11.09.2013 Views

Profielwerkstuk “ Poollicht”

Profielwerkstuk “ Poollicht”

Profielwerkstuk “ Poollicht”

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

P W S <strong>Profielwerkstuk</strong><br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

<strong>“</strong> <strong>Poollicht”</strong><br />

1<br />

Leon Weggelaar<br />

Daniëlle Roodenburg<br />

Franka Ruitenberg<br />

Havo 5<br />

Begeleider: Dhr. Veenstra


Voorwoord<br />

Om Havo 5 succesvol af te sluiten moet er een profielwerkstuk ingeleverd worden.<br />

Dit profielwerkstuk is gemaakt door:<br />

- Leon Weggelaar<br />

- Daniëlle Roodenburg<br />

- Franka Ruitenberg<br />

Er is voor dit onderwerp gekozen omdat er veelzijdig onderzoek naar gedaan kan worden. Veel<br />

mensen vinden poollicht bijzonder en wij wilden dit veerschijnsel graag verklaren.<br />

Het bleek dat de meerderheid van de bevolking geen idee heeft hoe het ontstaat. Dit was een extra<br />

motivatie om het eens tot op de bodem uit te zoeken.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> <strong>“</strong><strong>Poollicht”</strong><br />

HAVO 5 – H5D<br />

07-09-07 / 30-11-07<br />

Gelieve niet in dit verslag te schrijven.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

2


Inleiding<br />

Poollicht is een verschijnsel in de lucht waarbij<br />

verschillende kleuren en vormen zichtbaar zijn.<br />

Dit verschijnsel is niet continu zichtbaar.<br />

Achter dit poollicht verschuilen zich essentiële<br />

bestanddelen die nodig zijn voor het ontstaan.<br />

Hier komen verschillende natuurkundige<br />

theorieën aan te pas waarvan niemand<br />

eigenlijk exact weet of ze wel juist zijn. Door<br />

veel onderzoek zijn er in de afgelopen eeuwen<br />

theorieën bedacht, die met kennis die we nu<br />

hebben nog steeds blijken te kloppen.<br />

Afb 0.2<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Wat is poollicht?<br />

3<br />

Afb. 0.1<br />

Belangrijke natuurkundigen hebben formules<br />

opgesteld waarmee theorieën te verklaren<br />

zijn.<br />

Deze theorieën hebben wij geprobeerd te<br />

onderzoeken en te bevestigen.


Inhoudsopgave<br />

0.0 Inleiding Pagina 1<br />

0.1 Voorwoord Pagina 2<br />

0.2 Inleiding Pagina 3<br />

0.3 Inhoudsopgave Pagina 4<br />

1.0 Definitie van Poollicht Pagina 6<br />

1.1 Inleiding Pagina 7<br />

1.2 Historie Pagina 8<br />

1.3 Poollicht in deze tijd Pagina 13<br />

1.4 Conclusie Pagina 14<br />

2.0 Poollicht Inhoudelijk Pagina 15<br />

2.1 Inleiding Pagina 16<br />

2.2 Aardmagnetisch veld Pagina 17<br />

2.3 De atmosfeer Pagina 19<br />

2.4 Conclusie Pagina 20<br />

3.0 Zonnewind Pagina 21<br />

3.1 Inleiding Pagina 22<br />

3.2 De Zon Pagina 23<br />

3.3 Zonnewind Pagina 24<br />

3.4 Een zonnewind komt aan bij de aarde Pagina 26<br />

3.5 Conclusie Pagina 27<br />

4.0 Verschillende kleuren Pagina 28<br />

4.1 Inleiding Pagina 29<br />

4.2 Spectrum Pagina 30<br />

4.3 Kwantummechanica Pagina 32<br />

4.4 Van energie naar licht Pagina 33<br />

4.5 Invloed van de luchtdruk Pagina 35<br />

4.6 Conclusie Pagina 36<br />

5.0 Poollicht op andere hemellichamen Pagina 37<br />

5.1 Inleiding Pagina 38<br />

5.2 Jupiter Pagina 39<br />

5.3 Saturnus Pagina 41<br />

5.4 Mars Pagina 42<br />

5.5 Planeten zonder poollicht Pagina 43<br />

5.6 Conclusie Pagina 44<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

4


6.0 Onderzoeken naar poollicht Pagina 45<br />

6.1 Inleiding Pagina 46<br />

6.2 Vroegere onderzoeken Pagina 47<br />

6.3 Huidige onderzoeken Pagina 50<br />

6.3.1 Onderzoeken naar de zon Pagina 50<br />

6.3.2 Poollicht op andere planeten Pagina 53<br />

6.3.3 Opwekken van poollicht Pagina 54<br />

6.4 Waarnemingen Pagina 55<br />

6.5 Conclusie Pagina 57<br />

7.0 Experiment Licht Pagina 58<br />

7.1 Onderzoeksvraag Pagina 59<br />

7.2 Hypothese Pagina 59<br />

7.3 Uitvoering Pagina 60<br />

7.4 Opstelling Pagina 61<br />

7.5 Experiment Pagina 62<br />

7.6 Resultaten Pagina 62<br />

7.7 Conclusie Pagina 63<br />

8.0 Afsluiting Pagina 64<br />

8.1 Conclusie Pagina 64<br />

8.2 Begrippelijst Pagina 65<br />

8.3 Bronnen Pagina 66<br />

8.4 Interview Pagina 67<br />

8.4.1 Vragen Pagina 68<br />

8.5 Problemen Pagina 71<br />

8.6 Dankwoord Pagina 71<br />

8.7 Logboek Pagina 72<br />

8.8 Werkverdeling Pagina 75<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

5


<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

6<br />

Definitie van Poollicht


1.0 Wat is de definitie van poollicht?<br />

1.1 Inleiding<br />

Bijna iedereen weet wel wat een aurora is. Alleen noemen de meeste mensen het anders.<br />

Aurora is de wetenschappelijke naam voor het verschijnsel dat wij in Nederland het<br />

noorderlicht of poollicht noemen. In ieder land heeft men een eigen naam in de eigen taal<br />

voor dit natuurverschijnsel.<br />

Maar wat is een aurora nou eigenlijk?<br />

Er zijn veel verschillende meningen van mensen over aurora’s. Sommige volken denken er<br />

heel anders over dan wij, en er is ook een vrij groot verschil tussen hoe men er vroeger over<br />

dacht en nu.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

7<br />

Afb. 1.1


1.2 Historie<br />

Mensen waren vroeger bang voor de<br />

poollichten. In de middeleeuwen zagen de<br />

mensen het poollicht als een voorbode<br />

van het kwaad. Ze zagen een rode gloed,<br />

hoorden een zacht geruis en dachten dat<br />

het de geesten van overleden strijders<br />

waren. Of ze zagen het als een voorteken<br />

van God dat ze deze strijd zouden gaan<br />

verliezen of zelfs helemaal niet zouden<br />

moeten voeren. Men dacht dat God het<br />

poollicht aan hen toonde om Zijn<br />

oneindige macht te laten zien. Om de<br />

mensen te laten weten dat Hij er was, dat<br />

Hij bestond. Geestelijken vertelden de<br />

mensen dat het poollicht een teken was<br />

dat het geduld van God bijna op was, dat<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

8<br />

Hij zich klaar maakte voor de strijd. En<br />

mensen Hem alleen konden stoppen door<br />

weer naar de kerk te gaan, naar de<br />

geestelijken te luisteren en hun giften<br />

voor de kerk te verdubbelen. Men zou<br />

kunnen zeggen dat de geestelijken gebruik<br />

maakten van het ongeloof van mensen.<br />

Maar waarom was men er zo bang voor?<br />

De mensheid wist er niets van af. Men had<br />

in die tijd het heelal nog niet bereikt en<br />

wist nog vrij weinig over de aarde,<br />

magnetische velden, de zon, etc. Voor hen<br />

was het gewoon een kleurige gloed in de<br />

lucht. Er was geen verklaring voor.<br />

Afb 1.2


HET NOORDERLICHT<br />

Het Noorderlicht veeurspelt neet völle goods. ie zeet het vake, as dat kriegsvolk zoo<br />

trekt. In 1870 met de Fransch-Duutschen oorlog was 't ok op een aovend zoo rood in<br />

't westen en later zag ie 't in 't noorden.<br />

Da's blood, zeien de luu. Daor vecht de dooje soldaoten in de loch." In 1811 scheen<br />

het Noorderlicht ook zoo rood. "Grootvader had 'n bröer, dèn mos met Napoleon<br />

wied vot, nao Rusland. En toe' schèn dat Noorderlech ok zoo rood en de olde<br />

menschen praotten ok van blood en dèn armen jongen maken zik zoo bange. Hee is<br />

vot egaon en nooit weer 'ekommen.<br />

Hieronder een zo accuraat mogelijke vertaling in modern Nederlands.<br />

<strong>“</strong>Het noorderlicht voorspelt niet veel goeds. Ik zie het vaker als het krijgsvolk erop uit trekt. In<br />

1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog was het op een avond ook zo rood in het westen en<br />

daarna was het te zien in het noorden.<br />

Dat is bloed, zeiden de mensen. Daar vechten de dode<br />

soldaten”. In 1811 scheen het Noorderlicht ook zo rood.<br />

<strong>“</strong>Grootvader had een broer, die moest met Napoleon mee<br />

naar Rusland. En toen scheen het Noorderlicht ook zo rood<br />

en de oude mensen hadden het over het bloed en de<br />

jongeren werden er bang van. Hij is weggegaan en nooit<br />

meer teruggekomen. <strong>“</strong> Afb.1.3<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

9


Zo rond de middeleeuwen was er ook een oud volksverhaal over nachtridders en de wilde<br />

jacht. Aan het hoofd van deze nachtelijke jacht door de lucht stond de god Wodan. Hij was<br />

de leider van een leger van dode ridders, dat tijdens de midwinterstormen door de lucht<br />

raasde. Poollicht werd in die periode dan ook gezien als het leger van de doden die op jacht<br />

waren.<br />

Er zijn nog veel meer oude verhalen, vaak over hetzelfde onderwerp: het poollicht. Het had<br />

vaak te maken met de doden of er was een voorteken van iets slechts dat hun kant op<br />

kwam. Het verschijnsel poollicht kan men dan ook in veel oude sages, legenden en mythen<br />

tegenkomen.<br />

Maar er zijn ook andere volken die weer andere verhalen vertellen.<br />

Zo dachten sommige Eskimostammen dat het poollicht de zielen van ongeboren kinderen bij<br />

zich droeg. De kinderen verbleven in het poollicht tot zij een lichaam hadden gevonden.<br />

Andere Eskimostammen dachten dat het poollicht de geesten van overleden mensen en<br />

dieren bij zich droeg. En zo ook de goden. Ze zagen het poollicht soms zelfs als dansende<br />

zielen van hun favoriete dieren.<br />

De Iroquouis-stam dacht dat het poollicht een teken was voor het einde van je leven. De weg<br />

naar de hel werd beschreven als een trillende weg, naar het noorden door een vlammende<br />

draaikolk. Iets dergelijks zie je ook terug bij de interpretaties van de Eskimo’s; de Inuït en de<br />

Samis. De volken waren ervan overtuigd dat de poollichten de zielen waren van mensen die<br />

dood zijn gegaan door groot bloedverlies, of dit nou door zelfmoord, moord of bij de<br />

geboorte al gebeurde.<br />

Walt-Disney maakte gebruik van de verklaring<br />

van de Eskimo’s in de film Brother Bear (afbeelding<br />

1.4). In deze film zie je hoe een Eskimojongen door<br />

de goden tijdens het poollicht in een beer<br />

veranderd wordt om te zorgen voor een jong<br />

beertje wiens moeder hij heeft gedood.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

10<br />

Afb. 1.4


Scandinaviërs hadden een<br />

ander idee over de<br />

poollichten. Het poollicht<br />

zou symbool staan voor<br />

de vrouwen die leefden<br />

op een berg genaamd<br />

Konnunso. Als de<br />

vrouwen dansten<br />

reflecteerde het licht van<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

hun vuren en kleren op<br />

de aarde. Dat zou<br />

poollicht doen ontstaan.<br />

In Zweden vond men de<br />

kleuren van het poollicht<br />

en de manier waarop het<br />

bewoog veel weg hebben<br />

van de volksdansen. In<br />

Zweden gebruikt men<br />

11<br />

nog steeds een<br />

eeuwenoud gezegde <strong>“</strong>Als<br />

het poollicht brandt, zal<br />

het zaad groeien”. Ze<br />

gebruiken het poollicht<br />

ook om ‘s nachts grote<br />

scholen vissen op te<br />

sporen.<br />

Afb. 1.6<br />

Afb. 1.5


De Vikingen hadden weer een andere opvattingen over het poollicht. Zij zagen het als iets<br />

wat hen de goede kant op leidde. Zij zagen het als een teken van voorspoed en geluk.<br />

Vikingen zagen het poollicht hoogstwaarschijnlijk niet als een gevaar omdat ze het vaker<br />

zagen dan de mensen die in die tijd in het westen en zuiden van Europa leefden. Het<br />

poollicht komt in het noorden veel meer voor dan in Nederland. Ze zagen het daarom als iets<br />

goeds dat hen beschermde, het was voor hen vrij normaal.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

12<br />

Afb. 1.7<br />

Voor de Sioux –indianen in Amerika betekende het poollicht dat er een ritueel uitgevoerd<br />

moest worden. Als ze het ritueel uitvoerden zouden de geesten gaan dansen en vervolgens<br />

‘s ochtends de zon weer op laten gaan.<br />

Er werden vroeger ook veel voorspellingen gedaan die met het poollicht te maken hadden of<br />

door poollicht werden bepaald.<br />

Op 3 oktober 1917, zou een mysterieuze vrouw zijn verschenen aan drie kinderen. Ze had<br />

een boodschap voor hen: als de hemel gekleurd wordt door een onbekend licht zal er oorlog<br />

uitbreken. En, zo als voorspeld, werd de lucht van Westelijk Europa op 25 januari 1939<br />

gekleurd door een raar vuur. Dit werd gezien als een voorteken voor de Tweede<br />

Wereldoorlog.<br />

Vier jaar later zag men een dergelijk licht boven Ohio, Amerika. Een paar dagen later vond de<br />

aanval op Pearl Harbor plaats.<br />

Opvallend is dat er van stammen uit Afrika en Azië eigenlijk geen verhalen over poollichten<br />

bestaan. Waarom niet? Daar is een eenvoudige verklaring voor. In Azië en Afrika komt<br />

nagenoeg geen poollicht 13 voor.


