(2006) Professor Henk van Os - Vereniging Rembrandt
(2006) Professor Henk van Os - Vereniging Rembrandt
(2006) Professor Henk van Os - Vereniging Rembrandt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ulletin <strong>van</strong> de vereniging rembrandt Jaargang 16 no 3 naJaar <strong>2006</strong><br />
p <strong>Professor</strong> <strong>Henk</strong> <strong>van</strong> os: De kunst <strong>van</strong> het overleven<br />
p De <strong>Vereniging</strong> rembrandt 1953-1963
Beschermvrouwe H.M. de Koningin<br />
Bestuur<br />
Mr J.M. Boll, voorzitter<br />
Dr M. Sanders, vice-voorzitter<br />
Mevrouw Mr A.A. <strong>van</strong> Berge,<br />
secretaris<br />
Drs H.B. <strong>van</strong> Wijk, penningmeester<br />
Mr H.G. Boumeester<br />
Prof. Dr R.E.O. Ekkart<br />
Prof. Dr P.A. Hecht<br />
Prof. Drs R. de Leeuw<br />
Dr J.R. ter Molen<br />
Drs C.O.A. baron Schimmelpenninck<br />
<strong>van</strong> der Oije<br />
Mevrouw L.C.E. <strong>van</strong> Tets-<strong>van</strong><br />
Tienhoven<br />
Mr J.G. de Vries Robbé<br />
Jhr M.A. <strong>van</strong> Weede<br />
Bureau (9 – 13 uur)<br />
Drs H.M. Blankenberg, directeur<br />
Contacten Musea/Pr<br />
Mevrouw Drs F.M. Bijl de Vroe-<br />
Verloop<br />
Fondsenwerving<br />
Mevrouw Drs C.S. de Witt Wijnen-<br />
Jansen Schoonhoven<br />
Lange Voorhout 15,<br />
2514 EA Den Haag<br />
T: 070-4271720<br />
F: 070-4271940<br />
E: bureau@verenigingrembrandt.nl<br />
www.verenigingrembrandt.nl<br />
raaD Van aDViseurs<br />
Dr J.N.M. <strong>van</strong> Adrichem<br />
Prof. dr J. Th. M. Bank<br />
Prof. Dr C. Blotkamp<br />
Mevrouw Prof. Dr C.A. Cha<strong>van</strong>nes-<br />
Mazel<br />
Prof. Dr T.M. Eliëns<br />
Mevrouw Prof. Dr C.W. Fock<br />
J.A. de Gier<br />
Mr E. Groenewald<br />
Mr H.F. Heerkens Thijssen<br />
Drs J.H. <strong>van</strong> Heijningen Nanninga<br />
Drs B.F. <strong>van</strong> Ittersum<br />
Prof. Dr C.J.A. Jörg<br />
Mevrouw M. baronesse Lambert<br />
J.M.N. Leighton<br />
Mevrouw Drs D.H.A.C. Lokin<br />
Jhr G.E. Loudon<br />
Drs Ing. C. Maas<br />
Prof. Dr V. Manuth<br />
rekeningen<br />
Bank Mees Pierson, Amsterdam<br />
25 22 00 861 (voor betaling contributie)<br />
Bank Mees Pierson, Amsterdam<br />
21 33 99 385<br />
Postbank 11 71 21<br />
ten name <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong>, Den Haag<br />
Colofon:<br />
samenstelling en redactie: Marguerite tuijn<br />
ontwerp: <strong>van</strong> rosmalen & schenk,<br />
amsterdam<br />
Druk: Drukkerij onkenhout BV, almere<br />
Drs H.J.A.T. Meertens<br />
Drs R.C.J. Meijer<br />
P. <strong>van</strong> Minderhout<br />
Dr D. Overbosch<br />
Mevrouw Dr H.H. Pijzel-Dommisse<br />
Mr L. R. J. ridder <strong>van</strong> Rappard<br />
Mr S.A. Reinink<br />
M.J.M. <strong>van</strong> Rooy<br />
Prof. dr P. Schnabel<br />
Drs J.J.Th. Sillevis<br />
Mevrouw Dr M.F. Simon Thomas<br />
Mevrouw Dr N.C. Sluijter-Seijffert<br />
Dr C.B. Smithuijsen<br />
A.L. Stal<br />
A.G.L. Strengers<br />
Drs C. baron <strong>van</strong> Tuyll <strong>van</strong><br />
Serooskerken<br />
K. <strong>van</strong> Twist<br />
E.W. Veen<br />
Drs M.J.F. Weck<br />
klaCHtenCoMMissie<br />
FonDsenwerVing<br />
Mr S. Royer, voorzitter<br />
Mevrouw Mr A.M.C. Marius-<strong>van</strong><br />
Eeghen, secretaris<br />
Mevrouw Mr M.C. Scholten<br />
Dr J.M. de Groot<br />
Mr H. baron <strong>van</strong> Imhoff<br />
leden <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
kunnen bij het secretariaat extra<br />
Bulletins bestellen voor € 7,- per stuk<br />
(excl. portokosten).<br />
illustratie omslag:<br />
Koppel ivoren pistolen (detail)<br />
Jacob kosters (ca 1615-1689)<br />
ivoor, verguld messing, ijzer<br />
legermuseum, Delft
De <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
is een particuliere organisatie,<br />
opgericht in 1883. Zij heeft<br />
als doel door het beschikbaar<br />
stellen <strong>van</strong> geldelijke middelen<br />
musea en andere openbare<br />
verzamelingen effectieve hulp<br />
te bieden bij het verwerven<br />
<strong>van</strong> kunstvoorwerpen.<br />
4<br />
5<br />
28<br />
30<br />
32<br />
34<br />
36<br />
i n h O u d a a n w i n s t e n<br />
voorwoord<br />
Mr Jan Maarten Boll<br />
aanvullend archiefonderzoek<br />
Bert gerlagh<br />
Gemeentearchief Amsterdam.<br />
Portret <strong>van</strong> een oudere dame door Johannes<br />
Thopas.<br />
Over aanwinsten 1953-1963<br />
Fusien Bijl de Vroe<br />
Belangrijke gebeurtenissen in deze periode<br />
waren de 75ste verjaardag <strong>van</strong> de vereniging,<br />
gevierd met een feestweek; en de nauwe<br />
samenwerking met het Prins Bernhard Fonds<br />
<strong>van</strong>af 1960.<br />
Ogenblik: de kunst <strong>van</strong> het overleven<br />
Prof. Dr H.w. <strong>van</strong> os<br />
<strong>Henk</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> bladert met Frans Haks de catalogus door <strong>van</strong><br />
een recente tentoonstelling in Parijs en herontdekt de<br />
a<strong>van</strong>tgardisten <strong>van</strong> zijn jeugd.<br />
nieuws <strong>van</strong> de vereniging rembrandt<br />
algemeen<br />
aanwinsten 2005<br />
6<br />
9<br />
12<br />
15<br />
18<br />
22<br />
25<br />
MuseuMgouDa, gouDa<br />
de kroning <strong>van</strong> de heilige maagd<br />
Cornelis schut<br />
MauritsHuis, Den Haag<br />
Oude vrouw en jongen met kaarsen<br />
Peter Paul rubens<br />
legerMuseuM, DelFt<br />
Koppel ivoren pistolen<br />
Jacob kosters<br />
gorCuMs MuseuM, gorinCHeM<br />
vier gezichten op de tuin <strong>van</strong> martinus<br />
<strong>van</strong> barnevelt<br />
anoniem, achttiende eeuw<br />
riJksMuseuM, aMsterDaM<br />
Portret <strong>van</strong> marie Jeanette de lange<br />
Jan toorop<br />
geMeenteMuseuM, Den Haag<br />
vier glas-in-lood ramen<br />
Chris lebeau<br />
CoBra MuseuM Voor MoDerne kunst<br />
Fauna<br />
Constant
VoorwoorD<br />
eerst een nawoord: onze algemene<br />
ledenvergadering op 22 september verliep<br />
perfect. Het kröller-Müller Museum was<br />
een uiterst genereuze gastheer: de nieuwe<br />
inrichting is prachtig, de locatie in de schitterende<br />
beeldentuin was op die herfstdag<br />
op haar allermooist. De vergadering werd<br />
door meer dan 300 leden bezocht en is<br />
daarom door ons als bestuur zeer inspirerend.<br />
Dank in het bijzonder aan directeur<br />
evert <strong>van</strong> straaten en zijn collegae.<br />
sinds jaar en dag is het Bestuur <strong>van</strong> de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt samengesteld<br />
uit drie categorieën bestuursleden. in<br />
de eerste plaats zijn er de deskundigen:<br />
eminente, hooggeleerde kunsthistorici.<br />
De tweede categorie wordt gevormd door<br />
personen uit het ‘veld’; veelal museumdirecteuren.<br />
De bestuursleden uit de derde<br />
categorie zijn geen professionals op het<br />
gebied <strong>van</strong> de kunstgeschiedenis maar<br />
hebben wel een duidelijke affiniteit met<br />
kunst en verzamelen vaak ook zelf.<br />
Bij de besluitvorming wordt steeds gestreefd<br />
naar consensus opdat een breed<br />
draagvlak is gegarandeerd. Het gaat bij<br />
museale aanwinsten niet alleen om de<br />
kunsthistorische betekenis <strong>van</strong> een werk,<br />
ook het maatschappelijk belang wordt<br />
meegewogen.<br />
4 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt <strong>2006</strong><br />
tijdens de bestuursvergadering <strong>van</strong><br />
22 september jl. beleefde het Bestuur een<br />
gevoelige aderlating, toen – als gevolg <strong>van</strong><br />
de statutaire leeftijdsgrens <strong>van</strong> 70 jaar – de<br />
vice-voorzitter, Jhr Mr a.a. loudon – een<br />
vertegenwoordiger <strong>van</strong> de ‘liefhebbers <strong>van</strong><br />
kunst’ –, en Prof. Dr C. Blotkamp – kunsthistoricus<br />
<strong>van</strong> groot gezag, met specialisatie<br />
twintigste eeuw èn vooraanstaand eigentijds<br />
beeldend kunstenaar, deskundige bij<br />
uitstek – afscheid namen.<br />
aarnout loudon vertegenwoordigde<br />
niet alleen het maatschappelijk belang,<br />
hij betrok ook de maatschappij bij het<br />
belang <strong>van</strong> het openbaar kunstbezit.<br />
Mede dankzij zijn inzet participeerde het<br />
bedrijfsleven via de stichting nationaal<br />
Fonds kunstbezit in de aankoop <strong>van</strong> twee<br />
schilderijen <strong>van</strong> Monet voor het Van<br />
gogh Museum. De bijdragen <strong>van</strong> Carel<br />
Blotkamp laten zich samenvatten als puntige,<br />
ter zake doende mini-colleges, soms<br />
<strong>van</strong>uit een bevlogen betrokkenheid, maar<br />
altijd open voor de dialoog binnen het<br />
bestuur. Beiden hebben een belangrijke<br />
bijdrage aan de vitaliteit <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt geleverd. wij zien hen dan<br />
ook met leedwezen vertrekken en zijn hen<br />
buitengewoon dankbaar voor hun inzet<br />
ten behoeve <strong>van</strong> het openbaar kunstbezit.<br />
Carel Blotkamp zal gelukkig nog wel<br />
als lid <strong>van</strong> de raad <strong>van</strong> adviseurs bij de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt betrokken blijven.<br />
Met veel genoegen verwelkomen wij de<br />
heren Drs C.o.a. baron schimmelpenninck<br />
<strong>van</strong> der oije en Mr H.g. Boumeester als<br />
nieuwe leden <strong>van</strong> ons Bestuur.<br />
De uitdagingen voor Bestuur en Directie,<br />
met de 125ste verjaardag <strong>van</strong> onze vereniging<br />
(2008) in zicht, zijn misschien minder<br />
hevig dan in 1883 toen de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt werd opgericht om een halt<br />
toe te roepen aan de uittocht <strong>van</strong> kunstwerken<br />
uit nederland. Maar de strijd om<br />
de gunsten <strong>van</strong> het particuliere mecenaat<br />
stelt <strong>van</strong>daag de dag nieuwe hoge eisen.<br />
wij moeten steeds weer duidelijk maken<br />
waarom openbaar kunstbezit – in de vorm<br />
<strong>van</strong> nieuwe bijdragen aan de vele openbare<br />
museale collecties – voor iedereen in<br />
nederland <strong>van</strong> belang is. om <strong>van</strong> het belang<br />
voor degenen die ons land als toerist<br />
bezoeken nog maar niet te spreken. Juist<br />
daarom is het buitengewoon verheugend<br />
te kunnen constateren dat in de afgelopen<br />
periode liefst drie themafondsen en twee<br />
nieuwe Fondsen op naam het leven zagen.<br />
De initiatiefnemers hier<strong>van</strong> hebben duidelijk<br />
gemaakt dat zij steun via de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt aan een bloeiend openbaar<br />
kunstbezit ook in de 21ste eeuw als een<br />
groot maatschappelijk belang beschouwen.<br />
Moge hun voorbeeld <strong>van</strong> burgerzin navolging<br />
vinden!<br />
tot slot: doe u zelf en degenen met wie<br />
u zich verbonden voelt een plezier.<br />
Blijf enthousiast lid in 2007 en breng veel<br />
nieuwe leden aan. ons doel is meer dan<br />
10.000 rembrandtleden in 2007.<br />
Met alvast dank voor uw steun,<br />
Mr Jan Maarten Boll<br />
Voorzitter <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>
aanvulling bij het artikel uit het vorige nummer <strong>van</strong><br />
dit Bulletin over de tekening <strong>van</strong> Johannes thopas<br />
uit de collectie <strong>van</strong> het amsterdams gemeentearchief<br />
N o t e n<br />
1. over Hans Martens zie: oscar<br />
gelderblom, ‘Hans Martens.<br />
een antwerpse ‘cruydenier’<br />
in amsterdam’, in Jaarboek<br />
Oud-Utrecht 2002, pp. 15-<br />
33 en tevens pp. 222-223.<br />
Zie over de familieportretten<br />
(waarin dit portret niet vermeld<br />
wordt) F.g.l.o. <strong>van</strong><br />
kretschmar ‘De portretverzameling<br />
Martens <strong>van</strong> sevenhoven,<br />
een beeldkroniek<br />
<strong>van</strong> een utrechtse familie’,<br />
in Jaarboek <strong>van</strong> het Centraal<br />
Bureau voor Genealogie en<br />
het Iconographisch Bureau<br />
32 (1978), pp. 149-233.<br />
2. Met veel dank aan erik<br />
schmitz <strong>van</strong> het gemeentearchief<br />
amsterdam die met<br />
zijn speurwerk naar de afgebeelde<br />
huizen en de families<br />
Martens en Bacherus de geportretteerde<br />
heeft kunnen<br />
identificeren. tevens heeft<br />
hij mij geattendeerd op de<br />
bestaande literatuur over de<br />
familie Martens.<br />
De oudere dame is waarschijnlijk inderdaad<br />
Maaike Martens (1580-1635).<br />
Er zijn inmiddels meer details bekend<br />
geworden over de families Bacherus en<br />
Martens.<br />
Het grote pand links <strong>van</strong> de steeg<br />
op de portrettekening was in 1647 in<br />
bezit <strong>van</strong> Daniël Bacherus (eigenlijk:<br />
Baccher), koopman in drogerijen, die<br />
in 1639 was gehuwd met Catharina<br />
Hooft. Hij was de jongste zoon <strong>van</strong> de<br />
uit Vlaanderen afkomstige arts en kruidenier<br />
Stephanus Bacherus (ca. 1571-<br />
1636?) en diens vrouw Maaike Martens,<br />
die in 1601 getrouwd waren. Maaike was<br />
de oudste dochter uit het eerste huwelijk<br />
<strong>van</strong> Hans Martens de Oude (1555-<br />
1613), die in 1581 <strong>van</strong>uit Antwerpen<br />
naar Amsterdam gekomen was. Hij had<br />
hier zijn oude beroep <strong>van</strong> kruidenier<br />
voortgezet en zijn bedrijf tot een <strong>van</strong><br />
de belangrijkste <strong>van</strong> de stad gemaakt.<br />
Na het overlijden <strong>van</strong> zijn eerste vrouw<br />
Mayken Provoost in 1584 was hij hertrouwd<br />
met Mayken Bacherus. Zij was<br />
een oudere zuster <strong>van</strong> de al genoemde<br />
Stephanus, die later met haar stiefdochter<br />
zou trouwen. In 1590 of wat later<br />
verhuisde de familie <strong>van</strong> de Dam naar<br />
huis De Otter op het Damrak, de trapgevel<br />
die rechts op de tekening nog half<br />
te zien is en die in opdracht <strong>van</strong> Hans<br />
Martens gebouwd moet zijn. Het bedrijf,<br />
na zijn dood in 1613 door een aantal<br />
kinderen voortgezet, ging in 1639 failliet.<br />
Zoon Carel, advocaat <strong>van</strong> beroep,<br />
was toen al naar Utrecht verhuisd en<br />
<strong>van</strong> hem stammen alle nakomelingen af<br />
<strong>van</strong> deze familie die uiteindelijk in 1972<br />
zou uitsterven. Het Centraal Museum<br />
in Utrecht bewaart de om<strong>van</strong>grijke collectie<br />
familieportretten, die begint met<br />
de schilderijen die Hans Martens en zijn<br />
tweede vrouw in 1612 hadden laten vervaardigen.<br />
Drie kinderen uit het tweede<br />
huwelijk gaven in de jaren veertig <strong>van</strong><br />
de zeventiende eeuw eveneens portretopdrachten.<br />
1 Dit heeft Daniël Bacherus<br />
5 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
Portret <strong>van</strong> een oudere dame, waarschijnlijk maaike martens (1580-1635)<br />
Johannes thopas (voor ca. 1620-na ca. 1682)<br />
Ca. 1650-1660. gouache met sporen <strong>van</strong> grafiet, 240 x 191 mm<br />
geMeentearCHieF aMsterDaM<br />
wellicht op het idee gebracht alsnog een<br />
portret te laten maken <strong>van</strong> zijn inmiddels<br />
overleden moeder, die immers de<br />
oudste dochter <strong>van</strong> Hans Martens was<br />
en wier portret een logische aanvulling<br />
vormt op de toen al bestaande afbeeldingen<br />
<strong>van</strong> andere leden <strong>van</strong> deze familie.<br />
Van Daniël zelf, zijn vrouw en zijn<br />
broers, die, als arts of kruidenverkoper,<br />
in het voetspoor <strong>van</strong> hun vader traden,<br />
zijn geen portretten bekend. 2<br />
De identificatie <strong>van</strong> de geportretteerde<br />
als iemand die al twee decennia<br />
voor de vervaardiging <strong>van</strong> de tekening<br />
overleden was, werpt nieuw licht op<br />
de werkwijze <strong>van</strong> zowel Thopas als zijn<br />
opdrachtgevers. Tevens kan een tot nu<br />
toe onbekend portret worden toegevoegd<br />
aan de iconografie <strong>van</strong> de familie<br />
Martens en wel uit de relatief korte tijd<br />
dat zij in Amsterdam gevestigd was. Het<br />
illustreert ook iets <strong>van</strong> de belangrijke rol<br />
die Vlaamse immigranten rond 1600 in<br />
Amsterdam speelden s<br />
Bert gerlagh<br />
Conservator Prenten en tekeningen<br />
Gemeentearchief Amsterdam
museumgouda<br />
Gouda<br />
Gouda kent een rijke stadsgeschiedenis waarin diverse geloofsgenoot<br />
schappen een prominente rol spelen. Deze geschiedenis is zicht baar<br />
in de collectie <strong>van</strong> de gemeente Gouda, die wordt verzameld, beheerd<br />
en gepresenteerd door de Goudse Stedelijke Musea – tegenwoordig<br />
museumgoudA geheten. Zo worden de altaarstukken <strong>van</strong> de Sint Janskerk<br />
<strong>van</strong> voor de beeldenstorm in Het Catharina Gasthuis getoond.<br />
Sinds vorig jaar wordt de restauratie <strong>van</strong> de kartons <strong>van</strong> de gebrandschilderde<br />
ramen voor het publiek zichtbaar uitgevoerd in het museum.<br />
Verschillende Goudse geloofsgenootschappen hebben<br />
hun religieuze voorwerpen toevertrouwd aan het museum,<br />
waaronder de Remonstrantse gemeente en de<br />
Oud-katholieke Kerk H. Johannes de Doper. Zo maakt<br />
een belangrijke reeks schilderijen uit deze voormalige<br />
zeventiende-eeuwse schuilkerk, uitgevoerd door de<br />
locale schilder Wouter Crabeth de Jongere (Gouda<br />
1594 - 1644), deel uit <strong>van</strong> de collectie. Dankzij bijdragen<br />
<strong>van</strong> het Goudse Catharina Gilde en de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong> was het museum in staat om in <strong>2006</strong> een<br />
