585N - Installatie handleiding - 40 - Coopra
585N - Installatie handleiding - 40 - Coopra
585N - Installatie handleiding - 40 - Coopra
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong><br />
(HR-ketels met printplaat type 585)<br />
<strong>40</strong>C<br />
HR-ketel voor CV verwarming N<strong>40</strong>C<br />
NL<br />
2011 585 N
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
INHOUD<br />
HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN…………..…..………… 3<br />
Gebruik toestel<br />
Algemene veiligheidsvoorschriften<br />
Opstel- en omgevingscondities<br />
Waterkwaliteit<br />
Voorschriften<br />
Leveringsvoorwaarden<br />
1.1. Display…………..……..…………………………… 4<br />
1.2. Printplaat configuratie<br />
1.3. Display indicaties<br />
1.3.1. Normaal bedrijf<br />
1.3.2. Blokkeringen<br />
1.3.3. Vergrendelingen<br />
1.4. Menustructuur<br />
1.4.1. View mode<br />
1.5. Maatschets<br />
1.5.1. Technische gegevens<br />
1.5.2. Toestelonderdelen<br />
1.6. Bedradingschema<br />
1.7. Hoe werkt het toestel<br />
1.8. Keteltypen<br />
1.8.1. <strong>Coopra</strong> <strong>40</strong>C<br />
1.8.2. Technische karakteristiek<br />
1.9. Elektra<br />
1.10. <strong>Installatie</strong> opties<br />
1.10.1. Schoorsteen berekening Keteltype 37<br />
1.10.2. Schoorsteen berekening Keteltype 15<br />
1.11. Circulatie pompen<br />
1.11.1. Ketelpomp<br />
1.11.2. Externe systeempomp<br />
HOOFDSTUK 2. INSTALLATIE…………….………… 15<br />
2.1 Montage van het muurkruis<br />
2.2. Water en gas aansluiting<br />
2.2.1. Gas aansluiting<br />
2.2.2. CV wateraansluitingen<br />
2.2.3. Overstortventiel en condensaatafvoer<br />
2.3. Expansie vat<br />
2.4. Vul- aftapkraan<br />
2.5. Vuilvang filter<br />
2.6. Verschildruk regelaar<br />
2.7. Het toestel uitpakken<br />
2.8. Monteren van rookgasafvoer en luchttoevoer<br />
2.8.1. 2-pijps systeem<br />
2.8.2. Concentrische adapter 80/125 mm<br />
2.8.3. Concentrische adapter 60/100 mm<br />
2.9. Toestel plaatsen<br />
2.10. Groene aansluitblokje<br />
HOOFDSTUK 3. REGELINGEN………….…………… 18<br />
3.1. CV Regelingen<br />
3.1.1. Modulatie op aanvoersensor (default)<br />
3.1.2. Modulatie op retoursensor (parameter C/r)<br />
3.1.3. Modulatie op systeemsensor (parameter C/r)<br />
3.2. Thermostaten<br />
3.2.1. Aan/Uit thermostaat (zonder buitenvoeler)<br />
3.2.2. OpenTherm thermostaat<br />
3.2.3. 0÷10V regeling (zonder buitenvoeler)<br />
3.2.4. CV buitenvoeler regeling<br />
2<br />
HOOFDSTUK 4. INBEDRIJFNAME………………… 20<br />
4.1. Netaansluiting<br />
4.2. Toestel schakelaar<br />
4.2.1. Ontluchtingsprogramma<br />
4.3. Brander situatie<br />
4.3.1. Brander gaat aan<br />
4.3.2 Brander gaat uit<br />
4.4. Waterdruk<br />
4.5. Gas/lucht regeling<br />
4.6. Gas/lucht instelling (% CO2-methode)<br />
4.6.1. Hooglast controleren / instellen<br />
4.6.2. Laaglast controleren<br />
4.7. Ombouw naar Propaan/Butaan mengsels<br />
4.7.1. Hooglast instellen voor propaan/butaan<br />
4.7.2. Laaglast Instellen (G30)<br />
4.7.3. Codering aanbrengen<br />
HOOFDSTUK 5. BESTURINGSTOESTANDEN en<br />
BEWAKINGEN…………..……………………………… 23<br />
5.1. Rusttoestand<br />
5.2. Voorspoelen/voorgloeien<br />
5.3. Ontsteken<br />
5.4. Bedrijf<br />
5.5. Naspoelen<br />
5.6. Pomp nadraaien<br />
5.7. Vergrendeling<br />
5.8. Vorst beveiliging<br />
5.9. Statische drukbewaking<br />
5.10. Rookgastemperatuur bewaking<br />
5.11. Maximaal temperatuur beveiliging<br />
5.12. Gloeiplug beveiliging<br />
HOOFDSTUK 6. PERIODIEK ONDERHOUD……… 25<br />
6.1. CO2 percentage op hooglast controleren<br />
6.2. Toestel belasting doormeten<br />
6.3. Condensafvoer schoonmaken<br />
6.4. Ionisatiestroom controleren<br />
6.5. Waterdruk<br />
6.6. Schoorsteenvegerfunctie<br />
HOOFDSTUK 7. STORINGEN en ONDERHOUD….. 26<br />
7.1. Aansluiting van PC of laptop<br />
7.2. Geen aanduiding op het display<br />
7.3. Toestel reageert niet op warmtevraag<br />
7.4. Montageaanwijzing druksensor<br />
7.5. Montageaanwijzing overdrukventiel<br />
7.6. Storing code “F” (knipperend)<br />
7.6.1. Gasblok opent niet (geen spanning)<br />
7.6.2. Gasblok opent niet (gasdruk te hoog)<br />
7.6.3. Gasblok opent niet (spoelen defect)<br />
7.6.4. Werking gasblok controleren<br />
7.6.5. Gloeiplug doet het niet<br />
7.6.6. Ventilator doormeten<br />
7.6.7. Gas/Lucht verhouding niet juist ingesteld<br />
7.6.8. Ionisatiepen controleren/reinigen<br />
7.6.9. Temperatuursensor<br />
CE Certificate………………………………………….… 28
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN<br />
Gebruik toestel<br />
Het toestel is niet bestemd voor bediening door zwakbegaafde personen (altijd kinderen) met beperkte psychische,<br />
zintuiglijke of geestelijke vaardigheden of ontbrekende ervaring en kennis, behalve als er toezichthoudende<br />
maatregelingen getroffen zijn of een aangepaste <strong>handleiding</strong> opgesteld is door een persoon, verantwoordelijk voor de<br />
veiligheid.<br />
Kinderen moeten in de gaten gehouden worden, zodat ze niet met het apparaat kunnen spelen.<br />
Algemene veiligheidsvoorschriften<br />
De installatie mag uitsluitend door een erkend installateur worden uitgevoerd.<br />
Houd er rekening mee dat inwendige delen van het toestel een gevaarlijke elektrische spanning (230 Volt) kunnen<br />
voeren.<br />
Houd er rekening mee dat het toestel, de diverse leidingen en het door het toestel afgevoerde rookgas, hoge<br />
temperaturen tot 90°C kunnen bereiken.<br />
Alvorens onderhoudswerkzaamheden in of aan het toestel te verrichten, dient u de gaskraan te sluiten en de netstekker<br />
uit het stopcontact te nemen.<br />
Opstel- en omgevingscondities<br />
De ruimte, waarin het toestel wordt geïnstalleerd, dient aan de geldende voorschriften te voldoen.<br />
De muur moet het gewicht van het toestel kunnen dragen (belast gewicht ± <strong>40</strong> kg).<br />
Als u een ander montageoppervlak dan een steenachtige muur van voldoende dikte gebruikt, dient u hiervoor zelf<br />
geschikte bevestigingsmiddelen te kiezen en het toestel naar behoren te monteren.<br />
Het toestel mag niet worden ondergebracht in een chemisch agressieve omgeving.<br />
Het toestel met luchttoevoer en rookgasafvoer voldoet aan de eisen van beschermingsklasse IP44 en mag dan ook in<br />
een natte ruimte worden geïnstalleerd.<br />
Hoewel het toestel is voorzien van een interne vorstbeveiliging, mag het niet worden blootgesteld aan extreem lage<br />
omgevingstemperaturen (lager dan -10°C).<br />
Waterkwaliteit<br />
De samenstelling en kwaliteit van het systeemwater zijn direct van invloed op de prestaties van het totale systeem en<br />
de levensduur van de ketel. Ondeskundig toevoegen en gebruik van chemicaliën, waterontharders, zuurstofbinders,<br />
ontluchters, beluchters en waterfilters vergroten de kans op storingen.<br />
Corrosieve elementen van bepaalde toevoegingen kunnen het systeem aantasten waardoor lekkages ontstaan;<br />
afzetting van ongewenste aanslag leidt doorgaans tot fatale beschadiging van de ketelwarmtewisselaar.<br />
Voorschriften<br />
Bij de installatie van het toestel dienen, voor zover van toepassing, alle ter plaatse geldende voorschriften te worden<br />
opgevolgd, waaronder de bepalingen van de volgende normen en richtlijnen:<br />
• Bouwbesluit 680<br />
• Voorschriften voor aardgasinstallaties GAVO NEN 1078 en praktijkrichtlijn<br />
• NPR 3378<br />
• Richtlijnen EnergieNed voor bestaande gasinstallaties<br />
• Veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties NEN3028<br />
• Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010<br />
• Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties AVWI NEN 1006 en bijbehorende werkbladen<br />
• Ventilatie in woongebouwen NEN 1087 met bijbehorende toelichting NPR 1088<br />
• Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rook NEN 2757<br />
• Binnenriolering in woningen en woongebouwen NEN 3215<br />
• Brandweervoorschriften<br />
• ARBO voorschriften<br />
• Voor tapwater de geldende voorschriften (NEN 1006). Informeer bij het plaatselijke waterleidingbedrijf naar de<br />
ter plaatse geldende eisen, daar deze kunnen afwijken.<br />
Leveringsvoorwaarden<br />
<strong>Coopra</strong> levert haar producten volgens de algemene leveringsvoorwaarden voor de metaal- en elektrotechnische industrie.<br />
Gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag op 19 oktober 1998 onder nr. 119/1998.<br />
3
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.1. Display<br />
Open het deurtje in de mantel voor het uitlezen van het<br />
display.<br />
Op het Status display is de toestand van de ketel.<br />
Op de 3 Segments, het Waarde display, is of de waarde<br />
van de temperatuur, of druk, of informatie van een<br />
parameter.<br />
Status Waarde<br />
Drukknoppen van links naar rechts: MIN, PLUS and<br />
Set/Reset.<br />
Links van het Status display is een LED die de algemene<br />
toestand van de ketel aangeeft.<br />
LED is AAN = brander is AAN<br />
LED is UIT = brander is UIT<br />
LED is BLINKEND = ketel is in VERGRENDELING<br />
Rechts van het Waarde display is een LED. Deze is<br />
alleen actief bij een TWIN ketel.<br />
1.2. Printplaat configuratie<br />
(-) knop (+) knop Set/Reset<br />
Parameter A=2 is voor Stand-alone ketels 15B; 15C; 37K;<br />
37B; 37C en ook <strong>40</strong>C<br />
Parameter A=1 is voor TWIN 80C; ingesteld als Slave<br />
Parameter A=0 is voor TWIN 80C; ingesteld als Master<br />
Parameter H is om de printplaat voor de juiste toepassing<br />
in te stellen.<br />
4<br />
1.3. Display indicaties<br />
Ter bescherming van het systeem als gevolg van<br />
storingen en / of excessieve omstandigheden, zijn<br />
verschillende beveiligingsfuncties geïmplementeerd.<br />
1.3.1. Normaal bedrijf<br />
De ketel is stand-by of verwarmt. Tijdens het verwarmen<br />
kan de brander tijdelijk worden uitgeschakeld wanneer de<br />
watertemperatuur boven de ingestelde waarde, setpoint,<br />
komt.<br />
1.3.2. Blokkeringen<br />
Het blokkeren wordt gebruikt wanneer het systeem tijdens<br />
een aandoening moet stoppen, totdat deze aandoening<br />
niet meer geldig is, dan kan het systeem automatisch<br />
opnieuw opstarten.<br />
Een blokkerende toestand wordt aangegeven door een<br />
vaste letter of nummer op het Status display. Afhankelijk<br />
van de soort vergrendeling staan de rechter segments<br />
van het scherm leeg of zijn voorzien van extra informatie<br />
over de blokkering.<br />
Een blokkering kan niet ontgrendeld worden door de<br />
gebruiker. De besturing gaat of automatisch terug naar de<br />
normale toestand of nadat een gebruiker (waterdruk),<br />
installateur of onderhoudsman de omstandigheden weer<br />
normaal hebben gemaakt.<br />
1.3.3. Vergrendelingen<br />
Vergrendelingen zijn gebruikt ter bescherming. Wanneer<br />
bepaalde voorwaarden worden overschreden, dan moet<br />
het systeem blokkeren, totdat de gebruiker het systeem<br />
ontgrendeld. Deze voorwaarden hebben vaak meer<br />
betrekking tot de veiligheid dan de blokkeringen.<br />
Een vergrendeling wordt aangegeven door een<br />
knipperende letter of nummer op het Status display.<br />
Afhankelijk van de soort vergrendeling staan de rechter<br />
segments van het scherm leeg of zijn voorzien van extra<br />
informatie over de vergrendeling.<br />
Een vergrendelende storing kan opgeheven worden door<br />
de gebruiker door kort op de Set/Reset knop te drukken.<br />
Sommige vergrendelingen kunnen alleen door<br />
spanningsterugkeer (door onderbreken van de<br />
netspanning) opgeheven worden.<br />
Echter, bij elkaar opvolgende, herhalende,<br />
vergrendelingen moet u onmiddellijk de installateur of<br />
onderhoudsman waarschuwen en een servicebeurt laten<br />
doorvoeren.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
Status<br />
display<br />
P<br />
Waarde<br />
display<br />
1.3.1. Normaal bedrif (vaste code)<br />
Na installatie of bij spanningsterugkeer loopt eerst een ontluchtingsprogramma en duurt 2<br />
minuten. De pomp en de 3-wegklep worden enkele malen geschakeld, met als doel om<br />
eventuele lucht uit de ketel te verplaatsen<br />
0 Stand-by (wachten op warmtevraag)<br />
C CV warmtevraag, brander uit<br />
C. CV warmtevraag, brander aan<br />
J 3-minuten anti-pendeltijd actief<br />
c CV pomp draait na over de installatie<br />
d Warmwater warmtevraag bij Combi-ketel, brander uit<br />
d. Warmwater warmtevraag bij Combi-ketel, brander aan<br />
b Warmtevraag voorraadvat, brander uit<br />
b. Warmtevraag voorraadvat, brander aan<br />
o Vorstbeveiliging 8’C, pomp aan<br />
o. Vorstbeveiliging 3’C, brander aan, pomp aan<br />
C<br />
blinkend<br />
Schoorsteenvegerfunctie (ionisatiestroom op de rechter segments in Waarde display)<br />
Status Waarde 1.3.2. Blokkeringen (vaste code)<br />
2 Retoursensor temperatuur 5°C hoger dan aanvoersensor temperatuur, pomp aan, brander uit<br />
6 Combi-ketel tappotsensor niet aangesloten of open (parameter H=01)<br />
6. Combi-ketel tappotsensor kortsluiting (parameter H=01)<br />
9 Aanvoer- of retoursensor temperatuur > 95°C<br />
A Rookgassensor temperatuur te hoog > 100°C<br />
b/r Warmwater op rechter warmte-unit van TWIN ketel<br />
E Geen herkenning van Slave / Printplaat is ingesteld als Master, (parameter A=0)<br />
SLA/01 Geen herkenning van Master / Printplaat is ingesteld als Slave, (parameter A=1)<br />
P Waterdruk te hoog of te laag, display geeft aan ‘P’ + waterdruk<br />
t Buitenvoeler zomer schakeling is aan, brander uit, (parameter O/t)<br />
Status Waarde 1.3.3. Vergrendelingen (knipperende code)<br />
1 Max delta temperatuur, verschil temperatuur tussen aanvoer en retoursensor is > 50°C<br />
Ketel komt niet door de temperatuur test. Na branderstart moet de aanvoersensor 3°C meer<br />
1<br />
stijgen dan de retoursensor binnen 20 seconden (na 3 startpogingen volgt vergrendeling)<br />
2 Wegval vlamsignaal gedurende bedrijf (na 3 keer volgt vergrendeling)<br />
5 Ventilator fout (ventilator snelheid wijkt > 30% af van setpoint snelheid)<br />
8 Ionisatiesignaal vastgesteld bij gesloten gasklep<br />
9 Eeprom is geprogrammeerd (voor ontgrendelen druk de Set/Reset knop)<br />
A Rookgassensor temperatuur > 100°C (na 3 keer binnen 30 minuten volgt vergrendeling)<br />
E Interne software fout / A/D conversie fout (afhankelijk van de soort fout op display ‘E’ of “EEE”)<br />
E t1 Aanvoersensor (open of kortsluiting)<br />
E t2 Retoursensor (open of kortsluiting)<br />
E t3 Rookgassensor (open of kortsluiting)<br />
F Vier mislukte achtereenvolgende start pogingen<br />
H Aanvoer- of retoursensor temperatuur > 105°C<br />
O Contact van maximaal thermostaat is open (thermostaat is niet op deze ketel)<br />
5
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.4. Menustructuur<br />
Om in het menu te komen; houd de Set/Reset knop tenminste 10 seconden ingedrukt. De menustructuur is wachtwoord<br />
beschermd. Voor vrijgave van de menustructuur maak h=18, met de (+) and (-) knoppen.<br />
Naar de eerste parameter komt u door kort op de Set/Reset knop te drukken.<br />
Een parameter setting is te veranderen met de (+) and (-) knoppen. Naar de volgende parameter door kort op de<br />
Set/Reset knop te drukken. Om de data op te slaan moet met de Set/Reset knop de complete menustructuur doorlopen<br />
worden.<br />
Time-out: Worden de knoppen van het display gedurende 3 minuten niet gebruikt, dan schakelt de software<br />
automatisch terug naar normaal bedrijf. Eventuele veranderingen worden dan niet opgeslagen.<br />
Menustructuur<br />
Status Omschrijving Bereik<br />
h<br />
Wachtwoord beschermd<br />
Voor vrijgave van menustructuur maak h=18<br />
6<br />
Fabrieksinstelling<br />
10 - 99 h=10<br />
C<br />
Maximum ingestelde CV<br />
aanvoertemperatuur<br />
25 - 90°C<br />
1 - 10°C<br />
82°C<br />
C/r Modulatie configuratie<br />
(0=Regeling op aanvoersensor;<br />
1=Regeling op retour- of systeemsensor<br />
0<br />
O Pomp nadraaitijd op CV circuit 1 - 25 min; CO=24uur 5 min<br />
P Maximum ingestelde vermogen (CV) 45 - 100 % (1800 – 5<strong>40</strong>0 toeren/min) 100 %<br />
A Printplaat toepassing)<br />
H Toepassing (keteltype)<br />
Stand-alone = 2<br />
1 = Slave (voor TWIN rechter printplaat)<br />
0 = Master (voor TWIN linker printplaat)<br />
00 = Ketel alleen voor CV<br />
01 = Combi-ketel<br />
02 = Ketel met voorraadvatsensor 12kOhm<br />
03 = Ketel met voorraadvatsensor 10kOhm<br />
04 = Ketel met voorraadvatsensor 12kOhm<br />
(H=04 voor klein volume tanks)<br />
d (1) Setpoint tapwater temperatuur (Combi-ketel) <strong>40</strong>°C - 65°C 60°C<br />
