11.09.2013 Views

BOUWTECHNIEKEN - FFC - Constructiv

BOUWTECHNIEKEN - FFC - Constructiv

BOUWTECHNIEKEN - FFC - Constructiv

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

BOUWpLaaTsmaCHINIsTEN<br />

BOUWTECHNOLOGIE<br />

<strong>BOUWTECHNIEKEN</strong>


Situering<br />

VOORWOORD<br />

Er bestaan al verschillende uitgaven over bouwplaatsmachines, maar de meeste zijn verouderd. Daarom is de<br />

vraag naar een modern handboek, waarin ook de nieuwe technieken aan bod komen, enorm groot.<br />

Het ‘Modulair handboek Bouwplaatsmachinisten’ werd geschreven in opdracht van fvb-ffc <strong>Constructiv</strong> (Fonds<br />

voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid). De dienst Gemechaniseerde beroepen (MECA) van het fvb vormde het<br />

redactieteam. De verschillende boekdelen werden in samenwerking met de opleidingsinstellingen uitgewerkt.<br />

Dit handboek werd opgebouwd uit verschillende boekdelen en verder opgesplitst in modules. De structuur en<br />

inhoud werden aangepast aan de nieuwe technieken in de bouw- en machinewereld.<br />

In het naslagwerk werd tekst zoveel mogelijk afgewisseld met afbeeldingen. Hierdoor krijgt de lezer het<br />

leermateriaal meer visueel aangeboden.<br />

Om goed aan te sluiten bij de realiteit en de principes van competentieleren, is een praktijkgerichte<br />

beschrijving het uitgangspunt van elk onderwerp. De boekdelen bevatten ook praktijkoefeningen.<br />

Opleidingsonafhankelijk<br />

Het handboek werd zo ontwikkeld dat het voor verschillende doelgroepen toegankelijk is.<br />

We streven naar een doorlopende opleiding: zo kan zowel een leerling bouwplaatsmachinist als een<br />

werkzoekende in de bouw of een werknemer van een bouwbedrijf dit handboek gebruiken.<br />

Een geïntegreerde aanpak<br />

Veiligheid, gezondheid en milieu zijn thema’s die de redactie hoog in het vaandel draagt. Het is voor<br />

een bouwplaatsmachinist uitermate belangrijk dat hij daar de nodige aandacht aan besteedt. Om de<br />

toepasbaarheid te optimaliseren werden deze thema’s zoveel mogelijk geïntegreerd in het handboek.<br />

Robert Vertenueil<br />

Voorzitter fvb-ffc <strong>Constructiv</strong><br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

3


4<br />

© fvb•ffc constructiv, Brussel, 2012<br />

Alle rechten van reproductie, vertaling<br />

en aanpassing onder eender welke vorm,<br />

voorbehouden voor alle landen.<br />

n031BM - versie augustus 2012.<br />

D/2011/1698/45<br />

Contact<br />

Voor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij:<br />

fvb•ffc <strong>Constructiv</strong><br />

Koningsstraat 132/5<br />

1000 Brussel<br />

tel.: +32 2 210 03 33<br />

Fax: +32 2 210 03 99<br />

website : fvb.constructiv.be


InHOuDStAFEl<br />

1. KUNsTsTOF (HUIs-)rIOLErINGEN ...7<br />

1.1. Algemene samenstelling ...........................................7<br />

1.2. Ontvangtoestellen ......................................................78<br />

1.2.1. Functies van ontvangtoestellen ....................78<br />

1.2.2. Soorten ontvangtoestellen .............................79<br />

1.3. Kunststof rioleringsbuizen (leidingen) ...........12<br />

1.3.1. Algemene eigenschappen ..............................12<br />

1.3.2. Soorten kunststoffen voor rioleringsbuizen .13<br />

1.3.3. Pvc (polyvinylchloride) ......................................14<br />

1.3.4. PP (polypropyleen) ..............................................14<br />

1.3.5. PE (polyethyleen) .................................................14<br />

1.4. Hulpstukken ....................................................................15<br />

1.5. Plaatsing ............................................................................16<br />

1.5.1. Basisprincipe ..........................................................16<br />

1.5.2. Bepalen van de helling ......................................17<br />

1.5.3. Plaatsingsregels voor de buizen ....................18<br />

1.5.4. Graven van de sleuven ......................................18<br />

1.5.5. leggen van de buizen .......................................19<br />

1.6. Verbinden van de buizen met<br />

een steekverbinding ..................................................20<br />

1.7. toezichtsputten / sifonputten .............................21<br />

1.7.1. Kunststofputten ....................................................21<br />

1.7.2. Waar moet een toezichtsput / sifonput<br />

geplaatst worden? ...............................................21<br />

1.8. lozingsplaatsen ............................................................22<br />

1.8.1. Soorten rioolwater ..............................................22<br />

1.8.2. Verplichte hemelwaterputten en<br />

infiltratievoorziening ...........................................23<br />

1.8.3. Gescheiden rioleringsstelsel ...........................24<br />

1.8.4. Gemengd rioleringsstelsel ...............................25<br />

1.8.5. Riolering in Vlaanderen .....................................25<br />

1.9. Hemelwaterputten .....................................................27<br />

1.9.1. Algemeen................................................................27<br />

1.9.2. Systeem ....................................................................28<br />

1.9.3. Voorfilters voor regenwater .............................29<br />

1.9.3.1. niet-zelfreinigende filter ....................29<br />

1.9.3.2. Zelfreinigende filter .............................30<br />

1.9.4. Betonnen hemelwaterputten ........................31<br />

1.9.5. Ondergrondse plaatsing van<br />

een betonnen hemelwaterput ......................32<br />

1.10. uitwerken voorbeeld huisrioleringsplan<br />

in pvc ................................................................................33<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

2. BETON ...................................................................................35<br />

2.1. Algemeen en definities ............................................35<br />

2.2. Cement ..............................................................................36<br />

2.3. Water ....................................................................................41<br />

2.4. Hulpstoffen ......................................................................42<br />

2.5. Vervaardiging .................................................................43<br />

2.6. Ontvangst .........................................................................44<br />

2.6. Water/cementfactor ...................................................45<br />

2.6. Betonwapeningen ......................................................46<br />

2.6. Verdichten van beton................................................48<br />

3. FUNdErINGEN ..........................................................49<br />

3.1. Kenmerken ......................................................................49<br />

3.2. Voorbereidingen ..........................................................50<br />

3.3. Soorten funderingen .................................................52<br />

3.3.1. Fundering op staal ..............................................52<br />

3.3.1.1. Funderingszolen ...................................53<br />

3.3.1.2. Funderingsplaten .................................57<br />

3.3.2. Funderingen op putten ....................................59<br />

3.3.3. Paalfunderingen ...................................................60<br />

4. KELdErs .............................................................................63<br />

4.1. traditionele kelder .......................................................63<br />

4.1.1. Wat is een kelder? ................................................63<br />

4.1.2. uitvoering van een kelder in metselwerk .64<br />

4.1.2.1. Brugjes.......................................................64<br />

4.1.2.2. Bouwplanken .........................................65<br />

4.1.3. uitvoering van een kelder in metselwerk<br />

in volle stenen .......................................................68<br />

4.1.4. uitvoering van een kelder<br />

in gewapend beton ............................................69<br />

4.1.5. uitvoering van een kelder<br />

in stepoc-blokken ................................................72<br />

4.2. Prefabkelders ..................................................................74<br />

4.3. Waterdichtheid van een kelder ...........................75<br />

4.4. Verlichting en verluchting ......................................76<br />

4.4.1. Verlichting ...............................................................76<br />

4.4.2. Verluchting .............................................................76<br />

5


1. KUNsTsTOF (HUIs-)rIOLErINGEN<br />

1.1. Algemene samenstelling<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

In dit hoofdstuk hebben we het over kunststof<br />

buitenrioleringen voor gebouwen, omgevingswerken,<br />

parkings, …<br />

Een riolering is het geheel van ontvangtoestellen,<br />

leidingen, toezichtputten en lozingsplaatsen die<br />

bedoeld zijn voor de waterdichte en reukloze afvoer<br />

van afvalwater en regenwater.<br />

7


8<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1.2. Ontvangtoestellen<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.2.1. Functies van ontvangtoestellen<br />

Ontvangtoestellen worden gebruikt om huishoudelijk<br />

afvalwater en hemelwater op te vangen. Enkele voorbeelden<br />

van ontvangtoestellen zijn de afvoer voor de wasmachine, de<br />

wastafel, het terrasputje, de dakgoot, …<br />

• Het afvalwater moet zo weinig mogelijk vaste stoffen en<br />

vetten bevatten, want anders slibt de riolering sneller<br />

dicht. Vaste stoffen zijn zwaarder dan afvalwater en<br />

kunnen dus snel bezinken. Vetten, die gewoonlijk in<br />

warm water zijn opgelost (bijvoorbeeld de vetten van<br />

een afgewassen sauspan), kunnen zich op de wanden<br />

vastzetten tijdens het afkoelen. Vloeibare vetten of oliën<br />

zijn lichter dan afvalwater en drijven dus boven.<br />

• Het ontvangtoestel kan het best voorzien worden van een<br />

stankslot (ook reukafsnijder, sifon of waterslot genoemd),<br />

dat ervoor zorgt dat de rioolgeur niet naar buiten komt.<br />

Wat is het werkingsprincipe van een stankslot?<br />

Enkele voorbeelden van vaste stoffen zijn: haar (in de<br />

douche / het bad), etensresten (in de gootsteen van de<br />

keuken), aarde of zand (wanneer voetbalkledij in de wastafel<br />

gewassen wordt). Mogelijke oplossingen om deze vaste<br />

stoffen uit het afvalwater te weren, zijn roostertjes, reinigbare<br />

sifons, bezinkputten, …


1.2.2. Soorten ontvangtoestellen<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

• Alle sanitaire toestellen (wastafel, bad, wasbak, …) zijn ontvangtoestellen.<br />

• Schrijf de juiste benaming bij de onderdelen op de foto’s hieronder.<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

• Kloksifon of klokrooster: dient om schrobwater of regenwater in een garage, een terras, … reukloos af te<br />

voeren. Sifons bestaan in aluminium, kunststof, roestvrij staal en gietijzer.<br />

Wat moet je doen als de kloksifon toch een geur verspreidt?<br />

9


10<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

• Vloergoten (straatgoten) met roosters: worden meestal ingewerkt in opritten of terrassen en voeren<br />

regenwater en schrobwater af naar de riolering. Ze zijn doorgaans gemaakt uit kunststof of glasvezelbeton.<br />

