10.09.2013 Views

Kol b.d. C.L. Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

Kol b.d. C.L. Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

Kol b.d. C.L. Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BO E KB E S PR E KI N G<br />

Het boek is het eindproduct van een<br />

internationale conferentie die van 4 tot<br />

6 oktober 2006 op de Marinekazerne<br />

in Amsterdam werd gehouden. De titel<br />

is veelbelovend en geeft de indruk dat<br />

een helder en bondig antwoord wordt<br />

gegeven op twee vragen:<br />

Wat is asymetrische oorlogvoering?<br />

Wat verstaat men onder de morele<br />

dimensie?<br />

De inhoud van het boek is opgebouwd uit<br />

essays en dissertaties die zijn ingedeeld<br />

in 9 delen; introductie en het laatste deel<br />

zijn producten van de samenstellers van<br />

het boek. De lezer zal met de inhoud<br />

van de overige acht delen in de hand de<br />

gewenste antwoorden moeten vinden en<br />

Carré 8 - 2010 pagina 28<br />

Titel<br />

Subtitel<br />

Auteur<br />

Recensent<br />

dat is gelet op volume en toegankelijkheid<br />

een aardige klus.<br />

Er schuilt bij die zoektocht naar<br />

antwoorden een nogal ruim bemeten<br />

adder onder het gras. Terminologieën<br />

als moraliteit, humaniteit, democratie,<br />

militaire ethiek, rechtvaardige oorlog,<br />

counter insurgency, counter terrorism,<br />

irreguliere a s y m m e t r i sche e n<br />

symmetrische oorlogvoering etc. zijn<br />

westerse “uitvindingen” die voortkomen<br />

uit de manier waarop de westers<br />

georiënteerde mens naar de wereld om<br />

hem heen kijkt, zijn samenlevingsmodel<br />

invult en de normen en waarden<br />

daarin hanteert. De manier waarop<br />

het “westen”, belichaamd door NATO,<br />

naar de verhoudingen in de mondiale<br />

samenleving kijkt, kan in niet-westerse<br />

delen van de wereld op weinig applaus<br />

rekenen. Bovendien kunnen bepaalde<br />

teksten gegeven de datum van concipiëring<br />

– 2006 – gedateerd en door de praktijk<br />

ingehaald zijn. Het siert de samenstellers<br />

dat ze die beperkingen niet onder de mat<br />

hebben geveegd.<br />

Laat ik deze boekbespreking starten<br />

The Moral Dimension of Asymmetric<br />

Warfare<br />

Counter Terrorism, Democratic Values<br />

an Military Ethics.<br />

Th. A. Van Baarda and D.E.M. Verweij.<br />

<strong>Kol</strong> C.L. <strong>Brantz</strong><br />

met de vraag wat men in het boek<br />

onder asymmetrie en asymetrische<br />

oorlogvoering verstaat.<br />

Een van de samenstellers van het boek<br />

onderstreept in de introductie “A host<br />

of lectures have been held since the topic<br />

is en vogue in the specialized press, the<br />

term “three-block” war has been coined,<br />

a decision by the US to place captured<br />

enemy individuals outside the context of the<br />

law of war is treated is if it is unique. This<br />

impression understandable as it is, is wrong”<br />

1) Hij heeft gelijk. Asymmetrie is een van<br />

de nieuwe buzz woorden in het politieke<br />

en militaire jargon, dat samen met<br />

insurgency vooral wordt gebruikt om het<br />

karakter van contemporaine conflicten<br />

te beschrijven en het verschil met de<br />

traditionele 2) uitvoering in de Koude<br />

Oorlog periode te benadrukken. Toch is<br />

het simpel. Wanneer we uitgaan van de<br />

gebruikelijke “vertaling” dan betekent<br />

het “ongelijkheid resp. onevenredigheid<br />

in afmetingen of dimensies”. In militaire<br />

terminologieën vertaald kan asymmetrie<br />

betekenen dat de ene partij een<br />

(duidelijk en herkenbaar) voordeel –<br />

DEEL 1 The Superpower and Asymmetry Ieder gewapend conflict waarbij een grootmacht betrokken is, is<br />