1.3 Poollicht in deze tijd<br />

De mens weet tegenwoordig erg veel over de poollichten. Dit komt omdat we<br />

tegenwoordig steeds meer kunnen onderzoeken.<br />

Toch weet 90% van de bevolking niet precies hoe het ontstaat. Iedereen<br />

snapt dat het een natuurverschijnsel is. Maar omdat de theorie achter<br />

poollichten vrij moeilijk is neemt men vaak niet de moeite om het<br />

verder uit te zoeken en te snappen.<br />

Nu mensen steeds meer onderzoek doen naar het kunnen voorspellen<br />

van poollichten zijn er wel steeds meer mensen die het willen zien.<br />

Veel reisorganisaties bieden daarom vakanties aan naar Scandinavië<br />

waar je volgens hen kans hebt om een poollicht te zien. Afb.1.8<br />

Mensen zijn tegenwoordig niet meer bang voor het poollicht. Men vindt het een mooi<br />

natuurverschijnsel en velen willen het graag een keer met eigen ogen zien.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

13<br />

Afb. 1.9


1.4 Conclusie<br />

Vroeger koppelde de mens verschillende betekenissen aan de kleurige gloed in de lucht.<br />

Men had er niet echt een verklaring voor. Stammen en volken gaven het een bijzondere<br />

betekenis.<br />

Verschillende volken van de middeleeuwen tot aan de 19 de eeuw dachten dat God kwaad<br />

was, en zich wilde laten zien of dat er een strijd op komst was. Ze waren meestal bang voor<br />

de vreemde kleuren die in hun ogen een voorbode was voor het kwaad. Sommige meensen<br />

schreven het toe aan de jacht van de nachtridders of dode soldaten.<br />

In de 20 ste eeuw werd voorspelt dat als er poollicht plaatsvindt er een oorlog zal uitbreken.<br />

De 2 de wereldoorlog en Pearl Harbor maakte deze voospelling kloppend.<br />

De Scandinaviërs, Vikingen en sommige Eskimostammen hadden echter een goede<br />

betekenis gegeven aan het poollicht. Voor de Eskimo’s bestond het poollicht uit dansende<br />

zielen van hun favorieten dieren of de zielen van hun ongeboren kinderen.<br />

De scandinaviërs geloofden in de vrouwen boven op een berg. De reflectie van hun kleren en<br />

vuren zouden de kleuren laten verschijnen.<br />

Vikingen zagen het als iets wat hun beschermde. Het bracht voorspoed en geluk.<br />

Tegenwoordig weet men veel meer over het poollicht. Wetenschappelijk onderzoek heeft de<br />

gedachten van mensen over het poollicht veranderd. Een groot deel van de mensheid weet<br />

niet precies wat het natuurlijke verschijnsel inhoudt maar vind het wel intressant.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

14


<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

15<br />

Poollicht Inhoudelijk


2.0 Wat is poollicht?<br />

2.1 Inleiding<br />

Lang werd er naar een verklaring gezocht voor het vreemd natuurkundig fenomeen dat<br />

’s avonds de hemel deed oplichten. Wetenschappers dachten dat er zich iets heel anders<br />

afspeelde dan de invloeden van Goden of zielen. Dit verschijnsel moest volgens hun op een<br />

wetenschappelijke manier te verklaren zijn.<br />

Vanaf de 18 de eeuw<br />

werden er verschillende<br />

theorieën bedacht over<br />

het ontstaan.<br />

In de eerste jaren ging<br />

dit fout door te<br />

kleinschalig onderzoek.<br />

Maar na een paar jaar<br />

kwamen er theorieën die<br />

keer op keer bewezen<br />

konden worden.<br />

Momenteel zijn deze<br />

theorieën hier nog steeds<br />

op gebaseerd, maar het<br />

blijft een gedachte en het<br />

is nog nooit bewezen.<br />

Dus we kunnen er slechts<br />

van uit gaan dat het zo<br />

werkt.<br />

Dus wat is poollicht ?<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

16<br />

Afb. 2.1


2.2 Aardmagnetisch veld<br />

Rondom de aarde loopt een magnetisch<br />

veld. Dit is vermoedelijk ontstaan door de<br />

stroming van magnetische mineralen en<br />

elementen in de aardkern. De aarde is niet<br />

de enige planeet met een magnetisch<br />

veld, dus ook niet de enige planeet met<br />

een vloeibare kern.<br />

Het aardmagnetisch veld beschermt de<br />

aarde tegen onder andere straling van de<br />

zon.<br />

De magnetosfeer 9 is de ruimte om de<br />

aarde heen, waarin het magnetisch veld<br />

invloed heeft.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Afb. 2.2 Magnetische veldlijnen<br />

Een grote fout die vaak gemaakt wordt is<br />

de gedachte dat dit magnetisch veld zijn<br />

oorsprong vindt in de geografische noord<br />

en zuid –pool. Het aardmagnetisch veld<br />

ligt momenteel 11,5° verschoven ten<br />

opzichte van de aardas (afbeelding 2.2).<br />

Een kompas werkt op dit magnetische<br />

veld. Het ‘kompasnoorden’ is dus hierbij<br />

het ‘magnetische noorden’ en niet het<br />

geografische noorden. Exact op de<br />

evenaar, bij het snijpunt van de aardas en<br />

de as van het aardmagnetisch veld, is de<br />

hoek 11,5°. Maar zodra de aardas wordt<br />

17<br />

gevolgd zal het magnetische noorden<br />

steeds verder afwijken. Dit is een<br />

belangrijk gegeven voor de navigatie. Van<br />

nature wijkt de ‘koers’ dus af van de<br />

‘track’. Waarbij koers de richting is naar<br />

het magnetische noorden en track de<br />

richting is ten opzichte van het<br />

aardoppervlak. Afb 2.3<br />

De oorsprong van dit magnetisch veld<br />

staat ook niet stil, iedere dag <strong>“</strong>loopt” het<br />

ongeveer 90 meter naar het westen. Het<br />

gevolg is dat het per jaar verder afwijkt<br />

van het geografische noorden en de<br />

sterkte ten opzichte van een absoluut<br />

punt op aarde ook varieert (afbeelding<br />

2.3).<br />

In de afgelopen paar miljoen jaar zijn de<br />

polen regelmatig gedraaid. Een opvallend<br />

feit is dat deze draaiingen steeds sneller<br />

achter elkaar gebeuren. De omkeringen<br />

worden veroorzaakt door veranderingen<br />

in kernstromingen. Hierbij neemt het<br />

magneetveld eerst in sterkte af om voorbij<br />

de evenaar vervolgens weer in kracht toe<br />

te nemen.


Sinds 1830 worden er systematisch<br />

metingen gedaan van de sterkte van het<br />

aardmagneetveld en sinds dat jaar is de<br />

veldsterkte ongeveer 16% afgenomen. Dit<br />

lijkt er op te wijzen dat de polen aan het<br />

omdraaien zijn.<br />

Het magnetische veld om de aarde<br />

beschermt ons tegen zonnewind 21<br />

(afbeelding 2.4). Dit zijn grote vlagen<br />

geladen deeltjes met veel energie die de<br />

ruimte in geslingerd worden. Deze deeltjes<br />

botsen tegen het magneetveld om de<br />

aarde, oftewel tegen de magnetosfeer.<br />

Hierdoor worden de deeltjes afgebogen<br />

en vliegen om de aarde heen. Maar door<br />

de hoeveelheid energie buigt het<br />

magneetveld zelf ook. Hierdoor ontstaan<br />

openingen in het magneetveld waardoor<br />

geladen deeltjes toch richting de aarde<br />

komen. In de magnetosfeer gaan deze<br />

deeltjes door de als een kurkentrekker<br />

Afb. 2.4 De invloed van de zon op de magnetosfeer.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

18<br />

om de veldlijnen 16 van het magnetisch<br />

veld draaien.<br />

De lorentzkracht is de verklaring van het<br />

draaien. Als een geladen deeltje wordt<br />

ingevangen door de magnetosfeer<br />

beweegt het in de richting van de veldlijn<br />

met een bepaalde snelheid naar één van<br />

de polen toe. Door de lorentzkracht<br />

ontstaat er een cirkelbeweging. Er is een<br />

kracht die loodrecht op de veldlijn staat.<br />

Deze kracht zorgt ervoor dat het geladen<br />

deeltje een draaiende vooruitgaande,<br />

beweging maakt (afbeelding 2.5).<br />

De veldlijnen komen bij de polen samen.<br />

Hier komen de geladen deeltjes ook<br />

samen waardoor er een grote<br />

concentratie deeltjes op hetzelfde punt<br />

terecht komt. De magnetische kracht en<br />

lorentzkracht is hier groter. De geladen<br />

deeltjes gaan hier dan ook een stuk<br />

sneller.<br />

FL = B.q.v<br />

Afb 2.5 Afb 2.6 Lorentzformule


2.3 De atmosfeer<br />

De atmosfeer 1 is per definitie een laag met gassen die een hemellichaam omringen. Bij de<br />

aarde is dit ook het geval. Vaak wordt het dan de dampkring genoemd. Deze gassen blijven<br />

om de aarde heen hangen door de zwaartekracht die er op uitgeoefend wordt. In<br />

vergelijking met de straal van de aarde is de atmosfeer maar een erg dunne laag. Dit is ook<br />

waarom het broeikas effect zo’n groot probleem is. De atmosfeer raakt snel verzadigd.<br />

Het weer speelt zich af in de laag die het dichtst bij de aarde ligt, de troposfeer(afbeelding<br />

2.8). Deze luchtlaag is ongeveer 13 km hoog en is de warmste en vochtigste laag van de<br />

dampkring. Poollicht wordt op een hoogte van tussen de 80 en 1000 km uitgestraald. Daar is<br />

de lucht vrij ijl. Er bevinden zich dan minder moleculen in de<br />

atmosfeer.<br />

Element stof Percentage van het totaal<br />

N2 (stikstof) 78,084 %<br />

O2 (zuurstof) 20,946 %<br />

Ar (Argon) 0.934 %<br />

H2O (waterdamp) (wisselende hoeveelheden)<br />

CO2 (kooldioxide) 0.032 %<br />

sporengassen:<br />

Ne (Neon) 0,001818 %<br />

CH4 (methaan) 0,0002 %<br />

He (helium) 0,000524 %<br />

Kr (krypton) 0,000114 %<br />

H2 (waterstof) 0,00005 %<br />

Xe (xenon) 0,000009 %<br />

N2O (Dikstikstofoxide) 0,00005 %<br />

Overige 0,00124 %<br />

Tabel 2.7 Atmosfeer van de aarde op zeeniveau.<br />

Het meest voorkomende element in de atmosfeer is stikstof<br />

(afbeelding 2.7). Op grotere hoogte is het percentage zuurstof<br />

lager, dit komt omdat zuurstof een vrij zwaar gas is.<br />

Op 40.000 tot 60.000 kilometer hoogte bevind zich veel O3,ozon.<br />

Dit gas beschermt de aarde tegen teveel ultraviolette straling van de zon. Afb. 2.8<br />

Deze laag wordt aangetast door zware chemicaliën en andere gassen.<br />

Nog hoger is er stikstof en dan verdwijnt de laag langzaam in het luchtledige.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

19


2.4 Conclusie<br />

De magnetosfeer beschermt ons tegen zonnewind en zorgt ervoor dat de energie, afkomstig<br />

van de zon, wordt afgebogen. Bij het afbuigen vervormd de magnetosfeer. De geladen<br />

deeltjes van de zon krijgen toegang om in de magnetosfeer te komen.<br />

Hier geeft de Lorentzkracht een bepaalde snelheid en draaiing aan het geladen deeltje. Het<br />

wordt door de magnetische veldlijnen mee naar de polen geleid.<br />

Bij de polen keren de magnetische veldlijnen zich in de aarde en komt het geladen deeltje in<br />

contact met de atmosfeer. Dit is een dunne laag met gassen die door de aantrekkingskracht<br />

om de aarde heen hangt. In de atmosfeer botsen de deeltjes met de atomen die daar<br />

aanwezig zijn.<br />

Poollicht is het licht wat ontstaat door de invloed van de energie afkomstig van de zon op de<br />

magnetosfeer van de aarde.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

20


<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

21<br />

ZONNEWIND


3.0 Wat is de relatie tussen het poollicht en de zon?<br />

3.1 Inleiding<br />

De zon is veruit het belangrijkste hemellichaam in ons zonnestelsel 18 . Ze is niet alleen het grootst<br />

maar ook het zwaarst. Ze bevat namelijk 99.9 % van alle massa van het zonnestelsel.<br />

De zon is een actieve ster waar de planeten in een baan omheen draaien. Door de activiteit van de<br />

zon worden de omringende planeten sterk beïnvloed.<br />

Vanaf het jaar 1826 werd er al onderzocht wat de zon precies is en betekend voor onze aarde.<br />

Zo is een essentiële voorwaarde voor het vormen van aards poollicht de energie die wij ontvangen<br />

van de zon. Onze aarde straalt zelf minder energie uit dan dat zij van de zon ontvangt. Wij gebruiken<br />

de invloeden van de zon op de aarde voor licht en warmte.<br />

Maar waar komt deze energie eigenlijk vandaan?<br />

En welke invloed heeft deze energie op de aarde?<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

22<br />

Afb. 3.1


3.2 De zon<br />

De zon heeft een cyclus 17 van elf jaar. Daarnaast zijn er perioden waar de activiteit van de zon erg<br />

groot kan zijn. De zon straalt dan meer energie uit dan normaal.<br />

Deze energie komt voort uit de kernfusie die in de zon plaats vindt. Er vindt een kernreactie plaats<br />

tussen vier waterstofatomen (protonen) die één heliumkern vormen (afbeelding 3.2).<br />

Vier kernen smelten samen tot een heliumkern waarbij kernenergie 6 vrij komt.<br />

De temperatuur in de zon is, met een minimum van 15 miljoen graden, zo hoog dat de atomen<br />

razendsnel bewegen. In combinatie met een druk van 250 miljard atmosfeer zorgt dit ervoor dat de<br />

atomen snel met elkaar in aanraking komen.<br />

Deze reacties gebeuren tegelijk en achter elkaar door. In totaal komt bij deze reactie een gemiddelde<br />

energie van 3,86 e 33 ergs/sec (3,86 miljard Petawatt ( 1,0 x 10 15 )) 11,12 vrij.<br />

Deze energie bestaat uit fotonen en neutrino’s 10 . Neutrino’s vliegen, omdat zij geen effect en een<br />

lichtsnelheid hebben, na een korte tijd al door de ruimte. Fotonen zorgen voor de temperatuur en<br />

het licht wat men op aarde kan waarnemen en gebruiken. Verder kunnen zij ook zorgen voor<br />

zonnewind.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Afb. 3.2 De vormning van verschillende moleculen door kernreaties.<br />