belangrijk schilderij <strong>van</strong> Cornelis Schut te verwerven.<br />
Het doek is hoogstwaarschijnlijk in de zeven tiende eeuw<br />
geschilderd in opdracht <strong>van</strong> de Goudse jezuïetenstatie.<br />
In ieder geval behoorde het in de negentiende eeuw tot<br />
de collectie <strong>van</strong> de O.L.V. Hemelvaart te Gouda, de opvolger<br />
<strong>van</strong> deze statie en toentertijd gevestigd in de voormalige<br />
Gasthuiskapel. Na restauratie zal het zijn vaste<br />
plek krijgen in deze kapel die tegenwoordig onderdeel<br />
is <strong>van</strong> museum Het Catharina Gasthuis.<br />
de schilder<br />
De Vlaamse schilder Cornelis Schut (1597 -1655) bracht<br />
het begin <strong>van</strong> zijn loopbaan in Italië door (1623 - 1627).<br />
Teruggekeerd in Vlaanderen bleef hij de uitgangspunten<br />
<strong>van</strong> de hoogbarok trouw, zoals deze zich ontwikkelde on-<br />
der invloed <strong>van</strong> schilders als Pietro da Cortona, Caravaggio<br />
en de Carracci. Na zijn terugkeer in zijn geboortestad<br />
Antwerpen eind jaren twintig was hij waarschijnlijk tot<br />
1635 werkzaam in het atelier <strong>van</strong> Peter Paul Rubens,<br />
maar zijn werk vertoont slechts oppervlakkige verwantschap<br />
met diens stijl. Hij werkte in 1635 mee aan de<br />
decoratiestukken voor de intocht te Antwerpen <strong>van</strong> de<br />
kardinaalinfant Ferdinand, alsmede als voornaamste<br />
kunstenaar aan die <strong>van</strong> diens intocht te Gent samen met<br />
kunstenaars als Gaspard de Crayer (Antwerpen 1584 -<br />
6 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
de kroning <strong>van</strong> de heilige maagd<br />
Cornelis schut (antwerpen 1597-1655)<br />
Ca. 1635-1640. olieverf op doek, 229,2 x 203,2 cm<br />
Herkomst: gouda, kerk onze lieve Vrouwe Hemelvaart (tot 1884); veiling ‘De Brakke grond’ C.F. roos &<br />
Co., amsterdam 13-14 mei 1884; aankoop amsterdam, reijntjes (13 mei 1884); amsterdam, collectie F.H.<br />
wente; amsterdam, rijksmuseum, 1898-1911 (bruikleen wente); onbekende nederlandse particuliere collectie,<br />
aangeboden door J. landaal, makelaar, aan Mauritshuis in 1942; wiesbaden, collectie Philipp de Beisac (in ieder<br />
geval in 1968); Duitsland, collectie dr H.C. en Mw. erich g. <strong>Henk</strong>el (in ieder geval tot <strong>2006</strong>).<br />
Gent 1669), Gerard Seghers (Antwerpen 1591 - 1651) en<br />
Theodoor Rombouts (Antwerpen 1597 - 1637). Schut was<br />
tevens verantwoordelijk voor het in prent brengen <strong>van</strong><br />
de decoraties <strong>van</strong> de laatstgenoemde intocht.<br />
Schuts vaardigheid in het weergeven <strong>van</strong> de thema’s<br />
<strong>van</strong> de Contrareformatie maakte hem tot een leidinggevende<br />
schilder in het Vlaanderen <strong>van</strong> na Rubens en Van<br />
Dyck in de jaren 1630 en de vroege jaren 1640. Hij ontving<br />
belangrijke opdrachten <strong>van</strong> kerken en kloosters, onder<br />
meer in Antwerpen, Brussel en Keulen. Ook zijn opdracht<br />
voor Gouda staat niet op zichzelf. Talrijke Antwerpse schilders<br />
werkten voor Noord-Nederlandse opdrachtgevers.<br />
Men hoeft maar te denken aan de warme belangstelling<br />
die Zuidnederlandse schilders als Antoon <strong>van</strong> Dyck (Antwerpen<br />
1599 - Blackfriars 1641), Peter Paul Rubens (Siegen<br />
1577 - Antwerpen 1640), Jacob Jordaens (Antwerpen<br />
1593 - 1677), Theodoor <strong>van</strong> Thulden (’s-Hertogenbosch<br />
1606 - 1669) en de jezuïeten schilder Daniël Seghers<br />
(Antwerpen 1590 - 1661) <strong>van</strong> het stadhouderlijke hof <strong>van</strong><br />
Frederik Hendrik en Amalia <strong>van</strong> Solms kregen. Met<br />
Seghers heeft Schut overigens veel samengewerkt.<br />
Enigszins analoog aan het werk <strong>van</strong> de caravaggisten,<br />
wier werk Schut in Rome zeker gezien zal hebben, legde<br />
hij een voorkeur aan de dag voor het hoogtepunt in dramatische<br />
scènes en paste hij graag heftige lichteffecten<br />
toe. Een portret <strong>van</strong> Schut is waarschijnlijk te zien op een<br />
blad uit een reeks <strong>van</strong> vijf met daarop de afbeeldingen <strong>van</strong><br />
een aantal Bentveughels (Rotterdam, Museum Boijmans<br />
Van Beuningen). Weliswaar is geopperd dat het hier om<br />
een naamgenoot <strong>van</strong> Cornelis Schut uit Antwerpen zou<br />
gaan, maar in de monografie over de kunstenaar wordt<br />
ondubbelzinnig gesteld dat het wel degelijk de schilder<br />
Cornelis Schut betreft. 1 Op een <strong>van</strong> de andere bladen<br />
is overigens de Goudse schilder en tijdgenoot Wouter<br />
Crabeth de Jongere weergegeven.<br />
het schilderiJ<br />
In het hier gepresenteerde schilderij worden Maria en<br />
Jezus aanbeden door talrijke uitsluitend vrouwelijke<br />
heiligen. Aangezien dit maar zelden voorkomt, is het<br />
opmerkelijk. Tegelijkertijd wordt Maria gekroond door<br />
twee engelen die temidden <strong>van</strong> vele andere engelen in<br />
de lucht zweven. Ongewoon in een dergelijke scène is<br />
de H. Jozef, die rechts <strong>van</strong> Maria het schilderij uit kijkt.<br />
De verschillende heiligen kunnen worden geïdentificeerd<br />
aan hun respectievelijke attributen. Rechts bevindt zich
7 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong>
N o t e n<br />
L i t e r a t u u r<br />
1. Zie guido Jansen en ger Xander <strong>van</strong> eck, Kunst, twist en<br />
luijten, Italianisanten en devotie. Goudse katholieke<br />
bamboccianten. Het italia - schuilkerken 1572-1795,<br />
ni serend landschap en genre z. pl. [gouda] 1994, pp. 91,<br />
door Nederlandse kunste- 169, 239 noot 33.<br />
naars uit de zeven tiende<br />
eeuw, cat. tent. rot terdam<br />
(Museum Boymans-<strong>van</strong><br />
Beuningen) 1988, p. 66 met<br />
afb.; res pec tievelijk wilmers<br />
1996, pp. 14, 252, 421 fig. 1.<br />
Xander <strong>van</strong> eck, ‘”Haar uitstekend<br />
huis, en hoge kerke.”<br />
enkele gegevens over de<br />
bouw, inrichting en aankleding<br />
<strong>van</strong> schuilkerken der<br />
jezuïeten in gouda en andere<br />
2. wilmers 1996, p. 101 onder cat. noordnederlandse steden’, in:<br />
no. a38 en p. 282 noot 185. Paul Dirkse (samenstel ling),<br />
de H. Cecilia met een klein portatief orgel. Achter haar<br />
is de H. Dorothea te zien die bloemblaadjes in een<br />
mand <strong>van</strong>gt. De H. Margaretha knielt op de voorgrond,<br />
terwijl zij een draak aan een riem vasthoudt. Links in de<br />
compositie leunt de H. Catharina op een groot rad, de<br />
H. Agnes hoedt een lam en de H. Catharina <strong>van</strong> Siena<br />
draagt een doornenkroon. De traditionele kroning <strong>van</strong><br />
Maria tot hemelkoningin heeft plaats door God de Vader<br />
of door Jezus Christus of door beide. In een tekening<br />
<strong>van</strong> Cornelis Schut in de National Gallery of Scotland,<br />
Edinburgh wordt de handeling eveneens verricht door<br />
engelen, al is de Madonna daar omgeven door een grotere<br />
groep, bestaande uit veelal mannelijke heiligen. Voor<br />
de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal schilderde<br />
Schut een altaarstuk met de kroning <strong>van</strong> Maria, dat<br />
als wisselaltaarstuk voor het hoogaltaar werd gebruikt,<br />
alternerend met Rubens’ De wonderen <strong>van</strong> de H. Ignatius<br />
<strong>van</strong> Loyola en De kruisafneming <strong>van</strong> Gerard Seghers. Voor<br />
de koepel <strong>van</strong> de plaatselijke jezuïetenkerk H. Carolus<br />
Borromeus schilderde Schut eveneens de decoratie.<br />
Volgens biograaf Gertrude Wilmers wijst de techniek<br />
<strong>van</strong> het Goudse altaarstuk met zijn betrekkelijk brede<br />
penseelstreken, het rijke kleurenpalet en de zachte<br />
8 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
anite Haver kamp (red.), cat.<br />
tent. Jezuïeten in Nederland,<br />
utrecht (rijksmuseum Het<br />
Catharijneconvent) 1991,<br />
pp. 41-52, met name pp. 42,<br />
50 noot 16.<br />
J.C. <strong>van</strong> der loos, ‘Bouwstoffen<br />
voor onze vaderlandsche kerkgeschiedenis.<br />
Viii’, Bijdragen<br />
voor de Geschie denis <strong>van</strong><br />
het Bisdom Haarlem, 49<br />
(1932), pp. 412-482, met<br />
name p. 463.<br />
J.C. overvoorde, ‘korte beschrij -<br />
ving der goudsche monumenten’,<br />
Bulletin <strong>van</strong> den<br />
Nederlandschen Oudheidkundigen<br />
Bond, 2-iii, 1910,<br />
p. 98.<br />
gertrude wilmers, Cornelis<br />
Schut (1597-1655): A<br />
Flemish Painter of the High<br />
Baroque (=Pictura nova.<br />
Studies, 1) turnhout 1996,<br />
p. 100, cat. no. a38,<br />
p. 364 (afb.).<br />
vijfde tekening uit een reeks <strong>van</strong> vijf,<br />
met portretten <strong>van</strong> bentveughels.<br />
anoniem ca. 1623<br />
uiterst links: Cornelius scut alias brootsaken.<br />
alle Bentveughels kregen een bijnaam: schut<br />
werd Brootsaken genoemd.<br />
belichting op een datering in de late jaren dertig <strong>van</strong> de<br />
zeventiende eeuw. Een eigenhandige en contemporaine<br />
herhaling <strong>van</strong> het schilderij bevindt zich in de kerk <strong>van</strong><br />
de H. Nicolaas in Hemiksem bezuiden Antwerpen. Deze<br />
versie heeft evenwel kleinere afmetingen: 200 x 153 cm.<br />
Volgens Wilmers zou het Goudse schilderij echter duidelijk<br />
beter zijn uitgevoerd. Het modellé <strong>van</strong> de figuren is<br />
vakkundiger, de handen beter vormgegeven en de plooival<br />
<strong>van</strong> de kleding komt natuurlijker over en is minder stijf. Uit<br />
vergelijking blijkt al direct dat het schilderij te Hemiksen<br />
aan de boven- en vooral de onderzijde groter is. Het<br />
Goudse altaarstuk zal derhalve op enig moment zijn ingekort.<br />
Dit moet hebben plaatsgehad vóór 1884, toen de<br />
huidige afmetingen al werden vermeld. Daarbij is mogelijk<br />
een signatuur verloren gegaan, die bij een dergelijke<br />
belangrijke opdracht verwacht mag worden. Een veel<br />
kleinere variant <strong>van</strong> het Goudse stuk, waarschijnlijk een<br />
voorstudie in olieverf, werd in 1803 in Amsterdam geveild. 2<br />
Het schilderij <strong>van</strong> Schut is een belangrijke aanvulling<br />
op de Goudse collectie. Niet alleen is het altaarstuk<br />
afkomstig uit een Goudse kerk en verdient het alleen al<br />
op grond daar<strong>van</strong> een plaats in de collectie, het laat ook<br />
zien dat men in Gouda op een meer internationaal netwerk<br />
wist terug te vallen indien noodzakelijk. Blijkbaar<br />
wilde of kon men Wouter Crabeth, op dat moment de<br />
enige historieschilder <strong>van</strong> naam in Gouda, geen opdracht<br />
verlenen. Mogelijk vond dit zijn oorzaak in diens<br />
werkzaamheid voor de ‘concurrent’, de kerk <strong>van</strong> Petrus<br />
Purmerent met wie de Goudse jezuïeten regelmatig<br />
in conflict geraakten. Bovendien vielen de jezuïeten<br />
voor de aankleding <strong>van</strong> hun kerken in het missiegebied<br />
dat de Republiek toentertijd was regelmatig terug op<br />
Antwerpse ateliers.<br />
Werk <strong>van</strong> Cornelis Schut is vertegenwoordigd in musea<br />
over de gehele wereld. In Nederlandse musea ontbreekt<br />
het veelal, al bezit het Noordbrabants Museum in Den<br />
Bosch een grisaille, een Allegorie op Filips IV, die diende als<br />
voorontwerp <strong>van</strong> een prent. Voor het overige bevinden<br />
zich enkele tekeningen in de collecties <strong>van</strong> het Rijksprentenkabinet<br />
en Museum Boijmans Van Beuningen.<br />
De collectie <strong>van</strong> het laatstgenoemde museum telde ooit<br />
tevens een schilderij <strong>van</strong> Schut. Het stelde een gezelschap<br />
<strong>van</strong> Spelende kinderen in een landschap voor. Het is echter<br />
verloren gegaan bij de brand <strong>van</strong> 1864 s<br />
ewoud Mijnlieff<br />
Conservator oude kunst en kunstnijverheid, museumgoudA
koninklijk kabinet <strong>van</strong> schilderijen<br />
Mauritshuis, Den Haag<br />
Oude vrouw en jongen<br />
met kaarsen kon worden<br />
aangekocht met steun <strong>van</strong><br />
de Bankgiro loterij, de<br />
stichting Vrienden <strong>van</strong> het<br />
Mauritshuis, de Mondriaan<br />
stichting, de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt (mede dankzij<br />
het Prins Bernhard Cultuur<br />
fonds) en het legaat <strong>van</strong><br />
mejuffrouw a.a.w. schröder.<br />
nachtstuK<br />
Het schilderen <strong>van</strong> nachtstukken vormde voor schilders<br />
<strong>van</strong> oudsher een uitdaging. Reeds de antieke schrijver<br />
Plinius prees in zijn Naturalis historia kunstenaars die<br />
in staat waren de effecten <strong>van</strong> een brandende toorts of<br />
kaars op nachtstukken weer te geven. Zijn beschrijving<br />
<strong>van</strong> een werk met een jongen die in het vuur blaast,<br />
waarbij de weerkaatsing <strong>van</strong> het licht op zijn gezicht<br />
treffend was weergegeven, heeft heel wat kunstenaars in<br />
de zestiende en zeventiende eeuw geïnspireerd tot het<br />
evenaren <strong>van</strong> die prestatie.<br />
Een meer directe inspiratiebron voor Rubens zal<br />
zijn verblijf in Italië zijn geweest (1600-1608). In Italië<br />
leerde hij het werk <strong>van</strong> Caravaggio kennen, dat wordt<br />
gekenmerkt door een sterk contrast tussen licht en<br />
donker, krap in het beeldvlak geplaatste figuren en een<br />
sterk realisme. Het gebruik <strong>van</strong> een kaars als lichtbron<br />
is overigens niet een vinding <strong>van</strong> Caravaggio, maar werd<br />
vermoedelijk al eerder toegepast door Adam Elsheimer<br />
(1578-1610) die <strong>van</strong>af 1600 in Rome werkzaam was.<br />
Rubens, een vriend <strong>van</strong> de Duitse schilder, was zeer onder<br />
de indruk <strong>van</strong> zijn werk en wist later in Antwerpen vier<br />
<strong>van</strong> diens schilderijen voor zijn eigen collectie te verwerven.<br />
Een daar<strong>van</strong> was De bespotting <strong>van</strong> Ceres (Madrid,<br />
Museo Nacional del Prado), waar<strong>van</strong> de eigenhandigheid<br />
tegenwoordig overigens wordt betwijfeld. Dit schilderij<br />
komt op verscheidene punten overeen met het hier<br />
besproken schilderij <strong>van</strong> Rubens: het is een nachtstuk en<br />
9 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
Oude vrouw en jongen met kaarsen<br />
Peter Paul rubens (siegen 1577- 1640 antwerpen)<br />
Ca. 1616-1617. olieverf op paneel, 79 x 61 cm<br />
Herkomst: kunsthandel otto naumann ltd., new York; 2005<br />
Het Mauritshuis bezit een klein maar indrukwekkend ensemble Vlaamse<br />
zeventiende-eeuwse meesters. Onlangs kon een zeldzaam nachtstuk,<br />
dat Rubens omstreeks 1616-1617 schilderde, aan de collectie worden<br />
toegevoegd. Het schilderij toont een oude vrouw met naast haar een<br />
jongen. Terwijl hij over haar schouder leunt, probeert hij zijn kaars<br />
aan de bijna opgebrande kaars <strong>van</strong> de vrouw aan te steken. De vrouw<br />
schermt met haar linkerhand het kaarslicht af, waardoor het heldere<br />
licht wordt afgezwakt tot een rossige gloed die slechts de gezichten en<br />
een deel <strong>van</strong> de kleding <strong>van</strong> beide figuren verlicht. De rest <strong>van</strong> de voorstelling<br />
blijft halfduister. Het schilderij ontleent een groot deel <strong>van</strong><br />
zijn aantrekkelijkheid aan de fraai geschilderde lichteffecten. Het<br />
plezier waarmee Rubens de weerschijn <strong>van</strong> het kaarslicht op het doorgroefde<br />
gelaat <strong>van</strong> de oude vrouw suggereert, is <strong>van</strong> de uitstekend bewaard<br />
gebleven verflaag af te lezen. Het contrast tussen haar vaalbleke,<br />
ietwat gelige gezicht enerzijds en de meer doorbloede, rode huid <strong>van</strong><br />
de jongen anderzijds wordt door de belichting versterkt.<br />
de enige lichtbron is een kaars, die het gezicht <strong>van</strong> een<br />
oude vrouw belicht.<br />
Rubens begon kort na zijn terugkeer naar Antwerpen<br />
in 1608 ook nachtstukken te schilderen. Een <strong>van</strong> de<br />
vroegste voorbeelden is het monumentale werk Simson en<br />
Delila (Londen, National Gallery) dat Rubens omstreeks<br />
1609 vervaardigde voor de Antwerpse verzamelaar en<br />
latere burgemeester Nicolaas Rockox. Ongeveer acht<br />
jaar later ontstond het even dramatische schilderij Judith<br />
met het hoofd <strong>van</strong> Holofernes (Braunschweig, Herzog Anton<br />
Ulrich-Museum). In beide nachtelijke taferelen vallen niet<br />
alleen de sterke tegenstellingen tussen de lichte en donkere<br />
partijen op, maar ook het contrast tussen de zachte,<br />
voluptueuze vormen <strong>van</strong> de jonge vrouwen (Delila en<br />
Judith) en de uitgedroogde, rimpelige huid <strong>van</strong> de oude<br />
vrouwen. Die laatste tegenstelling is vergelijkbaar met die<br />
tussen de jongen en de oude vrouw op de aanwinst.<br />
herKOmst<br />
De oude vrouw en de jongen in ons schilderij komen<br />
meerdere keren voor op schilderijen die Rubens omstreeks<br />
1620 vervaardigde. Dit doet vermoeden dat<br />
Rubens dit werk mogelijk als een soort <strong>van</strong> prototype<br />
behield om het later als uitgangspunt voor andere voorstellingen<br />
te kunnen gebruiken. De vroegste herkomst<br />
<strong>van</strong> het schilderij lijkt deze gedachte te ondersteunen.<br />
