LESMAPPEN BASISEDUCATIE.indd - De Dagen
LESMAPPEN BASISEDUCATIE.indd - De Dagen
LESMAPPEN BASISEDUCATIE.indd - De Dagen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
41 / lesmap annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Wat zie je op de prent?<br />
Wie zie je allemaal? Waarom denk je dat?<br />
Hoe ziet het meisje eruit?<br />
Zou het je vriendinnetje kunnen zijn? Waarom (niet)?<br />
Hoe ziet Ibbeltjes moeder eruit?<br />
Waarom ligt ze op de grond, denk je?<br />
Hoe ziet het gezin van Ibbeltje eruit? Gezellig, saai, vreemd,<br />
gewoon, …? Waarom?<br />
Zou jij graag in zo’n gezin wonen? Waarom (niet)?<br />
Als antwoord op de vragen, laat je een heel kort fragmentje<br />
uit de eerste verhaal horen (zie http://www.youtube.com/<br />
watch?v=FfYfWO5igww of als luisterboek bij de bibliotheek).<br />
3. Het verhaal<br />
Laat de kinderen het verhaal zelf lezen.<br />
Kinderen die niet zo vlot kunnen lezen, laat je eventueel het<br />
verhaal beluisteren (het luisterboek vind je in de bibliotheek).<br />
Of de kinderen lezen per twee.<br />
Na afloop laat je de kinderen spontaan reageren.<br />
Is het een spannend, grappig, dom, saai, leuk, goed,<br />
slecht verhaal? Waarom?<br />
Wil je nog meer verhalen over Ibbeltje lezen?<br />
Wat zou jij wensen, moesten je het toverparapluutje in handen<br />
krijgen?<br />
4. toverspreuken<br />
Ga met je klas in een kring zitten.<br />
In vier ronden gaan de kinderen rijmen en toveren.<br />
Ronde één:<br />
krielekrale rozemond, ik wou dat ik … kon.<br />
Zeg de spreuk op een zo expressief mogelijke manier en vul ze zelf<br />
aan (bv. krielekrale rozemond, ik wou dat ik mooi zingen kon).<br />
Vervolgens ga je de kring rond.<br />
Herhaal het eerste deel (krielekrale rozemond)<br />
telkens voor elk kind.<br />
Om beurten vullen de kinderen aan.<br />
Ronde twee:<br />
krielekrale maneschijn<br />
<strong>De</strong>el de strookjes met halve toverspreuken uit (zie materiaal).<br />
<strong>De</strong> kinderen lezen in stilte wat erop staat.<br />
Zeg nu telkens een andere variatie op het eerste deel:<br />
bv. krielekrale maneschijn, krielekrale lentezon, krielekrale<br />
drakenbloed, krielekrale spinnenweb, enz.<br />
Het kind wiens strookje op de spreuk rijmt, leest de zin<br />
hardop voor.<br />
Bv. krielekrale maneschijn/ ik wou dat ik een meisje kon zijn,<br />
krielekrale drakenbloed/ ik wou dat ik nooit meer huiswerk maken<br />
moet, krielekrale lentezon/ ik wou dat ik als een vogel vliegen kon,<br />
enz.