10.09.2013 Views

KETTER AAN HET BINNENHOF Cornelis Hoen en zijn tractaat ...

KETTER AAN HET BINNENHOF Cornelis Hoen en zijn tractaat ...

KETTER AAN HET BINNENHOF Cornelis Hoen en zijn tractaat ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Lanfranc dat het getuig<strong>en</strong>is van de zintuig<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig leert dat het brood brood <strong>en</strong> de<br />

wijn wijn blijft.<br />

De eerste erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> van dit gedacht<strong>en</strong> goed war<strong>en</strong> de Kathar<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ketterse<br />

stroming die in de twaalfde eeuw haar c<strong>en</strong>trum in Zuid-Frankrijk <strong>en</strong> Noord-Italië had.<br />

Zij hebb<strong>en</strong> nauwelijks theologische geschrift<strong>en</strong> nagelat<strong>en</strong>, maar hun argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

het sacram<strong>en</strong>t van het altaar kunn<strong>en</strong> aan de geschrift<strong>en</strong> van orthodoxe oppon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als<br />

Alain van Lille word<strong>en</strong> ontle<strong>en</strong>d. Daaruit blijkt dat ook zij de leer van de<br />

transsubstantiatie niet als e<strong>en</strong> geloofsartikel accepteerd<strong>en</strong> omdat het in de<br />

geloofsbelijd<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van de vroege kerk nog niet voorkomt. De woord<strong>en</strong> “dit is mijn<br />

lichaam” <strong>zijn</strong> e<strong>en</strong> metafoor <strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> “dit betek<strong>en</strong>t mijn lichaam”. Christus‟<br />

onvergankelijk lichaam is in de hemel, maar de hostie wordt door muiz<strong>en</strong> geget<strong>en</strong>.<br />

Het brood kan daarom het lichaam van Christus niet <strong>zijn</strong>.<br />

Alain noemt e<strong>en</strong> heel curieuze teg<strong>en</strong>werping van de Kathar<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> Christus de<br />

woord<strong>en</strong> “dit is mijn lichaam” uitsprak, zou Hij niet naar het brood maar naar zichzelf<br />

hebb<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> (demonstraverit seipsum). De zesti<strong>en</strong>de-eeuwse teg<strong>en</strong>stander van<br />

Luther, Andreas Karlstadt, gebruikte dit argum<strong>en</strong>t ook, overig<strong>en</strong>s nadat hij k<strong>en</strong>nis had<br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van het <strong>tractaat</strong> van <strong>Ho<strong>en</strong></strong>, die Christus naar Zichzelf laat wijz<strong>en</strong> bij het<br />

uitsprek<strong>en</strong> van de woord<strong>en</strong> “op deze rots zal Ik Mijn geme<strong>en</strong>te bouw<strong>en</strong>” (Matth. 16:<br />

18).<br />

<strong>Ho<strong>en</strong></strong>s argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> dus al eeuw<strong>en</strong>oud. Zijn meest karakteristieke bezwar<strong>en</strong> <strong>zijn</strong><br />

al aanwijsbaar in de geschrift<strong>en</strong> van Ber<strong>en</strong>garius, Hus <strong>en</strong> Wyclif <strong>en</strong> in het<br />

gedacht<strong>en</strong>goed van de Kathar<strong>en</strong>. Maar wat zegt dat? Bedoelt het bov<strong>en</strong>staande te<br />

suggerer<strong>en</strong> dat de zesti<strong>en</strong>de-eeuwse avondmaalsstrijd slechts e<strong>en</strong> herhaling van<br />

eerdere discussies is geweest?<br />

Bov<strong>en</strong>staande voorlopige bepaling van de historische achtergrond van <strong>Ho<strong>en</strong></strong>s<br />

specifieke ideeën behoeft natuurlijk <strong>en</strong>ige verfijning. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> <strong>Ho<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />

de Kathar<strong>en</strong> is geleg<strong>en</strong> in het feit dat deze middeleeuwse ketters e<strong>en</strong> volstrekt<br />

dualistisch wereldbeeld hanteerd<strong>en</strong>, waarbij brood <strong>en</strong> wijn onderdeel van e<strong>en</strong> kwade<br />

schepping uitmak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom nooit Christus‟ lichaam <strong>en</strong> bloed kunn<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>. Van die<br />

gedacht<strong>en</strong>wereld is in <strong>Ho<strong>en</strong></strong>s verhandeling ge<strong>en</strong> spoor terug te vind<strong>en</strong>.<br />

Er loopt ev<strong>en</strong>min e<strong>en</strong> ononderbrok<strong>en</strong> historische lijn van Ber<strong>en</strong>garius, via Wyclif <strong>en</strong><br />

Hus naar <strong>Ho<strong>en</strong></strong>. Wel gebruikte de zesti<strong>en</strong>de-eeuwse evangelische humanist inhoudelijk<br />

dezelfde argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als deze middeleeuwse theolog<strong>en</strong>, maar hij richtte ze teg<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> geheel ander front. Hus heeft in teg<strong>en</strong>stelling tot <strong>Ho<strong>en</strong></strong> nooit geleerd dat het<br />

eucharistisch brood <strong>en</strong> de wijn na de consecratie gewoon brood <strong>en</strong> wijn blijv<strong>en</strong>. De<br />

woord<strong>en</strong> van Matth.24: 23 gebruikte hij als argum<strong>en</strong>t teg<strong>en</strong> het volkse wondergeloof<br />

dat in de plaats Wilsnack in e<strong>en</strong> rood gekleurde hostie het bloed van Christus<br />

aanwezig achtte <strong>en</strong> vereerde. In <strong>zijn</strong> verhandeling zette Hus uite<strong>en</strong> dat Christus met<br />

<strong>zijn</strong> verheer!ijkt bloed nu zetelt aan de rechterhand van de Vader, maar dat Hij in de<br />

eucharistie “werkelijk <strong>en</strong> waarachtig” hier op aarde aanwezig is. Zo heeft God het<br />

verordineerd.<br />

Wyclif hanteerde g<strong>en</strong>oemde argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in <strong>zijn</strong> bestrijding van de leer van de<br />

annihilatio. In die opvatting wordt de realiteit van de geconverteerde substantie,<br />

namelijk het eucharistisch brood, opgehev<strong>en</strong>. De „accid<strong>en</strong>tele‟ eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het<br />

brood (kleur, geur, smaak <strong>en</strong> vorm) zoud<strong>en</strong> daarbij zelfstandig, zonder de substantie<br />

van het brood, voortbestaan. Volg<strong>en</strong>s Wyclif, <strong>en</strong> Ber<strong>en</strong>garius, is Christus met het<br />

brood reëel in het sacram<strong>en</strong>t aanwezig, omdat het eucharistisch brood na de<br />

consecratie e<strong>en</strong> combinatie van twee „quidditeit<strong>en</strong>‟ blijft, zoals Christus zowel God als<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!