10.09.2013 Views

Fysica aan de koffietafel - Physics of Fluids - Universiteit Twente

Fysica aan de koffietafel - Physics of Fluids - Universiteit Twente

Fysica aan de koffietafel - Physics of Fluids - Universiteit Twente

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

22<br />

<strong>Fysica</strong> <strong>aan</strong> <strong>de</strong> <strong>k<strong>of</strong>fietafel</strong><br />

Or<strong>de</strong> en wanor<strong>de</strong> in k<strong>of</strong>fiekringen<br />

Ie<strong>de</strong>reen kent <strong>de</strong> typische vlek die achterblijft als een druppel gemorste<br />

k<strong>of</strong>fie verdampt is. Je ziet dan een lichte vlek met daaromheen een<br />

donkere rand die bestaat uit <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes. Dit alledaagse verschijnsel<br />

is eigenlijk heel opmerkelijk: hoe kan het dat <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes, die in het<br />

begin gelijkmatig over <strong>de</strong> gehele druppel verspreid waren, zich uitein<strong>de</strong>lijk<br />

allemaal ophopen in een kring? Het bestu<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> stroomsnelheid en<br />

-richting van opgeloste <strong>de</strong>eltjes met een vaste grootte in een verdampen<strong>de</strong><br />

druppel biedt <strong>de</strong> oplossing. De gevorm<strong>de</strong> kringen blijken bovendien een<br />

bijzon<strong>de</strong>re stapeling van <strong>de</strong>eltjes te hebben. Hanneke Gel<strong>de</strong>rblom, Álvaro G. Marín,<br />

Detlef Lohse en Jacco H. Snoeijer<br />

Donkere kringen<br />

In een vers gemorste druppel k<strong>of</strong>fie<br />

zijn <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes gelijkmatig ver<strong>de</strong>eld<br />

over <strong>de</strong> vloeist<strong>of</strong>. Wanneer het<br />

water in <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie gaat verdampen,<br />

blijven <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes achter in een<br />

donkere kring (figuur 1). Blijkbaar zijn<br />

<strong>de</strong>ze <strong>de</strong>eltjes dus verplaatst tij<strong>de</strong>ns<br />

het verdampen van <strong>de</strong> druppel. Het<br />

k<strong>of</strong>fievlekprobleem is voor het eerst<br />

on<strong>de</strong>rzocht door Robert Deegan <strong>aan</strong><br />

<strong>de</strong> universiteit van Chicago [1]. Deegan<br />

en zijn collega’s ont<strong>de</strong>kten dat in<br />

een verdampen<strong>de</strong> druppel een sterke<br />

vloeist<strong>of</strong>stroom naar <strong>de</strong> buitenste<br />

rand, <strong>de</strong> contactlijn van <strong>de</strong> druppel,<br />

ontstaat. Deze stroom neemt <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes<br />

mee. Wanneer al het water<br />

is verdampt, blijven <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes<br />

als een kring achter op <strong>de</strong> tafel.<br />

Hoewel <strong>de</strong> verklaring voor het ontst<strong>aan</strong><br />

van k<strong>of</strong>fiekringen dus al eer<strong>de</strong>r<br />

gegeven is, is <strong>de</strong> dynamica van hun<br />

vorming nooit eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht.<br />

Met een geavanceer<strong>de</strong> experimentele<br />

techniek, genaamd micro-particle image<br />

velocimetry (μ-PIV), zijn we in staat geweest<br />

het snelheidsveld van <strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjes<br />

in een verdampen<strong>de</strong> druppel te<br />

meten en hun gedrag te volgen in <strong>de</strong><br />

tijd [2]. We film<strong>de</strong>n hiervoor <strong>de</strong> druppel<br />

van on<strong>de</strong>ren, door een glasplaatje.<br />

Ne<strong>de</strong>rlands Tijdschrift voor Natuurkun<strong>de</strong> januari 2012<br />

