STRUCTUURVISIE GREEN PARK AALSMEER

STRUCTUURVISIE GREEN PARK AALSMEER STRUCTUURVISIE GREEN PARK AALSMEER

roonline.robeheer.nl
from roonline.robeheer.nl More from this publisher
10.09.2013 Views

Structuurvisie Green Park Aalsmeer Gemeente Aalsmeer 9 september 2011 De aanwezigheid van warmoezerijgronden (kwekerijen) duidt er op dat de bovenste 80 tot 100 centimeter geroerd zijn bij de aanleg van kassen en de intensieve tuinbouw. In het onderzochte gebied zijn geen archeologische waarnemingen of monumenten aanwezig. Rondom het onderzochte gebied zijn de ontginningsassen uit de Middeleeuwen nog in het wegen- en dijkpatroon aanwezig. - Verwachtingsmodel In de top van het pleistocene dekzandoppervlak kunnen resten uit het Laat Paleolithicum en Mesolithicum voorkomen, mits deze top niet is geërodeerd. Omdat er geen aanwijzingen zijn dat in het onderzochte gebied kreekruggen / getij-inversieruggen van het Laagpakket van Wormer / Afzettingen van Calais aanwezig zijn is er een lage verwachting op resten uit het Neolithicum. Vanwege de in het verleden toegepaste verwerking en egalisatie worden er geen intacte vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen meer verwacht. - Vervolgstrategie Op basis van het verwachtingsmodel blijkt dat in geval van werkzaamheden geen vervolgonderzoek naar archeologie nodig is, mits de werkzaamheden het pleistoceenoppervlak niet verstoren. Aanbevolen wordt om het pleistocene oppervlak (circa 5,5 meter onder maaiveld) in de planvorming niet te verstoren. Indien de top van het pleistocene dekzand nog intact is kunnen hierin mogelijk archeologische waarden uit het Paleolithicum en Mesolithicum voorkomen. In het onderzochte gebied heeft nog niet veel onderzoek naar dergelijke resten in het pleistocene oppervlak plaatsgevonden. De diepteligging van het dekzand maakt archeologisch vervolgonderzoek echter wel moeilijk. Verstoring tot op grote diepte kan mogelijk plaatsvinden door funderingen tot op het dekzandniveau. Aanbevolen wordt om bij de eventuele aanleg van kelders e.d. archeologisch vervolgonderzoek (IVO) in de vorm van boringen uit te voeren om de diepteligging en intactheid van de top van het dekzand te onderzoeken. Voor de verstoring van het pleistocene oppervlak door de toepassing van heipalen wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen gezien de geringe omvang van de verstoring in combinatie met de diffuse verspreiding van de archeologisch waarden. - Beleidsnota Archeologie gemeente Aalsmeer Sinds 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht. In deze wet is bepaald dat geen archeologisch onderzoek hoeft te worden uitgevoerd bij bodemverstoringen kleiner dan 100 m2. Gemeenten zijn bevoegd hierop uitzonderingen te maken en hiervoor gemeentelijk archeologiebeleid op te stellen. In opdracht van de gemeente Aalsmeer is door Cultureel Erfgoed Noord-Holland de “Beleidsnota Archeologie” opgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat voor ruimtelijke ontwikkelingen met een beperkte omvang, initiatiefnemers archeologisch bureau onderzoek moeten laten uitvoeren ook in gebieden met een (zeer) lage trefkans. De “Beleidsnota Archeologie”, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 24 juni 2010, vormt hiervoor het formeel toetsingskader. 30

Structuurvisie Green Park Aalsmeer Gemeente Aalsmeer 9 september 2011 3.3 Cultuurhistorie In het plangebied was vroeger veen aanwezig dat in de Middeleeuwen is afgegraven. De poel die daarna ontstond is in 1867 bedijkt en drooggemalen. Zo ontstond de Oosteinderpoelpolder. In en nabij het plangebied zijn nog diverse cultuurhistorische elementen aanwezig die verwijzen naar het (ontstaans)verleden van de polder. Dit blijkt ook uit raadpleging van de cultuurhistorische waardenkaart (CHW) van de provincie: • De Oosteinderpoelpolder is een droogmakerij en op de CHW aangewezen als historisch geografisch vlak van waarde (MLA050G). Droogmakerijen zijn zeer kenmerkend voor de landschapsontwikkeling van de Meerlanden-Amsterdam. De rationele en regelmatige inrichting is duidelijk herkenbaar. De oorspronkelijke verkaveling is door de bouw van kassen slecht zichtbaar of verdwenen. De ruimtelijke en genetische samenhang met het wegen- en afwateringspatroon en de omliggende dijk is aanwezig. De kenmerkende openheid is erg aangetast door de bouw van kassen, geconcentreerde woningbouw en woningen en bedrijfsgebouwen langs de wegen. Langs de Oosteinderweg (noordwest kant van de droogmakerij) is de overgang van de laaggelegen droogmakerij en de strokenverkaveling van het veenland duidelijk te zien. Droogmakerijen zijn niet zeldzaam. • De Hoge Dijk, de Legmeerdijk en de dijk ten oosten van Molenvliet zijn onderdeel van de Ringdijk van de Oostereinderpoelpolder. Op de CHW is de Ringdijk aangewezen als een historisch geografische lijn van waarde (MLA112G). Ringdijken, ringvaarten en afwateringssloten zijn kenmerkende elementen van de veelvuldige aanwezige droogmakerijen in de Meerlanden-Amsterdam. Het afwateringspatroon van de Oosteinderpoelpolder valt in het oosten samen met de al oudere Legmeerdijk die tevens een deel van de ringdijk van Noorder-Legmeerpolder is. In het westen volgt de ringdijk de contouren van de niet verveende smalle landstrook van de Oosteinderweg. Deze westelijke dijk is extra herkenbaar omdat hier het tracé van een fietspad ligt waar voorheen een lokale spoorlijn lag. De dijk hangt samen met het afwateringspatroon van de polder en de bewoning langs de Oosteinderweg. Ringdijken zijn niet zeldzaam. • De Molenvliet is onderdeel van de Ringvaart Stommeer-Hornmeer. Op de CHW is de Ringvaart aangewezen als historisch geografische lijn van waarde (MLA115G). Ringdijken, ringvaarten en afwateringssloten zijn kenmerkende elementen van de veelvuldige aanwezige droogmakerijen in de Meerlanden-Amsterdam. De ringvaart van de Stommeerpolder is in het noorden en noordoosten herkenbaar. De andere zijden hebben nooit een ringvaart nodig gehad: de polder lag min of meer te midden van de veenplassen. De ringvaart heeft een ruimtelijke en genetische samenhang met de ringdijk. Ringvaarten zijn niet zeldzaam. • De Oosteinderweg is een weg langs een voormalige ontginningsas. Op de CHW is deze aangewezen als historisch geografische lijn van hoge waarde (MLA136G). Kenmerkend voor de Meerlanden-Amsterdam zijn rechte en slingerende wegen over kaden en dijken. De grenzen van de middeleeuwse ontginningsblokken, rechte en slingerende ontginningsassen en rechte zij- en achterkaden, vormden vaak de basis van het wegenpatroon. Het voormalige voetpad Oosteinderweg komt voort uit een ontginningsas. De weg is nog duidelijk herkenbaar. De ruimtelijke en genetische samenhang met de nederzetting Oosteinde is nog aanwezig. Dergelijke landwegen zijn niet zeldzaam. • De woonbebouwing langs de Oosteinderweg is op de CHW aangewezen als een historisch geografische lijn van waarde . (MLA114G). Zeer kenmerkend voor de bewoningsgeschiedenis van de Meerlanden-Amsterdam is de lineaire bewoning langs de oorspronkelijke ontginningsassen. De tweezijdige lintbebouwing van de Oosteinderweg is herkenbaar maar is sterk verdicht. De 31