23


3.3 Zonnewind<br />

De fotonen banen zich een weg van de kern naar<br />

het oppervlak om zo de zon te kunnen verlaten.<br />

In de convectiezone, de buitenste laag van het<br />

oppervlak van de zon, bevinden zich<br />

convectiestromen bestaande uit geïoniseerde<br />

gassen (geïoniseerde elementen als waterstof<br />

(H), zuurstof (O) en stikstof (N)). De gassen<br />

stromen van de kern richting het oppervlak. Als<br />

de stromen bij het oppervlak aankomen koelen<br />

ze af en keren weer terug richting de kern.<br />

Als de fotonen in aanraking komen met deze<br />

zone, botsen ze tegen geïoniseerde deeltjes en<br />

zoeken een weg richting het heelal.<br />

Door deze botsingen komen de geïoniseerde<br />

deeltjes uit de convectiezone in de atmosfeer en<br />

krijgen hierbij een grote kinetische energie.<br />

Ze krijgen een snelheid van gemiddeld 145km/s<br />

in verschillende richtingen.<br />

De atmosfeer van de zon bestaat uit drie lagen:<br />

de fotosfeer, de chromosfeer en de corona<br />

(afbeelding 3.4). De corona is de buitenste<br />

atmosferische laag. Deze laag kan tot miljoenen<br />

kilometers in het heelal reiken. De corona is niet<br />

gelijkmatig verdeeld en verandert aan de hand<br />

van de fase in de zonnecyclus.<br />

De geïoniseerde deeltjes ontsnappen uiteindelijk<br />

uit de corona aan de aantrekkingskracht van de<br />

zon door het bereiken van een<br />

bewegingssnelheid van 618 km/s. De<br />

magnetosfeer van de zon remt de deeltjes<br />

namelijk af. Bij uitstoot daalt de snelheid dan<br />

ook tot maximaal 400 km/s.<br />

Een verzameling van deze uitgestoten Afb. 3.3 Een zonnevlam<br />

geïoniseerde deeltjes wordt zonnewind genoemd.<br />

Om de aarde te bereiken moeten de deeltjes<br />

een snelheid van minimaal 450 km/s hebben.<br />

Als de gemiddelde snelheid van een<br />

geïoniseerd deeltje 145 km/s is, komen er<br />

maar weinig deeltjes aan bij de aarde en is de<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

24<br />

zonnewind maar zwak. Te zwak om een<br />

zichtbaar poollicht te creëren.<br />

Er is dus een sterker effect nodig om<br />

zonnewind harder te laten aankomen.<br />

Zonnewind moet een hogere snelheid hebben<br />

en meer geïoniseerde deeltjes bevatten.


Op tijdstippen in de zonnecyclus met een verhoogde activiteit kan de corona wegvallen en ontstaan<br />

er coronale gaten in de atmosfeer. Dit zijn gebieden rond de polen van de zon waar de magnetische<br />

veldlijnen van de zon niet terugkeren naar de zon. Door de vrijheid om rechtstreeks het heelal in te<br />

kunnen kan een zonnewind flink versterken en een snelheid bereiken van 700 km/s. Deze snelheid<br />

wordt behouden doordat er geen remmende werking van de magnetosfeer is.<br />

Andere oorzaken voor het versterken van<br />

zonnewind zijn Flares (zonnevlammen 19 ) en<br />

CME’s 2 (plasmawolken).<br />

Flares zijn kernexplosies als gevolg van het<br />

ineens begeven van de magnetosfeer van de<br />

zon door vervormingskrachten op een bepaald<br />

punt (afbeelding 3.3). De energie die<br />

opgeslagen zit in de magnetosfeer komt dan<br />

plotseling vrij. Dit vindt meestal plaats boven<br />

zonnevlekken 20 . Bij zonnevlekken daalt de<br />

temperatuur op een bepaald punt en dat zorgt<br />

voor een verstoring van de magnetosfeer. Aan<br />

de hand van de activiteit van de zon ontstaan<br />

er protuberansen in de chromosfeer. Dit is<br />

een grote streng van plasma-achtige materie<br />

buiten de atmosfeer van de zon.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

25<br />

Hierbij wordt zonnematerie (plasma) met een<br />

snelheid van 400 tot 1000 km/s het heelal<br />

ingeslingerd. Flares hebben drie verschillende<br />

logaritmische sterkten. De C-,M-, en X-Flares.<br />

De X-flares komen qua sterkte het meest in de<br />

buurt van een CME.<br />

CME’s zijn de sterkste plasma-explosies van de<br />

zon. Meestal vormt een CME bellen van<br />

plasma die worden uitgestoten. Soms kan een<br />

explosie een gehele halovorm aannemen<br />

waarbij het plasma in alle richtingen wordt<br />

uitgestoten. Door het uitgestoten plasma<br />

kunnen de geïoniseerde deeltjes versneld<br />

worden en een snelheid bereiken oplopend<br />

tot 2120 km/s.<br />

Zonnewinden zijn te verdelen in twee verschillende soorten. Het soort is afhankelijk van de snelheid<br />

die de geïoniseerde deeltjes hebben na het ontrekken aan de aantrekkingskracht van de zon.<br />

Trage zonnewind ontstaan rond de evenaar van de zon met een afwijking van 15° graden richting de<br />

polen. Rond de evenaar bevinden de magnetische veldlijnen zich het verst van de zon af en worden<br />

de deeltjes het meest afgeremd door de magnetosfeer van de zon.<br />

Vanaf de polen worden snelle zonnewind gecreëerd. Hoe dichter een foton zich bij de polen bevindt<br />

en in botsing komt met geïoniseerde deeltjes, hoe meer bewegingsenergie de deeltjes buiten de<br />

magnetosfeer krijgen. Ze hoeven minder afstand af te leggen om buiten de magnetosfeer te komen<br />

en verliezen dus minder snelheid aan de aantrekkingskracht van de zon.<br />

Als bij de polen een magnetische verstoring plaats vindt, geeft die een grotere snelheid mee aan de<br />

geïoniseerde deeltjes bij de ontsnapping aan de aantrekkingskracht van de zon.<br />

Afb 3.4 Drie atmosferische lagen van de zon.


3.4 Een zonnewind komt aan bij de aarde<br />

Als zonnewind bij ons hemellichaam aankomt, komt hij in aanraking met de magnetosfeer. Indien de<br />

energie van een magnetisch veld dominant is, behouden de magnetische veldlijnen hun vorm en de<br />

bewegingssnelheid van de geïoniseerde deeltjes wordt verkleind.<br />

Maar als de energie van zonnewind dominant is wordt de magnetosfeer beïnvloed door deze<br />

energie. De veldlijnen kunnen hierbij gebogen of lichtelijk ingedeukt worden.<br />

Het is afhankelijk van de richting van de zonnewind of de geïoniseerde deeltjes worden opgenomen<br />

in de magnetosfeer. De richting wordt mede bepaald door de vier verschillende seizoenen op de<br />

aarde, doordat de aarde niet helemaal recht tegenover de zon staat.<br />

De magnetisch veldlijnen van de aarde lopen van zuid naar noord. Als geïoniseerde deeltjes in<br />

dezelfde richting als de veldlijnen aankomen worden de deeltjes als het ware afgestoten en krijgen ze<br />

geen kans om onder invloed van de Lorentzkracht naar de polen te trekken.<br />

Aangekomen zonnewind in de tegengestelde richting kan de magnetische tegendruk opheffen. De<br />

meegekomen deeltjes kunnen zich door de magnetosfeer laten beïnvloeden (afbeelding 2.5).<br />

Rond de polen heeft het een poollicht tot gevolg.<br />

CME’s zijn zo sterk dat ze kunnen zorgen voor poollichtstormen. Er komen zoveel geïoniseerde<br />

deeltjes bij de aarde aan dat de deeltjes voor poollicht kunnen zorgen, dat vergeleken met normaal<br />

gesignaleerd poollicht bijzonder helder wordt.<br />

Op sommige plekken worden de magnetische veldlijnen zo sterk afgebogen dat er zelfs problemen<br />

kunnen ontstaan bij communicatieve radiozenders.<br />

De radiogolven worden verstoord en er ontstaat een ruis door de geïoniseerde deeltjes die de golven<br />

aantasten.<br />

De korte golven van 200 meter of korter en middengolven (enkele honderden kilometers), gecreëerd<br />

door zendmasten, hebben hier het meeste last van. De korte golven hebben een maximale hoogte<br />

van 400 km en de middengolven van maximaal 100 km. Op deze hoogtes kunnen de deeltjes nog niet<br />

in aanraking komen met<br />

de atmosfeer en<br />

worden ze<br />

opgevangen door<br />

de magnetosfeer.<br />

Hierdoor gaat een<br />

AM- of FM<br />

radioband storen.<br />

Dit heeft rond de<br />

polen de grootste<br />

gevolgen. De<br />

deeltjes komen<br />

door de afbuiging<br />

van de<br />

Lorentzkracht bij<br />

elkaar om zo in<br />

contact te komen<br />

met de atmosfeer.<br />

De deeltjes<br />

verstoren de<br />

radiogolven.<br />

FL = B.q. . v<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Afb. 3.6<br />

26<br />

Afb. 3.5


3.5 Conclusie<br />

De zon heeft door zijn energie een zekere invloed op het poollicht. Het is het enige variabele<br />

bestanddeel bij het ontstaan van poollicht. De activiteit van de zon is niet constant en heeft een<br />

cyclus van 11 jaar.<br />

De energie van de zon is echter wel nodig omdat de aarde zelf minder energie uitstraalt dan zij van<br />

de zon ontvangt.<br />

Deze energie ontstaat door de kernfusie die zich in de kern van de zon afspeelt. Door het versmelten<br />

van twee waterstofatomen in een heliumatoom komen er veel fotonen vrij die het geïoniseerde<br />

plasma door middel van botsingen in beweging brengen en zo aan de aantrekkingskracht van de zon<br />

kunnen ontsnappen. Een verzameling geïoniseerde deeltjes die zich ontrekken aan de<br />

aantrekkingskracht noemt men zonnewind.<br />

Een zonnewind kan de magnetosfeer van onze aarde bereiken als ze aankomen in tegengestelde<br />

richting van de magnetische veldlijnen. Zo kan het poollicht verschijnen.<br />

Hoe hoger de snelheid van de zonnewind, hoe meer geïoniseerde deeltjes de zonnewind bevat als hij<br />

de aarde bereikt. Dit geeft op onze aarde een helderder poollicht.<br />

Poollicht op onze aarde is alleen te zien door de versterkende werking van Flares, CME’s of coronale<br />

gaten. Dit komt doordat geïoniseerde deeltjes voor het ontstaan minstens met een snelheid 450<br />

km/s moeten bewegen in de richting van de aarde.<br />

Afb. 3.7 De hoeveelheid zonnevlekken en explosies richting de aarde in een zonnecyclus.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

27


<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

28<br />

Verschillende Kleuren


4.0 Hoe ontsaan de verschillende kleuren?<br />

4.1 Inleiding<br />

In het jaar 1897 werd het duidelijk dat de energie van de zon een invloed heeft op de<br />

magnetosfeer. Ook begrijpt men dat er zichtbaar licht ontstaat als de energie van de zon in<br />

aanraking komt met de atmosfeer.<br />

Alleen is het poollicht niet zomaar licht. Er kunnen verschillende kleuren worden<br />

waargenomen. Getuigen en verhalen beschrijven vaak een gloed met een specifieke kleur.<br />

Maar deze kleuren zijn soms verschillend.<br />

De kleuren paars, rood en groen komen het meest voor.<br />

Deze verschillen moeten door andere theoriën ook te verklaren zijn.<br />

Wat is licht nou eigenlijk en hoe ontstaat het?<br />

En waar komen de verschillende kleuren van het poollicht vandaan?<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

29<br />

Afb. 4.1


4.2 Het spectrum<br />

Het spectrum 15 is de volledige schaal aan<br />

elektromagnetische straling. Hieronder<br />

vallen radargolven, maar ook licht. Het<br />

zichtbare spectrum noemen we het<br />

‘kleurenspectrum’. Licht is een vorm van<br />

elektromagnetische straling. Alle soorten<br />

elektromagnetische straling hebben in een<br />

vacuüm een snelheid gelijk aan de<br />

lichtsnelheid.<br />

Het woord <strong>“</strong>elektromagnetisch”<br />

weerspiegelt het verschijnsel dat<br />

elektrische velden en magnetische velden,<br />

als ze in de loop van de tijd veranderen,<br />

altijd samen voorkomen. Een wisselend<br />

elektrisch veld gaat altijd gepaard met een<br />

wisselend magnetisch veld en omgekeerd.<br />

Het bijzondere van elektromagnetische<br />

straling is dat er geen medium nodig is<br />

waarin de golven zich voortplanten. In<br />

tegenstelling tot geluid bijvoorbeeld, dat<br />

zich niet in een vacuüm kan voortplanten,<br />

kan licht zich prima door een verder totaal<br />

lege ruimte voortbewegen.<br />

Het vermogen van straling (uitgedrukt in<br />

Watt, of joule/seconde) is gelijk aan het<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

E = h . f<br />

30<br />

aantal fotonen per seconde maal de<br />

energie per foton. Dat laatste bepaalt het<br />

soort straling, het eerste de intensiteit van<br />

de straling.<br />

Fotonen zijn een verschijningsvorm van<br />

elektromagnetische straling. Deze kunnen<br />

zich voordoen als golven of als een stroom<br />

van bijna massaloze energiedeeltjes.<br />

Eigenlijk zijn het allemaal kleine pakketjes<br />

met energie.<br />

Er bestaat een heel spectrum van<br />

elektromagnetische straling met een<br />

verschillend energie per foton. De straling<br />

met een lager energieniveau per foton<br />

heeft een grotere golflengte dan de<br />

straling met meer energie per foton.<br />

Samenhangend met die eigenschappen<br />

kent elektromagnetische straling allerlei<br />

toepassingen. Sommige soorten (zoals<br />

radiogolven) hebben een heel groot bereik<br />

bij een relatief laag energieniveau. Andere<br />

soorten straling (zoals Röntgenstraling)<br />

gaan door weefsels heen en hebben<br />

daardoor medische toepassingen.<br />

Elektromagnetische straling kan voor de waarnemer twee vormen aannemen, namelijk als<br />

een deeltje, het foton, of als een golfverschijnsel. Er is een verband tussen het energieniveau<br />

E van dit foton en de frequentie f van de bijbehorende golf. Deze relatie is:<br />

Afb. 4.2<br />

waarin h de constante van Planck is. Dat elektromagnetische straling een golfverschijnsel is<br />

kan met diffractie- en interferentieproeven worden aangetoond. Om onder andere het fotoelektrisch<br />

effect te kunnen verklaren moet aan deze straling een deeltjeskarakter toegekend<br />

worden. Licht heeft dus een dualistisch karakter; een golf en een deeltje. We hebben beide<br />

modellen nodig om verschillende natuurkundige processen te kunnen verklaren. Het bleek<br />

dat materie zich niet alleen als deeltje, maar ook als een golf kan gedragen.


