STRUCTUURVISIE GREEN PARK AALSMEER

Structuurvisie Green Park Aalsmeer
Gemeente Aalsmeer
9 september 2011
Solitaire kantoren en andere activiteiten met een sterk verkeersaantrekkende werking op personenvoertuigen dienen te worden
gevestigd op terreinen die via verschillende soorten vervoer (multimodaal) zijn ontsloten. Dit geldt zowel voor kleinschalige als voor
grootschalige activiteiten. Er bestaat echter een tendens dergelijke activiteiten te vestigen buiten de vestigingsmilieus die daarvoor het
meest geschikt zijn en in het bijzonder op bedrijventerreinen. Dat is ongewenst vanuit economisch oogpunt. Kantoren en dergelijke
zouden in dat geval ruimte in beslag nemen die voor andere functies is gereserveerd. De geconstateerde tekorten aan
bedrijventerreinen zouden hierdoor dus nog verder worden vergroot.
Voor de genoemde functies is derhalve in principe geen plaats op bedrijventerreinen. De beschrijving van de vestigingsmilieus is
bepalend voor de vestiging van activiteiten op bedrijventerreinen. Dit geldt niet alleen voor de grootschalige kantoren en andere
activiteiten maar ook voor kleinschalige ontwikkelingen die publieksaantrekkend zijn, met name kantoren met een baliefunctie. Hiervoor
is derhalve geen plaats op bedrijventerreinen. Dergelijke activiteiten dienen een geschikte vestigingsplaats elders in het bebouwd
gebied krijgen (en dus niet in onder meer vestigingsmilieu B4). Hier dienen ook geen kleinschalige kantoren te worden toegestaan.
Ook vanuit verkeerskundig oogpunt dient vestiging van kantoren en andere in sterke mate verkeersaantrekkende functies te worden
voorkomen op locaties die niet multimodaal zijn ontsloten.
Vanwege deze redenen moeten bestemmingsplannen en andere gemeentelijke planologische besluiten voor onder meer
vestigingsmilieu B4 de vestiging van arbeids- en bezoekersintensieve activiteiten in principe onmogelijk maken. In een beperkt aantal
gevallen is het echter wel mogelijk kantoren te vestigen in B4. Deze uitzonderingsgevallen zijn:
• de vestiging van kantoren, die onderdeel zijn van de in deze vestigingsmilieus gevestigde c.q. passende bedrijven, is mogelijk.
Dit tot een maximum van 2.000 m² B.V.O. en een maximum van 50 % van de totale vloeroppervlakte per bedrijf. Dergelijke
kantoren mogen geen baliefunctie hebben.
• In zeer uitzonderlijke gevallen zijn grotere kantoren hier alleen toegestaan indien deze voor het functioneren van het
bedrijventerrein als geheel onontbeerlijk zijn. Zulks tot een maximum van 10% van de vloeroppervlakte van het desbetreffende
terrein. Dit zullen vrijwel altijd solitaire kantoren zijn. Dergelijke kantoren mogen geen baliefunctie hebben.
In het locatiebeleid worden geen parkeernormen meer voorgeschreven. Uit gemeentelijke planologische besluiten moet blijken te
worden wat de gevolgen zijn voor de bereikbaarheid en hoe en waar parkeren plaats kan vinden. Parkeren is daarmee maatwerk per
locatie en situatie. Uitgangspunt is dat parkeeroverlast niet mag worden afgewenteld op de omgeving. Alleen de aanwezigheid van een
adequate ontsluiting door het openbaar vervoer rechtvaardigt parkeerregulering (andersom kunnen bepaalde bezoekersintensieve
activiteiten alleen worden gevestigd op goed door het openbaar vervoer ontsloten locaties).
Het plangebied van deze structuurvisie is aangewezen als vestigingsmilieu transport- en distributieterreinen en agribusinessterreinen.
Dit betekent dat de volgende bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan:
• distributie en groothandel;
• (inter)nationaal transport en overslag;
21