t (1) Warmhoud temperatuur tappot <strong>40</strong>°C - 65°C <strong>40</strong>°C<br />
b (2) Setpoint tapwater temperatuur (voorraadvat) 25°C - 70°C 60°C<br />
O/b (3) Minimale CV aanvoertemperatuur 10 - 90°C <strong>40</strong>°C<br />
O/S (3) Helling 01 - 99 20<br />
O/d<br />
Aanvoertemperatuur bij een<br />
(3) 10 - 90°C<br />
buitentemperatuur van 20°C (punt instelling)<br />
<strong>40</strong>°C<br />
O/t (3) Buitenvoeler zomer/winterschakeling 1 - 50°C <strong>40</strong>°C<br />
r<br />
Terug naar Fabrieksinstelling<br />
De (+) knop tenminste 5 seconden<br />
indrukken.<br />
Opmerking: Enkele parameters komen niet<br />
terug<br />
u Configuratie 0÷10V regeling<br />
o (4) Configuratie TWIN<br />
= Fabrieksinstelling<br />
= Veranderde instelling<br />
0 = Regeling op temperatuur<br />
1 = Regeling op belasting/vermogen<br />
01 = power mode (14,6 kW – 74,0 kW)<br />
00 = comfort mode (7,3 kW – 74,0 kW)<br />
F (2) Maximale voorraadvat aanvoertemperatuur 65 - 90°C 85°C<br />
S Pompschakeling<br />
00 = automatisch (2-traps regeling)<br />
= Hoog<br />
= Laag<br />
Opmerking: (1) Actief bij H=1, (2) Actief bij H=2 of H=3 of H=4, (3) Actief bij buitenvoeler, (4) Actief bij TWIN.<br />
2<br />
01<br />
0<br />
01<br />
00
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.4.1. View mode<br />
Aan het einde van de menustructuur komt de View mode.<br />
In deze mode kan men actuele waarden van het toestel uitlezen. Parameters kunnen hier niet veranderd worden.<br />
De View mode kan direct opgeroepen worden.<br />
Toegang tot dit menu krijgt u door de (+) knop tenminste 10 seconden ingedrukt te houden. De eerste parameter is de<br />
waterdruk, Status P/u. Op de rechter segments komt de actuele waterdruk in bar.<br />
Naar de volgende parameter komt u door kort op de Set/Reset knop te drukken.<br />
Uit de view mode komt u ook door kort op de (-) knop te drukken.<br />
Wordt er gedurende 3 minuten niet op de knoppen van het display gedrukt, dan schakelt de view mode automatisch<br />
terug naar weergave normaal bedrijf.<br />
View mode Status Omschrijving<br />
Stand-alone P / u Actuele waterdruk (in bar)<br />
ﬤ / u<br />
Setpoint temperatuur regeling op aanvoersensor (in °C) (parameter C/r = 0)<br />
Setpoint temperatuur op retour- of systeemsensor (in °C) (parameter C/r = 1)<br />
1 / u Actuele aanvoersensor temperatuur (in °C)<br />
2 / u Actuele retoursensor temperatuur (in °C)<br />
3 / u 0÷10V regeling (in Volt)<br />
4 / u Buitenvoeler temperatuur (in °C)<br />
5 / u Combi-ketel tappotsensor temperatuur of externe voorraadvat temperatuur (in °C)<br />
6 / u Rookgassensor temperatuur (in °C)<br />
7 / u Ionisatie (in µA DC)<br />
9 / u Laatste vergrendeling<br />
A / u Laatste blokkering<br />
d / u Actuele systeemsensor temperatuur (in °C) (parameter C/r=1)<br />
7
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.5. Maatschets<br />
Maten in mm<br />
Vrije ruimte<br />
Er dient aan de onder- en bovenzijde voldoende vrije ruimte te zijn om het toestel op te kunnen hangen en alle toevoer-<br />
en afvoerleidingen aan te kunnen sluiten. Normaliter is er een vrije ruimte van ca. 300 mm nodig.<br />
Het is aan te bevelen om aan de linkerzijkant een ruimte van minimaal 150 mm en aan de rechterzijkant 50 mm vrij te<br />
houden om daarmee een toegankelijkheid tot bouwelementen van het toestel te hebben.<br />
De voorkant van het toestel moet voor servicedoeleinden te allen tijde goed bereikbaar zijn.<br />
Korte afstand van het toestel en rookgasafvoer kanaal met brandbare materialen is niet toegestaan.<br />
8
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.5.1. Technische gegevens<br />
Ketel type <strong>40</strong>C<br />
Gas soort<br />
Aardgas<br />
G25<br />
Netspanning / frequentie 230 V / 50 Hz<br />
Elektrische<br />
gegevens<br />
Opgenomen vermogen (max.) 144 W<br />
Thermostaat spanning 24 V<br />
Afmetingen en<br />
Gewicht<br />
Emissiewaarden<br />
hoogte 600 mm<br />
breedte 360 mm<br />
diepte 300 mm<br />
gewicht 35 kg<br />
9<br />
Propaan/Butaan<br />
G30/G31<br />
CO2 8.2% - 8.8% 8.2% - 8.8% 9.2% - 9.8%<br />
CO (0% 02) 12 – 100 ppm<br />
NOX (0% O2) 10 – 30 ppm<br />
Rookgas bij 80/60ºC < 70ºC<br />
temperatuur bij 50/30ºC < 35ºC<br />
Maximale<br />
schoorsteenweerstand<br />
Aansluitingen<br />
Luchttoevoer en rookgasafvoer samen<br />
125 Pa<br />
Gasleiding Ø 15 mm<br />
CV (aanvoer en retour) Ø 20 mm<br />
Condensafvoer / overstort Ø 15 mm<br />
Luchttoevoer- en 2-pijps systeem Ø 60 – Ø 60 mm of Ø 80 – Ø 80 mm<br />
rookgasafvoer<br />
systemen<br />
1-pijps systeem Ø 60 / 100 mm of Ø 80 / 125 mm<br />
Gegevens<br />
Water inhoud 0.8 L<br />
primaire Max. temperatuur 90°C<br />
warmtewisselaar<br />
Max. Waterdruk 3 bar<br />
Geluidsniveau<br />
Pump in hoogstand <strong>40</strong> dB(A)<br />
Pump in laagstand 30 dB(A)<br />
CE Certificaat CE Identificatie nummer CE0063-AT3070<br />
Ketel type <strong>40</strong>C<br />
Gas soort<br />
Aardgas<br />
G25<br />
Propaan/Butaan<br />
G30/G31<br />
Nominale voordruk 25 mbar 37/50 mbar<br />
Gas technische<br />
gegevens<br />
Nom. Belasting (bw) 8.1 – 41.1 kW<br />
Nom. Belasting (ow) 7.3 – 37.0 kW<br />
Nom. Vermogen bij 80/60ºC 7.2 – 36.0 kW<br />
Nom. Vermogen bij 50/30ºC 7.9 – 37.9 kW<br />
Rendement bij 80/60ºC (ow)<br />
laaglast = 98.1 %<br />
hooglast = 97.2 %<br />
Rendement bij 50/30ºC (ow)<br />
laaglast = 108.4 %<br />
hooglast = 104.2 %
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.5.2. Toestelonderdelen<br />
No Beschrijving<br />
1 Primaire warmtewisselaar<br />
3 Pump<br />
4 Actuator 3-wegklep<br />
6 Gloeiplug<br />
7 Ionisatiepen<br />
8 Brander type 30/<strong>40</strong><br />
9 Condensbak<br />
10 Gasblok<br />
11 Ventilator<br />
12 Venturi type <strong>40</strong><br />
13 Waterdruksensor<br />
14 Retoursensor<br />
15 Aanvoersensor<br />
16 Overstortventiel<br />
18 Rookgassensor<br />
20 Typeplaatje<br />
21 Condensaatafvoer / overdruk beveiliging<br />
22 Gasaansluiting<br />
23 CV-retouraansluiting<br />
24 CV-aanvoeraansluiting<br />
10
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.6. Bedradingschema<br />
Outside temp<br />
(S4)<br />
Inlet temp<br />
(S2)<br />
Outlet temp<br />
(S1)<br />
Tank temp<br />
(S6)<br />
Flue temp<br />
(S5)<br />
DHW temp<br />
(S3)<br />
0÷10 V input<br />
OpenTherm<br />
RS 485<br />
Twin / Zone<br />
SITGroup<br />
CONNECTION DIAGRAM<br />
S.I.T. Controls B.V.<br />
Optional<br />
(S7)<br />
Water pressure sensor<br />
Safety limit thermostat<br />
(S7)<br />
-T<br />
-T<br />
-T<br />
-T<br />
-T<br />
L<br />
N<br />
PE<br />
24 V<br />
+<br />
CN11-2<br />
CN11--9<br />
CN12-4<br />
CN12-10<br />
CN12-3<br />
CN12-9<br />
CN11-1<br />
CN11-8<br />
CN12-6<br />
CN12-12<br />
CN12-5<br />
CN12-11<br />
CN11-3<br />
CN11-10<br />
CN10-1<br />
CN10-10<br />
PC connection CN15<br />
in<br />
GND<br />
GND<br />
GND<br />
A<br />
B<br />
GND<br />
CN11-5<br />
CN11-12<br />
CN12-2<br />
CN12-1<br />
CN12-7<br />
CN11-6<br />
CN11-13<br />
CN11-7<br />
CN11-14<br />
CN11-12<br />
CN5-2<br />
CN5-1<br />
CN4-1<br />
BIC 0.585.303<br />
11<br />
CN7<br />
CN10-9<br />
CN10-18<br />
CN5-10<br />
CN5-9<br />
CN1-7<br />
CN1-6<br />
CN2-5<br />
CN2-3<br />
CN2-1<br />
CN2-2<br />
CN2-4<br />
CN8<br />
CN5-5<br />
CN5-6<br />
100507 C Optional sensor (S7) added<br />
EV<br />
100115 B Water pressure switch replaced by sensor EV<br />
091110 A New Revision board 303<br />
EV<br />
Type :BIC-0.585.303<br />
CN1-5<br />
*CN3-6<br />
*CN3-5<br />
*CN3-3<br />
*CN3-4<br />
CN1-4<br />
CN4-6<br />
CN14-3<br />
CN14-1<br />
CN14-2<br />
CN1-2<br />
CN1-1<br />
CN1-3<br />
CN4-3<br />
CN4-4<br />
CN4-5<br />
CN4-2<br />
L'<br />
L', high<br />
L', low<br />
N<br />
PE<br />
PWM<br />
GND<br />
24 V<br />
Alarm<br />
Running<br />
L'<br />
N<br />
L''<br />
PE<br />
L'<br />
N'<br />
PE<br />
L'<br />
N<br />
PE<br />
L1<br />
V+<br />
Hall<br />
V-<br />
L2<br />
PE<br />
HSI<br />
BURNER<br />
MMI 0.585.503<br />
Pump H/L<br />
Pump PWM<br />
Indication<br />
Three way valve<br />
Gas valve<br />
Pump 2<br />
Fan<br />
*) simultaneous activation of both relays must be avoided<br />
IO<br />
DATE : 07-05-10 DRAWN : EV<br />
SCALE : 1:1 UNIT : n.a.<br />
FILE : 0585303_ASE.mkd PAGE :<br />
COPYRIGHT ACCORDING TO LAW
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.7. Hoe werkt het toestel<br />
