met de „lutheran<strong>en</strong>‟, dit maal in de persoon van Joachim Kük<strong>en</strong>bieter, aan de stok kreeg. Ook nu dolf Rode het onderspit. To<strong>en</strong> hij op last van de graaf opnieuw moest vertrekk<strong>en</strong>, is hij overled<strong>en</strong>. “Heel plotseling”, als e<strong>en</strong> klaarblijkelijk bewijs van Gods afkeuring over “de perverse leer van de sacram<strong>en</strong>tariërs”, schreef Kük<strong>en</strong>bieter twintig jaar later. De reformatorische predikant Martin Micron <strong>en</strong> Albert Hard<strong>en</strong>berg nam<strong>en</strong> het voor Rode op. Zij bracht<strong>en</strong> in herinnering dat hij na e<strong>en</strong> kort ziekbed “vol van de christelijke hoop <strong>en</strong> gesteund door e<strong>en</strong> zeker geloof” was overled<strong>en</strong>, nadat hij <strong>zijn</strong> vrouw, <strong>zijn</strong> geme<strong>en</strong>teled<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>zijn</strong> collega Antonius Sle<strong>en</strong>busz. woord<strong>en</strong> van troost had toegesprok<strong>en</strong>. Zijn begraf<strong>en</strong>is was eervol, voegde Hard<strong>en</strong>berg daar voor de zekerheid nog aan toe. Alhoewel <strong>Ho<strong>en</strong></strong>sverhandeling in Duitsland <strong>en</strong> Zwitserland e<strong>en</strong> wijde verbreiding vond, is de brief in de Nederland<strong>en</strong> zelf gedur<strong>en</strong>de de eerste dec<strong>en</strong>nia van de zesti<strong>en</strong>de eeuw waarschijnlijk zo goed als onbek<strong>en</strong>d geblev<strong>en</strong>. Vast staat alle<strong>en</strong> dat <strong>Ho<strong>en</strong></strong> <strong>zijn</strong> opvatting<strong>en</strong> met de andere led<strong>en</strong> van de „Delfts-Haagse kring‟ <strong>en</strong> met Hinne Rode moet hebb<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hij hun de schriftelijke neerslag van <strong>zijn</strong> lectuur <strong>en</strong> overd<strong>en</strong>king<strong>en</strong> moet hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Maar in contemporaine docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in processtukk<strong>en</strong>, wordt de brief niet g<strong>en</strong>oemd. De Index van paus Paulus IV uit 1559 maakt er voor het eerst melding van. Toch laat de invloed, <strong>en</strong> daarmee de bek<strong>en</strong>dheid van <strong>Ho<strong>en</strong></strong>s <strong>tractaat</strong> zich in beperkte mate wel vaststell<strong>en</strong>. De doorwerking van <strong>Ho<strong>en</strong></strong>s opvatting<strong>en</strong> is bijvoorbeeld aanwijsbaar in het gedacht<strong>en</strong>goed van de notoire doper Melchior Hoffman. In <strong>zijn</strong> Die Ordonnantie Godts uit 1530 zette Hoffman in navolging van <strong>Ho<strong>en</strong></strong> uite<strong>en</strong> dat de bruidegom Christus bij het avondmaal tot Zijn bruid komt, het brood neemt - zoals e<strong>en</strong> bruidegom e<strong>en</strong> ring of e<strong>en</strong> goudstuk neemt - <strong>en</strong> Zichzelf aldus met het brood aan de bruid geeft, zoals e<strong>en</strong> bruidegom zichzelf met e<strong>en</strong> ring aan <strong>zijn</strong> bruid geeft. In <strong>zijn</strong> bestrijding van de lutherse uitleg van het avondmaal beriep hij zich ev<strong>en</strong>als <strong>Ho<strong>en</strong></strong> op Matth. 24: 23. <strong>Ho<strong>en</strong></strong>s ideeën <strong>zijn</strong> waarschijnlijk ook bek<strong>en</strong>d geweest in Leuv<strong>en</strong>, waar e<strong>en</strong> uitgebreide kring van „sacram<strong>en</strong>tariërs‟ onder leiding van Paul de Rovere (kapelaan van de St. Pieter) in de jar<strong>en</strong> veertig werd vervolgd. To<strong>en</strong> één van h<strong>en</strong>, de later onthoofde Jean Beyaerts, in mei 1543 werd verhoord, bek<strong>en</strong>de hij De Rovere tijd<strong>en</strong>s de vast<strong>en</strong> van het voorafgaande jaar te hebb<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat het heilig sacram<strong>en</strong>t “slechts e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>” was <strong>en</strong> dat Christus het “ons als e<strong>en</strong> trouwring had achtergelat<strong>en</strong>”, zoals e<strong>en</strong> man deed die <strong>zijn</strong> vrouw trouwt. Het symbool van de ring wordt op e<strong>en</strong>zelfde wijze gebruikt in e<strong>en</strong> geschrift in de volkstaal over het avondmaal, waarin bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> Matth. 24: 23 als bewijs teg<strong>en</strong> de leer van de praes<strong>en</strong>tia realis wordt aangehaald. Van dit <strong>tractaat</strong> Dat Avontmael ons Heer<strong>en</strong> is voorhe<strong>en</strong> altijd aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat het zo rond 1540 binn<strong>en</strong> de kring van de Leuv<strong>en</strong>se dissid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> was ontstaan <strong>en</strong> de invloed van <strong>Ho<strong>en</strong></strong> weerspiegelde. Rec<strong>en</strong>t bibliografisch onderzoek heeft echter aan het licht gebracht dat het boekje waarschijnlijk pas in de jar<strong>en</strong> vijftig in Kamp<strong>en</strong> is gedrukt. Rond die tijd war<strong>en</strong> deze <strong>en</strong> vergelijkbare argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarschijnlijk al zo wijd verbreid dat de invloed van <strong>Ho<strong>en</strong></strong> niet meer direct of bewust hoeft te <strong>zijn</strong> geweest. Pas in de tweede helft van de zesti<strong>en</strong>de eeuw schreef Hard<strong>en</strong>berg in <strong>zijn</strong> Lev<strong>en</strong> van Wessel Gansfort <strong>zijn</strong> wat verwarde, maar in principe betrouwbare bericht over <strong>Ho<strong>en</strong></strong>, <strong>zijn</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, hun ontdekking van e<strong>en</strong> oud geschrift <strong>en</strong> Rode‟s reiz<strong>en</strong>. Daarmee betrad <strong>Ho<strong>en</strong></strong> de geschied<strong>en</strong>is. Hard<strong>en</strong>bergs gegev<strong>en</strong>s zoud<strong>en</strong> in de daaropvolg<strong>en</strong>de eeuw<strong>en</strong>, tot aan het moderne tijdvak van onthecht historisch onderzoek, niet werkelijk word<strong>en</strong> 42
aangevuld, maar slechts functioner<strong>en</strong> als polemisch wap<strong>en</strong>tuig in de debatt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de kerkelijke d<strong>en</strong>ominaties. 43