per definitie asymmetrisch<br />

DEEL 2 Jus ad bellum, jus in bello, jus post bellum:<br />

rethinking the Just War Tradition<br />

Beschrijving van de fundamentele en toegepaste ethiek.<br />

DEEL 3 Leadership and accountability Relatie tussen de militaire geschiedenis en contemporaine<br />

operaties/COIN.<br />

DEEL 4 Soldiers’ perspectives Asymmetrische oorlogvoering in de praktijk gezien door de ogen<br />

van de militair in de gevechtsruimte.<br />

DEEL 5 Ethical Education and decision-making for<br />

the military<br />

Perspectieven die zich uitstrekken van morele filosofie tot spel<br />

theorie.<br />

DEEL 6 Stress and Trauma Stress factoren waarmee de gemiddelde militair in de<br />

contemporaine gevechtsruimte wordt geconfronteerd.<br />

DEEL 7 The Media Aanvullende niet-militair georienteerde perspectieven<br />

DEEL 8 Democracy under Scrutiny Invloed die GWOT heeft op democratische waarden en juridische<br />

beschermingsconstructies<br />

DEEL 9 In Hindsight Een terugblik op de informatie geconcentreerd op de menselijke<br />

waardigheid in het counterterrorisme tijdperk


volume, slagkracht, tempo, snelheid van<br />

commandovoering; informatiesnelheid,<br />

volume en kwaliteit; kwaliteit van de<br />

commandant en zijn strijdmacht - heeft<br />

ten opzichte van de andere partij, wat<br />

nog niet hoeft te betekenen dat de partij<br />

die optisch in het nadeel is verliest of aan<br />

het kortste eind trekt. Onder de huidige<br />

omstandigheden speelt vooral de morele<br />

asymmetrie - het hanteren vs. negeren<br />

van normatieve regulering uitgedrukt<br />

in IHL en ROE – een indringende rol.<br />

Wanneer we de periode van 5000 jaar<br />

militaire geschiedenis overzien, dan lijkt<br />

het erop dat we in de Informatie Tijd<br />

op militair gebied weinig nieuwe zaken<br />

aantreffen. Alles is wel eens een keer met<br />

meer of minder succes gedaan. Bestaande<br />

concepten zijn in meer of mindere mate op<br />

een nieuwe realiteit afgestemd, verfijnd,<br />

uitgebouwd. Contemporaine militairen<br />

hebben de pech dat die uitdagingen<br />

die zich separaat in verschillende<br />

tijdsperioden openbaarden, nu gelijktijdig<br />

of volgtijdelijk, gesynchroniseerd en<br />

vaak geïntegreerd in een of meerdere<br />

missiegebieden onder snel wisselende<br />

omstandigheden bestreden moeten<br />

worden, waarbij nationale richtlijnen;<br />

botsende doelstellingen, benaderingen<br />

en verschillen in missie tijdsduur tussen<br />

militaire en niet-militaire actoren;<br />

verouderde internationale regelgeving<br />

en media-invloeden de marges voor hen<br />

wel heel klein maken. De benutting van<br />

militair vermogen wordt geconfronteerd<br />

met uitdagingen die ertoe dwingen<br />

een weg in te slaan die afwijkt van de<br />

benutting uit de vorige eeuw.<br />

In dit boek wordt Asymmetric Warfare<br />

vertaald als “an armed conflict in which<br />

the conventional armed forces of one party<br />

which uses regular means is opposed by<br />

an unconventional army using irregular<br />

means” en met name geplaatst binnen het<br />

raamwerk van de “war on terrorism” een<br />

van de zeven wars 3) of globalization 4) . Het<br />

gros van de genoemde toeleveranciers<br />

van teksten heeft die losse formulering<br />

gebruikt als vertrekpunt voor presentatie<br />

resp. dissertatie; de rest heeft een<br />

eigen invulling aan die term gegeven.<br />

Persoonlijk heb ik een aantal bezwaren<br />

