10.09.2013 Views

SPECIFIEKE PROCEDURE - VSOA Defensie

SPECIFIEKE PROCEDURE - VSOA Defensie

SPECIFIEKE PROCEDURE - VSOA Defensie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DEFENSIE<br />

ALGEMENE DIRECTIE HUMAN RESOURCES<br />

<strong>SPECIFIEKE</strong> <strong>PROCEDURE</strong><br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 1 / 12<br />

Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités binnen<br />

<strong>Defensie</strong><br />

Redactionele overheid HRP-RSP 9-2820-5737<br />

Goedkeurend organisme HRP 9-2820-5720<br />

Uitgevend organisme DGHR 9-2820-5601<br />

Tf


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

Staat Edities / Revisies<br />

Editie Revisie Datum Reden / Opmerking<br />

001 000 30 Jun 05<br />

002 000 26 Aug 05<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 2 / 12<br />

Basisdocument; werd alleen verdeeld aan de voorzitters van<br />

de BOC en de permanente leden van de delegatie van de<br />

overheid (DGHR-05-051060 van 08 Jul 05).<br />

Publicatie E-Dir. Geen inhoudelijke wijzigingen; alleen<br />

taalcorrecties en verduidelijkingen.<br />

Periodieke herziening: 12 m<br />

Totaal aantal bladzijden: 15 Totaal aantal bijlagen: 1<br />

Doelgroep van de richtlijn<br />

Niv MOS Nr Kwalificatie AND/OR Org Functie Kennis<br />

ALL Korpscommandant NEED<br />

ALL Voorzitter, Srt en leden<br />

BOC<br />

NEED<br />

ALL Vakbondsafgevaardigde NEED<br />

ALL Preventieadviseur NEED<br />

Toepassingsgebied : Wanneer en waar van toepassing ?<br />

Lijst trefwoorden: welzijn overleg vakorganisaties BOC<br />

Deze richtlijn is van toepassing in periode van vrede<br />

Datum effectieve toepassing : 30 Jun 05


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

INHOUDSTAFEL<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 3 / 12<br />

1. Algemeen......................................................................................................................................................... 4<br />

a. Doel .......................................................................................................................................................... 4<br />

b. Boomstructuur....................................................................................................................................... 4<br />

c. Refertes.................................................................................................................................................. 4<br />

2. Inleiding : Situering van het sociaal overleg over welzijn op het werk............................................. 5<br />

3. Doelstellingen van de Mil BOC.................................................................................................................... 5<br />

4. Samenstelling van de Mil BOC .................................................................................................................... 6<br />

a. Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.................................................................................... 6<br />

b. Samenstelling van de overheidsafvaardiging.................................................................................. 6<br />

c. Afvaardiging van de representatieve vakorganisaties ................................................................. 7<br />

d. Secretariaat .......................................................................................................................................... 7<br />

e. Preventieadviseur en preventieadviseur-arbeidsgeneesheer..................................................... 7<br />

5. Werking van de Mil BOC .............................................................................................................................. 7<br />

a. Vatting en samenroeping ..................................................................................................................... 7<br />

b. Vakbondsverlof...................................................................................................................................... 8<br />

c. De zitting................................................................................................................................................ 8<br />

d. De notulen............................................................................................................................................... 8<br />

e. Termijnen ............................................................................................................................................... 9<br />

f. Het Reglement Inwendige Orde (RIO).......................................................................................... 10<br />

6. Bevoegdheden van de Mil BOC ................................................................................................................. 10<br />

a. Het resultaat van een overleg.......................................................................................................... 10<br />

b. Welzijnsmateries op het werk..........................................................................................................11<br />

c. Toepassing voor de Mil BOC ............................................................................................................. 12<br />

d. Uitzonderingen overleg...................................................................................................................... 12<br />

BIJLAGE A : Bevoegdheden Mil overlegorganen ...............................................................................................1


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

1. Algemeen<br />

a. Doel<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 4 / 12<br />

Het doel van deze richtlijn is de informele oprichting van de Militaire basisoverlegcomités (Mil<br />

BOC). De richtlijn richt zich vnl. tot de voorzitters en de leden van de overheid van de BOC ten<br />

einde hen de nodige informatie en werkingsaspecten te verstrekken voor de organisatie van dit<br />

overleg.<br />

Opmerking<br />

De huidige wettelijke basis wordt momenteel herzien. Zodra de aanpassingen aan de<br />

hogerliggende regelgevingen (zie Par 1b(1) hieronder) gepubliceerd zijn, kunnen de Mil BOC<br />

formeel ingevoerd worden. De inhoud van deze richtlijn kan mogelijk wijzigingen ondergaan<br />

t.g.v. de nieuwe wettelijke basis.<br />

b. Boomstructuur<br />

(1) Onmiddellijk hoger gelegen normen<br />

Reg A16-Z40 Wet van 11 Jul 78 tot regeling van de betrekkingen tussen de<br />

overheid en de vakbonden van het militair personeel.<br />

Reg A16-Z41 KB van 25 Apr 96 tot uitvoering van de wet van 11 Jul 78<br />

(2) Onmiddellijk lager gelegen richtlijn(en)<br />

c. Refertes<br />

DGHR-GID-SYNVAK-001 Leidraad voor de secretarissen van de basisoverlegcomités<br />