In dit experiment gebruikten we geen<br />

echte k<strong>of</strong>fie, maar water waarin kleine<br />

polystyreen<strong>de</strong>eltjes met een vaste, beken<strong>de</strong><br />

grootte (van één micrometer)<br />

waren opgelost. Een <strong>de</strong>rgelijke oplossing<br />

van kleine <strong>de</strong>eltjes in een vloeist<strong>of</strong><br />

wordt een colloïdale oplossing<br />

genoemd. Het filmpje [3] dat we van<br />

<strong>de</strong>ze verdampen<strong>de</strong> ‘k<strong>of</strong>fiedruppels’<br />

maakten, leid<strong>de</strong> tot twee verrassen<strong>de</strong><br />

inzichten. Ten eerste bleek het overgrote<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fiekring zich pas<br />

op het allerlaatste moment van het<br />

verdampingsproces te vormen. Ten<br />

Figuur 1 K<strong>of</strong>fievlekken met hun karakteristieke donkere kringen op het tafelblad.


24<br />

Singulariteiten), die goed zichtbaar<br />

wordt wanneer je <strong>de</strong> druppel spiegelt<br />

zoals in figuur 2a. De grote hoeveelheid<br />

vloeist<strong>of</strong> die vanaf <strong>de</strong> contactlijn<br />

verdampt, moet van binnenuit <strong>aan</strong>gevuld<br />

wor<strong>de</strong>n (figuur 4). Dit zorgt<br />

ervoor dat er een vloeist<strong>of</strong>stroming<br />

naar <strong>de</strong> contactlijn op gang komt, die<br />

<strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes meevoert. Hoeveel<br />

vloeist<strong>of</strong> er stroomt, is eenvoudig te<br />

berekenen uit massabehoud wanneer<br />

je <strong>de</strong> verdampingssnelheid van<br />

<strong>de</strong> druppel kent (zie ka<strong>de</strong>r Massabehoud).<br />

Massabehoud<br />

De hoeveelheid massa die verdampt, moet gelijk zijn <strong>aan</strong> <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring<br />

van massa van <strong>de</strong> druppel. Dit principe kunnen we gebruiken om <strong>de</strong> stroming<br />

in <strong>de</strong> druppel te berekenen. Hiertoe <strong>de</strong>len we <strong>de</strong> druppel op in kleine<br />

infinitesimale volume-elementjes (ringvormige elementen op een radiale<br />

afstand r van het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> druppel, zie figuur 4). Voor elk van <strong>de</strong>ze<br />

elementen afzon<strong>de</strong>rlijk geldt <strong>de</strong> massabehoudswet ook. De afname van <strong>de</strong><br />

hoeveelheid massa in zo’n volume-element moet gelijk zijn <strong>aan</strong> <strong>de</strong> verdampingsflux<br />

door het oppervlak van het element plus <strong>de</strong> netto massastroom<br />

uit het element (naar <strong>de</strong> buurelementen toe). Wiskundig kunnen we dit<br />

uitdrukken met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> balanswet:<br />

∂h<br />

∂t = −J0 − 1 ∂Q<br />

r ∂r (B1)<br />

De afname in hoogte h van <strong>de</strong> volume-elementen is dus gelijk <strong>aan</strong> <strong>de</strong> verdampingsflux<br />

J o door het oppervlak van <strong>de</strong> elementen plus <strong>de</strong> netto uitstroom.<br />

Door integratie van (B1) kan een uitdrukking voor <strong>de</strong> volumestroom<br />

Q gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. De stroomsnelheid volgt dan uit (1).<br />

Figuur 3 a) Een druppel nepk<strong>of</strong>fie, water met polystyreenbolletjes van 1 micrometer groot,<br />

op een glasplaatje. b) De kring die achterblijft als het water is verdampt. c) Dezelf<strong>de</strong><br />

kring 50 maal uitvergroot. In <strong>de</strong> buitenste rand hebben <strong>de</strong>eltjes een kristallijne<br />

structuur, terwijl ver<strong>de</strong>r naar binnen sprake is van wanor<strong>de</strong>. d) De kring nog eens<br />

tweemaal ingezoomd, zodat <strong>de</strong> kristallijne structuur van <strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjes beter te zien is.<br />