1. rooster uit verzinkt staal<br />

2. roosterbevestiging en uitsparing<br />

3. eindplaat<br />

4. stankafsluiter / bladvanger<br />

5. aansluitbuis, bv. Ø110<br />

6. oneffenheid voor de verankering in mortel


1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

• Vetvangputjes of vetvangscheiders: worden zo dicht<br />

mogelijk bij de plaatsen waar veel vetten of oliën komen,<br />

bijvoorbeeld aan keukens en restaurants, geplaatst.<br />

Ze dienen om het vet van het afvalwater te scheiden.<br />

Vet is lichter dan water en drijft er dus op, zodat het<br />

eraf geschept kan worden. Er mogen nooit toiletten of<br />

hemelwaterafvoeren op een vetafscheider aangesloten<br />

worden.<br />

Waarom?<br />

Duid de volgende elementen aan op de figuur hiernaast.<br />

• ingang voor het keukenafvalwater<br />

• bezinkgedeelte (waar zwaardere stoffen naar de bodem<br />

zakken)<br />

• overloop<br />

• vetvanggedeelte (dit gedeelte moet veel groter zijn, zodat<br />

het afvalwater tot rust kan komen en het vet de tijd krijgt<br />

om naar de oppervlakte te komen)<br />

• deksel voor het afscheppen van het vet<br />

• deksel voor het uitscheppen van het bezinksel<br />

• vet<br />

• bezinksel<br />

• afvalwater<br />

• teken ook de stroom van het afvalwater zonder vet.<br />

11


12<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.3. Kunststof rioleringsbuizen (leidingen)<br />

Bij BEnOR-gekeurde buizen kan je zeker zijn dat de<br />

technische kwaliteit zeer goed is en dat de producten<br />

gegarandeerd voldoen aan de norm. Het BEnOR-merk moet<br />

onuitwisbaar op de buizen en hulpstukken vermeld staan.<br />

1.3.1. Algemene eigenschappen<br />

De meest gebruikte kunststof rioleringsbuizen bestaan<br />

uit pvc, PE of PP. Over het algemeen hebben kunststof<br />

rioleringsbuizen de volgende eigenschappen:<br />

• Glad en niet poreus: hierdoor worden alle bestanddelen<br />

uit het afvalwater optimaal getransporteerd. Ook bij een<br />

gering verval (kleine helling) wordt het afvalwater nog<br />

goed afgevoerd.<br />

• Flexibel (vervormbaar): kunststof rioleringsbuizen worden<br />

gezien als flexibele buizen, die onder een belasting<br />

(binnen bepaalde grenzen) kunnen vervormen zonder<br />

te breken. Het kunststof leidingsysteem kan eventuele<br />

grondverzettingen volgen zonder dat het breekt of lekt.<br />

Betonbuizen zijn star.<br />

• Waterdicht: het afvalwater wordt afgevoerd, maar er kan<br />

geen grondwater insijpelen. Een rubberen dichtingsring<br />

zorgt voor een waterdichte verbinding tussen de buizen of<br />

de hulpstukken.<br />

• Gering gewicht: hierdoor verlopen de plaatsing en het<br />

transport vlot.<br />

• Slagvast<br />

• Goede chemische weerstand: de buizen zijn bestand<br />

tegen alle stoffen die in huishoudelijk afvalwater<br />

voorkomen. Pvc is niet zo goed bestand tegen stoffen als<br />

aceton of chloroform, maar deze stoffen komen normaal<br />

niet voor in huishoudelijk afvalwater.


1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

• niet temperatuurgevoelig: de buizen moeten bestand zijn<br />

tegen heet water, maar ook bij koude omstandigheden<br />

mogen de eigenschappen (bijvoorbeeld stijfheid en<br />

slagvastheid) niet sterk veranderen. De buizen liggen<br />

immers buiten, ook bij vorst.<br />

• Ecologisch: de materialen kunnen tegenwoordig bij<br />

voorkeur gerecycleerd worden.<br />

1.3.2. Soorten kunststoffen voor rioleringsbuizen<br />

Een kunststof buitenriolering bestaat uit buizen en<br />

hulpstukken. In overeenstemming met het gescheiden<br />

stelsel en de gescheiden huisaansluiting hebben ingegraven<br />

leidingen de volgende kleuren:<br />

• roodbruin voor de afvoer van afvalwater (DWA);<br />

• grijs voor de afvoer van hemelwater (RWA).<br />

In dit geval zijn de roodbruine buizen niet de gekende,<br />

goedkopere pvc-buizen (zonder BEnOR-label), die vaak<br />

vroeger werden gelegd.<br />

Afmetingen:<br />

• De diameter (Ø) ligt meestal tussen 110 en ca. 600 mm.<br />

• De lengtes zijn veelal 5 m of 6 m.<br />

• De buizen kunnen het best minstens 3,2 mm dik zijn. Hoe<br />

dikker de buis, hoe hoger de stijfheid en hoe minder snel<br />

de buis vervormt.<br />

13


14<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.3.3. Pvc (polyvinylchloride)<br />

Warm water mag maar voortdurend afgekoeld worden<br />

tot 60°C. Sporadische pieken van warm water tot 95°C zijn<br />

niet schadelijk. Pvc-buizen worden het meest gebruikt als<br />

huisriolering.<br />

1.3.4. PP (polypropyleen)<br />

Buizen in polypropyleen kunnen zwaarder belast worden<br />

en hebben een betere chemische weerstand dan pvcbuizen.<br />

Ze zijn wel duurder. PP-buizen worden steeds meer<br />

voorgeschreven voor de aansluiting van een huis aan de<br />

openbare riolering.<br />

1.3.5. PE (polyethyleen)<br />

PE-buizen zijn meestal zwart. Ze worden vooral gebruikt<br />

als drukleidingen, zoals voor gas- en watertransport. De<br />

verbindingsmethode is smeltlassen (bij een temperatuur<br />

van ca. 230°C). uitzonderlijk worden ze ook als gewone<br />

rioleringen gebruikt. PE is flexibel, slagvast en heeft een hoge<br />

chemische en thermische weerstand. PE-buizen worden<br />

hierna niet meer verder besproken.


1.4. Hulpstukken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

Voor alle buizen bestaat een zeer uitgebreid gamma aan hulpstukken.<br />

Benoem de volgende hulpstukken.<br />

Steekmof - bocht 45° - bocht 90° - Y-stuk 45°<br />

t-stuk 90° - verloopring - afsluitkap/einddop<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

15


16<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1.5. Plaatsing<br />

1.5.1. Basisprincipe<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

Bij de plaatsing kan het best rekening gehouden worden met het onderstaande basisprincipe.<br />

De plaatsing start op het laagste punt, tegen de stromingsrichting in. De buizen worden zo geplaatst dat het<br />

water van de mof naar de spie vloeit, dus met de mof omhoog.<br />

Waarom?<br />

Bij het in elkaar schuiven wordt met een hefboom (bijvoorbeeld een breekijzer) tegen de mof geduwd en niet<br />

tegen de spie. Hierbij wordt altijd een houten blok gebruikt.<br />

De stromingsrichting is dus tegengesteld aan de plaatsingsrichting.


1.5.2. Bepalen van de helling<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Een riolering moet in een lichte helling gelegd worden, zodat het water vlot afgevoerd wordt. De helling<br />

moet echter regelmatig zijn om stroomversnellingen waarbij vaste stoffen achterblijven en zich ophopen, te<br />

vermijden.<br />

Bij kunststof buizen wordt gezorgd voor een voortdurende helling van 1% à 2% (= 1 cm à 2 cm per meter).<br />

Het is belangrijk dat de buis niet te diep uitkomt aan de straatriolering. Om de helling te bepalen moet je de<br />

volgende gegevens kennen:<br />

• de afstand tussen het verst gelegen ontvangtoestel en het lozingspunt (waarbij je rekening houdt met het<br />

hoogst gelegen ontvangtoestel);<br />

• het vloerpas (wordt aangegeven door de architect en een ambtenaar van de technische dienst van de<br />

gemeente of stad en wordt aangeduid op een piket);<br />

• de diepte van de buisbovenkant van de gemeenteriolering (wordt opgemeten in een nabije controleput van<br />

de straatriolering).<br />

oefening:<br />

Gegeven: een bestaand stuk bouwterrein dat aan een weg ligt en waar een woning op gebouwd zal worden.<br />

In een controleput aan de straatgoot meten we de diepte tot de bovenkant van de straatriolering. Deze diepte<br />

bedraagt 80 cm onder de straatgoot. De architect bepaalt samen met een ambtenaar van de gemeente dat het<br />

toekomstige vloerpas voor de woning 45 cm hoger zal zijn dan de straatgoot. De afstand van de straatgoot tot<br />

het verste ontvangtoestel (RWA) is 22 m. De afvoerbuis moet minstens 50 cm onder de grond zitten.<br />

Gevraagd: de helling voor de riolering.<br />

17


18<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1.5.3. Plaatsingsregels voor de buizen<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

• Het is goed om bij het begin van de DWA-riolering een kleine aanvoer van regenwater aan te sluiten, zodat<br />

de leiding bij een regenbui doorspoeld wordt.<br />

• Het tracé moet zo recht mogelijk zijn en de hoofdleiding moet buiten het gebouw liggen.<br />

• leidingen moeten de muren zo veel mogelijk haaks kruisen. tussen de muur en de buis wordt een elastische<br />

voeg voorzien (voor zettingen van het gebouw). Als deze muur waterdicht moet blijven, kan een elastische<br />

muurdoorvoer gebruikt worden.<br />

• Horizontale bochten van 90° worden zo veel mogelijk vermeden en vervangen door twee bochten van 45°.<br />

Hetzelfde geldt voor t-stukken.<br />

Waarom?<br />

• Op belangrijke plaatsen moet een riool geïnspecteerd kunnen worden via inspectieputten.<br />

• tot aansluiting van de putjes moeten alle geplaatste leidingen degelijk worden afgesloten tegen vuil (met<br />

afschermdoppen).<br />

1.5.4. Graven van de sleuven<br />

De sleuven op de bodem zijn minstens 20 cm breder dan de buis. De ingraafdiepte moet voldoende zijn om<br />

de buizen te kunnen bedekken met ongeveer 50 cm grond (vorstvrij). Deze diepte moet groter zijn als er<br />

voertuigen over de riolering zullen rijden. De onderkant van de sleuf mag geen stenen of keien bevatten die de<br />

buis kunnen beschadigen.<br />

In principe kunnen rioleringen niet goed geplaatst worden in natte sleuven.