In natuurkundige formules wordt in plaats van de frequentie ook wel de golflengte gebruikt.<br />

Hierbij komt een factor 2π naar voren. Dan is het vaak handig om in plaats van de constante<br />

van Planck h De constante van Dirac te gebruiken, neergeschreven als h met een streep er<br />

doorheen ( , h streep genoemd). Dit is h gedeeld door 2π.<br />

De mens kan bepaalde elektromagnetische golven zien als licht. De golflengte van zichtbaar<br />

licht ligt tussen de 380 en 780 nanometer. Hoe kleiner de golflengte, des te meer energie de<br />

fotonenstroom bevat.<br />

Afb 4.3<br />

Afb. 4.5 Het zichtbare spectrum met de bijbehorende golflengte in nanometers.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

31<br />

Afb 4.4


4.3 Kwantummechanica<br />

Begin 1900 kwam een bepaalde theorie uit over het gedrag van de elektronen in atomen.<br />

Elektronen in een atoom zouden kunnen veranderen van positie. Dit heet de<br />

kwantummechanica.<br />

Afb.4.6 Een bariumkern met de<br />

verschillende energieniveau’s.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Volgens het atoommodel van Bohr (afbeelding 4.6) houden<br />

de elektronen 3 van een atoom zich op in een aantal schillen<br />

rondom de kern, die een verschillend energieniveau hebben.<br />

Elke schil 14 kan een beperkt aantal elektronen bevatten. De<br />

elektronen van een stabiel atoom zitten in de schillen met de<br />

laagst mogelijke energie.<br />

Als er energie aan een atoom wordt toegevoegd,<br />

bijvoorbeeld door verhitting of door zonnewind, kunnen er<br />

elektronen naar een hogere energietoestand gaan. Hierbij<br />

gaat er dus een elektron een schil naar buiten.<br />

Dit heet een aangeslagen toestand. Het overgaan naar een hogere energietoestand heet<br />

excitatie. Het atoom is niet meer in een stabiele toestand. Het elektron is niet meer in zijn<br />

oorspronkelijke schil maar wil graag terug. Er ontstaat een emissie van stralingsenergie.<br />

Als er een elektron terugvalt naar een lager energieniveau, zendt het atoom energie uit in de<br />

vorm van een foton, elektromagnetische straling, bijvoorbeeld in de vorm van licht<br />

(afbeelding 4.7).<br />

Bij de vorming van het poollicht wordt een<br />

atoom, aanwezig in de atmosfeer<br />

aangeslagen door de energie van de zon.<br />

Bij het terugvallen vormt het het poollicht.<br />

Afb. 4.7 De energie die vrijkomt tussen de schillen.<br />

32


4.4 Van energie naar licht<br />

De stralingsenergie die vrijkomt bij een bepaalde elektronensprong komt overeen met het<br />

energieverschil tussen deze energieniveaus. De waarden van de sprongen zijn verschillend voor elk<br />

element. De stralingsenergie bepaalt de golflengte van de straling en dus de kleur van het<br />

uitgestraalde licht.<br />

Maar niet iedere kleur kan met ieder element gemaakt worden. Zo zullen de groene en rode kleur<br />

vooral van zuurstof komen. En de paarse tinten van het element stikstof. Deze stoffen zijn het meest<br />

aanwezig in de atmosfeer.<br />

Welke stoffen een bepaalde golflengte uitzenden kan afgelezen worden uit een tabel (afbeelding<br />

4.8). Hierin is het zichtbare spectrum geselecteerd en de mogelijke kleuren per stof zijn ingevuld.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

33<br />

Afb. 4.8 De selectie van het zichtbare spectrum per stof.


Een grotere ‘val’ van het elektron geeft meer energie af, hier zal een kleinere golflengte uit komen<br />

(afbeelding 4.9 en 4.10). Een kleine golflengte zal richting violet gaan, terwijl langere golflengten naar<br />

de kleur rood gaan. Bij een rode kleur in de atmosfeer is er dus sprake van maar een kleine energieuitstoot<br />

per atoom.<br />

Vlak bij de polen zal meer violet te zien zijn omdat de deeltjes hier harder op elkaar botsen. Het<br />

elektron zal meer energie meekrijgen en naar een hogere baan geschoten wordt.<br />

Afb. 4.9 De hoeveelheid energie die vrijkomt is afleesbaar in niveaus (n)<br />

van het element waterstof.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

34<br />

Afb. 4.10


4.5 Invloed van de luchtdruk<br />

Binnen de atmosfeer van de aarde heerst luchtdruk 8 . De luchtdruk staat voor de kracht waarmee alle<br />

gassen in de atmosfeer op de aarde leunen. Kom je hoger in de atmosfeer, dan heb je een dunnere<br />

laag atmosfeer boven je en is de luchtdruk dus lager.<br />

De luchtdruk betekent dus ook de hoeveelheid zuurstof of stikstof moleculen per volume. Een lage<br />

luchtdruk heeft weinig moleculen per volume. En dus duurt het langer voor dat het elektron<br />

afkomstig van een zonnewind tegen een molecuul botst. De snelheid is hoger en dus zal het botsen<br />

voor meer energie zorgen.<br />

De theorie dat de kleur van een poollicht wordt beïnvloed door de luchtdruk klopt niet. Vaak wordt<br />

beweerd dat de rode kleur komt door de lage luchtdruk. Echter, als er naar de vorm van de<br />

atmosfeer wordt gekeken is er in de eerste lagen de minste luchtdruk. Dat is logisch want er zit niets<br />

boven. Omdat de luchtdruk laag is zijn er weinig moleculen. Dus de deeltjes die vanaf de zon komen<br />

hebben in het begin maar een kleine kans op een botsing. Als er een botsing is, is de hoeveelheid<br />

energie die vrijkomt niet zo groot. Want de aantrekkingskracht van de veldlijnen van het<br />

aardmagnetisch veld en de zwaartekracht zijn nog niet zo sterk.<br />

De luchtdruk neemt toe naarmate het deeltje dichter bij het aardoppervlak komt. Bovendien neemt<br />

ook de snelheid van het deeltje hierbij nog toe. In een hogere luchtdruk is de kans veel groter dat het<br />

een molecuul raakt. En door de hogere snelheid komt er meer energie vrij.<br />

Het is dus niet zo dat lage druk rood licht veroorzaakt en hogere druk geel/groen.<br />

De kleur hangt niet af van de luchtdruk maar van de moleculen die zich in de atmosfeer bevinden.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Afb. 4.11<br />

35


4.6 Conclusie<br />

Bij een lage luchtdruk duurt het langer voordat een geladen deeltje, afkomstig van de zon, in<br />

botsing komt met moleculen in de atmosfeer. De aantrekkingskracht en de magnetosfeer<br />

krijgen een steeds grotere invloed naar mate het geladen deeltje dichter bij de aarde komt.<br />

Het deeltje krijgt een steeds grotere snelheid.<br />

Als het deeltje op een molecuul botst veranderd de positie van de elektronen in het<br />

molecuul. De elektronen komen in andere schillen terecht. De aangeslagen elektronen willen<br />

graag terug naar hun oorspronkelijke positie. Bij het terugvallen naar de oorspronkelijke schil<br />

komt energie vrij in fotonen doordat de schillen verschillende energieniveau’s bevatten.<br />

De fotonen stralen op een bepaalde golflengte dat zichtbaar is als licht. Bij een variatie van<br />

de golflengte verandert de kleur van het licht. De kleur van het licht is ook afhankelijk van<br />

welk atoom een geladen deeltje heeft geraakt. Verschillende atomen kunnen met de emissie<br />

van de stralingsenergie een eigen energiehoeveelheid creëeren. Ze hebben een eigen<br />

golflengte die past bij een bepaalde kleur.<br />

Omdat zuurstof en stikstof het meest voorkomen in de hogere lagen van de atmosfeer<br />

ontstaan vaak de kleuren paars, groen en rood.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

36


<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Poollicht op andere hemellichamen<br />

37


5.0 Hoe ontstaat het poollicht op andere planeten?<br />

5.1 Inleiding<br />

Na de ontdekking van de achterliggende theorie zijn sterrenkundigen gaan kijken naar de andere<br />

planeten. Men was nieuwsgierig of onze planeet de enige in het zonnestelsel was die dit verschijnsel<br />

kon creëren.<br />

Andere planeten zouden het op hun manier, ook moeten kunnen.<br />

Planeten moeten wel aan bepaalde eisen voldoen om poollicht te laten verschijnen. Zo hebben ze<br />

een magnetisch veld, energie van de zon of van een ander lichaam en een bepaalde conditie van de<br />

atmosfeer nodig.<br />

De aarde voldoet aan al deze voorwaarden.<br />

Maar hoe wordt er op een andere planeet poollicht gevormd?<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

38<br />

Afb. 5.1


5.2 Jupiter<br />

De eerste andere planeet waar poollicht werd<br />

ontdekt was Jupiter.<br />

Op 24 en 26 februari 2003 werd een infrarode<br />

afbeelding gemaakt van het verschijnsel wat<br />

het bewijs was dat er op andere planeten ook<br />

poollicht voorkwam.<br />

Omdat deze planeet een gasreus is vond men<br />

het vreemd om daar het poollicht te<br />

ontdekken. De achterliggende theorie van het<br />

poollicht verschijnsel op Jupiter was echter<br />

heel anders dan de theorie achter het poollicht<br />

op onze aarde.<br />

Onze aarde maakt namelijk gebruik van de<br />

energie van de zon. De energie die de aarde<br />

ontvangt door middel van zonnewind is groter<br />

dan dat de planeet zelf uitstraalt. Gasreuzen<br />

als Jupiter en Saturnus stralen al meer energie<br />

uit dan ze van de zon ontvangen.<br />

Jupiter creëert in feite zijn eigen poollicht. Alle<br />

voorwaarden voor het verschijnsel poollicht<br />

worden op een vreemde manier gebruikt en<br />

toegepast. De omringde manen en de energie<br />

van Jupiter hebben een groot effect op de<br />

polen.<br />

De maan Io is één van de 16 herkende manen<br />

van Jupiter en bevindt zich het dichtste bij de<br />

planeet. Deze maan is het meest actieve<br />

vulkanische hemellichaam in het zonnestelsel.<br />

Het kan enorme vulkanische pluimen creëren<br />

die tot 300 km boven het oppervlak kunnen<br />

reiken en elektromagnetische ontladingen<br />

geven met een waarde oplopend tot 3 miljoen<br />

ampère.<br />

Io is een vulkanische maan die zwavel en<br />

zwaveldioxide uitspuwt. Door de grote<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

39<br />

vulkanische activiteit worden er veel<br />

geïoniseerde deeltjes de ruimte in geblazen.<br />

De geïoniseerde deeltjes worden in de<br />

magnetische baan van Jupiter naar de polen<br />

gebracht, waar de richting van de veldlijnen<br />

van de magnetosfeer zich de planeet in keren.<br />

(Jupiter bezit een magnetisch veld dat zo sterk<br />

is dat zijn invloeden zich uitstrekken tot<br />

voorbij de baan van Saturnus.)<br />

De meegebrachte geïoniseerde deeltjes van Io<br />

komen in botsing met de atmosfeer van<br />

Jupiter die hoofdzakelijk uit de waterstof en<br />

helium bestaat. Er kunnen verschillende<br />

kleuren ontstaan.<br />

Door de botsing ontstaat net als bij onze aarde<br />

poollicht. Dit poollicht is alleen vele malen<br />

sterker dan aards poollicht. Het kan tot 5 uur<br />

lang aanhouden en heeft een veel groter<br />

oppervlak.<br />

Dit is dus te verklaren door de activiteit van Io<br />

en de energie die het hemellichaam zelf<br />

uitstraalt. Jupiter straalt zelf energie uit door<br />

de trage gravitationele 4 samentrekking van<br />

het lichaam. Het straalt 2,5 keer meer energie<br />

uit dan dat het van de zon ontvangt. De<br />

atmosfeer kan deze energie goed geleiden en<br />

er ontstaat een veel helderdere aurora dan op<br />

aarde.<br />

Verder zorgt deze energie voor een grotere<br />

magnetosfeer rond Jupiter. En hoe groter de<br />

magnetosfeer hoe langer de magnetische<br />

veldlijnen zijn. De Lorentzkracht heeft hier een<br />

langere werking en hierdoor krijgen de<br />

geïoniseerde deeltjes een groter snelheid. Het<br />

zorgt voor krachtigere botsingen.<br />

Afb. 5.2


De andere twee gallileïsche<br />

manen Europa en<br />

Ganymedes hebben door<br />

het sterke magnetisch veld<br />

van Jupiter ook een invloed<br />

op de polen. Die is een stuk<br />

kleiner omdat deze manen<br />

niet erg actief zijn en een<br />

bevroren oppervlak hebben.<br />

Door radioactiviteit worden<br />

watermoleculen (aanwezig<br />

op beide planeten) gesplitst<br />

en hebben de manen een<br />

atmosfeer van waterstof en<br />

zuurstof.<br />

De twee manen bevinden<br />

zich verder weg van Jupiter<br />

vergeleken met Io. De<br />

geïoniseerde deeltjes van<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

de manen volgen een<br />

andere baan, in het<br />

magnetisch veld van Jupiter,<br />

die naar de polen toe leidt<br />

(afbeelding 5.4). Op de<br />

polen komen op drie<br />

verschillende plekken<br />

geïoniseerde deeltjes aan<br />

van de drie manen. Op de<br />

drie verschillende plaatsen<br />

op de polen word poollicht<br />

gevormd. Samen zorgt dit<br />

voor een groot helder<br />

oppervlak.<br />

De vele ongelijktijdige<br />

getijden van Jupiter hebben<br />

veel effect op de<br />

langdurigheid en de kans op<br />

40<br />

een poollicht die Io creëert.<br />

Io kan zich 100 meter<br />

verplaatsen ten opzichte<br />

van Jupiter. Dit veroorzaakt<br />

gravitationele<br />

samentrekking van de kern<br />

van Io en zorgt voor het<br />

vulkanisme op de maan.<br />

Als in een bepaald getij de<br />

kern krachtiger wordt<br />

samengetrokken is de kans<br />

op een vulkanische<br />

uitbarsting en dus de kans<br />

op een poollicht op Jupiter,<br />

waar de magnetische baan<br />

in contact komt met de<br />

atmosfeer, groter.<br />

Afb. 5.3 Afb. 5.4


5.3 Saturnus<br />

Na de ontdekking van de theorie werden ook andere gasreuzen onderzocht op het verschijnsel<br />

poollicht. In januari 2004 was het zo ver. Er werd poollicht met een infrarood camera ontdekt op<br />

