09.09.2013 Views

1994 - 4 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

1994 - 4 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

1994 - 4 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Allerlei Cattleya's (5)<br />

uit "The Catt/eyas and their relatives", Carl L. Withner<br />

vertaling Bert van Zuylen<br />

Cattleya bie%r uit Brazilie<br />

De stammen van deze soort worden 49-76 cm hoog, ze zijn<br />

gegroefd op de gewoonlijke manier en bedekt met een dun vlies.<br />

Er zijn twee bladeren van 15 em lengte. De 3-10 geurende bloemen<br />

zijn 7,6-10 cm in diameter en zijn variabel van kleur. De vlezige<br />

sepalen en petalen lopen van bleekgroen of bleek olijfkleurig naar<br />

een koperaehtige bruine kleur, telwijl de bloemen gespikkeld kunnen<br />

zijn. De lip is karmozijnrood-paarsachtig tot bleek roze, soms<br />

afgezet aan de rand met wit, en heeft als enige Cattleya geen zijlobben<br />

die de zu ll bedekken. Oat laatste is een dominante<br />

karaktertrek van deze soort, en wordt heel sterk doorgegeven aan<br />

de nakomelingen, er voor zorgend dat bij hybnden dat aandeel van<br />

de ouders redelijk gemakkelijk te ontdekken is. De blootliggende zuil<br />

is roze.<br />

Mr. Descourtilz vernoemde deze soort naar Iris, de godin van de<br />

regenboog. Hij moet werkelijk onder de indruk zijn geweest van de<br />

bloemen! (In 1821 cleelde Mr. Deseourtilz deze soort in bij het<br />

geslacht Epidendrum, met als soortnaam iridee. Het is dus geen<br />

foutje van mr. Withner m.b.t. C. iricolor, vert.). De planten bloeien in<br />

september, houden van warmte, water in de groeiperiode en daarna<br />

een flinke rust.<br />

U mag de planten aileen verpotten op het moment dat de nieuwe<br />

wortels zichtbaar worden onderaan de starn. Zoals bij andere,<br />

tweebladige Cattleya's kunnen de stammen heel dun zijn, zonder<br />

voldoende reservevoedsel, zodat het erg belangrijk is deze regel op<br />

te volgen. Als er op andere momenten verpot wordt, kunnen de<br />

planten zover terugvallen dat ze nog een seizoen of soms nog<br />

langer in rust blijven, terwijl het ook kan gebeuren dat ze zover uitdrogen<br />

dat het moellijk of onmogelijk wordt de planten over te houden.<br />

Het is eigenlijk onbelangrijk wat de plant aan het doen is,<br />

knoppen maken of groeien, het proces van wortels vormen is het<br />

belangrijkste en zal ten aile tijden ger-especteerd moeten worden.<br />

Deze soort werd geintroduceerd door de heren Loddiges uit<br />

Hackney, Engeland in 1838, die haar ontvingen uit het gebied rond<br />

Bananal in de provincie Minais Gerais in Brazilie. Ze wel'd aangetroffen<br />

in grote groepen die boven in hoge bomen langs de rivier<br />

groeiden. Ook werden planten gevonden in de bergen van Rio de<br />

Janeiro op een hoogte van 60 m., waar ze zowel op rotsen als op<br />

bomen groeiden. Zowel Fowlie als Braem beschr-even twee<br />

populaties van deze plant terwijl Fowlie later nog een derde ontdekte.<br />

Planten die aan de kust groeien zijn, in vergelijking met de origineel<br />

beschreven planten, diploid. Ook zijn er nog tetraplolde, binnenandse<br />

ondersoorten die technisch beschreven moeten worden als<br />

8<br />

Catt/eya blc%r<br />

C. bicolor ssp. minaisgeresensis (Fowlie). De laatstgenoemde<br />

planten zijn groter op aile afmetingen dan de diploide soolien van<br />

de kust, en de populaties omvatten ook de varieteiten die omschreven<br />

vverden als C. grossii of C. bicolor var. grossii.<br />

De vormen worden gekarakteriseercl door een breder uitlopencle<br />

niervorrnige midden lob vall de lip en meestal een witte strook aan<br />

de voorste rand.<br />

De clerde populatie is de subspecies brasiliensIs die werclen beschreven<br />

en afgebeeld door mr. Fowlie. Ze heeft donkerbruine<br />

bloemen met een grotere, bredere lip dan de andere soorten en<br />

meestal zonder wit erin, al is de lichte strook op de lip ook<br />

daadwerkelijk liehter dan de rest van de lip. De sepalen en petalen<br />

zijn ietwat gegolfd zoals bij C. elongata. De plallten kunnell een<br />

hoogte bel'8lken van 122 em. Deze subspecies groeit op knoestige<br />

bomen met een ruwe schors in de vochtige moerassen vlakbij<br />

Brasilia, de hoofdstad van Brazilie, op een hoogte van 1110 m.<br />

De ras kan best wei velwikkelcl zijn met C. tenuis, een recentelijk<br />

beschreven soort, die weer dicht bij C.bicolor en C. elongata staat.<br />

De populatie van de subspecies brasiliensis mag niet worden<br />

verwarcl met die van C. brasiliensis wat een natuurlijke hybride is<br />

van waarschijnlijk C.bicolor ell C.harrisontana. Deze hybride plalltell'<br />

worden in Rio Doce gevollden volgens Fowlie, en zijll in cle cu ltuur<br />

per abuis C. amethystoglossa "Pinkie" gelloemd.<br />

Er zijn verschillende opvallende kleurvormen beschreven ill het<br />

bicolor-complex. De zogellaamde alba is appelgroen met een witte<br />

lip. Door eell kweker Zijll de planten de laatste dl'ie generaties met<br />

zichzelf bestoven en ze blijvell groene bloemen dragen.<br />

Vooral gespikkelde klonen of blauwe vormen (coerulea), planten<br />

met eell donkerder gekleurde lip, en grotere of minder witte strokell<br />

(die er dus eell tricolor van maken I) op de lip zijll beschreven als<br />

varieteiten Ze voegell zich mooi ill het spectrum vall variaties die ill<br />

deze soort te villdell zijn.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!