10.09.2013 Views

Actieblad TEGEN DE KWAKZALVERIJ - Vereniging tegen de ...

Actieblad TEGEN DE KWAKZALVERIJ - Vereniging tegen de ...

Actieblad TEGEN DE KWAKZALVERIJ - Vereniging tegen de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4 september 1991 <strong>Actieblad</strong> <strong>tegen</strong> <strong>de</strong> Kwakzalverij<br />

HOMEOPATHIE BETER DAN VERWACHT?<br />

In februari 1991 werd <strong>de</strong> geneeskundige wereld verrast<br />

door een artikel over homeopathie van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

on<strong>de</strong>rzoekers J. Kleynen, P. Knipschild en G. ter<br />

Riet in het gerenommeer<strong>de</strong> medisch tijdschrift The<br />

British Medical Journal (BMJ). Ook buiten het medisch<br />

circuit bleef het stuk niet onopgemerkt. De Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

dagbla<strong>de</strong>n besteed<strong>de</strong>n er aandacht aan on<strong>de</strong>rkoppen als:<br />

"Homeopathie beter dan verwacht" en "Homeopathisch<br />

mid<strong>de</strong>l vaak werkzaam". Eén van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers<br />

liet zich in een interview verlei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong>, voor een<br />

wetenschapper merkwaardige, uitspraak dat hij thans<br />

voor 5% à 10% in homeopathie "gelooft".<br />

Vanwaar al <strong>de</strong>ze beroering?<br />

Homeopathie is een alternatieve behan<strong>de</strong>lmetho<strong>de</strong><br />

die gebaseerd is op een tweetal absur<strong>de</strong> uitgangspunten:<br />

1. Een ziekte is slechts te genezen door een mid<strong>de</strong>l dat,<br />

indien het wordt ingenomen door gezon<strong>de</strong> personen,<br />

verschijnselen veroorzaakt die lijken op het te behan<strong>de</strong>len<br />

ziektebeeld.<br />

2. Geneesmid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n pas werkzaam door ze,<br />

uitgaan<strong>de</strong> van een basissterkte, al schud<strong>de</strong>nd te verdunnen<br />

in stappen van tien of hon<strong>de</strong>rd tot uiterst<br />

geringe concentraties; ja, zelfs tot het mid<strong>de</strong>l geheel<br />

verdwenen is. Hierbij neemt men aan dat met het<br />

verdwijnen van <strong>de</strong> materie "<strong>de</strong> geest" van <strong>de</strong> stof<br />

overgaat op het oplosmid<strong>de</strong>l; hoe geringer <strong>de</strong> concentratie,<br />

hoe sterker <strong>de</strong> werkzaamheid.<br />

Al twee eeuwen lang wor<strong>de</strong>n goedgelovige patiënten<br />

met duizen<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze homeopathische preparaten<br />

behan<strong>de</strong>ld. Wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> werkzaamheid<br />

en eventuele bijwerkingen is echter slechts<br />

sporadisch verricht.<br />

Hoe gaat een on<strong>de</strong>rzoek in zijn werk?<br />

Voordat in <strong>de</strong> reguliere geneeskun<strong>de</strong> een geneesmid<strong>de</strong>l<br />

algemeen aanvaard wordt zijn er een aantal<br />

on<strong>de</strong>rzoekingen verricht naar <strong>de</strong> werkzaamheid en <strong>de</strong><br />

nevenwerkingen. Om betrouwbare resultaten op te<br />

leveren moet een <strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>rzoek volgens een<br />

bepaal<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n opgezet: Een zo groot<br />

mogelijk aantal, ten aanzien van enige relevante<br />

criteria goed vergelijkbare patiënten wordt in twee<br />

groepen ver<strong>de</strong>eld. Op één groep wordt <strong>de</strong> te on<strong>de</strong>rzoeken<br />

therapie toegepast terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, <strong>de</strong> controlegroep,<br />

een niet werkzaam mid<strong>de</strong>l krijgt, het<br />

placebo, dat in uiterlijk en smaak niet te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

is van het te on<strong>de</strong>rzoeken mid<strong>de</strong>l. Het lot<br />

bepaalt wie in welke groep wordt geplaatst. Aan<br />

patiënten noch on<strong>de</strong>rzoekers is bekend wie het placebo<br />

en wie het echte mid<strong>de</strong>l krijgt (dubbelblind).<br />

Dit laatste is van groot belang omdat farmacologisch<br />

niet actieve stoffen toch altijd enige invloed op<br />

<strong>de</strong> klachten hebben, het zogenaam<strong>de</strong> placebo-effect.<br />

