Editie 04 van 2012 - t Periodiekske
Editie 04 van 2012 - t Periodiekske
Editie 04 van 2012 - t Periodiekske
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MortseLiterair<br />
Peter Thijs: Niet de huid alleen<br />
De door een ongeneeslijk schrijfvirus<br />
besmette Peter Thijs uit Mortsel<br />
verraste ons twee jaar geleden<br />
al met zijn verhalenbundel De<br />
Apollo <strong>van</strong> Belvédère. Deze voormalige<br />
docent Frans in achtereenvolgens<br />
Rwanda en Burundi (hij<br />
gaf zelfs op een verloren maandag<br />
les aan onze Mortselse SAMschool,<br />
Sint-Aloïsius Mortsel aan<br />
de E. Arsenstraat) schreef hierin<br />
zijn hoofdzakelijk Afrikaanse ervaringen<br />
met brio <strong>van</strong> zich af.<br />
Betweters beweren dat iedereen<br />
een verhaal of een boek kan<br />
schrijven. Een debuut. Maar een<br />
tweede? Wees er<strong>van</strong> overtuigd<br />
dat de messen <strong>van</strong> recensenten<br />
geslepen worden. “Wereldkampioen worden kan iedereen,” hoorde<br />
ik Rik Van Looy eens vertellen, “daar is vaak wat geluk bij<br />
nodig, een goeie dag, goeie benen, maar een tweede keer wereldkampioen<br />
worden: holala …”<br />
Dat geldt ook voor schrijvers.<br />
Ontwikkelingshelpers<br />
Voor zijn nieuw boek, Niet de huid alleen, ging Peter Thijs een<br />
stapje verder en waagde hij zich aan een langer verhaal, nog geen<br />
roman, maar een verhaal <strong>van</strong> een tachtigtal pagina’s, met als<br />
bloedmooie opdracht:<br />
à toi<br />
la main rêvée de mes quinze ans<br />
le rêve vécu de mes vingt ans<br />
ma femme maintenant<br />
Je verwacht een liefdesverhaal: vijftien jaar: de adolescent, twintig<br />
jaar: de droom die zich realiseert, de eindeloze liefde nadien:<br />
<strong>van</strong>daag. De titel alleen deed me warempel denken aan de debuutroman<br />
<strong>van</strong> Marc Andries uit Hove, in 1960 nog een adolescent,<br />
met Schaduw op de huid, die toen een schokgolf veroorzaakte.<br />
De ondertitel <strong>van</strong> het verhaal <strong>van</strong> Thijs, Niet de huid alleen, is<br />
Balans <strong>van</strong> een onevenwicht en die ondertitel wijst duidelijk op<br />
iets anders. De prachtige cover (opgelet: Real literature lovers never<br />
judge books by their covers!) verraadt dat Thijs in dit boek is<br />
weergekeerd naar zijn geliefde inspiratiebron Afrika.<br />
Meer zelfs: zijn personages zijn opnieuw ‘ontwikkelingshelpers’<br />
die op de rode aarde <strong>van</strong> de Afrikaanse tropen worden gedropt. De<br />
centrale figuur is de 28-jarige Guy, burgerlijk ingenieur bouwkunde<br />
en ‘agent’ <strong>van</strong> de Belgische technische bijstand in B. (zal wel Burundi<br />
zijn …) In één volzin omschreven: “Een overdadige, donkerblonde<br />
haarbos, een dikke snor en blauwe kinderogen …”<br />
Guy trekt, voor wat de verwezenlijking moet worden <strong>van</strong> een<br />
diepgekoesterde droom, met kersverse vrouw Hilde (“… om<br />
kunstenaars te doen watertanden, zwarte haren, zwarte ogen, een<br />
schuivende zachte stem en een warme en glinsterende huid <strong>van</strong><br />
tere blankheid …”) naar Centraal-Afrika.<br />
28<br />
Samen met hun negen maanden oude dochtertje nemen zij hun<br />
intrek in een leeg huis (“een nieuwe droom”) in een wijk die Thijs<br />
sarcastisch omschrijft als ‘La Belgique Joyeuse’. Landbouwexperten,<br />
taalkundigen, coöperanten (“een elitegroep <strong>van</strong> gestudeerden,<br />
op enkele sterk gesteunde humanioratwijfelaars na”) wonen<br />
en werken er met hun blanke vrouwen, die stikken <strong>van</strong> de kapsones,<br />
naast blanke vrijgezellen en hun zwarte concubines.<br />