Toen Rubens namelijk op 30 mei 1640 overleed, werd<br />
een inventaris opgesteld <strong>van</strong> alle schilderijen die zich op<br />
dat moment in zijn huis aan de Wapper in Antwerpen<br />
bevonden. De indrukwekkende lijst bevat maar liefst<br />
314 schilderijen. Onder nummer 125 vinden we Vne<br />
pourtrait d’vne vieille auec vn garçon à la nuict, oftewel een<br />
Portret <strong>van</strong> een oude vrouw met een jongen, een nachtstuk.<br />
Het is vrijwel zeker dat het hier het zojuist door het<br />
Mauritshuis verworven schilderij betreft.<br />
cOmPlexe drager<br />
Rubens’ Oude vrouw en jongen met kaarsen bestaat voor<br />
een paneel <strong>van</strong> vrij bescheiden afmetingen uit opmerkelijk<br />
veel planken: drie verticale en een horizontale,<br />
plus vier smalle latten aan alle zijden. Het is onduidelijk<br />
wat de functie is <strong>van</strong> de vier smalle latten rondom. Ook<br />
ongebruikelijk is dat bij het samenstellen <strong>van</strong> het paneel<br />
geen rekening is gehouden met de nerfrichting <strong>van</strong> de<br />
verschillende planken.<br />
Gewoonlijk zou een dergelijk zeventiende-eeuws<br />
paneel uit hoogstens twee planken bestaan, en zou bij<br />
de samenstelling er<strong>van</strong> getracht worden de meest
10 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong>
evenwichtige combinatie <strong>van</strong> planken te kiezen. Ook<br />
in Rubens’ oeuvre zien we dat zijn paneelmakers deze<br />
zorgvuldigheid in acht namen. De uitzondering daarop<br />
vormen de schilderijen op paneel die hij voor zichzelf<br />
maakte, zoals het monumentale Herfstlandschap met een<br />
gezicht op het Steen <strong>van</strong> omstreeks 1636 (Londen, National<br />
Gallery). Dit schilderij bestaat uit maar liefst 21 plankjes!<br />
Het is niet zeker wat de reden is voor deze werkwijze.<br />
Een plausibele verklaring, geopperd door Christopher<br />
Brown, is dat Rubens niet al te veel geld wilde uitgeven<br />
aan schilderijen die hij voor zichzelf hield of weggaf aan<br />
vrienden. Daarom zou Rubens de paneelmaker hebben<br />
gevraagd resthout te gebruiken. Rubens en/of de paneelmaker<br />
zullen zich gerealiseerd hebben dat die dragers<br />
extra gevoelig waren, want op sommige <strong>van</strong> deze panelen<br />
is op de achterzijde een dikke gronderingslaag aangebracht,<br />
vermoedelijk als buffer tegen invloeden <strong>van</strong><br />
buitenaf. Deze unieke werkwijze mag nadelen in zich<br />
dragen, zij is echter ook te beschouwen als een persoonlijk<br />
waarmerk <strong>van</strong> de kunstenaar. Men kan er bij deze<br />
panelen <strong>van</strong>uit gaan dat ze geheel eigenhandig zijn.<br />
beteKenis<br />
Als enige <strong>van</strong> Rubens’ nachtstukken is Oude vrouw en jongen<br />
met kaarsen in prent gebracht. De schilder is bij dat proces,<br />
vermoedelijk uitgevoerd door Paulus Pontius (1603-1658),<br />
nauw betrokken geweest. Mogelijk heeft hij zelf in 1617<br />
de eerste opzet op de plaat gezet. In ieder geval bracht<br />
hij correcties aan op een <strong>van</strong> de proefdrukken, en voorzag<br />
hij een volgende proef <strong>van</strong> een tweeregelig onderschrift<br />
in het Latijn. Dit luidt: Quis vetet apposito, lumen<br />
de lumine tolli / Mille licet capiant, deperit inde nihil (Wie zou<br />
verbieden licht te halen <strong>van</strong> licht dat nabij is, ook al zijn<br />
het er duizend die dat doen, het wordt er niet minder<br />
door). Men heeft wel gemeend dat Rubens met deze tekst<br />
heeft willen verwijzen naar het verspreiden <strong>van</strong> levenslicht,<br />
of het begrip levenswijsheid heeft willen uitbeelden.<br />
Ook werd gewezen op het bekende spreekwoord ‘Het<br />
schaadt der kaarsen niet, dat een ander <strong>van</strong> haar licht<br />
ziet’, dat ermee in verband zou staan. Het doorgeven <strong>van</strong><br />
licht dat in de voorstelling wordt uitgebeeld zou zelfs, in<br />
combinatie met het handgeschreven motto, kunnen betekenen<br />
dat Rubens dit motief tot persoonlijk devies had<br />
gekozen, het leven in geestelijke zin beschouwend als<br />
een onbeperkt geven en nemen.<br />
Ger Luijten publiceerde in de tentoonstellingscatalogus<br />
Spiegel <strong>van</strong> alledag: Nederlandse genreprenten 1550-1700<br />
(Amsterdam, Rijksmuseum, 1997) de bron <strong>van</strong> het<br />
onderschrift en daarmee een nieuw element in de interpretatie<br />
<strong>van</strong> de voorstelling. Het onderschrift bleek<br />
afkomstig te zijn uit Ovidius’ Ars Amatoria (De kunst <strong>van</strong><br />
de liefde), uit een passage die een aanmoediging bevat<br />
tot het benutten <strong>van</strong> jeugdige schoonheid waar het de<br />
11 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
liefde betreft. Ovidius schetst hierin het beeld <strong>van</strong> een<br />
oude vrouw die in de nacht terugziet op verkeken kansen<br />
in de liefde. Johan <strong>van</strong> Heemskerck, die in 1622 de tekst<br />
<strong>van</strong> Ovidius bewerkte, gebruikte de woorden: Als ghy, eer<br />
dat gy ’t weet, geworden een oud wijf, Sultop een eensaem<br />
bed zijn ... Met was-lust in ’t gemoet, met krevel [minneprikkeling]<br />
in de leden ... ’t vel met rimpelen doorploeght. Deze<br />
erotische context sluit wonderwel aan bij het beeld dat<br />
Rubens ons presenteert. De afwezige blik <strong>van</strong> de vrouw<br />
doet vermoeden dat zij in gedachten is verzonken. Het<br />
doorgeven <strong>van</strong> het licht aan de jongen kan haar manier<br />
zijn om hem aan te sporen <strong>van</strong> de liefde te genieten om<br />
later, wanneer hij ook oud en wellicht eenzaam is, niet op<br />
een in dit opzicht onvervuld leven te hoeven terugzien.<br />
een belangriJKe aanvulling<br />
De verwerving <strong>van</strong> dit topstuk past geheel in het beleid<br />
<strong>van</strong> het Mauritshuis om de Vlaamse zeventiende-eeuwse<br />
schilderijen meer voor het voetlicht te halen. Oude vrouw<br />
en jongen met kaarsen vormt een belangrijke aanvulling<br />
op deze deelcollectie. Bovendien zal het schilderij een<br />
zinvolle introductie vormen op de schilderijen <strong>van</strong><br />
Noord-Nederlandse meesters als Hendrick ter Brugghen<br />
en Gerrit <strong>van</strong> Honthorst, wier taferelen eveneens onder<br />
invloed <strong>van</strong> de vernieuwingen in de Italiaanse schilderkunst<br />
zijn ontstaan, slechts enkele jaren na het schilderij<br />
<strong>van</strong> Rubens. Dit geeft tevens het kunsthistorisch belang<br />
<strong>van</strong> het schilderij aan: het kan worden beschouwd als<br />
een <strong>van</strong> de allervroegste caravaggistische schilderijen die<br />
in de Nederlanden zijn vervaardigd s<br />
Peter <strong>van</strong> der Ploeg<br />
Hoofdconservator Mauritshuis, Den Haag<br />
Oude vrouw en<br />
jongen met kaarsen<br />
Paulus Pontius (1603-1658)<br />
naar Peter Paul rubens<br />
Ca. 1621?. ets (derde<br />
staat), opgewerkt met de<br />
burijn, 24,1 x 19,3 cm<br />
aMsterDaM, riJksMuseuM,<br />
riJksPrentenkaBinet
Foto’s: C. <strong>van</strong> Bruggen, legermuseum<br />
12 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
Het Legermuseum in Delft heeft onlangs een bijzonder<br />
koppel zeventiende-eeuwse ivoren pistolen kunnen<br />
verwerven. Er zijn op de hele wereld slechts vier<br />
vergelijkbare pistolen bekend, waardoor ze tot de<br />
absolute top <strong>van</strong> de Nederlandse zeventiende-eeuwse<br />
siervuurwapenkunst kunnen worden gerekend. Naast de<br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> hebben ook het Ministerie <strong>van</strong><br />
Defensie, de Mondriaanstichting en een aantal andere<br />
fondsen bijgedragen aan de verwerving <strong>van</strong> de collectie<br />
Visser, waartoe de wapens behoorden.
legermuseum<br />
Delft<br />
Koppel ivoren pistolen<br />
Jacob kosters (wetzlar, Duitsland ca 1615 - 1689 Maastricht)<br />
Ca 1650-1675. ivoor, verguld messing beslag, ijzer, totaallengte: 48,9 respectievelijk 49 cm; looplengte 31,5, respectievelijk<br />
31,6 cm; kaliber 13,2, respectievelijk 13,0 cm.<br />
inscriptie: Iacob Kosters a Maestrich op de slotplaat en EIN GROSER HELT en ZIGT INS FELD op de middenplaten.<br />
Herkomst: collectie H.l. Visser, daarvoor in bezit <strong>van</strong> Dr Charles s. Hendricks. Verdere provenance onbekend.<br />
luxePrOducten<br />
In de zeventiende eeuw was het exotisme op zijn hoogtepunt.<br />
Koloniën werden veroverd en aldaar aangetroffen<br />
bijzondere grondstoffen werden over zee geïmporteerd<br />
in West-Europa. Meubelen met Cubaans wortelnotenhout,<br />
etuis <strong>van</strong> Aziatische roggenhuid, tabaksdozen <strong>van</strong><br />
schildpadfineer en Chinees porselein behoorden tot de<br />
inboedel <strong>van</strong> ieder welgesteld huishouden. De Republiek<br />
der Verenigde Nederlanden speelde uiteraard een grote<br />
rol bij de import <strong>van</strong> luxe producten door de eminente<br />
rol die de Verenigde Oost-Indische Compagnie innam<br />
in het wereldverkeer. In het kader <strong>van</strong> dit exotisme<br />
moeten we ook kijken naar het spectaculaire koppel<br />
pistolen met ivoren lades – het gedeelte <strong>van</strong> het wapen<br />
dat de loop ondersteunt – dat in het derde kwart <strong>van</strong> de<br />
zeventiende eeuw in Maastricht is vervaardigd en dat<br />
onlangs door het Legermuseum is verworven. Deze<br />
wapens zijn niet gemaakt om mee te vechten, maar<br />
dienden veeleer voor uiterlijk vertoon; ze toonden de<br />
welvaart aan <strong>van</strong> de trotse bezitter die zich dergelijke<br />
13 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
luxueuze stukken kon veroorloven. Ze behoren tot het<br />
topsegment <strong>van</strong> wat wapenmakers in de zeventiende<br />
eeuw konden leveren.<br />
De Republiek was tijdens de zeventiende eeuw een<br />
<strong>van</strong> de belangrijkste Europese centra voor de vervaardiging<br />
en verkoop <strong>van</strong> vuurwapens. Dat de Verenigde<br />
Nederlanden, en dan Maastricht in het bijzonder, zo’n<br />
grote rol speelden in de vuurwapenfabricage en -handel<br />
had een historische achtergrond. Door de langdurige<br />
strijd tegen de Spanjaarden en de koloniale veroveringsdrift<br />
was er een enorme behoefte aan vuurwapens voor<br />
het eigen leger. Ook buitenlandse vorsten en hande-<br />
laren kregen, geheel volgens de Nederlandse handelsgeest,<br />
volop de gelegenheid om soldaten te werven en<br />
oorlogsmaterieel in de lage landen aan te schaffen.<br />
Zodoende ontstond hier een <strong>van</strong> de grootste stapel-<br />
markten voor vuurwapens en andere oorlogsbehoeften,<br />
waaraan door enkele grote handelaren zoals bijvoorbeeld<br />
Louis de Geer en de familie Trip grof geld werd<br />
verdiend.
vaKmanschaP<br />
Naast oorlogswapens werden ook volop luxere produkten<br />
voor een rijke clientèle vervaardigd. Deze wapens waren<br />
<strong>van</strong> een hoge technische kwaliteit en hadden een ontwerp<br />
dat zich kenmerkte door ingetogen luxe. Ook werd hierbij<br />
vaak geëxperimenteerd met technische noviteiten<br />
door de wapens te voorzien <strong>van</strong> meerdere lopen of door<br />
ze uit te rusten met mechanismes zodat ze <strong>van</strong> achteren<br />
konden worden geladen. De Nederlandse vuurwapens<br />
waren wereldberoemd door de hoge kwaliteit <strong>van</strong> het<br />
vakmanschap. In vele vorstelijke wapenkamers komen<br />
we dan ook Nederlandse zeventiende-eeuwse pistolen en<br />
geweren tegen.<br />
Pistolen met ivoren lades – vaak in het kort ook wel<br />
aangeduid als ivoren pistolen – vormden een aparte klasse<br />
binnen het Maastrichtse assortiment. Ze hoorden tot de<br />
absolute top qua ivoorsnijkunst, afwerking en techniek.<br />
De kolven <strong>van</strong> de pistolen zijn veelal gesneden in de<br />
vorm <strong>van</strong> hoofden <strong>van</strong> klassieke krijgers of ramskoppen.<br />
Geen verbazingwekkend thema, gezien het classicisme<br />
dat in het midden <strong>van</strong> de zeventiende eeuw hoogtij vierde<br />
in de decoratieve kunsten. Omdat grote stukken ivoor<br />
kostbaar waren, werden de lades <strong>van</strong> dergelijke ivoren<br />
pistolen meestal uit twee delen vervaardigd. Er zijn slechts<br />
zes exemplaren bekend waarbij de kolf en de lade uit<br />
één stuk ivoor zijn gesneden. 1 Het aangekochte koppel<br />
pistolen valt hier ook onder. Dit, in combinatie met het<br />
vergulde beslag, maakt deze pistolen tot de mooiste ivoren<br />
pistolen ter wereld.<br />
details<br />
Als we het koppel pistolen nader beschouwen, zien we dat<br />
de lades en kolven <strong>van</strong> de pistolen <strong>van</strong> ivoor zijn, evenals<br />
de pompstokken die in de lade onder de loop zijn gemonteerd.<br />
De lopen zijn octagonaal, naar voren overgaand in<br />
een ronde vorm. Ze zijn voorzien <strong>van</strong> een Duitstalig opschrift.<br />
De slotplaat is gesigneerd Iacob Kosters a Maestrich.<br />
Op het opschrift op de lopen na, zijn de wapens identiek.<br />
Het belangrijkste deel <strong>van</strong> deze pistolen is de kolf. Deze<br />
14 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
is voorzien <strong>van</strong> verfijnd driedimensionaal snijwerk in de<br />
vorm <strong>van</strong> het hoofd <strong>van</strong> een besnord krijgs haftig manspersoon.<br />
Hij draagt een klassiek aandoende helm met<br />
veren en draken. De kwaliteit <strong>van</strong> het snijwerk is zeer hoog<br />
en gedetailleerd. Dit blijkt met name uit het verfijnde gezicht<br />
en de helmdecoratie, waar de veren en de draken<br />
als losse elementen op de helm lijken te zijn geplaatst. Wat<br />
ook vermeldenswaardig is bij deze pistolen, is het opschrift<br />
op de lopen. Op de vergulde middenband – die tevens<br />
dienst doet als richtmiddel – bovenop de lopen staat<br />
‘EIN GROSER HELT’ ‘ZIGT INS FELD’ (een grote held gaat ter<br />
velde). Dit zou erop kunnen duiden dat de wapens als<br />
geschenk aan een “grote held” zijn gegeven of dat ze zijn<br />
gedragen door iemand die zichzelf als zodanig zag.<br />
Volgens de voormalige eigenaar zouden deze wapens<br />
door de Pruisische koning Frederik de Grote (1712-<br />
1786) zijn geschonken aan de Duitse veldmaarschalk<br />
Graaf Schwerin. Dit is echter tot op heden een onbevestigd<br />
verhaal. Mogelijk dat onderzoek in de toekomst<br />
hier nog nader uitsluitsel over zou kunnen geven.<br />
Overigens was het geen uitzondering dat oudere luxe<br />
wapens als geschenk werden gebruikt, in plaats <strong>van</strong><br />
nieuwe produkten. De hoge kwaliteit maakt de waarde<br />
<strong>van</strong> dergelijke geschenken tijdloos.<br />
Van Jacob Kosters, de man die het wapen heeft gesigneerd,<br />
is weinig bekend. Hij werd rond 1615 geboren in<br />
Wetzlar (Duitsland) als Jakob Cüster of Köster en moet<br />
in of vlak voor 1651 in Maastricht zijn gaan wonen. Na<br />
een actief leven als koopman overleed hij in 1689. Hij<br />
was een zeer actief handelaar en werd in 1658 lid <strong>van</strong><br />
het koopmansgilde. Hoewel meerdere ivoren pistolen<br />
<strong>van</strong> zijn signatuur zijn voorzien, zou hij nooit als (wapen-<br />
)smid actief zijn; zijn naam moet dan ook veeleer worden<br />
gezien als handelaarsnaam, dan als daadwerkelijk<br />
signatuur <strong>van</strong> de vervaardiger. Wie de werkelijke makers<br />
<strong>van</strong> deze wapens waren - de slotenmakers en de lopensmeden<br />
- zal onbekend blijven. Over de ivoorsnijder <strong>van</strong><br />
de Maastrichtse vuurwapens, die vrijwel allemaal <strong>van</strong> dezelfde<br />
hand zijn, is in het verleden wel gespeculeerd,<br />
maar zijn identiteit is helaas nog niet boven water gekomen.<br />
2<br />
De pistolen zijn een toonbeeld <strong>van</strong> wat de<br />
Nederlandse vuurwapenkunst uit de gouden eeuw vermocht.<br />
Door de hoge kwaliteit behoort de nieuwe aanwinst<br />
tot de spectaculairste stukken kunstnijverheid binnen<br />
de rijkscollectie <strong>van</strong> het museum. Dit bijzondere<br />
koppel pistolen zal <strong>van</strong>af het najaar te zien zijn in de<br />
permanente expositie te Delft, waar momenteel gewerkt<br />
wordt aan de inrichting <strong>van</strong> een wapenzaal met ongeveer<br />
700 antieke Nederlandse vuurwapens die zijn verworven<br />
<strong>van</strong> wijlen de heer H.L. Visser. Door deze aanwinst<br />
heeft het museum in één klap een unieke collectie<br />
antieke wapens verworven waarmee zij nu behoort tot de<br />
top vijf <strong>van</strong> de wereld op dit gebied s<br />
Matthieu willemsen<br />
Conservator vuurwapens, legermuseum<br />
N o t e n :<br />
1. De andere vier vergelijkbare exemplaren<br />
met een eendelige lade<br />
bevinden zich de collectie <strong>van</strong><br />
het rijksmuseum (vervaardigd<br />
door Jean louroux, Maastricht<br />
ca 1665, inventarisnummer ng<br />
2002-2002-23-193) en in het<br />
legermuseum (vervaardigd door<br />
leonard Cleuter, Maastricht ca<br />
1665, inventarisnummer 018948).<br />
Het hier besproken koppel werd<br />
eerder tentoongesteld in de royal<br />
armouries, H.M. tower of london,<br />
<strong>van</strong> september 1988 tot 1996.<br />
2. Zie: a. Hoff, Dutch Firearms, london<br />
1978, pp. 220 en 221; e.H. <strong>van</strong> as,<br />
‘Christoph Maucher, ivoorsnijder’,<br />
in: Wapenfeiten 1 (2005), p. 8.