Een ventilator zuigt, via het luchttoevoerkanaal (A), de<br />
voor de verbranding benodigde verbrandingslucht aan.<br />
In de venturi heerst een onderdruk, waardoor gas<br />
hoeveelheid (G) aan de verbrandingslucht wordt<br />
toegevoegd. Het zo ontstane brandbare<br />
gas/luchtmengsel wordt, via een mengkamer, naar de<br />
brander geleid om aan de oppervlakte van de brander<br />
door een keramische gloeiplug te worden ontstoken. Op<br />
efficiënte wijze worden de hete verbrandingsgassen door<br />
de warmtewisselaar geleid, alwaar ze hun warmte aan<br />
het ketelwater afstaan. De rookgassen worden, via de<br />
rookgasafvoer (F), in een rookgasafvoerkanaal naar<br />
buiten afgevoerd. Het hierbij gevormde condenswater<br />
(H2O) wordt in het riool geloosd.<br />
1.8. Keteltypen<br />
De <strong>Coopra</strong> Compact is een verwarmingstoestel met<br />
compacte afmetingen en een zeer hoog rendement<br />
(keurmerk HR 107) met uitvoeringen voor huishoudelijk<br />
gebruik voor verwarming of in combinatie met tapwater.<br />
Met behulp van een afzonderlijk geleverd montagekruis<br />
wordt het toestel aan de wand opgehangen.<br />
De ketels staan geregistreerd onder CE Identificatie<br />
nummer CE0063-AT3070.<br />
Het typeplaatje, dat onder meer de te gebruiken gassoort<br />
waarvoor het toestel is ingesteld specificeert, bevindt zich<br />
op de links boven op het toestel.<br />
12<br />
1.8.1. <strong>Coopra</strong> <strong>40</strong>C<br />
1.8.2. Technische karakteristiek<br />
brander<br />
venturi<br />
Hoog rendement ketel voor<br />
verwarming.<br />
Ketel type <strong>40</strong><br />
Brander lengte 130 mm<br />
Sset02, Brander type30/<strong>40</strong><br />
Luchtdoorlaat 25 mm<br />
Sset51, Venturi type <strong>40</strong>
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.9. Elektra<br />
Er dient op maximaal 1 m afstand van het toestel een<br />
wandcontactdoos met randaarde beschikbaar te zijn dan<br />
wel te worden aangelegd.<br />
Dit stopcontact dient te allen tijde bereikbaar te zijn.<br />
De elektra-aansluiting (230 VAC) dient uit fase en nul te<br />
bestaan.<br />
Een goede randaarde is voor de goede werking van het<br />
toestel een vereiste.<br />
Het netsnoer mag alleen vervangen worden voor een<br />
door de fabrikant of diens vertegenwoordiger geleverd<br />
snoer.<br />
1.10. <strong>Installatie</strong> opties<br />
De ketels zijn gekeurd voor toepassing op de<br />
afvoersystemen:<br />
B23, C13(x), C33(x), C43(x), C53, C63(x), C83(x).<br />
Het materiaal van het rookgasafvoerkanaal moet van<br />
RvS of kunststof zijn, welke geschikt is voor rookgassen<br />
met een maximale temperatuur tot 120°C.<br />
Gebruik rookgasafvoer materialen, dakdoorvoeren en<br />
geveldoorvoeren met het Kiwa QA keurmerk.<br />
1.10.1. Schoorsteen berekening Keteltype 37<br />
De totale weerstand van het luchttoevoer- en<br />
rookgasafvoersysteem mag niet meer zijn dan 85 Pa.<br />
De weerstandswaarden in der tabel gelden voor een<br />
doorstroom hoeveelheid van 60 m3/uur (bij 70°C)<br />
Ø 80 mm Ø 100 mm<br />
Pijp per meter 5.0 Pa 2.5 Pa<br />
Bocht 90°, R = 1.5 D 6.5 Pa 3.0 Pa<br />
Bocht 90°, R = 0.5 D 15.0 Pa 5.0 Pa<br />
Bocht 45°, R = 1.5 D 4.0 Pa 2.0 Pa<br />
Bocht 45°, R = 0.5 D 5.5 Pa 3.5 Pa<br />
Dakdoorvoering 30.0 Pa 20.0 Pa<br />
13
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
1.11. Circulatie pompen<br />
1.11.1. Ketelpomp<br />
Bij CV verwarming schakelt de besturing van de ketel het<br />
toerental van de 2-traps pomp, al naar gelang de<br />
behoefte, in de pompstand „hoog“ of de pompstand<br />
„laag“.<br />
• Delta T > 30°C: Pompstand “Hoogstand”<br />
• Delta T < 10°C: Pompstand “Laagstand”<br />
Delta T = Setpoint verminderd met de optredende<br />
aanvoertemperatuur.<br />
Druk [bar]<br />
0,8<br />
0,7<br />
0,6<br />
0,5<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,1<br />
0<br />
0 0,2<br />
Laagstand<br />
0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0<br />
Opbrengst [m³/h)]<br />
Hoogstand<br />
Ketelweerstand<br />
2,2 2,4 2,6 2,8 3,0<br />
Karakteristiek en weerstandsgrafiek van ketelpomp.<br />
14<br />
1.11.2. Externe systeempomp<br />
Als de capaciteit van de interne circulatie pompen<br />
onvoldoende is, kan een externe pomp met het toestel<br />
worden meegeschakeld.<br />
Aarde N L<br />
1 2 3<br />
Sluit de systeempomp<br />
aan op klemmen 1, 2<br />
en 3 van de<br />
kroonsteen,<br />
gemonteerd op de<br />
omkasting van de<br />
printplaat.<br />
Het opgenomen vermogen van de externe systeempomp<br />
mag maximum 275 W (1,2 Amp) bedragen.<br />
Op bevel van de printplaat zal een externe systeempomp<br />
met de interne ketelpomp tegelijk meeschakelen. Let op<br />
de interne pomp schakelt hoog / laag / uit (2-traps),<br />
terwijl de externe pomp aan / uit (1-traps) schakelt.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
HOOFDSTUK 2. INSTALLATIE<br />
2.1 Montage van het muurkruis<br />
Voor het monteren van het montagekruis op een<br />
steenachtige muur van voldoende dikte worden de<br />
meegeleverde nagelpluggen (4) gebruikt. De drie rubber<br />
ringen (3) kunnen gebruikt worden voor afstandhouder<br />
en/of geluiddemping.<br />
1. Teken de plaats van het gat (1) in de beugel van het<br />
montagekruis af.<br />
2. Boor met een betonboor Ø 8 mm een gat met een<br />
voldoende diepte in de muur.<br />
3. Houd het gat (1), in het montagekruis voor het gat in<br />
de muur en breng een van de meegeleverde<br />
nagelpluggen (4) door het montagekruis heen in het gat<br />
aan.<br />
4. Richt het montagekruis met behulp van een waterpas<br />
uit.<br />
5. Boor met een betonboor Ø 8 mm door de twee<br />
onderste gaten (2) in het montagekruis gaten met een<br />
voldoende diepte in de muur.<br />
6. Breng twee van de meegeleverde nagelpluggen (4) in<br />
de onderste gaten (2) aan.<br />
7. Zet het montagekruis stevig vast door alle schroeven<br />
(4) aan te draaien.<br />
15<br />
2.2. Water en gas aansluiting<br />
8 = rioolaansluiting 9 = 0-ringen<br />
7 = gas aansluiting<br />
5 = CV retourleiding<br />
6 = CV aanvoerleiding<br />
14 = warm tapwater<br />
15 = koud tapwater<br />
2.2.1. Gas aansluiting<br />
- Sluit de gasleiding aan op aansluiting (7).<br />
- Leg de gasleiding spanningsvrij aan.<br />
- Neem een goedgekeurde afsluitkraan in de leiding op.<br />
- Blaas de gasleiding zorgvuldig schoon.<br />
2.2.2. CV wateraansluitingen<br />
- Verbind CV retourleiding met aansluiting (5).<br />
- Verbind CV aanvoerleiding met aansluiting (6).<br />
- Leg in het CV systeem een vul- en aftapmogelijkheid<br />
aan.<br />
- In de CV retourleiding (5) en CV aanvoerleiding (6)<br />
dienen afsluitkranen te worden aangebracht.<br />
- De CV retourleiding (5) moet van een toereikend<br />
expansievat zijn voorzien.<br />
- Monteer, indien verwacht kan worden dat het CV water<br />
sterk zal vervuilen, bijvoorbeeld bij vloerverwarming, in<br />
de retourleiding een 2 kg vuilvangfilter. <strong>Coopra</strong> kan voor<br />
schade aan het toestel, ontstaan door vuil in het<br />
systeem, geen garantie verlenen.<br />
- Alvorens het toestel aan te sluiten, spoel het systeem<br />
volledig schoon om verontreinigingen te verwijderen.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
2.2.3. Overstortventiel en condensafvoer<br />
Bij een hoge waterdruk van 3.5 bar gaat de brander<br />
elektronisch uit.<br />
Mocht de druk toch verder stijgen, dan opent het<br />
overstortventiel bij 3.7 bar.<br />
De uitlaat van het overstortventiel zit onder het toestel.<br />
Voor de eventuele afvoer van het water dient er een<br />
aansluiting op het riool aanwezig te zijn dan wel te<br />
worden aangelegd. Deze aansluiting dient te zijn<br />
voorzien van een sifon om stankoverlast te voorkomen.<br />
In verband met mogelijke over- of onderdruk in het riool<br />
dient er een open verbinding met de ketel en de<br />
rioolaansluiting te worden aangelegd.<br />
De aansluiting op het riool dient voorzien te zijn van een<br />
sifon om stankoverlast te voorkomen.<br />
Breng een open verbinding aan tussen de<br />
condensafvoer/overdrukbeveiliging van het toestel en de<br />
afvoerleiding.<br />
2.3. Expansie vat<br />
Voorbeeld van Emmeti “Expansievat”<br />
