10.09.2013 Views

Blik vooruit - Vrije Universiteit Amsterdam

Blik vooruit - Vrije Universiteit Amsterdam

Blik vooruit - Vrije Universiteit Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

116


<strong>Blik</strong> <strong>vooruit</strong>:<br />

de toekomst van<br />

het onderwijs<br />

Hanna Kuijs<br />

en Jos Beishuizen<br />

117<br />

9


Ter afsluiting van dit boek richten we onze blik op de<br />

toekomst. Welke waarde heeft het gedachtegoed van<br />

de onderwijsvisie voor de toekomst van het onderwijs<br />

aan de VU? Docenten, studenten en bestuurders werden<br />

geïnterviewd over de vraag hoe het onderwijs er in de<br />

toekomst uit zou moeten zien. In het eerste deel van<br />

dit hoofdstuk beschrijven we belangrijke thema’s die in<br />

de interviews naar voren kwamen. In het tweede deel<br />

doet Jos Beishuizen, die in 2006 aan de wieg stond van<br />

de Onderwijsvisie VU, naar aanleiding van de interviews<br />

voorstellen voor een actualisering van de onderwijsvisie.<br />

118<br />

De VU spreekt zich uit…<br />

Hoe zou het onderwijs aan de VU er in 2020 uit moeten zien? Deze open vraag stelden we in interviews<br />

aan zeventien mensen uit verschillende geledingen van de VU: bestuurders, directeuren, docenten, docentopleiders<br />

en studenten van diverse faculteiten en diensten. Mensen die nauw betrokken waren bij<br />

het onderwijsvisieproject, of juist helemaal niet. Mensen die positief stonden tegenover de visie, maar<br />

juist ook zij die vraagtekens zetten. We spoorden iedereen aan de gedachten de vrije loop te laten.<br />

Er kwamen heel verschillende invalshoeken, thema’s en ideeën ter sprake. Sterke en zwakke punten<br />

van het huidige onderwijs. Uitdagingen, problemen en oplossingen. Sommige thema’s riepen vragen,<br />

dilemma’s en discussie op. Tegelijkertijd was er op het niveau van de uitgangspunten en doelstellingen<br />

een grote mate van overeenstemming.