tegen deze “losse” formulering. Regular<br />

is een westerse uitvinding die benadrukt<br />

dat de toepassing van gewapend geweld<br />

in tijd en intensiteit gereguleerd moet<br />

worden en die zienswijze wordt niet<br />

gedragen door een substantieel deel van<br />

de wereldbevolking. Uitgangspunt is de<br />

drang om westerse gevoeligheden als het<br />

voorkomen van bijkomende schade en<br />

slachtoffers onder onschuldige burgers;<br />

het taboe op vernietiging van humanitaire<br />

symbolen als scholen en ziekenhuizen;<br />

het vermijden van slachtoffers in de eigen<br />

rangen; het handhaven van wettelijke en<br />

juridische regelgeving en de sterke neiging<br />

naar politieke correctheid te vertalen<br />

in de manier waarop met gewapend<br />

geweld moet worden omgegaan. In<br />

de moderne tijd heeft de mens twee<br />

bewuste reguleringen ingevoerd<br />

hoofdzakelijk bedoeld om toepassing<br />

van gewapend geweld in doelstelling,<br />

intensiteit en tijdsduur richting te<br />

geven en daardoor menselijk lijden te<br />

beperken: Rules of Engagement, kortweg<br />

ROE en International Humanitarian Law<br />

of IHL. Onbedoeld heeft NATO door<br />

het streven naar consensus een andere<br />

vorm van regulering geproduceerd: het<br />

Force Generation proces. In het huidige<br />

millennium heeft dat proces bevestigd dat<br />

door het voortdurend zoeken naar de<br />

balans tussen behoefte en bereidheid, een<br />

100 punten kwalitatieve en kwantitatieve<br />

vulling van militair vermogen onbereikbaar<br />

is. De consequentie is dat een NATOstrijdmacht<br />

wel of niet deel uitmakend van<br />

een multigekleurde coalitie in de meeste<br />

gevallen qua assortiment, kwaliteit en<br />

kwantiteit niet kan beantwoorden aan<br />

de behoefte, waardoor die strijdmacht<br />

met een zelf gegenereerd gebrek aan<br />

effectiviteit en doelmatigheid aan de<br />

startlijn komt. Door dat pakket aan<br />

reguleringen spreekt de westerse wereld<br />

van reguliere oorlogvoering en wanneer<br />

tegenstanders gedeeltelijk of geheel van<br />

die westerse zienswijze afwijken, die<br />

regulering negeren of er zelfs mee spotten<br />

dan worden zij betiteld als irregulier. Bij<br />

de bestrijding van die onvoorspelbare,<br />

gewelddadige en transnationale<br />

tegenstander hangt dat pakket aan<br />

reguleringen als een molensteen<br />

om de hals van de westerse militair<br />

omdat de grote mate van operationele<br />

voorspelbaarheid het verrassingselement<br />

beperkt, de kans op succes vermindert<br />

en de kosten uitgedrukt in slachtoffers<br />

verhoogt. Daarnaast betwijfel ik of bij de<br />

contemporaine tegenstander sprake is<br />

van een army in de westerse interpretatie<br />

van het woord. Op blz. 9 staat dat “the<br />

organisation of the insurgents opposing<br />

the West today does not represent a<br />

state” en in het verlengde daarvan kan<br />

de geweldstructuur van een dergelijke<br />

tegenstander niet als een army worden<br />

betiteld. Immers gezien door een westers<br />

prisma betekent het dat de leden zich<br />

moeten houden aan de “laws of war”;<br />

herkenbaar zijn door uniforme van<br />

burgerkleding afwijkende tenues; deel<br />

uitmaken van een hiërarchische resp.<br />

verticale structuur en zich bedienen van<br />

traditionele methoden en instrumenten.<br />

Dat is zeker bij de contemporaine<br />

tegenstander niet het geval.<br />