1.5.5. leggen van de buizen<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

De buizen worden in sleuven gelegd, bij voorkeur niet in zandcement, maar wel in zand.<br />

• In de sleufbodem wordt een zandlaagje van ongeveer 10 cm gelegd. De buizen worden zo gelegd dat ze<br />

over de hele lengte op deze laag rusten. Vlakbij een buis mogen geen puntbelastingen (bv. steenbrokjes) of<br />

harde materialen aanwezig zijn.<br />

• Vervolgens worden de zijkanten met zand aangevuld en verdicht, liefst in lagen van maximaal 30 cm. tot een<br />

hoogte van 30 cm boven de buis wordt enkel naast de buis verdicht.<br />

Waarom?<br />

Boven deze 30 cm kan de sleuf verder aangevuld worden met gewone aarde en over de volledige<br />

sleufbreedte verdicht worden.<br />

19


20<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.6. Verbinden van de buizen met een steekverbinding<br />

Een steekverbinding is een verbinding door middel van een mof en spie. In de mof bevindt zich een vooraf<br />

vastgemaakte rubberen ring.<br />

Duid aan op de bovenstaande figuur: mof- en spie-einde, rubberdichting, bocht 45°, stootrand.<br />

Buitenrioleringen worden altijd met een steekverbinding geplaatst. Aan één zijde heeft de fabrikant een<br />

mofeinde gemaakt met daarin een voorgemonteerde rubberen afdichtingsring. Aparte afdichtingsringen die je<br />

zelf moet plaatsen, mogen niet meer gebruikt worden!<br />

Waarom niet?<br />

De soepele afdichtingsring waarborgt een water- en luchtdichte verbinding tussen de buis en het hulpstuk. Hij<br />

maakt ook een lichte hoekverdraaiing mogelijk (soms zelf tot 12°), zonder dat er problemen ontstaan met de<br />

dichtheid. Dit is belangrijk om weerstand te kunnen bieden aan grond- en verkeerslasten.<br />

Binnenrioleringen hebben meestal een diameter van 40 mm of kleiner. Ze worden niet geplaatst met<br />

steekverbindingen, maar gelijmd.<br />

een steekverbinding wordt als volgt uitgevoerd:<br />

1. Zaag de buis haaks af met een fijngetande zaag.<br />

2. neem de bramen weg met een stalen sponsje.<br />

3. Breng glijmiddel aan op de rubbermanchet. Bij buizen van 200 mm en groter moet je ook glijmiddel<br />

aanbrengen op het spie-einde van de buis.<br />

4. Zet op het spie-einde een potloodlijntje tot waar de buis ingeschoven zal worden.<br />

5. Breng de buis schuivend of licht draaiend tot aan de stootrand in het hulpstuk. Indien nodig kan kan je<br />

hiervoor een koevoet of een breekijzer met een houten blok gebruiken.


1.7. toezichtsputten / sifonputten<br />

1.7.1. Kunststofputten<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

Deze putten worden tegenwoordig op een standaardhoogte gemaakt uit kunststof. Ze worden bovenaan<br />

voorzien van een mof. Zo kan de put tot het maaiveld opgehoogd worden met een stuk buis van dezelfde<br />

diameter.<br />

Putten met een verval van 15 cm of meer, die dienen om vet, zand of bladeren op te vangen, moeten zeker<br />

regelmatig gereinigd worden (twee maal per jaar).<br />

1.7.2. Waar moet een toezichtsput / sifonput geplaatst worden?<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

• Op plaatsen waar verstoppingen te vrezen zijn;<br />

• op plaatsen waar meerdere buizen samenkomen;<br />

• op het einde van de riolering, net voor de aansluiting met de openbare riolering. De aansluitingskant naar de<br />

openbare riolering is voorzien van een mof met een diameter van minstens 160 mm.<br />

Plaatsing<br />

• De geprefabriceerde putten worden geplaatst naarmate de plaatsing van het rioleringssysteem vordert. Ze<br />

worden geplaatst op een fundering van ongeveer 15 cm zandcement of mager beton.<br />

• Als de rioleringen aan de put zijn aangesloten, wordt de put tot een hoogte van 2/3 aangevuld met<br />

zandcement. Daarna wordt hij gelijkmatig en laagsgewijs verder aangevuld met zand. Hij moet na elke laag<br />

goed verdicht worden.<br />

• Om de toezichtput onbelast te houden kan er rond de put een betonnen rand met een metalen deksel<br />

geplaatst worden. Het deksel moet geurdicht zijn.<br />

21


22<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1.8. lozingsplaatsen<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.8.1. Soorten rioolwater<br />

hemelwater (rwA = regenwaterafvoer):<br />

al het water dat afkomstig is van neerslag (regen, sneeuw,<br />

hagel, dooiwater) en dat van de gebouwen en de omgeving<br />

afvloeit.<br />

Afvalwater (DwA = droogweerafvoer):<br />

alleen het huishoudelijke afvalwater, zonder het (nietverontreinigde)<br />

hemelwater.<br />

• Huishoudelijk afvalwater bevat zowel fecaliën als keuken-<br />

en badkamerwater.<br />

• Industrieel afvalwater is het water dat door de industriële<br />

bedrijven wordt geloosd. Het kan erg sterk verschillen<br />

van samenstelling en allerhande stoffen bevatten (zuren,<br />

chemische resten, …). De milieunormen (VlAREM II)<br />

verplichten bedrijven om zelf voor de zuivering van hun<br />

afvalwater te zorgen, zodat het water dat in het rioolstelsel<br />

geloosd wordt, betrekkelijk zuiver is. na deze zuivering<br />

door het bedrijf moet het industrieel afvalwater ongeveer<br />

even zuiver zijn als huishoudelijk afvalwater.


1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.8.2. Verplichte hemelwaterputten en<br />

infiltratievoorziening<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Vooral in Vlaanderen is de laatste 50 jaar zeer veel terrein<br />

‘overbouwd’ (gebouwen) of ‘verhard’ (opritten, parkings, …).<br />

Dit levert meer en meer problemen op:<br />

• Het grondwaterpeil zakt.<br />

• Het water van deze gebouwen en de verhardingen wordt<br />

afgevoerd naar de riolering. Bij hevige stortbuien kunnen<br />

de rioleringen het water niet meer slikken, met vaak<br />

plaatselijke overstromingen tot gevolg.<br />

De Vlaamse regering heeft enkele maatregelen genomen<br />

om het hemelwater dat niet hergebruikt kan worden,<br />

uit de riolering te houden, o.a. het besluit van 1 oktober<br />

2004 houdende vaststelling van een gewestelijke<br />

stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,<br />

infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden<br />

lozing van afvalwater en hemelwater, dat op 1 februari 2005<br />

in werking getreden is.<br />

Dit besluit geldt voor:<br />

• het bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies<br />

met een horizontaal dakoppervlak van meer dan 75 m².<br />

Wanneer minder dan 60% van de buitenmuren wordt<br />

behouden, spreken we van herbouwen.<br />

• het uitbreiden van gebouwen of constructies met een<br />

horizontaal dakoppervlak van meer dan 50 m².<br />

• het aanleggen of heraanleggen van verharde<br />

grondoppervlakken van meer dan 200 m² (bv. asfalt,<br />

beton, gevoegde betegeling, …).<br />

23


24<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

In deze gevallen moet:<br />

• een hemelwaterput geplaatst worden:<br />

horizontaal<br />

Minimuminhoud<br />

dakoppervlak<br />

hemelwaterput<br />

100 m² 3.000 liter<br />

tussen 100 m² en 150 m² 5.000 liter<br />

tussen 150 m² en 200 m² 7.500 liter<br />

• Hemelwaterputten zijn vaak gemaakt uit machinaal getrild<br />

gewapend beton. De overloop van de hemelwaterput<br />

wordt aangesloten op een gracht, de RWA-riolering of een<br />

infiltratiesysteem. De overloop van het infiltratiesysteem<br />

wordt aangesloten op de RWA-riolering met een sifonput<br />

ertussen.<br />

• In ieder geval moet een deel van het ongebruikte<br />

hemelwater terug in de grond geïnfiltreerd worden. Enkele<br />

mogelijkheden:<br />

• steenslag- of dolomietverharding (geotextiel + 7 tot 10<br />

cm materiaal)<br />

• bestrating met open voegen (kasseien, straatstenen, …)<br />

• grastegels, …<br />

• een infiltratiesysteem: bij hevige regenval moet het<br />

systeem het water opnemen, een tijdje vasthouden en<br />

daarna geleidelijk in de grond afgeven. Hieronder zie je<br />

met geotextiel omwikkelde kunststofmodules.<br />

1.8.3. Gescheiden rioleringsstelsel<br />

Een gescheiden rioleringsstelsel bestaat uit een dubbele<br />

riolering: hemelwater (RWA) en afvalwater (DWA) worden<br />

gescheiden afgevoerd. Hierbij wordt het regenwater<br />

afgevoerd naar de oppervlaktewateren (grachten, beken,<br />

rivieren). Het afvalwater wordt via de DWA naar een<br />

zuiveringsinstallatie gebracht.


1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.8.4. Gemengd rioleringsstelsel<br />

In een gemengd stelsel is er slechts één rioolleiding waarin<br />

al het water terechtkomt dat afgevoerd moet worden,<br />

zowel het regenwater als het huishoudelijk en industrieel<br />

afvalwater. In Vlaanderen moet het gemengd rioleringsstelsel<br />

langzaamaan verdwijnen.<br />

1.8.5. Riolering in Vlaanderen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

In Vlaanderen onderscheiden we de volgende<br />

zuiveringszones:<br />

1. Zone A :<br />

er ligt een riolering die aangesloten is op een RWZI<br />

(rioolwaterzuiveringsinstallatie). In deze zone ben je verplicht<br />

je huis aan te sluiten op de riolering. In Vlaanderen is 82% van<br />

de gezinnen aangesloten op het rioleringsnet. Dit vormt dan<br />

ook de grootste groep.<br />

Als er een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is, moet<br />

je ook gescheiden aansluiten. De septische put moet<br />

kortgesloten worden (tenzij het gemeentebestuur dit anders<br />

voorschrijft).<br />

25


26<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

2. Zone B :<br />

er ligt een riolering, maar ze is nog niet aangesloten op<br />

het RWZI. Voorlopig wordt het afvalwater nog geloosd in<br />

een beek of rivier, maar de aansluiting op het RWZI is wel<br />

voorzien in de toekomst. In deze zone heb je dezelfde<br />

verplichtingen als in zone A: je bent verplicht om je huis aan<br />

te sluiten op de riolering en de septische put kort te sluiten.<br />

3. Zone c :<br />

er ligt een riolering, maar ze zal niet aangesloten worden op<br />

een RWZI. Je moet zelf zorgen voor waterzuivering:<br />

• Als de woning voor 1995 gebouwd is, volstaat een<br />

septische put.<br />

• Voor woningen die gebouwd zijn na 1995 moet je een IBA<br />

(individuele behandeling van afvalwater) bouwen.<br />

4. Waar nog geen riolering ligt, gelden dezelfde<br />

voorwaarden als in zone C.<br />

Om te weten in welke zone je woning ligt, kan je terecht bij<br />

de technische dienst van je gemeente. Gemeentes kunnen<br />

o.a. gratis gebruiken maken van ‘AquaGIS’, de voortdurend<br />

geactualiseerde rioleringsdatabank van Aquafin.