Ne<strong>de</strong>rlands Tijdschrift voor Natuurkun<strong>de</strong> januari 2012<br />

Spitsuur<br />

Waarom vormt het grootste <strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> k<strong>of</strong>fiekring zich pas op het allerlaatst?<br />

De verdampingssnelheid van<br />

<strong>de</strong> druppel is ongeveer constant in<br />

<strong>de</strong> tijd. Dit veroorzaakt een eveneens<br />

constante volumestroom, Q, naar <strong>de</strong><br />

contactlijn van <strong>de</strong> druppel. Echter,<br />

hoewel <strong>de</strong> hoeveelheid vloeist<strong>of</strong> die<br />

per tijdseenheid verdampt dus niet<br />

veran<strong>de</strong>rt, wordt <strong>de</strong> druppel zelf wel<br />

steeds dunner in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd.<br />

Dat betekent dat eenzelf<strong>de</strong> volume<br />

vloeist<strong>of</strong> per tijdseenheid, Q, door<br />

een oppervlakje geperst moet wor<strong>de</strong>n<br />

dat steeds kleiner wordt (figuur 4). Dit<br />

kan alleen als <strong>de</strong> stroomsnelheid van<br />

<strong>de</strong> vloeist<strong>of</strong>, u, toeneemt, immers<br />

u ∼ Q/h (1)<br />

waarbij h <strong>de</strong> lokale druppelhoogte is.<br />

Iets vergelijkbaars merk je wanneer je<br />

je tuin staat te sproeien en je in <strong>de</strong> tuinslang<br />

knijpt: als je het uitein<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

slang dunner maakt, pers je eenzelf<strong>de</strong><br />

hoeveelheid water door een nauwere<br />

opening en neemt stroomsnelheid<br />

van het water toe. In theorie zou <strong>de</strong><br />

stroomsnelheid in een verdampen<strong>de</strong><br />

druppel zelfs oneindig groot moeten<br />

wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> limiet waarin <strong>de</strong> druppel<br />

oneindig dun wordt (druppelhoogte h<br />

gaat dan immers naar 0), met an<strong>de</strong>re<br />

woor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> snelheid divergeert. Deze<br />

kritische fase van <strong>de</strong> druppelverdamping,<br />

waarin <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes met<br />

hoge snelheid richting <strong>de</strong> contactlijn<br />

stromen, noemen we het spitsuur. In<br />

figuur 5 laten we zien dat onze theoretische<br />

beschrijving van <strong>de</strong> vloeist<strong>of</strong>snelheid<br />

en <strong>de</strong> spitsuurfase perfect<br />

overeenkomt met onze experimentele<br />

μ-PIV data.<br />

Or<strong>de</strong> <strong>of</strong> wanor<strong>de</strong>?<br />

De spitsuurfase van <strong>de</strong> druppelverdamping<br />

is allesbepalend voor <strong>de</strong><br />

structuur van <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong> k<strong>of</strong>fiekring.<br />

De buitenste rand van <strong>de</strong> kring<br />

is het vroegst in het verdampingsproces<br />

gevormd, wanneer <strong>de</strong> stroomsnelheid<br />

van <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes laag is.<br />

Deze rand heeft een geor<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, kristallijne<br />

structuur (figuur 3c en 3d).<br />

Het binnenste, wanor<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> kring is later gevormd, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

