MortseLiterair Peter Thijs: Niet de huid alleen De door een ongeneeslijk schrijfvirus besmette Peter Thijs uit Mortsel verraste ons twee jaar geleden al met zijn verhalenbundel De Apollo <strong>van</strong> Belvédère. Deze voormalige docent Frans in achtereenvolgens Rwanda en Burundi (hij gaf zelfs op een verloren maandag les aan onze Mortselse SAMschool, Sint-Aloïsius Mortsel aan de E. Arsenstraat) schreef hierin zijn hoofdzakelijk Afrikaanse ervaringen met brio <strong>van</strong> zich af. Betweters beweren dat iedereen een verhaal of een boek kan schrijven. Een debuut. Maar een tweede? Wees er<strong>van</strong> overtuigd dat de messen <strong>van</strong> recensenten geslepen worden. “Wereldkampioen worden kan iedereen,” hoorde ik Rik Van Looy eens vertellen, “daar is vaak wat geluk bij nodig, een goeie dag, goeie benen, maar een tweede keer wereldkampioen worden: holala …” Dat geldt ook voor schrijvers. Ontwikkelingshelpers Voor zijn nieuw boek, Niet de huid alleen, ging Peter Thijs een stapje verder en waagde hij zich aan een langer verhaal, nog geen roman, maar een verhaal <strong>van</strong> een tachtigtal pagina’s, met als bloedmooie opdracht: à toi la main rêvée de mes quinze ans le rêve vécu de mes vingt ans ma femme maintenant Je verwacht een liefdesverhaal: vijftien jaar: de adolescent, twintig jaar: de droom die zich realiseert, de eindeloze liefde nadien: <strong>van</strong>daag. De titel alleen deed me warempel denken aan de debuutroman <strong>van</strong> Marc Andries uit Hove, in 1960 nog een adolescent, met Schaduw op de huid, die toen een schokgolf veroorzaakte. De ondertitel <strong>van</strong> het verhaal <strong>van</strong> Thijs, Niet de huid alleen, is Balans <strong>van</strong> een onevenwicht en die ondertitel wijst duidelijk op iets anders. De prachtige cover (opgelet: Real literature lovers never judge books by their covers!) verraadt dat Thijs in dit boek is weergekeerd naar zijn geliefde inspiratiebron Afrika. Meer zelfs: zijn personages zijn opnieuw ‘ontwikkelingshelpers’ die op de rode aarde <strong>van</strong> de Afrikaanse tropen worden gedropt. De centrale figuur is de 28-jarige Guy, burgerlijk ingenieur bouwkunde en ‘agent’ <strong>van</strong> de Belgische technische bijstand in B. (zal wel Burundi zijn …) In één volzin omschreven: “Een overdadige, donkerblonde haarbos, een dikke snor en blauwe kinderogen …” Guy trekt, voor wat de verwezenlijking moet worden <strong>van</strong> een diepgekoesterde droom, met kersverse vrouw Hilde (“… om kunstenaars te doen watertanden, zwarte haren, zwarte ogen, een schuivende zachte stem en een warme en glinsterende huid <strong>van</strong> tere blankheid …”) naar Centraal-Afrika. 28 Samen met hun negen maanden oude dochtertje nemen zij hun intrek in een leeg huis (“een nieuwe droom”) in een wijk die Thijs sarcastisch omschrijft als ‘La Belgique Joyeuse’. Landbouwexperten, taalkundigen, coöperanten (“een elitegroep <strong>van</strong> gestudeerden, op enkele sterk gesteunde humanioratwijfelaars na”) wonen en werken er met hun blanke vrouwen, die stikken <strong>van</strong> de kapsones, naast blanke vrijgezellen en hun zwarte concubines. Guy en Hilde gaan er hun vriend Karel opzoeken. Die doctoreerde in de geneeskunde toen Guy en Hilde in de eerste licentie zaten. Karel was na een kortstondige vriendschap naar Afrika getrokken <strong>van</strong>waar hij “sappige brieven” stuurde. Het was trouwens diezelfde Karel die Guy op het ABOS had geïntroduceerd, “zodat Guy geen nummer meer betekende en zijn jong dossier een wachtlijst <strong>van</strong> 27 was voorbijgestoken …” Diezelfde Karel zorgt als ingewijde ancien ook voor het nodige personeel: boy, tuinman en