De retourleiding moet van een<br />
toereikend expansievat worden<br />
voorzien.<br />
De grootte van het expansievat wordt<br />
door de installateur bepaald op basis<br />
van de CV temperatuur en<br />
waterinhoud van de installatie.<br />
De voordruk hangt af van de installatiehoogte boven het<br />
expansievat.<br />
5 meter - 0,5 bar<br />
10 meter - 1,0 bar<br />
15 meter - 1,5 bar<br />
16<br />
2.4. Vul- aftapkraan<br />
2.5. Vuilvang filter<br />
Voorbeeld: PermaTrade PT-FM-25W<br />
Installeer een vul- aftapkraan in de<br />
retour van de ketel.<br />
Indien verwacht kan worden dat het<br />
CV water sterk zal vervuilen bv.<br />
door vloerverwarming, monteer dan<br />
in de retourleiding een 2 kg<br />
vuilvangfilter.<br />
2.6. Verschildruk regelaar<br />
Als er geen waterstroming door de warmtewisselaar<br />
verwacht kan worden, bv. bij installaties met geheel<br />
afsluitende thermostaat kranen of zone regelingen, moet<br />
tussen de aanvoer en de retour een verschildruk regelaar<br />
(bypass klep) gemonteerd worden.<br />
De verschildruk regelaar wordt,<br />
zowel horizontaal als vertikaal,<br />
tussen de aanvoer en retour<br />
aangesloten zolang als de<br />
waterstromingsrichting overeen<br />
komt met de pijl op de klep.<br />
Voorbeeld: Caleffi “Bypass klep” type 519500 (¾”)<br />
De geadviseerde afstelling van de knop is 2.5-3.0.<br />
Na het instellen de fixeerschroef borgen.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
2.7. Het toestel uitpakken<br />
Controleer voor het uitpakken of de<br />
te gebruiken gassoort overeenkomt<br />
met de specificatie op de<br />
verpakking. Neem bij vragen<br />
contact op met uw leverancier.<br />
Om rugklachten te voorkomen dient<br />
men er rekening mee te houden dat<br />
het gewicht van het toestel ± 35 kg<br />
bedraagt.<br />
2.8. Monteren van rookgasafvoer en luchttoevoer<br />
2.8.1. Aansluiting rookgasafvoer en luchttoevoer<br />
2 pijpsysteem<br />
Als de rookgasafvoer- en luchttoevoerleiding excentrisch<br />
worden aangesloten, gaat u als volgt te werk:<br />
Breng de rookgas adapter in de ketel rookgasafvoer aan.<br />
Zorg ervoor dat deze in de dichtring afdicht.<br />
De rookgasafvoer pijp op de rookgas adapter aansluiten.<br />
De luchttoevoer pijp op de rubber balg aansluiten en de<br />
verbinding met de klem afklemmen.<br />
2.8.2. Aansluiting rookgasafvoer en luchttoevoer<br />
Concentrische adapter 80/125 mm<br />
Monteer de adapter 80/125 mm op het toestel, voordat u<br />
het toestel plaatst.<br />
Breng nadat u het toestel heeft geplaatst de<br />
gecombineerde concentrische rookgasafvoer /<br />
luchttoevoer pijp op de adapter 80/125 mm aan.<br />
2.8.3. Aansluiting rookgasafvoer en luchttoevoer<br />
Concentrische adapter 60/100 mm<br />
Monteer de adapter 60/100 mm op het toestel, voordat u<br />
het toestel plaatst.<br />
Breng nadat u het toestel heeft geplaatst uw rookgas<br />
afvoer / lucht toevoer pijp op de adapter 60/100 mm aan.<br />
17<br />
2.9. Toestel plaatsen<br />
Leg een 0-ring in het midden van elk van de aanwezige<br />
aansluitingen.<br />
Verwijder de afsluitdopjes uit de leidingen van het<br />
toestel.<br />
Houd het toestel recht tegen de muur op ± 5 cm boven<br />
de plaats van het gemonteerde montagekruis.<br />
Druk het toestel in de geleiding en laat het voorzichtig<br />
zakken, zodat de haak aan de ophangbeugel in de<br />
opening achter in het toestel valt en de stiften onderaan<br />
het toestel in de corresponderende openingen in de ophangbeugel<br />
vallen. De aansluitleidingen van het toestel<br />
vallen daarbij over de aansluitpunten van de<br />
ophangbeugel.<br />
Draai daarna de wartelmoeren van elk van de aanwezige<br />
aansluitingen met behulp van een sleutel SLW 30 stevig<br />
aan, in de volgorde van rechts naar links.<br />
2.10. Groene aansluitblokje<br />
De aansluitingen van het aansluitblok (rechts onder de<br />
ketel) zijn potentiaalvrije contacten.<br />
Dus hierop geen spanning aanbrengen.<br />
oranje Klemmen<br />
(1) – (2)<br />
geel Klemmen<br />
(3) – (4)<br />
groen Klemmen<br />
(5) – (6)<br />
Aansluiting voor<br />
Aan/uit kamerthermostaat of<br />
OpenTherm kamerthermostaat<br />
(automatische herkenning)<br />
Aansluiting voor<br />
buitenvoeler van 12 kOhm<br />
Aansluiting voor voorraadvat met<br />
sensor 12 kOhm of<br />
sensor 10 kOhm of<br />
aan/uit voorraadvat thermostaat
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
HOOFDSTUK 3. REGELINGEN<br />
3.1. CV Regelingen<br />
3.1.1. Modulatie op aanvoersensor<br />
Parameter C/r=0 (default)<br />
De regeling op aanvoersensor is tussen 25“C en de<br />
waarde van parameter C.<br />
In de menustructuur kan de maximaal toelaatbare ketel<br />
aanvoertemperatuur met parameter C ingesteld worden<br />
(default 82“C).<br />
De brander blokkeert wanneer de maximaal toelaatbare<br />
aanvoertemperatuur (parameter C) bereikt wordt.<br />
3.1.2. Modulatie op retoursensor<br />
Zet in het menustructuur parameter C/r=1<br />
De regeling op retoursensor is tussen 24“C en de waarde<br />
van parameter C.<br />
In de menustructuur kan de maximaal toelaatbare ketel<br />
retourtemperatuur ingesteld worden met parameter C<br />
(default 82“C).<br />
- De brander blokkeert wanneer de maximum toelaatbare<br />
retourtemperatuur (parameter C – parameter C/r) bereikt<br />
wordt.<br />
- De brander blokkeert ook wanneer de ketel<br />
aanvoersensor een temperatuur van 90°C bereikt,<br />
ongeacht op welke waarde parameter C ingesteld werd.<br />
18<br />
3.1.3. Modulatie op systeemsensor<br />
Zet in het menustructuur parameter C/r=1<br />
Sluit de<br />
systeemsensor, NTC<br />
van 12kOhm @ 25°C,<br />
aan op klemmen 4 en<br />
5 van de kroonsteen,<br />
welke gemonteerd is<br />
op de omkasting van<br />
de printplaat.<br />
De regeling op systeemsensor is tussen 24“C en de<br />
waarde van parameter C.<br />
In de menustructuur kan de maximaal toelaatbare<br />
systeemtemperatuur met parameter C ingesteld worden<br />
(default 82“C).<br />
- De brander blokkeert wanneer de maximaal toelaatbare<br />
systeemtemperatuur (parameter C – parameter C/r)<br />
bereikt wordt.<br />
- De brander blokkeert ook wanneer de ketel<br />
aanvoersensor of ketel retoursensor een temperatuur<br />
van 90°C bereikt, ongeacht op welke waarde parameter<br />
C ingesteld werd.<br />
3.2. Thermostaten<br />
Systeemsensor<br />
4 5<br />
3.2.1. Aan/Uit kamerthermostaat<br />
Sluit de aan/uit kamerthermostaat aan<br />
op klemmen (1) - (2) van het groene<br />
aansluitblokje.<br />
Het setpoint wordt bepaald door de „AAN-tijd“ en „UITtijd“<br />
van de aan/uit kamerthermostaat.<br />
Oplopend setpoint: Bij warmtevraag, als de<br />
kamerthermostaat gesloten is, loopt het setpoint op met<br />
een steilheid van 6°C per minuut van 25°C tot de<br />
maximaal toelaatbare CV aanvoertemperatuur bereikt is<br />
(parameter C).<br />
Dalend setpoint: Bij einde warmtevraag, als de<br />
kamerthermostaat open is, daalt het setpoint met een<br />
steilheid van 4°C per minuut tot de minimale CV<br />
aanvoertemperatuur van 25°C bereikt is.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
3.2.2. OpenTherm thermostaat<br />
Sluit de OpenTherm thermostaat aan op<br />
klemmen (1) - (2) van het groene<br />
aansluitblokje.<br />
Het setpoint wordt bepaald aan de hand van de actuele<br />
omgevingstemperatuur en de ingestelde temperatuur en<br />
door de OpenTherm thermostaat naar de ketel gestuurd.<br />
OpenTherm thermostaat met buitenvoeler.<br />
De waarde van de buitenvoeler (aangesloten op het<br />
groene aansluitblokje poorten 3-4) wordt naar de<br />
printplaat gestuurd. De printplaat geeft de waarde van de<br />
buitenvoeler door aan de OpenTherm thermostaat, die<br />
het setpoint met de waarde van de buitenvoeler berekent<br />
en naar de ketel stuurt.<br />
3.2.3. 0÷10V regeling<br />
Klemmen (1) - (2) van de groene<br />
kroonsteen moeten open zijn.<br />
0÷10V regeling<br />
6 7<br />
Sluit de 0÷10V<br />
regeling aan op<br />
klemmen 6 en 7 van<br />
de kroonsteen, welke<br />
gemonteerd is op de<br />
omkasting van de<br />
printplaat.<br />
In het menustructuur kunt u de configuratie instellen op<br />
basis van temperatuur of op basis van vermogen<br />
(parameter u).<br />