gorcums Museum<br />
Gorinchem<br />
vier gezichten op de tuin <strong>van</strong> martinus <strong>van</strong> barnevelt<br />
anoniem.<br />
Ca. 1760-1770. aquarel op papier. tuin in zuidwestelijk richting: 31,2 x 40,8 cm; tuin in noordoostelijke richting:<br />
32,8 x 48,5 cm; tuin in noordelijke richting: 35,8 x 51 cm; tuin in oostelijke richting: 36,5 x 52,5 cm.<br />
Herkomst: jhr H.C.H. <strong>van</strong> lennep, aerdenhout.<br />
In <strong>2006</strong> verwierf het Gorcums Museum, met steun <strong>van</strong><br />
de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong> en het Fonds A.H. Martens<br />
<strong>van</strong> Sevenhoven, een viertal aquarellen voorstellende de<br />
tuin <strong>van</strong> Martinus <strong>van</strong> Barnevelt (1691-1775). Ze vormen<br />
nu onderdeel <strong>van</strong> de vernieuwde historische presentatie<br />
in het museum.<br />
ParadiJs OP aarde<br />
De aquarellen, waar<strong>van</strong> de maker niet bekend is, geven<br />
een indruk <strong>van</strong> Van Barnevelts lusthof <strong>van</strong>uit vier<br />
15 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
wind richtingen: <strong>van</strong>uit zijn huis op de hoek <strong>van</strong> de<br />
Torenstraat/Nieuwstad in de richting <strong>van</strong> Bastion V,<br />
<strong>van</strong>af de andere kant met zicht op het monumentale<br />
huis, de tuin met vijver in noordelijke richting en het<br />
gedeelte in oostelijke richting genaamd ‘het toneel’<br />
of ‘de comedie’. Dankzij de bijzondere aanwinst is het<br />
museum nu in staat om te laten zien hoe de kunstzin ni ge<br />
aangelegde tuin er ooit heeft uitgezien. Want helaas, <strong>van</strong><br />
alle kunsten is de tuinkunst de meest vergankelijke en<br />
<strong>van</strong> Van Barnevelts creatie is, behalve in het museum,<br />
geen spoor meer terug te vinden.
tuinKunst<br />
Tuinieren is in het afgelopen decennium tot een ware<br />
kunst verheven. Tijdens ‘verborgen tuinen dagen’ stellen<br />
trotse tuinbezitters hun aardse paradijs open voor nieuwsgierige<br />
bezoekers. De gemiddelde tuin is tegenwoordig<br />
meer dan een stukje groen, omringd door een heg. De<br />
tuin functioneert als geheugen, als schatkamer <strong>van</strong> kleuren,<br />
beelden en gebeurtenissen, is een toneel <strong>van</strong> observatie en<br />
waarneming, plek <strong>van</strong> het verstrijken <strong>van</strong> de tijd. Tuinkunst<br />
vormt het meest directe raakvlak tussen natuur en cultuur.<br />
Eeuwen geleden konden alleen welgestelde burgers<br />
zich de bijzondere luxe <strong>van</strong> een aangelegde tuin veroorloven.<br />
Een <strong>van</strong> die Gorcumse burgers was Martinus <strong>van</strong><br />
Barnevelt. Hij bezat een groot stuk grond, binnen de<br />
vestingwal, ter hoogte <strong>van</strong> het huidige Wilhelminaplein.<br />
De welgestelde Martinus deed op zijn buitenlandse reizen<br />
inspiratie op voor het ontwerp <strong>van</strong> een bijzondere,<br />
on-Hollandse tuin. Zijn Frans-classicistisch aangelegde<br />
lusthof bezat lanen met hoge hagen, een kanaal, tuinbeelden,<br />
exotische planten, priëlen, een oranjerie en<br />
een menagerie.<br />
hOrtus cOnclusus<br />
Sinds de vijftiende eeuw kreeg de tuin in de verbeelding<br />
<strong>van</strong> Nederlandse kunstenaars een vaste plaats. Ook hielden<br />
zij zich bezig met tuinontwerpen. ‘Tuinportretten’<br />
werden ingezet als illustratie bij een tekst of als verbeelding<br />
<strong>van</strong> een abstract begrip zoals de Lente. Tot het<br />
einde <strong>van</strong> de achttiende eeuw werd de verbeelding <strong>van</strong><br />
de tuin sterk bepaald door bijbelse en klassieke ideeën.<br />
16 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
Strakke ordening en beheersing waren sleutelbegrippen.<br />
Rond 1770 veranderde het natuurbesef; de tuin werd<br />
niet langer geregeerd door wiskundige orde maar<br />
volgde de vrije natuur na.<br />
In de middeleeuwse symboliek werd de tuin als ‘hortus<br />
conclusus’ een symbool voor Maria. Ten tijde <strong>van</strong> de<br />
Republiek Holland maakte men graag gebruik <strong>van</strong> de<br />
metafoor dat de zeven provinciën samen de ‘Hollandse<br />
Tuin’ vertegenwoordigden, om daarmee de saamhorigheid<br />
ten opzichte <strong>van</strong> de Spaanse overheersing uit te<br />
drukken.<br />
Van alle omsloten tuinen sprak die <strong>van</strong> het bijbelse<br />
Paradijs het meest tot de verbeelding. Zozeer zelfs dat<br />
men tot in de zeventiende eeuw trachtte de oorspronkelijke<br />
ligging <strong>van</strong> het Paradijs te achterhalen. Het Paradijs<br />
heeft zich in de latere verbeelding vastgezet als een ideaal,<br />
een utopie, een plaats <strong>van</strong> eeuwige lente, waar dood<br />
en zonde niet bekend waren. Overigens was het woord<br />
‘paradijs’ afgeleid <strong>van</strong> het Oudperzische ‘pairidaeza’,<br />
dat ‘ommuurde tuin’ betekent.<br />
insPiratie<br />
Ter inspiratie keerden tuinontwerpers zich tot de beschrijvingen<br />
<strong>van</strong> landschappen en tuinen in de werken<br />
<strong>van</strong> schrijvers uit de klassieke Oudheid. Zij beschreven<br />
Arcadië, een ideaal land <strong>van</strong> herders en herderinnen,<br />
nimfen en saters, geregeerd door de bosgod Pan. In dit<br />
land heerste vrede en harmonie. In zijn Aeneas bezingt<br />
Vergilius het Elysium, de tuin waar gestorven helden na<br />
hun dood mogen leven. Het landschap is er een locus
amoenus, een lieflijk oord met water, bloemen en bomen.<br />
Ook het rijk <strong>van</strong> Venus wordt in de oudheid beschreven<br />
als zo’n heerlijke plek.<br />
Over de geschiedenis <strong>van</strong> de tuinkunst werd al vroeg<br />
geschreven en gepubliceerd. Zo is onder meer bekend<br />
hoe een tuin in Moskou, naar ontwerp <strong>van</strong> Nicolaas<br />
Bidloo (1673/74-1735), lijfarts <strong>van</strong> Tsaar Peter de Grote,<br />
er in detail uit zag. Om zijn tuin in beeld te brengen tekende<br />
hij eerst een plattegrond, voorzien <strong>van</strong> nummers,<br />
die in een legende op hetzelfde blad werden verklaard.<br />
De nummers vinden we terug op een perspectivische afbeelding<br />
<strong>van</strong> zijn landgoed in vogelvlucht en op verschillende<br />
deeltekeningen. De beschouwer kon zich zo goed<br />
oriënteren op de plaats <strong>van</strong> details in het grote geheel.<br />
Bidloo kon deze ruimtelijke voorstelling maken door<br />
zijn beheersing <strong>van</strong> het perspectief. Geometrie, meetkunde<br />
en architectuur stonden hem ten dienste, zowel<br />
bij het bedenken <strong>van</strong> de aanleg <strong>van</strong> de tuin als bij de<br />
weergave daar<strong>van</strong> op papier.<br />
veiling<br />
De vier aquarellen <strong>van</strong> de tuin <strong>van</strong> Van Barnevelt bieden,<br />
doordat ze <strong>van</strong>uit de vier windrichtingen zijn gemaakt,<br />
eveneens een goed zicht op het totaal. In 1757 werd<br />
Van Barnevelt, destijds heer <strong>van</strong> Krimpen aan de Lek,<br />
Noordeloos en Overslingeland, eigenaar <strong>van</strong> het complex<br />
waarop zijn privéparadijs verrees.<br />
De tuin is aangelegd langs centrale zichtassen, de<br />
opbouw langs de assen is symmetrisch. De lanen worden<br />
geflankeerd door bomen of hagen, waarachter hakhout-<br />
17 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
bossen lagen verscholen. De ‘Comedie’, gelegen tussen<br />
de Schuttersgracht en de Nieuwstad ontleende haar<br />
naam aan de coulissen-vorm en de tuinbeelden, geplaatst<br />
voor hoge hagen, hetgeen gelijkenis vertoonde met een<br />
toneel.<br />
Na zijn overlijden in 1775 werd de tuin <strong>van</strong> Van<br />
Barnevelt ontmanteld en werden onderdelen op een<br />
veiling verkocht. Uit de Catalogus <strong>van</strong> diverse capitale<br />
marmere en steene beelden, vasen, groepen ... blijkt dat Martinus<br />
zijn lusthof met vele tuinsieraden had verrijkt. De verkoopcatalogus<br />
bevat 65 grote en kleinere tuinbeelden,<br />
18 vazen en bloempotten, een zonnewijzer en een aantal<br />
geschilderde stukken. Deze waren verspreid in de tuin<br />
geplaatst: langs de lanen, in het sterrebos met hakhout,<br />
in de parterre voor het huis, nabij de vijver en bij de<br />
menagerie. De verschillende tuinbeelden stelden onder<br />
meer Bacchus, Neptunus en Diana voor. Een groep<br />
verbeeldde de handel, de landbouw en de bouwkunst<br />
en een Triton bewoonde het bassin bij de menagerie.<br />
De geschilderde stukken verbeeldden de vijf zinnen.<br />
De inboedel <strong>van</strong> het tuinprieel bestond uit een marmeren<br />
tafelblad op een stenen piedestal en twee houten<br />
geschilderde banken. De catalogus eindigt met de vermelding<br />
<strong>van</strong> talrijke oranjebomen, laurieren, aloë’s en<br />
granaatappels alsmede een biljart.<br />
Het was goed toeven in de tuin <strong>van</strong> Martinus <strong>van</strong><br />
Barnevelt s<br />
rob kreszner<br />
Conservator Gorcums Museum<br />
B r o n n e n :<br />
erik de Jong, Aardse<br />
paradijzen, de tuin<br />
in de Nederlandse<br />
kunst I, 15e tot 18e<br />
eeuw, noordbrabants<br />
Museum (Den Bosch)/<br />
Frans Halsmuseum<br />
(Haarlem) 1996<br />
a.J. Busch en Carla s.<br />
oldenburger-ebbers,<br />
Lusthoven in Gorcum,<br />
deel 3 in de historische<br />
reeks <strong>van</strong> de historische<br />
vereniging ‘oud-<br />
gorcum’ 1990
18 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong>
ijksmuseum<br />
Amsterdam<br />
Portret <strong>van</strong> marie Jeanette de lange<br />
Jan theodoor toorop (Poerworedjo (Java) 1858 - 1928 ’s gravenhage)<br />
1900. olieverf op doek, 70 x 77 cm<br />
gesigneerd en gedateerd, r.o. J. Toorop 1900<br />
Herkomst: familie <strong>van</strong> de geportretteerde, sinds 1900; veiling Christie’s amsterdam, 29 november 2005, lotnr. 244<br />
Het Rijksmuseum heeft een mooie collectie werk <strong>van</strong> Jan<br />
Toorop. Deze bestaat vooral uit tekeningen, het grafische<br />
werk en boekbanden, die samen een prachtig beeld geven<br />
<strong>van</strong> zijn oeuvre, in het bijzonder het symbolistische. De<br />
schilder Toorop was daarentegen tot voor kort minder goed<br />
vertegenwoordigd. Behalve het monumentale schilderij De<br />
Zee uit 1887, waren er slechts twee schetsen in olieverf in de<br />
collectie, Vrouwen aan Zee (ca. 1891) en De Schelpenvisser (1904).<br />
Nu is daar, met steun <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>, een be-<br />
langrijk schilderij bijgekomen, het Portret <strong>van</strong> Marie Jeanette<br />
de Lange uit 1900. Toorop de pointillist en Toorop de portrettist<br />
zijn hier beide op fenomenale wijze verenigd. Het portret<br />
is al die tijd in bezit <strong>van</strong> de familie gebleven en verkeert in<br />
uitstekende, vrijwel ongerepte conditie.<br />
Jan tOOrOP<br />
In februari 1900 schreef Jeanette de Lange (1865-1923)<br />
in haar dagboek: En nu na de derde pose staat kop, hals<br />
en hand al op het doek in volle gelijkenis en in oprechte<br />
menschelijke blankheid. Hij stippelt het portret, diviseeren<br />
heet het, in olieverf op glad blank doek. – “Dit is het”, zegt<br />
hij, “dit is het eenige, dit is de weg dien we allen op moeten<br />
om ware pure kunst te geven. De natuur, zoo getrouw mogelijk<br />
de natuur volgen, zoo voorzichtig en getrouw mogelijk; voel<br />
je het mooi, dan wordt het ook mooi”, zegt hij. Deze poseersessie<br />
had enige voeten in de aarde gehad: Toorop en<br />
Jeanette de Lange, die elkaar kenden uit het Haagse<br />
kunstcircuit, hadden al in de zomer <strong>van</strong> 1898 gesproken<br />
over een portret, maar Toorop stelde het steeds uit,<br />
opgehouden door ander werk en zijn verhuizing naar<br />
Katwijk in september 1899. De eerste poseersessies<br />
gingen verloren met het positioneren <strong>van</strong> Jeanette in<br />
haar kamer in de villa Vall’ di Rena in Den Haag, en het<br />
vinden <strong>van</strong> de juiste plek voor de petroleumlamp, die<br />
prompt omviel en vlam vatte. 1 Uit opnames met infraroodreflectografie<br />
blijkt bovendien dat Toorop enige<br />
moeite had met het tekenen <strong>van</strong> het hoofd.<br />
Toorop had al eerder in pointillistische stijl gewerkt.<br />
In navolging <strong>van</strong> wat hij in 1885 bij a<strong>van</strong>tgardistische<br />
kunstenaars in Brussel had gezien, in het bijzonder bij<br />
de schilder Théo <strong>van</strong> Rijsselberghe, maakte hij een<br />
aantal Hollandse polderlandschappen in deze stijl.<br />
Bloembollenvelden bij Oegstgeest uit 1885 is hier<strong>van</strong> een <strong>van</strong><br />
de mooiste voorbeelden. Het is meteen duidelijk dat<br />
Toorop zijn eigen opvatting <strong>van</strong> het pointillisme had,<br />
19 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
en het niet zo streng toepaste als bijvoorbeeld de eerste<br />
pointillisten, de Franse schilders Georges Seurat en Paul<br />
Signac. Hij combineerde het pointillé met omtreklijnen,<br />
zoals <strong>van</strong> de takken <strong>van</strong> de knotwilgen, en speelde met<br />
de verdichting <strong>van</strong> de stippen om een meer of minder<br />
gecondenseerd oppervlak weer te geven, zoals in de lucht<br />
linksboven, waar de stippen wijd uiteen staan. Ook bekeerde<br />
hij zich niet exclusief tot deze ene stijl, hoe zeer<br />
ook zijn uitroep tijdens Jeanettes poseersessie dit doet<br />
vermoeden. Naast een vrij monotoon pointillisme, dat<br />
hij in de jaren 1886-1889 toepaste in zijn sociaal-geëngageerde<br />
werk, werkt hij in die periode ook impressionistisch.<br />
Vanaf ongeveer 1890 ontwikkelde hij zijn lineaire,<br />
symbolistische werk en zijn getekende portretten. Pas in<br />
1899 nam hij de draad <strong>van</strong> het pointillisme weer op, na<br />
zijn verhuizing naar Katwijk, met gezichten op de duinen<br />
en de zee.<br />
In dat jaar begon hij ook aan De prentliefhebber. Portret<br />
<strong>van</strong> Aegidius Timmerman, dat bijna als een tegenhanger<br />
<strong>van</strong> het schilderij <strong>van</strong> het Rijksmuseum gezien kan<br />
worden. In het licht <strong>van</strong> de leeslamp bestuderen beide<br />
geportretteerden in stille aandacht hun boek of prent.<br />
Maar terwijl mevrouw De Lange naar de beschouwer is<br />
toegekeerd in al haar menschelijke blankheid, is Aegidius<br />
Timmerman <strong>van</strong> ons afgekeerd. Ook het kleurengamma<br />
is tegengesteld: de blonde pasteltinten <strong>van</strong> het vrouws-<br />
bloembollenvelden bij Oegstgeest<br />
Jan toorop<br />
1885. olieverf op doek, 65 x 77 cm<br />
geMeenteMuseuM Den Haag
de prentliefhebber. Portret<br />
<strong>van</strong> aegidius timmerman<br />
Jan toorop<br />
1900. olieverf op doek,<br />
66,5 x 76 cm<br />
MuseuM kröller-Müller,<br />
otterlo<br />
portret tegenover de veel soberder mauve en groene<br />
tinten bij Timmerman. Bij Timmerman zijn hoekige<br />
objecten zoals boeken en een schilderij verdeeld over<br />
de achtergrond, bij De Lange zijn het veelal ronde, in<br />
elkaar overlopende vormen, zoals bloemen en het gedessineerde<br />
behang.<br />
Toorop beschouwde het portret <strong>van</strong> Jeanette de Lange<br />
als een <strong>van</strong> zijn beste en vroeg het al snel weer te leen,<br />
zoals voor een expositie <strong>van</strong> zijn werk bij de Rotterdamse<br />
Kunstkring in 1901 en voor een tentoonstelling <strong>van</strong> de<br />
kunstenaarsvereniging La Libre Esthétique in Brussel<br />
(1902). Vanaf dan wordt het werk regelmatig ten toon<br />
gesteld tot 1910 en zijn de kritieken vrijwel altijd uiterst<br />
positief. Zo schrijft De Nieuwe Courant in 1909 naar aanleiding<br />
<strong>van</strong> een expositie bij de Larensche Kunsthandel:<br />
Het portret <strong>van</strong> Mevrouw Bouman-de Lange is gepointilleerd.<br />
Maar welk een blanke zuiverheid en malschheid is met het<br />
procédé bereikt, zooals men haar met een anderen schildertrant<br />
nauwlijks bereikbaar achten zou. Ook bij de opleving <strong>van</strong> de<br />
waardering <strong>van</strong> Toorops werk <strong>van</strong>af de late jaren zeventig<br />
zijn de oordelen unaniem lovend. 2<br />
Jeanette de lange<br />
Zoals gezegd ontmoetten Toorop en Jeanette de Lange<br />
elkaar in Den Haag. Jeanette was daar met haar man Jan<br />
Bouman (1853-1909) omstreeks 1897 komen wonen in het<br />
Van Stolkpark, een mooie villawijk aan de Scheveningse<br />
20 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
weg. Zij hadden elkaar leren kennen in Batavia, waar<br />
Jeanette geboren was, en waren daar in 1884 ook getrouwd.<br />
Vanaf ca. 1887 woonden zij in Nederland, eerst<br />
in Almelo, later in Amsterdam.<br />
In Amsterdam hadden de Boumans enige jaren gewoond<br />
aan de 1ste Parkstraat bij het Oosterpark. Daar<br />
was ook het atelier <strong>van</strong> George Hendrik Breitner, Isaac<br />
Isräels en Willem Witsen, later beroemd geworden als<br />
het Witsenhuis. Mogelijk kende zij deze schilders uit de<br />
buurt, maar het is waarschijnlijker dat zij bij hen geïntroduceerd<br />
werd door een oude vriend uit Almelo, de<br />
schilder Arnold Gorter. Deze kunstenaars kenden elkaar<br />
allemaal door hun lidmaatschap <strong>van</strong> de kunstenaarsvereniging<br />
Arti et Amicitiae. Met Isaac Israëls hield ze ook<br />
in Den Haag contact. Hij schilderde een aardig kleurig<br />
portretje <strong>van</strong> Jeanette en haar hond, rustend tijdens een<br />
wandeling in de duinen bij Scheveningen.<br />
Jeanette had zelf ook creatieve aspiraties, zij tekende<br />
en schilderde. Aan<strong>van</strong>kelijk kreeg zij les <strong>van</strong> Maurits <strong>van</strong><br />
der Valk, daarna <strong>van</strong> de etser Philippe Zilcken, die aan<br />
meer jonge dames <strong>van</strong> stand les gaf. Veel verder dan tekenen<br />
en schilderen naar stillevens kwam zij echter niet,<br />
al staan in het dagboek aardige passages waarin ze beschrijft<br />
hoe ze in snelle schetsen mensen op de Haagse<br />
tram natekende, voordat deze het door hadden. Helaas<br />
is <strong>van</strong> Jeanettes werk niets overgeleverd en heel lang<br />
lijken de schildersaspiraties ook niet stand gehouden te<br />
hebben. Uit correspondentie met Toorop in de jaren rond<br />
1900 blijkt dat ze zich later toelegde op het ontwerpen<br />
<strong>van</strong> haar eigen meubels. Toorop beval haar zijn eigen<br />
meubelmaker aan, en ze wisselden gedachten uit over<br />
de Engelse Arts and Crafts beweging.<br />
Een andere zaak die zij een warm hart toedroeg was<br />
de emancipatie <strong>van</strong> de vrouw. In 1898 werd in Den Haag<br />
de tentoonstelling over Vrouwenarbeid gehouden.<br />
Toorop verzorgde het omslag <strong>van</strong> de catalogus en het<br />
affiche. Jeanette was bij de organisatie betrokken en bezocht<br />
ook een aantal <strong>van</strong> de bijbehorende congressen,<br />
zoals het ‘dienstmeidencongres’ over de positie <strong>van</strong> de<br />
dienstbodes en een lezing <strong>van</strong> Dr Catharina <strong>van</strong><br />
Tussenbroek, over de psychische oorzaken <strong>van</strong> ‘een<br />
tekort aan levensenergie bij meisjes en jonge vrouwen’,<br />
waar<strong>van</strong> ze krantenknipsels bewaarde. Een <strong>van</strong> de resultaten<br />
<strong>van</strong> de tentoonstelling was de oprichting <strong>van</strong> de<br />
<strong>Vereniging</strong> tot verbetering <strong>van</strong> vrouwenkleding in 1899.<br />
Jeanette werd voorzitter. Deze vereniging pleitte voor<br />
het afschaffen <strong>van</strong> het corset en voor het dragen <strong>van</strong><br />
gezonde, ademende stoffen. Ook Toorop was geïnteresseerd,<br />
zoals uit een <strong>van</strong> zijn brieven aan Jeanette blijkt:<br />
U moet mij maar lid maken voor die vereeniging <strong>van</strong> dress<br />
Reforming. Ik ben bezig een zeer hygiënisch-aesthetische<br />
heeren-zomerjas te maken, die gedragen moet worden op een<br />
fietspantalon en wandelcostuum.
