelijk dezelfde
meer-dan-vijf procent-regel als het gaat om deelnemingsvrijstelling.
‘Door de opsplitsingen betreft het kleinere bedragen waardoor ook
beleggers met belangen van enkele tonnen gebruik kunnen maken
van de deelnemingsvrijstelling’, zegt Zwanenburg.
De voornaamste fiscale regel die wordt toegepast in de constructie
van houdstermaatschappijen van DDF: iedere houdstermaatschappij
moet een belang van meer dan vijf procent hebben in de
vennootschap waarin zij deelneemt. Zo heeft DDF Holding BV een
belang van meer dan vijf procent in DDF NV en heeft Passade BV
eveneens een belang van meer dan vijf procent in DDF Holding BV
(zie ook bijgaand schema). Voor beleggingen van enkele tonnen
kunnen cliënten via hun Vpb-plichtige vennootschap een dergelijk
belang kopen in PassadeHaven I tot en met III, die op hun beurt
weer een belang van meer dan vijf procent hebben in Passade BV. Op
vergelijkbare wijze zijn DeltaHaven I tot en met VIII geconstrueerd,
die eveneens via DDF Holding BV in DDF NV deelnemen.
Op maat
‘PassadeHaven III is het jongste zusje in de hele constructie’, vertelt
Zwanenburg. ‘De PassadeHavens zijn, net als de DeltaHavens,
bewust verschillend in omvang. In het ene geval staat een vijf
procent-belang gelijk aan tweeënhalve ton, in het andere geval
betekent vijf procent een belang van 1 miljoen euro. Kortom: je
kunt een belang op maat kopen. Uiteraard moet er dan wel een
bepaald belang beschikbaar komen.’ Kleinere belangen zijn volgens
Zwanenburg altijd als eerste uitverkocht. Zo waren de participaties
in PassadeHaven III, die recent is opgericht, in een mum van tijd
compleet vergeven.
Het is overigens niet de bedoeling Delta Deelnemingen Fonds
oneindig uit te breiden. ‘In onze ogen is nog wel ruimte om de
constructie enigszins te laten groeien.’ Een vennootschap kent
maximaal negentien deelnemers, gelet op het meer dan vijf procent
principe. ‘Om een nieuwe vennootschap of houdstermaatschappij
STRUCTUUROVERZICHT
DELTA DEELNEMINGEN FONDS NV
DeltaHaven I BV t/m DeltaHaven VIII BV
op te richten, moet ik de helft van de aandelen meteen kunnen
plaatsen. In de praktijk betekent dit in principe tien deelnemers.
Mocht er genoeg belangstelling zijn voor belangen rond de 2,5 ton
dan kunnen we overwegen nog een nieuwe houdstermaatschappij
op te richten. Aangezien hiervoor binnen Passade BV nog ruimte is,
draagt de nieuwe houdstermaatschappij dan waarschijnlijk de naam
PassadeHaven IV BV.’
Intensief beheer
Beleggers maken zich vaak zorgen om de bewaking van hun belang
van meer dan vijf procent in één van de houdstermaatschappijen.
Zwanenburg: ‘Zij kopen een belang van meer dan vijf procent,
maar de uitgifte van meer aandelen in het fonds DDF zélf kan
ervoor zorgen dat het belang van de participant in de betreffende
Aandeelhouders
(Vennootschappen)
Vpb-plichtige beleggers kunnen deelnemen vanaf
ca. EUR 250.000 tot ca. EUR 3,5 miljoen met behoud
van de deelnemingsvrijstelling (>5%)
DDF Holding BV
Delta Deelnemingen Fonds NV
PassadeHaven I BV t/m PassadeHaven III BV
PASSADEHAVEN III
houdstermaatschappij onder de vijf procent grens komt, waardoor
de deelnemingsvrijstelling niet meer geldt.’ Zwanenburg begrijpt de
gedachte, maar wijst op de intensieve bewaking hiervan door Veer
Palthe Voûte. ‘Het komt niet vaak voor, maar soms is tijdig ingrijpen
noodzakelijk. Om een voorbeeld te noemen: Delta Deelnemingen
Fonds NV dreigde vorig jaar zo groot te worden dat het belang van
Passade BV, dat een direct belang van meer dan vijf procent in DDF
NV had, onder de vijf procent zou komen. Daarop hebben we voor
Passade BV in overleg met de participanten een herstructurering
doorgevoerd. Nu participeert Passade BV via DDF Holding BV (een
tussenholding) in DDF NV. Als gevolg van deze herstructurering
kan DDF NV nu weer substantieel groeien door uitgifte van nieuwe
aandelen. Uitgangspunt is dat mensen hun participaties voor langere
tijd en met de zekerheid van goede bewaking van het belang van
meer dan vijf procent kunnen aanhouden.’
