STRUCTUURVISIE GREEN PARK AALSMEER

Structuurvisie Green Park Aalsmeer
Gemeente Aalsmeer
9 september 2011
3.5 Luchthavenindelingbesluit
In artikel 8.8 onder lid 1 van de Wet Luchtvaart is bepaald dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het Luchthavenindelingbesluit in acht moet
worden genomen indien het plangebied is gelegen binnen het luchthavengebied of het beperkingengebied. Het plangebied van de
voorliggende structuurvisie valt binnen de zones van het beperkingengebied volgens het Luchthavenindelingbesluit. Het gaat daarbij
om:
1. hoogtebeperkingen;
2. beperkingen ten aanzien van functies;
3. beperkingen ten aanzien van vogelaantrekkende functies.
3.5.1 Hoogtebeperkingen
Voor een gebied met hoogtebeperkingen geldt dat de maximale bouwhoogtes niet hoger mogen zijn dan de toegestane bouwhoogtes
volgens het Luchthavenindelingbesluit Schiphol. Deze veiligheidsnormen zijn noodzakelijk om de gevolgen van het doorschieten en het
te vroeg landen van vliegtuigen te verminderen.
Het plangebied valt binnen verschillende zones van hoogtebeperkingen (zie afbeelding 3.3). In het noordoosten van het plangebied
geldt een hoogte van circa 11 meter, die onder een hellend vlak van 0.9° mag oplopen tot circa 45 meter in het zuidwesten van het
plangebied.
De genoemde hoogtes gelden vanaf het peil van Schiphol (4 m – NAP). Dat betekent dat alle in het LIB genoemde hoogtematen worden
gerelateerd aan de referentiehoogte van de luchthaven Schiphol. Een hoogtemaat van bijvoorbeeld 25 meter komt overeen met 21 m +
NAP. Het gemiddelde maaiveldniveau in de Oosteinderpoelpolder is gelegen op een hoogte van 4,12 m – NAP en is daarmee
nagenoeg gelijk aan het peil van Schiphol.
Voor (mobiele) bouwkranen geldt op grond van artikel 8.12 van de wet een verbod en een stelsel van ontheffingen.
3.5.2 Beperkingen ten aanzien van functies en gebouwen
In verband met het opstijgen en landen van vliegtuigen zijn in het verlengde van elke baan een drietal veiligheidszones en één zone in
verband met geluidshinder ingesteld.
37