zamu. Of het stel op diezelfde Karel ook verder in het verhaal kan rekenen, is twijfelachtig: “Ik ben al zo dikwijls bedrogen uitgekomen dat ik weiger raadgevingen te verkopen. Jullie moeten het zelf maar ondervinden …” En dat doen Guy en Hilde. Met vallen en opstaan. Hoe het finaal met hen afloopt, verklappen we niet, het leesplezier ter wille. De ondertitel Balans <strong>van</strong> een onevenwicht verraadt een en ander. Getalenteerd versteller en sfeerschepper Hoe ook, net als in De Apollo <strong>van</strong> Belvédère ontpopt Thijs zich als een getalenteerde verteller en sfeerschepper, doorspekt met spitante dialogen en rake opmerkingen. En gelukkig ontbreekt enige moraliserende toon t. o. v. de houding <strong>van</strong> blanke hoerenjagers en zwarte profiteurs. Thijs lijkt te lijden aan wat vele Afrika-lovers kenmerkt: een dualiteit tussen dwepen met de natuur, het klimaat en de ongedwongenheid <strong>van</strong> de couleur locale en geborneerdheid en cynische, wrede ongevoeligheid in verband met de realiteit. Het wordt met beheerste, maar diepindringende wijze beschreven. Tot dusver beperkte Thijs zich tot het schrijven <strong>van</strong> dit leven <strong>van</strong> blanke coöperanten in zwart Afrika in levendige, betrouwbare herinnering. Hij schrijft vooral vlot, ongecompliceerd en mijdt (gelukkig) psychologisch inzicht. En hij doet iets nieuws: we ontdekken een gebied waarover bij mijn weten zelden of nooit in de Vlaamse literatuur geschreven is. Het uitheemse, het exotische, vindt men terug in vooral de reacties <strong>van</strong> het blanke op het gekleurde ras. De korte hoofdstukjes worden telkens voorafgegaan door cursieve overwegingen, gedateerd, en geschreven door Karel, zoals aan<strong>van</strong>kelijk ondertekend, maar nadien niet meer zo duidelijk. Af en toe waagt Thijs zich hierbij aan oneliners die niet zo origineel overkomen: Faire l’amour c’est mourir un peu à chaque reprise. Het afwisselend gebruik <strong>van</strong> verleden tijd en tegenwoordige tijd is wel verhelderend bedoeld, maar stoort bij de lectuur. Waarom Guy zijn verhaal niet in de ik-vorm laten vertellen? Hoe ook, Peter Thijs moet verder schrijven en zijn verhalen eens niet uit de Afrikaanse vergeetput blijven halen. Het mag, maar het mag geen obsessie worden. Heeft hij een filosofie of levenshouding? Uit zijn verhalen zoals we die tot dusver kennen, treedt een idealisering tot het doe-leven op de voorgrond, het leven <strong>van</strong> de pionier, de eenzame naar gemeenschap zoekende individualist. Thijs schrijft waardevol over mensen, in fraaie, heldere, persoonlijke taal. Houden zo. En nu aan de slag met een verhaal in de vorm <strong>van</strong> een roman! John Rijpens Niet de huid alleen. Balans <strong>van</strong> een onevenwicht, <strong>van</strong> Peter Thijs, uitg. Boekscout, Soest, Nederland, 2011, 89 pagina’s
KEURSLAGER VAN GIJSEL Hazeschransstraat 32 - 2650 Edegem - Tel. 03/449.64.50 - Fax 03/449.81.30 keurslagerij<strong>van</strong>gijsel@skynet.be - www.keurslager-<strong>van</strong>gijsel.be openingsuren: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 7u30-12u30 en 13u30-18u00, zaterdag: 7u30-12u30 en 13u30-17u00 DONDERDAG=VITAMINEDAG! -> ONTVANG GRATIS GROENTEN OF FRUIT! SPAARACTIE: MAART & APRIL Per aankoopschijf <strong>van</strong> €5 krijgt u een stempel, een volle spaarkaart geeft u recht op een GRATIS CARWASHBEURT! Een sterk team! 29 in samenwerking met GRATIS KLEURADVIES!* DOOR PROFESSIONEEL CONSULENTE *BIJ GOEDKEURING OFFERTE WORDT KOSTPRIJS KLEURADVIES TERUGBETAALD, ✃ OP VERTOON VAN DEZE ADVERTENTIE. VREDESTRAAT 162 | 2550 KONTICH | INFO@PAINTYOURDREAM.BE | <strong>04</strong>75 40 65 71 WWW.PAINTYOURDREAM.BE