Saturnus, een andere gasreus die zich achter Jupiter bevindt. Er werd lang gedacht dat dit poollicht<br />

precies dezelfde theorie bevatte als aards poollicht.<br />

Maar op 16 februari 2005 ontdekte men één groot verschil met ons poollicht.<br />

Het verschil is dat bij Saturnus de richting van de zonnewind niet belangrijk is als deze aankomt bij de<br />

magnetosfeer. Ieder geïoniseerd deeltje word afgebogen door de Lorentzkracht, welke richting dit<br />

deeltje ook heeft.<br />

De magnetisch veldlijnen van de aarde lopen richting het noorden. Als de zonnewind naar het zuiden<br />

aankomt word de magnetosfeer gedeeltelijk opgeheven en is de magnetosfeer open voor de<br />

geïoniseerde deeltjes. Bij een tegengestelde richting hebben de geïoniseerde deeltjes geen toegang<br />

tot de magnetosfeer.<br />

Als de zonnewind aankomt en hij heeft dezelfde richting als de magnetosfeer worden de deeltjes als<br />

het ware afgestoten en krijgen de geïoniseerde deeltjes geen kans om onder invloed van de<br />

Lorentzkracht naar de polen te trekken.<br />

Bij Saturnus blijkt de richting van de magnetische velden echter geen invloed te hebben op het<br />

ontstaan van poollicht. Dit komt hoogstwaarschijnlijk kunnen komen doordat voor zo’n grote planeet<br />

de magnetosfeer niet heel erg sterk is. Het laat ieder magnetisch veld binnen en dat veroorzaakt<br />

verschillen in de verschijning. Er zijn 2 typen poollicht op Saturnus.<br />

1. Het poollicht gaat mee met de rotatie van Saturnus.<br />

2. Het poollicht staat stil en Saturnus gaat door met de rotatie.<br />

Het verschil in type wordt bepaald door de richting van de zonnewind.<br />

Komt de zonnewind uit de tegengestelde richting van de magnetosfeer dan gaat de aurora mee<br />

roteren (type 1). Als dit niet het geval is blijft de aurora stilstaan (type 2).<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

41


5.4 Mars<br />

De laatste planeet waar het poollicht is ontdekt is onze achterbuurman Mars.<br />

Op 9 juni 2005 zag men vreemde lichtverschijnselen op het zuidelijk halfrond van Mars.<br />

Men dacht altijd dat er geen poollicht op Mars kon voorkomen door de ijle atmosfeer en de zwakke<br />

magnetosfeer. Maar toch heeft men op Mars poollicht aangetroffen. Het poollicht op Mars is alleen<br />

door de aanwezigheid van het verschijnsel rond de evenaar al een heel stuk vreemder.<br />

Bij Mars gaat het niet om de magnetische veldlijnen die naar de polen trekken maar om de<br />

plaatselijke magnetische velden die zich in de korst van de planeet bevinden. Mars heeft geen<br />

magnetosfeer maar bepaalde gebieden waardoor zich een soort magnetische bel vormt over het<br />

oppervlak die in de korst in verdwijnt (afbeelding 5.5).<br />

Boven die plaatselijke magnetische rotsgebieden kan zich poollicht voordoen. Deze gebieden<br />

bevinden zich grotendeels op het zuidelijk halfrond, maar ook rond de evenaar van Mars.<br />

Een zonnewind kan met een magnetisch gebied in aanraking komen en zo net als op onze aarde het<br />

lichtverschijnsel creëren.<br />

Dit poollicht kan door het hoge CO2 percentage (97,98%) en verder een mengeling van andere gassen<br />

in de atmosfeer niet erg helder zijn. De kleur die het vaak krijgt is ultraviolet.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Afb. 5.6<br />

42<br />

Afb. 5.5 Plaatselijke magneetvelden op mars.


5.5 Planeten zonder poollicht<br />

Bij sommige planeten hebben astronomen al vast kunnen stellen dat er nooit een poollicht in hun<br />

hemel te zien zal zijn. De planeten missen bepaalde eigenschappen die essentieel kunnen zijn voor het<br />

creëren van poollicht, zoals een atmosfeer of een magnetosfeer.<br />

Maar er blijven onduidelijkheden over het verschijnsel. Niet alleen bij de planeten die geen poollicht<br />

creëren, maar ook bij planeten waarop het poollicht wel gevormd word.<br />

Zo is het bijvoorbeeld vreemd dat Jupiter beïnvloeden wordt door drie Gallileïsche manen. De manen<br />

Ganymedes en Europa hebben een ijle atmosfeer in vergelijking met Io en kunnen dus weinig<br />

geïoniseerde deeltjes afgeven aan de magnetische veldlijnen naar de polen van Jupiter.<br />

En waarom is er niks bekend over vormingen van poollicht op de planeten Uranus en Neptunus?<br />

Beide planeten bevatten alle voorwaarden om een poollicht te kunnen laten verschijnen. Zonnewind<br />

bevat genoeg snelheid om beide planeten te kunnen bereiken en de planeten bevatten genoeg<br />

atmosferische bestanddelen om een zonnewind mee in aanraking te laten komen.<br />

Wat men wel al heeft vast kunnen stellen, na het ontdekken van het poollicht op saturnus, is dat<br />

Mercurius en Pluto geen poollicht kunnen creëren. Beide planeten hebben vrijwel geen atmosfeer<br />

doordat Pluto een bevroren planeet is en Mercurius is, net zoals de maan, van steen.<br />

De luchtdruk is door de lage aantrekkingskracht zo laag dat een zonnewind bij één van de planeten<br />

aan zou komen en met geen enkel atmosferisch deeltje in botsing zou kunnen komen. De gassen die<br />

er boven het oppervlak ontstaan kunnen meteen wegdrijven van de planeet.<br />

Venus (afbeelding 5.7) bijvoorbeeld heeft geen magnetosfeer. Zoals blijkt op Mars hoeft dat niet echt<br />

een probleem te zijn.<br />

Maar het verschil is dat Mars magnetische gebieden in de aardkorst heeft zitten door een vroegere<br />

atmosfeer die de planeet heeft gehad. Venus daarentegen heeft nooit een magnetosfeer gehad. Er is<br />

geen Lorentzkracht die de aangekomen geïoniseerde deeltjes doet versnellen.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

43<br />

Afb. 5.7 Venus


5.6 Conclusie<br />

Onze aarde is niet de enige planeet die voor het lichtverschijnsel kan zorgen. Bijna 5 jaar geleden<br />

werden de eerste beelden vast gelegd van Jupiter met hetzelfde verschijnsel. In de jaren hierna<br />

volgden meerdere planeten die het zelfde resultaat gaven.<br />

Uiteindelijk kan ook op de planeten Jupiter, Saturnus en Mars poollicht ontstaan. Hoewel alle drie<br />

vanuit een andere theorie worden verklaard, ontstaat er bij ieder een lichtverschijnsel boven het<br />

oppervlak.<br />

Het blijkt dat zowel gasreuzen als Jupiter en Saturnus als aardse planeten zoals Mars en de aarde<br />

poollichten kunnen laten verschijnen.<br />

Planeten die geen poollicht kunnen creëren, kunnen bepaalde atmosferische of magnetische<br />

bestanddelen missen, die niet worden vervangen of aangepast. Door het niet compleet zijn van de<br />

bestanddelen kan zich geen poollicht aan de hemel voordoen.<br />

Mercurius en Pluto missen het bestanddeel ``atmosfeer’’ en Venus de ``magnetosfeer’’.<br />

In sommige gevallen is het nog niet duidelijk waarom de planeten het poollicht niet kunnen vormen.<br />

Uranus en Neptunus zijn voorzien van alle eigenschappen die nodig zijn om een poollicht te kunnen<br />

creëren, alleen is het nooit ontdekt.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

44


<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Onderzoek naar poollicht<br />

45


6.0 Welke onderzoeken worden er gedaan naar poollicht?<br />

6.1 Inleiding<br />

De mens is altijd al bezig geweest met het onderzoeken van verschijnselen in de natuur, zo<br />

ook de poollichten. Poollichten bestaan al zo lang als de aarde, maar er is pas de laatste<br />

eeuwen echt veel onderzoek naar gedaan. Men deed er vroeger wel onderzoek naar, maar<br />

hadden niet de goede instrumenten en apparatuur.<br />

Onderzoekers hebben vaak alleen een bijdrage kunnen leveren aan de achterliggende<br />

theorie.<br />

Een groot obstakel was voorheen dat men de ruimte nog niet in kon. En aangezien de ruimte<br />

en vooral de zon een grote rol spelen in het vormen van poollicht, was het erg moeilijk om er<br />

goed onderzoek naar te doen en correcte conclusies te trekken. Men wist niet goed waar het<br />

poollicht zich allemaal verscheen en wanneer het plaatsvond.<br />

Hoe kwam men achter de theorie van het poollicht?<br />

Hoe wordt er onderzocht en waargenomen?<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

46<br />

Afb. 6.1


6.2 Historische onderzoeken naar poollichten<br />

De poollichten danken hun naam aan Galileo Galilei (Afbeelding 6.2). Hij gaf de<br />

poolichten hun wetenschappelijke naam die wij nog steeds gebruiken, Aurora<br />

Borealis. Dit betekend <strong>“</strong>morgenrood van het noorden”. De poollichten hebben<br />

meerdere namen, die ze danken aan deze man.<br />

Aurora Borealis, noorderlicht.<br />

Aurora Australis, zuiderlicht Afb. 6.2 Galilei Galileo<br />

Aurora Polaris, poollicht (1564-1642)<br />

De eerste echte onderzoeken naar poollichten begonnen in de 18 e eeuw.<br />

In 1744 deed de Duitser Samuel Von Triewald al een experiment op het gebied van het poollicht. In<br />

een donkere kamer, met een gaatje in de muur om het zonlicht door te laten, stelde hij een prisma,<br />

een glas cognac en een scherm op. Lichtstralen die door de opening kwamen, werden gebroken en<br />

waaierden uiteen bij doorgang door het prisma. Wanneer het gebroken licht langs het oppervlak van<br />

de cognac kwam, werd een patroon op het scherm geprojecteerd. Dit was het begin van een<br />

wereldwijde theorie die ervan uitging dat het poollicht ontstaat uit zonlicht dat gebroken wordt door<br />

verstrooide gassen, die in de atmosfeer verdampen. Deze gassen werden door de wind meegevoerd<br />

waardoor er een aurora ontstond.<br />

De eerste persoon die onderzoek deed naar de zonnevlekken was een apotheker en sterrenkundige<br />

uit Duitsland, genaamd Samuel Schwabe. Sinds 1826 noteerde hij dagelijks het aantal zonnevlekken.<br />

Hij deed dit over een periode van 10 jaar.<br />

In het jaar 1840 ontdekte een Engelse sterrenkundige en ook militair, genaamd Sir Edward Sabine,<br />

dat er een relatie was tussen het magnetisch veld van onze aarde en de zonnevlekken (afbeelding<br />

6.6). Hij deed meerdere onderzoeken, waaronder een onderzoek naar magnetische stormen die de<br />

naalden van een kompas deden afwijken. Hij kwam er achter dat dit tegelijkertijd op de noord- en<br />

zuidpool voorkwam en kreeg de Engelse regering zover dat ze in 1840 verschillende meetstations<br />

bouwden zodat hij het fenomeen verder kon onderzoeken. Na veel metingen en analyses kwam hij er<br />

achter dat magnetische stormen een levenscyclus hadden van 11 jaar. Sir Edward Sabine legde zijn<br />

eigen resultaten naast die van de Duitser Samuel Schwabe en trok de conclusie dat er een relatie<br />

bestond tussen zonnevlekken en storingen in het aardmagnetisme.<br />

1853, Hendrik Antoon Lorentz werd geboren (afbeelding 6.3). Hij is één<br />

van de meest bekende natuurkundigen van Nederland. In 1902 ontving hij<br />

de Nobelprijs voor Natuurkunde. Hij werkte samen met onder andere<br />

Marie Curie en Albert Einstein. Ook was hij de man die de formule voor de<br />

Lorentzkracht uitvond. Hij deed tijdens zijn leven veel onderzoek naar de<br />

snelheid van het licht. In 1875 verklaarde hij hoe de kleurschifting van het<br />

licht in zijn werk gaat en in het jaar 1878 kon hij het verband tussen de<br />

dichtheid van een stof en zijn brekingsindex verklaren. Hieruit ontstond de<br />

beroemde Lorentzformule.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

FL = Bq . V<br />

Afb. 6.4<br />

47<br />

Afb. 6.3 Hendrik Antoon Lorentz (1853-1928)


In 1897 voegde Kristian Berkeland, een natuurkundige uit Noorwegen, er nog iets aan toe. Hij deed in<br />

1897 en 1903 mee aan expedities om de hoogte van het noorderlicht te bepalen. Hij slaagde erin om<br />

foto’s te maken van het noorderlicht op twee plekken die 3,4 km uit elkaar lagen. Met een<br />

driehoeksmeting stelde hij vast dat het noorderlicht zich op 100 km hoogte bevond. Hij was ook een<br />

van de eersten die erachter kwam dat zonnewind iets te maken had met het verschijnen van een<br />

poollicht.<br />

In het begin nam niemand de ideeën van Kristian Berkelandse serieus. Ze gingen er vanuit dat alles<br />

wat hij waarnam puur toeval was geweest. Carl Stormer veranderde dit. Stormer deed berekeningen<br />

met de bewegingen van geladen deeltjes in een eenvoudig magnetisch dipoolveld. In 1907<br />

publiceerde hij een artikel waarin hij beschreef hoe geladen deeltjes spiraliseren om de magnetische<br />

veldlijnen. In het magnetisch veld van de aarde lopen de veldlijnen op grotere hoogte verder uit<br />

elkaar. Als de deeltjes op en neer spiraliseren langs de veldlijnen maken ze steeds kleinere en dichter<br />

op elkaar liggende lussen naarmate ze dichter bij de aarde komen. Op een gegeven moment houdt<br />

de neerwaartse bewegingen op bij de spiegelpunten en begint het deeltje weer terug, naar buiten<br />

toe, te spiraliseren.<br />

In de beginjaren van de 20 ste eeuw werd de eerste<br />

aanzet tot de theorie van de kwantummechanica 7<br />

gegeven door Max Planck in zijn studie<br />

gepubliceerd (afbeelding 6.5). <strong>“</strong>Zur Theorie des<br />

Gesetzes der Energie-Verteilung im Normal-<br />

Spektrum” over het probleem van de straling van<br />

een zwart lichaam. Planck kan de experimentele<br />

resultaten voor deze straling verklaren door aan te<br />

nemen dat licht korrelig is en in<br />

standaardpakketjes (quanta) komt. Hij bedoelde dit<br />

als een rekentruc. De kwantummechanica is een<br />

intuïtief moeilijk te doorgronden theorie, die in de<br />

beginperiode op veel weerstand stuitte. Albert<br />

Einstein had later bezwaar tegen de kansverdeling<br />

van deeltjes: <strong>“</strong>God dobbelt niet”. Hij geloofde dat<br />

de onzekerheden van de kwantumtheorie niet<br />

reëel waren, maar dat er ‘verborgen variabelen’<br />

waren, die we nog niet kennen, die alsnog de<br />

theorie verklaarbaar zouden maken. Ook Max<br />

Planck zelf meende dat ‘zijn’ kwantumtheorie later<br />

vervangen zou worden door een meer<br />

deterministische theorie zonder ‘vage’ statistische<br />

eigenschappen. Latere experimenten hebben die<br />

stelling echter onhoudbaar gemaakt. Maar Einstein zelf<br />

gaf in 1905 Plancks methode een nieuwe toepassing. Afb 6.5 Max Planck ( 1858 – 1947 )<br />