14 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
15 15
> 5%
> 5%
> 5%
> 5%
Passade BV
Aandeelhouders
(Particulieren en Vennootschappen)
Rechtstreekse deelnemingen in beursgenoteerde fondsen zoals
AM, Arcadis, Athlon, Ballast Nedam, Beter Bed, Chesnara, Crown van Gelder, Eriks, Fornix Biosiences,
Gamma Holding, Imtech, Macintosh Retail Group, Nedap, Reesink, Smit Internationale en Ten Cate
> 5%
> 5%
> 5%
> 5%

ACHTERGROND
Wet toezicht beleggingsinstellingen
Meer informatie,
meer controle
Veel informatie vóór de keuze voor een belegging en ook erna. Gedrukt in prospectussen,
maar ook online. Met de nieuwe Wet toezicht beleggingsinstellingen neemt de bureaucratie
voor beleggingsinstellingen af en de transparantie naar beleggers toe.
B
eleggers willen informatie over hun (mogelijke)
investeringen. Wat zijn de kenmerken van het fonds
of het bedrijf waarin zij hun geld investeren? Wat
zijn de risico’s en wat zijn de verwachtingen voor
komend jaar? De informatie die in de prospectussen
komt te staan, is begin dit jaar uitgebreid. Meer
gedetailleerde informatie dus. En dat dankzij de Wet
toezicht beleggingsinstellingen (Wtb). Fred van der Giessen, manager
bij Deloitte Accountants over de nieuwe wet.
Dynamiek
De oude Wtb is in oktober 1990 in werking getreden. Het
aantal beleggingsfondsen is sindsdien enorm toegenomen
en daarmee groeide ook de keuze voor beleggers. Van der
Giessen: ‘Het aantal fondsen is meer dan verdubbeld en het
belegd vermogen van de beleggingsinstellingen is tot meer dan
honderd miljard euro gegroeid. Er kwamen en komen steeds
meer nieuwe beleggingsproducten, zoals de clickfondsen,
themafondsen en geografische fondsen.’ Deze dynamiek op het
gebied van beleggingsinstellingen en de steeds verder gaande
productontwikkeling zijn aanleiding geweest tot de modernisering
van de Wtb.
Daarnaast moest de oude wetgeving aan twee EU-richtlijnen
worden aangepast. ‘Het aanpassingsproces heeft vrij lang
geduurd’, vertelt Van der Giessen. ‘Sinds 1 september 2005 is
dan eindelijk de nieuwe Wtb van kracht.’ Ook het Besluit toezicht
beleggingsinstellingen (Btb) is geheel vernieuwd. In het Btb
wordt een aantal elementen uit de Wtb nader uitgewerkt. Maar
wat is daarvan het gevolg voor beleggers? Van der Giessen: ‘In
samenhang met de wetswijziging zijn ook de regels waaraan de
financiële bijsluiter moet voldoen ingrijpend gewijzigd en hebben
de AFM en DNB nieuwe toezichtregels in samenhang met het Btb
gepubliceerd. Instellingen moeten hun beleggers gedetailleerder
informeren en de controle daarop is toegenomen.’
Het veranderingsproces is overigens nog niet afgerond. In 2004 is
het wetsvoorstel Wet financieel toezicht (Wft) ingediend waarin een
aantal toezichtwetten en wetsvoorstellen worden geïntegreerd. De
Wtb gaat onderdeel uitmaken van deze Wft.
Beheerder
Het belangrijkste doel van de Wtb is waarborgen dat de financiële
markten en de bescherming van beleggers en potentiële beleggers
goed werken. Daarom bestaat de wet onder andere uit regels voor het
verkrijgen van een vergunning voor fondsen en de eisen waaraan een
vergunninghouder blijvend moet voldoen.
Maar wat is er nou veranderd met de invoering van de nieuwe Wtb?