spitsuurfase, waarin <strong>de</strong>eltjes met hoge<br />

snelheid <strong>de</strong> contactlijn bereikten.<br />

Wat gebeurt er met een <strong>de</strong>eltje wanneer<br />

het <strong>de</strong> contactlijn bereikt? Kennelijk<br />

zien alleen <strong>de</strong>eltjes die langzaam<br />

arriveren kans om zich te or<strong>de</strong>nen. De<br />

verklaring hiervoor ligt in <strong>de</strong> bewegingen<br />

die <strong>de</strong> kleine k<strong>of</strong>fie<strong>de</strong>eltjes maken<br />

ten gevolge van thermische fluctuaties:<br />

<strong>de</strong> Brownse beweging van <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>eltjes. Als een <strong>de</strong>eltje bij <strong>de</strong> contactlijn<br />

<strong>aan</strong>komt, zal het niet direct op een<br />

vaste plaats blijven zitten: <strong>de</strong> Brownse<br />

beweging van het <strong>de</strong>eltje zorgt ervoor<br />

dat het <strong>de</strong>eltje nabijgelegen posities<br />

kan verkennen, tot het <strong>de</strong> optimale<br />

positie in het kristal gevon<strong>de</strong>n heeft.<br />

Echter, tij<strong>de</strong>ns het spitsuur wordt een<br />

<strong>de</strong>eltje al klemgezet door an<strong>de</strong>re in-


komen<strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjes voordat het <strong>de</strong> optimale<br />

positie gevon<strong>de</strong>n heeft. In dat<br />

geval kan zich geen kristalstructuur<br />

vormen, maar ontstaat een wanor<strong>de</strong>lijke<br />

structuur.<br />

De overgang van or<strong>de</strong>lijke naar wanor<strong>de</strong>lijke<br />

structuren is te voorspellen<br />

door het vergelijken van twee tijdschalen.<br />

De karakteristieke tijdschaal<br />

waarop een <strong>de</strong>eltje zich or<strong>de</strong>nt is <strong>de</strong><br />

diffusietijdschaal tD , gegeven door<br />

tD = d 2 p /D, waarbij dp <strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjesgrootte<br />

is, en D <strong>de</strong> diffusieconstante voor<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjes in water. De karakteristieke<br />

tijd die beschikbaar is om te or<strong>de</strong>nen<br />

voordat een nieuw <strong>de</strong>eltje arriveert,<br />

is <strong>de</strong> hydrodynamische tijdschaal<br />

tH = L/u, waarbij L <strong>de</strong> typische afstand<br />

tussen <strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjes is, afhankelijk<br />

van hun concentratie, en u <strong>de</strong> snelheid<br />

waarmee ze naar <strong>de</strong> contactlijn bewegen.<br />

Een kritische snelheid uc wordt<br />

gevon<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong>ze twee tijdschalen<br />

(diffusie en hydrodynamisch) gelijk<br />

zijn <strong>aan</strong> elkaar: uc = LD/d 2 p . Deeltjes<br />

die met een lagere snelheid dan<br />

<strong>de</strong>ze uc <strong>aan</strong>komen hebben tijd om zich<br />

te or<strong>de</strong>nen en zullen tot <strong>de</strong> kristallijne<br />

fase behoren, terwijl <strong>de</strong>eltjes die met<br />

hogere snelheid arriveren <strong>de</strong> wanor<strong>de</strong>lijke<br />

fase vormen (figuur 5). Met dit<br />

mo<strong>de</strong>l kunnen we precies berekenen<br />

waar <strong>de</strong> overgang van or<strong>de</strong> naar wanor<strong>de</strong><br />

zal optre<strong>de</strong>n. Deze voorspelling<br />

komt goed overeen met experimenten<br />

waarbij we <strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjesgrootte en -concentratie<br />

varieer<strong>de</strong>n.<br />

Perspectief<br />

Het k<strong>of</strong>fievlekprobleem is een hot topic<br />

in <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse fysica, niet alleen<br />

vanwege <strong>de</strong> alledaagsheid, maar<br />

ook vanwege <strong>de</strong> industriële toepassingen.<br />

In sommige vakgebie<strong>de</strong>n is <strong>de</strong><br />

vorming van kringstructuren tij<strong>de</strong>ns<br />

het verdampen van oplossingen een<br />

Hanneke Gel<strong>de</strong>rblom<br />

promoveert<br />

bij <strong>de</strong> <strong>Physics</strong> <strong>of</strong><br />

<strong>Fluids</strong> groep <strong>aan</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Twente</strong>.<br />