Geïnterviewden<br />

Jeroen van Andel (Onderwijscentrum), Femke<br />

den Boer (Marketing en Communicatie), Lex Bouter<br />

(Rector Magnificus), Micha van Eeden (Economie<br />

en Bedrijfswetenschappen), Nellie Harms<br />

(Aard en Levenswetenschappen), Erna Klein Ikkink<br />

(Dienst Studentenzaken), Peter Kerkhof (Sociale<br />

Wetenschappen), Ingmar Leijen (Economie<br />

en Bedrijfswetenschappen), Anja Oskamp (Rechten),<br />

Carmen Peters (Onderwijscentrum), Doret<br />

de Ruyter (Psychologie en Pedagogiek), Sjoerd<br />

Sinke (Onderwijscentrum), Lizeth Sloot (Exacte<br />

Wetenschappen), Taede Sminia (oud Rector Magnificus),<br />

studente (Pedagogiek en Psychologie),<br />

Harmen Verbruggen (Economie en Bedrijfswetenschappen)<br />

en Joris van Wijk (Rechten).<br />

Uitgangspunten: kernwaarden van de VU<br />

Alle geïnterviewden baseren hun ideeën over de<br />

toekomst – expliciet of impliciet – op ideeën over<br />

waar de VU van oudsher voor staat en aspecten<br />

die behouden moeten blijven. Vaak refereerden<br />

ze aan kenmerken die zij ‘typisch VU’ vonden:<br />

maatschappelijke betrokkenheid, aandacht voor<br />

academische vorming en reflectie, focus op diversiteit<br />

en de filosofische, ethische en levensbeschouwelijke<br />

aspecten van onderwijs. Zij zien de<br />

VU als een universiteit die degelijk is en structuur<br />

biedt, die streeft naar persoonlijke aandacht voor<br />

studenten en waar belang wordt gehecht aan discussie<br />

over waarden en normen en het omzien<br />

naar elkaar. Deze aspecten vormen uitgangspunten<br />

voor een blik <strong>vooruit</strong>. Een bestuurder: ‘De VU<br />

heeft veel sterke kanten en die moeten we vooral<br />

niet kwijtraken.’<br />

Academisch burgerschap als doel<br />

De geïnterviewden dragen academisch burgerschap<br />

als doel van het onderwijs een warm hart<br />

toe. Daarbij denken ze aan het opbouwen van<br />

een kennisbasis, de ontwikkeling van een kritische<br />

geest en analytisch vermogen en het leren<br />

toepassen en ter discussie stellen van kennis.<br />

Maar ook aan de ontwikkeling van creativiteit<br />

en nieuwsgierigheid, die ten grondslag liggen<br />

aan innovatie. Een bestuurder: ‘De maatschappij<br />

heeft mensen nodig die niet langs één lijntje zijn<br />

opgevoed, maar juist geleerd hebben om vragen<br />

te stellen en ook oplossingen te verzinnen. En<br />

niet schromen om creatief te zijn en met wilde<br />

ideeën te komen.’ Academisch burgerschap heeft<br />

naast een intellectueel aspect ook een moreel aspect:<br />

verschillende geïnterviewden spraken over<br />

de maatschappelijke verantwoordelijkheid van<br />

academici; hun morele<br />

verplichting om bij te Een bestuurder: ‘Drie jaar is eigenlijk<br />

dragen aan het verbete- te kort voor de academische vorming<br />

ren van de samenleving. van studenten. Dat is proppen in een<br />

Een bestuurder: ‘Vroe- toch al overvol studieprogramma.<br />

ger noemden we dat no- Waarom breiden we de bachelor niet<br />

blesse oblige: studenten uit naar vier jaar? Dan kan dat ook<br />

moeten begrijpen dat een zelfstandig uitstroommoment<br />

als je de kans krijgt om zijn naar de arbeidsmarkt. En<br />

academische standing te kunnen studenten eerst gaan werken<br />

bereiken, dat niet alleen of nadenken wat ze willen en veel<br />

maar ten eigen voordele gerichter hun master kiezen.’<br />

strekt, maar dat je daarmee<br />

ook een extra maatschappelijke verantwoordelijkheid<br />

op je schouders neemt. Wij moeten studenten<br />

daar sensitief voor maken.’<br />

De geïnterviewden zijn het erover eens dat academische<br />

vorming een kernaspect van het onderwijs<br />

moet zijn om academisch burgerschap te ontwikkelen.<br />

Wel is het de vraag hoe dit praktisch moet<br />

worden ingevuld. Hierbij spelen het type en de<br />

omvang van de opleiding een belangrijke rol. De<br />

academische vorming van een politicoloog dient<br />

anders te worden ingevuld dan die van een scheikundige.<br />

En potentieel waardevolle werkvormen,<br />

119


120<br />

zoals dilemma gestuurd onderwijs, zijn bij grootschalige<br />

opleidingen soms lastiger te realiseren.<br />

Er zijn echter ook uitdagingen waar alle opleidingen<br />

mee te maken hebben. Drie hiervan werden<br />

in verschillende interviews genoemd:<br />

1 de voorbereiding van studenten op zowel wetenschap<br />

als praktijk;<br />

2 de connectie maken tussen wetenschap en samenleving;<br />

3 het versterken van interdisciplinariteit en de samenhang<br />

van het programma.<br />

We bespreken deze drie aandachtspunten hier<br />

achtereenvolgens.<br />

Voorbereiding op wetenschap en praktijk<br />

De VU leidt studenten op voor zowel wetenschappelijke<br />

functies als de (academische) beroepspraktijk.<br />

Er is overeenstemming over dat beide<br />

takken een plek moeten krijgen in het onderwijs<br />

en dat studenten het pad moeten kunnen kiezen<br />

dat het best aansluit bij hun ambities en talenten.<br />

Een docent: ‘In het onderwijs moet zowel aandacht<br />

zijn voor wetenschappelijke als voor maatschappelijke<br />

vragen.’<br />

Dit brengt echter een aantal dilemma’s met zich<br />

mee voor de invulling van het onderwijs. Beide<br />

richtingen vragen om verschillende competenties<br />

- en dus verschillend onderwijs. Welke doelen<br />

moet de VU centraal stellen? Geïnterviewden geven<br />

aan dat een grote meerderheid van de studenten<br />

niet kiest voor een carrière in het wetenschappelijk<br />

onderzoek (dat kan ook niet gezien<br />

de plaatsen die er zijn), maar dat de VU toch wetenschappelijke<br />

opleidingen wil en moet blijven<br />

bieden. Ook studenten die niet de wetenschap in<br />

gaan moeten onderzoek kunnen begrijpen, beoordelen<br />

en gebruiken. Zoals een bestuurder het<br />

verwoordde: ‘Onderzoek is een manier van kijken,<br />

die iedere academicus nodig heeft.’ Boven-<br />

dien moet de VU zich blijven onderscheiden van<br />

het hbo. Een docent: ‘Het hbo klopt aan de poort.<br />

De VU moet nadruk leggen op het academische<br />

en wetenschappelijke van haar opleidingen, laten<br />

zien wat ze meer biedt dan het hbo.’ Onderzoek<br />

moet daarom een centraal element van elke opleiding<br />

blijven.<br />

Connectie tussen onderwijs en samenleving<br />

vormgeven<br />

Verschillende geïnterviewden wijzen erop dat de<br />

VU de samenleving meer moet betrekken bij haar<br />

onderwijs. Als de VU streeft naar academische,<br />

maatschappelijk betrokken burgers moeten studenten<br />

tijdens hun opleiding in contact komen<br />

met de maatschappij, zo is de redenering. We<br />

moeten studenten voorbereiden op hun latere beroepspraktijk.<br />

Een docent: ‘Ze moeten weten wat<br />

er leeft in de samenleving om met innovatieve<br />

ideeën te komen en maatschappelijke bijdragen<br />

te kunnen leveren.’<br />

De VU moet daarom een breder en sterker netwerk<br />

vormen met de overheid, bedrijven en<br />

maatschappelijke organisaties waar studenten<br />

bijvoorbeeld praktijkopdrachten kunnen doen of<br />

stage kunnen lopen. De locatie van de VU op de<br />

Zuidas en in <strong>Amsterdam</strong> biedt hiervoor veel mogelijkheden.<br />

‘Als je streeft naar academische professionals,<br />

maar vooral ook burgers, dan moeten<br />

die mensen ook wel tussen de burgers en in de<br />

samenleving zijn en daar rondlopen. Je hebt <strong>Amsterdam</strong>,<br />

dat is echt een heel bijzondere stad,<br />

daar kun je zoveel mee doen. Je hebt een Zuidas<br />

met advocatenkantoren en met banken. Studenten<br />

kunnen veel leren door daar bezig te zijn.’<br />

Versterken interdisciplinariteit en samenhang<br />