Het setpoint wordt door de 0÷10V regeling bepaald en<br />
naar de ketel gestuurd.<br />
19<br />
3.2.4. Buitenvoeler regeling<br />
Bij toepassing van een buitenvoeler komt de optie<br />
OpenTherm thermostaat te vervallen.<br />
Bij toepassing van een buitenvoeler komt de optie 0÷10V<br />
regeling te vervallen.<br />
Sluit de buitenvoeler (NTC van 12 kOhm<br />
@ 25°C) aan op klemmen (3) –(4) van<br />
het groene aansluitblokje.<br />
Houdt bij het plaatsen van de buitenvoeler rekening met<br />
de zonnewarmte, welke de meetwaarde van de<br />
buitenvoeler aanzienlijk beïnvloeden kan.<br />
Het setpoint wordt berekend aan de hand van de actuele<br />
buitentemperatuur en in het menustructuur ingestelde<br />
parameters en door de buitenvoeler naar de ketel<br />
gestuurd.<br />
Parameter C: Deze parameter bepaalt de waarde voor<br />
de maximale CV aanvoertemperatuur (default 82°C).<br />
Parameter O/b: Deze parameter bepaalt de waarde voor<br />
de minimale CV aanvoertemperatuur (default <strong>40</strong>°C).<br />
Parameter O/S: Deze parameter bepaalt de<br />
hellingshoek van de stooklijn; de verandering van de<br />
aanvoertemperatuur t.o.v. de verandering van de<br />
buitentemperatuur (default 20 = 2:1)<br />
Parameter O/d: Deze parameter bepaalt de waarde van<br />
een speciaal punt; de aanvoertemperatuur bij een<br />
buitentemperatuur van 20°C (default <strong>40</strong>°C)<br />
Parameter O/t: Deze parameter bepaalt de<br />
zomer/winter schakeling. Als de buitentemperatuur<br />
boven de O/t waarde komt (default <strong>40</strong>°C), wordt de<br />
warmtevraag (groene aansluitblokje klemmen 1–2)<br />
geblokkeerd.<br />
De brander is uit. Na de nadraaitijd stopt ook de pomp.<br />
Op het status display komt een permanente t.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
HOOFDSTUK 4. INBEDRIJFNAME<br />
4.1. Netaansluiting<br />
Er dient op maximaal 1 m afstand van het toestel een<br />
wandcontactdoos met randaarde beschikbaar te zijn dan<br />
wel te worden aangelegd.<br />
Dit stopcontact dient te allen tijde bereikbaar te zijn.<br />
Het netsnoer mag alleen door een origineel van de<br />
fabrikant of diens vertegenwoordiger vervangen worden.<br />
De elektra-aansluiting (230 VAC) dient uit een goede<br />
fase, nul en aarde te bestaan. De randaarde is voor de<br />
goede werking van het toestel een vereiste.<br />
Beschikt u niet over de vereiste netaansluiting, dan moet<br />
deze worden aangelegd.<br />
4.2. Hoofdschakelaar<br />
Ontluchtingsprogramma<br />
Als het lampje van de aan/uit<br />
schakelaar onder op het toestel<br />
brandt, dan heeft de ketel<br />
spanning.<br />
Na spanningsterugkeer worden zowel de pomp als ook<br />
de 3-wegklep enkele malen geschakeld met als doel om<br />
eventuele lucht uit de ketel te verplaatsen. Dit<br />
programma duurt 2 minuten. Gedurende deze tijd blijft de<br />
brander uit.<br />
Voor het uitlezen van de waterdruk de (+) knop tenminste<br />
10 seconden ingedrukt houden.<br />
4.3. Brander situatie<br />
4.3.1. Brander is aan<br />
- wanneer de thermostaat de contacten gesloten heeft<br />
(warmtevraag)<br />
- en wanneer de watertemperatuur 5°C onder het<br />
setpoint komt<br />
- en na 3 minuten anti-pendeltijd, indien van toepassing.<br />
4.3.2. Brander is uit<br />
- wanneer de thermostaat de contacten open heeft<br />
(einde warmtevraag)<br />
- of wanneer de watertemperatuur 3°C boven het setpunt<br />
komt<br />
- of wanneer de maximum toegestane ketelwater<br />
temperatuur van 90°C bereikt wordt.<br />
20<br />
4.4. Waterdruk<br />
De gebruiker dient de waterdruk regelmatig te<br />
controleren en de installatie naar behoefte op druk te<br />
houden en te ontluchten.<br />
Wanneer door gebruik de waterdruk onder 0.5 bar komt,<br />
dan wordt de brander geblokkeerd. Op de Status display<br />
komt een P en op de rechter segments de actuele<br />
waterdruk in bar.<br />
Oplossing is bijvullen met leidingwater.<br />
Het werkgebied van de ketel is bij waterdrukken tussen<br />
0.5 en 3.5 bar. Bij kleinere en grotere waterdrukken geeft<br />
het toestel geen warmte.<br />
Waterdruk uitlezen<br />
Houdt hiervoor de (+) knop<br />
tenminste 10 seconden ingedrukt.<br />
Terug komt u door kort op de (-)<br />
knop te drukken.<br />
Automatische terugloop (time-out) is na 5 minuten.<br />
Bijvullen<br />
- Radiator kranen volledig openen.<br />
- Sluit de vulslang aan op de kraan<br />
van het leidingwater.<br />
- Eerst de vulslang met water<br />
vullen en de lucht uit de vulslang<br />
laten ontsnappen, want de<br />
installatie moet met water gevuld<br />
worden en niet met lucht.<br />
- Dan pas de vulslang aan het<br />
vulpunt van de installatie aansluiten, beide kranen<br />
openen en met water bijvullen.<br />
- Aanbevolen vuldruk is tussen 1,5-2.0 bar.<br />
- Als de waterdruk voldoende is, draai dan de kranen<br />
dicht en neem de vulslang weg.<br />
- Na het vullen moet de installatie ontlucht worden.<br />
Ontluchten<br />
Dit doet u bij stilstaande pomp(en). Stromend water kan<br />
de luchtbelletjes doorlopend verplaatsen. Zet de<br />
ketelpomp uit met de aan/uit schakelaar van het toestel.<br />
- Radiatoren openen.<br />
- Bij de ontluchtpunten, de een na<br />
de andere, het ontluchtingskraantje<br />
openen. Gebruik hiervoor een z.g.<br />
ontluchtingssleuteltje. Zodra er<br />
water uit het ontluchtingskraantje<br />
komt, deze weer dichtdraaien.<br />
- Indien van toepassing ook het externe voorraadvat of<br />
tappot van een Combi-ketel ontluchten.<br />
- Na het ontluchten de netspanning herstellen. Het<br />
lampje van de aan/uit schakelaar op het toestel moet<br />
branden.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
4.5. Gas/lucht regeling<br />
(1). Venturi stelschroef – Afstelling hooglast<br />
Draai de venturi schroef tegen de klokrichting om de<br />
CO2-waarde te verhogen en met de klokrichting mee om<br />
de CO2-waarde te verlagen.<br />
(2). Gasblok stelschroef – Afstelling laaglast<br />
Draai de schroef met de klokrichting mee om te verhogen<br />
en tegen de klokrichting om de CO2-waarde te verlagen.<br />
(3). Afdekkap<br />
BELANGRIJK !<br />
De exacte afstelling van het gas/lucht<br />
mengsel dient altijd te geschieden op basis<br />
van de CO2-meting van de rookgassen.<br />
Het van belang dat het toestel gemeten wordt bij een<br />
stabiele situatie van gasdruk, luchttoevoer en<br />
rookgasafvoer.<br />
4.6. Gas/lucht instelling (% CO2-methode)<br />
Het gasblok is in de fabriek ingesteld op de te gebruiken<br />
gassoort. Deze gassoort is vermeld op de verpakking en<br />
op het typeplaatje. Om de instelling te controleren, voert<br />
u een rookgasanalyse uit.<br />
Ga als volgt te werk.<br />
Verwijder de meetdop van<br />
de rookgasafvoer.<br />
Breng de meetsonde van<br />
een rookgas<br />
analyseapparaat (CO2meter)<br />
in de meetopening<br />
van het rookgasafvoerkanaal<br />
aan. Zorg voor voldoende warmteafvoer via de<br />
verwarming.<br />
CO2 instelling hooglast CV laaglast<br />
Aardgas (G20, G25) tussen<br />
8,8-9.4 % CO2<br />
tussen<br />
8,2-8,6 % CO2<br />
Butaan (G30) 9,8 % CO2 9,2 % CO2<br />
21<br />
4.6.1. Hooglast controleren / instellen<br />
Activeer de schoorsteenvegerfunctie op hooglast.<br />
De brander gaat nu op<br />
maximaal CV vermogen<br />
branden.<br />
Lees de CO2 -waarde af op<br />
het analyseapparaat. Als de<br />
waarde niet overeenkomt met<br />
de waarde volgens de tabel<br />
"CO2-instelling", verstelt u<br />
behoedzaam de venturi stelschroef.<br />
Draai linksom om de CO2-waarde te verhogen, rechtsom<br />
om deze te verlagen.<br />
ATTENTIE<br />
DRAAIRICHTING VENTURI SCHROEF<br />
• Rechtsom (in klokrichting) is minder gas<br />
• Linksom (anti-klokrichting) is meer gas<br />
CONTROLE METING:<br />
Afstand tussen de venturi stelschroef en de top van het<br />
venturi huis is een indicatie voor de instelling gassoort:<br />
12.5 mm voor aardgas G25<br />
14.0 mm voor aardgas G20<br />
16,0 mm voor propaan/butaan mengsel G30/G31<br />
Altijd de rookgassen (CO2 waarde) controleren<br />
4.6.2. Laaglast controleren<br />
Activeer de schoorsteenvegerfunctie op laaglast.<br />
Lees de CO2-waarde af op<br />
het analyseapparaat. Als de<br />
waarde niet overeenkomt<br />
met de juiste waarde volgens<br />