DGHR-GID-SYNVAK-002 Voorafgaand overleg kandidaat-preventieadviseurs<br />

Wet van 04 Aug 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun<br />

werk<br />

Omzendbrief 7 juni 2002 betreffende het welzijn op het werk in de overheidsdiensten<br />

onderworpen aan het vakbondsstatuut bepaald bij het koninklijk<br />

besluit van van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19<br />

december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid<br />

en de vakbonden van haar personeel, gewijzigd met de omzendbrief<br />

van 20 juni 2003<br />

DGHR-REG-SYNVAK-001 Betrekkingen tussen de militaire autoriteiten en de vakorganisaties<br />

van het militair personeel<br />

DGHR-REG-SYNVAK-002 Eenheden die behoren tot het gebied van een basisoverlegcomité van<br />

het burgerpersoneel van <strong>Defensie</strong><br />

AO-J/309B Burgerpersoneel – syndicaal statuut


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 5 / 12<br />

2. Inleiding : Situering van het sociaal overleg over welzijn op het werk<br />

De welzijnswet van 04 Aug 96 voorziet in de oprichting van een preventiestructuur (een IDPBW :<br />

interne dienst preventie en bescherming op het werk), het uitbouwen van een overlegstructuur voor<br />

het welzijn op het werk en de aanduiding van inspectieorganen. Het overleg inzake welzijn op het<br />

werk wordt in de privésector gevoerd in de comités preventie en bescherming op het werk (comité<br />

PBW) waarvoor om de 4 jaren sociale verkiezingen gehouden worden. Voor de openbare sector<br />

werden de bevoegdheden van deze comités PBW integraal overgedragen aan de bestaande<br />

overlegstructuren (BOC of, bij ontstentenis het hoog overlegcomité (HOC)) en wordt het overleg<br />

gevoerd met de representatieve vakorganisaties en volgens de werkingsprincipes van het heersende<br />

vakbondsstatuut.<br />

Binnen <strong>Defensie</strong> wordt het overleg over welzijn op het werk voor het Mil Pers gevoerd op twee<br />

niveaus : op niveau van de <strong>Defensie</strong>staf en op lokaal vlak.<br />

Op niveau van de <strong>Defensie</strong>staf zijn momenteel het BOC HR en MR actief; deze zullen op termijn<br />

samensmelten door de mogelijkheid te voorzien om het Mil hoog overlegcomité (HOC) te kunnen<br />

vatten voor het overleg inzake welzijnsmateries (aanpassing wettelijke basis).<br />

Het lokaal overleg over het welzijn op het werk wordt gevoerd op niveau van 23 territoriale gebieden;<br />

de zogenaamde kwartiergroeperingen (Kw Gpg) voor basisoverleg. De Mil BOC voor deze gebieden<br />

werden door de aangeduide voorzitters vanaf 30 Jun 05 informeel opgestart.<br />

De lijst van de eenheden die behoren tot een Mil BOC is dezelfde als deze voorzien voor de<br />

basisoverlegcomités voor het burgerpersoneel van <strong>Defensie</strong> (Civ BOC) :<br />

DGHR-REG-SYNVAK-002<br />

Hogervermeld Reg zal toepasselijk gemaakt worden voor het Mil Pers zodra het Mil vakbondsstatuut<br />

aangepast is.<br />

De afstemming van de bevoegdheidsgebieden van de Mil en Civ BOC en een oordeelkundig gekozen<br />

voorzitterschap moeten toelaten dat de vergaderingen welzijn op het werk van beide structuren<br />

gemeenschappelijk kunnen doorgaan, weliswaar met respect voor de beide vakbondsstatuten en dus<br />

met opstelling van aparte notulen. Het overleg in de Civ BOC bevat evenwel nog een luik<br />

personeelsaangelegenheden.<br />

Het overleg voor het burgerpersoneel van <strong>Defensie</strong> wordt gereguleerd door het vakbondsstatuut van<br />

het openbaar ambt. Een omzendbrief van het toenmalige Ministerie van Ambtenarenzaken en het<br />

Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid alsmede een algemeen order van <strong>Defensie</strong> bepalen de<br />

werking van dit overleg :<br />

Omzendbrief van 7 juni 2002<br />

AO-J/309B<br />

Deze voorschriften zijn dus van toepassing op de Civ BOC wanneer gezamelijke vergaderingen<br />

gehouden worden.<br />

3. Doelstellingen van de Mil BOC<br />

Met de oprichting van de Mil BOC worden volgende doelstellingen beoogd :<br />

− het overleg welzijn, voorlopig informeel, institutionaliseren op lokaal vlak (niveau van de Kw Gpg)<br />

zodat het medezeggenschap van de representatieve vakorganisaties in het domein welzijn op het<br />

werk verzekerd kan worden;


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 6 / 12<br />

− de samenwerking realiseren tussen de voornaamste actoren in het domein van het welzijn op het<br />

werk : de lokale autoriteit, de hiërarchische lijn, de preventieadviseur(s) van de lokale sectie<br />

preventie en bescherming op het werk, de aangeduide arbeidsgeneesheer en de lokale<br />

vakbondsafgevaardigden moeten via het overleg evolueren naar een partnerschap en een<br />

expertise uitbouwen in het domein van het welzijn op het werk;<br />

− ervoor zorgen dat de lokale welzijnsproblemen lokaal opgelost geraken met lokale middelen en<br />

door toedoen van de lokale autoriteiten;<br />

− op een actieve manier bijdragen tot de verbetering van het welzijn van de werknemers op het<br />

werk (lokale toepassing dynamisch risicobeheersingssysteem, aanwijzing afvaardiging van het<br />