In verschillende interviews kwam naar voren dat<br />

de academische beroepspraktijk een interdisci-


plinaire blik vergt. Academische burgers moeten<br />

over de grenzen van hun eigen vakgebied heen<br />

kunnen kijken om praktische en maatschappelijke<br />

kwesties aan te kunnen. ‘We moeten minder verkokerd<br />

kijken naar het eigen vakgebied, anders<br />

mis je veel van wat er buiten gebeurt, bijvoorbeeld<br />

op het gebied van innovatie. Je wilt toch dat<br />

studenten daarmee in aanraking komen?’<br />

De VU moet daarom interdisciplinariteit versterken:<br />

een combinatie van perspectieven is goed<br />

voor verbinding en verbreding. Dit betekent onder<br />

andere dat er meer samenwerking moet komen<br />

binnen faculteiten, zodat studenten in aanraking<br />

komen met verschillende disciplines en<br />

invalshoeken. Ook moeten studenten, meer dan<br />

nu het geval is, gestimuleerd en gefaciliteerd worden<br />

om vakken te volgen bij andere faculteiten.<br />

Tegelijkertijd is het voor de academische vorming<br />

belangrijk dat er meer aandacht komt voor samenhang<br />

in het studieprogramma. Studenten hebben<br />

nu soms nog het gevoel dat hun opleiding bestaat<br />

uit een verzameling losse vakken. Een student:<br />

‘Zorg dat een bachelor meer is dan dertig losse<br />

vakken, want zo voelde het voor mij wel...’<br />

Uitdagend, activerend en kleinschalig<br />

onderwijs<br />

Uit verschillende geledingen klinken geluiden dat<br />

het onderwijs aan de VU meer uitdagend en activerend<br />

moet zijn. ‘Ik kom naar de VU om uitgedaagd<br />

te worden, om het beste uit mezelf te<br />

halen. Daar word ik nu echt in teleurgesteld’, aldus<br />

een student. Docenten moeten zich inzetten<br />

om studenten te prikkelen en te betrekken bij het<br />

onderwijs. Als studenten actief met de stof aan<br />

de slag gaan, wordt hun nieuwsgierigheid geprikkeld<br />

en leren ze creatief en kritisch denken. De<br />

geïnterviewden leggen de nadruk op de rol van<br />

de docent: docenten moeten hun studenten betrekken<br />

en activeren, ook al zijn studenten uit<br />

zichzelf niet altijd gemotiveerd. Een docentopleider:<br />

‘Je kunt als docent niet denken ‘die studenten<br />

zijn ongemotiveerd, daar kan ik niets mee’. Je<br />

hebt als docent altijd de middelen in handen, jij<br />

moet actie ondernemen om te zorgen dat die studenten<br />

anders gaan reageren. En als jij je onderwijs<br />

zo maakt dat studenten daar betrokken bij<br />

zijn, gemotiveerd, dan heb je het goed gedaan.’<br />

Er zijn meer werkvormen nodig dan alleen het<br />

hoorcollege om uitdagend en activerend onderwijs<br />

te realiseren. Hoewel men het hoorcollege nog<br />

steeds waardevol vindt<br />

voor de overdracht van<br />

kennis, is er behoefte aan<br />

meer intensieve lesvormen,<br />

zoals kleinschalige<br />

werkgroepen. ‘Hoorcolleges<br />

voldoen niet om kennis<br />

kritisch te leren toepassen<br />

en creatief te leren<br />

denken. Hiervoor zijn<br />

echt intensievere, meer<br />

activerende werkvormen<br />

nodig’, zo zegt een docent.<br />

Een docent: ‘Waarom maken we het<br />

studiejaar niet korter en intensiever?<br />

Ik heb in Engeland gezien dat<br />

door een intensieve werkwijze er<br />

meer een communitygevoel onder<br />

studenten en docenten ontstaat. Dit<br />

is belangrijk voor de ontwikkeling<br />

van academisch burgerschap.<br />

Bovendien houden docenten op<br />

deze manier meer tijd vrij voor<br />

onderzoek.’<br />

Men vindt het bovendien belangrijk dat er persoonlijke<br />

aandacht is voor studenten. Studenten willen<br />

zich gezien en gekend voelen. Dit is nu, vooral bij<br />

grootschalige studies, te weinig het geval.<br />

Zoals een student van een grote opleiding aangaf:<br />

‘Nu zie je docenten alleen in de verte, en zij zien<br />

jou in de verte. Je kent elkaar niet, en je stapt<br />

daarom ook minder makkelijk met een vraag of<br />

probleem naar de docent.’<br />

Een probleem bij het streven naar kleinschalige<br />

werkvormen is dat dit bij grote opleidingen (met<br />

name in de eerste studiejaren) slechts beperkt te<br />

realiseren is.<br />

121


122<br />

Begin vanaf het begin<br />

Opvallend is dat de geïnterviewden benadrukken<br />

dat het eerste jaar cruciaal is voor de academische<br />

vorming van studenten. Er moet daarom<br />

hoog worden ingezet om studenten direct te activeren<br />

en te betrekken bij de opleiding, en hen zo<br />

snel mogelijk te laten ontdekken of ze de juiste<br />

studiekeuze hebben gemaakt.<br />

Studenten komen binnen met een zeer wisselende<br />

motivatie en inzet. Geïnterviewden vinden<br />

het daarom belangrijk om te werken aan de houding<br />

van studenten: er moet expliciet aandacht<br />

besteed worden aan wat we in een academische<br />

omgeving van studenten verwachten. ‘Je moet<br />

studenten wakker schudden en luiheid zo snel<br />

mogelijk afleren’, aldus een student. Docenten<br />

moeten zich inzetten om studenten in de juiste<br />

studiemodus te laten komen, door hen uit te dagen<br />

en eisen te stellen, maar ook door waar nodig<br />

begeleiding te bieden.<br />

Om studenten snel bij de voor hen juiste opleiding<br />

te krijgen en te motiveren, moet het eerste jaar<br />

een dwarsdoorsnede van de opleiding bieden en<br />

studenten in contact brengen met professionals.<br />

Studenten krijgen zo snel een beeld van de opleiding<br />

en wat ze ermee kunnen, en ontdekken of ze<br />

de juiste studie gekozen hebben. Een docent: ‘Je<br />

moet meteen aansluiten bij wat studenten motiveert<br />

om überhaupt naar de VU te komen.’ Dit is<br />

nu vaak onvoldoende het geval: opleidingen starten<br />

met algemene vakken, die studenten onvoldoende<br />

motiveren en geen representatief beeld<br />

geven van de opleiding.<br />

Verschillende geïnterviewden wijzen erop dat studenten,<br />

meer dan nu het geval is, direct serieus<br />

genomen moeten worden. Een docent: ‘Vanaf dag<br />

één moet je studenten zien als toekomstige academische<br />

collega’s, die moet je serieus nemen.<br />

Dan moet je gelijk hoog inzetten.’<br />

Een bestuurder deelt die mening: ‘Veel studenten<br />

komen binnen met talent en zin om te leren.<br />

Zij moeten vanaf het begin het idee krijgen dat<br />

ze onderdeel uitmaken van de academische gemeenschap.’<br />

Men vindt dat er vanaf het begin van<br />

de studie aandacht moet zijn voor wetenschappelijk<br />

onderzoek en de wetenschappelijke attitude.<br />

Studenten moeten bijvoorbeeld al meteen kritisch<br />

leren kijken en worden uitgedaagd om kennis ter<br />

discussie te stellen. Niet alleen kunnen studenten<br />

hiervan leren, het komt ook docenten ten goede.<br />

Een bestuurder: ‘Studenten zitten nog niet vastgebakken<br />

in een discipline. Ze hebben daardoor<br />

een frisheid en creativiteit waar docenten van<br />

kunnen en moeten profiteren!’<br />

Een belangrijke kanttekening bij investering in<br />

het eerste jaar is de grote uitval, met name bij<br />

grootschalige opleidingen zoals Rechten. Hier<br />

wordt in het eerste jaar vooral gewerkt met massale<br />

colleges. Een docent: ‘De studie zou interessanter<br />

worden als het onderwijs meer activerend<br />

en kleinschaliger zou zijn en als vanaf dag één<br />

grote vragen centraal stonden. Maar dit vraagt<br />

een investering die de moeite bijna niet waard is,<br />

omdat er zoveel studenten afvallen.’ De VU moet<br />

hierin afwegingen maken.<br />

Community of learners in het eerste jaar?<br />

Een belangrijke vraag in het kader van de onderwijsvisie<br />

is of de community of learners een plaats<br />

kan en moet krijgen in het eerste jaar. De meningen<br />