Hij kon er het foto-elektrisch effect mee verklaren.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

48


Afb. 6.6 Sir. Edward Sabine ( 1788-1883 )<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

In het jaar 1957 kwam men er tijdens het<br />

internationaal geografisch jaar achter dat de energie<br />

afkomstig van de zon vrijkomt op een hoogte tussen de<br />

80 en 100 kilometer en dat dit er voor zorgt dat het<br />

kleurrijke poollicht te zien is.<br />

Het internationaal geofysisch jaar duurde van 1 juli<br />

1957 tot 31 december 1958 en er deden ruim 60<br />

landen aan mee. In een periode van anderhalf jaar<br />

werden vanaf circa 2000 meetpunten metingen<br />

gedaan. In Nederland kwam er een automatische<br />

equator tafel in de Koninklijke sterrenwacht van Ukkel<br />

zodat men de zon continu in de gaten kon houden.<br />

49


6.3 Huidige onderzoeken naar het poollicht<br />

Tegenwoordig doet men veel meer onderzoek naar het ontstaan van poollichten en de relatie van<br />

poollichten met de zon.<br />

Eigenlijk doet ieder land wel onderzoek en ze doen allemaal andere dingen. Sommige landen<br />

onderzoeken waar poollichten voorkomen en wanneer, anderen wat de zon te maken heeft met de<br />

poollichten en weer anderen doen onderzoek naar poollichten op andere planeten.<br />

6.3.1 Onderzoek naar de zon<br />

Het jaar 2007 is het ``heliofysisch jaar” van de Verenigde Naties. De wetenschappelijke gemeenschap<br />

hebben dit jaar in plaats van geofysisch jaar heliofysisch jaar genoemd omdat ze niet alleen de studie<br />

van de zon (Helios) maar ook de relatie van de zon met de aarde wilden bestuderen (afbeelding 6.7).<br />

Met het heliofysisch jaar willen ze mensen stimuleren om meer onderzoek te doen naar de ruimte en<br />

mensen de schoonheid van de zon en de ruimte laten zien. Dit jaar was een van de georganiseerde<br />

activiteiten een tentoonstelling over de zon in het Planetarium van de Koninklijke Sterrenwacht van<br />

België.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Afb. 6.7<br />

In het jaar 1990 stuurde BIRA (Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie) een satelliet genaamd<br />

Ulysses de ruimte in. Ulysses is gemaakt om de snelheden van zonnewind op de polen en bij de<br />

evenaar te meten. Ulysses is nog steeds in gebruik en stuurt dus al 17 jaar gegevens naar de aarde.<br />

Door de gegevens van Ulysses te bekijken en te onderzoeken heeft men uitgevonden dat de snelheid<br />

bij de polen hoger is dan bij de evenaar (afbeelding 6.8).<br />

50


Afb 6.8 Ulysses meet de verschillende snelheden.<br />

Het BIRA heeft ook onderzoek gedaan naar de magnetosfeer. De verbinding tussen zonnewind en de<br />

magnetosfeer veroorzaakt een aparte stroom in de magnetosfeer die het mogelijk maakt om energie<br />

op te slaan. Ze ontdekten dat een substorm (lichte versie van een magnetische storm) er voor kan<br />

zorgen dat die opgeslagen energie zich plotseling ontlaadt met als mogelijk gevolg het ontstaan van<br />

een heel fel en kort poollicht.<br />

Het BIRA doet op het moment ook veel onderzoek naar de poollichten zelf. Ze bekijken ze vanuit de<br />

ruimte door middel van het ruimtevaartuig CLUSTER.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

51<br />

Afb 6.9


Een ander onderzoek dat momenteel<br />

ontwikkeld wordt is te zien geweest op de<br />

televisie (Discovery Channel). Men wil een<br />

voertuig de ruimte in sturen om in de buurt<br />

van de zon onderzoek te doen. Ze willen op<br />

een veilige afstand van de zon een onbemand<br />

voertuig laten zweven. Dit voertuig heeft<br />

meerdere <strong>“</strong>cellen”, gemaakt van platina en<br />

silicium. Onderzoekers willen proberen om de<br />

kleine fotonen en andere magnetisch geladen<br />

deeltjes op te vangen in de cellen (afbeelding<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

52<br />

6.10). Men hoopt dat de kleine deeltjes zullen<br />

blijven hangen in de molecuulstructuur van de<br />

cellen. Ze kunnen onderzoeken of de<br />

hoeveelheid deeltjes en de verschillende<br />

soorten deeltjes invloed hebben op de kleur,<br />

duur en felheid van de poollichten. Ook willen<br />

ze onderzoeken of er tijdens zonnewind meer<br />

deeltjes of andere soorten deeltjes vrijkomen<br />

dan normaal. Men verwacht dat ze dit rond<br />

2010 uit zullen kunnen gaan voeren.<br />

Afb. 6.10


6.3.2 Poollicht op andere planeten<br />

Er wordt op dit moment veel onderzoek gedaan naar de poollichten die te zien zijn op andere<br />

planeten (afbeelding 6.11 en 6.12). De Koninklijke Universiteit van Leuven (België) bijvoorbeeld heeft<br />

hier de laatste jaren veel onderzoek naar gedaan.<br />

Er werd altijd gezegd dat de voorwaarden om een poollicht te kunnen creëren, een magnetisch veld<br />

en een atmosfeer waren. De wetenschappers in Leuven ontdekten dat de poollichten op Jupiter,<br />

Saturnus en Mars <strong>“</strong>anders” waren dan die op aarde. Ze hebben de volgende kenmerken.<br />

De poollichten hebben andere kleuren<br />

Grotere en snellere veranderingen in het poollicht<br />

Er is een grotere magnetosfeer<br />

Afb. 6.11 Poollicht op Jupiter<br />

Afb. 6.12 Poollicht op Saturnus<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

53


6.3.3 Het opwekken van poollichten<br />

In Amerika is men op het moment druk bezig om uit te zoeken of men zelf een poollicht op kan<br />

wekken. Op kleine schaal kan dit al maar op grote schaal in de buitenlucht is het nog nooit<br />

geprobeerd.<br />

Op 2 februari 2005 hebben onderzoekers van het HAARP (High Frequency Active Auroral Research<br />

Program) in Alaska dit geprobeerd.<br />

Voor het project gebruikten ze enkele antennes en een generator van 1 megawatt. Elke 7,5 seconden<br />

stuurden ze een radiogolf de lucht in. Men zag tijdens het experiment enkele groene spikkels<br />

verschijnen (afbeelding 6.13). Tijdens het experiment was er ook een echt poollicht te zien. Dit<br />

poollicht bevond zich op 80km hoogte.<br />

Afb. 6.13 Gemaakte foto’s tijdens het experiment.<br />

Hetzelfde experiment is ook nog een keer uitgevoerd door onderzoekers van de Cornell<br />

University uit New York. Zij gebruikten een 960 kW zender en meerdere antennes.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

54


6.4 Waarnemingen van poollichten<br />

Poollichten komen overal op aarde voor. Alleen zijn ze niet overal even vaak en even duidelijk te zien.<br />

Een poollicht is het meest intens tussen ongeveer 22.00 uur en 00.00 uur ’s avonds.<br />

Een helder poollicht is meestal zo om de 27 dagen te zien. In de late herfst en vroege lente worden<br />

de meeste poollichten gezien.<br />

Tijdens een zonminimum zijn de poollichten 20 tot 30 % minder vaak te zien dan normaal. Een<br />

zonminimum komt eens elf jaar voor.<br />

Er is een erg groot verschil tussen de polen, de evenaar en het Middellandse zeegebied wat betreft<br />

het voorkomen van poollicht (tabel 6.1). In de <strong>“</strong>Noorderlichtzone”, die ligt op 67,5° noorderbreedte is<br />

bijna iedere heldere winternacht een poollicht te zien, terwijl in het Middellandse zeegebied slechts<br />

om de elf 1 of 2 keer een poollicht te zien is. En precies op de evenaar is gemiddeld 1 keer in de 200<br />

jaar een poollicht te zien.<br />

Tabel 6.1 Onderstaand schema geeft het aantal dagen per jaar dat poollicht zichtbaar is in een percentage weer.<br />

Plaats Percentage<br />

Barrow,<br />

Alaska<br />

100<br />

Churchill,<br />

Canada<br />

100<br />

Fairbanks,<br />

Alaska<br />

90<br />

Tromsö,<br />

Noorwegen<br />

90<br />

Kiruna,<br />

Zweden<br />

80<br />

Anchorage,<br />

Alaska<br />

30<br />

Winnipeg,<br />

Canada<br />

20<br />

Calgary,<br />

Canada<br />

18<br />

Oslo 10<br />

Montreal 10<br />

Bangor, VS 9<br />

Edinburgh 8<br />

New York 4<br />

Moskou 3<br />

Denver, VS 3<br />

Melbourne 3<br />

Sydney 1<br />

Kaapstad 0,5<br />

Los Angeles 0,5<br />

Rome 0,1<br />

Mexico-<br />

Stad<br />

0,05<br />

Buenos<br />

Aires<br />

0,01<br />

Tokio 0,01<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

55


Ook in Nederland zijn af en toe Poollichten te zien. Helaas niet erg vaak, omdat ons land zich ver zijn<br />

van de polen bevindt. Ook zijn bij ons de poollichten niet even duidelijk waar te nemen als op de<br />

polen.<br />

De meest recente waarneming van een poollicht in Nederland was op 19 december 2006 (afbeelding<br />

6.14 en 6.15). De verwachting is dat er in Nederland pas in 2010 weer een poollicht te zien zal zijn,<br />

omdat we op dit moment in een zonneminimum zitten.<br />

Afb. 6.15 Poollicht in Nederland.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

56<br />

Afb. 6.14


6.5 Conclusie<br />

In de 17 de eeuw gaf Galileo Galilei de wetenschappelijke naam aan het kleurverschijnsel in<br />

de lucht.<br />

Pas halverwege de 18 de eeuw begon men met het onderzoeken van het poollicht. Er werden<br />

echter incorrecte theorieën bedacht over het ontstaan van het poollicht.<br />

In de 19 de eeuw kwam een engelsman erachter dat de zon een invloed heeft op de<br />

magnetosfeer van de aarde. Hierna werden er goede bewijzen gevonden voor de theorieën<br />

die bedacht waren. Verschillende wetenschappers zoals Hendrik Antoon Lorentz en Sir.<br />

Edward Sabine kwamen steeds meer te weten over wat er zich precies achter het poollicht<br />

verschuild. Met de komst van de kwantummechanica, in de 20 ste eeuw, werd de theorie<br />

achter de verschillende kleuren van het poollicht achterhaald.<br />

Tegenwoordig wordt er onderzocht of men zelf poollicht kan op kan wekken. Op een kleine<br />

schaal wordt geprobeerd het poollicht na te bootsen.<br />

In het heelal wordt er onderzocht of poollicht zich ook voor doet op andere planeten. Op de<br />

planeten Jupiter, Saturnus en Mars is dit al ontdekt. Verder houdt men de zon en de<br />

magnetosfeer goed in de gaten.<br />

Poollicht kan overal gezien worden, alleen zal het in verschillende gebieden vaker<br />

voorkomen dan anderen. In de landen die op de evenaar liggen is het poollicht zelden te zien<br />

maar de landen bij de polen zoals Canada krijgen dit verschijnsel vele nachten te zien.<br />

Poollicht is in Nederland niet vaak te zien omdat ons land te ver van de Polen af ligt. Het<br />

poollicht is in september 2006 voor het laatst gesignaleerd.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

57


<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

58<br />

Experiment


7.0 Experiment met licht<br />

7.1 Onderzoeksvraag<br />

Net als de Amerikanen en Samuel Von Triewald willen wij met ons experiment onderzoeken of het<br />

poollicht door ons zelf ook op te wekken is.<br />

De verschillende eigenschappen voor het creëren van poollicht hangen samen met dit experiment. Er<br />

wordt op dezelfde manier licht geproduceerd zoals het bij poollicht gebeurt, alleen op een kleine<br />

schaal.<br />

Hierbij moet wel goed rekening gehouden worden met de verschillende theorieën van onderzoekers.<br />

Er moet een vergelijkbare verklaring zijn voor ontstaan van het poollicht in het experiment.<br />

Onderzoeksvraag:<br />

Hoe kan men zelf poollicht opwekken?<br />

7.2 Hypothese<br />

We verwachten dat er door middel van het schieten van elektronen in een lage druk, een<br />

lichtverschijnsel ontstaat.<br />

De lage druk is nodig voor het versnellen van de elektronen. Door een hogere druk zouden ze direct<br />

botsen met de moleculen in gasvorm. Er wordt dan niet genoeg energie afgegeven om zichtbaar licht<br />

te creëren zonder daar genoeg energie bij af te geven.<br />

De energie die vrij komt bij het terugvallen van de elektronen naar hun oorspronkelijke schil in een<br />

molecuul zijn fotonen die op een bepaalde afstand van elkaar vrijkomen, dit is de golflengte.<br />

De kleur van het licht zal afhangen van de elementen waar de elektronen tegenaan botsen.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

59


7.3 Uitvoering<br />

Dit experiment heeft een vrij grote opstelling (afbeelding 7.1). Er is grof geweld nodig om de<br />

elektronen een flinke snelheid te geven. Daarom is een Ruhmkorff, een grote condensator, nodig.<br />

Het zorgt dat de stroomkring in pulsen gesloten wordt en er daardoor hoogspanning ontstaat.<br />