Foto <strong>van</strong> het atelier <strong>van</strong> Philippe Zilcken,<br />
met Zilcken achterin en middenvoor,<br />
achter de ezel, Jeanette Bouman-de lange<br />
anoniem<br />
PartiCuliere ColleCtie<br />
Later zette Jeanette de Lange zich behalve voor betere<br />
vrouwenkleding ook in voor de geneeswijze <strong>van</strong> dr Johann<br />
Georg Mezger. Net als de Toorops brachten de Boumans<br />
een aantal zomers in Domburg door en leerden daar<br />
deze arts kennen. 3 Domburg was zijn zomerresidentie,<br />
waar hij patiënten <strong>van</strong> stand voor verstuikingen, maag-<br />
en darmstoornissen behandelde door een methode <strong>van</strong><br />
zelfmassage met een speciale hamer. Het echtpaar<br />
Bouman propageerde actief Mezgers systeem: Jeanette<br />
gaf in 1901 veelbesproken lezingen over Mezger en zijn<br />
hamer, die men bij haar ook bestellen kon. Met haar belangstelling<br />
voor de creatieve en spirituele kant <strong>van</strong> het<br />
leven en haar nieuwsgierigheid naar en betrokkenheid<br />
bij initiatieven voor maatschappelijke verbetering, kan<br />
zij met recht een moderne vrouw worden genoemd.<br />
Het Portret <strong>van</strong> Marie Jeanette de Lange biedt de toekomstige<br />
bezoeker <strong>van</strong> het Rijksmuseum dus veel: een <strong>van</strong> de twee<br />
pointillistische portretten <strong>van</strong> Toorop en de fascinerende<br />
persoonlijkheid <strong>van</strong> Jeanette de Lange. Schilder en geportretteerde<br />
zullen daarom in het nieuwe Rijksmuseum,<br />
waar kunst en geschiedenis zij aan zij gaan, een <strong>van</strong>zelfsprekende<br />
plek innemen s<br />
Jenny reynaerts<br />
Conservator negentiende- en twintigste-eeuwse<br />
schilderijen Rijksmuseum Amsterdam<br />
21 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
ontwerp voor de omslag <strong>van</strong> de<br />
catalogus <strong>van</strong> de tentoonstelling<br />
<strong>van</strong> Vrouwenarbeid<br />
Jan toorop<br />
1898. lithografie<br />
riJksMuseuM aMsterDaM<br />
N o t e n<br />
1. De dagboeken <strong>van</strong> Jeanette Bouman-de<br />
lange en haar briefwisseling met Jan<br />
toorop en anderen bevinden zich in een<br />
particuliere collectie. Het familie-archief<br />
De lange bevindt zich in het regionaal<br />
archief, alkmaar.<br />
2. J. th. toorop, De jaren 1885 tot 1910,<br />
Museum kröller Müller 1978-’79;<br />
V. Hefting, Jan Toorop. Een kennismaking,<br />
amsterdam 1989; P. <strong>van</strong> der Coelen,<br />
k. <strong>van</strong> lieverloo (red.), Jan Toorop.<br />
Portrettist, Zwolle/nijmegen 2003.<br />
3. Francisca <strong>van</strong> Vloten, ‘Dromen <strong>van</strong> weleer.<br />
kunstenaars in Domburg 1898-1928’, in:<br />
i. spaander en P. <strong>van</strong> der Velde (red.),<br />
Reünie op ’t Duin. Mondriaan en<br />
zijn tijdgenoten in Zeeland, Zwolle,<br />
Middelburg 1994, pp. 11-72.
gemeentemuseum Den Haag<br />
22 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
Den Haag<br />
vier glas-in-lood ramen<br />
Chris lebeau (amsterdam 1878 - 1945 Dachau)<br />
1917-1920. glas-in-lood, grootste afmeting 33 x 29 cm.<br />
Herkomst: erven H. liefkes, Den Haag
Het Gemeentemuseum Den Haag heeft een viertal proeframen<br />
naar ontwerp <strong>van</strong> Chris Lebeau kunnen aankopen, dankzij het Jaap<br />
en Joanna <strong>van</strong> der Lee-Boersfonds. De doelstelling <strong>van</strong> dit fonds op<br />
naam <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong>, dat op 20 december 2000 werd<br />
ingesteld, is het verlenen <strong>van</strong> financiële steun voor de aankoop <strong>van</strong><br />
voorwerpen <strong>van</strong> glaskunst ten behoeve <strong>van</strong> openbare kunstcollecties<br />
in Nederland, met name het Gemeentemuseum Den Haag.<br />
<strong>van</strong> batiKKunstenaar tOt decOrOntwerPer<br />
De sierkunstenaar Chris Lebeau geldt als een <strong>van</strong> de<br />
meest veelzijdige Nederlandse ontwerpers <strong>van</strong> de eerste<br />
helft <strong>van</strong> de 20ste eeuw. Zijn grootste bekendheid heeft<br />
Lebeau te danken aan de geraffineerde unica die naar<br />
zijn ontwerp in 1925 bij de Glasfabriek Leerdam werden<br />
uitgevoerd en aan de meer dan 1500 unica die in de<br />
periode 1926-1929 werden gerealiseerd bij de Boheemse<br />
glasfabriek <strong>van</strong> L. Moser & Söhne in het voormalige<br />
Tsjechoslowakije. Deze huzarenstukjes in glas, die zonder<br />
onderscheid <strong>van</strong> een ongeëvenaarde kwaliteit zijn, behoren<br />
tot de beste voorbeelden <strong>van</strong> de vrije glaskunst uit het<br />
interbellum. Daarnaast is Lebeau een <strong>van</strong> de belangrijkste<br />
beoefenaren <strong>van</strong> de zogeheten batiktechniek geweest.<br />
Deze uit Indonesië afkomstige techniek voor het versieren<br />
<strong>van</strong> stoffen houdt in dat die delen <strong>van</strong> de drager die niet<br />
geverfd mogen worden, worden bedekt met was, een<br />
procédé dat kan worden herhaald afhankelijk <strong>van</strong> de verschillende<br />
kleuren verf die het decoratiepatroon vereist.<br />
Direct na zijn opleiding werkte Lebeau korte tijd in het<br />
batikatelier <strong>van</strong> de Haagse firma Arts & Crafts om vervolgens<br />
in 1901 met zijn vrouw Anna Baars-Leverington<br />
(1871-1954) in Haarlem een eigen atelier op te richten.<br />
Hier werden gebruiksvoorwerpen gebatikt als theemutsen,<br />
tafellinnen, kussenovertrekken en boekenleggers die eerst<br />
via het Amsterdamse verkooplokaal voor vernieuwende<br />
kunstnijverheid ’t Binnenhuis en later via de Amster damse<br />
firma De Woning werden verkocht.<br />
In 1914 vestigde Lebeau zich in Den Haag waar hij<br />
de huisontwerper werd <strong>van</strong> het toneelgezelschap Die<br />
Haghespelers <strong>van</strong> de beroemde acteur Eduard Verkade<br />
(1878-1961). Drie jaar zou Lebeau aan dit gezelschap<br />
verbonden blijven, gedurende welke periode hij thuis<br />
raakte in het Haagse culturele leven. Hoewel hij zich na<br />
zijn vertrek bij Die Haghespelers steeds meer als beeldend<br />
kunstenaar profileerde, bleef hij onverminderd actief<br />
op het gebied <strong>van</strong> de kunstnijverheid.<br />
het astatheater<br />
Een <strong>van</strong> de weinige ‘totaalopdrachten’ die Lebeau heeft<br />
gerealiseerd, betreft de aankleding <strong>van</strong> het Astatheater<br />
aan het Spui in Den Haag. Voor deze bioscoop, een ontwerp<br />
<strong>van</strong> de Haagse architect J.W. <strong>van</strong> der Weele, ontwierp<br />
23 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong>
affiche voor het<br />
astatheater, den haag<br />
ontwerp Chris lebeau,<br />
uitvoering drukkerij Luctor<br />
et Emergo, Den Haag<br />
1921. rood gekleurde litho,<br />
126 x 89 cm<br />
geMeenteMuseuM Den Haag<br />
de voetballers<br />
ontwerp Chris lebeau, uitvoering atelier<br />
Agathe Wegerif-Gravestein, apeldoorn<br />
1921. Batik op fluweel, ieder 212 x 125 cm<br />
geMeenteMuseuM Den Haag<br />
Lebeau in 1920-1921 decoratieve onderdelen als wandbespanningen,<br />
tapijtwerk, verlichtingselementen, glasin-loodramen<br />
en bouwsculptuur. Jammer genoeg is er<br />
<strong>van</strong> zijn ontwerpen nagenoeg niets bewaard gebleven,<br />
omdat al tien jaar na de opening het gehele interieur<br />
werd vernieuwd. Ook het exterieur <strong>van</strong> het gebouw, dat<br />
de naam draagt <strong>van</strong> de in die tijd zo beroemde Zweedse<br />
actrice Asta Nielsen (1881-1972), herinnert op geen enkele<br />
wijze meer aan de vele ontwerpen <strong>van</strong> Lebeau die de<br />
bioscoop ooit de bijnaam ‘Museum Lebeau’ bezorgden.<br />
Vandaar dat het Gemeentemuseum Den Haag bijzonder<br />
gelukkig is met de recente aankoop <strong>van</strong> een viertal<br />
proeframen die dankzij het Jaap en Joanna <strong>van</strong> der<br />
Lee-Boersfonds kon worden gerealiseerd. De raampjes<br />
zijn vervaardigd door het Haagse glazeniersbedrijf <strong>van</strong><br />
H. Liefkes via wiens nazaten de proeframen uiteindelijk<br />
in het Gemeentemuseum terechtkwamen. Het spreekt<br />
voor zich dat de firma Liefkes de uitvoering <strong>van</strong> de glasin-loodramen<br />
<strong>van</strong> het Astatheater werd gegund, omdat<br />
zij op dat moment tot de belangrijkste Haagse glasateliers<br />
behoorde. Het bedrijf hield zich niet alleen bezig<br />
met de vervaardiging <strong>van</strong> het zogenaamde confectiewerk,<br />
maar heeft evenzeer de ontwerpen uitgevoerd <strong>van</strong><br />
kunstenaars als Pieter Hofman (1885-1965), Max Nauta<br />
(1896-1957) en Henri <strong>van</strong> der Stok (1870-1946).<br />
Het ontwerp <strong>van</strong> de vier proefraampjes stelt een sterk<br />
geabstraheerde, symbolische figuur voor die is opgebouwd<br />
uit een kubistisch spel <strong>van</strong> gekleurde stukken glas. Ze<br />
zijn exemplarisch voor de ontwerpstijl <strong>van</strong> de verloren<br />
24 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
gegane ramen die alle een allegorische betekenis hadden.<br />
Zo bevond zich boven de ingangsdeuren <strong>van</strong> de bioscoop<br />
een driedelig raam met als thema De aanbidding <strong>van</strong> het<br />
gouden kalf. Andere ramen verbeeldden thema’s als<br />
Moederweelde, Vrouw in verschillende levensomstandigheden,<br />
Industriearbeider en Arbeiders in diverse beroepen. Het trappenhuis<br />
was beglaasd met ramen die in leeftijd opklimmende<br />
Menstypen voorstelden.<br />
Deze moralistische onderwerpen lijken weinig<br />
adequaat voor de versiering <strong>van</strong> een mondaine uitgaansgelegenheid<br />
als een bioscoopgebouw, waarvoor zij dan<br />
ook niet waren bedoeld. De ramen waren namelijk<br />
oorspronkelijk ontworpen voor het Volksgebouw <strong>van</strong> de<br />
Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (S.D.A.P.) dat<br />
rond 1917 aan de Haagse Prinsegracht gerealiseerd had<br />
moeten worden.<br />
De vier proeframen vormen een waardevolle aanvulling<br />
op de andere ontwerpen <strong>van</strong> Lebeau voor het Astatheater<br />
die de collectie <strong>van</strong> het Gemeentemuseum Den Haag<br />
rijk is. Zo kent de verzameling een tweetal batiks voor de<br />
bioscoopzaal die na een omzwerving via de vlooienmarkt<br />
(!) uiteindelijk in het Gemeentemuseum terechtkwamen.<br />
De gebatikte, fluwelen panelen stellen De fluitspeler en<br />
De dood voor. Dankzij een particuliere schenking konden<br />
deze batiks enige jaren geleden worden aangevuld met<br />
een tweetal andere ontwerpen. Deze batiks, De voetballers,<br />
hebben hoogstwaarschijnlijk eveneens deel uitgemaakt<br />
<strong>van</strong> het interieur <strong>van</strong> het Astatheater. Niet alleen omdat<br />
zij een vergelijkbare maatverhouding hebben en eenzelfde<br />
materiaalkeuze kennen, maar ook omdat zij verwant zijn<br />
vormgegeven. De krachtig gemodelleerde figuren <strong>van</strong><br />
de voetballers zijn op meesterlijke wijze in het langwerpige<br />
paneel gevat.<br />
Afgezien <strong>van</strong> deze ontwerpen bewaart het Gemeentemuseum<br />
een gelithografeerd affiche dat Lebeau in deze<br />
zelfde periode ontwierp. Het in rode inkt uitgevoerde<br />
ontwerp bestaat uit een typografisch spel <strong>van</strong> meanderende<br />
vormen die het woord Asta verbeelden. Het affiche<br />
lijkt geïnspireerd te zijn op de voorgevel <strong>van</strong> het gebouw<br />
waarvoor Lebeau het beeldhouwwerk had ontworpen.<br />
De glas-in-loodramen, de batiks en het affiche vormen<br />
de schaarse, maar sterke getuigen <strong>van</strong> het rijke decoratieve<br />
programma dat Chris Lebeau voor het Astatheater<br />
heeft ontwikkeld s<br />
titus M. eliëns<br />
Hoofd collecties Gemeentemuseum Den Haag
Het schilderij Fauna <strong>van</strong><br />
Constant is aangekocht met<br />
steun <strong>van</strong> het titusfonds <strong>van</strong><br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt.<br />
Deze aankoop past bij de<br />
doelstelling <strong>van</strong> het titus<br />
Fonds, namelijk het ondersteunen<br />
<strong>van</strong> met name<br />
moderne en hedendaagse<br />
kunst. Het titusfonds is ingesteld<br />
door de titus Cirkel,<br />
een groep kunstliefhebbers<br />
onder de vijftig jaar die de<br />
doelstellingen <strong>van</strong> de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt een<br />
warm hart toedragen.<br />
Cobra Museum voor Moderne kunst<br />
Amstelveen<br />
De collectie <strong>van</strong> het Cobra Museum voor Moderne Kunst is verrijkt<br />
met een buitengewoon spontaan, brutaal en fantasierijk schilderij<br />
<strong>van</strong> Constant. Mede dankzij de genereuze steun <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong>, de Mondriaan Stichting, het VSB Fonds en de BankGiro<br />
Loterij is het doek Fauna uit 1949 verworven voor de Collectie<br />
Nederland. Na een langdurig verblijf in de privé-collectie <strong>van</strong> een<br />
verzamelaarsechtpaar keert het schilderij naar Nederland terug om<br />
permanent tentoon te worden gesteld in het Cobra Museum.<br />
Portret constant<br />
1949<br />
Foto door k.o. götz<br />
experimentele groep in<br />
holland [rechts]<br />
De leden bijeen op de<br />
zolder <strong>van</strong> karel appel,<br />
amsterdam 1948<br />
v.l.n.r.: appel, elburg,<br />
kouwenaar, wolvecamp,<br />
Corneille, Constant,<br />
J. nieuwenhuys, Brands,<br />
rooskens.<br />
Fotograaf onbekend<br />
het exPeriment<br />
Constant was een <strong>van</strong> de medeoprichters <strong>van</strong> CoBrA<br />
(Copenhagen-Brussel-Amsterdam), de kunstenaarsgroep<br />
die tussen 1948 en 1951 het experiment in de kunst voorop<br />
stelde en daarmee aan de wieg stond <strong>van</strong> een omwenteling<br />
in het nationale en internationale kunstklimaat.<br />
Zowel binnen de CoBrA-groep als haar Nederlandse<br />
voorganger, de Experimentele groep in Holland, nam<br />
Constant de rol <strong>van</strong> theoreticus op zich. 1 Hij was de<br />
aanjager <strong>van</strong> de ontwikkeling en verwoording <strong>van</strong> een<br />
revolutionaire opvatting over de aard <strong>van</strong> hedendaagse<br />
kunst en de maatschappelijke rol <strong>van</strong> de kunstenaar.<br />
In het manifest ter gelegenheid <strong>van</strong> de oprichting <strong>van</strong><br />
de Experimentele Groep in Holland zette hij zijn denkbeelden<br />
uiteen. 2 Een schilderij moest niet beoordeeld<br />
worden op zijn formele kwaliteiten, zoals lijnvoering en<br />
kleurgebruik, maar gezien worden in het licht <strong>van</strong> een<br />
natuurlijke drang naar expressie. De kunstenaar had de<br />
verantwoordelijke taak om de scheppende instincten<br />
die onbewust in ieder mens sluimerden tot ontwaken te<br />
brengen. De weg die leidde tot de bevrijding <strong>van</strong> de kunst<br />
was die <strong>van</strong> het experiment met uitdrukkingswijzen en<br />
materialen.<br />
Fauna kan in het licht <strong>van</strong> deze standpunten <strong>van</strong><br />
Constant worden beschouwd. Ondanks het relatief bescheiden<br />
formaat <strong>van</strong> het schilderij valt bij een eerste<br />
kennismaking de sterke zeggingskracht <strong>van</strong> de voorstelling<br />
onmiddellijk op. Pas in een later stadium verplaatst<br />
de aandacht zich naar de manier waarop Constant de<br />
compositie heeft opgebouwd, de heldere kleuren en de<br />
spontane lijnvoering. Deze primaire, welhaast universele<br />
impact is precies wat Constant nastreefde met zijn werk.<br />
Hij wilde de glorie <strong>van</strong> de schilderkunst tonen, in al haar<br />
opstandigheid, agressiviteit en bevrijdende kracht.<br />
Fauna is opgebouwd uit een beeldvullende voorstelling<br />
<strong>van</strong> een drietal fantasiewezens en een vorm die op<br />
een bloem of een plant lijkt. Als gevolg <strong>van</strong> de transparante<br />
en lichte achtergrond treden de vormen prominent<br />
25 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
Fauna<br />
Constant (anton nieuwenhuys) (amsterdam 1920-2005 utrecht)<br />
1949. verf op waterbasis op doek, 70 x 85 cm.<br />
Herkomst: collectie Hans en alice de Jong, Zwitserland<br />
op de voorgrond. Het stralende middelpunt <strong>van</strong> het<br />
schilderij is een heldere zon, getooid met een enkel oog<br />
en een mond, opgezet in een felle geel-groene kleur.<br />
Rechts <strong>van</strong> de zon bevindt zich een figuur die associaties<br />
oproept met een libelle. Het insect is hoofdzakelijk neergezet<br />
in blauwe tinten, afgewisseld met zacht roze en geel.<br />