1.9. Hemelwaterputten<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

Meestal worden deze putten regenwaterputten genoemd.<br />

1.9.1. Algemeen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Het is verspilling om (kostbaar en drinkbaar) leidingwater<br />

te gebruiken in wc’s, wasmachines, om de tuin te sproeien,<br />

de auto te wassen, schoon te maken, enz. Bovendien is<br />

regenwater zacht (het bevat geen kalk of chloor) en zorgt het<br />

voor een langere levensduur van toestellen en leidingen.<br />

Er bestaan geprefabriceerde hemelwaterputten in kunststof<br />

en in gewapend beton. Een betonnen put is goedkoper,<br />

bestaat in grotere afmetingen en helpt de zuren uit het<br />

regenwater te neutraliseren. Grote betonnen putten zijn<br />

echter zwaar en kunnen alleen geplaatst worden met een<br />

hydraulische graafmachine die meer dan 10 ton kan hijsen<br />

op een afstand van een viertal meter.<br />

27


28<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.9.2. Systeem<br />

Het water van hellende daken wordt afgeleid naar een<br />

filterput (voorfilter) (3) en van daar naar een hemelwaterput<br />

(1). Het komt onderaan in de put aan. Omdat het het<br />

eventuele slib niet mag laten opdwarrelen, wordt hier<br />

bijvoorbeeld een bocht van 180° gemaakt.<br />

Als de hemelwaterput vol is, moet het bijkomende water<br />

via een overloop (2) afgevoerd kunnen worden. De<br />

overloop moet zich zo hoog mogelijk bevinden en start<br />

met een overloopsifon, die de geur van de riolering uit de<br />

hemelwaterput houdt en een schuine bovenkant heeft om<br />

drijvende deeltjes af te voeren. let op dat er via de overloop<br />

geen rioleringswater kan terugstromen of ongedierte kan<br />

binnenkomen: plaats een terugslagklep.<br />

Er kan ook een bijvulsysteem (6-7) voorzien worden om<br />

droge periodes te overbruggen. Een pomp (4) haalt het<br />

regenwater uit de put en stuurt het naar de aftappunten in<br />

en om het huis.


1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.9.3. Voorfilters voor regenwater<br />

De stoffen die van op het dak met het regenwater<br />

meegevoerd worden (bladeren, zand, takjes, uitwerpselen<br />

van vogels, …), moeten tegengehouden worden, zodat ze<br />

niet in de regenwaterput terechtkomen. Dit gebeurt met een<br />

regenwaterfilter. Er bestaan verschillende soorten voorfilters:<br />

1.9.3.1. niet-zelfreinigende filter<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Deze filter is een kleine, ondiepe betonnen put, net<br />

onder de grond. Hij wordt mee geplaatst met de<br />

betonnen hemelwaterput. Het regenwater moet door<br />

drie compartimenten lopen voor het de filter verlaat. Het<br />

middelste vak bevat grind of cokes, waardoor al het grove<br />

materiaal tegengehouden wordt.<br />

De filter moet regelmatig schoongemaakt worden.<br />

Vandaar dat bovenaan een deksel voorzien is. Vul het<br />

werkingsprincipe op de tekening hieronder aan.<br />

29


30<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.9.3.2. Zelfreinigende filter<br />

Zelfs met een uitstekende filter zullen er altijd nog<br />

vuildeeltjes in het regenwater achterblijven en op de<br />

bodem van de put bezinken. Dit bezonken slib mag niet<br />

telkens opgewoeld worden wanneer er regenwater in de<br />

put stroomt. Daarom moet de inkomende leiding verlengd<br />

worden tot op 10 cm van de bodem van de put, met een<br />

bocht van 90° naar boven, zodat het water er ‘vertraagd’<br />

inloopt.<br />

Zelfreinigende voorfilters bestaan in vele maten, soorten en<br />

gewichten. De gekendste soorten zijn de cycloonfilter en de<br />

valpijpfilter. Deze filters hebben een verlies van 10% tot 20%.<br />

Deze hoeveelheid water gaat verloren en wordt samen met<br />

de verontreinigingen afgevoerd.<br />

• De werking van de cycloonfilter steunt op het principe<br />

van de cycloonwerveling: zwaardere deeltjes blijven<br />

in het midden zweven. Bij een cycloonfilter is er dus<br />

een vrij groot hoogteverschil tussen de aanvoer- en de<br />

afvoerleiding. Het vuil moet dieper afgevoerd kunnen<br />

worden, wat niet altijd mogelijk is.<br />

• Een valpijpfilter is een verticale filter in een regenpijp.<br />

Deze filter moet bovengronds geïnstalleerd worden in<br />

elke regenpijp en heeft geen invloed op de diepte van de<br />

leiding naar de put. Bij zware regenval blijkt echter nogal<br />

wat water verloren te gaan.


1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.9.4. Betonnen hemelwaterputten<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Hoe groot een hemelwaterput moet zijn, hangt vooral af van<br />

de hoeveelheid regenwater die aangevoerd wordt en die<br />

op haar beurt bepaald wordt door de dakoppervlakte. Hoe<br />

groter de dakoppervlakte is, hoe groter de put kan zijn (om<br />

droogvallen te voorkomen).<br />

Per horizontale dakoppervlakte van 50 à 60 m² wordt een<br />

volume van minstens 3.000 liter aanbevolen.<br />

Er zijn putten te koop met een inhoud van 2.500 liter tot<br />

20.000 liter. De kleinere putten zijn rond, de grotere putten<br />

ovaalvormig, zodat ze op een dieplader vervoerd kunnen<br />

worden. Een put van 15.000 of 20.000 liter is zo groot dat<br />

er langs de binnenkant één of meerdere beton kolommen<br />

worden voorzien als versteviging.<br />

Hemelwaterputten zijn meestal gemaakt uit machinaal<br />

getrild gewapend beton met conische wanden. In de<br />

bovenplaat is een vierkante uitsparing gelaten van 58 cm x<br />

58 cm, met een betonnen deksel van 65 cm x 65 cm. nadien<br />

wordt boven deze opening een mangat gemetseld waarop<br />

een (metalen) deksel komt van 60 cm x 60 cm of 65 cm x 65<br />

cm op het niveau van het maaiveld. Er wordt een wachtbuis<br />

voorzien waarin de aanzuiging naar de opzuigpomp zal<br />

komen.<br />

De bovenplaat van de put biedt weerstand aan een statische<br />

druk van 16 kn/m² (dit stemt overeen met 80 cm aarde). Voor<br />

hogere en/of dynamische belastingen moet een plaat in<br />

gewapend beton voorzien worden.<br />

31


32<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.9.5. Ondergrondse plaatsing van een betonnen<br />

hemelwaterput<br />

Bij de ondergrondse plaatsing van hemelwaterputten<br />

speelt de grondwaterstand een belangrijke rol. De put kan<br />

het best geplaatst worden in de periode met de laagste<br />

grondwaterstand, bijvoorbeeld augustus-september. Hij<br />

moet voorzien zijn van een mangat van minstens 60 cm x 60<br />

cm om onderhoud te kunnen uitvoeren. Dat mangat wordt<br />

doorgaans opgemetseld en langs boven voorzien van een<br />

waterdicht deksel.<br />

De put moet bestand zijn tegen bovenbelastingen<br />

(bijvoorbeeld op een oprit). Hij wordt plat geplaatst op<br />

een zandbed. Onmiddellijk na de plaatsing wordt de<br />

uitgraafruimte rond de put aangevuld en verdicht met grond.<br />

De put moet gedeeltelijk met water gevuld worden om<br />

opdrijven te voorkomen.


1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.10. uitwerken voorbeeld huisrioleringsplan in pvc<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Oefening op 20 punten: vul het rioleringsplan hieronder verder aan. Hou hierbij rekening met de volgende<br />

richtlijnen:<br />

1. teken alles eerst in potlood! hanteer voor het tekenen van de rioleringen de regels van een goed<br />

ontwerp, o.a.:<br />

• Rioleringsleidingen binnenshuis worden zo snel mogelijk naar buiten geleid met zo weinig mogelijk<br />

buizen, niet schuin door muren, …<br />

• Gebruik geen scherpe bochten: beter twee bochten van 45° dan één bocht van 90°, enz.<br />

• teken de bochten van 45° zo juist mogelijk.<br />

• Zie cursus!<br />

2. Duid de minimale binnenafmetingen van het vierkante mangat aan.<br />

3. rwA-leidingen:<br />

• teken alle RWA-leidingen (in werkelijkheid zijn dit bij openbare werken grijze pvc-buizen) in het donker<br />

(blauwe of zwarte balpen). Overteken ook de reeds bestaande stukken buis.<br />

• Vul de ontbrekende RWA-leidingen verder aan: de buizen en de hulpstukken!<br />

• Al het hemelwater gaat eerst naar de regenwaterput. De overloop van de regenwaterput gaat via een<br />

reinigbare zandfilter naar een infiltratiesysteem. teken deze zandfilter als toezichtsput. De overloop van<br />

het infiltratiesysteem gaat via een toezichtsput in pvc naar de gemeentelijke RWA-leiding.<br />

4. DwA-leidingen:<br />

• teken alle DWA-leidingen (in werkelijkheid zijn dit bij openbare werken roodbruine pvc-buizen) in het<br />

rood (rode balpen). Overteken ook de reeds bestaande stukken buis.<br />

• Vul alle DWA-leidingen verder aan: de buizen en de hulpstukken!<br />

5. Pvc-toezichtsputten:<br />

• Bepaal zelf waar het aangeraden is om toezichtsputten te plaatsen.<br />

• Plaats er de diameter bij. Duid aan met welke diameter van mof wordt aangekomen en vertrokken bij de<br />

toezichtsput. Schrijf er ook eventuele overgansstukken bij, bv. overgang Ø160 naar Ø110.<br />

6. Algemene aanduidingen:<br />

• Vermeld overal de diameter van de buizen (bijvoorbeeld Ø110).<br />

• Duid overal de afvoerrichting aan met pijltjes.<br />

• De buizen hebben langs één kant een mof. Duid per buis de kant van de mof aan.<br />

7. s-sifon: schets de samenstelling van de s-sifon en duid alle nodige onderdelen aan in de verticale<br />

doorsnede.<br />

33


34<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. kunststof (huis-)rioleringen<br />