Ze stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

Biomedische Technologie<br />

<strong>aan</strong> <strong>de</strong><br />

Technische <strong>Universiteit</strong> Eindhoven en<br />

is in 2009 afgestu<strong>de</strong>erd bij Frans van <strong>de</strong><br />

Vosse op het meten van bloedstroming<br />

in <strong>de</strong> kransslaga<strong>de</strong>ren. Haar promotieon<strong>de</strong>rzoek<br />

bij Detlef Lohse en Jacco<br />

Snoeijer gaat over druppelverdamping.<br />

h.gel<strong>de</strong>rblom@tnw.utwente.nl<br />

Figuur 4 a) Tij<strong>de</strong>ns het verdampingsproces blijft <strong>de</strong> rand (contactlijn) van <strong>de</strong> druppel op<br />

een vaste plek zitten. De verdamping vanaf het druppeloppervlak veroorzaakt een<br />

stroming naar <strong>de</strong> contactlijn van <strong>de</strong> druppel. b) Als <strong>de</strong> verdampen<strong>de</strong> druppel dunner<br />

wordt, moet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hoeveelheid vloeist<strong>of</strong> door een steeds nauwere opening<br />

wor<strong>de</strong>n geperst. De stroomsnelheid van <strong>de</strong> vloeist<strong>of</strong> neemt dan toe.<br />

Figuur 5 Een plot van experimenteel gemeten vloeist<strong>of</strong>snelhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> druppel in <strong>de</strong> tijd.<br />

Het mo<strong>de</strong>l (doorgetrokken lijn) beschrijft nauwkeurig <strong>de</strong> enorme snelheidstoename<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> spitsuurfase. Op <strong>de</strong> as is t c <strong>aan</strong>geduid, het tijdstip waarop <strong>de</strong><br />

kritische snelheid u c bereikt wordt. Deeltjes die met een lagere snelheid (dus voor<br />

tijdstip t c ) <strong>aan</strong>komen, vormen het geor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> k<strong>of</strong>fiekring, <strong>de</strong>eltjes die<br />

met hogere snelheid arriveren het wanor<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>el.<br />

probleem dat men wil voorkomen, zoals<br />

bijvoorbeeld in <strong>de</strong> inkjet printing-<br />

en coatingindustrie. Recent on<strong>de</strong>rzoek<br />

toont <strong>aan</strong> dat <strong>de</strong> kringvorming<br />

on<strong>de</strong>rdrukt kan wor<strong>de</strong>n door gebruik<br />

te maken van niet-sferische <strong>de</strong>eltjes<br />

[4] <strong>of</strong> sterke elektrische vel<strong>de</strong>n [5].<br />

An<strong>de</strong>rzijds wordt het verdampen van<br />

colloïdale oplossingen juist als techniek<br />

gebruikt om bijvoorbeeld<br />

minuscule kristalstructuren te<br />

vormen op chips. Ons on<strong>de</strong>rzoek<br />

toont hoe stroming van<br />

een vloeist<strong>of</strong> met <strong>de</strong>eltjes <strong>de</strong> <strong>de</strong>positie<br />

van kleine structuren bepaalt.<br />

Deze kennis kan gebruikt<br />

wor<strong>de</strong>n om te voorspellen en te<br />

controleren wat voor structuur<br />

er gevormd zal wor<strong>de</strong>n.<br />

De grote open vraag die nog resteert<br />

in het k<strong>of</strong>fievlekkenveld is<br />

het 3D-plaatje van <strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjes<strong>de</strong>positie<br />

bij <strong>de</strong> contactlijn. In ons<br />

experiment hebben we slechts<br />

in een vlak <strong>de</strong> <strong>de</strong>positie in <strong>de</strong> tijd<br />

januari 2012<br />

kunnen volgen, maar hoe stapelen <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>eltjes zich in <strong>de</strong> hoogte?<br />