De tweede vraag die in het boek<br />

moet worden beantwoord, luidt:<br />

wat verstaan boeksamenstellers en<br />

medewerkende auteurs onder de<br />

morele dimensie van asymmetrische<br />

oorlogvoering?<br />

Die vraag is niet zo snel te beantwoorden<br />

en vereist een zorgvuldige bestudering<br />

van de opgenomen dissertaties. In alle<br />

delen zijn elementen terug te vinden die<br />

richting geven aan de morele dimensie<br />

van asymmetrische oorlogvoering. Bij de<br />

zoektocht naar begrenzing en inhoud is<br />

en blijft naar mijn mening de interpretatie<br />

van de Engelse term “war/warfare”<br />

een struikelblok. De enge – oorlog/<br />

oorlogvoering - benadering concentreert<br />

zich op het gebruik van gewapend geweld<br />

en ontplooiing van militair vermogen; de<br />

brede – strijd tegen – benadering geeft<br />

inhoud aan meerdere lines of operation.<br />

Gemeten aan de karakteristieken van<br />

contemporaine operaties is de brede<br />

benadering beter op zijn plaats dan de<br />

eerste. Omdat geen consensus is bereikt<br />

over de gewenste benadering varieert de<br />

manier waarop elementen van de morele<br />

dimensie worden uitgediept.<br />

Ik beperk me bij deze boekbespreking<br />

tot onderwerpen die in DEEL 2, 3 en 7<br />

aan de orde worden gesteld.<br />

In DEEL 2 concludeert men dat de<br />

doelstelling van de benutting van militair<br />

vermogen van ‘slijtage’ uit de Industriële<br />

Tijd naar het politiek georiënteerde<br />

‘stabiliteit’ in de Informatie Tijd is<br />

verschoven en men accentueert de<br />

noodzaak om de toestand na het stoppen<br />

van gevechtshandelingen te (kunnen en<br />

moeten) normaliseren 5) . Dientengevolge<br />

propageert men een verschuiving van just<br />

war naar just-policing waarin meerdere<br />

lines of operation gehanteerd moeten<br />

worden om een normalisering a.d.v.<br />

post bellum-criteria voor state-building<br />

te bereiken. Het probleem bij deze<br />

aanbeveling is tweeledig. Een dergelijk<br />

concept kan naar mijn mening alleen<br />

functioneren als alle betrokken partijen<br />

de westerse perceptie van rechtvaardig<br />

en onrechtvaardig hanteren of op<br />

Carré 8 - 2010 pagina 29


BO E KB E S PR E KI N G<br />

zijn minst ondersteunen en voor alle<br />

betrokken actoren duidelijk is wat moet<br />

worden verstaan onder normaliseren<br />

en het realiseren van die vertaling actief<br />

en gemotiveerd nastreven. Ten tweede,<br />

samenlevingen die zijn gebouwd op de<br />

fundamenten van een sterk verankerde<br />

religieuze overtuiging die de dagelijkse<br />

invulling in materiële en immateriële zin<br />

bepaalt, zullen niet gevoelig zijn voor<br />

een paradigm shift zoals Kühn die heeft<br />

beschreven “all scientific communities<br />

incl. the military work within a set of preconceived<br />

and rigidly up-held beliefs to<br />

the extent of suppressing novelties that<br />

threaten to undermine those beliefs. A shift<br />

occurs when a sufficiently large number of<br />

anomalies accumulate to make a frontal<br />

assault on the existing paradigms successfully<br />

ultimately subverting the existing traditions of<br />

scientific practice in a given field”. Wanneer<br />

normalisering onder meer betekent<br />

het doorvoeren van het westerse<br />

democratische samenlevingsmodel in nietwesterse<br />

mankerende en gemankeerde<br />

staten dan zal dat altijd stuiten op<br />