1.10. uitwerken voorbeeld huisrioleringsplan in pvc


2. BETON<br />

2.1 Algemeen en definities<br />

2. Beton<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Beton is samengesteld uit granulaten (grove granulaten en<br />

zand), cement en water. Het mengsel van cement met water<br />

zorgt ervoor dat de andere bestanddelen aan elkaar kleven<br />

en verhardt tot cementsteen.<br />

Cementpasta en zand vormen mortel die de granulaatkorrels<br />

tot een vast geheel bindt. Hulpstoffen en toevoegsels dienen<br />

om bepaalde eigenschappen van het verse of verharde<br />

beton te verbeteren.<br />

Gewapend beton is een constructiemateriaal dat<br />

samengesteld is uit twee materialen: beton en staal. Doordat<br />

beton en staal goed samenwerken, krijgen we een goed en<br />

degelijk bouwmateriaal, waarbij het beton de drukkracht en<br />

het staal de trekkracht opneemt. De wapening wordt dus<br />

altijd ergens geplaatst waar trekkrachten voorkomen.<br />

ceMent grAnulAten<br />

• hydraulisch bindmiddel<br />

• zorgt voor de binding tussen de<br />

verschillende delen<br />

• Zand, steenslag en grind<br />

• zorgen voor het skelet in het<br />

beton<br />

wAter (hulPstoffen)<br />

• zuiver water<br />

• juiste hoeveelheid<br />

• niet noodzakelijk aanwezig<br />

• verbeteren de eigenschappen<br />

van beton in verse of verharde<br />

toestand<br />

35


36<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

2.2 Cement<br />

2. Beton<br />

2.2.1 Soorten en afkortingen<br />

Afhankelijk van de samenstelling van het soort cement<br />

is de benaming verschillend. De gewone cementsoorten<br />

worden volgens de norm nBn B12-001 onderverdeeld in vier<br />

hoofdtypes:<br />

• CEM I: portlandcement<br />

• CEM II: portlandcomposietcement, portlandvliegascement,<br />

portlandkalksteencement<br />

• CEM III: hoogovencement<br />

• CEM V: samengesteld cement<br />

De benaming en de samenstelling vind je in de tabel<br />

hieronder.


2. Beton<br />

2.2.2 normale druksterkte<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

De normale druksterkte van cement is de genormaliseerde<br />

druksterkte na 28 dagen. De drie sterkteklassen zijn<br />

genormaliseerd:<br />

• Klasse 32,5: een druksterkte van 32,5 n/mm²<br />

• Klasse 42,5: een druksterkte van 42,5 n/mm²<br />

• Klasse 52,5: een druksterkte van 52,5 n/mm²<br />

genormaliseerde benaming<br />

De benaming van de cementsoorten wordt aangevuld<br />

met een getal dat de druksterkte aangeeft. De letter R<br />

geeft aan dat het cement al op jonge leeftijd een hogere<br />

druksterkte heeft, met andere woorden dat het een hoge<br />

aanvangssterkte heeft (zie figuur hieronder).<br />

Voorbeelden:<br />

In de figuur hieronder wordt de druksterkte aangeduid in<br />

functie van de tijd.<br />

37


38<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

2. Beton<br />

2.2.2.1 Bijzondere eigenschappen<br />

Voor speciale eigenschappen bestaan er ook speciale<br />

cementsoorten:<br />

Cement met een hoge weerstand tegen sulfaten<br />

HSR-cement<br />

HSR-cement wordt gebruikt wanneer het beton weerstand<br />

moet bieden aan sulfaten (wanneer het in contact komt met<br />

afvalwater, sulfaathoudende grond, zeewater, …).<br />

Cement met een begrensd alkaligehalte<br />

LA-cement<br />

lA-cement wordt gebruikt wanneer aan drie voorwaarden<br />

gelijktijdig wordt voldaan:<br />

• De omgeving is vochtig.<br />

• Het beton heeft een hoog alkaligehalte.<br />

• Het beton bevat granulaten die gevoelig zijn voor alkaliën.<br />

Cement met een geringe hydratatiewarmte<br />

LH-cement<br />

lH-cement wordt gebruikt voor grote, massieve<br />

betonelementen.<br />

Wit cement<br />

Wit cement wordt gebruikt voor de plaatsing van<br />

natuursteen en voor architectonisch beton.<br />

Cement met een hoge aanvangssterkte<br />

HES-cement<br />

HES-cement wordt gebruikt om heel vroeg na storten te<br />

kunnen ontkisten.<br />

Voorbeelden:<br />

• CEM III/B 42,5 n HSR lA: hoogovencement uit klasse B,<br />

met een druksterkte van 42,5 n/mm², een hoge weerstand<br />

tegen sulfaten en een laag alkaligehalte.<br />

• CEM II/A-M 32,5 R: portlandcomposietcement met een<br />

druksterkte van 32,5 n/mm² en een hoge aanvangssterkte.


2.2.3. Granulaten<br />

2.2.3.1. terminologie<br />

Granulaten zijn steenachtige bouwmaterialen die gebruikt<br />

worden als inert materiaal in een betonmengsel. Ze vormen<br />

het skelet en worden door het cement aaneengekit. De<br />

korrelmaat of het kaliber van een granulaat wordt bepaald<br />

door de afmetingen van de kleinste en de grootste korrel<br />

en aangeduid door twee getallen d/D, waarbij d de kleinste<br />

korreldiameter aanduidt en D de grootste korreldiameter. Er<br />

wordt een afwijking van 15% toegestaan.<br />

2.2.3.2. Classificatie<br />

2. Beton<br />

Er bestaan verschillende soorten granulaten<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

a) grind - steenslag:<br />

de korrelgrootte van het grind of de steenslag wordt<br />

aangeduid met d (voor de kleinste korrel) en D (voor de<br />

grootste korrel).<br />

Het soort steenslag wordt ingedeeld volgens de herkomst:<br />

porfiersteenslag, steenslag van kalkzandsteen, …<br />

De korrelverdeling in het beton moet goed zijn, want als er<br />

het beton te weinig fijne granulaten bevat, kunnen gaten<br />

in het beton ontstaan. Het beton moet evenveel grove<br />

steenslag als fijne steenslag bevatten.<br />

39


40<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

2. Beton<br />

b) zand<br />

Zand zwelt wanneer we er water aan toevoegen. We moeten<br />

dus goed opletten wanneer we doseren in volumedelen.<br />

Ook de korrelgrootte van zand wordt aangeduid met d (voor<br />

de kleinste korrel) en D (voor de grootste korrel).


2.3 Water<br />

2. Beton<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Het aanmaakwater mag geen schadelijke stoffen bevatten<br />

in hoeveelheden die nadelig zijn voor de binding, de<br />

verharding en de duurzaamheid van het beton, of die<br />

corrosie van de wapening kunnen veroorzaken. Soms is het<br />

dus nodig om proeven uit te voeren om te weten of het<br />

water al dan niet geschikt is. Drinkwater van het openbaar<br />

leidingnet is meestal geschikt als aanmaakwater.<br />

Gerecycleerd water dat al gediend heeft om de kuipen<br />

van de mixervoertuigen of van de productie-installatie<br />

te spoelen, mag gebruikt worden als aanmaakwater op<br />

voorwaarde dat dit geen schadelijke invloed heeft op de<br />

kwaliteit van het beton.<br />

Zoals eerder vermeld, moet de hoeveelheid water in het<br />

beton verminderd worden als het zand al een deel water<br />

bevat.<br />

Voor architectonisch beton dat er overal hetzelfde moet<br />

uitzien en een constante kwaliteit moet hebben, moeten<br />

bijzondere maatregelen genomen worden.<br />

41


42<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

2.4 Hulpstoffen<br />

2. Beton<br />

Hulpstoffen zijn stoffen die aan het beton toegevoegd<br />

kunnen worden om het beter verwerkbaar te maken. Het is<br />

erg belangrijk dat ze in de juiste hoeveelheid aan het beton<br />

toegevoegd worden. Ze mogen hoogstens enkele procenten<br />

van de totale hoeveelheid uitmaken en er moet altijd opgelet<br />

worden voor eventuele neveneffecten.<br />

Er bestaan vele soorten hulpstoffen. De meeste hebben één<br />

van de volgende resultaten:<br />

• de verwerkbaarheid van het vers beton verhogen zonder<br />

water toe te voegen;<br />

• het watergehalte verminderen zonder de verwerkbaarheid<br />

van het vers beton te verminderen;<br />

• tegelijk het watergehalte verlagen en de verwerkbaarheid<br />

verhogen.


2.5 Vervaardiging<br />

2. Beton<br />

Het soort beton wordt voorgeschreven volgens de<br />

normen nBn En 206-1 en nBn B 15-001. De belangrijkste<br />

voorschriften vind je hieronder. Een betonsoort kan<br />

voorgeschreven worden:<br />

2.5.1. Op basis van de samenstelling<br />

Per kubieke meter beton moeten we over de volgende<br />

gegevens beschikken: de hoeveelheid grind of steenslag (in<br />

kg), de hoeveelheid zand (in kg), de hoeveelheid cement<br />

(in kg), de hoeveelheid water (in l) en de hoeveelheid<br />

plastificeerders of andere hulpmiddelen (in ml).<br />

2.5.2. Op basis van prestaties<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

43


44<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

2.6 Ontvangst<br />

2. Beton<br />

De klant is verantwoordelijk voor de ontvangst van het<br />

beton. Hij moet een afgevaardigde aanstellen die voor van<br />

het beton gebetonneerd of gelost wordt, controleert of het<br />

geleverde beton overeenkomt met de bestelling.<br />

Elke toevoeging op vraag van de klant, voor of tijdens het<br />

storten, ontslaat de leverancier van zijn verantwoordelijkheid<br />

en zorgt ervoor dat het geleverde beton het Benor-keurmerk<br />

verliest.<br />

Er mogen hulpstoffen toegevoegd worden, maar de<br />

dosering moet juist zijn en ze moeten goed onder het<br />

betonmengsel gemengd worden voor het storten.