Er worden twee<br />

verschillende<br />

experimenten met<br />

verschillende gassen<br />

uitgevoerd. Er wordt<br />

gebruik gemaakt van<br />

een mengeling van<br />

gassen in onze<br />

atmosfeer en een<br />

aparte ontladingsbuis<br />

met een klein<br />

percentage neon.<br />

Nodig:<br />

-Ontladingsbuis<br />

-Ruhmkorff<br />

-Vacuümpomp<br />

-2 maal statief<br />

-Spanningskastje<br />

-Krokodillenbekjes<br />

-Bekabeling<br />

-Gasontladingsbuis met neon<br />

Tabel 7.1<br />

Benodigdheden: Functie:<br />

Gasontladingsbuis stiksof Opslagruimte met stikstof voor het laten versnellen van<br />

elektronen<br />

Ruhmkorff Creëert hoogspanningspulsen<br />

Vacuümpomp Creëert een lage druk<br />

2 maal statief Versteviging van de positie van de ontladingsbuis<br />

Spanningskastje Spanningsbron<br />

Krokodillenbekjes Het contact tussen de bekabeling en de ontladingsbuis<br />

Bekabeling Het aansluiten van alle componenten<br />

Gasontladingsbuis neon Opslagruimte met neon voor het laten versnellen van<br />

elektronen<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

60<br />

Afb. 7.1


7.4 Opstelling<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

AC<br />

Vacuümpomp<br />

Gasontladingsbuis<br />

Ruhmkorff<br />

DC<br />

61


7.5 Experiment<br />

Om een lage druk te kunnen creëren wordt er gebruik gemaakt van een vacuümpomp. De pomp<br />

zuigt de moleculen uit de ontladingsbuis, waardoor er minder deeltjes in het gehele volume<br />

voorkomen. Dit verschijnsel wordt lage druk genoemd.<br />

Bij de uitvoering van het eerste experiment werd eerst de ontladingsbuis zo goed mogelijk luchtledig<br />

getrokken. De luchtdruk nam hierbij af. Vervolgens is het spanningskastje aangezet en werd het<br />

circuit opgeladen.<br />

De Ruhmkorff vormt bij contact hoogspanning. Deze impuls gaat door de ontladingsbuis en forceert<br />

de elektronen in een bepaalde richting te bewegen.<br />

Het was niet nodig om de gasontladingsbuis met neon luchtledig te maken. Deze buis is luchtdicht<br />

afgesloten en binnenin bevind zich een lage luchtdruk. De ontladingsbuis bevat uitsluitend het gas<br />

neon. Dit tweede experiment was op dezelfde manier als het eerste experiment uit te voeren met als<br />

uitzondering van de vacuümpomp.<br />

7.6 Resultaten<br />

Nadat de instellingen van de Ruhmkorff juist waren ingesteld en de stroomkring ging lopen was het<br />

resultaat van het eerste experiment een paars lichtverschijnsel. Dit is de kleur violet, die ontstaat als<br />

de elektronen in aanraking komen met stikstofmoleculen.<br />

Afb 7.3<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

62<br />

Afb 7.2<br />

Afb.7.4<br />

Bij het tweede experiment ontstond, door het herhalen van het experiment maar dan met<br />

het gas neon, een blauwe gloed (afbeelding 7.4).


7.7 Conclusie<br />

Met dit onderzoek hebben we de theorie achter het lichtverschijnsel kunnen bewijzen. De foto’s<br />

tonen aan dat dit lichtverschijnsel inderdaad ontstaat. De verschillende kleuren ontstaan door de<br />

elementen die in de ontladingsbuis overblijven.<br />

Beantwoording onderzoeksvraag:<br />

Door de elektronen in de ontladingsbuis te versnellen krijgen ze een hoeveelheid kinetische energie<br />

mee. Wanneer het elektron botst tegen een molecuul van het aanwezige element springen de<br />

originele elektronen naar een hoger energieniveau.<br />

De elektronen worden geforceerd om in hun eigen baan terug te gaan. Bij de terugvalling ontstaat<br />

een pakketje energie, een zogenaamde foton. Dit is een pakketje met energie dat een bepaalde<br />

golflengte meekrijgt. Deze golflengte is equivalent aan een kleur die wij mensen zien.<br />

Bij een botsing van een elektron met een stikstofmolecuul ontstaat er bijvoorbeeld een paarse en bij<br />

botsing met neon een blauwe –gloed. Deze kleuren ziet met ook op de natuurkundige spectraalplaat.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

63


8.0 Afsluiting<br />

8.1 Conclusie<br />

Inhoudelijk is poollicht niets anders dan geladen deeltjes die botsen met moleculen in de<br />

atmosfeer. De energie die hierbij vrijkomt is voor de mens zichtbaar als licht.<br />

Samenvattend:<br />

Door reacties in de zon komen er veel geladen deeltjes<br />

vrij die met een grote snelheid het heelal in geschoten<br />

worden.<br />

Door de magnetosfeer van de aarde of een andere<br />

planeet wordt deze stroom deeltjes in banen naar het<br />

hemellichaam geleid.<br />

De deeltjes botsen met moleculen in de atmosfeer<br />

waardoor elektronen een energieniveau opschuiven.<br />

De elektronen willen terug naar hun ‘eigen’ schil en vallen<br />

terug. Hierbij komt energie vrij in de vorm van een foton.<br />

De hoeveelheid energie die vrijkomt staat gelijk aan een<br />

zekere golflengte. De mens ziet een golflengte tussen de<br />

400 en de 800 nanometer als zichtbaar licht. Als de<br />

fotonen stroom deze hoeveelheid energie meekrijgt<br />

wordt voor ons het ‘poollicht’ zichtbaar.<br />

Afb. 8.1<br />

Vroeger waren mensen vooral bang voor poollichten. Andere volken fascineerde het. Zij<br />

gaven er een mooie betekenis aan. Tegenwoordig beschouwt men het als natuurkundig<br />

verschijnsel.<br />

In de afgelopen eeuwen hebben verschillende belangrijke wetenschappers een bijdrage<br />

kunnen leveren achter de achterliggende theorie van het poollicht.<br />

Afb. 8.2<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

64


8.2 Begrippenlijst<br />

Atmosfeer 1 Gassen boven planeetoppervlak.<br />

CME 2 Coronal Mass Ejection – Plasma uitbarsting in bel-vorm.<br />

Elektronen 3 Negatief geladen deeltjes.<br />

Gravitatie 4 Aantrekkingskracht door massa van een hemellichaam.<br />

Heliosfeer 5 Het gebied in het heelal waar de zon invloed op heeft.<br />

Kernenergie 6 Energie die vrijkomt bij versmelting van molecuukernen.<br />

Kwantummechanica 7<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

De theorie achter de atomen.<br />

Luchtdruk 8 Aantal gasmoleculen per m 3 .<br />

Magnetosfeer 9 Het gebied om een planeet waar magnetisme heerst.<br />

Neutrino’s 10 Ongeladen deeltje zonder wisselwerking met materie.<br />

Peta 11 1 x 10 15<br />

Watt 12 Eenheid van energie in Joule per seconden.<br />

Poollicht 13 Gekleurde gloed aan de hemel op een planeet.<br />

Schil 14 Energieniveau van atoom, afstand van elektron tot kern.<br />

15 `<br />

Spectrum<br />

De schaal aan elektromagnetische straling.<br />

Veldlijnen 16 De richting waarin een kracht werkt.<br />

Zonnecyclus 17 Periode van 11 jaar met verhoogde activiteit van de zon.<br />

Zonnestelsel 18 Verzameling planeten rond een actieve ster.<br />

Zonnevlammen 19 Plasmauitbarstingen aan het oppervlak van de zon.<br />

Zonnevlek 20 Gebied op de zon waar een zonnevlam ontstaat.<br />

Zonnewind 21 Verzameling geladen deeltjes in het heelal.<br />

65


8.3 Bronnen<br />

Deelvraag 1<br />

http://chandra.harvard.edu/photo/2007/jupiter/<br />

http://www.answers.com/topic/europa<br />

http://www.scholieren.com/werkstukken/18612<br />

http://www.astronomie.nl/beeldbank.php?cat=43&img=453<br />

http://www.europlanetarium.be/view.php?id=448<br />

http ://www.infoster.be/negepl/sol.html<br />

http ://www.urania.be/sterrenkunde/waarnemen/poollicht/poollicht20031030.php<br />

Deelvraag 2<br />

http ://www.xs4all.nl/~carlkop/auralern.html<br />

http ://www.kennislink.nl/web/show ?id=111916<br />

<strong>“</strong>Chemistry” Redactie Zumdahl zesde druk<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> 6 VWO magnetisme<br />

Natuurkunde Overal 5 VWO<br />

Deelvraag 3<br />

http://allesoversterrenkunde.nl/content.shtml?http://allesoversterrenkunde.nl/cgibin/scripts/db.cgi?db=nieuws&uid=default&ID=1756&ww=1&view_records=1<br />

http://www.spacepage.be/content/view/1352/53/<br />

http://www.spacepage.be/content/view/798/53/<br />

http://www.infoster.be/negepl/jupite.html<br />

http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/manen-groot.php<br />

http://allesoversterrenkunde.nl/content.shtml?http://allesoversterrenkunde.nl/cgibin/scripts/db.cgi?db=nieuws&uid=default&ww=on&ID=582&view_records=1<br />

http ://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnevlek<br />

http ://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/kometen.html<br />

Deelvraag 4<br />

http ://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/DeZon/<br />

http ://www.kennislink.nl/web/show ?id=173939<br />

<strong>“</strong>Doorbraken in de Natuurkunde” Redactie Machiel Keestra<br />

Binas vijfde druk<br />

Binas tweede druk<br />

Natuurkunde Overal 5 HAVO<br />

Deelvraag 5<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Mars_(planeet)#Atmosfeer<br />

http://www.xs4all.nl/~ghsimons/uranus.htm<br />

http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/uranus.php<br />

http://www.infoster.be/negepl/jupite.html<br />

http://allesoversterrenkunde.nl/cgibin/scripts/db.cgi?db=nieuws&uid=default&ID=837&mail_records=1&ww=on<br />

http ://users.pandora.be/hhc.tervuren/DELP/oplossingzonnestelsel.htm<br />

http ://nl.wikipedia.org/wiki/Neptunus_%28planeet%29<br />

http ://www.spacepage.be/index.php ?option=com_content&task=view&id=1338&Itemid=53<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Pluto_(dwergplaneet)<br />

http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/terrestrische.php<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

66


Deelvraag 6<br />

http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?articleID=g1mfg9kc<br />

http://www.njrs.nl/?nav=themas&sub=sterrenkunde&bericht_id=81<br />

http://www.pgserve.demon.nl/Astro/jupiter.htm<br />

http://saturn.jpl.nasa.gov/news/press-release-details.cfm?newsID=542<br />

http://saturn.jpl.nasa.gov/news/press-release-details.cfm?newsID=542<br />

http://www.saturntoday.com/news/viewpr.html?pid=16180<br />

http://www.berkeley.edu/news/media/releases/2005/12/12_mars.shtml<br />

http://www.astronomie.be/forum/viewtopic.php?p=420&sid=e408e9f4141c1554a70b289a276a8b8<br />

b<br />

<strong>“</strong>Zo doen wij dat” Vaardighedenboekje<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

67<br />

Afb. 8.3


8.4 Interview met Mevrouw Damen van de Leidse Universiteit.<br />

We hebben een interview gehouden met<br />

mevrouw Maaike Damen. Zij doet<br />

sterrenkundig onderzoek en heeft voor ons<br />

een aantal vragen beantwoord. Mevrouw<br />

8.4.1 Vragen<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

68<br />

Damen heeft ons illustraties met duidelijke<br />

informatie gegeven die goed passen bij het<br />

interview.<br />

Hoe lang doet u al sterrenkundig onderzoek?<br />

Ruim twee jaar geleden ben ik begonnen met professioneel onderzoek. Ik bestudeer het<br />

ontstaan en de ontwikkeling van sterrenstelsels zoals onze Melkweg.<br />

Op 19 december 2006 is het Noorderlicht voor het laatste gesignaleerd in Nederland. Heeft<br />

u het gezien? Of heeft u er iets van gehoord?<br />

Helaas heb ik het gemist! Ook verder noordelijk heb ik het poollicht nog nooit gezien.<br />

Per jaar is het poollicht ongeveer 6 dagen(!) in Nederland zichtbaar, maar het is bijna nooit<br />

zo mooi als wanneer je het in het verre Noorden ziet.<br />

Denkt u dat er nog veel onduidelijkheden zijn over de aurora’s, die nog moeten worden<br />

opgelost? Zo ja, wat zou er onderzocht moeten worden?<br />

Ik ben geen expert op dit gebied, maar ik denk dat we een duidelijk beeld hebben van<br />

aurora’s. We kunnen de kleuren en locatie verklaren en zelfs voorspellen wanneer er een<br />

periode van veel poollicht aankomt. Als jullie hier meer details over willen weten, kan ik hier<br />

nog dieper op in gaan. Laat het me maar weten.<br />

Het raadsel poollicht hebben we dus redelijk opgelost. Maar behalve dat een aurora van<br />

zichzelf een heel interessant verschijnsel is, kan het ons ook meer vertellen over de zon en<br />

onze atmosfeer. Het poollicht geeft ons een direct signaal van heftige processen die zich op<br />

het oppervlak van de zon afspelen. Ook ontstaan aurora’s hoog in de atmosfeer. Door een<br />

aurora te bestuderen, kunnen we dus informatie krijgen over de zon en onze atmosfeer.<br />

Afb. 8.4


Met wat voor sterrenkundige onderzoeken bent u vooral bezig?<br />

Zoals ik zei onderzoek ik het ontstaan van sterrenstelsels. Een sterrenstelsel is een<br />

verzameling van miljoenen sterren, zoals bijvoorbeeld onze eigen melkweg. Er zijn nog veel<br />

raadsels over het ontstaan van alle sterrenstelsels en hoe het kan dat ze zo groot en zwaar<br />

zijn. Dat probeer ik op te lossen.<br />

Het is tegenwoordig bekend dat er ook op andere planeten poollichten zijn ontdekt.<br />

Verder zijn er nog onderzoeken gaande. Weet u hier meer over?<br />

Helaas weet ik hier niet van. Het poollicht op aarde ontstaat doordat ons magnetisch veld<br />

kleine deeltjes, afkomstig van de zon, afbuigt, waarna die deeltjes in onze atmosfeer het<br />

poollicht doen ontstaan. Op elke andere planeet met een magnetisch veld en een atmosfeer<br />

zou dus in principe poollicht mogelijk kunnen zijn.<br />

Hoe ontstaat uit de zon een zonnewind?<br />

Aurora’s ontstaan ondermeer door zonnewind. Wat is in uw woorden een zonnewind?<br />