BOC voor deelname aan de jaarlijkse rondgang van de werkplaatsen,...);<br />

− het detecteren en signaleren van globale welzijnsproblemen.<br />

Aan de Mil BOC kunnen mettertijd ook andere bevoegdheden toegewezen worden waarvoor een lokaal<br />

sociaal overleg vereist is (zoals dit nu reeds het geval is voor de bepaling van de vork van de glijtijden<br />

en de middagpauze – zie Reg A12/1).<br />

4. Samenstelling van de Mil BOC<br />

a. Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter<br />

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden door de Minister aangewezen. De<br />

plaatsvervangend voorzitter is tevens lid van de afvaardiging van de overheid.<br />

Met het oog op de gelijktijdige organisatie van de vergaderingen van het Mil en Civ BOC zal HRP<br />

ernaar streven om een identiek voorzitterschap te voorzien.<br />

De voorzitter is niet noodzakelijk de hiërarchische of functionele meerdere voor alle eenheden<br />

en entiteiten van de Kw Gpg. In de meeste gevallen is hij de korpscommandant van één van de<br />

eenheden die tot het gebied van het BOC behoren. Uit hoofde van het voorzitterschap van het<br />

BOC verzekert hij de coördinatie van de maatregelen en de activiteiten inzake preventie en<br />

bescherming op het werk binnen het gebied van de Kw Gpg. Hij waakt over de goede werking van<br />

het BOC.<br />

b. Samenstelling van de overheidsafvaardiging<br />

De samenstelling van de overheidsafvaardiging, de leden en hun plaatsvervangers, worden door de<br />

Minister aangewezen. In principe wordt de lokale autoriteit van elke entiteit die meer dan 50<br />

werknemers telt en toebehoort tot het gebied van een BOC, aangeduid als permanent lid van de<br />

delegatie van de overheid. Het aantal leden van de overheidsafvaardiging mag evenwel niet hoger<br />

liggen dan het maximum aantal leden van de afvaardigingen van de representatieve<br />

vakorganisaties (12).<br />

De samenstelling van de overheidsafvaardiging wordt opgevolgd door HRP-RSP. Elk voorstel tot<br />

wijziging van die samenstelling moet door de voorzitter van een BOC aan HRP-RSP worden<br />

voorgelegd met het oog op de eventuele opstelling van een dossier voor de Minister.<br />

Aan de afvaardiging van de overheid mogen technici (maximum twee per agendapunt) toegevoegd<br />

worden. Lokale autoriteiten van entiteiten die niet permanent vertegenwoordigd zijn, kunnen<br />

alzo voor specifieke agendapunten geconvoceerd worden door de voorzitter.


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

c. Afvaardiging van de representatieve vakorganisaties<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 7 / 12<br />

De afvaardiging van elke representatieve vakorganisaties bestaat uit ten hoogste drie lokale<br />

vakbondsafgevaardigden die moeten behoren tot één van de eenheden van het gebied van het<br />

BOC. Tijdens de zitting dragen zij, naar eigen keuze, de burger of Mil kledij.<br />

Aan de afvaardiging van de representatieve vakorganisaties mogen technici (maximum twee per<br />

agendapunt) toegevoegd worden. Dit kunnen vaste vakbondsafgevaardigden zijn of Mil in actieve<br />

dienst die echter niet hoeven toe te behoren tot één van de eenheden van het gebied van het<br />

BOC.<br />

d. Secretariaat<br />

Het secretariaat wordt door de voorzitter georganiseerd. In tegenstelling tot de privésector<br />

wordt deze taak niet verplichtend toegewezen aan de preventieadviseur. Zowel het<br />

vakbondsstatuut van het Openbaar ambt als dat van <strong>Defensie</strong> laten toe dat deze taak door<br />

iemand anders kan waargenomen worden. Op die manier wordt het potentieel aan<br />

preventieadviseurs gevrijwaard voor de uitvoering van andere, meer inhoudelijke taken. Dit laat<br />

tevens toe dat de preventieadviseurs, als leden van rechtswege, op een actieve manier kunnen<br />

deelnemen aan de besprekingen tijdens de zittingen van het BOC.<br />

e. Preventieadviseur en preventieadviseur-arbeidsgeneesheer<br />

ACOS WB duidt voor elk BOC een preventieadviseur (PA) van de SLPPT (organisatorische<br />

benaming voor “lokale sectie preventie en bescherming op het werk”) aan die van rechtswege lid<br />

is van het BOC als onafhankelijke raadgever. ACOS WB duidt tevens voor elk BOC een<br />

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer aan. Met het oog op het realiseren van hun<br />

onafhankelijkheid :<br />

− kunnen deze PA door de overheid slechts aangeduid, vervangen of uit hun functie verwijderd<br />

worden na het voorafgaand overleg in het BOC.<br />

DGHR-GID-SYNVAK-002;<br />

− is de aanduiding als PA onverenigbaar met een erkenning als militaire vakbondsafgevaardigde;<br />

− kan een PA tijdens een onderhandeling of overleg geen deel uitmaken van een afvaardiging<br />

(lid of technicus), noch van de overheid, noch van de representatieve vakorganisaties<br />

(militair vakbondsstatuut).<br />

5. Werking van de Mil BOC<br />

a. Vatting en samenroeping<br />

Elk BOC vergadert één keer per trimester, voor zover er punten ingeschreven zijn op de<br />

dagorde. De voorzitter bepaalt de datum van de zitting(en) en stelt de dagorde op rekening<br />

houdende met :<br />

− de vattingen van de voorzitter van het HOC of van ACOS WB;<br />

− de vragen van de eenheden die deel uitmaken van de kwartiergroepering voor basisoverleg<br />

waarvoor het BOC bevoegd is;