‘De belangrijkste wijziging is dat niet meer de beleggingsinstelling,
maar de beheerder over een vergunning dient te beschikken’, zegt
Van der Giessen. ‘Zonder een vergunning mag een beheerder geen
aandelen of participaties van een beleggingsinstelling op de markt
brengen. Heeft een beheerder eenmaal een vergunning dan wordt
het gemakkelijker om nieuwe fondsen op te richten onder de
bestaande vergunning. Er zijn wel enkele vrijstellingen, maar het
gaat te ver om hierop in detail in te gaan.’ Om voor een vergunning
in aanmerking te komen, moet de beheerder aan een aantal
vereisten voldoen. Onder meer op het gebied van deskundigheid
en betrouwbaarheid van de bestuurders, de organisatorische
en juridische structuur, de informatieverstrekking, financiële
waarborgen en waarborgen voor een adequaat toezicht.
’Ook voor Veer Palthe Voûte en zijn relaties verandert er dus het een
en ander’ vertelt Van der Giessen. ‘Alle VPV-fondsen beschikken
nu nog over een vergunning onder de oude wet, onder de nieuwe
wet moet Veer Palthe Voûte als beheerder over een vergunning
beschikken. De aanvraag is inmiddels bij de AFM ingediend.’
‘Instellingen moeten hun beleggers
gedetailleerder informeren en de
controle daarop is toegenomen.’
Een andere – voor de belegger veel relevantere - wijziging is dat er
verregaande eisen worden gesteld aan de informatieverschaffing
aan de beleggers. ‘Transparantie, daar gaat het om’, weet Van
der Giessen. ‘Helderheid van zaken, voor en na de keuze voor
een product. Denk aan de kosten en gelieerde partijen in het
prospectus, dus vooraf, en verantwoording in het jaarverslag van
de beleggingsinstelling achteraf. De op te nemen informatie is op
onderdelen vrij gedetailleerd.’
Ook op de website van de beheerder moet veel informatie over
de beheerde beleggingsinstellingen te vinden zijn. Behalve het
prospectus en het jaar- en halfjaarverslag gaat het hierbij bijvoorbeeld
om de vergunning, de eventuele overeenkomst met de bewaarder,
een voorstel tot wijziging van het prospectus, oproepingen voor
vergaderingen, betaalbaarstelling van dividenden, overzicht van
beleggingen en de meest recente intrinsieke waarde. Van der Giessen:
Fred van der Giessen
‘Op de website van Veer Palthe Voûte is nu al heel veel informatie
over de eigen fondsen te vinden.’
’Wat wel gelijk is aan de oude wet is dat in het prospectus een
mededeling van een accountant moet worden opgenomen dat het
prospectus de wettelijk vereiste gegevens bevat. Dit geldt overigens
niet voor Delta Deelnemingen Fonds; het prospectus van dit fonds
moet door de AFM worden goedgekeurd.’ De nieuwe regels voor het
(half)jaarverslag gaan gelden met ingang van het halfjaarverslag per
30 juni 2006. Het binnenkort te verschijnen jaarverslag over 2005
mag nog volgens de oude regels worden opgemaakt.
Van der Giessen: ‘De relaties van Veer Palthe Voûte krijgen straks
meer informatie. Zodra Veer Palthe Voûte onder de nieuwe
vergunning gaat opereren, kunnen de klanten de informatie op de
website raadplegen en zijn de prospectussen en financiële bijsluiters
aan de nieuwe regels aangepast.’
16 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
17

MARKTVERWACHTING
De start van een Value portefeuille
Een lange rit opwaarts
Dat de Value beleggers van VPV hun vak verstaan, blijkt. Niet voor niets vertellen veel van onze
cliënten hun positieve ervaringen door aan vrienden en kennissen. Maar bij de start van een Value
rekening geven we wel altijd enige uitleg over de kenmerken van deze manier van beleggen.
V
alue investing is de naam van de succesvolle
beleggingsstijl van VPV. Het beleggen in
ondergewaardeerde aandelen en obligaties legde de
beleggers geen windeieren, getuige onderstaande
grafiek. Om deze grafiek te maken is het gemiddelde
van een vijftal rekeningen genomen van cliënten die
gedurende die periode een Value portefeuille hadden
bij VPV. Gemiddeld behaalde de portefeuille een rendement van 17,5
procent per jaar, na aftrek van alle kosten. Anders gezegd: iemand die
met 1 miljoen euro zou zijn begonnen op 1 januari 1996, zou nu een
portefeuille met een waarde van ongeveer 5,2 miljoen euro hebben!
Vanzelfsprekend bieden resultaten uit het verleden geen garantie
voor de toekomst. Maar dat de Value beleggers van VPV hun vak
verstaan, mag hieruit wel worden geconcludeerd. Dat is tenminste
wel de reden dat veel van onze cliënten hun positieve ervaringen
doorvertellen aan vrienden en kennissen, die daardoor ook naar VPV
komen. En zo zien we dat het liefst.
