STRUCTUURVISIE GREEN PARK AALSMEER
STRUCTUURVISIE GREEN PARK AALSMEER
STRUCTUURVISIE GREEN PARK AALSMEER
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Structuurvisie Green Park Aalsmeer<br />
Gemeente Aalsmeer<br />
9 september 2011<br />
7.2 Exploitatie<br />
7.2.1 Verrekening van kosten binnen exploitatiegebieden<br />
Voor de gebiedsontwikkeling van Green Park Aalsmeer is voor verschillende exploitatiegebieden een verrekening opgesteld.<br />
• Deelgebied 2 (Deelgebied Oceanië);<br />
• Deelgebieden 3, 5, 7 en Middenweg (Deelgebieden Afrika en Amerika);<br />
• Deelgebieden 4 en 6 (Deelgebied Europa);<br />
• Deelgebieden 9 en 10 (Deelgebied Azië).<br />
Voor deze exploitatiegebieden worden bestemmingsplannen en exploitatieplannen vastgesteld. De maatschappelijk - ruimtelijke<br />
voorzieningen in de betreffende exploitatiegebieden brengen kosten met zich mee welke kunnen worden verrekend binnen de<br />
betreffende exploitatiegebieden.<br />
Deelgebieden Locatie Oost, Locatie Noord worden door Flora Holland ontwikkeld en hebben geen relatie met de verrekening van kosten<br />
in de exploitatiegebieden van Green Park Aalsmeer. De afdrachten voor voorzieningen zijn in anterieure overeenkomsten met Flora<br />
Holland geregeld en verzekerd.<br />
Voor deelgebied 1 zijn enkel arbeids- en verkeersextensieve ontwikkelingen mogelijk. Van een gecoördineerde gebiedsontwikkeling is<br />
geen sprake. Voor zover er ontwikkelingen plaatsvinden, zal vooruitlopend op de vergunningverlening worden bezien wat er met<br />
betrekking tot de afdrachten (anterieur) kan worden overeengekomen.<br />
De woonlinten en het bestaande bedrijventerrein aan de Molenvlietweg met daarin het AWZI-terrein van het Hoogheemraadschap van<br />
Rijnland worden niet in verrekening van de kosten meegenomen, omdat deze gebieden niet worden ontwikkeld.<br />
7.2.2 Uitgangspunten verrekening kosten functies tussen exploitatiegebieden<br />
Er worden ook functies aangelegd die qua situering de exploitatiegebieden overstijgen, te weten: infrastructuur N201, infrastructuur<br />
Middenweg, infrastructuur Japanlaan, water en groen. De kosten die met de aanleg van deze functies gemoeid zijn, dienen evenredig te<br />
worden verdeeld over de exploitatiegebieden. Op grond van afdeling 6.4 Wet ruimtelijke ordening kan worden gesteld dat genoemde<br />
functies zijn aan te merken als bovenwijkse voorzieningen (zie ook artikel 6.2.5 van het Besluit ruimtelijke ordening). De eerste stap in<br />
het verrekenen van kosten tussen exploitatiegebieden, is te bepalen welke (objectieve) methode wordt toegepast voor de<br />
kostenverrekening. Daarbij dient er een relatie te zijn tussen de functie en het betreffende deelgebied. In tabel 1 is dit voor de vijf<br />
functies aangegeven.<br />
77