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 8 / 12<br />

− de vragen van de leden van de afvaardiging van de overheid en van de afvaardigingen van de<br />

representatieve vakorganisaties;<br />

− de punten die de voorzitter zelf ambtshalve wil voorleggen;<br />

Een BOC kan ook samengeroepen worden door zijn voorzitter wanneer een lid van de<br />

overheidsafvaardiging of van een afvaardiging van een representatieve vakorganisatie<br />

tussentijds een punt wenst voor te leggen, behalve indien de voorzitter dit punt niet dringend<br />

acht. In dat geval moet hij zijn beslissing aan de verzoeker motiveren.<br />

De documenten toegevoegd aan de dagorde alsmede de inhoud van de besprekingen mogen niet<br />

aan derden meegedeeld worden zolang het overleg niet is afgesloten.<br />

b. Vakbondsverlof<br />

De representatieve vakorganisaties beschikken over een globaal krediet aan vakbondsverlof dat<br />

verhoogd zal worden voor de formele werking van de BOC (herziening vakbondsstatuut). Zolang<br />

de Mil BOC op een informele basis werken zal periodiek een bijkomend vakbondskrediet aan de<br />

Minister voorgesteld worden.<br />

Voor elke zitting van een BOC delen de representatieve vakorganisaties de namen mee van de<br />

leden van hun afvaardiging (lokale vakbondsafgevaardigden) en van hun technici (Mil van het<br />

actief kader of vaste vakbondsafgevaardigden) aan de secretaris. Al deze deelnemers, behalve<br />

de vaste vakbondsafgevaardigden, dienen daartoe vakbondsverlof te verkrijgen via het formulier<br />

“aanvraag tot bekoming vakbondsverlof” :<br />

DGHR-REG-SYNVAK-001 (bijlage H)<br />

Het opnemen van vakbondsverlof geldt eveneens voor de deelname aan eventuele technische<br />

vergaderingen in voorbereiding van het BOC.<br />

c. De zitting<br />

De voorzitter kan voorafgaandelijk, bij gemotiveerde beslissing, zowel een lid van de<br />

overheidsafvaardiging als een lid van een vakbondsafvaardiging wraken teneinde de goede afloop<br />

van de zitting te verzekeren. Desgevallend wordt dit gemeld aan HRP-RSP.<br />

De voorzitter leidt de debatten en handhaaft de orde tijdens de zitting. Hij waakt over de<br />

goede werking en is de moderator van het BOC.<br />

Iedere afvaardiging heeft het recht om tijdens de zitting wijzigingen aan de dagorde voor te<br />

stellen. Deze kunnen slechts aangenomen worden indien alle betrokken afvaardigingen aanwezig<br />

zijn en eenparig hun akkoord verleend hebben.<br />

Noch de afwezigheid van één of meer, regelmatig opgeroepen, leden van de<br />

overheidsafvaardiging, noch die van één of meer regelmatig opgeroepen afvaardigingen van de<br />

representatieve vakorganisaties, maken het overleg ongeldig. Indien geen enkele afvaardiging<br />

van de representatieve vakorganisaties aanwezig is, verstuurt de secretaris een tweede<br />

oproeping voor een nieuwe vergadering die moet plaatsgrijpen binnen een termijn die niet minder<br />

dan 7 dagen mag bedragen. Indien er opnieuw geen enkele afvaardiging van de representatieve<br />

vakorganisaties aanwezig is, wordt het overleg als afgehandeld beschouwd.<br />

d. De notulen<br />

De secretaris stelt de notulen van de zittingen op. Deze omvatten de dagorde, de namen van de<br />

aanwezige en afwezige leden, de namen van de technici, een beknopte uiteenzetting van de


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 9 / 12<br />

besprekingen, de punten waarvoor de besprekingen beëindigd zijn en de voorlopige versie van het<br />

met redenen omkleed advies (MROA) voor laatst genoemde punten. De notulen worden<br />

ondertekend door de voorzitter en de secretaris en verzonden aan de afvaardiging van de<br />

representatieve vakorganisaties, de leden van de overheidsafvaardiging, de preventieadviseur en<br />

de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Ingeval er door hen opmerkingen ingediend worden,<br />

worden deze toegevoegd aan het MROA. In het tegengestelde geval wordt het MROA definitief<br />

en wordt een afschrift bezorgd aan :<br />

− de leden van de overheidsafvaardiging;<br />

− de erkende vakorganisaties;<br />

− de lokale vakbondsafgevaardigde die de vakorganisatie hiertoe machtigt, en dit op verzoek<br />

van een representatieve vakorganisatie gericht aan de voorzitter;<br />

− de lokale sectie voor preventie en bescherming (SLPPT);<br />

− de eenheden van de kwartiergroepering voor basisoverleg;<br />

− ACOS WB;<br />

− HRP-RSP<br />

− de voorzitter van het HOC indien het BOC door hem werd gevat.<br />

Indien de aanwezige afvaardigingen akkoord gaan, kan het MROA ter zitting opgesteld worden en<br />

onmiddellijk definitief worden na ondertekening door de voorzitter en de secretaris.<br />

e. Termijnen<br />

De organisatie van het overleg is onderworpen aan het toepassen van strikte termijnen die<br />

voorgeschreven worden door het Mil vakbondsstatuut voor de volgende activiteiten :<br />