In het onderste vlak <strong>van</strong> het doek bevindt zich een langgerekt<br />
dier in zwart en wit dat volledig ontsproten lijkt<br />
aan de fantasie <strong>van</strong> de kunstenaar. Kenmerkend voor de<br />
schilderwijze <strong>van</strong> Constant tijdens deze jaren is een sterke,<br />
op het eerste gezicht slordige lijnvoering. Als gevolg<br />
hier<strong>van</strong> ervaart de beschouwer de voorstelling als bijzonder<br />
levendig en spontaan. De libelle lijkt ieder moment<br />
<strong>van</strong> het doek af te kunnen vliegen en de vibraties <strong>van</strong> de<br />
stralende zon zijn bijna voelbaar. Al met al een vrolijk tafereel.<br />
Maar er wringt iets. Bij nadere beschouwing oogt<br />
het fantasiedier boosaardig. En de zon heeft met haar<br />
sliertige stralen en grijnzende blik iets weg <strong>van</strong> een<br />
hippie die in hogere sferen verkeert. 3 De combinatie <strong>van</strong><br />
agressie, brutaliteit en vrolijkheid in Fauna is bij uitstek<br />
een voorbeeld <strong>van</strong> de experimentele schilderkunst <strong>van</strong><br />
Constant gedurende de CoBrA-periode.<br />
herKOmst<br />
In de jaren tijdens en na CoBrA verliep de receptie <strong>van</strong><br />
het werk <strong>van</strong> de naoorlogse nieuwe generatie kunstenaars<br />
op zijn zachtst gezegd problematisch. Recensenten<br />
reageerden met krachttermen als geklieder, rotzooi en<br />
kinderachtig. Men voelde zich in het algemeen in het ootje
26 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong>
genomen door deze expressieve en fantasierijke kunst.<br />
Maar niet Hans en Alice de Jong. Gedreven door een<br />
aangeboren nieuwsgierigheid oriënteerde dit echtpaar<br />
zich naar hartelust op de nieuwste ontwikkelingen in de<br />
hedendaagse kunst. Van 1930 tot 1968 was Hans de Jong<br />
directeur <strong>van</strong> De Jong en Van Dam NV te Hengelo, beter<br />
bekend als Jo<strong>van</strong>da. In deze hoedanigheid verkeerde hij<br />
volop in de gelegenheid om tijdens zakenreizen naar het<br />
buitenland kennis te nemen <strong>van</strong> al het interessants dat<br />
de eigentijdse kunst te bieden had. Zijn vrouw deelde<br />
zijn interesse en samen brachten zij <strong>van</strong>af 1946 menig<br />
bezoek aan galeries en musea in binnen- en buitenland.<br />
In 1954 verwierven zij hun eerste werk <strong>van</strong> een oud<br />
CoBrA-lid, het schilderij Astre et animal <strong>van</strong> Corneille.<br />
Op basis <strong>van</strong> de vele ontmoetingen met bevriende<br />
adviseurs en kunstenaars ontstond een collectie die een<br />
onderkomen vond in de privé-woning <strong>van</strong> het echtpaar<br />
De Jong, eerst in Hengelo en later in Ascona, Zwitserland.<br />
Bij hun keuze om werk te kopen <strong>van</strong> relatief onbekende<br />
kunstenaars werden Hans en Alice de Jong overigens<br />
met argusogen door hun omgeving gevolgd. In de jaren<br />
<strong>van</strong> wederopbouw vond men het over het algemeen ongepast<br />
om geld aan hedendaagse, laat staan experimentele<br />
kunst te spenderen.<br />
Bij de aankoop <strong>van</strong> nieuw werk voor de collectie hanteerde<br />
de heer De Jong een uitstekend criterium: alvorens<br />
hij en zijn vrouw tot de koop overgingen wilden zij<br />
de kunstenaar in kwestie persoonlijk en intensief leren<br />
kennen. Of het nu Karel Appel, Asger Jorn, Jean<br />
Dubuffet of Willem de Kooning betrof, aan iedere aanwinst<br />
ging een heel traject <strong>van</strong> ontmoetingen, discussies<br />
en wikken en wegen vooraf. Zo raakte het echtpaar bevriend<br />
met de meeste kunstenaars <strong>van</strong> wie ze werk verzamelden,<br />
waaronder Theo Wolvecamp en Karel Appel.<br />
In 1958 vond na bemiddeling <strong>van</strong> wederzijdse vrienden<br />
de eerste ontmoeting tussen Constant en Hans de<br />
Jong plaats. De laatste bracht een bezoek aan de woning<br />
<strong>van</strong> Constant, gelegen aan de Henri Polaklaan te<br />
Amsterdam. In de herinnering <strong>van</strong> De Jong ontspon<br />
zich meteen een ingewikkelde discussie over de rol <strong>van</strong><br />
de kunstenaar in de maatschappij en het ontwaken <strong>van</strong><br />
de creatieve mens. 4 Constant hield zich op dat moment<br />
voornamelijk bezig met vlakke constructies, de voorlopers<br />
<strong>van</strong> zijn project Nieuw Babylon; een ‘hyperarchitectuur’<br />
voor de spelende mens. Maar de interesse <strong>van</strong><br />
De Jong ging voornamelijk uit naar de CoBrA-periode.<br />
Op zijn vraag of Constant nog werk uit die tijd had reageerde<br />
deze verbaasd: Cobra? Vind je daar wat aan?. Hij<br />
27 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
was echter bereid om een aantal doeken te laten zien en<br />
de keuze <strong>van</strong> Hans de Jong viel op twee schilderijen. In<br />
1959 volgde de aankoop <strong>van</strong> Fauna. Het feit dat privéverzamelaars<br />
als Hans en Alice de Jong reeds <strong>van</strong>af de<br />
vroege jaren vijftig de kwaliteit <strong>van</strong> CoBrA-werk hebben<br />
onderkend is <strong>van</strong> groot belang geweest voor de waardering<br />
<strong>van</strong> de beweging. Nederlandse en buitenlandse<br />
musea hadden in deze periode immers weinig tot geen<br />
interesse in het actief verwerven <strong>van</strong> CoBrA-werk.<br />
een verriJKing <strong>van</strong> de cOllectie<br />
Na zevenenveertig jaar deel te hebben uitgemaakt <strong>van</strong><br />
de collectie <strong>van</strong> De Jong verruilt het schilderij Fauna de<br />
privé-sfeer <strong>van</strong> de verzamelaar voor het publieke domein<br />
<strong>van</strong> het museum. Het werk werd weliswaar in de loop der<br />
jaren diverse malen geselecteerd voor belangwekkende<br />
tentoonstellingen, maar het grootste deel <strong>van</strong> de tijd<br />
hing het achter gesloten deuren.<br />
De verwerving <strong>van</strong> dit schilderij betekent niet alleen<br />
een verrijking <strong>van</strong> de collectie <strong>van</strong> het Cobra Museum.<br />
De aankoop is tevens <strong>van</strong> belang voor de Collectie<br />
Nederland. Vergelijkbaar sterk werk <strong>van</strong> Constant uit<br />
de CoBrA-periode bevindt zich hoofdzakelijk in buitenlandse<br />
collecties zoals die <strong>van</strong> Musée National d’Art<br />
Moderne te Parijs en de Tate Collection in Londen, en<br />
in besloten verzamelingen.<br />
Het Cobra Museum bezit een aantal sleutelwerken<br />
uit het oeuvre <strong>van</strong> Constant, waaronder De redenaar uit<br />
1949 en De rode vuist uit 1952. Fauna is echter door de<br />
kernachtige combinatie <strong>van</strong> boosaardige, brutale en<br />
fantasievolle elementen een absolute aanvulling voor de<br />
collectie <strong>van</strong> het museum. De verwerving er<strong>van</strong> komt in<br />
een bijzonder daglicht te staan door het overlijden <strong>van</strong><br />
Constant in augustus 2005. De permanente opstelling<br />
<strong>van</strong> Fauna is een hommage aan deze kunstenaar wiens<br />
betekenis voor de naoorlogse kunst springlevend is.<br />
Het Cobra Museum is de <strong>Vereniging</strong> <strong>Rembrandt</strong><br />
buitengewoon erkentelijk voor de genereuze bijdrage<br />
ter ondersteuning <strong>van</strong> de kapitale aankoop <strong>van</strong> Fauna s<br />
katja weitering<br />
Conservator Cobra Museum voor Moderne Kunst<br />
interieur familie De Jong,<br />
ascona, Zwitserland<br />
foto: J. de Jong<br />
N o t e n :<br />
1. De experimentele groep in Holland werd<br />
in 1948 in amsterdam opge richt door<br />
karel appel, Corneille en Constant. later<br />
werden ook theo wolvecamp, anton<br />
rooskens, eugène Brand en Jan<br />
nieuwenhuys, de broer <strong>van</strong> Constant, lid.<br />
2. Manifest, september 1948 gepubliceerd<br />
in Reflex i, orgaan <strong>van</strong> de experimentele<br />
groep in Holland.<br />
3. Deze vergelijking is afkomstig <strong>van</strong><br />
Dr willemijn stokvis.<br />
4. Zie de uitspraken <strong>van</strong> Hans de Jong in de<br />
catalogus Oog in oog met Hans en Alice<br />
de Jong behorende bij de gelijknamige<br />
tentoonstelling die <strong>van</strong> 28 juni tot en met<br />
6 september 1970 plaatsvond in het<br />
arnhems gemeentemuseum, het huidige<br />
Museum voor Moderne kunst arnhem.
O V E R A A N W I N S T E N<br />
18 8 3 – 18 9 3 – 19 0 3 – 191 3 – 19 2 3 – 19 3 3 – 19 4 3 – 19 5 3 – 19 6 3 – 19 7 3 – 19 8 3 – 19 9 3 – 2 0 0 3 – 2 0 0 8<br />
FuSIEN BIjl dE VROE<br />
‘Het stemt tot verheugenis en<br />
dankbaarheid, dat het de vereniging<br />
mogelijk is geweest thans reeds gedurende<br />
driekwart eeuw mede te werken aan<br />
behoud en vermeerdering <strong>van</strong> nederlands<br />
kunstbezit en niet minder, dat haar<br />
financiële positie zodanig is, dat zij – naar<br />
het zich laat aanzien – nog lange tijd<br />
daarmede zal kunnen voortgaan’, zo opent<br />
het verslag over de jaren 1956 en 1957.<br />
‘Maar’, zo schreef Hans redeker naar<br />
aanleiding <strong>van</strong> dit 75-jarig bestaan,<br />
‘aan de <strong>van</strong>zelfsprekendheid, waarmee<br />
het volk en de museumbezoeker de in<br />
besloten bescheidenheid door de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt verrichte<br />
wonderen <strong>van</strong> culturele weldaad aanvaard,<br />
aan die <strong>van</strong>zelfsprekendheid moet door<br />
de wijzigingen in onze samenleving en<br />
cultuur een einde komen. De taak <strong>van</strong><br />
<strong>Rembrandt</strong> kan in de wereld <strong>van</strong> nu<br />
niet meer door een elite worden vervuld<br />
maar wacht op ons gehele volk […]’<br />
28 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
Hoe u een moderne<br />
en vrije toegang tot 30 musea krijgt<br />
grOte belangstelling vOOr Kunst<br />
‘uitgestrooid over alle contreien <strong>van</strong> ons<br />
land staan de musea en behoeden hun<br />
aandeel in een onver<strong>van</strong>gbare erfenis’, zo<br />
schrijft redeker verder. ‘[…] Zij betekenen<br />
meer dan een plechtig verheven tijdverdrijf<br />
voor een culturele elite. Met de dag immers<br />
groeit de erkenning, dat kunst, speels of<br />
ernstig, oud of jong, een ontmoeting is<br />
met onszelf, ons als mens toespreekt en<br />
verandert omdat zij wezenskernen <strong>van</strong> ons<br />
eigen leven in geconcentreerde, verhevigde<br />
of gezuiverde vorm voor ons stelt. Musea<br />
zijn daarbij onmisbare behuizingen, waar<br />
kunstwerken het veiligst en voor heel het<br />
volk toegankelijk zijn. Minder algemeen,<br />
zelfs nauwelijks nog ontwaakt is de bezorgdheid<br />
om hun inhoud, nu en in de<br />
toe komst, de vraag naar het ontstaan en<br />
voortbestaan <strong>van</strong> wat wij ons nationaal<br />
kunstbezit noemen als gold het een <strong>van</strong>zelfsprekende<br />
grootheid. in werkelijkheid<br />
bestaat er een ontwikkeling, niet alleen <strong>van</strong><br />
het museum als instelling maar ook <strong>van</strong> de<br />
inhoud <strong>van</strong> ons openbaar kunstbezit.’ 1<br />
‘De grote belangstelling voor kunst wordt<br />
bewezen door het succes <strong>van</strong> Openbaar<br />
Kunstbezit. 2 wat aan deze belangstelling<br />
ontbreekt is een echte, eigen verantwoordelijkheid<br />
voor dit bezit, de behoefte<br />
persoonlijk deel te nemen aan behoud en<br />
uitbreiding, zelf aandeel te hebben in wat<br />
wij de trots <strong>van</strong> onze musea noemen. De<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt vormt daar<strong>van</strong> het<br />
instrument!’<br />
geheel in overeenstemming met deze<br />
woorden werd ook een folder uitgegeven<br />
met als wervende tekst: HOE U EEN<br />
MODERNE MAECENAS WORDT EN VRIJE<br />
TOEGANG TOT 30 MUSEA KRIJGT, om na<br />
de opsomming <strong>van</strong> een aantal belangrijke<br />
aankopen te eindigen HOE DEZE LIJST ER<br />
OVER WEER 70 JAAR ZAL UITZIEN HANGT<br />
OOK VAN U AF.<br />
in de eerste 75 jaar <strong>van</strong> haar bestaan was<br />
de positie <strong>van</strong> de vereniging al flink verstevigd.<br />
in 1958 werd door het bestuur besloten<br />
‘door de stijging <strong>van</strong> het ledental en<br />
aangezien mede door een aantal genereuze<br />
giften het vermogen <strong>van</strong> de vereniging<br />
– nog afgezien <strong>van</strong> het nationaal Fonds –<br />
thans de ƒ1.000.000,- is gepasseerd’, om<br />
de boeken der vereniging voortaan door<br />
een accountant te laten controleren.<br />
sinds de oprichting <strong>van</strong> de vereniging werd<br />
565 keer steun verleend aan 46 musea.<br />
in totaal werd een bedrag <strong>van</strong> ƒ 1.054.739<br />
geschonken en een bedrag <strong>van</strong> ƒ 3.275.919<br />
aan renteloze voorschotten verstrekt; ruim<br />
30 musea stelden inmiddels hun deuren<br />
gratis open voor de rembrandtleden.<br />
“vereeniging rembrandt weeK”<br />
aan<strong>van</strong>kelijk bedacht het bestuur het<br />
75-jarig bestaan te vieren met een overzichtstentoonstelling<br />
maar het zag daar<strong>van</strong><br />
af omdat het de musea ‘[…] niet gaarne,<br />
zelfs niet tijdelijk – <strong>van</strong> deze topstukken<br />
wilde beroven’. Het bestuur vroeg alle tot<br />
dan toe gesteunde musea mee te werken<br />
aan een “Vereeniging rembrandt week”.<br />
alle musea werd gevraagd in de week <strong>van</strong><br />
11 tot 18 oktober aandacht te geven aan<br />
de gesteunde werken en daarbij ook<br />
aandacht <strong>van</strong> pers, radio en wellicht ook<br />
televisie voor de vereniging te vragen. De<br />
meeste musea zegden hun medewerking<br />
toe, waarbij het eigenbelang soms duidelijk<br />
was. Zo voegde de directeur <strong>van</strong> het Frans<br />
Hals Museum in zijn brief toe: ‘ik hoop <strong>van</strong><br />
harte dat ik op dat tijdstip ook de aankoop<br />
<strong>van</strong> het Poppenhuis in verband zal kunnen<br />
brengen met de zegenrijke activiteiten <strong>van</strong><br />
de jubilerende <strong>Vereniging</strong>.’ een hoop die<br />
ook uitkwam!<br />
in een radiorede riep de heer Mr F.P.th.<br />
rohling <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> onderwijs,<br />
kunsten en wetenschappen, ook niet<br />
geheel vrij <strong>van</strong> eigenbelang, de luisteraar<br />
op de <strong>Vereniging</strong> rembrandt te steunen:<br />
‘iedereen weet dat in nederland veel<br />
verenigingen bestaan die <strong>van</strong> de overheid<br />
subsidies ont<strong>van</strong>gen. Maar weinig mensen<br />
weten dat er een vereniging bestaat welke<br />
aan de overheid subsidies geeft. in dit opzicht<br />
is de <strong>Vereniging</strong> uniek. De <strong>Vereniging</strong>
maecenas wordt<br />
komt de overheid, met haar ontoereikende<br />
aankoopbudgetten, te hulp met aanzienlijke<br />
giften of met belangrijke voorschotten.’<br />
aanwinsten<br />
in de jaren 1953-1963 steunde de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt 121 aankopen, verdeeld<br />
over 38 musea uit tien <strong>van</strong> de toen elf<br />
provincies <strong>van</strong> nederland; alleen Drenthe<br />
ontbrak. ter vergelijking: in de eerste tien<br />
jaar <strong>van</strong> haar bestaan, <strong>van</strong> 1883 tot 1893,<br />
steunde de <strong>Vereniging</strong> 25 aankopen,<br />
waar<strong>van</strong> 20 voor het rijksmuseum en het<br />
rijksprentenkabinet, twee voor het<br />
Provinciaal Museum assen en drie voor<br />
respectievelijk het Frans Hals Museum, het<br />
groninger Museum en het Fries Museum<br />
in leeuwarden.<br />
Bij de gesteunde aankopen ging het soms<br />
niet om één kunstwerk maar ook om<br />
29 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
meerdere werken tegelijk. Zo kreeg het<br />
Prentenkabinet <strong>van</strong> de universiteit <strong>van</strong><br />
leiden steun bij de aankoop <strong>van</strong> vijf tekeningen<br />
uit de serie Scheppingsdagen <strong>van</strong><br />
H. goltzius, werd het museum de amstelkring<br />
in staat gesteld 22 penningen met<br />
amsterdamse personen aan te kopen.<br />
Het Haags gemeentemuseum kon zeven<br />
stuks Venetiaans glas uit de zestiende en<br />
zeventiende eeuw, alsook een collectie<br />
kantonees porselein uit de veertiende,<br />
zeventiende en achttiende eeuw aan haar<br />
collectie toevoegen, dankzij de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt.<br />
cOllectie lieFtincK<br />
De grootste collectie in de periode 1953-<br />
1963 toegevoegd aan het openbaar kunstbezit<br />
betrof de aankoop <strong>van</strong> de collectie<br />