Het oppervlak van de zon is heel onstuimig. Er zijn verschillende effecten die de deeltjes aan<br />

the oppervlak tot grote hoogten doen opstijgen. Deze deeltjes worden tot een miljoen graden<br />

opgewarmd en sommige krijgen hierdoor zo’n hoge snelheid dat ze ontsnappen. De stroom<br />

van ontsnapte zonnedeeltjes noemen we zonnewind.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

Afb. 8.5 Aan het oppervlak van de zon vindt een uitbarsting van<br />

zonnedeeltjes plaats. De deeltjes vormen een zonnewind richting<br />

aarde. De paarse lijnen stellen het magnetisch veld van de aarde<br />

voor die de deeltjes in bepaalde banen leiden<br />

Wat doet een zonnewind precies met ons hemellichaam?<br />

Het effect van een zonnewind op de zon is niet zo heftig. Het massaverlies lijkt behoorlijk: 10<br />

miljard kg per jaar. Maar als je dat bekijkt over de hele leeftijd van de zon, is de zon door de<br />

zonnewind slechts 0.1% van haar massa verloren.<br />

Vindt een zonnewind vaak plaats? Zo ja, hoe vaak ongeveer?<br />

Zonnewind ontstaat continu, alleen is het niet altijd even heftig. Dit staat in verband met iets<br />

wat we zonnevlekken noemen (afbeelding 8.3). Zonnevlekken zijn donkere vlekken aan het<br />

oppervlak van de zon en op een zonnevlek is de activiteit van de zon het heftigst. Het<br />

oppervlak van de zon is voortdurend in beweging en zo gebeurt het dat de zonnevlekken van<br />

boven naar beneden over de zon trekken. Als ze op de evenaar zijn is de activiteit het grootst,<br />

zijn de zonnevlekken heftiger en zien we dus meer poollicht. Wat zonnevlekken precies zijn en<br />

hoe ze ontstaan is nog een groot raadsel!<br />

69


<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

70<br />

Afb 8.6 Zonnevlekken als zwarte puntjes<br />

Waar is de heliosfeer bij een zonnewind precies voor nodig en wat doet die?<br />

De heliosfeer 5 is het hele gebied waar de zonnewind zich bevindt en zijn invloed op uitoefent<br />

(afbeelding 8.4). De volgende figuur laat duidelijk zien hoe groot de heliosfeer (heliosphere)<br />

wel niet is. Ver buiten Pluto is het effect van de zonnewind dus nog steeds merkbaar. Ga je<br />

nog verder van de zon af, dan kom je in de buurt van andere sterren en daar vind je geen<br />

zonnedeeltjes meer. Buiten de heliosfeer en tussen de andere sterren zijn maar weinig<br />

deeltjes te vinden. Al deze deeltjes bij elkaar noemen we het interstellaire medium<br />

(interstellar medium). De heliosfeer ‘doet’ dus niet zoveel het is alleen de naam van de bol<br />

waarbinnen we zonnewind aantreffen.<br />

Dat was het.. veel succes met het uitwerken hiervan en de rest van jullie werkstuk en als er nog<br />

vragen zijn, dan hoor ik het graag!<br />

Afb. 8.7


8.5 Problemen<br />

- Informatie Binas niet accuraat.<br />

- De vacuümpomp was niet sterk genoeg.<br />

- De magneetsensor was kapot.<br />

- Samenwerking.<br />

- Afwezigheid Leon.<br />

- Tijdens het experiment ontving Daniëlle elektrische schokken.<br />

8.6 Dankwoord<br />

Wij willen Dhr. G. Broers speciaal bedanken.<br />

Hij is een geweldige hulp voor ons geweest bij de opstelling van het experiment en het meedenken<br />

over de theorieën.<br />

Dhr. Veenstra heeft ons, door zijn functie als begeleider, in de goede richting gestuurd.<br />

Dhr. Vunderink (natuurkundige) heeft ons flink op weg geholpen met de theorie over poollicht.<br />

Maaike Damen (sterrenkundige) heeft ons duidelijk gemaakt wat er zich in het heelal afspeelt<br />

voordat er een poollicht op een planeet te zien is.<br />

Als laatst willen we de heer F. Weggelaar bedanken voor het keurig afdrukken van dit enorme<br />

verslag.<br />

Allen bedankt.<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

71


8.7 Logboek<br />

Tijdens het onderzoeken is een logboek bijgehouden<br />

met het aantal werkuren exact ingevuld. Ook andere<br />

informatie zoals de activiteit en de datum zijn<br />

weergeven.<br />

Leon<br />

Tabel 8.1<br />

Aantal Minuten Datum Tijd Activiteit<br />

75 7-sep 14:50 - 15:30 Onderzoek onderwerp<br />

120 20-sep 21:45 - 23:45 Onderzoek onderwerp<br />

120 24-sep 14:15 - 16:15 Vorming Taakverdeling<br />

30 9-okt 12:30 - 13:00 Voortgangsgesprek<br />

120 15-okt 20:00 - 22:00 Vooronderzoek Interview<br />

360 16-okt 13:30 - 19:30 Interview Natuurkundige en Uitwerking<br />

300 1-nov 17:15 - 22:15 Uitwerking Interview<br />

120 5-nov 19:30 - 21:30 Vorming Samenvatting Interview<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

72<br />

Afb. 8.8<br />

120 6-nov 14:30 - 16:30 Onderzoek Theorie en Voortgangsgesprek<br />

240 7-nov 18:30 - 22:30 Onderzoek Theorie<br />

360 10-nov 17:30 - 23:30 Onderzoek Deelvraag 2<br />

360 16-nov 15:30 - 21:30 Onderzoek Deelvraag 2<br />

360 17-nov 18:30 - 00:30 Beantwoording Deelvraag 2<br />

270 19-nov 12:00 - 16:30 Onderzoek Deelvraag 4<br />

180 20-nov 13:30 - 16:30 Onderzoek Deelvraag 4<br />

210 21-nov 15:00 - 18:30 Beantwoording Deelvraag 4<br />

330 23-nov 17:00 - 22:30 Opmaak<br />

180 24-nov 19:00 - 22:00 Opmaak<br />

300 25-nov 18:00 - 23:00 Opmaak<br />

360 26-nov 17:00 - 23:00 Opmaak<br />

360 27-nov 14:00 - 20:00 Opmaak<br />

480 28-nov 18:30 - 02:30 Afronding<br />

Totaal min. 5255 Totaal uren 87,6


Daniëlle<br />

Tabel 8.2<br />

Aantal minuten Datum Tijd Activiteit<br />

75 7-sep 14:15 - 15:30 Onderzoek onderwerp<br />

50 17-sep 12:10 - 13:00 Evalutatie experiment<br />

60 18-sep 20:00 - 21:00 Notitie hoofd- en deelvragen<br />

50 21-sep 9:20 - 10:10 Opmaak taakverdeling<br />

50 24-sep 12:10 - 13:00 Uitwerkingen taakverdeling<br />

60 16:00 - 17:00 Onderzoek sterrenkundige<br />

90 30-sep 16:30 - 18:00 Vooronderzoek experiment<br />

60 19:45 - 20:45 Vooronderzoek experiment<br />

50 1-okt 15:05 - 15:55 Gesprek met TOA<br />

120 19:30 - 21:30 Contact sterrenwacht<br />

50 2-okt 12:10 - 13:00 Test experiment<br />

135 14:15 - 16:30 Uitvoering experiment<br />

50 5-okt 15:05 - 15:55 Vorming interviewen<br />

90 19:30 - 21:00 Uitwerking experiment<br />

210 7-okt 14:00 - 17:30 Afronding interview<br />

90 8-okt 9:00 - 10:30 Contact natuurkundige en sterrenkundige<br />

50 12:10 - 13:00 Voortgangsgesprek groep<br />

30 9-okt 12:30 - 13:00 Voortgangsgesprek<br />

75 16-okt 13:30 - 14:45 Interview Natuurkundige<br />

390 3-nov 11:00 - 15:30 Onderzoek deelvraag 6<br />

30 6-nov 12:30 - 13:00 Voortgangsgesprek<br />

90 15:00 - 16:30 Onderzoek deelvraag 6<br />

135 21:00 - 23:15 Onderzoek deelvraag 6<br />

90 7-nov 14:00 - 15:30 Onderzoek deelvraag 6<br />

270 11-nov 13:00 - 17:30 Beantwoording deelvraag 6<br />

150 20:00 - 22:30 Beantwoording deelvraag 6<br />

150 18-nov 13:30 - 16:00 Onderzoek deelvraag 4<br />

100 19-nov 8:30 - 10:10 Onderzoek deelvraag 4<br />

50 20-nov 10:10 - 11:00 Beantwoording deelvraag 4<br />

90 14:30 - 16:00 Beantwoording deelvraag 4<br />

240 21-nov 13:30 - 17:30 Bewerkingen<br />

150 22-nov 15:00 - 17:30 Vorming Logboek<br />

240 19:00 - 23:00 Controles<br />

330 23-nov 17:00 - 22:30 Opmaak<br />

50 27-nov 12:10 - 13:00 Opmaak<br />

150 15:00 - 17:30 Opmaak<br />

Totaal min. 4070 Totaal uren 67,8<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

73


Franka<br />

Tabel 8.3<br />

Aantal Minuten Datum Tijd Activiteit<br />

75<br />

7-sep<br />

14:15-15:30 Onderzoek Onderwerp<br />

60<br />

10-sep<br />

9:30-10:30 Onderzoek Onderwerp<br />

50<br />

17-sep<br />

12:10-13:00 Evaluatie Experiment<br />

120<br />

22-sep<br />

13:00-15:00 Onderzoek Experiment<br />

135<br />

2-okt<br />

14:15-16:30 Experiment<br />

120<br />

5-okt<br />

16:00-18:00 Verwerking Experiment<br />

50<br />

8-okt<br />

12:10-13:00 Voortgangsgesprek Groep<br />

30<br />

9-okt<br />

12:30-13:00 Onderzoek Deelvraag 1<br />

90<br />

14-okt<br />

13:30-15:00 Onderzoek Deelvraag 1<br />

180<br />

15-okt<br />

13:00-17:00 Onderzoek Deelvraag 1<br />

195<br />

17-okt<br />

18:30-21:45 Onderzoek Encyclopedie<br />

180<br />

18-okt<br />

12:30-15:30 Beantwoording Deelvraag 1<br />

150<br />

19-okt<br />

19:00-21:30 Beantwoording Deelvraag 1<br />

255<br />

20-okt<br />

13:15-17:30 Beantwoording Deelvraag 1<br />

135<br />

23-okt<br />

18:30-20:45 Onderzoek Afbeeldingen<br />

105<br />

27-okt<br />

15:15-17:00 Onderzoek Afbeeldingen<br />

150<br />

31-okt<br />

14:30-17:00 Contact Sterrenkundige<br />

240<br />

2-nov<br />

11:00-15:00 Onderzoek Afbeeldingen<br />

90<br />

5-nov<br />

9:00-10:30 Onderzoek Deelvraag 6<br />

30<br />

6-nov<br />

12:30-13:00 Onderzoek Deelvraag 6<br />

105<br />

9-nov<br />

16:15-18:00 Onderzoek Deelvraag 6<br />

120<br />

150<br />

165<br />

14-nov<br />

15-nov<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

19:00-21:00 Evaluatie Interview Sterrenkundige<br />

15:00-17:30 Voorbereiding Interview Sterrenkundige<br />

18:45-21:30 Beantwoording Deelvraag 6<br />

210<br />

14:00-17:30 Beantwoording Deelvraag 6<br />

105<br />

16-nov<br />

20:30-22:15 Contact Sterrenkundige<br />

90<br />

19-nov<br />

20:30-22:00 Verwerking Interview Sterrenkundige<br />

180<br />

21-nov<br />

14:00-17:00 Beantwoording deelvraag 6<br />

90<br />

23-nov<br />

15:30-17:00 Opmaak<br />

165<br />

24-nov 11:00-13:45<br />

Opmaak<br />

115 29-nov<br />

8:00-9:45<br />

Vorming Logboek en Bronnenlijst<br />

40<br />

9:50-10:30<br />

Opmaak<br />

Totaal min. 3330<br />

Toraal uren 54<br />

74


9.7 Werkverdeling<br />

Hoofdvraag:<br />

Beantwoording en onderzoek (met behulp van internet en conclusies van onderzoek en deelvraag).<br />

Leon<br />

Deelvragen:<br />

1. Historie van de poollichten.<br />

- Wat vond de mens er van en wat voor betekenis hadden/hebben deze verschijnselen.<br />

- Wanneer en waar hebben er signalisaties plaats gevonden en vanaf wanneer werden deze<br />

signalisaties genoteerd?<br />

- Wanneer was er voor het laatst een aurora gesignaleerd?<br />

Franka<br />

2.Poollicht Inhoudelijk<br />

- De definitie en de werking<br />

- Wat is de link tussen de magnetosfeer en de aurora´s?<br />

3. Relatie poollicht en zon.<br />

- Definitie zonnewind<br />

- Wat kan/doet zonnewind?<br />

- Ionen<br />

- Wat gebeurd er met de magnetosfeer van een hemellichaam als zonnewind het treft?<br />

Daniëlle<br />

4.Verschillende kleuren<br />

- De verschillende kleuren die kunnen ontstaan?<br />

- Wat is de conditie van de atmosfeer?<br />

- Definitie van de luchtdruk en de link.<br />

5. Poollicht op verschillende hemellichamen<br />

- Saturnus<br />

- Jupiter<br />

- misschien meer<br />

- Wat voor magnetosfeer is daar aanwezig?<br />

- Wat gebeurd er daar met de magnetosfeer?<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

75<br />

Leon<br />

Leon<br />

Daniëlle


6. Onderzoeken naar Poollicht<br />

- Huidige onderzoeken naar poollicht<br />

- Historische onderzoeken naar poollicht<br />

- Waarnemingen<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

76<br />

franka<br />

Experiment (nabootsing)<br />

- Evaluatie experiment: Franka en Daniëlle<br />

- Opzet + Test: Franka en Daniëlle<br />

- Onderzoek: Leon, Franka, Daniëlle<br />

- Verwerking resultaten: Leon<br />

- Conclusie vorming: Leon<br />

Interview deskundige<br />

- Vorming interview: Daniëlle, Franka<br />

- Contact Mvr. Stekelenburg: Daniëlle<br />

- Interview: Daniëlle, Leon<br />

Verslag:<br />

- Opmaak Leon<br />

- Vorming verslag: Leon, Daniëlle, Franka<br />

- Verbeteringen Daniëlle


Page intentionally left blank<br />

<strong>Profielwerkstuk</strong> Poollicht<br />

77

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!