(on)gewapende weerstand van (delen<br />

van) de te hulp geschoten en te repareren<br />

samenleving. Hardnekkig blijven streven<br />

naar de invoering van dat democratische<br />

model zal in de meeste gevallen leiden tot<br />

gewapend geweld en (militaire) generaties<br />

duren, waarbij een progressief oplopend<br />

kostenpatroon (inbegrepen slachtoffers<br />

bij alle betrokken partijen) eerder regel<br />

dan uitzondering is.<br />

In DEEL 3 wordt de vraag aan de orde<br />

gesteld waarom bij asymmetrische<br />

oorlogvoering de morele dimensie<br />

überhaupt in beschouwing genomen moet<br />

worden en in het verlengde daarvan in<br />

hoeverre de militaire leider de inhoud<br />

van IHL als richtlijn voor zijn beslissingen<br />

en acties moet blijven hanteren. De<br />

betrokken auteur concludeert dat “… we<br />

find that irregular warfare, both symmetric<br />

(irregular vs. irregular) and asymmetric<br />

(regular vs. irregular) is far more littered with<br />

examples of atrocity than regular warfare.”<br />

Militairen hebben het gevoel dat zij with<br />

one hand tied behind one’s back vechten,<br />

wat het risico verhoogt, de kans op succes<br />

verkleint en uit moreel oogpunt niet<br />

te verdedigen lijkt. De auteur vervolgt<br />

zijn relaas met “als bij asymmetrische<br />

oorlogvoering sprake is van morele<br />

asymmetrie, waarom moeten activiteiten<br />

van regulier optredende militairen nog<br />

steeds gereguleerd worden en kunnen<br />

militairen nog wel verantwoordelijk<br />

gesteld worden voor het resultaat van<br />

Carré 8 - 2010 pagina 30<br />

hun daden?”. Gelukkig concludeert hij<br />

dat die weg zeker niet ingeslagen moet<br />

worden. Lawfare – berechting voor daden<br />

die de beginselen van IHL schenden -<br />

voorkomt dat geciviliseerde westers<br />

georiënteerde staten geconfronteerd<br />

worden met wantoestanden waarop<br />

niemand in de westerse wereld zit te<br />

wachten. Bovendien kan een over the<br />

top reactie van militairen die de houding<br />

van de lokale bevolking kan verharden,<br />

daarmee worden voorkomen. Ter<br />

onderbouwing van die stellingname<br />

wordt een citaat van generaal Irwin<br />

aangehaald “No one, winner or loser, will<br />

survive unscathed as a moral being if he<br />

has engaged in bestiality” (verwijzend naar<br />

de gevolgen van de gevechten in en om<br />

Falluja in 2004). De vraag is in hoeverre<br />

die opmerking opgeld doet wanneer<br />

fog of war, frictions, klimatologische<br />

en geografische omstandigheden een<br />

helder beeld en inzicht in het verloop<br />

van gevechtshandelingen tegen een<br />

mobiele, moeilijk te identificeren<br />

tegenstander doorkruisen; slachtoffers<br />

aan eigen zijde toenemen en de militair<br />

“op de grond” in fracties van seconden<br />

beslissingen moet nemen die leven of<br />

dood van mensen bepalen. Bovendien is<br />

bestiality een kwalificatie die is gebaseerd<br />

op westerse normen en waarden; de<br />

irregulier optredende tegenstander zal,<br />

zo heeft de praktijk uitgewezen, een<br />

dergelijk resultaat als een alles bepalende<br />

overwinning toejuichen.<br />

In DEEL 3 komt ook de importantie<br />

van de militaire leider aan de orde. Een<br />

van de auteurs constateert dat “de<br />

importantie van concepten en doctrines<br />

verbleekt bij de invloed van leiders en het<br />

mislukken van een operatie vaak te wijten<br />

is aan het falen van de desbetreffende<br />