de tabel "CO2-instelling",<br />
verstelt u voorzichtig de<br />
gasblok stelschroef<br />
Verwijder hiertoe tijdelijk de<br />
afdekdop met behulp van een Torx schroevendraaier.<br />
Draai rechtsom om de CO2-waarde in kleinstand te<br />
verhogen, linksom om deze te verlagen.<br />
ATTENTIE<br />
DRAAIRICHTING GASBLOK SCHROEF<br />
• Rechtsom (in klokrichting) is meer gas<br />
• Linksom (anti-klokrichting) is minder gas<br />
De instelling net de gasblok schroef gaat zeergevoelig.<br />
Een kleine verdraaiing heeft een grote CO2 waarde<br />
verandering tot gevolg.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
4.7. OMBOUW NAAR PROPAAN/BUTAAN (G30/G31)<br />
EERST:<br />
Draai de venturi stelschroef geheel rechtsom<br />
(klokrichting) tot op de blokkering. Men moet de ketel<br />
namelijk starten vanuit de positie „geen gas“.<br />
Een ketel ingesteld op aardgas zal een explosie<br />
geven in de brander en de branderplaten<br />
beschadigen, indien gestookt wordt op<br />
propaan/butaan mengsel.<br />
Ga als volgt te werk:<br />
Breng de meetsonde van<br />
een rookgas<br />
analyseapparaat (CO2meter)<br />
in de meetopening<br />
van het rookgasafvoerkanaal<br />
aan.<br />
CO2 instelling hooglast CV laaglast<br />
Butaan (G30) 9,8 % CO2 9,2 % CO2<br />
4.7.1. Hooglast instellen (G30)<br />
Activeer de schoorsteenvegerfunctie op hooglast.<br />
ATTENTIE<br />
De brander zal niet starten,<br />
want wanneer de venturi<br />
stelschroef geheel rechtsom<br />
gedraaid is, wordt de<br />
gastoevoer geblokkeerd.<br />
DRAAIRICHTING VENTURI SCHROEF<br />
• Rechtsom (in klokrichting) is minder gas<br />
• Linksom (anti-klokrichting) is meer gas<br />
- Nu de venturi stelschroef een ½ omwenteling linksom<br />
draaien en met de schoorsteenvegerfunctie een nieuwe<br />
start laten maken.<br />
- Herhaal de procedure totdat er vlam op de brander is.<br />
BELANGRIJK !<br />
Een indicatie voor de positie van de venturi<br />
stelschroef is de afstand tot de top van het<br />
venturi huis: 16,1 mm voor propaan/butaan<br />
mengsels G30/G31<br />
Lees de CO2-waarde af op het rookgas analyseapparaat.<br />
Verstel voorzichtig de venturi stelschroef tot de juiste<br />
waarde is verkregen.<br />
De waarde moet overeenkomen met de waarde in de<br />
tabel voor butaan G30 (9,8 % CO2).<br />
22<br />
4.7.2. Laaglast Instellen (G30)<br />
Activeer de schoorsteenfunctie op laaglast.<br />
Controleer de CO2-waarde<br />
bij laaglast voor butaan G30<br />
(9,2% CO2).<br />
Was het gasblok op aardgas<br />
ingesteld, dan zal laaglast<br />
niet nageregeld hoeven te<br />
worden.<br />
Indien nastellen gewenst is:<br />
Verstel de gasblok regelschroef tot de juiste waarde is<br />
verkregen. Houd er rekening mee dat deze instelling zeer<br />
gevoelig is. Een kleine verdraaiing van de gasblok<br />
regelschroef geeft een aanzienlijke verandering in het<br />
percentage CO2.<br />
ATTENTIE<br />
DRAAIRICHTING GASBLOK SCHROEF<br />
• Rechtsom (in klokrichting) is meer gas<br />
• Linksom (anti-klokrichting) is minder gas<br />
4.7.3. Codering aanbrengen<br />
Nadat het toestel omgesteld<br />
is op propaan moet dit door<br />
een notitie op een sticker op<br />
de ketel duidelijk zichtbaar<br />
aangegeven worden.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
HOOFDSTUK 5. BESTURINGSTOESTANDEN en BEWAKINGEN<br />
warmtevraag<br />
ventilator<br />
gasblok<br />
gloeiplug<br />
ionisatie<br />
pomp<br />
5.1<br />
ruststand<br />
(Stand-by)<br />
5.2<br />
voorspoelen<br />
voorgloeien<br />
5.3<br />
ontsteken<br />
t=0sec t=3sec t=7sec t
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
5.8. Vorst beveiliging<br />
Als de aanvoertemperatuur onder 8°C komt (indien er<br />
geen warmtevraag is) gaat de pomp aan over het CV<br />
circuit en het display zal ‘o’ aangeven.<br />
Als de aanvoertemperatuur onder 3°C komt, gaat ook de<br />
brander op laaglast aan.<br />
Als de retourtemperatuur boven 15°C komt, wordt de<br />
vorstbeveiliging beëindigd.<br />
Als er een buitenvoeler aangesloten is en de<br />
buitentemperatuur onder –4°C komt, gaat de pomp aan<br />
op CV. Deze situatie wordt weer opgeheven bij een<br />
buitentemperatuur van –2 °C.<br />
5.9. Statische drukbewaking<br />
Het werkgebied van de ketel is bij een waterdruk tussen<br />
0,5 bar en 3,5 bar.<br />
Als de waterdruk kleiner is dan 0,5 bar, blokkeert de<br />
regeling met een Status ‘P’ en met de druk op de rechter<br />
segments van het display.<br />
Deze blokkering wordt weer opgeheven als de waterdruk<br />
boven 0,6 bar komt.<br />
Als de waterdruk groter dan 3,5 bar is, blokkeert de<br />
regeling met een Status ‘P’ en met de druk op de rechter<br />
segments van het display.<br />
Deze blokkering wordt weer opgeheven als de waterdruk<br />
beneden 3,4 bar komt.<br />
5.10. Rookgastemperatuur bewaking<br />
Als de rookgastemperatuur boven 100°C komt, blokkeert<br />
de regeling met status ‘A’ continu.<br />
Als de rookgastemperatuur onder 80°C komt, wordt de<br />
blokkering opgeheven.<br />
Als de rookgastemperatuur boven 105°C komt,<br />
vergrendelt de regeling met status knipperende ‘A’.<br />
5.11. Maximaal temperatuur beveiliging<br />
Als de aanvoertemperatuur boven 105°C komt als de<br />
ketel brandt, zal de regeling vergrendelen met een status<br />
knipperende ‘H’.<br />
Kort drukken op de Set/Reset knop zal de vergrendeling<br />
opheffen.<br />
Als de aanvoer- of retourtemperatuur boven 97°C komt,<br />
zal de regeling blokkeren.<br />
5.12. Gloeiplug beveiliging<br />
Bij iedere ontsteking wordt de gloeiplug beveiligingsteller<br />
verhoogd. Deze teller wordt per minuut verlaagd. Als deze<br />
teller te hoog is wordt de brandervraag geblokkeerd.<br />
24
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
HOOFDSTUK 6. PERIODIEK ONDERHOUD<br />
Hoogspanning ! ! !<br />
De bedrading van de pomp, 3-wegklep, ventilator en de<br />
bedrading van het gasblok kunnen onder 230 VAC<br />
spanning staan.<br />
Na het eerste jaar dient een inspectiebeurt aan het toestel<br />
uitgevoerd te worden door een erkende installateur of<br />
onderhoudsman.<br />
Deze kan aan de hand van deze inspectie en<br />
omstandigheden een onderhoudstermijn vaststellen.<br />
Periodiek dient een inspectie plaats te vinden door een<br />
gecertificeerde installateur of onderhoudsman.<br />
6.1. CO2 percentage op hooglast controleren<br />
De nominale waarde voor<br />
aardgas op hooglast is 8,8%<br />
CO2.<br />
Het toestel hoeft niet gereinigd<br />
te worden indien het gemeten<br />
CO2 percentage op hooglast<br />
binnen 8,8% CO2 en 9,4%<br />
CO2 ligt.<br />
6.2. Toestel belasting doormeten<br />
Een belastingdaling kan het<br />
gevolg zijn van een verstopt<br />
rookgasafvoerkanaal of een<br />
verstopt luchttoevoerkanaal of<br />
verstopte ketel.<br />
Controleer of hier sprake van<br />
is door de belasting van het<br />
toestel te meten.<br />
Indien de geconstateerde belasting overeenkomt (-10%)<br />
met de nominale waarde, dan kunnen de rookgassen<br />
voldoende afgevoerd worden en is er geen sprake van<br />
een verstopping.<br />
6.3. Condensafvoer schoonmaken<br />
Altijd de sifon reinigen.<br />
Der condensafvoer (interne<br />
sifon) moet minstens elke 2<br />
jaar gereinigd worden.<br />
De condensbak doorspoelen<br />
met leidingwater. Aan de<br />
bovenzijde van de<br />
condensbak is hiervoor een<br />
opening aangebracht. Verwijder hiervoor eerst de rubber<br />
afdichtplug en spoel de condensbak en afvoer met schoon<br />
leidingwater.<br />
Indien er geen verontreinigingen meer zijn, dan is de<br />
condensafvoer schoon.<br />
25<br />
6.4. Ionisatiestroom controleren<br />
Wanneer de ketel in schoorsteenfunctie brandt, dan komt<br />
de ionisatiestroom (µA DC) op het display.<br />
Hooglast: Goede ionisatiestroom is tussen 3 en 8 µA DC<br />
Laaglast: Goede ionisatiestroom is tussen 1,5 en 8 µA DC<br />
Als zich in de vlam een laagje<br />
op de pen gevormd heeft,<br />
neem deze dan weg met fijn<br />
schuurpapier.<br />
6.5. Waterdruk<br />
Door de (+) knop tenminste 10 seconden ingedrukt te<br />
houden verschijnt op het display de waterdruk met code 8.<br />
Op de rechter segments komt de actuele waterdruk in bar.<br />
Het werkgebied van de ketel is tussen 0,5 en 3,5 bar.<br />