Guy en Hilde gaan er hun vriend Karel opzoeken. Die doctoreerde<br />
in de geneeskunde toen Guy en Hilde in de eerste licentie zaten.<br />
Karel was na een kortstondige vriendschap naar Afrika getrokken<br />
<strong>van</strong>waar hij “sappige brieven” stuurde. Het was trouwens diezelfde<br />
Karel die Guy op het ABOS had geïntroduceerd, “zodat Guy<br />
geen nummer meer betekende en zijn jong dossier een wachtlijst<br />
<strong>van</strong> 27 was voorbijgestoken …”<br />
Diezelfde Karel zorgt als ingewijde ancien ook voor het nodige<br />
personeel: boy, tuinman en zamu. Of het stel op diezelfde Karel<br />
ook verder in het verhaal kan rekenen, is twijfelachtig: “Ik ben al<br />
zo dikwijls bedrogen uitgekomen dat ik weiger raadgevingen te<br />
verkopen. Jullie moeten het zelf maar ondervinden …”<br />
En dat doen Guy en Hilde. Met vallen en opstaan. Hoe het finaal<br />
met hen afloopt, verklappen we niet, het leesplezier ter wille. De<br />
ondertitel Balans <strong>van</strong> een onevenwicht verraadt een en ander.<br />
Getalenteerd versteller en sfeerschepper<br />
Hoe ook, net als in De Apollo <strong>van</strong> Belvédère ontpopt Thijs zich als<br />
een getalenteerde verteller en sfeerschepper, doorspekt met spitante<br />
dialogen en rake opmerkingen. En gelukkig ontbreekt enige<br />
moraliserende toon t. o. v. de houding <strong>van</strong> blanke hoerenjagers<br />
en zwarte profiteurs. Thijs lijkt te lijden aan wat vele Afrika-lovers<br />
kenmerkt: een dualiteit tussen dwepen met de natuur, het klimaat<br />
en de ongedwongenheid <strong>van</strong> de couleur locale en geborneerdheid<br />
en cynische, wrede ongevoeligheid in verband met de realiteit.<br />
Het wordt met beheerste, maar diepindringende wijze beschreven.<br />
Tot dusver beperkte Thijs zich tot het schrijven <strong>van</strong> dit leven <strong>van</strong><br />
blanke coöperanten in zwart Afrika in levendige, betrouwbare herinnering.<br />
Hij schrijft vooral vlot, ongecompliceerd en mijdt (gelukkig)<br />
psychologisch inzicht. En hij doet iets nieuws: we ontdekken<br />
een gebied waarover bij mijn weten zelden of nooit in de Vlaamse<br />
literatuur geschreven is. Het uitheemse, het exotische, vindt men<br />
terug in vooral de reacties <strong>van</strong> het blanke op het gekleurde ras.<br />
De korte hoofdstukjes worden telkens voorafgegaan door cursieve<br />
overwegingen, gedateerd, en geschreven door Karel, zoals aan<strong>van</strong>kelijk<br />
ondertekend, maar nadien niet meer zo duidelijk. Af en<br />
toe waagt Thijs zich hierbij aan oneliners die niet zo origineel<br />
overkomen:<br />
Faire l’amour<br />
c’est mourir un peu à chaque reprise.<br />
Het afwisselend gebruik <strong>van</strong> verleden tijd en tegenwoordige tijd is<br />
wel verhelderend bedoeld, maar stoort bij de lectuur. Waarom Guy<br />
zijn verhaal niet in de ik-vorm laten vertellen?<br />
Hoe ook, Peter Thijs moet verder schrijven en zijn verhalen eens<br />
niet uit de Afrikaanse vergeetput blijven halen. Het mag, maar het<br />
mag geen obsessie worden. Heeft hij een filosofie of levenshouding?<br />
Uit zijn verhalen zoals we die tot dusver kennen, treedt een<br />
idealisering tot het doe-leven op de voorgrond, het leven <strong>van</strong> de<br />
pionier, de eenzame naar gemeenschap zoekende individualist.<br />
Thijs schrijft waardevol over mensen, in fraaie, heldere, persoonlijke<br />
taal. Houden zo. En nu aan de slag met een verhaal in de<br />
vorm <strong>van</strong> een roman!<br />
John Rijpens<br />
Niet de huid alleen. Balans <strong>van</strong> een onevenwicht, <strong>van</strong> Peter Thijs,<br />
uitg. Boekscout, Soest, Nederland, 2011, 89 pagina’s