− het versturen van de oproepingen (gewone en dringende oproep);<br />

− de mededeling aan de secretaris van de namen van de afvaardiging van de vakorganisaties;<br />

− het wraken van leden van de vakbondsafvaardiging door de voorzitter;<br />

− de bepaling van de termijnen voor de beëindiging van het overleg (per agendapunt);<br />

− het versturen van de notulen met de voorlopige versie van het MROA;<br />

− indienen van eventuele opmerkingen aan het MROA – het definitief worden van het MROA;<br />

− het versturen van het definitieve MROA (indien wijzigingen);<br />

− het mededelen van een afwijkende beslissing van een overheid t.a.v. het MROA.<br />

Al deze termijnen werden zoveel mogelijk opgelijnd aan de bestaande termijnen van het<br />

vakbondsstatuut van het Openbaar ambt. Om de secretarissen wegwijs te maken in de te<br />

hanteren termijnen en te helpen bij het organiseren van de zittingen en de opstelling van de<br />

notulen, werd een aparte richtlijn uitgewerkt die als leidraad kan gehanteerd worden.<br />

DGHR-GID-SYNVAK-001


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

f. Het Reglement Inwendige Orde (RIO)<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 10 / 12<br />

Een gemeenschappelijk RIO voor alle Mil BOC wordt bepaald door het Mil HOC. Dit RIO zal<br />

gepubliceerd worden o.v.v. een Reg dat overlegd wordt op niveau van het Mil HOC.<br />

Opmerking<br />

Het RIO kan pas officieel uitgebracht worden na de publicatie van het nieuwe<br />

vakbondsstatuut (Reg A16 – Z40/Z41). In afwachting betreft het een informele RIO voor<br />

de informele Mil BOC.<br />

Elk BOC kan aan dit gemeenschappelijk RIO aanvullingen en verduidelijkingen aanbrengen die<br />

eigen zijn aan de situatie van de eenheden waarvoor het BOC bevoegd is. Bij de eerste zitting<br />

van het comité waarop, naast de voorzitter, de afvaardigingen van de overheid en van de<br />

representatieve vakorganisaties aanwezig zijn, worden die bepalingen opgesteld die met een<br />

absolute meerderheid van de aanwezige afvaardigingen aangenomen worden. Wanneer de<br />

vereiste absolute meerderheid niet kan bereikt worden is de stem van de voorzitter<br />

doorslaggevend.<br />

Elke later wijziging van deze aanvullingen en verduidelijkingen maakt tevens het voorwerp uit van<br />

voorgaande procedure.<br />

6. Bevoegdheden van de Mil BOC<br />

a. Het resultaat van een overleg<br />

(1) Het met redenen omkleed advies (MROA)<br />

Het overleg beoogt de vakbondsraadpleging en resulteert in een “met redenen omkleed<br />

advies” (MROA) of nog “gemotiveerd advies” dat het overlegcomité voorlegt aan de<br />

overheid, bevoegd om te beslissen. Bij een advies gaat het over het kennen en acteren van<br />

de meningen van de diverse deelnemers aan het overleg. Indien zowel de afgevaardigden van<br />

de overheid als de afvaardigingen van de representatieve vakorganisaties een consensus<br />

bereiken, dan vermeldt het MROA enkel dit gemeenschappelijk standpunt dat door de<br />

partijen wordt aangenomen. In het tegenovergestelde geval vermeldt het MROA èn het<br />

standpunt van de overheid èn de standpunten van de respectieve vakbondsafvaardigingen.<br />

Er wordt dus niet gestemd over de aangelegenheden op de dagorde (tenzij de wijzigingen<br />

aan het RIO).<br />

(2) De eindbeslissing van de lokale overheden<br />

Het overleg beoogt het medezeggenschap van de representatieve vakorganisaties en is per<br />

definitie niet bindend voor de eindbeslissing van de overheid. Dit belet uiteraard niet dat er<br />

terdege rekening mee gehouden moet worden, zoniet heeft het geen zin om het advies te<br />

vragen. Een overlegde oplossing draagt steeds de voorkeur maar indien de beslissing van een<br />

overheid afwijkt van het MROA (wat dus steeds het geval is bij een verdeeld gemotiveerd<br />

advies), dan is deze overheid verplicht om de voorzitter van het BOC daarvan te verwittigen<br />

en hem de redenen van zijn afwijkende beslissing mede te delen. De voorzitter is dan op<br />

zijn beurt gehouden om het BOC binnen de 30 dagen volgend op deze beslissing op de hoogte<br />

te brengen van de redenen van de afwijkende beslissing. Hij schrijft het punt in op de<br />

dagorde van de volgende vergadering. Het overleg over deze aangelegenheid wordt<br />

hierdoor evenwel niet opnieuw geopend.