Structuurvisie Green Park Aalsmeer<br />

Gemeente Aalsmeer<br />

9 september 2011<br />

De aanwezigheid van warmoezerijgronden (kwekerijen) duidt er op dat de bovenste 80 tot 100 centimeter geroerd zijn bij de aanleg van<br />

kassen en de intensieve tuinbouw.<br />

In het onderzochte gebied zijn geen archeologische waarnemingen of monumenten aanwezig. Rondom het onderzochte gebied zijn de<br />

ontginningsassen uit de Middeleeuwen nog in het wegen- en dijkpatroon aanwezig.<br />

- Verwachtingsmodel<br />

In de top van het pleistocene dekzandoppervlak kunnen resten uit het Laat Paleolithicum en Mesolithicum voorkomen, mits deze top niet<br />

is geërodeerd. Omdat er geen aanwijzingen zijn dat in het onderzochte gebied kreekruggen / getij-inversieruggen van het Laagpakket<br />

van Wormer / Afzettingen van Calais aanwezig zijn is er een lage verwachting op resten uit het Neolithicum. Vanwege de in het verleden<br />

toegepaste verwerking en egalisatie worden er geen intacte vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen meer verwacht.<br />

- Vervolgstrategie<br />

Op basis van het verwachtingsmodel blijkt dat in geval van werkzaamheden geen vervolgonderzoek naar archeologie nodig is, mits de<br />

werkzaamheden het pleistoceenoppervlak niet verstoren. Aanbevolen wordt om het pleistocene oppervlak (circa 5,5 meter onder<br />

maaiveld) in de planvorming niet te verstoren.<br />

Indien de top van het pleistocene dekzand nog intact is kunnen hierin mogelijk archeologische waarden uit het Paleolithicum en<br />

Mesolithicum voorkomen. In het onderzochte gebied heeft nog niet veel onderzoek naar dergelijke resten in het pleistocene oppervlak<br />

plaatsgevonden. De diepteligging van het dekzand maakt archeologisch vervolgonderzoek echter wel moeilijk. Verstoring tot op grote<br />

diepte kan mogelijk plaatsvinden door funderingen tot op het dekzandniveau. Aanbevolen wordt om bij de eventuele aanleg van kelders<br />

e.d. archeologisch vervolgonderzoek (IVO) in de vorm van boringen uit te voeren om de diepteligging en intactheid van de top van het<br />

dekzand te onderzoeken. Voor de verstoring van het pleistocene oppervlak door de toepassing van heipalen wordt geen<br />

vervolgonderzoek aanbevolen gezien de geringe omvang van de verstoring in combinatie met de diffuse verspreiding van de<br />

archeologisch waarden.<br />

- Beleidsnota Archeologie gemeente Aalsmeer<br />

Sinds 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht. In deze wet is bepaald dat geen archeologisch<br />

onderzoek hoeft te worden uitgevoerd bij bodemverstoringen kleiner dan 100 m2. Gemeenten zijn bevoegd hierop uitzonderingen te<br />

maken en hiervoor gemeentelijk archeologiebeleid op te stellen. In opdracht van de gemeente Aalsmeer is door Cultureel Erfgoed<br />

Noord-Holland de “Beleidsnota Archeologie” opgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat voor ruimtelijke ontwikkelingen met een beperkte<br />

omvang, initiatiefnemers archeologisch bureau onderzoek moeten laten uitvoeren ook in gebieden met een (zeer) lage trefkans. De<br />

“Beleidsnota Archeologie”, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 24 juni 2010, vormt hiervoor het formeel toetsingskader.<br />

30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!