full screen - Umicore

Financieel overzicht
Winst
De winst vóór financiële kosten en belastingen (EBIT) van ¤ 145,9 miljoen
(vóór niet-recurrente elementen) lag 50% boven die van 2002.
Ook de winst per aandeel vóór niet-recurrente elementen lag
ongeveer 40% hoger op jaarbasis voor een gemiddeld aantal aandelen
van 22,9 miljoen tijdens het jaar. Dit weerspiegelt de bijdrage van
de activiteiten van PMG die op 1 augustus 2003 werden overgenomen,
evenals de verbeterde rentabiliteit in Nieuwe Materialen en Zink.
De voornaamste verbetering in Nieuwe Materialen kwam tot uiting
in de materialen voor herlaadbare batterijen, terwijl voor Zink de
stijging van de zinkprijs, die zich vooral tijdens het vierde kwartaal
van het jaar manifesteerde, de drijvende factor was achter de
verbeterde resultaten.
De resultaten van de overgenomen PMG-activiteiten lagen lichtjes
boven de verwachtingen, waardoor hun bijdrage aan de EBIT van
Umicore iets hoger uitviel dan de prognose van ¤ 30 miljoen die
tijdens de tweede helft van 2003 was gegeven. De meeste PMGactiviteiten
werden gegroepeerd in het segment Edelmetaalproducten
en Katalysatoren. De overige (de venture Brandstofcellen, de dienst
Metaalbeheer en de Raffinageactiviteiten) werden ondergebracht
in andere business groups terwijl de business unit Thin Film Products,
die voorheen deel uitmaakte van Nieuwe Materialen, bij
Edelmetaalproducten en Katalysatoren werd gevoegd.
De niet-recurrente resultaten van de Groep bedroegen ¤ -29,3 miljoen.
De belangrijkste factor hierin waren de herstructureringskosten
van ¤ -24,7 miljoen die vooral te maken hadden met de afsplitsing
van de koperactiviteit, het kostenverlagingsprogramma voor de
zinksmeltactiviteit, de afbouw van de centrale engineeringfunctie
en de overdracht van de nikkelhydroxideactiviteiten van Umicore
in China. Daarbij kwamen nog diverse waardeverminderingen van
activa voor in totaal ¤ -5,7 miljoen die verband hielden met de
laseroptiekactiviteiten in het VK en de ventureprojecten voor
siliciumcarbide en indiumfosfide. Andere niet-recurrente elementen
omvatten bijkomende milieuvoorzieningen van ¤ -3,7 miljoen en kosten
voor pensioenaanpassingen en herstructureringen van ¤ -11,1 miljoen
bij de Umicore dochteronderneming voor synthetisch diamant, Megapode.
Deze niet-recurrente kosten werden gedeeltelijk gecompenseerd
door een positief effect van latente belastingen voor ¤ 10,1 miljoen.
De impact van de herstructurering van de raffinageactiviteiten in
Hanau werd geboekt als goodwill in de openingsbalans van PMG.
Umicore volgde ook de richtlijnen van IFRS 1 voor de eerste toepassing.
De elementen waarvoor geen internationale normen waren
goedgekeurd op de balansdatum, zoals financiële instrumenten,
zijn verwerkt in overeenstemming met de Belgische boekhoudregels,
zoals in vorige jaren.
De toepassing van de IFRS-normen noopte ook tot de herwerking
van de jaarrekeningen voor 2002 volgens de nieuwe boekhoudregels,
om deze informatie volledig vergelijkbaar te maken met die
van 2003. In het kader daarvan werd een IFRS-openingsbalans
opgesteld op 1 januari 2002, die via overgedragen winst het effect
laat zien van de waarderingsverschillen door de toepassing van de
IFRS-normen op die datum. De voornaamste waarderingsverschillen
hebben betrekking op de boeking van latente belastingen en
immateriële vaste activa, voorzieningen voor onderhoud en
herstellingen, personeelsbeloningen en bepaalde andere feitelijke
verplichtingen. Deze verschillen worden in toelichting 2 bij de
jaarrekening besproken. Als resultaat van deze herwerking
nam het eigen vermogen van de Groep toe met ¤ 20 miljoen.
IFRS heeft ook een aantal veranderingen meegebracht voor de
resultatenrekening en de presentatie ervan. De meest opvallende
verandering betreft die elementen die voorheen gerapporteerd
werden als uitzonderlijk maar die voortaan worden behandeld
als bedrijfselementen. Om evenwel de leesbaarheid van de
resultatenrekening te verbeteren, worden bedrijfsresultaten die van
niet-recurrente aard zijn afzonderlijk opgenomen. Zulke elementen
zijn doorgaans van niet liquide aard en hebben voornamelijk
betrekking op herstructureringskosten en waardeverminderingen
van activa. De toepassing van IFRS 12 resulteert dus in een
toename van niet liquide latente belastingen.
Alle cijfers voorgesteld in dit jaarverslag voor de jaren 2002 en
2003 werden opgesteld conform de IFRS-normen zoals hierboven
beschreven, terwijl gegevens die betrekking hebben op vroegere
periodes niet zijn herwerkt.
Metaalprijzen en markten
De metaalprijzen en de marktomstandigheden kenden een
gecontrasteerd verloop in 2003. De prijzen voor de meeste metalen
stegen in de tweede helft van 2003, maar op enkele uitzonderingen
na was dit niet voldoende om het effect van de verzwakkende
US dollar te compenseren. De verbeterde basisvoorwaarden voor
kobalt, koper en platina bevorderden een prijsverhoging voor deze
International Financial Reporting Standards (IFRS) metalen uitgedrukt in zowel US dollar als in euro.
Umicore heeft de internationale IFRS-normen toegepast voor de De zinkprijs bedroeg gemiddeld USD 828 per ton, een bescheiden
voorbereiding en rapportering van haar geconsolideerde jaarrekening. verbetering met 6% tegenover de gemiddelde prijs van 2002,
Hiermee anticipeert de onderneming op de richtlijn die aan maar kende een herstel, uitgedrukt in US dollar, tijdens het vierde
beursgenoteerde ondernemingen oplegt om de IFRS-normen toe kwartaal van 2003. De opleving van de koperprijs was spectaculairder.
te passen tegen eind 2005, en in overeenstemming met het Belgische Dit metaal steeg met 14% op jaarbasis, maar de prijs was eind 2003
koninklijk besluit van 4 december 2003, dat de voorwaarden voor meer dan 50% hoger dan twaalf maanden eerder. In tegenstelling
vroegtijdige toepassing vastlegt. De bepalingen van dit koninklijk tot zink hebben schommelingen van de koperprijs echter weinig
besluit zijn in lijn met de beslissing van de Europese Commissie invloed op de resultaten.
om alle normen goed te keuren zoals voorgelegd door de IAS
Board op 14 september 2002, met uitzondering van IAS 32 en 39.