F. lieftinck: voor het Museum voor Volken-<br />
kunde, leiden, 3000 Japanse tekeningen,<br />
schetsen, ontwerpen en albumbladen, en<br />
voor het rijksprentenkabinet 4125 losse<br />
bladen en 236 Japanse prenten. De verzamelaar<br />
Ferdinandus lieftinck (1879-1959)<br />
was oorspronkelijk geïnteresseerd in de<br />
Haagse school en in de schilder Hoytema,<br />
waar<strong>van</strong> hij veel werk verzameld had.<br />
wellicht was het zijn contact met Hoytema<br />
dat zijn interesse wekte voor Japanse houtsneden.<br />
in 1938 besloot lieftinck, mede<br />
geïnspireerd door de tentoonstelling Oude<br />
Japansche Prentkunst in het gemeentemuseum<br />
Den Haag in 1938 een uitgelezen<br />
collectie <strong>van</strong> Japanse houtsneden <strong>van</strong> topkwaliteit<br />
bijeen te brengen. in de jaren<br />
hierna breidde hij zijn collectie uit tot 236<br />
stuks.<br />
toen hij in 1956 besloot zijn inmiddels tot<br />
ver over de grenzen bekende verzameling<br />
over te willen doen aan het rijk maakte de<br />
ruime steun <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
dit ook mogelijk. ‘Het aesthetisch genoegen<br />
om in een rustige omgeving Japanse<br />
prenten te bekijken was tot voor kort de<br />
talrijke bezoekers <strong>van</strong> de studiezaal <strong>van</strong><br />
het Prentenkabinet ontzegd’, zo schreef de<br />
toenmalige conservator k.g. Boon in het<br />
Portret <strong>van</strong> een courtisane<br />
kitagawa utamaro (1754-1806)<br />
kleurenhoutsnede, papier, 37,6 x 24,6 cm<br />
VoorMalige ColleCtie lieFtinCk, nu ColleCtie<br />
riJksPrentenkaBinet aMsterDaM<br />
een courtisane <strong>van</strong> de ibarakiya houdt<br />
een voorbijganger staande<br />
suzuki Harunobu (1725-1770)<br />
kleurenhoutsnede, papier, 27,2 x 19,8 cm<br />
VoorMalige ColleCtie lieFtinCk, nu ColleCtie<br />
riJksPrentenkaBinet aMsterDaM
• O G E N B L I K •<br />
de kunst <strong>van</strong> het overleven<br />
P r O f. d r H . W . va N O s<br />
samen met Frans haks blader ik door de ca talogus <strong>van</strong> de tentoonstelling L’Envolée<br />
lyrique. Paris 1945-1956. <strong>van</strong> 26 april tot 6 augustus <strong>van</strong> dit jaar werden in het<br />
musée du luxem bourg in Parijs de schilders <strong>van</strong> wat ooit de ‘ecole de Paris’ heette<br />
opnieuw getoond. nicolas de staël, Jean Fautrier, alfred manessier, Pierre soulages,<br />
wols, Jean bazaine, roger bissière, hans hartung, serge Poliakoff en al die andere<br />
a<strong>van</strong>t-gardisten <strong>van</strong> onze jeugd, ze mochten weer worden gezien, vaak na decennia<br />
<strong>van</strong> schaam teloze verwaarlozing. want de voort durende zoektocht naar de dernier<br />
cri maakte, dat wat gisteren in de smaak viel, <strong>van</strong>daag wordt vergeten en verguisd.<br />
in nederland heeft vooral het <strong>van</strong> abbe museum ooit een prachtige collectie schilderijen<br />
<strong>van</strong> deze kunstenaars aangelegd. alom werd hun werk hier bewonderd.<br />
alfred manessier kreeg in nederland vrienden en nam hier zelfs een huis. maar toen<br />
was opeens new York in en Parijs uit. de verzamelaars hielden de Parijse meesters<br />
voor gezien en reisden af naar new York om bij te dragen aan de nieuwe mythologie<br />
<strong>van</strong> het amerikaanse abstract expressionisme. manessier verdween uit neder land,<br />
teleurgesteld in zijn vrienden <strong>van</strong> vroeger, die hem nu niet meer wilden kennen.<br />
Wat maakten ze prachtige schilderijen, roepen Frans en ik om beurten uit,<br />
terwijl we de afbeeldingen in de catalogus bekijken. nu ze niet meer de helden <strong>van</strong><br />
gisteren zijn, maar de meesters <strong>van</strong> eergisteren, nu willen we ze weer zien! Zo werkt<br />
nu eenmaal het herkauwingsmechanisme <strong>van</strong> de geschiedenis <strong>van</strong> kunst. dit spijsverteringsproces<br />
kent pijnlijke bijverschijnselen. bijna alle kunstenaars <strong>van</strong> de ‘ecole<br />
de Paris’ zijn inmiddels overleden. velen <strong>van</strong> hen zwaar gedesillusioneerd. maar<br />
ook heel veel <strong>van</strong> hun werk is verdwenen. alleen kunst die de moeite waard wordt<br />
gevonden, heeft immers kans op overleven. we herinneren ons de schilders <strong>van</strong> ‘de<br />
Ploeg’ in groningen, <strong>van</strong> wie we indertijd de werken bij vuilnisbakken of uit garages<br />
weg moesten halen. nu zijn ze de meesters <strong>van</strong> eergisteren en hun werken zijn vaak<br />
zo duur geworden, dat het zelfs de moeite loont om ze te vervalsen! hoeveel is er<br />
in de tussentijd niet verloren gegaan?!<br />
maar er is nog iets anders, waardoor we worden gefrappeerd. in de catalogus komt<br />
een flink aantal hele goede schilders voor, <strong>van</strong> wie we de namen niet eens kennen.<br />
Zo heb ik bijvoorbeeld nooit gehoord <strong>van</strong> gérard schneider, marie raymond,<br />
Jacques doucet, Pierre dmitrienko en louis armand nallard, kunstenaars die absoluut<br />
niet onder doen voor degenen, wier werken toen overal in europa te zien waren.<br />
die tentoonstelling in het musée du luxembourg deed dus iets heel bijzonders: niet<br />
alleen de helden <strong>van</strong> eergisteren opnieuw laten zien, maar ook de schilders die toen<br />
al ten onrechte werden overgeslagen en nu geheel en al vergeten zijn. waarom<br />
vergeten? Omdat de één niet de goede relaties had, de ander onmogelijk was of<br />
onhandig of de weg in Parijs niet wist of omdat zij niet een hij was of omdat hij te<br />
vroeg overleed. in elk geval ligt het bijna nooit aan zijn of haar artistieke kwaliteiten,<br />
dat kan je nu door vergelijken heel goed onderkennen. Zo ging het en zo gaat<br />
het en zo zal het altijd gaan. daar helpt geen moraliseren aan. Je kunt alleen wensen,<br />
dat onze vereniging bij al die aanvragen voor financiële steun bij aankopen <strong>van</strong><br />
kunst <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag, gisteren en eergisteren zich bewust is <strong>van</strong> deze metabolismen<br />
<strong>van</strong> de kunstgeschiedenis.<br />
• O G E N B L I K •<br />
jaarverslag <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong>. ‘De strenge<br />
conceptie <strong>van</strong> de negentiende-eeuwse prentliefhebbers,<br />
die de prent alleen om haar zwart<br />
en wit bewonderden, keurde de frivole Japanse<br />
houtsneekunst geen plaats waardig in haar<br />
heiligdom. De opvattingen veranderden toen<br />
De toulouse-lautrec met zijn kleuren-litho’s<br />
kwam, die zo sterk door de Japanse voorbeelden<br />
geïnspireerd waren. Maar amsterdam<br />
bleef bij de klassieke opvatting. De oorlog veranderde<br />
veel in de waardering <strong>van</strong> de prentkunst.<br />
De kleurenprent kwam nog sterker dan<br />
vroeger op de voorgrond en de gehele belangstelling<br />
voor de grafiek herleefde op een<br />
andere basis. niet langer mocht thans die kunst<br />
ontbreken, die europa in het laatste kwart <strong>van</strong><br />
de negentiende eeuw zo sterk heeft helpen<br />
bevrijden <strong>van</strong> al te dodende schema’s en een<br />
te veel aan reproducerende kunst.’<br />
na de aankoop <strong>van</strong> de lieftinck-collectie is de<br />
verzameling Japanse prenten <strong>van</strong> het<br />
rijksprentenkabinet steeds verder uitgebreid,<br />
waarbij zijn criterium alleen de hoogste kwaliteit<br />
aan te kopen ook altijd het uitgangspunt is<br />
gebleven.<br />
Prins bernhard FOnds<br />
in het jaar 1960 opende zich ook een belangrijk<br />
nieuw perspectief, ‘[...] doordat het Prins<br />
Bernhard Fonds heeft besloten gelden (uit de<br />
opbrengst voetbalpool-gelden) ter beschikking<br />
<strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> rembrandt te stellen voor<br />
de aankoop <strong>van</strong> beeldende kunst. Met het<br />
Prins Bernhard Fonds is nu een regeling getroffen<br />
krachtens welke alle aanvragen om steun<br />
voor beeldende kunst worden verwezen naar<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt, die de aanvragen<br />
beoordeelt en het Prins Bernhard Fonds over<br />
de toewijzing adviseert. naar het zich laat aanzien<br />
zal dit een belangrijke uitbreiding <strong>van</strong> de<br />
mogelijkheden der vereniging betekenen, terwijl<br />
de vereniging – meer dan tot dusver – haar<br />
zorgen ook zal uitstrekken over de moderne<br />
kunst.’ Hoewel deze regeling pas begin 1961<br />
definitief in werking trad, werden in 1960 al<br />
drie objecten aangekocht met een schenking<br />
<strong>van</strong> ƒ 40.000,- uit de Prins Bernhard Fondsgelden.
het poppenhuis <strong>van</strong> sara<br />
rothé, ca, 1740<br />
Frans Hals MuseuM, HaarleM<br />
De directeur <strong>van</strong> het Prins Bernhard Fonds,<br />
de heer siedenburg, verzocht het bestuur, in<br />
afwachting <strong>van</strong> een meer definitieve regeling<br />
voor de toekomst, op zeer korte termijn reeds<br />
een voorstel te doen voor de besteding <strong>van</strong> de<br />
nog dit jaar beschikbaar komende gelden.<br />
‘ofschoon wij in verband met de grote spoed<br />
die betracht moest worden, niet in staat waren<br />
de gebruikelijke procedure te volgen’, zo<br />
schreef de secretaris <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> aan de<br />
heer siedenburg op 20 december 1960, ‘hebben<br />
wij – teneinde aan uw wens tegemoet te<br />
komen – onderzocht welke mogelijkheden zich<br />
voordeden’. Voorstel werd gedaan voor het<br />
rijksprentenkabinet de aankoop <strong>van</strong> een aantal<br />
schetsbladen door Jan <strong>van</strong> goyen en voor het<br />
Mauritshuis een Vanitasstilleven door Pieter<br />
Claesz. te ondersteunen.<br />
De derde aanvraag die gehonoreerd kon worden<br />
met deze nieuwe bron <strong>van</strong> inkomsten was de<br />
31 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
aankoop <strong>van</strong> een schilderij <strong>van</strong> eugène Delacroix<br />
voor Museum Boijmans-Van Beuningen.<br />
De toenmalige directeur <strong>van</strong> Boijmans-Van<br />
Beuningen J.C. ebbinge wubben schreef hierover<br />
aan de <strong>Vereniging</strong>: ‘onder de kunstwerken<br />
die ons museum op het oog heeft, maar<br />
waar<strong>van</strong> ik de aankoop tot nu toe niet heb kunnen<br />
verwezenlijken door gebrek aan middelen,<br />
bevindt zich een zeer expressief en karakteristiek<br />
schilderij <strong>van</strong> eugène Delacroix. Dit paneel,<br />
37 x 25 cm, is de voorstudie <strong>van</strong> het grote stuk<br />
in de walters art gallery te Baltimore, dat 1846<br />
gedateerd is. Het treffende <strong>van</strong> de kleinere en<br />
eerdere studie is de directheid en de kracht <strong>van</strong><br />
het sentiment, naast de grote picturale qualiteiten.<br />
De onloochenbare en evidente samenhang<br />
met rubens maakt de waarde <strong>van</strong> dit werk <strong>van</strong><br />
Delacroix voor onze verzameling, die zo veel<br />
olieverfschetsen <strong>van</strong> rubens bevat, waaronder<br />
zijn Drie Kruisen, des te groter. Mede gezien<br />
het feit dat Delacroix in de verzamelingen in<br />
ons land niet rijk is vertegenwoordigd, zou hier<br />
geloof ik inderdaad <strong>van</strong> een verrijking <strong>van</strong> het<br />
nationale kunstbezit kunnen worden gesproken.<br />
De prijs <strong>van</strong> dit stukje is, in vergelijking tot<br />
de huidige prijzen op veilingen, bijzonder redelijk.<br />
De huidige eigenaar, de kunsthandelaar<br />
Dr Vitale Bloch, is bereid dit aan het museum af<br />
te staan voor ƒ 30.000,-.’<br />
‘nu het vooroverleg met de heer siedenburg<br />
reeds tot een voorstel heeft geleid, dat naar alle<br />
waarschijnlijkheid bij het bestuur <strong>van</strong> het fonds<br />
in goede aarde zou vallen, stel ik voor dat wij in<br />
dit uitzonderingsgeval maar niet meer over dit<br />
onderwerp vergaderen en de kunstwerken ook<br />
niet meer bezichtigen, doch meteen de knoop<br />
doorhakken. wij krijgen door bemiddeling <strong>van</strong><br />
het Prins Bernhardfonds zulke ruime middelen,<br />
dat ik het fonds gaarne tegemoet kom in zijn<br />
wens op zeer korte termijn een voorstel <strong>van</strong>
christus aan het kruis<br />
eugène Delacroix<br />
(1798-1863)<br />
1846. olieverfschets op<br />
paneel, 37 x 25 cm<br />
BoiJMans Van<br />
Beuningen, rotterDaM<br />
ons te ont<strong>van</strong>gen’, zo schreef de secretaris<br />
tegelijkertijd aan zijn bestuur. Het bestuur was<br />
het eens met zijn secretaris, het Prins Bernhard<br />
Fonds ging akkoord met bovenstaand voorstel<br />
en zo openden deze drie aankopen de lange<br />
reeks <strong>van</strong> werken die de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt, mede met steun <strong>van</strong> het Prins<br />
Bernhard Fonds, heeft verworven voor het<br />
openbaar kunstbezit s<br />
N o t e n<br />
1. archief <strong>Vereniging</strong> rembrandt, gemeente archief amsterdam.<br />
2. Openbaar Kunstbezit werd opgericht in 1957. Het waren besprekingen<br />
op de radio <strong>van</strong> telkens een kunstwerk in een nederlandse<br />
openbare collectie, die vervolgens in gedrukte vorm<br />
werden uitgegeven.<br />
32 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
n i e u w s<br />
daan cevat Fonds<br />
Mevrouw e.t.r. Cevat-spijker nam ter nagedachtenis<br />
aan haar overleden echtgenoot, de kunsthandelaar en<br />
verzamelaar Daan Cevat, het initiatief tot het instellen <strong>van</strong> het Daan<br />
Cevat Fonds bij de <strong>Vereniging</strong> rembrandt. Het fonds is bestemd voor het<br />
verlenen <strong>van</strong> financiële steun aan de aankoop <strong>van</strong> werken <strong>van</strong> rembrandt<br />
en <strong>van</strong> kunstenaars die rembrandt hebben beïnvloed of die door rembrandt<br />
zijn beïnvloed, dan wel door hem werden geïnspireerd.<br />
onze vereniging is mevrouw Cevat bijzonder dankbaar voor dit initiatief.<br />
ina <strong>van</strong> doormaal Fonds<br />
uit een legaat <strong>van</strong> de heer ir Piet M. <strong>van</strong> Doormaal kon het Ina <strong>van</strong><br />
Doormaal Fonds bij de <strong>Vereniging</strong> rembrandt worden ingesteld. Het<br />
fonds is bestemd voor steun aan aankopen <strong>van</strong> werken uit de school <strong>van</strong><br />
Barbizon.<br />
een nieuw themafonds: Prenten en tekeningen<br />
in Bulletin nummer 1 <strong>van</strong> dit jaar konden wij de oprichting <strong>van</strong> ons<br />
themafonds Zilver aankondigen, mogelijk gemaakt door de nalatenschap<br />
<strong>van</strong> mevrouw l.l. sjoer.<br />
een <strong>van</strong> onze leden heeft, door dit initiatief geïnspireerd, laten weten<br />
graag de eerste aanzet te willen geven tot een themafonds Prenten en<br />
tekeningen. Door middel <strong>van</strong> een notariële akte is die aanzet inmiddels<br />
gerealiseerd. wij kunnen nu dus met trots melding maken <strong>van</strong> ons tweede<br />
themafonds en hopen natuurlijk dat velen er aan zullen bijdragen. uit de<br />
nalatenschap <strong>van</strong> de heer a.J.C. Molster, die een groot liefhebber en<br />
verzamelaar <strong>van</strong> tekeningen was, kon al meteen een substantieel bedrag<br />
aan het nieuwe fonds worden toegevoegd.<br />
nóg een nieuw themafonds: glas<br />
Het fenomeen themafonds werkt aanstekelijk. een <strong>van</strong> onze leden, wier<br />
ouders afkomstig zijn uit de glasstad leerdam, besloot een themafonds<br />
Glas bij de <strong>Vereniging</strong> rembrandt in te stellen. wij juichen dit initiatief<br />
<strong>van</strong>zelfsprekend ten zeerste toe.<br />
algemene ledenvergadering in het<br />
Kröller-müller museum<br />
op zaterdag 30 september vond de algemene<br />
ledenvergadering plaats in het kröller-Müller<br />
Museum in otterlo. De belangstelling <strong>van</strong> de leden<br />
voor deze bijeenkomst was zo groot dat op een bepaald<br />
moment een registratiestop moest worden ingevoerd. Daardoor<br />
moesten tientallen leden worden teleurgesteld. wij doen ons best om<br />
geschikte locaties te vinden met een grote capaciteit maar in combinatie<br />
met een aantrekkelijke expositie is dat niet altijd eenvoudig. De ruim 350<br />
leden die wel aanwezig konden zijn bezochten na de officiële vergadering<br />
en het welkomstwoord door de directeur <strong>van</strong> het kröller-Müller<br />
Museum Dr evert <strong>van</strong> straaten de prachtig gerenoveerde Van de Veldevleugel<br />
en de tentoonstelling Living Art - on the Edge of Europe, over<br />
levende kunst <strong>van</strong> oost-europese kunstenaars uit de jaren ‘60/‘70.