Uitleg
Bij de start van een Value rekening moet er altijd enige uitleg gegeven
worden over de specifieke kenmerken van deze stijl van beleggen.
Vaak zijn ondergewaardeerde situaties namelijk te vinden onder de
wat kleinere bedrijven, waarvan de aandelen en obligaties minder
worden verhandeld dan die van grote indexfondsen. Daardoor duurt
het soms een tijdje voordat het geld waarmee een portefeuille wordt
opgebouwd helemaal is belegd. Het kan zomaar een paar weken
duren voordat een portefeuille is opgebouwd.
Daarnaast gebeurt het wel eens dat de eerste rapportage na de start
van een Value rekening tegenvalt. Het rendement is dan niet wat
men er zich van had voorgesteld. Dat heeft twee oorzaken. Allereerst
is er de tijd die nodig is om een portefeuille op te bouwen. In die
tijd is er relatief veel kas in de portefeuille, en die levert niet veel
rendement op. Belangrijker is echter dat alle aandelen en obligaties
worden gekocht tegen de zogenoemde laatkoers. Daarentegen
worden ze in alle rapportages gewaardeerd op de zogenoemde
biedkoers. Dat is de prijs waarvoor dat aandeel of die obligatie op
de rapportagedatum zou kunnen worden verkocht. Bij minder
verhandelbare effecten is er sprake van een groter verschil tussen
deze bied- en laatkoers dan bij de grote aandelen waarin veel wordt
gehandeld. Dat verschil (ook wel de spread genoemd) kan wel circa
drie procent bedragen. Als je dus iets koopt tegen een laatkoers
van 100, kan het voorkomen dat de waardering tegen de biedkoers
maar 97 aangeeft. Dan lijkt het dus of al meteen drie procent verlies
geleden is op die positie, maar u weet nu hoe dat komt. Bovendien
berekenen we ook nog transactiekosten. Vooral in het begin, wanneer
we immers de hele portefeuille opbouwen, hebben de kosten en dat
verschil tussen bied- en laatkoers een flinke invloed. Daarna is het
verloop van de mutaties in de portefeuille veel geleidelijker.
En dan gaat de waarde zich
ontwikkelen, zoals blijkt
uit bovenstaande grafiek.
De waarde wordt dus vaak
even wat minder, om daarna
– dat is althans de bedoeling
- te beginnen aan een lange
rit opwaarts. Of, zoals de
Fransen zeggen: “Réculer pour
mieux sauter!”
Fried van ‘t Hof,
Directeur Beleggingen
Het succes van HollandHaven
Een mooi boeket
Hollandse aandelen
Voor het zevende jaar achtereen is HollandHaven suc-
cesvol en weet het een beter resultaat te boeken dan
de AEX-index. De beleggers van VPV weten op tijd
accenten te verleggen en denken het succes daarom
voort te kunnen zetten.
‘H
ollandHaven is als een mooi boeket Hollandse
bloemen.’ René van der Zeeuw is sinds een half jaar
als fondsmanager verantwoordelijk voor Dresdner
VPV HollandHaven en is erg enthousiast over het
fonds. ‘De beurs doet het goed en wij weten op tijd
de accenten te verleggen. Met bloeiende resultaten
voor onze relaties als gevolg.’
Zoals de naam al doet vermoeden, richt HollandHaven zich op
Nederlandse aandelen. Niet alleen op de grote beursgenoteerde
bedrijven, maar ook op de kleinere. ‘We hebben een portefeuille met
ballen. We durven waarde toe te voegen. We spreiden onze aandelen
van AEX zwaargewichten tot kleine bedrijven. Dat geeft ons en onze
relaties flexibiliteit. We bieden een prachtig boeket dat regelmatig
van samenstelling verandert en daardoor blijft bloeien.’
Rooskleurig
Ook de toekomst ziet Van der Zeeuw rooskleurig in. ‘De beurs
kan verder stijgen, zeker zolang er zicht is op verder economisch
herstel in Nederland. Bedrijven kunnen zich nu immers richten op
kostenbesparingen en omzetgroei. Dat werkt door in de winst per
aandeel. Daarnaast is er steeds meer geld op de markt. Geld dat
wordt geïnvesteerd en dat wordt gebruikt voor fusies en overnames.
Een goede combinatie om de koersen te laten stijgen.’ De kwaliteit
van de VPV beleggers is er een om op te bouwen. Zo blijkt wel uit het
jarenlange succes van HollandHaven.