2.7 Water/cementfactor<br />

2. Beton<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Om beton te maken is water nodig. Elke liter water die we te<br />

veel toevoegen aan het beton, komt overeen met een verlies<br />

van ongeveer 2 kg cement. Als we dus één emmer water te<br />

veel toevoegen, verliezen we ongeveer 25 kg cement!<br />

Voor de sterkte van het beton is de verhouding tussen de<br />

hoeveelheid water en de hoeveelheid cement voor 1 m³<br />

beton erg belangrijk: de water/cementfactor of W/C-factor.<br />

Deze factor bepaalt de consistentie, de samenstelling van het<br />

beton.<br />

Om het cement te laten binden en verharden, is een W/Cfactor<br />

van 0,25 of meer nodig. Beton met een W/C-factor<br />

van 0,25 is echter droog en moeilijk verwerkbaar. Voor een<br />

goede verwerkbaarheid moeten we de W/C-factor met 0,10<br />

verhogen. De minimale W/C-factor wordt zo 0,35.<br />

Als het beton echter te veel water bevat, wordt het poreus,<br />

met alle nadelige gevolgen vandien. Daarom mag de W/Cfactor<br />

niet meer bedragen dan 0,80. Meestal heeft het beton<br />

een W/C-factor van 0,5.<br />

45


46<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

2.8 Betonwapeningen<br />

BEtOnStAAL<br />

diam. nBn gew./m1 Vest gew./m1 6 0,222 0,226<br />

8 0,395 0,402<br />

10 0,617 0,628<br />

12 0,888 0,905<br />

14 1,208 1,232<br />

16 1,578 1,610<br />

20 2,466 2,510<br />

25 3,853 3,930<br />

32 6,313 6,430<br />

40 9,865 10,100<br />

2. Beton<br />

Beton kan grote drukkrachten opvangen en heeft een<br />

goede drukweerstand. Het kan echter weinig trekkrachten<br />

opvangen. Staal(ijzer) kan wel trekkrachten opvangen.<br />

Gewapend beton, dat druk- en trekkrachten kan opvangen,<br />

is dus een samenstelling van beton en staal: het beton vangt<br />

de drukkrachten op en de stalen wapening de trekkrachten.<br />

2.8.1. Verschillende soorten staal<br />

Rond staal (aanduiding: BE 220 g)<br />

Rond staal is glad en wordt vooral gebruikt om beugels te<br />

plooien of als hulpwapening. Aan de uiteinden van rond staal<br />

wordt een haak geplooid om verschuivingen in het beton te<br />

voorkomen.<br />

Staal met verbeterde hechting<br />

(aanduiding: BE 500 g)<br />

Deze staalsoort herken je aan de deuken of ribben. Op de<br />

uiteinden hoeven geen haken geplooid te worden.<br />

Gelaste netten<br />

De standaardgrootte van gelaste netten is 5 m x 2 m. De<br />

grootte van de maasopeningen en de diameter van de<br />

staven kunnen wel veranderd worden.<br />

Vezels<br />

De vezels worden gelijkmatig verdeeld op de transportband<br />

of toegevoegd in de menger op de werf toegevoegd. Om<br />

roestvlekken te voorkomen kan het nodig zijn de vloer met<br />

een toplaag af te werken.


2. Beton<br />

2.8.2. Betondekking<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Om te voorkomen dat de wapening in het beton gaat<br />

roesten, moet de wapening voldoende diep in het beton<br />

zitten en moet het betonoppervlak voldoende dicht zijn.<br />

Hiervoor gebruiken we afstandshouders: in pvc, in beton, …<br />

47


48<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

2. Beton<br />

2.9 Verdichten van beton<br />

2.9.1 trilnaalden<br />

De trilbeweging ontstaat doordat een massa (excentrisch)<br />

ronddraait ten opzichte van een as. Daarbij ontstaan krachten<br />

die zorgen voor het verdichten van het beton.<br />

Eerst zakt het beton in en daarna wordt het ontlucht. Er<br />

bestaan verschillende types trilnaald. De meest gebruikte<br />

naalden worden aangedreven door een elektrische motor.<br />

Deze naalden zijn bedrijfszeker, goedkoop in onderhoud en<br />

hebben een lange levensduur. De diameter van de trilnaald<br />

speelt een grote rol bij het verdichten van het beton.<br />

2.9.2 Kisttrillers<br />

Kisttrillers worden aan de buitenkant van de bekisting<br />

aangebracht. Ze trillen dus eerst de bekisting en daarna het<br />

beton. Doordat ze een klein bereik hebben, zijn ze vooral<br />

geschikt voor het verdichten van smalle en dunwandige<br />

constructies die anders moeilijk verdicht kunnen worden.<br />

2.9.3 triltafels<br />

Een triltafel wordt het meest toegepast in de prefabindustrie.<br />

De mallen worden bevestigd aan een triltafel (een stijve<br />

horizontale plaat), die aangedreven wordt door een motor<br />

in trilling wordt gebracht. Op deze manier kan een droge<br />

betonspecie goed verwerkt worden.<br />

2.9.4 Oppervlaktetrillers<br />

Deze trillers zijn interessant voor het verdichten van dunne<br />

horizontale constructies, zoals vloerplaten, beton voor<br />

rijvakken, enz. Hierbij zjin het vermogen van de motor en de<br />

lengte van de balk belangrijk.


3. FUNdErINGEN<br />

3.1. Kenmerken<br />

een fundering is het gedeelte van<br />

een gebouw dat de belasting van het<br />

gebouw overdraagt op de vaste grond<br />

(ongeroerde grond).<br />

Een fundering kan de zetting van een<br />

gebouw niet altijd verhinderen, maar<br />

moet wel voor een gelijkmatige zetting<br />

zorgen (minder scheurvorming).<br />

3. funDeringen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Om te weten welke soort fundering nodig is en om de<br />

afmetingen te kunnen bepalen, moeten we eerst weten wat<br />

de grondsoort is. Meestal wordt gekozen voor de minst dure<br />

oplossing.<br />

Belangrijke elementen zijn:<br />

• het draagvermogen van de grond: goede of slechte grond;<br />

• de stand van het grondwater: geen, weinig of veel<br />

grondwater;<br />

• de grootte van de belasting: één of meerdere<br />

verdiepingen;<br />

• het al dan niet aanwezig zijn van een kelder: andere<br />

fundering;<br />

• de manier van bouwen: skeletbouw of massiefbouw.<br />

Een fundering moet zonder beschadiging kunnen weerstaan<br />

aan:<br />

• blijvende en toevallige krachten die erop inwerken;<br />

• bepaalde uitwendige factoren.<br />

De meeste zettingen brengen de stabiliteit van het gebouw<br />

niet in gevaar, maar grote of ongelijke zettingen kunnen<br />

schade veroorzaken.<br />

Wanneer grote delen van het gebouw een verschillend<br />

gewicht hebben, moet er een zettingsvoeg voorzien worden<br />

tussen deze delen (over de volledige hoogte van het<br />

gebouw). De zettingsvoeg hoeft niet door te lopen tot in de<br />

fundering.<br />

Ze wordt als volgt uitgevoerd:<br />

• De afstand tussen de beide delen is vast.<br />

• Er zijn geen verbindingen tussen de delen.<br />

• De voeg wordt opgespoten met een elastische voegband.<br />

De breedte van de fundering bedraagt meestal 0,60 m voor<br />

een muur van 0,30 m breed.<br />

De funderingsdikte is afhankelijk van de belasting en de<br />

spreidingshoek (= 60°).<br />

49


50<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

3.2. Voorbereidingen<br />

3. funDeringen<br />

Vooraleer de fundering van een gebouw gestort kan worden,<br />

moeten soms nog een aantal werken uitgevoerd worden:<br />

• bestaande gebouwen slopen;<br />

• bomen, struiken en hagen verwijderen;<br />

• de gebouwen uitzetten (met brugjes of bouwplanken);<br />

• teelaarde afgraven;<br />

• indien nodig een bemaling plaatsen;<br />

• het bouwterrein afsluiten;<br />

• een aardingslus plaatsen.<br />

• Deze lus is nodig voor een goede aarding van de<br />

elektrische installatie. Ze is gemaakt uit een blanke of<br />

beklede koperen geleider (35 mm²) en moet de omtrek<br />

van het gebouw volgen. Ze wordt op de grond van de<br />

fundering gelegd en daarna overdekt met aarde. Ze mag<br />

in geen geval in contact komen met de funderingen.<br />

Op de plaats waar de lus door de fundering komt, moet ze<br />

beschermd worden door middel van een isolerende koker.<br />

In doorsnede wordt dat:


3. funDeringen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Voor we beton kunnen storten, moeten we er ook voor<br />

zorgen dat alle nutsleidingen voor het gebouw aangesloten<br />

zijn. Voor een eengezinswoning gebeurt dat door een pvcaansluitbocht<br />

te plaatsen op de plaats waar de leidingen in<br />

het gebouw aangesloten zullen worden.<br />

Deze aansluitbocht kunnen we kopen bij de maatschappij<br />

voor nutsleidingen. Er is een aansluiting in voorzien voor<br />

water, elektriciteit, aardgas, telefoon en distributie. Op iedere<br />

leiding staat vermeld voor welke toevoer ze gebruikt moet<br />

worden. langs de kant van de straat is de bocht voorzien van<br />

een kartonnen doos.<br />

51


52<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

3.3. Soorten funderingen<br />

Een fundering op staal is een fundering<br />

die de belasting rechtstreeks op de<br />

onaangeroerde grond overbrengt (zonder<br />

balken).<br />

3. funDeringen<br />

3.3.1. Fundering op staal<br />

De grond wordt draagkrachtig gemaakt door middel van een<br />

open of beschoeide put of sleuf, die meestal niet zo diep is.<br />

Voorbeelden: funderingen met zolen, met stroken, met<br />

funderingsplaten, ...<br />

De funderingsaanzet gebeurt altijd HORIZOntAAl op een<br />

VORStVRIJE diepte.<br />

Vorst in de grond doet het water uitzetten en kan veel<br />

schade berokkenen aan een gebouw. We moeten er dus voor<br />

zorgen dat de fundering zeker niet opvriest. In ons land moet<br />

de diepte ten opzichte van het maaiveld minstens 80 cm<br />

bedragen.


3. funDeringen<br />

3.3.1.1 Funderingszolen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Een funderingszool is altijd breder dan het opgaande werk.<br />

In het ideale geval is de belasting centrisch: dan wordt ze<br />

precies in het midden van de zool uitgeoefend.<br />

De belasting kan ook excentrisch zijn, maar dat moet zo veel<br />

mogelijk vermeden worden.<br />

De verbreding met funderingszolen zorgt voor een groter<br />

draagoppervlak en een betere spreiding van de belasting.<br />

Als de berekende afmetingen te groot worden, kunnen<br />

we kiezen voor een gewapende zool of een ander<br />

funderingssysteem.<br />

53


54<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

3. funDeringen<br />

Er bestaan verschillende soorten funderingszolen:<br />

3.3.1.1.1. Kolomfunderingszolen<br />

Kolomfunderingszolen worden gebruikt om de belasting<br />

van pijlers (palen, kolommen) over te brengen. Om deze<br />

belasting goed over te brengen, moet de pijler, die meestal<br />

vierkant is, in het midden van de zool worden geplaatst.<br />

Kolomfunderingszolen zijn altijd gewapend, waardoor de<br />

belasting gelijkmatig verdeeld wordt en de pijler niet door de<br />

fundering wordt gedrukt.<br />

De zool is meestal gewapend met een dubbel wapeningsnet.<br />

Als hij ter plaatse wordt gegoten, moet de bovenkant zo<br />

effen mogelijk zijn. Als er geprefabriceerde funderingszolen<br />

gebruikt worden, zijn deze meestal afgeschuind.