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 11 / 12<br />

De maatregelen rechtstreeks genomen ingevolge het overleg vermelden de datum waarop<br />

het overleg afgesloten wordt.<br />

De voorzitter van een BOC is geen overkoepelend commando dat hiërarchisch bevoegd is<br />

voor alle eenheden die binnen het gebied van een BOC vallen. Bijgevolg kan de voorzitter<br />

geen beslissingen nemen voor eenheden die niet onder zijn commando vallen; hij kan slechts<br />

het gemotiveerd advies leveren aan de betrokken lokale autoriteiten en hen aanmanen een<br />

beslissing te nemen. Dit is meteen ook de reden waarom de lokale autoriteiten<br />

(korpscommandanten) van de grootste eenheden als permanente leden in de BOC aangewezen<br />

worden. Op die manier kan zoveel mogelijk tijdens het overleg de eindbeslissing van de<br />

overheid medegedeeld worden en zijn de lokale overheden gehouden de gemotiveerde<br />

adviezen waarmede ze hebben ingestemd ook in uitvoering te brengen.<br />

(3) Behandeling van overkoepelende welzijnsmateries op het werk<br />

Gebeurlijk zullen ook materies besproken worden die niet door de lokale overheden kunnen<br />

afgehandeld worden (bv infrastructuurwerken, aankopen van CBM (collectieve<br />

beschermingsmiddelen), inplaatsstelling van lokale preventieadviseurs,...) maar die behoren<br />

tot de bevoegdheid van de <strong>Defensie</strong>staf. In dergelijke gevallen dienen de lokale overheden<br />

zich te beperken tot het toepassen van de geijkte procedures (bv Model 17,<br />

behoefteuitdrukking,...) om de nodige beslissingen uit te lokken.<br />

Het overleg over deze materies dient evenwel gevoerd te worden op niveau van de<br />

<strong>Defensie</strong>staf. Een voorzitter van een BOC kan ACOS WB verzoeken om het HOC te vatten<br />

indien hij meent dat een op de dagorde van het BOC ingeschreven punt zijn bevoegdheid<br />

overschrijdt. Bovendien zal vanuit ACOS WB (SIPPT) een waarnemer de vergaderingen van<br />

alle BOC bijwonen en dit met het oog op het detecteren van de overkoepelende<br />

welzijnsproblematieken.<br />

Voor de specifieke bevoegdheid van de BOC m.b.t. het voorafgaand advies over de<br />

inplaatsstelling van de preventieadviseurs van de lokale sectie PBW, geeft een aparte<br />

richtlijn de nodige uitvoeringsmodaliteiten opdat dit advies geakteerd wordt en terecht<br />

komt bij de autoriteit die de eindbeslissing hierin treft.<br />

DGHR-GID-SYNVAK-002<br />

b. Welzijnsmateries op het werk<br />

De algemene opdracht van het BOC bestaat erin op een actieve manier bij te dragen tot de<br />

verbetering van het welzijn van de werknemers op het werk. Met de welzijnswet van 04 Aug<br />

1996 wordt de vroegere benaming “VGV” (veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de<br />

werkplaatsen) uitgebreid en vervangen door de nieuwe overkoepelende term “welzijn” die de<br />

volgende domeinen omvat :<br />

− de arbeidsveiligheid, de discipline die tot doel heeft arbeidsongevallen te voorkomen.<br />

Daarbij gaat het om de veiligheid van de arbeid wat de interacties tussen de technische<br />

installatie en de werknemer impliceert;<br />

− de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk, de discipline<br />

(arbeidsgeneeskunde) die zich tot doel stelt om op preventieve wijze de beroepsziekten te<br />

voorkomen;<br />

− de arbeidshygiëne, de discipline die tot doel heeft schadelijke invloeden te weren die<br />

verbonden zijn aan de aard van het bedrijf;


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

− de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk;<br />

− de ergonomie;<br />

− de verfraaiing van de arbeidsplaatsen;<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

Blz 12 / 12<br />

− de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu, wat betreft hun invloed op de<br />

voorgaande punten;<br />

− de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag<br />

op het werk.<br />

De opdrachten en taken van het Comité PBW (privésector) worden in diverse wetten en<br />

uitvoeringsbesluiten opgesomd. Het voornaamste uitvoeringsbesluit betreft het KB van 3 mei<br />

1999 (de opdrachten en de werking van de Comités voor preventie en bescherming op het werk).<br />

c. Toepassing voor de Mil BOC<br />

De BOC (het Mil HOC voor de overkoepelende welzijnsmateries – zie Par 6a(3)) nemen de taken<br />

over die in de privésector voorzien zijn voor het comité PBW maar de BOC blijven wel verder<br />

werken volgens de regels die bepaald worden in het eigen vakbondsstatuut (welzijnswet, art 48).<br />

Indien er tegenstrijdigheden bestaan tussen het KB van 3 mei 1999 en het eigen<br />

vakbondsstatuut, dan primeert deze laatste regelgeving. Bijgevolg dienen alle taken die een<br />

voorafgaand advies, een voorafgaand akkoord of een voorafgaand unaniem akkoord toekennen aan<br />

het comité PBW voor overleg voorgelegd te worden aan het Mil BOC.<br />

Indien er bovendien onmiddellijk bepaalde maatregelen dienen genomen te worden, kan in geval<br />

van dringendheid gemotiveerd door de voorzitter van het Mil BOC, de tussenkomst van het Mil<br />

BOC a posteriori worden ingenomen.<br />

Een gedetailleerd overzicht van alle taken voor de Mil overlegorganen (HOC en BOC) met<br />

verwijzing naar de wetteksten wordt gegeven in bijlage A van deze richtlijn. Het is<br />

ontegensprekelijk dat deze lijst van taken mettertijd nog zal aangroeien.<br />

d. Uitzonderingen overleg<br />

De vakbondswet en het bijhorende uitvoeringsbesluit (Reg A16 - Z40 en Z41) voorzien dat er<br />

geen overleg gevoerd wordt over materies die betrekking hebben op :<br />

− de paraatsstelling en de aanwending van de krijgsmacht (zie Reg A16-Q1 en Q2);<br />

− de organisatie van ’s lands veiligheid of defensie;<br />

− natuurrampen in de zin van art 2 van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van<br />

zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen.<br />

Deze uitzonderingsregels zijn eveneens toepasselijk op de BOC. De voorzitter van het BOC<br />

stelt, voor zover nodig, vast dat dergelijk geval zich voordoet. De representatieve<br />

vakorganisaties worden hiervan kennis gegeven via een ter post aangetekend schrijven.<br />

Voor welzijnsmateries inzake aanwending en paraatstelling kunnen de representatieve<br />

vakorganisaties wel informatie op hun aanvraag verkrijgen rechtstreeks bij de onderstafchef<br />

operaties en training.