Indien nodig navullen en ontluchten.<br />
Aanbevolen vuldruk is 1,5- tot 2,0 bar.<br />
6.6. Schoorsteenvegerfunctie<br />
Deze functie is voor<br />
onderhoudswerkzaamheden<br />
en heeft voorrang op de CV-<br />
en tapwater regelingen.<br />
Maximum aanvoertemperatuur<br />
in deze mode is 85°C.<br />
Maximum tijd is 10 Minuten.<br />
De schoorsteenfunctie wordt geactiveerd door de<br />
(+) en (-) knoppen gelijktijdig tenminste 10 seconden<br />
ingedrukt te houden.<br />
De actuele ionisatiestroom is in µA DC af te lezen op het<br />
display in de rechter segments.<br />
Met de (-) knop naar laaglast schakelen.<br />
Met de (+) knop naar hooglast schakelen.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
HOOFDSTUK 7. STORINGEN en ONDERHOUD<br />
Hoogspanning<br />
230 V !!!!!<br />
De bedrading van de pomp, 3-wegklep, ventilator en de<br />
bedrading van het gasblok kunnen onder een spanning<br />
van 230 VAC staan.<br />
7.1. Aansluiting van PC of laptop<br />
Voor een uitgebreide diagnosestelling en weergave van<br />
de functieafloop kan een PC of Laptop worden<br />
aangesloten.<br />
De vereiste aansluitkabel,<br />
welke een galvanische<br />
scheiding bevat, en software<br />
zijn als optie te bestellen.<br />
7.2. Geen aanduiding op het display<br />
Controleer of er netspanning is. Het lampje van de aan/uit<br />
schakelaar moet branden.<br />
Glaszekeringen testen<br />
Pas op. Hoogspanning!<br />
Allereerst het toestel spanningvrij maken!<br />
Dan pas de glaszekeringen van de printplaat testen.<br />
De zekeringen zitten in het 230 V stroomcircuit.<br />
7.3. Toestel reageert niet op warmtevraag<br />
Staat in het menu de parameter voor toesteltype juist<br />
ingesteld?<br />
Parameter Toepassing<br />
H = 0 Alleen CV 15C/37C/<strong>40</strong>C<br />
(niet voor tapwater)<br />
H = 1 Combi-ketel 37K<br />
(niet voor TWIN, alleen voor Stand-alone)<br />
H = 2 CV ketel 15/37B met 3-wegklep voor groot<br />
volume voorraadvat met 12 kOhm sensor.<br />
H = 3 CV ketel 15/37B met 3-wegklep voor groot<br />
volume voorraadvat met 10 kOhm sensor.<br />
H = 4 CV ketel 15/37B met 3-wegklep voor klein<br />
volume voorraadvat met 12 kOhm sensor.<br />
(niet voor TWIN, alleen voor Stand-alone)<br />
H = 5 Niet actief<br />
(geen CV en geen tapwater)<br />
26<br />
7.4. Montageaanwijzing druksensor<br />
De afdichting is met “0”-ring. De druksensor dient slechts<br />
iets meer als handvast aangedraaid te worden.<br />
7.5. Montageaanwijzing overdrukventiel<br />
Het overdrukventiel dient te worden aangedraaid met een<br />
moment van 10 Nm.<br />
7.6. Storing code “F” (knipperend)<br />
Na drie mislukte startpogingen achter elkaar<br />
tijdens een warmtevraag gaat het toestel in<br />
vergrendeling, knipperende “F” op het display.<br />
De oorzaak kan van zeer verschillende aard zijn:<br />
• geen gas<br />
• geen ontsteking<br />
• geen goede vlamvorming<br />
• geen goede ionisatiestroom.<br />
7.6.1. Gasblok opent niet (geen spanning)<br />
PAS OP !!!! ! ! Hoogspanning 210 VDC<br />
Tijdens het starten wordt het<br />
gasblok getest. Kort wordt er<br />
een spanning van 210 VDC<br />
aangebracht. Als het gasblok<br />
niet is aangesloten zal dit door<br />
de automaat bij begin van de<br />
warmtevraag als een fout<br />
worden gezien en dus zal het<br />
toestel vergrendelen.<br />
Om de spanning op het gasblok te meten moet het<br />
gasblok aangesloten blijven.<br />
Gedurende de startperiode krijgt het gasblok een<br />
spanning van 210 VDC.<br />
7.6.2. Gasblok opent niet (gasdruk te hoog)<br />
Gasdruk in de gasleiding voor<br />
het gasblok is te hoog. De<br />
veiligheidskleppen van het<br />
gasblok kunnen bij<br />
gasdrukken van >60 mbar niet<br />
openen.<br />
• inlaat drukmeetnippel van gasblok openen<br />
• drukmeter aansluiten<br />
• Gasdruk meten (10 – 50 mbar)<br />
7.6.3. Gasblok opent niet (spoelen defect)<br />
Elektrische spoelen van het<br />
gasblok zijn doorgebrand en<br />
daardoor worden de<br />
veiligheidskleppen van het<br />
gasblok niet geopend.<br />
De twee buitenste contacten<br />
op de gaskleppen dienen te<br />
worden doorgemeten op weerstand<br />
De waarde die de multimeter aangeeft dient bij<br />
kamertemperatuur ca 4,1 kOhm te bedragen.
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
7.6.4. Werking gasblok controleren<br />
- Uitlaat drukmeetnippel van het gasblok openen.<br />
- drukmeter aansluiten op de uitlaat drukmeetnippel.<br />
- meet de druk (moet nagenoeg nul zijn)<br />
- toestel starten (met schoorsteenfunctie).<br />
- het toestel wordt nu voorgespoeld met 1500 rpm.<br />
- daarna gaat de ventilator draaien op het starttoerental<br />
van 3000 rpm.<br />
- de drukmeter zal nu een onderdruk van ongeveer 3<br />
mbar aangeven.<br />
- bij openen van het gasblok zal de nuldruk regelaar weer<br />
een druk nul maken.<br />
- is dit niet zo, dan functioneert het gasblok niet.<br />
7.6.5. Gloeiplug doet het niet<br />
PAS OP ! ! ! 230 Volt<br />
De gloeiplug is een weerstand, waardoor stroom wordt<br />
gestuurd. De gloeiplug wordt roodgloeiend. Door de hoge<br />
temperatuur van de gloeiplug wordt het gas/lucht mengsel<br />
aan de brander ontstoken.<br />
Hiermee is de gloeiplug een onderdeel dat aan slijtage<br />
onderhevig is.<br />
Gloeiplug controleren / uitwisselen<br />
• stekker van de gloeiplug los nemen (230 volt)<br />
• multimeter aansluiten<br />
• weerstand meten<br />
• De 230 volt gloeiplug is in orde als de gemeten<br />
weerstand bij kamertemperatuur ongeveer 1,0 –<br />
1,4 kOhm bedraagt.<br />
7.6.6. Ventilator doormeten<br />
De weerstand van de twee<br />
buitenste contacten van de<br />
ventilator bedraagt 115 tot 120<br />
Ohm, gemeten bij<br />
kamertemperatuur.<br />
27<br />
7.6.7. Gas/Lucht verhouding niet juist ingesteld<br />
Zie hiervoor het artikel voor het controleren / afstellen.<br />
7.6.8. Ionisatiepen controleren/reinigen<br />
De stekker van ionisatiepen<br />
los nemen<br />
De twee schroeven van<br />
ionisatiepen losdraaien en<br />
wegnemen.<br />
De ionisatiepen uit deksel<br />
toestel nemen en controleren.<br />
De pen moet recht en schoon<br />
zijn (lichte aanslag is normaal).<br />
De ionisatiepen schoonmaken met fijn schuurpapier of<br />
vervangen.<br />
7.6.9. Temperatuursensor<br />
The temperatuursensoren zijn 12kOhm NTC Thermistoren<br />
(bij omgevingstemperatuur van 25‘C).
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
28
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
29
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
30
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
31
<strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies <strong>Installatie</strong> <strong>handleiding</strong> N<strong>40</strong>C<br />
2011 <strong>Coopra</strong> Advanced Heating Technologies b.v.<br />
Alle rechten voorbehouden.<br />
Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm<br />
of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Dit geldt ook voor de<br />
bijbehorende tekeningen en/of schema’s.<br />
De in dit document verstrekte informatie is gebaseerd op algemene gegevens aangaande de ons ten tijde van<br />
verschijnen bekende constructies, materiaaleigenschappen en werkmethoden, zodat wijzigingen worden voorbehouden.<br />
Om deze reden dienen de gegeven instructies slechts als richtlijn voor het installeren, gebruiken en onderhouden van<br />
het op de omslag van dit document vermelde toestel.<br />
Dit document is geldig voor het toestel in standaarduitvoering. De fabrikant kan derhalve niet aansprakelijk worden<br />
gesteld voor eventuele schade voortvloeiend uit de van de standaarduitvoering afwijkende specificaties van het aan u<br />
geleverde toestel.<br />
Dit document is met alle mogelijke zorg samengesteld, maar de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor<br />
eventuele fouten in dit document of voor de gevolgen daarvan.<br />
Neem de tijd om dit document zorgvuldig te lezen alvorens het toestel te installeren of gebruiken. Bewaar dit document<br />
steeds in de nabijheid van het toestel.<br />
32<br />
COOPRA Advanced Heating Technologies b.v.<br />
Vierlinghstraat 14<br />
3316 EL Dordrecht<br />
tel: +31786530835<br />
fax: +31786530833<br />
email: info@coopra-aht.nl<br />
internet: www.coopra-aht.nl