hierover lopen uiteen. Critici wijzen erop dat<br />

het studenten in het eerste jaar nog ontbreekt<br />

aan kennis en vaardigheden om onderzoek te<br />

doen naar vragen die voor onderzoekers relevant<br />

zijn. Zij vinden de community of learners meer<br />

iets voor latere studiefases. Een bestuurder: ‘In<br />

het begin is er nog geen sprake van gelijkwaardigheid<br />

tussen studenten en docenten, de basis


voor een community ontbreekt. Pas als je verder<br />

komt in het onderwijs kan de community of learners<br />

een plek krijgen.’<br />

Hoe iemand tegen de toepasbaarheid van communities<br />

of learners in het eerste jaar aankijkt, blijkt<br />

veel te maken te hebben met de interpretatie van<br />

het concept. De kanttekeningen van critici worden<br />

breed erkend, maar sommige geïnterviewden<br />

zien toch mogelijkheden, bijvoorbeeld door<br />

de community of learners vorm te geven als een<br />

meester-gezel systeem, of door aanpassing in de<br />

onderzoeksvragen die centraal staan. ‘De vragen<br />

kunnen in eerste instantie liggen op het grensvlak<br />

van de kennis van de student. Van daaruit kun je<br />

steeds verder opschuiven naar het grensvlak van<br />

de kennis van de wetenschap’, zo meent een docent.<br />

Een andere docent wijst erop dat een community<br />

of learners ook vorm kan krijgen doordat<br />

de docent in colleges zijn of haar eigen onderzoek<br />

bespreekt en vragen en dilemma’s hierbij ter<br />

discussie stelt: ‘Laat de docent voorbeeldmatig<br />

werken. Studenten kunnen op hun eigen niveau<br />

meedenken. Dit is leerzaam voor studenten, maar<br />

biedt de docent ook de mogelijkheid om te reflecteren<br />

op zijn werk.’<br />

De interpretatie en inzetbaarheid die geïnterviewden<br />

aan de community of learners toedichten, blijken<br />

onder andere afhankelijk van de omvang van<br />

de opleiding in kwestie. Zoals eerder genoemd<br />

is het bij grote studentenaantallen moeilijk om<br />

kleinschalig onderwijs vorm te geven. Bij grote<br />

studies worden de groepen kleiner naarmate de<br />

studie vordert. Een bestuurder: ‘Pas dan kun je<br />

echt iets doen met het idee van de community.’<br />

Excellentie en differentiatie<br />

Wanneer de geïnterviewden spreken over de toekomst<br />

van het onderwijs aan de VU komt het<br />

thema excellentie vaak naar voren. Geïnterviewden<br />

interpreteren excellentie hierbij niet alleen in<br />

termen van talent, maar vooral ook in termen van<br />

motivatie en instelling.<br />

Een directeur noemt dat excellentie als een mentaliteit:<br />

’Het gaat erom dat studenten het beste<br />

uit zichzelf halen, dat ze proberen boven zichzelf<br />

uit te stijgen.’<br />

De VU moet studenten hiertoe motiveren en eisen<br />

stellen, maar ook de nodige begeleiding bieden.<br />

Als een student bijzonder gemotiveerd is, moet<br />

de VU daarop inspelen. Bijvoorbeeld door extra<br />

werkgroepen of onderzoeksprojecten te bieden.<br />

Als de motivatie bij de<br />

student ontbreekt, moet<br />

de VU proberen deze op<br />

te wekken of aan te wakkeren.<br />

Een student: ‘Er<br />

wordt te veel uitgegaan<br />

van de intrinsieke motivatie<br />

van de student. Je<br />

moet studenten echt het<br />

gevoel geven dat ze het<br />

ergens voor doen.’<br />

Een bestuurder: ‘De VU zou meer<br />

een beroep moeten doen op<br />

studenten om elkaar te helpen: Je<br />

ziet in het eerste jaar al vrij snel<br />

welke studenten het zeker gaan<br />

halen. Waarom daag je die nou<br />

niet uit om hun medestudenten<br />

– die dat willen – gewoon te<br />

laten helpen? En dat moet je<br />

dan op een of andere manier<br />

stimuleren, waarderen, benoemen,<br />

je moet er iets voor teruggeven.<br />

Zo stimuleer je studenten om<br />

medeverantwoordelijkheid te nemen<br />

voor hun medestudenten en breng<br />

je mensen bij elkaar.’<br />

Men is het erover eens<br />

dat de VU studenten<br />

moet helpen een pad te<br />

kiezen dat aansluit bij<br />

hun interesses en capaciteiten.<br />

Veel geïnterviewden<br />

delen de studenten (expliciet of impliciet)<br />

onder in twee groepen: een grote groep gemiddelde<br />

studenten, die voornamelijk studeert om<br />

een diploma te halen en weinig betrokkenheid<br />

voelt bij de VU (de ‘grote bulk’) en een kleine<br />

groep betrokken, gemotiveerde studenten.<br />

Dit onderscheid leidt tot een fundamentele vraag:<br />

op wie moet het onderwijs aan de VU gericht zijn?<br />

Gaat de VU voor de grote bulk of richt ze zich<br />

123


124<br />

op de gemotiveerde groep – met het risico dat<br />

een grote groep studenten dan zal afhaken? Verschillende<br />

geïnterviewden geven aan dat de VU<br />

zich vooral moet richten op de grote massa. Een<br />

bestuurder: ‘Je moet de massa proberen te motiveren<br />

het beste uit zichzelf te halen door hen uit<br />

te dagen en eisen te stellen.’ Dit betekent dat de<br />

VU zich niet alleen moet richten op topstudenten,<br />

maar juist ook aandacht moet hebben voor de gemiddelde<br />

student.<br />

Men benadrukt dat de VU hierbij wel een minimumniveau<br />

moet bewaken: als een student het<br />

academische niveau niet aankan of zich niet<br />

voldoende wil inzetten is hij niet op zijn plaats<br />

aan de VU. In verschillende interviews kwamen<br />

twijfels naar voren over of de huidige studenten<br />

aan het gewenste niveau voldoen. ‘Hiermee degradeer<br />

je het onderwijs’, aldus een student. Ook<br />

moet de excellente student niet uit het oog worden<br />

verloren: ‘Gemotiveerde studenten worden in<br />

het huidige onderwijs teleurgesteld. De lat ligt te<br />

laag, uitdaging ontbreekt.’<br />

Men wijst op differentiatie als middel om het onderwijs<br />

zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij<br />

verschillende groepen studenten. Een docent: ‘Je<br />

moet studenten uitdagen en begeleiden op het<br />

niveau waar ze op dat moment aan toe zijn.’ Differentiatie<br />

is hiermee enerzijds een manier om<br />

excellentie een plaats te geven (bijvoorbeeld in<br />

extra werkgroepen, honoursprogramma’s en selectieve<br />

masters), maar biedt anderzijds ook mogelijkheden<br />

voor de ondersteuning van studenten<br />

die dat nodig hebben.<br />

Kwaliteit van de docent<br />

Docenten spelen een centrale rol in onderwijskwaliteit,<br />

zo benadrukken velen. Als de VU haar<br />

onderwijs wil verbeteren, moet de focus liggen<br />

op de docent. Uit alle geledingen klinkt een roep<br />

om meer aandacht voor de kwaliteit, scholing en<br />

waardering van docenten.<br />

Selectie kan de kwaliteit van docenten direct beinvloeden.<br />

Geïnterviewden benadrukken dat een<br />

goed onderzoeker niet vanzelfsprekend een goed<br />

docent is. Een docent: ‘Onderwijs geven is echt<br />

een vak, een moeilijk vak.’ Niet iedereen ambieert<br />

een rol als docent en niet iedere medewerker is<br />

hiervoor even geschikt. Hier zou meer rekening<br />

mee gehouden moeten worden bij de interne<br />

taakverdeling.<br />

Docenten worden niet of zeer beperkt voorbereid<br />

op hun onderwijstaken. Men gaat er te makkelijk<br />

vanuit dat mensen met kennis van zaken ook in<br />

staat zijn goed onderwijs te geven. Een docentopleider:<br />

‘Veel mensen gaan voor een groep staan<br />

zonder dat ze enige pedagogische of didactische<br />

bagage hebben. Dan grijp je al snel terug op wat<br />

je weet en wat je eerder hebt gezien. We komen<br />

uit een cultuur van overdracht. Daar blijven docenten<br />

dan ook vaak in hangen.’ Professionalisering<br />

is nodig om het repertoire van docenten te<br />

verbreden en hen voor te bereiden op het geven<br />

van uitdagend en activerend onderwijs.