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

Bijl A - 1 / 3<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

BIJLAGE A : BEVOEGDHEDEN MIL OVERLEGORGANEN<br />

N° Bevoegdheden toegekend aan de Mil overlegorganen KB Comité Andere<br />

(HOC en/of BOC)<br />

PBW<br />

1 Alle middelen opsporen en voorstellen + Actief bijdragen tot alles wat Art 3-1° Welzijnswet<br />

het welzijn op het werk van de werknemers bevordert<br />

Art 65<br />

2 Voorafgaand advies globaal preventieplan, jaarlijks aktieplan en lokaal Art 2 KB 27 Mar<br />

preventieplan<br />

98, Art 12<br />

3 Het comité wordt betrokken bij het beheer en de werkzaamheden van<br />

het departement belast met het medisch toezicht<br />

Art 2<br />

4 Voorafgaand advies over alle andere voorstellen ivm welzijn op het<br />

werk in het algemeen v/h Pers<br />

Art 3-1°<br />

5 Voorafgaand advies planning + invoering nieuwe technologieën Art 3-2°<br />

6 Voorafgaand advies keuze of vervanging externe dienst voor<br />

technische controles op werkplaatsen<br />

Art 3-3°<br />

7 Voorafgaand advies keuze of verandering van diensten waarop beroep<br />

wordt gedaan in toepassing van de arbeidsongevallenwetten<br />

Art 3-4°<br />

8 Voorafgaand advies maatregelen voor aanpassing technieken en<br />

arbeidsvoorwaarden aan de mens, inrichting van de arbeidsplaats en<br />

desgevallend rekening te houden met minder-valide werknemers<br />

Art 3-5°,6°<br />

9 Voorafgaand advies aankoop arbeidsmiddelen, PBM en CBM Art 3-7°<br />

10 Voorafgaand overleg in gevallen bepaald door de verschillende wetten<br />

en uitvoeringsbesluiten<br />

Art 4<br />

11 Uitwerken propagandamiddelen en maatregelen i.v.m. onthaal,<br />

informatie en opleiding op het vlak van P&B<br />

Art 5<br />

12 Stimuleert de activiteiten van de interne dienst en volgt de werking<br />

ervan op<br />

Art 6<br />

13 Onderzoek klachten m.b.t. welzijn op het werk en de werking van de Art 7<br />

diensten waarop in toepassing van de arbeidsongevallenwetten een<br />

beroep wordt gedaan. De overheid deelt zijn standpunt mee na het<br />

advies van het comité.<br />

Art 18<br />

14 Voorstellen tot verfraaiing van de arbeidsplaats en omgeving Art 8<br />

15 Medewerking aan de met toezicht belaste ambtenaren + afvaardiging<br />

om hen te woord staan<br />

Art 9,12<br />

16 Éénmaal per jaar grondig onderzoek van de arbeidsplaatsen (bijdrage<br />

dynamisch risicobeheersingssysteem) samen met de PA, de PA<br />

arbeidsgeneesheer en een lid v/de hiërarchische lijn<br />

Art 10<br />

17 Afgevaardiging ter plaatse indien ernstige risico’s, incident of ongeval Art 11<br />

18 Alle andere opdrachten die door specifieke bepalingen worden<br />

toegekend<br />

Art 13<br />

19 Inzagerecht documenten intern en extern milieu. Betrokkenheid en<br />

adviserende rol bij het milieubeleid.<br />

Art 14-16<br />

20 Informatie over de gevoerde risicoanalyses, maatregelen voor eerste<br />

hulp, brandbestrijding en evacuatie van de werknemers<br />

Art 15<br />

21 Alle nodige contacten met de werkgever, de leden van de hiërarchische<br />

lijn, de preventieadviseurs en de betrokken werknemers<br />

Art 17<br />

22 Bij unaniem of uiteenlopend advies van het comité met betrekking tot<br />

ernstige risico’s voor het welzijn op het werk van de werknemers<br />

waarbij schade dreigend is, neemt de overheid zo vlug mogelijk een<br />

passende beslissing.<br />

Art 19


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

Bijl A - 2 / 3<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

N° Bevoegdheden toegekend aan de Mil overlegorganen<br />

(HOC en/of BOC)<br />

Ref<br />

23 Voorafgaand advies betreffende de vaardigheden die moeten aanwezig zijn in KB Interne Dst,<br />

de organisatie en betreffende de vaardigheden waarvoor beroep moet gedaan<br />

worden op een externe dienst.<br />

Art 14<br />

24 Voorafgaand advies leiding IDPBW en haar afdelingen. Verhouding tussen KB Interne Dst,<br />

de centrale dienst, de afdelingen en het departement belast met het medisch<br />