Ook een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werking van wel actieve mid<strong>de</strong>len<br />

berust op placebowerking. De grootte van dit soms<br />

zeer sterke effect is in hoge mate afhankelijk van <strong>de</strong><br />

verwachting die patiënt en on<strong>de</strong>rzoeker van het mid<strong>de</strong>l<br />

hebben, wat uiteraard een goe<strong>de</strong> blin<strong>de</strong>ring noodzakelijk<br />

maakt. Als aan patiënten en/of on<strong>de</strong>rzoekers<br />

bekend is wie in <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> groep en wie in <strong>de</strong><br />

controlegroep zijn inge<strong>de</strong>eld, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> uitkomsten<br />

van het on<strong>de</strong>rzoek onbetrouwbaar. De verkregen<br />

resultaten wor<strong>de</strong>n tenslotte on<strong>de</strong>rworpen aan een<br />

statistische analyse, o.a. om na te gaan hoe groot <strong>de</strong><br />

kans is dat een eventueel verschil tussen behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

groep en controlegroep op toeval berust. Is <strong>de</strong>ze kans<br />

klein, in elk geval niet groter dan 5%, dan noemt men<br />

het resultaat statistisch significant.<br />

Een bedroevend slecht resultaat<br />

Zoals gezegd is <strong>de</strong>rgelijk gecontroleerd on<strong>de</strong>rzoek<br />

naar het effect van homeopathische mid<strong>de</strong>len schaars.<br />

Toch hebben Kleynen c.s. in een meer dan drie jaar<br />

duren<strong>de</strong> speurtocht door <strong>de</strong> medische wereldliteratuur<br />

hon<strong>de</strong>rdzeven van zulke studies tevoorschijn gebracht<br />

en beoor<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> hand van zeven kwaliteitscriteria.<br />

Elke trial kon in totaal hon<strong>de</strong>rd punten<br />

verdienen: voor <strong>de</strong> grootte van het aantal <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong><br />

patiënten, voor <strong>de</strong> zorgvuldigheid waarmee <strong>de</strong> vergelijkbaarheid<br />

van <strong>de</strong> groepen en <strong>de</strong> dubbelblin<strong>de</strong>ring<br />

waren verzekerd, voor <strong>de</strong> wijze waarop verslag was<br />

gedaan en voor nog enige an<strong>de</strong>re kwaliteitsaspecten.<br />

Het resultaat was bedroevend slecht. Eenennegentig<br />

van <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rdzeven studies vertoon<strong>de</strong>n zulke ernstige<br />

tekortkomingen dat ze min<strong>de</strong>r dan negenenvijftig<br />

punten behaal<strong>de</strong>n, waardoor <strong>de</strong> resultaten geen enkele<br />

conclusie toelieten. Van <strong>de</strong> overige zestien was niet één<br />

trial hon<strong>de</strong>rd punten waard en slechts twee verdien<strong>de</strong>n<br />

negentig punten. In één on<strong>de</strong>rzoek wer<strong>de</strong>n twee homeopathische<br />

mid<strong>de</strong>len met elkaar vergeleken. Verrassen<strong>de</strong>rwijs<br />

bleek in elf van <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong> vijftien<br />

studies het homeopathisch mid<strong>de</strong>l een statistisch significant<br />

gunstiger effect te hebben dan het placebo.<br />

Tot <strong>de</strong> vier waarin dit niet het geval was behoor<strong>de</strong> één<br />

van <strong>de</strong> beste on<strong>de</strong>rzoeken (negentig punten), het enige<br />

waaraan ook niet-homeopaten had<strong>de</strong>n meegewerkt.<br />

De rol van <strong>de</strong> z.g, publicatiebias<br />

Kleynen c.s. spreken hun verbazing uit over <strong>de</strong>ze<br />

onverwachte uitkomst en noemen een aantal factoren<br />

die ertoe kunnen hebben bijgedragen. Als voornaamste<br />

factor vermel<strong>de</strong>n ze <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> publicatiebias,<br />

het verschijnsel dat on<strong>de</strong>rzoeken met een negatief<br />

resultaat vaker niet ter publicatie wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n<br />

of vaker niet geplaatst wor<strong>de</strong>n dan on<strong>de</strong>rzoeken met<br />

een positief resultaat. Men moet hierbij be<strong>de</strong>nken dat<br />

bij een statistische significantie op het niveau van 5%<br />

<strong>de</strong> toevalskans op een positief resultaat nog tamelijk<br />

groot is.<br />

Daarom behoort een effectiviteitson<strong>de</strong>rzoek verschei<strong>de</strong>ne<br />

malen herhaald te wor<strong>de</strong>n voordat aan <strong>de</strong><br />

uitkomsten <strong>de</strong>finitieve conclusies kunnen wor<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>n.<br />

Publicatiebias speelt vooral een rol bij contro-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!