Naast aandacht voor selectie en professionalisering<br />

is ook de waardering van docenten van belang.<br />

Geïnterviewden zetten vraagtekens bij de<br />

huidige situatie, waarin de onderzoeksrol van medewerkers<br />

centraal staat en onderwijs geven veelal<br />

iets is wat ze ernaast doen. Docenten zijn voor hun<br />

beoordeling en carrière (vrijwel) volledig afhankelijk<br />

van onderzoeksprestaties. Docenten die zich<br />

willen richten op onderwijs hebben weinig carrièremogelijkheden.<br />

Daarnaast worden hun prestaties<br />

op onderwijsgebied onvoldoende beloond.<br />

‘Onderwijs moet geen minderwaardige keuze zijn’,<br />

aldus een bestuurder.<br />

Een terugkerend thema in de discussie over onderwijs-<br />

en docentkwaliteit is de verhouding tussen<br />

onderwijs- en onderzoekstaken van medewerkers.<br />

Moet een docent per definitie ook actief<br />

zijn als onderzoeker om goed academisch onderwijs<br />

te kunnen geven? Enerzijds wijzen mensen<br />

erop dat de meerwaarde van een universiteit zit<br />

in de koppeling van onderwijs en onderzoek. Een<br />

docent: ‘Docenten moeten die koppeling ook in<br />

hun onderwijs kunnen maken.’ Een strikte scheiding<br />

tussen beide is daarom niet wenselijk: men<br />

is het erover eens dat iedere docent een basis<br />

moet hebben in onderzoek en deze moet onderhouden.<br />

Dit betekent volgens veel geïnterviewden<br />

echter niet perse dat een docent actief moet<br />

zijn als onderzoeker. Een docent: ‘Betrokkenheid<br />

bij onderzoek kan bijvoorbeeld ook betekenen<br />

dat de docent de literatuur intensief bijhoudt en<br />

deelneemt aan discussies binnen de vakgroep.’<br />

Een docent moet vooral de kennis en vaardigheden<br />

die horen bij het doen van onderzoek goed<br />

kunnen overbrengen.<br />

Het belang van een VU visie op onderwijs<br />

Hoewel de ideeën over goed onderwijs en invulling<br />

van de onderwijsvisie verschillen, is men het<br />

erover eens dat de VU prioriteit moet geven aan<br />

onderwijskwaliteit. ‘Onderwijs is de kurk waar we<br />

op drijven. Ons bestaans-<br />

recht is erop gebaseerd’,<br />

aldus een bestuurder. De<br />

VU moet keuzes durven<br />

maken en zich sterker<br />

profileren ten opzichte<br />

van andere universiteiten<br />

en hogescholen. Een<br />

andere bestuurder: ‘Stu-<br />

Een bestuurder: ‘De VU moet<br />

haar kwaliteit zichtbaar maken<br />

in gebouwen, infrastructuur en<br />

faciliteiten. Dit draagt bij aan een<br />

beeld dat gevoed wordt door de<br />

inhoud. Laat zien dat je onderwijs<br />

belangrijk vindt!’<br />

denten zullen steeds bewuster gaan kiezen voor<br />

een universiteit en hogere eisen gaan stellen, zeker<br />

als ze meer gaan betalen voor hun studie.’<br />

Een duidelijke visie op onderwijs draagt bij aan<br />

het onderscheidende karakter van de VU. Geïnterviewden<br />

benadrukken dat de VU moet vasthouden<br />

aan sterke punten in haar visie en (nog)<br />

concreter moet maken hoe het onderwijs daadwerkelijk<br />

in die richting ontwikkeld kan worden.<br />

En de VU moet minder bescheiden zijn. Of zoals<br />

een bestuurder het zegt: ‘We schreeuwen niet<br />

hard genoeg. We zijn goed, maar we moeten die<br />

kwaliteit ook durven uitdragen.’<br />

125


126<br />

Jos Beishuizen blikt <strong>vooruit</strong><br />

Jos Beishuizen stond in 2006, samen met James Kennedy, aan de wieg van de onderwijsvisie van de VU.<br />

Geïnspireerd door de interviews hierboven, geeft hij zijn blik op de toekomst van de onderwijsvisie. Hij<br />

richt zich hierbij met name op het eerste studiejaar van de bachelor. Dat is niet voor niets: het eerste<br />

opleidingsjaar blijkt doorslaggevend te zijn voor studiesucces in de bachelor als geheel (Onderwijsraad,<br />

2008). In het eerste jaar moeten we, zoals de geïnterviewden aangaven, de academische toon<br />

direct zetten en werken aan academische vorming.<br />

Actualisering van kernwaarden<br />

Het beeld van de VU dat uit de interviews naar<br />

voren komt, weerspiegelt breed gedragen ideeen<br />

over waar de VU voor staat: een instelling die<br />

academische vorming hoog in het vaandel heeft<br />

staan met aandacht voor filosofische, ethische en<br />

levensbeschouwelijke vragen. De VU als instelling<br />

die veel waarde toekent aan maatschappelijke betrokkenheid.<br />

Een instelling die zijn plaats in de<br />

moderne samenleving met al zijn culturele diversiteit<br />

kent. Waar begrippen als structuur, degelijkheid<br />

en persoonlijke aandacht voor studenten<br />

nog steeds op waarde worden geschat. De VU als<br />

academisch rustpunt in een samenleving waarvan<br />

het maatschappelijk middenveld steeds meer lijkt<br />

te verdwijnen. Het zou mijns inziens goed zijn om<br />

die klassieke waarden met elkaar nog eens goed<br />

te onderstrepen, in plaats van steeds te zoeken<br />

naar nieuwe slogans en kenmerken.<br />

In de interviews worden ook nieuwe accenten gelegd<br />

en aandachtspunten aangehaald. Men onderstreept<br />

de waarde van de voorbereiding op de<br />

academische beroepspraktijk met meer verve dan<br />

vroeger het geval was. We moeten meer inhoud<br />

geven aan onze connectie met de samenleving.<br />

Bredere en sterkere netwerken met de overheid,<br />

bedrijven, maatschappelijke organisaties en de<br />

Zuidas. Onze rector Lex Bouter vat het bondig<br />

samen: ‘Die maatschappelijke problemen, die vormen<br />

ons kompas.’ Verder wordt steeds meer waarde<br />

toegekend aan interdisciplinariteit. De academische<br />

beroepspraktijk vergt een interdisciplinaire<br />

blik. Daarom moet er meer samenhang komen in<br />

het studieprogramma, met een focus op big ideas<br />

en meer samenwerking tussen studenten. Tenslotte<br />

legt men nadruk op excellentie als mentaliteit.<br />

Dat is een benadering die het ‘streven omhoog<br />

voor alle studenten’ positief waardeert, passend<br />

bij de oude emancipatiegedachte van de VU. Samengevat<br />

onderscheid ik deze drie accenten:<br />

1 belang van voorbereiding op de academische<br />

beroepspraktijk;<br />

2 interdisciplinariteit;<br />

3 excellentie als mentaliteit.<br />

Deze accenten kunnen we beschouwen als een<br />

hedendaagse vertaling van de kernwaarden die<br />

de VU vanouds hebben getypeerd. Geen breuk<br />

met het verleden, maar wel een actualisering.<br />

Actualisering van de onderwijsvisie<br />

Wat betekent actualisering van de kernwaarden<br />

van de VU voor de onderwijsvisie? De geïnterviewden<br />

scherpen de visie aan:<br />

• De hoofdvragen en kernbegrippen van het vakgebied<br />

blijven leidend, maar met aandacht voor<br />

interdisciplinariteit en integratieve opdrachten.