militaire leider”. Voor dat falen lijnt<br />

de auteur drie oorzaken op: gebrek<br />

aan besluitvaardigheid en integriteit;<br />

onvermogen om te communiceren en<br />

een tekort aan visie en ambitie. Sinds het<br />

verschijnen van de eerste strijdmacht zo’n<br />

5000 jaar geleden is het een ongeschreven<br />

militaire wetmatigheid dat de militaire<br />

leider de graadmeter voor het succes<br />

van militair vermogen is. Onder de<br />

huidige omstandigheden zijn de criteria<br />

waaraan de moderne militaire leider<br />

moet voldoen uitermate scherp aangezet:<br />

vermogen to command by persuasion;<br />

intellectuele lenigheid om unity of effort<br />

te genereren en militair pragmatisme<br />

voor de productie van de gewenste force<br />

agility 6) Dat houdt in ieder geval in dat<br />

in het opleidings- en vormingtraject de<br />

militaire leider duidelijk moet worden<br />

gemaakt dat de complexe realiteit van<br />

contemporaine veiligheid en operatieve<br />

omgeving dwingt tot een holistische<br />

benadering van de problematiek waarbij<br />

het accent moet worden gelegd op<br />

de politieke oriëntatie, samenwerking<br />

van militaire en niet-militaire actoren<br />

om een gemeenschappelijk door alle<br />

“spelers” in de operatieve ruimte<br />

geaccepteerd einddoel te realiseren<br />

en taken, verantwoordelijkheden en<br />

verplichtingen van de betrokken actoren<br />

helder en duidelijk zijn voor iedereen in<br />

de operatieve ruimte. De militaire leider<br />

moet begrijpen dat bij het “winnen van<br />

de vrede; het realiseren van structurele<br />

veiligheid en stabiliteit”, militair<br />

vermogen vaker een ondersteunende<br />

dan een dirigerende rol heeft en hij<br />

de draagkracht van die vaststelling<br />

moet kunnen vertalen in configuratie,<br />

takenpakket en ROE van het beschikbare<br />

militaire vermogen. Vanuit die invalshoek<br />

benaderd zullen beleidsbepalers moeten<br />

blijven bewaken dat werving en selectie<br />

criteria blijven voldoen aan de eisen<br />

van veiligheidomgeving en operatieve<br />

ruimte en inschatten wat de gevolgen<br />

voor het functioneren binnen een<br />

internationale reactie kunnen zijn als<br />

door een nadelige concurrentiepositie<br />

op de arbeidsmarkt niet de gewenste<br />

kwaliteit militaire leider kan worden<br />

geworven en ondanks inspanningen<br />

op opleiding, vorming, training en<br />

oefeningsgebied de gemiddelde kwaliteit<br />

onder het gewenste kwaliteitsniveau<br />

blijft. De (toekomstige) militaire<br />

leider zal a.d.v. vormende en culturele<br />

imperatieven de gewenste politieke<br />

antenne en beoordelingsvermogen<br />

m o e t e n o n t w i k ke l e n o m t e<br />

kunnen omgaan met onzekere,<br />

complexe, politiek gedomineerde,<br />

multidimensionele, multifunctionele<br />

multinationale en multiculturele<br />

gewelddadige gebeurtenissen. Militaire<br />

structuren moeten daarom niet<br />

alleen selectiecriteria herevalueren,<br />

maar ook wervingsprogramma’s;<br />

functieopbouw, loopbaanbeleid en<br />

beoordelingmechanismen en op leiding,<br />

vorming, educatie, training en oefeningcycli<br />

aan een grondige herziening<br />

onderwerpen.<br />

In DEEL 7 komt de kracht van de<br />

media aan de orde. Men wijst erop dat<br />

doorsnee mediabronnen het nieuws<br />

framen door specifieke facetten te<br />

accentueren met het doel een bepaalde


interpretatie te “promoten”. Het is<br />