toezicht.<br />

Art 15<br />

25 Voorafgaand advies samenstelling IDPBW en de toegekende technische, KB Interne Dst,<br />

wetenschappelijke en financiële middelen + beschikbare lokalen<br />

Art 17<br />

26 Voorafgaand overleg aanduiding, vervanging en verwijdering van de<br />

KB Interne Dst,<br />

preventieadviseurs + minimum prestaties preventieadviseurs,<br />

Art 17, §2<br />

Art 20<br />

27 Voorafgaand overleg beëindiging overeenkomst preventieadviseur Wet 20 Dec 02<br />

Art 5<br />

28 Het comité inlichten over het advies van de met toezicht belaste ambtenaar Wet 20 Dec 02<br />

indien hierover geen akkoord bereikt werd<br />

Art 7<br />

29 Voorafgaand overleg einde statutaire tewerkstelling van een<br />

Wet 20 Dec 02<br />

preventieadviseur<br />

Art 17<br />

30 Voorafgaand overleg verwijdering uit de functie van preventieadviseur + Wet 20 Dec 02<br />

desgevallend het comité inlichten over advies van de met toezicht belaste<br />

ambtenaar<br />

Art 15 en 17<br />

31 Het comité inlichten en het advies inwinnen over het te voeren beleid inzake<br />

stressvoorkoming.<br />

NAR, CAO nr 72<br />

32 Metingen en analyses aanvragen (concentraties gevaarlijke stoffen,<br />

Codex, Titel V<br />

schadelijke fysische risico’s).<br />

Hfdst 1, Art 20<br />

33 Het comité inlichten over de maatregelen die getroffen moeten worden om de Wet 11 Jun 02<br />

werknemers te beschermen tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel Art 32quater §1,<br />

gedrag<br />

8°<br />

34 Voorafgaand overleg aanduiding preventieadviseur gespecialiseerd in de Wet 11 Jun 02<br />

psycho-sociale aspecten van het werk en van geweld, pesterijen en ongewenst<br />

gedrag op het werk.<br />

Art 32sexies §1<br />

35 Voorafgaand overleg aanduiding vertrouwenspersonen die voorgaande Wet 11 Jun 02<br />

preventieadviseur moeten bijstaan. Het comité inlichten over het advies van Art 32 sexies §1,<br />

de met toezicht belaste ambtenaar indien hierover geen akkoord bereikt werd. §3<br />

36 Het gezondheidstoezicht van werknemers is niet verplicht wanneer uit<br />

KB 28 Mei 03<br />

resultaten van de risicoanalyse die uitgevoerd is in samenwerking met de Gezondheidstoezicht<br />

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en die aan het voorafgaand advies van<br />

het comité werd voorgelegd, blijkt dat dit niet nodig is.<br />

Art 4§2<br />

37 De overheid raadpleegt jaarlijks het comité betreffende de naamlijsten inzake KB 28 Mei 03<br />

het gezondheidstoezicht.<br />

Art 7§1<br />

38 Advies van het comité alvorens werknemers te schrappen op de nominatieve KB 28 Mei 03<br />

lijsten betreffende het gezondheidstoezicht.<br />

Art 7§2<br />

39 Na advies van het comité en minstens één maal per jaar, wordt een afschrift KB 28 Mei 03<br />

van de eventueel aangepaste naamlijsten overgemaakt aan de betrokken<br />

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.<br />

Art 8<br />

40 De naamlijsten kunnen te allen tijde ter plaatse bij de SLPPT geraadpleegd KB 28 Mei 03<br />

worden door het comité.<br />

Art 9<br />

41 De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer licht het comité in over het type KB 28 Mei 03<br />

uitgevoerde handelingen betreffende de periodieke gezondheidsbeoordeling. Art 32


Informele oprichting van de militaire basisoverlegcomités<br />

binnen <strong>Defensie</strong><br />

Bijl A - 3 / 3<br />

DGHR-SPS-SYNVAK-001<br />

Ed 002 / Rev 000 - 26 Aug 05<br />

N° Bevoegdheden toegekend aan de Mil overlegorganen<br />

(HOC en/of BOC)<br />

Ref<br />

42 De voorgestelde ingekorte of verlengde tussentijd en de resultaten van het KB 28 Mei 03<br />

gepaste systeem voor toezicht worden voor voorafgaandelijk advies<br />

voorgelegd aan het comité.<br />

Art 33§4<br />

43 De collectieve preventie- of beschermingsmaatregelen die genomen zijn op KB 28 Mei 03<br />

grond van de resultaten van de periodieke gezondheidsbeoordeling, worden<br />

ter kennis gebracht van het comité.<br />

Art 34<br />

44 Het gezondheidstoezicht kan uitgebreid worden op advies van het comité. KB 28 Mei 03<br />

Art 42<br />

45 Er wordt voorafgaandelijk overlegd over de mogelijkheden voor ander werk KB 28 Mei 03<br />

en de maatregelen voor aanpassing van de werkposten in het kader van de<br />

gezondheidsbeoordeling.<br />

Art 57<br />

46 Voorafgaand advies van het comité indien na risicoanalyse blijkt dat de aard KB 06 Jul 04<br />

van een activiteit niet bevuilend is en dat er hierdoor geen werkkledij moet Werkkledij<br />

gedragen worden.<br />

Art 3, 1°<br />

47 De overheid betrekt het comité bij de keuze van de werkkledij met<br />

KB 06 Jul 04<br />

inachtneming van de wetgeving op de overheidsopdrachten.<br />

Art 5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!