Pompen. - Wacker Neuson

Pompen. - Wacker Neuson Pompen. - Wacker Neuson

au.wackerneuson.com
from au.wackerneuson.com More from this publisher
10.09.2013 Views

De keuze van de juiste pomp is de kern van de zaak. Berekeningen vooraf helpen hierbij. Voor de keuze van de juiste pomp is meer nodig dan een blik op de prijs. De optimale belasting van een pomp is gebonden aan bepaalde factoren, die vooraf duidelijk moeten worden. Hiertoe behoren de gegevens m.b.t. de geschatte opvoercapaciteit, de snelheid waarmee het water moet worden weggepompt en informatie over de persleiding en de vaste deeltjes in het water. Pas met deze gegevens kan de ideale pomp worden uitgekozen. Vraag het ons. Wij helpen u graag bij het kiezen van de juiste pomp. 34_35 WACKER NEUSON POMPEN POMPBEREKENING Pompberekening

Uw weg tot de juiste pompkeuze. Een berekeningsvoorbeeld. VEREISTEN OPLOSSING 36_37 WACKER NEUSON POMPEN Gegeven zijn de volgende waarden: 1 Opvoercapaciteit Q = 5 l/s 2 Opvoermedium is zandhoudend vuil water 3 Geodetische hoogte (= hoogte die het opvoermedium omhoog gepompt moet worden) H = 4 meter geo 4 Lengte van de persleiding l = 20 meter 5 Materiaal van de persleiding is staal 6 Binnendiameter van de persleiding DN50 7 Geen ingebouwde delen zoals koppelstukken, bochten, afsluiters Welke pomp moet worden gekozen? 1 Voor zandhoudend vuil water is een stroomsnelheid van minimaal 2,5 m/s nodig. 2 Volgens de tabel m.b.t. de drukverliezen of de schema's van de drukverliezen treedt een wrijvingsverlies per 100 meter leiding op een hoogte van 21,66 meter bij een stroomsnelheid van 2,55 m/s. Deze waarde wordt verkregen door in de tabel het snijpunt tussen de waarden 5 l/s opvoercapaciteit en binnenwerkse leidingbreedte DN50 af te lezen. 3 De vastgestelde waarde op een hoogte van 21,66 meter moet nu door de regel van drieën naar de daadwerkelijke persleidingslengte (= 20 meter) worden omgerekend. Hiertoe moet de 21,66 meter door de factor 5 worden gedeeld en wordt het daadwerkelijke wrijvingsverlies van de persleiding op een hoogte van 4,332 meter verkregen. 4 Om de manometrische opvoerhoogte (= opvoerhoogte, die de pomp effectief moet overwinnen, zodat het opvoermedium kan worden weggepompt) van de pomp vast te stellen, moeten de waarde voor de geodetische hoogte en voor het wrijvingsverlies in de persleiding worden opgeteld. Zo wordt een manometrische opvoerhoogte verkregen H = 8,332 meter. mano 5 Met de vastgestelde waarden voor de manometrische opvoerhoogte en de gegeven opvoercapaciteit kan nu een geschikte pomp worden uitgekozen. Hiertoe worden de vermogenscurven van onze pompen gebruikt. De vermogenscurven zijn als volgt opgebouwd: de x-as is de opvoercapaciteit in de eenheid l/min. De y-as is de manometrische opvoerhoogte, die de pomp kan overwinnen. 6 Een geschikte pomp wordt gekozen door in het vermogensschema van de pompen de beide waarden (manometrische opvoerhoogte H = 8,332 meter en opvoercapaciteit Q = 5 l/s) in te voeren. mano 7 De pomp, die het dichtste bij het snijpunt ligt, is de juiste pomp voor deze toepassing. Als er twee pompen even ver van het snijpunt liggen, dan kunnen beide pompen worden gebruikt. De keuze van de „juiste“ pomp hangt van meer factoren af (bijv. reserve in de opvoerhoogte, reserve in de opvoercapaciteit of diameter van de aansluiting van de pomp). 8 In dit berekeningsvoorbeeld zijn de PS2 1503 en de PS3 1503 de ideale pompen voor deze toepassing. De slangpilaar van de pomp is voor de keuze van de geschikte pomp niet van belang. BEREKENINGSHULP Voor opvoermedia met vaste deeltjes zijn ter voorkoming van afzettingen minimaal de volgende stroomsnelheden nodig! Water normaal vervuild 1,0 m/s Water met zand (zanddeeltjes < 0,1 mm) 1,5 m/s Water met zand (zanddeeltjes < 0,6 mm) 2,5 m/s Water met kiezel 3,5 m/s Water met grove kiezel 4,0 m/s TOTALE POMPHOOGTE Meter 35 30 25 20 15 10 5 0 PS2 1503 PS2 2203 PS2 3703 PS3 1503 PS3 2203 PS3 3703 PS4 3703 l/min 0 250 500 750 1000 1250 1500 Pompberekeningen