teleurstellend dat het onderwerp niet<br />

in een breder perspectief, binnen het<br />

raamwerk van informatie-operaties,<br />

wordt behandeld. Wanneer verschillende<br />

auteurs constateren dat contemporaine<br />

operaties meer het karakter hebben<br />

gekregen van informatie-, inlichtingen-<br />

en misleidingoperaties en veel minder van<br />

een manoeuvre - en slijtage optreden,<br />

dan spelen niet-kinetische effecten en<br />

niet-letale instrumenten bij het realiseren<br />

van de militaire randvoorwaarde om<br />

een structurele niet-militaire oplossing<br />

te faciliteren een substantiële rol. De<br />

burgeroorlog in Bosnië heeft aangetoond<br />

dat samenlevingen en hun politieke en<br />

militaire leiders door media en PR-firma’s<br />

beïnvloed/gemanipuleerd kunnen worden<br />

en heeft bevestigd dat media entiteiten<br />

niet altijd geïnteresseerd zijn in de<br />

realiteit zoals die zich in het missiegebied<br />

afspeelt. Omdat zij onder tijdsdruk<br />

minuten moeten vullen en centimeters<br />

moeten produceren, laten zij zich m.n. als<br />

de individuele veiligheid in het geding is,<br />

in hun berichtgeving sneller leiden door<br />

schreeuwerige en sensationele formele<br />

en informele informatiebronnen dan door<br />

accurate, gecontroleerde informatie.<br />

Die asymmetrische informatie omgeving<br />

waarin “journalism of attachment” 7) ,<br />

Noten<br />

1) Die vaststelling wordt in de introductie onderbouwd. <strong>Kol</strong>oniale oorlogen uit de 19de<br />

en 20ste eeuw zijn vergelijkbaar met het militaire optreden in Afghanistan; zij werden<br />

en worden doordat ze “placed outside the scope and thus protection of the laws of<br />

war as developed by European nations which has Christianity as the common source<br />

of values (Michael Howard, „Whats is in a name; How to fight terrorism, 2002) onder<br />

de noemer “small resp. irregular wars” geschaard. Generaal Sir Michael Rose vergeleek<br />

de Amerikaanse vrijheidsoorlog uit de 18de eeuw met Operation Enduring Freedom in<br />

Irak, omdat men in beide gevallen de vastbeslotenheid en tactieken van de tegenstander<br />

weigerde te begrijpen.<br />

2) Industriële oorlogvoering waarbij slijten van materieel, krimp van personeelsvolume en<br />

verovering van gebied de belangrijkste doelstellingen zijn.<br />

3) Te vertalen als strijd tegen en niet als oorlog tegen.<br />

4) De andere zijn strijd tegen drugs, wapenproliferatie, mensenhandel, illegale handel in<br />

intellectueel vermogen, witwassen van zwart geld en milieu en demografische gevolgen<br />

van global warming.<br />

5) O.m. door voormalige tegenstanders te re-integreren en het pad van het dualisme,<br />

waarbij de andere partij het slechte, verderfelijke vertegenwoordigt, te verlaten<br />

6) Synergie van:<br />

- het vermogen om het gewenste resultaat op meer dan een manier te bereiken<br />

(flexibiliteit);<br />

- het vermogen om onder diverse omstandigheden en randvoorwaarden ondanks<br />

een breed scala aan opdrachten de gewenste effectiviteit te projecteren en<br />

behouden(robuustheid);<br />

- het vermogen om afgestemd op de realiteit op het juiste moment af te wijken van de<br />

geselecteerde optie om het resultaat te verbeteren(aanpassingsvermogen);<br />

- het vermogen om aan de hand van geleerde lessen nieuwe en verfrissende opties te<br />

definiëren om voordelen te creëren en te behouden(vindingrijkheid) en ten slotte<br />