3. funDeringen<br />

3.3.1.1.2 Doorgaande stroken of balken<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Strokenfunderingen worden meestal gebruikt om de<br />

belastingen over te dragen die uitgeoefend worden door<br />

muren (gevels, tussenmuren, afsluitingen). De muur wordt in<br />

het midden van de doorgaande funderingszool geplaatst.<br />

55


56<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

3. funDeringen<br />

De fundering en de vloerplaat kunnen natuurlijk ook samen gestort worden. Dat ziet er zo uit:<br />

Als de oppervlakte van een aparte zool te groot wordt of als een zool te dicht bij de volgende zool zou komen,<br />

gebruiken we altijd een doorgaande funderingsstrook voor pijlers.


3. funDeringen<br />

3.3.1.2. Funderingsplaten<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Wanneer de funderingsstroken erg breed moeten zijn (in<br />

functie van de toegelaten gronddruk en de belasting die<br />

het gebouw uitoefent), zouden de stroken aarde tussen<br />

de verschillende zolen wel erg klein worden en zou er<br />

ook veel wapening geplaatst moeten worden bij die<br />

funderingsstroken. Daarom kunnen we in zulke gevallen<br />

beter opteren voor een doorgaande funderingsplaat:<br />

een vloerplaat van gewapend beton, waarbij een<br />

stabiliteitsbureau de dikte, de wapening, enz. berekent.<br />

Een funderingsplaat wordt ook gebruikt als de druk van de<br />

grond zeer onregelmatig is en er dus veel ongelijke zettingen<br />

kunnen voorkomen. Hetzelfde geldt voor kleine gebouwen<br />

met weinig belaste muren, waarbij een individuele fundering<br />

duurder zou zijn dan een algemene funderingsplaat.<br />

Het gebouw wordt opgericht op een plaat uit gewapend<br />

beton. Deze plaat beweegt op dezelfde manier als een vlot:<br />

als er zettingen zijn, beweegt ze als één geheel, waardoor<br />

er minder differentiële zettingen zijn. Ook hier moet aan de<br />

buitenkant een vorstrand voorzien worden tot op een diepte<br />

van 80 cm.<br />

57


58<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

3. funDeringen<br />

De uitvoering gebeurt op de volgende manier:<br />

• De aarde wordt uitgegraven op de plaats waar het<br />

gebouw moet komen.<br />

• Als er te veel slechte grond is, kan deze vervangen worden<br />

door betere grond, die verdicht kan worden.<br />

• Aan de buitenkant wordt een vorstrand voorzien op een<br />

minimumdiepte van 80 cm.<br />

• Alle sleuven voor de aanwezige leidingen worden<br />

gemaakt.<br />

• Onder de vloerplaat wordt een pvc-folie geplaatst, zodat<br />

het water uit het beton niet rechtstreeks in de grond<br />

doordringt.<br />

• Afstandhouders, beschoeiingen, doorvoerbuizen, …<br />

worden aangebracht.<br />

• Het beton wordt gestort.<br />

• De betonplaat wordt afgewerkt (geëffend en eventueel<br />

gepolierd waar nodig).<br />

• Vergeet de wachtstaven niet waar nodig.


3.3.2. Funderingen op putten<br />

Wanneer de goede draagkrachtige grond dieper gelegen is<br />

en de grond geen homogene structuur heeft, moeten we<br />

een putfundering aanleggen.<br />

De putten komen:<br />

• op de hoeken van het gebouw;<br />

• op de kruisingen van de muren;<br />

• onder de balken.<br />

uit de putten steken wachtstaven, die verankerd worden aan<br />

de funderingsbalken waarop het gebouw zal rusten.<br />

Er kunnen betonnen ringen in de grond geplaatst worden,<br />

waarna de aarde binnen in de ring uitgegraven wordt met<br />

een grijper. Vervolgens wordt meestal een metalen buis op<br />

de grond geplaatst en wordt de grond binnen in de buis<br />

uitgegraven. Op dat moment kan de buis ook in de grond<br />

geduwd worden en kunnen de putten gevuld worden met<br />

beton.<br />

Eén van de grootste nadelen van een fundering op putten is<br />

het grote gewicht ervan (zie foto):<br />

In figuur wordt dat:<br />

3. funDeringen<br />

De doorsnede ziet er zo uit:<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Een put is een zware (gewapende) kolom, die door<br />

de slechte grond heen een drukvlak vindt op de lager<br />

gelegen vaste grond.<br />

59


60<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

3. funDeringen<br />

3.3.3. Paalfunderingen<br />

Deze fundering wordt gebruikt wanneer de draagkrachtige<br />

grond zeer diep gelegen is. Het draagvermogen van een paal<br />

wordt verkregen door:<br />

• de puntweerstand van de paal;<br />

• de mantelwrijving of de kleef.<br />

In de meeste gevallen wordt enkel gerekend op de<br />

puntweerstand van de paal. Er bestaan verschillende soorten<br />

palen:<br />

• Prefabpalen;<br />

• In de grond gevormde palen:<br />

a) grondverdringende palen (schroefpalen);<br />

b) in de grond gevormde palen met een gerecupereerde<br />

voerbuis;<br />

c) palen uit geprefabriceerde elementen.


3. funDeringen<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

1. We zetten de boor klaar op de juiste plaats. Onderaan op de boor wordt een punt gezet om de boor<br />

gemakkelijker in de grond te krijgen. Deze punt blijft achter in de grond.<br />

2. We zijn aan het boren. Hierbij wordt een neerwaartse drukkracht uitgeoefend. We boren op de plaats waar<br />

de boorpunt in het grondwater dringt.<br />

3. We zijn op diepte aan het boren. We veranderen de draairichting van de boor om beton beginnen te storten.<br />

4. We storten beton in tegenwijzerzin. Hoe vlugger we naar boven draaien, hoe vlugger er beton gestort wordt.<br />

5. We plaatsen de wapening in het verse beton. nadien schieten we de paal op de juiste hoogte af. De<br />

wapening wordt omgeplooid in de funderingsbalken.<br />

61


4. KELdErs<br />

4.1. traditionele kelder<br />

4. kelDers<br />

4.1.1. Wat is een kelder?<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Een kelder is een ondergrondse ruimte die zich onder een<br />

gebouw of onder een deel van een gebouw bevindt.<br />

Hij wordt gebruikt als:<br />

• opslagruimte voor minder belangrijke goederen;<br />

• bewaarplaats voor levensmiddelen (omwille van de lage<br />

temperatuur);<br />

• ondergrondse garage, werkplaats, hobbyplaats, enz.;<br />

• plaats voor de centrale verwarming.<br />

welke eisen worden aan een kelder gesteld?<br />

Als er levensmiddelen in opgeslagen worden, moet de kelder<br />

in de eerste plaats droog zijn. Daarnaast moet er voldoende<br />

ventilatie zijn, zodat er altijd verse lucht aangevoerd wordt.<br />

Anders krijgen we schimmelvorming en condensatie op<br />

de muren. De kelder moet ook voldoende sterk zijn om<br />

weerstand te bieden aan de druk van de omliggende grond.<br />

De kostprijs van een kelder hangt van vele factoren af,<br />

waardoor het moeilijk is om er een vaste prijs op te plakken.<br />

63


64<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

4. kelDers<br />

4.1.2 uitvoering van een kelder in metselwerk<br />

Bij de uitvoering van een kelder in metselwerk wordt<br />

hoofdzakelijk één van deze twee soorten stenen gebruikt:<br />

• kalkzandstenen;<br />

• holle betonblokken.<br />

Voor we kunnen beginnen te metselen, moeten we eerst de<br />

kelder uitzetten en hem daarna uitgraven.<br />

Een kelder kan uitgezet worden met:<br />

4.1.2.1. Brugjes<br />

In figuur wordt dat:<br />

De brugjes worden geslagen op de hoekpunten van het<br />

gebouw en op plaatsen waar belangrijke muren van het<br />

gebouw voorkomen. Bovenaan worden meestal twee<br />

afmetingen aangegeven met nagels: de afmetingen van de<br />

muren en die van de funderingen. Op deze nagels kunnen<br />

dan draden gespannen worden om te starten met de<br />

uitgravingen.


Afgraven van teelaarde (ongeveer 30 cm)<br />

4.1.2.2 Bouwplanken<br />

Bij deze methode wordt de volledige bouwput afgezet met<br />

bouwplanken. De afmetingen worden ook hier aangegeven<br />

door nagels op de bovenkant van de planken. Er moet<br />

één plank zijn die we kunnen wegnemen, om bv. met de<br />

graafmachine op het terrein te kunnen werken.<br />

In figuur wordt dat:<br />

4. kelDers<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Als de kelder is uitgezet, kunnen we de teelaarde beginnen<br />

af te graven. Dat afgraven is nodig, want teelaarde is<br />

samendrukbaar en kan dus best niet onder de vloerplaat<br />

blijven liggen. Bovendien kan de teelaarde nog gebruikt<br />

worden voor latere aanvullingen rond het gebouw.<br />

65


66<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Controle van de diepte van de put met behulp<br />

van een laser<br />

Graafmachine met een speciale uitrusting voor<br />

het plaatsen van bemalingen<br />

4. kelDers<br />

De zijwanden van de kelderput kunnen onder talud<br />

uitgegraven worden. Als er te veel water in de grond<br />

aanwezig is, moeten we een bemaling gebruiken om<br />

het grondwater op te zuigen. Daarbij wordt een pomp<br />

aangesloten op een systeem van filterbuizen. Die pomp<br />

kunnen we het best een aantal dagen voor de start van de<br />

uitgraving plaatsen.<br />

Onder de vloerplaat van de kelder wordt meestal een<br />

drainagebuis gelegd, zodat de druk van het grondwater<br />

onder de vloerplaat voor het grootste deel weggenomen is.<br />

nadien wordt een pvc-folie op de grond gelegd. Daarop<br />

komen dan de afstandhouders en de wapeningsnetten voor<br />

de keldervloer. De afstandhouders moeten zorgen voor<br />

de vereiste betondekking, zodat de wapening op de juiste<br />

plaats zit. Er bestaan verschillende soorten afstandhouders:<br />

betonnen tegels, betonnen klinkers, pvc-afstandhouders, …


4. kelDers<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Meestal wordt een dubbel wapeningsnet voorzien voor de<br />

keldervloer. Het onderste net dient om de bovenwaartse<br />

druk van het grondwater op te vangen, het bovenste net om<br />

de neerwaartse druk vanuit de kelder op te vangen.<br />

Meestal wordt dus een doorlopende vloerplaat in gewapend<br />

beton gegoten en wordt er geen aparte fundering voorzien<br />

voor iedere muur.<br />

In doorsnede getekend ziet de doorlopende vloerplaat er zo<br />

uit:<br />

Als de vloerplaat gegoten is en voldoende verhard is, kunnen<br />

we starten met het metselwerk.<br />

De stenen worden vermetseld met goede mortel en<br />

de muren worden proper afgeveegd met een borstel.<br />

Daarna moeten ze beraapt worden met een mortel met<br />

een waterdichtingsmiddel. Meestal zijn hier twee lagen<br />

van nodig. Als de mortel volledig uitgedroogd is, moet de<br />

buitenkant van de kelder nog beteerd worden.<br />

De kelder kan het best langs de binnenkant waterdicht<br />

gemaakt worden wanneer de rest van het gebouw wordt<br />

afgewerkt. Verluchtingsopeningen in de keldermuren<br />

moeten we al voorzien bij het metselen. Anders moeten we<br />

achteraf openingen maken in een keldermuur van 30 cm dik.<br />

67


68<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

De vloerplaat kan het best met een betonpomp<br />

gestort worden.<br />

4. kelDers<br />

4.1.3. uitvoering van een kelder in metselwerk<br />

in volle stenen<br />

De kelder kan op dezelfde manier uitgezet en uitgegraven<br />

worden als een kelder in metselwerk in holle stenen.<br />

De stenen voor de keldermuren zijn in dit geval<br />

volle betonstenen: ze wegen dus heel wat meer dan<br />

kalkzandstenen of holle betonblokken.<br />

Hier gelden dezelfde opmerkingen voor de opbouw, de<br />

waterdichtheid en de afwerking van de kelder als hierboven<br />

beschreven.