René van der Zeeuw over recente wijzigingen in het fonds
die leidden tot succes:
- ‘In oktober 2005 kozen we ervoor Corus-aandelen in de
portefeuille op te nemen. We verwachtten een sterk herstel
in de staalmarkt en die verwachting was terecht. Bij
aankoop waren de aandelen 0,70 euro waard, inmiddels
staan ze op 1,30 euro.’
- ‘Omdat we een biedingsoorlog verwachtten in de assets
van Laurus, hebben we onlangs aandelen hiervan in het
fonds opgenomen. Het aandeel is sinds dat moment
gestegen van 3,20 euro naar 3,60 euro.’
- ‘Sinds begin dit jaar is een belang opgebouwd in de
Telegraaf Media Groep. Dit aandeel kent veel verborgen
waarde. Met het herstel van de economie nemen ook de
advertentie-inkomsten toe. Een mooie toevoeging voor
HollandHaven.’
Aanbieding:
als u voor 1 mei 2006 deelneemt in Dresdner
VPV HollandHaven via de VPV Beleggersgiro,
betaalt u géén aankoopkosten.
HOLLANDHAVEN
18 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
19

FUND UPDATE
Delta Deelnemingen Fonds NV Dresdner VPV Income Fund NV
Tot en met februari bedraagt het rendement
van DDF over 2006 18,4%. De AMX Index
heeft in dezelfde periode een stijging
van 15,4% laten zien. Op 16 februari
ontving DDF twee Cash Standard & Poor’s
Awards; één voor het best presterende
beleggingsfonds in Nederlandse aandelen
over een periode van 3 jaar en één in dezelfde
categorie over een periode van vijf jaar.
Nieuw in portefeuille van DDF is de
deelneming in Kasbank. Deze in 1806
opgerichte onderneming verleent effectendiensten,
met als specialisme settlement
activiteiten in Europa. De strategie omvat
het vervolmaken van het Europese platform,
het uitbreiden van risicomanagementproducten
en het versterken van de Europese
marktpositie. Het aandeel is op basis van de
verwachte winst aantrekkelijk gewaardeerd.
Het dividendrendement bedraagt 4,4%, op de
huidige koers van € 21,50. De consolidatie in
de sector kan leiden tot overnamespeculatie.
260%
240%
220%
200%
180%
160%
140%
120%
100%
80%
60%
40%
20%
0%
-20%
-40%
VPV Value Fund
Over de eerste twee maanden van 2006
behaalde het VPV Value Fund een rendement
van 5,4%. Met name de goede ontwikkeling
van de aandelenkoersen in Nederland
en Hongkong lag ten grondslag aan dit
goede resultaat. In Nederland viel, naast
de koersstijgingen op de lokale markt naar
aanleiding van mooie jaarcijfers van onder
andere Accell, Beter Bed en Macintosh, het
rendement op de posities in de grootbanken
op. In Hongkong liet Lai Fung, een
onderneming actief in ontwikkeling en beheer
van onroerend goed een mooie koerssprong
zien. De grootste daler was de obligatie van
Arena. Arena is onder andere actief in de
handel in kip. De koers daalde naar aanleiding
van de in Italië gevonden dode zwanen, die
besmet waren met de voor mensen gevaarlijke
variant van het vogelgriepvirus. Arena
ondergaat een financiële herstructurering.
Een deel van de activiteiten is reeds verkocht.
Wij hebben van de koersdaling gebruik
gemaakt om de positie uit te breiden
10%
8%
6%
4%
2%
0%
-2%
Performance DDF vs AEX en AMX
na herbelegging van dividend
Jan-03 May-03 Sep-03 Jan-04 May-04 Sep-04 Jan-05 May-05 Sep-05 Jan-06
Beurskoers DDF AEX Total Return Index AMX Total Return Index
Performance VPV Value Fund na herbelegging
van dividend
-4%
Oct-05 Feb-06
Intrinsieke waarde Value Fund
Het Income Fund zette in februari de goede
lijn van januari voort. Het fonds realiseerde
gedurende de eerste twee maanden van
2006 een rendement van 2,3%. De Europese
kerninflatie index liet in de periode tot
januari 2006 een stijging zien van 1,2%.
Februari was een maand met weinig
beweging waarbij één uitschieter te
melden was: VastNed Offices. Hoewel
deze onderneming al niet meer tegen een
korting op intrinsiek handelt, lijkt het
neerwaarts risico in dit fonds in deze fase
zeer gering. Hoewel de rentemarkt zich in
2006 volatiel ontwikkelt, heeft het Income
Fund daar vooralsnog weinig last van door
het beleid om renterisico’s laag te houden.