“cult of victimhood” (onder het motto<br />

“ellende verkoopt, heroïek niet”) 8) en<br />

“accidental reporter (de burger die met<br />

zijn handy via internet voor militairen<br />

ongewenste informatie distribueert)<br />

nieuwe fenomenen zijn, heeft de militair<br />

de laatste jaren met de rug tegen de muur<br />

gedrongen. Door zich te beperken tot de<br />

constatering dat de media een niet-letaal<br />

“wapen” is, blijft het onduidelijk hoe de<br />

militair zich kan wapenen tegen de kracht<br />

van de media resp. hoe zij de media<br />

voor het behalen van succes kunnen<br />

benutten. Men had kunnen uitleggen hoe<br />

door middel van informatie-operaties<br />

de balans tussen kinetische en nietkinetische<br />

effecten gewaarborgd kan<br />

worden; het uitdragen van de gewenste<br />

politieke boodschap voortdurend<br />

afgestemd en getoetst kan worden op<br />

informatie van en door de media om een<br />

consistente boodschap door te geven<br />

aan geïdentificeerde doelgroepen in te<br />

repareren en nationale samenlevingen.<br />

De laatste jaren is het steeds duidelijker<br />

geworden dat militaire leiders nog te<br />

veel en te vaak in kinetische dimensies<br />

denken en doen, terwijl westerse<br />

gevoeligheden 9) juist dwingen tot het<br />

zoeken naar en vinden van niet-letale<br />

oplossingen. Binnen NATO baart de<br />

expertise met betrekking tot jointness/<br />

coherentie en informatiemanagement<br />

zorgen, maar die vallen in het niet bij<br />

het gebrek aan kennis en ervaring op het<br />

gebied van informatie-operaties. Niet alle<br />

NATO-commandanten op strategisch en<br />

operationeel niveau zijn ervan overtuigd<br />

dat in contemporaine operaties een<br />

op het campagne plan afgestemd<br />

informatieplan waarin de inzet van letale<br />

en niet-letale middelen in tijd, locatie en<br />

karakter zijn opgenomen om kinetische<br />

en niet-kinetische effecten te sorteren<br />

en richting geeft aan het streven om<br />

de gewenste militaire randvoorwaarde<br />

te bereiken, een belangrijke effecten<br />

multiplier is. Toch is dat zo 10) .<br />

“Training is een voorbereiding voor het<br />

voorspelbare toegespitst op specifieke taken;<br />

educatie, de verdieping en verbreding van het<br />

intellect, de versterking van de mentale en<br />

morele kracht, is de gewenste voorbereiding<br />

voor onzekerheid”<br />

Sir John Kiszely<br />

Hoewel het boek niet eenvoudig te lezen<br />

is en kennis en intellectuele bagage vergt,<br />

beantwoordt de inhoud aan de stelling<br />

die Sir John Kiszely 11) in 2005 poneerde.<br />

- het vermogen om op het juiste tijdstip op de juiste manier snel te reageren<br />

7) Ook wel genoemd pack resp. advocay journalism. Journalisten en reporters die een actieve<br />

rol spelen in het debat over de manier waarop een conflict volgens hun inzichten beëindigd<br />

kan en moet worden. Die mediavertegenwoordigers negeren bewust hun core-business – de<br />

onpartijdige intermediair tussen gebeurtenis en “kijker/luisteraar/lezer” – en kiezen en zijn<br />

partij in het conflict. Zij onderscheiden zich op drie manieren van de “neutrale/objectieve<br />

vertegenwoordiger”: partijdigheid, benadrukken of bagatelliseren van gebeurtenissen of<br />

uitspraken om hun eigen mening te ondersteunen en instrumental actualisation (selecteren<br />

van nieuwsbronnen die de eigen doelstelling onderbouwen/versterken). Ook in Nederland<br />

hebben journalisten zich daaraan schuldig gemaakt, zie Studie van Ruigrok, Schoenbach,<br />

Scholten, en De Ridder “Covering the Bosnian War: Journalism of Attachment in Dutch<br />

Papers”, 2006.<br />

8) Captain Roger Lee Crossland’s “Why Are Our Victims Our Only War Heroes?” Proceedings<br />

(U.S. Naval Institute, april 2004); Rich Lowrey “Where Are the Heroes?” National Review<br />

Online, 1 juli 2004).<br />

9) Voorkomen van bijkomende schade en slachtoffers onder onschuldige burgers; taboe<br />

op vernietiging van humanitaire symbolen als scholen en ziekenhuizen; vermijden van<br />

slachtoffers in de eigen rangen; handhaven van wettelijke en juridische regelgeving en de<br />

sterke neiging naar politieke correctheid.<br />

10) Tony Corn, artikel januari 2006 “World War IV As Fourth-Generation Warfare “, Hoover<br />

Institution :“US Beltway debates over the respective merits of hard vs. soft power invariably<br />

“misunderestimate” the importance of military soft power, be it called military diplomacy<br />

or security cooperation, and be it conducted at the multilateral level (the various NATO<br />

schools) or at the bilateral level.”<br />

11) De voormalige Directeur van de UK Defence Academy in Camberly schrijft daarover<br />

uitvoerig in zijn december 2005 artikel voor RUSI.<br />

Carré 8 - 2010 pagina 31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!