• Het is belangrijk dat studenten vertrouwd raken<br />

met onderzoek en werken als academisch<br />

professional. Men ziet een onderzoekende houding<br />

daarbij als basishouding. Maar er moet<br />

meer aandacht zijn voor de academische beroepspraktijk<br />

buiten het wetenschappelijk onderzoek.<br />

Het is belangrijk om verbindingen te<br />

leggen met die beroepspraktijk door studenten<br />

ook in de bachelorfase in een leermeester-gezel<br />

model al te laten werken aan authentieke problemen.<br />

• Reflectie, dialoog en zelfstandig oordelen blijven<br />

behoren tot het visitekaartje van de VU.<br />

• Talent en ambities worden belangrijk gevonden,<br />

maar dan vooral in een streven om excellentie<br />

als mentaliteit te stimuleren, en daarbij<br />

de kansen te benutten die de diversiteit van<br />

culturen op onze campus biedt.<br />

Eigenlijk presenteren de geïnterviewden een<br />

optimistisch beeld, dat leidt tot een verdere accentuering<br />

in de onderwijsvisie: vanuit de onderzoekende<br />

houding meer aandacht voor een interdisciplinaire<br />

benadering van problemen uit de<br />

academische beroepspraktijk. De geactualiseerde<br />

onderwijsvisie zou je in één zin als volgt kunnen<br />

samenvatten: Op VU als academische gemeenschap<br />

ontmoeten studenten vanuit uiteenlopende<br />

culturen en disciplines elkaar, werken ze samen<br />

met ambitie als mentaliteit en ontwikkelen ze onder<br />

leiding van inspirerende docenten kennis en<br />

vaardigheden om in wetenschap en maatschappij<br />

problemen op te lossen.<br />

Uitvoerbaarheid van de onderwijsvisie in het<br />

financiële klimaat<br />

De harde realiteit van de bezuinigingen waarmee<br />

we in 2010 worden geconfronteerd lijkt de optimistische<br />

visie van de geïnterviewden in de weg<br />

te staan. Het draait momenteel primair om kos-<br />

teneffectiviteit, efficiënter onderwijs en rendementsverhoging.<br />

Een zwartkijker zou de conclusie<br />

kunnen trekken dat de VU elke poging om een<br />

onderwijsvisie te realiseren heeft afgezworen.<br />

Constructiever is het om ons af te vragen hoe we<br />

onze hierboven aangescherpte ambitie om een<br />

academische gemeenschap te worden, gaan realiseren<br />

onder dit ongunstige gesternte.<br />

Ik wil daaraan graag een bijdrage leveren door<br />

een eerste aanzet te doen met vijf voorstellen:<br />

• Zorg voor adequate voorbereiding op de studie<br />

via het aansluitingsprogramma vwo-VU en een<br />

summer university voor alle studenten die dat<br />

nodig hebben. Breng in dit traject excellentie<br />

als mentaliteit aan.<br />

• Begin het eerste jaar met academische verkenningen.<br />

Grijp de studenten meteen bij hun lurven.<br />

• Bied na de eerste academische verkenningen<br />

onderwijs in twee intensiteiten aan: de reguliere<br />

opleiding en de intensieve opleiding.<br />

• Selecteer niet alleen studenten maar ook docenten<br />

voor de intensieve opleiding.<br />

• Richt begeleiding op een juist studieadvies<br />

(stoppen of doorgaan) uiterlijk aan het eind van<br />

het eerste jaar.<br />

De vijf voorstellen vormen samen een keten van<br />

oriëntatie, begeleiding en selectie in het eerste<br />

bachelorjaar, die uitmondt in het bindend studieadvies.<br />

Een eerste uitwerking<br />

voor de toekomst<br />

Zorg voor adequate voorbereiding op de<br />

studie<br />

De voorbereiding op een universitaire studie begint<br />

voor de meeste studenten in het vwo. Het<br />

127


128<br />

Aansluitingsprogramma vwo-VU biedt studenten<br />

de gelegenheid om zich te oriënteren op de academische<br />

studie.<br />

We bieden oriëntatie en ondersteuning van het<br />

keuzeproces voor vwo-leerlingen van de zogenoemde<br />

kernscholen van de VU. Dit zijn scholen<br />

waarmee we in het kader van de universitaire<br />

lerarenopleidingen banden hebben en scholen<br />

waarvan vanouds veel leerlingen aan de VU gaan<br />

studeren. We bieden ook ondersteuning voor iedereen<br />

die de VU via de website of langs andere<br />

wegen benadert om zich te oriënteren op een<br />

vervolgstudie. Met deze geselecteerde groep van<br />

studenten voeren we studiekeuzegesprekken om<br />

de keuze zowel voor de leerling als voor de instelling<br />

zo goed mogelijk te laten verlopen.<br />

De volgende schakel is de summer university: tot<br />

nu toe bedoeld voor studenten van wie de ouders<br />

geen hoger onderwijs hebben genoten, maar<br />

wellicht een nuttige eerste trede op de academische<br />

ladder voor alle eerstejaars studenten. Als<br />

dat laatste het geval is, dan neemt de summer<br />

university de plaats in van de huidige kennismakingsweek.<br />

Belangrijke onderwerpen, die in de<br />

experimentele summercourse van 2010 centraal<br />

stonden:<br />

• de persoonlijke levensgeschiedenis;<br />

• de empirische cyclus als basis voor academisch<br />

onderzoek en academische reflectie;<br />

• de ontmoeting met de universiteit en met medestudenten.<br />

Daar kunnen we de ontmoeting met de eigen studierichting<br />

aan toevoegen. In de summercourse<br />

moet ambitie als mentaliteit een eerste krachtige<br />

impuls krijgen.<br />

Begin met academische verkenningen<br />

Uit de interviews blijkt dat veel waarde wordt gehecht<br />

aan een goed begin van de bacheloroplei-<br />

ding. Laat studenten vanaf dag één ervaren dat<br />

het menens is met de academische vorming. Het<br />

is goed om studenten meteen te betrekken bij de<br />

kern van onze primaire processen: kennisontwikkeling<br />

volgens academische mores. Daarom krijgen<br />

studenten gedurende het eerste semester<br />

een intensieve cursus Academische verkenningen,<br />

vergelijkbaar met de cursus die nu bij de Faculteit<br />

Bewegingswetenschappen aan een kleine 300 eerstejaars<br />

wordt gegeven, en waarvan de opbrengst<br />

zorgvuldig wordt onderzocht (zie ook hoofdstuk 7<br />