Referenties<br />

1 R. D. Deegan, O. Bakajin, T. Dupont, G.<br />

Huber, S. Nagel en T. Witten, Nature 389,<br />

827 (1997).<br />

2 A. G. Marín, H. Gel<strong>de</strong>rblom, D. Lohse<br />

Álvaro G. Marín is<br />

afgestu<strong>de</strong>erd <strong>aan</strong><br />

<strong>de</strong> Aeronautical Engineering<br />

School <strong>of</strong><br />

Seville (Spanje) in<br />

2003. Van 2008 tot<br />

2011 werkte hij als<br />

Postdoc in <strong>de</strong> <strong>Physics</strong><br />

<strong>of</strong> <strong>Fluids</strong> groep <strong>aan</strong> <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Twente</strong>. Momenteel werkt hij <strong>aan</strong> het<br />

Institute for Aeronautics and Fluid Mechanics<br />

in Neubiberg (München), waar<br />

hij vloeist<strong>of</strong>stroming op kleine schalen<br />

bestu<strong>de</strong>ert met geavanceer<strong>de</strong> velocimetry-technieken.<br />

Ne<strong>de</strong>rlands Tijdschrift voor Natuurkun<strong>de</strong><br />

25


26<br />

Detlef Lohse promoveer<strong>de</strong><br />

in 1992<br />

<strong>aan</strong> <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Marburg. Sinds<br />

1998 is hij hoogleraar<br />

<strong>Physics</strong> <strong>of</strong> <strong>Fluids</strong><br />

<strong>aan</strong> <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Twente</strong>. On<strong>de</strong>rwerpen<br />

in zijn on<strong>de</strong>rzoeksgroep zijn turbulentie<br />

en twee-fasenstroming, micro- en<br />

nan<strong>of</strong>luidics, medische toepassingen<br />

van bellen en granulaire materie.<br />

Ne<strong>de</strong>rlands Tijdschrift voor Natuurkun<strong>de</strong> januari 2012<br />

en J.H. Snoeijer, Phys. Rev. Lett. 107,<br />

085502 (2011).<br />

3 www.youtube.com/watch?v=Bn<br />

ku2078kG0&feature=channel_vi<strong>de</strong>o_title.<br />

4 P. J. Yunker, T. Still, M. A. Lohr en<br />

A.G. Yodh, Nature 476, 308 (2011).<br />

5 H. B. Eral, D. Mampallil Augustine,<br />

M. H. G. Duits en F. Mugele, S<strong>of</strong>t<br />

Matter 7 (2011).<br />

6 L. Bocquet, Am. J. Phys. 75 (2007).<br />

Jacco Snoeijer is als<br />

UHD werkzaam bij<br />

<strong>de</strong> <strong>Physics</strong> <strong>of</strong> <strong>Fluids</strong><br />

groep <strong>aan</strong> <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Twente</strong>. Na<br />

zijn studie Technische<br />

Natuurkun<strong>de</strong><br />

in <strong>Twente</strong>, promoveer<strong>de</strong><br />

Jacco in Lei<strong>de</strong>n bij Wim van Saarloos<br />

en Martin van Hecke op <strong>de</strong> statistische<br />

fysica van granulaire media. Na<br />

postdocs <strong>aan</strong> <strong>de</strong> ESPCI in Parijs en <strong>aan</strong> <strong>de</strong><br />

universiteit van Bristol ligt zijn huidige<br />

interesse op het gebied van druppels en<br />

an<strong>de</strong>re capillaire verschijnselen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!