Uw weg tot de juiste pompkeuze.<br />

Een berekeningsvoorbeeld.<br />

VEREISTEN<br />

OPLOSSING<br />

36_37 WACKER NEUSON POMPEN<br />

Gegeven zijn de volgende waarden:<br />

1 Opvoercapaciteit Q = 5 l/s<br />

2 Opvoermedium is zandhoudend vuil water<br />

3 Geodetische hoogte (= hoogte die het opvoermedium<br />

omhoog gepompt moet worden) H = 4 meter<br />

geo<br />

4 Lengte van de persleiding l = 20 meter<br />

5 Materiaal van de persleiding is staal<br />

6 Binnendiameter van de persleiding DN50<br />

7 Geen ingebouwde delen zoals koppelstukken, bochten,<br />

afsluiters<br />

Welke pomp moet worden gekozen?<br />

1 Voor zandhoudend vuil water is een stroomsnelheid van minimaal 2,5 m/s nodig.<br />

2 Volgens de tabel m.b.t. de drukverliezen of de schema's van de drukverliezen treedt een wrijvingsverlies<br />

per 100 meter leiding op een hoogte van 21,66 meter bij een stroomsnelheid van 2,55 m/s. Deze waarde<br />

wordt verkregen door in de tabel het snijpunt tussen de waarden 5 l/s opvoercapaciteit en binnenwerkse<br />

leidingbreedte DN50 af te lezen.<br />

3 De vastgestelde waarde op een hoogte van 21,66 meter moet nu door de regel van drieën naar de<br />

daadwerkelijke persleidingslengte (= 20 meter) worden omgerekend. Hiertoe moet de 21,66 meter door de<br />

factor 5 worden gedeeld en wordt het daadwerkelijke wrijvingsverlies van de persleiding op een hoogte van<br />

4,332 meter verkregen.<br />

4 Om de manometrische opvoerhoogte (= opvoerhoogte, die de pomp effectief moet overwinnen, zodat<br />

het opvoermedium kan worden weggepompt) van de pomp vast te stellen, moeten de waarde voor<br />

de geodetische hoogte en voor het wrijvingsverlies in de persleiding worden opgeteld. Zo wordt een<br />

manometrische opvoerhoogte verkregen H = 8,332 meter.<br />

mano<br />

5 Met de vastgestelde waarden voor de manometrische opvoerhoogte en de gegeven opvoercapaciteit kan nu<br />

een geschikte pomp worden uitgekozen. Hiertoe worden de vermogenscurven van onze pompen gebruikt.<br />

De vermogenscurven zijn als volgt opgebouwd: de x-as is de opvoercapaciteit in de eenheid l/min.<br />

De y-as is de manometrische opvoerhoogte, die de pomp kan overwinnen.<br />

6 Een geschikte pomp wordt gekozen door in het vermogensschema van de pompen de beide waarden<br />

(manometrische opvoerhoogte H = 8,332 meter en opvoercapaciteit Q = 5 l/s) in te voeren.<br />

mano<br />

7 De pomp, die het dichtste bij het snijpunt ligt, is de juiste pomp voor deze toepassing. Als er twee pompen<br />

even ver van het snijpunt liggen, dan kunnen beide pompen worden gebruikt. De keuze van de „juiste“ pomp<br />

hangt van meer factoren af (bijv. reserve in de opvoerhoogte, reserve in de opvoercapaciteit of diameter van<br />

de aansluiting van de pomp).<br />

8 In dit berekeningsvoorbeeld zijn de PS2 1503 en de PS3 1503 de ideale pompen voor deze toepassing. De<br />

slangpilaar van de pomp is voor de keuze van de geschikte pomp niet van belang.<br />

BEREKENINGSHULP<br />

Voor opvoermedia met vaste deeltjes zijn ter voorkoming van afzettingen<br />

minimaal de volgende stroomsnelheden nodig!<br />

Water normaal vervuild 1,0 m/s<br />

Water met zand (zanddeeltjes < 0,1 mm) 1,5 m/s<br />

Water met zand (zanddeeltjes < 0,6 mm) 2,5 m/s<br />

Water met kiezel 3,5 m/s<br />

Water met grove kiezel 4,0 m/s<br />

TOTALE POMPHOOGTE<br />

Meter<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

PS2 1503<br />

PS2 2203<br />

PS2 3703<br />

PS3 1503<br />

PS3 2203<br />

PS3 3703<br />

PS4 3703<br />

l/min 0 250 500 750 1000 1250 1500<br />

Pompberekeningen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!