van dit boek). Het gaat in deze cursus om:<br />

1 kennismaking met het vakgebied; zowel het onderzoek<br />

als de beroepspraktijk;<br />

2 kennismaking met de wetenschap; zowel academische<br />

mores als academische oordeelsvorming;<br />

3 begeleiding in groepen van ongeveer 10 studenten.<br />

De cursus eindigt aan het eind van het eerste semester.<br />

Het belang van een goed begin is duidelijk:<br />

de academische toon wordt gezet, de kennismaking<br />

is persoonlijk en intensief en alle studenten<br />

ervaren wat intensief onderwijs van hen vraagt qua<br />

tijdsbesteding en intellectueel niveau.<br />

De ontmoeting tussen culturen wordt meteen bij<br />

het begin van de bacheloropleiding ingezet. Het<br />

gaat dan zowel om de ontmoeting met de diversiteit<br />

aan culturen van de eerstejaars studenten als<br />

de ontmoeting met de academische cultuur.<br />

Onderwijs in twee intensiteiten<br />

Een studieonderdeel als het Innovatieproject Energie<br />

(zie hoofdstuk 2 van dit boek) is misschien<br />

een prototypisch voorbeeld van de implementatie<br />

van de onderwijsvisie waarover dit boek verslag<br />

uitbrengt, maar het kan vanwege de hoge kosten<br />

per studiepunt geen prototype van het onderwijs<br />

aan de VU zijn. En dat is ook niet wenselijk. Vari-


atie in onderwijsvormen, afgestemd op de doelen<br />

van het curriculum, komt het beste tegemoet aan<br />

de diversiteit in studiegewoonten van studenten.<br />

Maar misschien is het mogelijk om de huidige<br />

praktijk van grote bacheloropleidingen te verbreden,<br />

zoals nu gebeurt in de bacheloropleiding<br />

Rechten. Laat studenten kiezen voor regulier of<br />

intensief onderwijs. Het reguliere onderwijs vindt<br />

plaats in grote eenheden met beperkte aandacht<br />

per student maar met volledig uitzicht op een bachelordiploma<br />

en met zoveel uitdaging en inspiratie<br />

als in grote groepen mogelijk is. Studenten<br />

die meer willen, kunnen kiezen voor intensief onderwijs:<br />

in kleine groepen, met extra uitdagende<br />

opdrachten en mogelijkheden voor de ontwikkeling<br />

van talent. Studenten maken in eerste instantie<br />

zelf een keuze tussen beide onderwijsvormen.<br />

Voor toegang tot de intensieve vorm vindt daarnaast<br />

selectie plaats. Faculteiten kunnen met de<br />

beschikbare bekostigingsmodellen precies uitrekenen<br />

hoeveel intensief onderwijs ze voor hoeveel<br />

studenten kunnen realiseren.<br />

Selecteer docenten voor het intensieve<br />

onderwijs<br />

Niet alleen studenten maar ook docenten moeten<br />

geselecteerd worden om deel te nemen aan<br />

het intensieve onderwijs. Het vergt ook van docenten<br />

een ambitieuze houding om in intensief<br />

onderwijs een goede rol te spelen. Selectie moet<br />

plaatsvinden op basis van bewezen didactische<br />

kwaliteiten en motivatie om een actieve en activerende<br />

bijdrage aan het intensieve onderwijs<br />

te leveren. Docenten die zich willen toeleggen<br />

op intensief onderwijs, maar nog niet beschikken<br />

over voldoende didactische bagage, krijgen<br />

de mogelijkheid om zich hierin te professionaliseren.<br />

Door het creëren van intensief onderwijs<br />

naast het reguliere onderwijs ontstaat voor docenten<br />

de mogelijkheid om zich te onderscheiden<br />

op onderwijsgebied, wat reliëf geeft aan hun onderwijscarrière.<br />

Richt begeleiding op een juist studieadvies<br />

uiterlijk aan het eind van het eerste jaar<br />

De vijfde aanbeveling vormt de laatste schakel in<br />

de keten. Begeleiding in het eerste jaar is nodig<br />

om tot een goed bindend studieadvies te komen.<br />

Deze begeleiding kan mooi gekoppeld worden<br />

aan de hierboven beschreven module Academische<br />

verkenningen. Al voor 1 februari moet een<br />

eerste advies worden gegeven, zodat studenten<br />

eventueel nog kunnen overstappen naar een andere<br />

studierichting - zonder verlies van studiefinanciering.<br />

De resultaten van de academische<br />

verkenningen en de prestaties van de student op<br />

toetsen en tentamens vormen hiervoor de primaire<br />

informatiebronnen.<br />

Begeleiding is erop gericht te komen tot een beslissing<br />

waarbij zo min mogelijk studenten ten<br />

onrechte worden afgewezen voor of toegelaten<br />

tot het tweede jaar. Ouderejaars studenten worden<br />

ingezet bij deze begeleiding, maar de verantwoordelijkheid<br />

blijft berusten bij de faculteit.<br />

Tot slot<br />

Met deze aanbevelingen kunnen we een begin<br />

maken met een nieuwe fase van de onderwijsvisie<br />

van de VU. Een fase waarin het niet alleen gaat om<br />

idealen, maar ook om de realiteit van kosten en<br />

baten van het onderwijs. De idealen staan echter<br />

overeind, ook in deze periode van zwaar weer, zo<br />

bleek uit de interviews. Binnen de VU leven sterke<br />

ideeën over waarvoor wij studenten opleiden<br />

en hoe het onderwijs eruit moet zien. De ideeën<br />

hebben bijgedragen aan een actualisering van de<br />

onderwijsvisie waar we mee verder kunnen. De<br />

onderwijsvisie moet volgens mij het vertrekpunt<br />

blijven voor keuzes over de inhoud en vorm van<br />

129


130<br />

het onderwijs. Wij verwachten veel van onze studenten,<br />

en zij verwachten veel van ons. Voor mij<br />

is de ideale universiteit een plaats waar studenten<br />

en docenten elkaar ontmoeten en uitdagen, waar<br />

de inhoud van het vak en het toekomstige beroep<br />

centraal staan en waarin we dit alles voortdurend<br />

verder ontwikkelen.<br />

Dankwoord<br />

Met dank aan alle geïnterviewden. Speciale dank<br />

aan Hester Radstake, Gusta Tavecchio en Chiel<br />

van der Veen van het Onderwijscentrum VU voor<br />

de uitvoering van de interviews.<br />

Referentie<br />

Onderwijsraad (2008). Een succesvolle start in het<br />

hoger onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad.