Het rendement wordt vooral gehaald uit
kortlopende speciale situaties.
Performance Dresdner VPV Income Fund
(VPV Dynamic Interest Fund tot 1 januari 2005)
20 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006 KIJK OP VERMOGEN | VEER PALTHE VOÛTE | VOORJAAR 2006
21
15%
14%
13%
12%
11%
10%
9%
8%
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
0%
-1%
Jan-04 Apr-04 Jul-04 Oct-04 Jan-05 Apr-05 Jul-05 Oct-05 Jan-06
Intrinsieke waarde Income Fund Laatste update 20 sept
Dresdner VPV HollandHaven NV
De beurstrein dendert gewoon door. Na
een sterke maand januari, was februari
goed voor een AEX rendement van 3,6%,
waardoor er over de eerste twee maanden
van 2006 al een stijging staat van 6,9%
voor de AEX en maar liefst 9,6% voor
HollandHaven. In februari werd deze
outperformance o.a. behaald door de
bieding op Airspray (+23%) en de sterke
koersstijgingen van Telegraaf Media
Groep (+8,3%), Buhrmann (+12,9%)
en Unit4Agresso (+10,5%). Gedurende
de maand februari is het fonds Laurus
aangekocht; een beroerde winstgevendheid,
maar partijen lijken over elkaar heen
te struikelen om EDAH en Konmar
over te nemen. Ook is naar aanleiding
van een tweetal bedrijfsbezoeken een
belang opgebouwd in EXACT, het nieuwe
management lijkt hier succesvol te zijn in
het creëren van een nieuw elan en is actief
in een segment dat sterk lijkt te herstellen;
het MKB in Nederland.
Performance Dresdner VPV HollandHaven vs AEX Index na
herbelegging van dividend
100%
80%
60%
40%
20%
0%
-20%
-40%
Jan-03 May-03 Sep-03 Jan-04 May-04 Sep-04 Jan-05 May-05 Sep-05 Jan-06
Intrinsieke waarde HollandHaven AEX Total Return Index AEX Total Return Index
Aanhoudende groei van de mondiale
economie en een groeiversnelling in Europa,
tezamen met blijvend aantrekkelijke
beurswaarderingen in Amsterdam en ons
inziens een continuering van overnames
en overnamegeruchten, maken dat wij de
komende periode voor HollandHaven met
vertrouwen tegemoet zien.

FUND UPDATE
Dresdner VPV Emerging Markets Fund
Na de knallende koersen in januari,
maakten emerging markets in februari
pas op de plaats met een koersstijging
van afgerond 1%. Aan de hoog volatiele
markten lag het niet, want zowel
Rusland, Turkije en Brazilië scoorden
bovengemiddelde rendementen. Met name
in Azië werd behoorlijk op de koersrem
getrapt. Taiwan (-4%) lijkt maar niet los te
komen van het Chinese juk, ondanks dat
de beurswaardering aldaar ondertussen als
aantrekkelijk mag worden betiteld (P/E

Riemen vast:
Hier komt het VPV Value Fund!
Winstgevend beleggen in ondergewaardeerde aandelen.
Hoe weet u of een beleggingsfonds goed presteert? Aan de
‘benchmark’? Wat een onzin. Aan het rendement natuurlijk! En
rendement is precies wat u mag verwachten van het nieuwe
Value Fund van Veer Palthe Voûte. Inderdaad: weer zo’n
typisch eigenzinnig VPV-product dat in niets lijkt op andere
beleggingsfondsen.
Het Value Fund is een voortzetting van de unieke Value
Investing-methodiek waarmee we al jaren prima resultaten
boeken. Wélke waarde-aandelen voor u de winst gaan
opleveren? Dat is voor u de vraag, maar voor onze beleggingsexperts
een weet. Wij gaan voor het rendement. U ook?
Bel voor informatie 0182-597777. Of kijk op www.vpv.nl
Nieuw bij Veer Palthe Voûte:
Het VPV Value Fund!
De waarde van beleggingen kan fluctueren. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Vergunning AFM (art. 5 Wtb). Voor dit product
is een financiële bijsluiter opgesteld met informatie over het product, de kosten en de risico’s. Vraag er om en lees hem voordat u het product koopt. Prospectus
en financiële bijsluiter kosteloos verkrijgbaar bij VPV te Gouda.