4.1.4. uitvoering van een kelder in gewapend beton<br />

De keldervloer wordt op dezelfde manier opgebouwd als<br />

een gemetselde kelder: met een vloerplaat met een dubbel<br />

wapeningsnet. We moeten wachtstaven voorzien om de<br />

verbinding met de keldermuren in beton te maken. Deze<br />

wachtstaven worden in de vloerplaat gestort op het moment<br />

dat we deze plaat gieten.<br />

Omdat we de muur pas later zullen storten, blijft er een voeg<br />

tussen de vloerplaat en de betonmuur. Er bestaan twee<br />

manieren om die voeg waterdicht te maken, zodat er geen<br />

water in de kelder binnendringt.<br />

1. Een kimplaat instorten wanneer we de vloerplaat storten.<br />

Deze kimplaat wordt tussen de wachtstaven voor de<br />

keldermuur geplaatst.<br />

2. Een voegband (zwelband) op de vloerplaat bevestigen:<br />

tussen de wapeningsstaven van de keldermuren. Deze<br />

voegband zwelt wanneer hij in contact komt met water,<br />

namelijk wanneer we beton storten voor de keldermuren.<br />

In figuur wordt dat:<br />

4. kelDers<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

69


70<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Binnenaanzicht van de bekisting en de wapening<br />

van de kelderwand<br />

4. kelDers<br />

Daarna gaan we als volgt te werk:<br />

• We plaatsen de bekisting aan de buitenkant van de kelder.<br />

• We plaatsen de wapeningsnetten aan de buitenkant en de<br />

binnenkant.<br />

• We plaatsen de bekisting aan de binnenkant van de kelder.<br />

• We plaatsen alles waterpas en verticaal en zetten alles vast.<br />

Daarna kunnen we de wanden volstorten met beton. Het<br />

beton mag niet van te hoog naar benenden vallen, omdat er<br />

anders kans op ontmenging bestaat. Wanneer we het beton<br />

storten, mogen we niet vergeten om het ook te trillen. Zo<br />

krijgen we de luchtbellen eruit en wordt het volledig dicht.<br />

Openingen in de muur worden gemaakt met blokken<br />

polystyreen, die na het ontkisten verwijderd kunnen worden.


4. kelDers<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

Verluchtingsbuizen voor ventilatie kunnen het best<br />

ingegoten worden. Ook andere buizen die door de muur<br />

heen moeten komen, kunnen het best in het beton<br />

ingegoten worden, zodat ze achteraf met de nodige<br />

verbindingsstukken aangesloten kunnen worden.<br />

Als de kelder voldoende uitgehard is, kunnen we de zijkanten<br />

beginnen aan te vullen. Om de druk van het grondwater<br />

weg te nemen kunnen we ook onderaan een draineerbuis<br />

voorzien.<br />

Indien nodig kunnen we aan de buitenkant een verticale<br />

noppendrainage voorzien voor we de zijkanten aanvullen.<br />

Zo wordt het water aan de buitenkant van de kelder naar<br />

beneden afgevoerd, waar het met de horizontale drainage<br />

naar de riolering afgevoerd wordt.<br />

71


72<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

4. kelDers<br />

4.1.5. uitvoering van een kelder in stepoc-blokken<br />

Ook bij deze werkwijze gieten we eerst een vloerplaat in<br />

gewapend beton en wordt een dubbel wapeningsnet<br />

voorzien. Wanneer we de vloerplaat storten, moeten we<br />

wachtstaven ingieten op de plaats waar de stepoc-muur zal<br />

komen. We zorgen ervoor dat de wachtstaven ongeveer in<br />

het midden van de muur gegoten worden.<br />

In figuur wordt dat:


4. kelDers<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

De eerste blokkenlaag wordt in de mortel geplaatst. Op die<br />

manier kunnen we eventuele oneffenheden in de vloerplaat<br />

opvangen. De blokken moeten ook in de dwarsrichting<br />

perfect waterpas liggen, want achteraf kunnen we ze niet<br />

meer bijregelen.<br />

Als de eerste laag blokken geplaatst is, moeten we er een<br />

wapeningsstaaf horizontaal bovenop plaatsen, zodat de<br />

blokken met elkaar verbonden zijn. Zodra dat gebeurd is,<br />

kunnen we de tweede laag plaatsen. Ook op deze laag<br />

plaatsen we een wapeningsstaaf. Zo stapelen we de blokken<br />

tot op de juiste hoogte, met de nodige passtukken in de<br />

hoeken. De wachtstaven moeten ook verlengd worden tot<br />

op de hoogte van de muur.<br />

Daarna moet alles gestut worden, zodat de losse stukken niet<br />

uit de muur komen bij het storten. Als alles gestut is, kunnen<br />

we de muur horizontaal beginnen vol te storten met beton.<br />

We moeten laag per laag te werk gaan en het beton niet te<br />

snel storten.<br />

Wanneer de volledige muur volgestort en uitgehard is,<br />

kunnen we de muur afwerken met cementmortel (zowel aan<br />

de binnenkant als aan de buitenkant).<br />

73


74<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

4.2. Prefabkelders<br />

4. kelDers<br />

naast de bovenstaande uitvoeringen is het ook mogelijk om<br />

de kelder als één geheel uit te voeren, met andere woorden<br />

om een prefabkelder te plaatsen.<br />

Daarbij gaan we als volgt te werk:<br />

• Indien nodig plaatsen we filters.<br />

• We graven de kelder uit en plaatsen eventueel een<br />

zandbed.<br />

• We plaatsen de kelder, waarbij we de hoogte, de plaats en<br />

de positie van het mangat controleren.<br />

• We vullen de kelder aan en plaatsen eventueel een<br />

drainage.<br />

• We verdichten de grond.<br />

• We vullen de kelder op met water voor de opwaartse<br />

drukkracht.<br />

na de afwerking van het gebouw kan de kelder volledig<br />

opgeruimd en afgewerkt worden. Ook het schilderen langs<br />

de binnenkant kan dan nog gebeuren.


4.3. Waterdichtheid van een kelder<br />

4. kelDers<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

We kunnen een kelder op verschillende manieren waterdicht<br />

maken. Een aantal manieren zijn al vermeld in dit handboek,<br />

maar we zetten ze nog eens op een rijtje:<br />

• Bij metselwerk berapen en beteren we de keldermuren.<br />

Vergeet echter niet dat er bijzondere aandacht besteed<br />

moet worden aan de voeg van de muur en de vloerplaat.<br />

De voeg moet zeer goed uitgevoerd worden om de<br />

waterdichtheid te verzekeren. Vooral de buitenkant moet<br />

zorgvuldig afgewerkt worden.<br />

• Bij gewapend beton dichten we kleine openingen af, maar<br />

als het beton op een goede manier gestort en getrild is, is<br />

de kelder sowieso waterdicht.<br />

• Een prefabkelder is altijd waterdicht.<br />

• Een andere mogelijkheid bestaat erin om een grote plastic<br />

zak (vijverfolie) te gebruiken, die op maat wordt gemaakt.<br />

We plaatsen deze zak in de grond voor de bouwwerken<br />

van start gaat. nadien plooien we hem tegen de muur<br />

en kunnen we hem aanvullen. We moeten er goed op<br />

letten dat er tijdens de bouwwerken geen gaten in de<br />

zak gemaakt worden, want anders zal de kelder niet<br />

waterdicht zijn.<br />

75


76<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

4. kelDers<br />

4.4. Verlichting en verluchting<br />

4.4.1. Verlichting<br />

Omdat er in de kelder onvoldoende licht is, wordt<br />

kunstmatige verlichting gebruikt.<br />

4.4.2. Verluchting<br />

De verluchting van de kelder kan op verschillende manieren<br />

gebeuren:<br />

4.2.1 Met een t-stuk in pvc<br />

4.2.2 Met een bocht van 90° in pvc<br />

4.2.3 Met kelderkoekoek<br />

Als we de kelder in bovenaanzicht bekijken, komen de<br />

verluchtingsbuizen op deze plaatsen:


nOtItIES<br />

notities<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

77


78<br />

BOuWtECHnOlOGIE<br />

Bouwtechnieken<br />

nOtItIES<br />

notities


fvb•ffc <strong>Constructiv</strong><br />

Koningsstraat 132/5, 1000 Brussel<br />

t +32 2 210 03 33 • f +32 2 210 03 99<br />

fvb.constructiv.be • fvb@constructiv.be<br />

© fvb•ffc <strong>Constructiv</strong>, Brussel, 2012.<br />

Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen<br />

79


Modulaire handboeken<br />

bouwplaatsMachinisten<br />

• Bouwtechnologie<br />

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

Bouwplaatsmachinisten<br />

Bouwtechnologie<br />

METEN & UiTzETTEN<br />

meten en uitzetten Grondtechnieken - basis Grondtechnieken -<br />

vervolmaking<br />

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

Bouwplaatsmachinisten<br />

Bouwtechnologie<br />

bouwTECHNIEKEN<br />

andere boekdelen:<br />

• Praktijk bouwplaatsmachines<br />

• Bouwplaatsmachines<br />

• Motorenleer<br />

• toegepaste technieken<br />

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

Bouwplaatsmachinisten<br />

Bouwtechnologie<br />

GRONDTECHNIEKEN -<br />

BasIs<br />

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

Bouwplaatsmachinisten<br />

Bouwtechnologie<br />

wegenbouwTeCHnIeKen<br />

Bouwtechnieken Wegenbouwtechnieken<br />

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

Bouwplaatsmachinisten<br />

Bouwtechnologie<br />

Grondtechnieken -<br />

VerVolmakinG

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!