131


132<br />

Nawoord<br />

De Onderwijsvisie VU die in 2006 werd vastgesteld,<br />

kwam niet uit het niets. De visie bouwt<br />

voort op jarenlange onderwijservaring en de historische<br />

kernwaarden van de VU, waarvan vrije<br />

wetenschapsbeoefening de belangrijkste is. De<br />

visie moest de essentie en de onderscheidende<br />

kenmerken van het onderwijs op de VU optekenen.<br />

Het was de hoogste tijd om ons met zo’n onderwijsvisie<br />

binnen en buiten de VU te profileren.<br />

Van 2007 tot 2011 stelde het College van Bestuur<br />

middelen beschikbaar om de implementatie<br />

van de onderwijsvisie te stimuleren. Hiervoor<br />

formeerde het onder andere een projectgroep<br />

Onderwijsvisie VU dat bij de afdeling Hoger Onderwijs<br />

van het Onderwijscentrum werd ondergebracht.<br />

Als manager van die afdeling ben ik al die<br />

jaren nauw betrokken geweest bij de onderwijsvisie<br />

VU. Met plezier grijp ik deze gelegenheid aan<br />

om terug te blikken op de ontwikkelingen in deze<br />

jaren en om de mensen die hierin een cruciale rol<br />

speelden te bedanken.<br />

Op de eerste plaats veel dank aan Taede Sminia,<br />

van 1997 - 2006 rector magnificus van de VU, voor<br />

zijn visionaire daadkracht. Hij legde de opdracht<br />

om een onderwijsvisie op te stellen neer bij twee<br />

hoogleraren. Later stelde hij ook de eerste budgetten<br />

beschikbaar voor de implementatie.<br />

Het eerste concept van de onderwijsvisie werd<br />

uitgewerkt door Jos Beishuizen, hoogleraar directeur<br />

van het Onderwijscentrum en James Kennedy,<br />

hoogleraar contemporaine geschiedenis<br />

(destijds verbonden aan de Faculteit Letteren van<br />

de VU). De wordingsgeschiedenis tot aan de eerste<br />

publieke versie nam ruim een jaar in beslag.<br />

In dat jaar is veel nagedacht, besproken en bij-<br />

gesteld. We danken Jos Beishuizen en James Kennedy<br />

voor de toewijding waarmee zij werkten aan<br />

de totstandkoming van de onderwijsvisie VU. Het<br />

leverde een notitie op die het begin vormde van<br />

een zoektocht, of eigenlijk van meerdere zoektochten.<br />

De zoektocht naar het wat: wat is onze onderwijsvisie<br />

eigenlijk?<br />

Een divers gezelschap van sleutelfiguren besprak<br />

de eerste versie van de onderwijsvisie in een strategiegroep<br />

onder leiding van de twee bedenkers<br />

van de onderwijsvisie. Mathieu Weggeman, hoogleraar<br />

organisatiekunde (TU Eindhoven), nam deel<br />

als extern adviseur. Meerdere mensen uit de strategiegroep<br />

bleven lange tijd betrokken bij het bijschaven<br />

en het verder brengen van de onderwijsvisie<br />

en traden op als ambassadeur. We danken<br />

hen voor hun vasthoudende betrokkenheid: Erna<br />

Klein Ikkink (destijds lid van de Bestuursstaf),<br />

Ilonka Omta (student), Ronnie van Diemen (Geneeskunde),<br />

Frances Brazier (Informatica), Peter<br />

Sneep (Economie) en Erik Boer (Communicatie).<br />

De zoektocht naar het hoe: hoe breng je de<br />

onderwijsvisie tot leven?<br />

Bij de zoektocht naar het hoe kreeg het project de<br />

wind in de rug. Naast denkers zijn er op de VU gelukkig<br />

ook veel doeners. De doeners zijn in dit geval<br />

de docenten die soms al jaren vormen wisten<br />

te vinden om studenten te inspireren en samen<br />

met hen aan onderzoeksvragen te werken. Toen<br />

medewerkers van de projectgroep onderwijsvisie<br />

op zoek gingen naar good practices kwam er een<br />

grote variëteit aan uitwerkingen en interpretaties<br />

van de onderwijsvisie aan het licht. De bredere<br />

bekendmaking van deze good practices alleen al<br />

stimuleerde andere docenten aan de VU om ook<br />

met de onderwijsvisie aan de slag te gaan. De<br />

beschrijvingen van de good practices (te vinden


op: www.vu.nl/onderwijsvisie en in verschillende<br />

hoofdstukken in dit boek) bevatten vele aanknopingspunten<br />

voor collega-docenten. Ze zullen nog<br />

lange tijd een bron van inspiratie zijn. Dank aan<br />

alle docenten die hun onderwijspraktijken hebben<br />

willen delen met de hele VU-gemeenschap.<br />

De zoektocht naar sturing: hoe houdt de VU de<br />

regie over de onderwijsvisie?<br />

Over deze vraag hebben de stuurgroep onderwijsvisie<br />

en de regiegroep onderwijsvisie zich<br />

gebogen. Zij beoordeelden op grote lijnen de<br />

voortgang en de richting van het project. De leden<br />

waren kritisch en veeleisend, en dat is maar<br />

goed ook met zo’n groot, langdurig en complex<br />

project. Ook deze personen wil ik bedanken voor<br />

hun scherpte en constructief kritische noten:<br />

voorzitters van de stuurgroep Taede Sminia (tot<br />

september 2006) en Lex Bouter (van 2006 tot heden)<br />

en de leden: Jos Beishuizen, Erik Boer, Frances<br />

Brazier, Ronnie van Diemen, Ruud Frambach,<br />

Mike Hannay, James Kennedy, Erna Klein Ikkink,<br />

Anja Oskamp en Ad Verkleij. De inbreng van de<br />

studentleden - achtereenvolgens Ilonka Omta,<br />

Tamarah Andriessen, Marijn Koopman en Lizeth<br />

Sloot - is van grote meerwaarde geweest. Zij hielden<br />

scherp in de gaten of de onderwijsvisie ook<br />

daadwerkelijk in de praktijk werd gebracht en uitgedragen.<br />

De projectgroep onderwijsvisie van het Onderwijscentrum<br />

werkte in de periode van ruim vier jaar<br />

samen met docenten en opleidingsmanagers aan<br />

onderwijsontwikkeling, ontwierp een thermometer<br />

waarmee opleidingen kunnen vaststellen in<br />

hoeverre hun opleiding is vormgegeven in lijn met<br />

de onderwijsvisie, beschreef en verfilmde good<br />

practices en maakte een website over de onderwijsvisie.<br />

Een mooi resultaat is ook de rubriek ‘veel<br />

gestelde vragen’ op<br />

de website, waarin<br />

oplossingsrichtingen<br />

staan beschreven<br />

voor vragen die de<br />

projectgroep in de Carmen Peters<br />

loop der jaren regelmatig<br />

ter ore kwamen. En niet te vergeten het boek<br />

dat voor u ligt. Ik heb met veel plezier meegewerkt<br />

met de projectgroep onderwijsvisie VU. Joyce Aalberts,<br />

Jeanine Baltzer, Rob Boschhuizen, Hester<br />

Glasbeek, Judith Kaandorp, Hanna Kuijs, Thea van<br />

Lankveld, Gert-Jan Los, Sanne Meeder, Janke Poortinga,<br />

Lumine van Uden, Chiel van der Veen en Joris<br />

Veenhoven: zeer veel dank voor jullie expertise en<br />

‘fingerspitzengefühl’!<br />

De projectgroep werd bij het voorbereiden van<br />

publicaties en andere publiciteitsactiviteiten bijgestaan<br />

door de communicatiemedewerkers. Hartelijk<br />

dank daarvoor Gerrie Buijze, Birgitte Dinklo,<br />

Tjitske Meester en Esther Wijnker. Het project<br />

bracht veel financiële administratie met zich mee.<br />

Marcel Blom, bedankt voor het op orde houden en<br />

inzichtelijk maken daarvan.<br />

De drie opeenvolgende projectleiders voor de implementatie<br />

van de onderwijsvisie hebben bij elkaar<br />

meerdere mensjaren aan het project gewerkt.<br />

Zij hebben de vaart erin gehouden. Zij riepen de<br />

werkgroepen weer bij elkaar, duwden bijeenkomsten<br />

en regiegroepen over dooie punten, maakten<br />

plannen, hielden de planning bij, bedachten<br />

en organiseerden een reeks onderwijsdebatten<br />

en bedachten creatieve wegen om de onderwijsvisie<br />

op faculteiten levend te krijgen en houden.<br />

De projectleiders hebben de worsteling doorleefd<br />

van de 15 kenmerken van de onderwijsvisie, naar<br />

de 6 kenmerken, naar de 2 pijlers, naar de 5 ken-<br />

133


134<br />

merken van nu. Ik bedank Gert-Jan Los, Yolande<br />

Spoelder en Hester Radstake voor hun energieke<br />

inzet, inspiratie en de plezierige samenwerking.<br />

Met hun inzet is dit onderwijsvisieproject tot<br />

stand gebracht, en hebben we nu een tastbaar<br />

resultaat in boekvorm dat iedereen op de VU kan<br />

inspireren om met de onderwijsvisie aan de slag<br />

te blijven.<br />

Tot slot wil ik Jos Beishuizen hier speciaal bedanken.<br />

Het is niet altijd makkelijk geweest om de<br />

personificatie van de onderwijsvisie van de VU te<br />

zijn. Zeker niet als je de overtuiging aanhangt dat<br />

de docenten de dragers van die onderwijsvisie<br />

moeten zijn. Jos, ik wil je bedanken voor het doen<br />

ontvlammen van de eerste vonk. En het steeds<br />

weer aanblazen van het vuur in de onderwijsvisie:<br />

het concept van de community of learners. Ik kan<br />

gelukkig concluderen dat de vonk op veel docenten<br />

binnen de VU is overgeslagen.<br />

Het is aan ons allen om dit vuur brandend te<br />

houden.<br />

Carmen Peters<br />

Hoofd afdeling Hoger Onderwijs<br />

Onderwijscentrum VU


135


136


itisch O derzoek D wikkeling Reflectie Zelfstandig oorde<br />

el Talent Ambitie Kritisch Onderzoe e Zelfstandig oordeel Talent<br />

ional Wet<br />

el Talent mbitie Kr

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!