v a n d e v e r e n i g i n g<br />
bestuur en raad <strong>van</strong> adviseurs<br />
De algemene ledenvergadering <strong>van</strong> 30 september jl. is akkoord gegaan<br />
met de volgende mutaties in het Bestuur en de raad <strong>van</strong> adviseurs <strong>van</strong><br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt.<br />
Bestuur<br />
Jhr Mr a.a. loudon, vice-voorzitter en Prof. Dr C. Blotkamp traden<br />
terug uit het Bestuur.<br />
Dr M. sanders werd benoemd tot vice-voorzitter en de heren Mr H.g.<br />
Boumeester en Drs C.o.a. baron schimmelpenninck <strong>van</strong> der oije tot lid<br />
<strong>van</strong> het bestuur.<br />
De heren Drs H.B. <strong>van</strong> wijk ra, Prof. Dr P.a. Hecht en Mr J.g. de Vries<br />
robbé werden in het Bestuur herbenoemd.<br />
Raad <strong>van</strong> Adviseurs<br />
De heren Mr Drs l.C. Brinkman, Drs r.H. Fuchs en Mr r. groenink traden<br />
terug uit de raad <strong>van</strong> adviseurs.<br />
Mevrouw Dr H.H. Pijzel-Dommisse en de heren Dr J.n.M. <strong>van</strong> adrichem,<br />
Prof. Dr C. Blotkamp, Mr H.g. Boumeester, Mr H.F. Heerkens thijssen,<br />
Prof. Dr V. Manuth en a.g.l. strengers werden benoemd in de raad<br />
<strong>van</strong> adviseurs.<br />
De heer Boumeester werd aansluitend benoemd tot lid <strong>van</strong> het Bestuur<br />
en maakt daarom geen deel meer uit <strong>van</strong> de raad <strong>van</strong> adviseurs.<br />
Herbenoemd in de Raad <strong>van</strong> Adviseurs werden:<br />
Mevrouw Prof. Dr C.a. Cha<strong>van</strong>nes-Mazel en de heren Prof. Dr J.th.M.<br />
Bank, Drs J.H. Heijningen nanninga, Drs ing. C. Maas, Mr l.J.r. ridder<br />
<strong>van</strong> rappard, Mr s.a. reinink en a.l.stal.<br />
alle benoemingen gelden voor maximaal vier jaar. Voor een volledig<br />
overzicht <strong>van</strong> het Bestuur en de raad <strong>van</strong> adviseurs verwijzen wij naar<br />
pagina 2 <strong>van</strong> dit Bulletin.<br />
Het Bestuur dankt de teruggetreden Bestuursleden en adviseurs zeer<br />
voor hun inzet ten behoeve <strong>van</strong> het openbaar kunstbezit gedurende vele<br />
jaren.<br />
bijeenkomst in de westerkerk<br />
ter gelegenheid <strong>van</strong> het rembrandtjaar<br />
<strong>2006</strong> organiseerde de westerkerk, waar<br />
rembrandt begraven ligt, in samenwerking<br />
met het rijksmuseum, het<br />
rembrandthuis en de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt, op 15 oktober jl. een bijeenkomst<br />
met muziek uit rembrandts<br />
tijd en een lezing door taco Dibbits,<br />
hoofd schilderijen <strong>van</strong> het rijksmuseum,<br />
over rembrandts leven in de Jordaan.<br />
De activiteiten in het kader <strong>van</strong> het rembrandtjaar zijn volgens gegevens<br />
<strong>van</strong> het nederlands Bureau voor toerisme buitengewoon succesvol<br />
gebleken. Vooral de diverse aan rembrandt gewijde tentoonstellingen<br />
konden op grote bijval <strong>van</strong> een zeer breed publiek rekenen.<br />
33 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
titus cirkel<br />
De leden <strong>van</strong> de titus Cirkel werd op 25 september jl. op uitnodiging<br />
<strong>van</strong> de bekende fotograaf/verzamelaar willem Diepraam en het<br />
rijksmuseum ont<strong>van</strong>gen bij willem Diepraam thuis. De gastheer zelf en<br />
het hoofd <strong>van</strong> het rijksprentenkabinet ger luijten gaven, mede aan de<br />
hand <strong>van</strong> een gedeelte <strong>van</strong> de collectie Diepraam, een boeiende toelichting<br />
op het fenomeen fotoverzamelingen.<br />
op 12 november waren de titusleden met hun kinderen te gast in<br />
het nationaal Museum <strong>van</strong> speelklok tot Pierement te utrecht voor een<br />
muzikale rondleiding en aansluitende lunch.<br />
vereniging rembrandt op de pan<br />
Van 19 tot 26 november <strong>2006</strong> zal de <strong>Vereniging</strong><br />
rembrandt weer acte-de-présence geven op de<br />
pan kunst- en antiekbeurs in amsterdam. onze<br />
vereniging zal leden en kandidaat-leden graag<br />
ont<strong>van</strong>gen in de gecombineerde stand <strong>van</strong> de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt en de Collectorsgroup.<br />
Degene die zich op de pan als lid <strong>van</strong> de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt aanmeldt ont<strong>van</strong>gt gratis<br />
de fraaie rembrandtagenda 2007. Dit geldt ook<br />
voor degene die een nieuw lid aanbrengt.<br />
ledenaanbieding: rembrandt agenda 2007<br />
naar aanleiding <strong>van</strong> het rembrandtjaar stelt de Collectors group een<br />
speciale rembrandt agenda samen. in deze agenda worden alle werken<br />
<strong>van</strong> rembrandt opgenomen die verworven zijn met steun <strong>van</strong> de<br />
<strong>Vereniging</strong> rembrandt.<br />
De rembrandt agenda bevat, naast vele kleurrijke illustraties, ook het<br />
verhaal hoe de aankoop destijds tot stand is gekomen, waardoor de<br />
aandacht wordt gevestigd op het belang <strong>van</strong> particuliere schenkingen<br />
aan het openbaar kunstbezit.<br />
De fraai uitgevoerde agenda (157 pagina’s; 19,7 x 24 cm) heeft een hard<br />
cover, goud op snee en wordt geleverd in een bijpassende verzenddoos.<br />
leden <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> rembrandt betalen de speciale prijs <strong>van</strong><br />
€ 34,95 (normale prijs: € 39,50)
algemeen<br />
De <strong>Vereniging</strong> rembrandt<br />
werd onder de naam<br />
Vereeniging <strong>Rembrandt</strong> tot<br />
behoud in Nederland <strong>van</strong><br />
kunstschatten opgericht op<br />
24 september 1883.<br />
Het doel <strong>van</strong> de vereniging is het behouden<br />
en uitbreiden <strong>van</strong> kunstschatten voor nederland,<br />
en het verrijken <strong>van</strong> het openbare bezit<br />
aan kunstschatten in nederland, het daartoe<br />
vergroten <strong>van</strong> de publieke belangstelling voor<br />
en het verhogen <strong>van</strong> de kennis <strong>van</strong> het roerend<br />
cultureel erfgoed, in het bijzonder in nederlandse<br />
openbare collecties. De vereniging is<br />
ingeschreven bij de kamer <strong>van</strong> koophandel te<br />
amsterdam, no. V40531186.<br />
Op welke wijze levert uw schenking meer op?<br />
p een gift is een schenking uit vrijgevigheid<br />
zonder dat daar op geld waardeerbare aanspraken<br />
tegen over staan. De <strong>Vereniging</strong> rembrandt is<br />
gebaat bij elke gift. De gift kan in geld of natura<br />
(w.o. kunstvoorwerpen) geschieden en als<br />
eenmalige of peri o -dieke schenking gedaan<br />
worden. Fiscaal is het het aantrekkelijkst voor u<br />
om de schenking in vijf of meer vaste termijnen<br />
te voldoen. Voor een dergelijke gift is, evenals bij<br />
erfstellingen of legaten, het inschakelen <strong>van</strong> een<br />
notaris nodig. De Vere ni ging rembrandt is bereid<br />
de notariële kosten voor haar rekening te nemen<br />
bij periodieke giften <strong>van</strong>af € 200,- per termijn.<br />
p Door erfstelling of legaat kunt u uw vermogen,<br />
een bedrag en/of kunstvoorwerpen nalaten aan<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt. De bestemming <strong>van</strong><br />
de kunstvoorwerpen kan worden bepaald in<br />
overleg met de <strong>Vereniging</strong> rembrandt. Hiervoor<br />
geldt onder bepaalde voorwaarden de genoemde<br />
vrijstelling <strong>van</strong> successierechten.<br />
p ten slotte noemen wij de bijzondere mogelijkheid<br />
dat erfgenamen het successierecht gedeelte-<br />
34 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
lidmaatschaP<br />
ingevolge besluit <strong>van</strong> de algemene leden ver -<br />
ga dering 2005 zijn de contributies met ingang<br />
<strong>van</strong> <strong>2006</strong> als volgt vastgesteld:<br />
p gewoon lidmaatschap:<br />
(tenminste) € 60,- per jaar<br />
p echtpaar/partners lidmaatschap (twee personen):<br />
(tenminste) € 85,- per jaar<br />
p jongerenlidmaatschap (t/m 25 jaar):<br />
(tenminste) € 20,- per jaar<br />
p lidmaatschap voor het leven:<br />
<strong>van</strong>af € 1.200,- (eenmalig)<br />
p partnerlidmaatschap voor het leven:<br />
<strong>van</strong>af € 2.000,- (eenmalig)<br />
p bedrijfslidmaatschap:<br />
(tenminste) € 1.000,- per jaar<br />
lijk voldoen door overdracht <strong>van</strong> kunstvoorwerpen<br />
aan de staat. u kunt ons hierover raadplegen.<br />
waaraan draagt u bij?<br />
u draagt bij aan de realisatie <strong>van</strong> de algemene<br />
doelstelling <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> rembrandt: verrij -<br />
king <strong>van</strong> ons openbaar kunstbezit in algemene zin,<br />
of aan de verwerving <strong>van</strong> kunstwerken op een<br />
bepaald verzamelgebied. nieuwe mogelijkheden<br />
zijn: een rembrandtfonds op naam of een<br />
themafonds.<br />
wat is een rembrandtfonds op naam?<br />
een persoonlijke manier <strong>van</strong> schenken of nalaten.<br />
Het is een apart fonds, waar<strong>van</strong> de oprichter in<br />
samenspraak met de <strong>Vereniging</strong> rembrandt de<br />
naam bepaalt (bijvoorbeeld de naam <strong>van</strong> de<br />
stichter[s]), de doelstelling en de wijze <strong>van</strong><br />
besteding. Voor een rembrandtfonds op naam<br />
geldt een minimum bedrag <strong>van</strong> € 75.000.<br />
wat is een themafonds?<br />
Deze fondsen worden in het leven geroepen voor<br />
leden die in aanvulling op de contributie een<br />
gift <strong>van</strong> (tenminste) € 250,- doen, kunnen<br />
voor dat jaar de status <strong>van</strong> Donateur verkrijgen.<br />
De leden hebben op vertoon <strong>van</strong> hun lidmaatschapskaart<br />
gratis toegang tot de permanente<br />
collecties <strong>van</strong> de ruim honderd musea waaraan<br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt steun heeft verleend,<br />
alsmede tot de ledenvergaderingen en de bijzondere<br />
ledenbijeenkomsten. Voorts ont<strong>van</strong>gen<br />
de leden het Bulletin met actuele informatie en<br />
beschouwingen door experts en fraaie afbeeldingen<br />
<strong>van</strong> de kunstwerken die met steun <strong>van</strong><br />
de <strong>Vereniging</strong> rembrandt zijn verworven (echtpaar/partnersleden<br />
ont<strong>van</strong>gen één Bulletin).<br />
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen<br />
met het bureau <strong>van</strong> de <strong>Vereniging</strong> rembrandt.<br />
g e v e n O m K u n s t ? d e K u n s t v a n h e t g e v e n !<br />
De <strong>Vereniging</strong> rembrandt steunt kunstaankopen <strong>van</strong> musea<br />
ten behoeve <strong>van</strong> ons openbaar kunstbezit. Van overheidswege<br />
wordt dit particulier initiatief fiscaal ondersteund. Voor giften<br />
<strong>van</strong> particulieren gelden onder bepaalde voorwaarden aftrek-<br />
mogelijkheden voor de inkomsten- en successiebelasting.<br />
De <strong>Vereniging</strong> rembrandt is geheel vrijgesteld <strong>van</strong> schenkings-<br />
en successierechten. Zo kan zij optimaal profiteren <strong>van</strong> uw<br />
gift tijdens uw leven of bij erfstelling.<br />
degenen die geïnteresseerd zijn in een<br />
bepaald verzamelgebied. u kunt bijdragen aan<br />
een afzonderlijk themafonds, bedoeld om<br />
bepaalde onderdelen <strong>van</strong> de openbare collecties<br />
te steunen, bijvoorbeeld 17de-eeuwse schilderkunst,<br />
religieuze kunst, prenten en tekeningen,<br />
beeldhouwkunst, kunstnijverheid of moderne<br />
kunst. op deze wijze kunt u daadwerkelijk<br />
bijdragen aan kunstaankopen in bepaalde<br />
richtingen. in een themafonds kunt u participeren<br />
<strong>van</strong>af € 5.000. in 2005 is bijvoorbeeld<br />
uit de nalatenschap <strong>van</strong> mevrouw l.l. sjoer het<br />
‘Zilverfonds’ gesticht.<br />
nadere informatie<br />
wij geven u graag nadere informatie over de<br />
vermelde mogelijkheden. Hiervoor is een speciale<br />
brochure geven om kunst? De kunst <strong>van</strong> het<br />
geven samengesteld, die wij u desgevraagd<br />
toezenden. wij nodigen u uit om hierover<br />
contact op te nemen met het Bureau (Drs<br />
H.M. Blankenberg, telefoon 070-427 17 20,<br />
e-mail: blankenberg@verenigingrembrandt.nl).
de leden <strong>van</strong> de vereniging rembrandt hebben op vertoon <strong>van</strong> het bewijs <strong>van</strong> lidmaatschap vrije toegang tot de vaste collecties <strong>van</strong> de<br />
musea die sinds de oprichting <strong>van</strong> de vereniging in 1883 zijn gesteund bij de aankoop <strong>van</strong> kunstwerken. dit zijn:<br />
alKmaar • stedelijk Museum<br />
amerOngen • kasteel amerongen<br />
amersFOOrt • Museum Flehite<br />
amstelveen • Cobra Museum<br />
amsterdam • allard Pierson Museum<br />
• amsterdams Historisch Museum<br />
• Bijbels Museum<br />
• Joods Historisch Museum<br />
• Museum amstelkring<br />
• Museum het rembrandthuis<br />
• Museum willet-Holt huysen<br />
• nederlands scheep vaartmuseum<br />
• Pijpenkabinet & smokania<br />
• rijksmuseum<br />
• stedelijk Museum<br />
• stedelijk Museum Bureau<br />
amsterdam<br />
• tropenmuseum<br />
• Van gogh Museum<br />
aPeldOOrn • Paleis Het loo-nationaal Museum<br />
aPPingedam • Museum stad appingedam<br />
arnhem • gemeentemusea<br />
assen • Drents Museum<br />
asten • Beiaard- en natuurmuseum asten<br />
berg en dal • afrika Museum<br />
bergen OP ZOOm • Het Markiezenhof<br />
beverwiJK • Museum kennemerland<br />
breda • Breda’s Museum<br />
brielle • Historisch Museum Den Briel<br />
delFt • Museum lambert <strong>van</strong> Meerten<br />
• legermuseum<br />
• stedelijk Museum Het Prinsen hof<br />
• Volkenkundig Museum nusan ta r a<br />
deventer • gemeentemusea<br />
dOrdrecht • Dordrechts Museum<br />
• Museum Mr. simon <strong>van</strong> gijn<br />
eindhOven • Museum kempenland<br />
• stedelijk Van abbemuseum<br />
enKhuiZen • stg rijksmuseum Zuiderzeemuseum<br />
enschede • rijksmuseum twenthe<br />
gOrinchem • gorcums Museum<br />
gOuda • museumgouda<br />
’s-gravenhage • gemeentemuseum Den Haag<br />
• Haags Historisch Museum<br />
• koninklijk kabinet <strong>van</strong><br />
35 <strong>Vereniging</strong> reMBranDt naJaar <strong>2006</strong><br />
schilderijen Mauritshuis<br />
• Museum Meermanno<br />
• Museum Mesdag<br />
grOningen • groninger Museum<br />
haarlem • Frans Halsmuseum<br />
• teylers Museum<br />
hattem • Voerman Museum<br />
’s-heerenberg • kasteel Huis Bergh<br />
helmond • gemeentemuseum Helmond<br />
’s-hertOgenb<strong>Os</strong>ch • sM’s<br />
• noordbrabants Museum<br />
heusden a/d maas • Het gouverneurshuis<br />
hilversum • goois Museum<br />
hOOrn • westfries Museum<br />
KatwiJK • katwijks Museum<br />
laren • singer Museum<br />
leeK • nationaal rijtuigenmuseum<br />
leens • Borg Verhildersum<br />
leerdam • nationaal glasmuseum<br />
leeuwarden • Fries Museum<br />
• Museum Het Princessehof<br />
nationaal keramiekmuseum<br />
leiden • Museum Boerhaave<br />
• Prenten ka binet der rijks-<br />
univer si teit<br />
• rijksmuseum Het koninklijk<br />
Penningkabinet<br />
• rijksmuseum <strong>van</strong> oudheden<br />
• rijksmuseum voor Volken kunde<br />
• stedelijk Museum De lakenhal<br />
lO<strong>Os</strong>drecht • kasteel-Museum sypesteyn<br />
maarssen • slot Zuylen<br />
maastricht • Bonnefantenmuseum<br />
marKen • Marker Museum<br />
middelburg • Zeeuws Museum<br />
niJmegen • Museum Het Valkhof<br />
OtterlO • kröller-Müller Museum<br />
• nederlands tegelmuseum<br />
Purmerend • Purmerends Museum<br />
ridderKerK • Huys ten Donck (alleen de tuinen)<br />
rOermOnd • stedelijk Museum roermond<br />
rOtterdam • atlas <strong>van</strong> stolk/Het schielandhuis<br />
(Historisch Museum rotterdam)<br />
• Maritiem Museum rotterdam<br />
• Museum Boijmans Van Beuningen<br />
• wereldmuseum rotterdam/<br />
Museum voor Volkenkunde<br />
• nai nederlands architec tuur-<br />
in sti tuut<br />
rOZendaal • kasteel rosendael<br />
de riJP • rijper Museum in ‘t Houten Huis<br />
riJswiJK (Zh) • Museum Het tollenshuis<br />
schiedam • stedelijk Museum<br />
schOOnhOven • goud-, Zilver-, en klokkenmuseum<br />
sluis • oudheidkundige Verzameling<br />
Belfort sluis<br />
sneeK • Fries scheepvaart Museum<br />
tiel • streekmuseum De groote<br />
sociëteit<br />
tilburg • De Pont, stichting voor<br />
hedendaagse kunst<br />
• textielmuseum<br />
uden • Museum voor religieuze kunst<br />
uithuiZen • Menkemaborg<br />
utrecht • Centraal Museum<br />
• nationaal Museum <strong>van</strong><br />
speelklok tot Pierement<br />
• Museum Catharijneconvent<br />
vaassen • kasteel de Cannenburch<br />
velsen-Zuid • Museum Beeckestijn<br />
vlissingen • Zeeuws maritiem muZeeum<br />
vOOrburg • Museum swaensteyn<br />
vOOrschOten • kasteel Duivenvoorde<br />
weesP • gemeentemuseum<br />
wiJhe • Museum de Fundatie/kasteel<br />
Het nijenhuis<br />
wOerden • stadsmuseum woerden.<br />
Zaandam • Museum <strong>van</strong> het nederlandse<br />
uurwerk<br />
ZaltbOmmel • Maarten <strong>van</strong> rossummuseum<br />
ZieriKZee • Maritiem Museum Zierikzee<br />
• stadhuismuseum<br />
ZutPhen • Museum Henriëtte Polak in<br />
De wildeman<br />
• stedelijk Museum<br />
zwolle • Museum de Fundatie/Paleis aan<br />
de Blijmarkt<br />
• stedelijk Museum
in 2005 met steun <strong>van</strong> de vereniging rembrandt aangekochte werken:<br />
aMsterDaM<br />
allard Pierson Museum<br />
veldheer te paard <strong>van</strong><br />
terracotta,<br />
ca 300 voor Chr.<br />
aMsterDaM<br />
rembrandthuis<br />
athalia verdreven uit<br />
de tenpel door Jojada,<br />
ca 1610-1620<br />
rombout <strong>van</strong> uylenburgh<br />
aMsterDaM<br />
rembrandthuis<br />
de ontmoeting <strong>van</strong> Jacob<br />
en rachel<br />
bij de bron<br />
Jan tengnagel<br />
aMsterDaM<br />
rijksmuseum<br />
Portret <strong>van</strong> een<br />
afrikaanse man,<br />
ca 1525-1530<br />
Jan Mostaert<br />
aMsterDaM<br />
rijksmuseum<br />
Zilveren kandelaar,<br />
1687<br />
adam loofs<br />
aMsterDaM<br />
rijksmuseum<br />
Kabinet, vervaardigd<br />
voor amalia <strong>van</strong> solms,<br />
1650-1660<br />
wilhelm de rots<br />
aMsterDaM<br />
rijksmuseum<br />
Portret <strong>van</strong> mevrouw<br />
de lange, 1900<br />
Jan toorop<br />
aPelDoorn<br />
Museum Paleis Het loo<br />
vivat Oraenge, ca 1670<br />
Jan Davidsz de Heem<br />
asten<br />
nationaal Beiaard<br />
Museum<br />
aardewerken<br />
Pien chung<br />
DelFt<br />
legermuseum<br />
Koppel ivoren<br />
pistolen, 1675-1680<br />
Jacob kosters<br />
Den Haag<br />
gemeentemuseum<br />
vier glas-in-lood<br />
ramen, 1917-1920<br />
Chris lebeau<br />
Den Haag<br />
Mauritshuis<br />
Oude vrouw en<br />
jongen met kaarsen,<br />
ca 1616-1617<br />
Peter Paul rubens<br />
Den Haag<br />
Mauritshuis<br />
gezicht op kasteel<br />
bentheim,<br />
ca 1652-1654<br />
Jacob <strong>van</strong> ruisdael<br />
DorDreCHt<br />
Dordrechts Museum<br />
stilleven met bloemen<br />
en vruchten en een<br />
dode haas,<br />
ca 1750-1780<br />
Joris Ponse<br />
DorDreCHt<br />
Dordrechts Museum<br />
serie <strong>van</strong> vijf<br />
behangsels, ca 1800<br />
Jacob en abraham<br />
<strong>van</strong> strij<br />
leeuwarDen<br />
Fries Museum<br />
amo te ama me, 1881<br />
lourens alma tadema<br />
leiDen<br />
stedelijk Museum<br />
De lakenhal<br />
collectie amphora<br />
keramiek,<br />
ca 1890-1920<br />
tilBurg<br />
nederlands textiel<br />
Museum<br />
dubbelportret <strong>van</strong> de<br />
heren <strong>van</strong> den bergh,<br />
1954<br />
Carel willink<br />
utreCHt<br />
nationaal Museum <strong>van</strong><br />
speelklok tot Pierement<br />
staande klok,<br />
ca 1785<br />
David roentgen en<br />
Peter kinzing