De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden

De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden

voetvanoudheusden.nl
from voetvanoudheusden.nl More from this publisher
09.09.2013 Views

De fabriek van Sjoer met het personeel. De situatie ter plaatse, op de hoek van de Westersingel en de Goilberdingerstraat, is sinds de jaren '20 - toen de foto werd genomen - weinig veranderd. Rechts de paardenstal van Cornelis Laan. belmakers op de lijst varieerden van ƒ20,- tot ƒ35,-, met een gemiddelde vanƒ28,95. De CAOlonen van een meubelmaker/beeldhouwer van 25 jaar en ouder en een meubelmaker/stoffeerder lagen op 1 januari 1922 in Culemborg op respectievelijk ƒ 36,- en ƒ35,10. 52 Men mag hier niet uit concluderen dat in de meubelindustrie over de hele linie meer werd verdiend dan in de sigarennijverheid. De genoemde CAO-lonen golden gespecialiseerde functies, waarin slechts een klein deel van de arbeiders in de meubelindustrie werkzaam was. De lonen van de grote meerderheid van het personeel (machinale houtbewerkers, lakspuiters enz.) bleven hier ruim bij achter. Een voormalig werknemer uit de meubelindus- trie, die ooit als bosjesmaker in de sigarenmakerij begon: 'Toen ik van de lagere school kwam, werd ik bosjesmaker. Maar na de Eerste Wereldoorlog, toen het hier in de sigarennijverheid zo slecht ging, werd mijn baas ontslagen en moest ik er ook uit. Omdat ik nog niet zo ver was dat ik al sigaren kon maken, kwam ik niet meer in de sigarenindustrie aan de slag. Toen vond ik later werk in de meubelindustrie. Maar dat maakt een heel verschil, hoor! Mijn broers, die allebei sigarenmaker zijn geworden, kwamen aan het eind van de week met ƒ20,- tot ƒ25,- thuis. Maar in de meubelindustrie verdiendeje niet zoveel. Ik verdiende ƒ 15,- à ƒ16,-; later misschien ƒ 18,-; veel meer was het niet. Nee, in de sigarenindustrie werd in het algemeen beter verdiend, hoor.' 53

Deze visie wordt door voormalige sigarenmakers algemeen onderschreven, maar men moet er rekening mee houden dat zij daarbij in het algemeen de ongeschoolde, zij het wel geoefende, arbeiders uit de meubelindustrie op het oog hadden. Op basis van de aanwezige gegevens kan als algemene conclusie worden gesteld, dat men met sigarenmaken, werk dat men kan beschouwen als geoefende arbeid, in Culemborg minder verdiende dan met geschoolde arbeid, maar meer dan met andere vormen van geoefende arbeid ter plaatse en meer dan met ongeschoolde arbeid. In de periode tussen de twee wereldoorlogen bleven de lonen in de Culemborgse sigarennijverheid in vergelijking met de lonen in de sigarennij verheid elders een middenpositie innemen. In de CAO-regeling voor de sigarenindustrie, die vijf plaatsklassen kende, was Culemborg ingedeeld in de middengroep, die tevens de grootste was. De verschillen tussen de klassen werden in de loop van de periode teruggebracht. Bij de CAO van 1920 lagen de lonen in de steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag 10% hoger dan in Culemborg, maar in 1938 bedroeg dit verschil nog maar 1%. De verschillen met de lonen in de laagste klasse (veelal de kleine Brabantse dorpen) liepen minder terug: van 6% naar 4%. 54 ONREGELMATIGE ARBEIDSGEWOONTEN 55 'Aan de sjouw...' 'Hoewel nog jong zijnde, schijnt hij het voorbeeld van de overige sigarenmakers alhier — het zogenaamde maandaghouden - al te willen volgen', rapporteerde de Culemborgse politie in 1894 over eenjonge sigarenmaker. 56 Wanneer men maandaghield, bete- kende dit dat men die dag vrijaf nam en dus vrijwillig verzuimde. De Inspecteur van de Arbeid van het district waaronder Culemborg viel, stelde in 1891 vast dat het vrijwillig verzuim op de maandag in de sigarennijverheid geen zeldzaamheid was: 'Op maandag wordt in de sigarenmakerijen weinig gewerkt.' 57 Een sigarenmaker die aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog op de fabriek van Dresselhuijs, aan de Lange Meent, als bosjesmaker begon, geeft aan dat het maandaghouden daar toen ook tot de gewoonte behoorde: 'Dan bleven ze op maandag weg en kwamen ze op dinsdag weer werken. In de tussentijd moesten de bosjesmakers, die de sigarenmakers hadden, de zaak een beetje voor ze opknappen.' 58 Het vrijwillig verlet beperkte zich niet tot de maandag: 'Soms kwamen ze de eerste drie dagen niet op de fabriek en dan begonnen ze bijvoorbeeld op donderdag', aldus een sigarenmaker. 59 Zelfs kwam het voor dat men een week of nog langer van het werk wegbleef. Dit alles was een zaak van eigen geld van de sigarenmaker. 'Op de sigarenfabrieken hier waren er, die, als ze een paar centen bij elkaar hadden gespaard, een veertien dagen vrijnamen. Dat kwam voor op de Cadena; dat was hier op elke sigarenfabriek. Waren de centen op, dan gingen ze weer aan het werk.' 60 Eén sigarenmaker, die in de Eerste Wereldoorlog op de fabriek van Laan als bosjesmaker werkte, had het wel uitzonderlijk getroffen: 'Ik werkte daar bij een baas, dat was een hele goeie baas. Eén keer per jaar nam hij op eigen kosten twee weken vakantie en dan had ik ook vakantie en ik werd door hem gewoon doorbetaald.' 61 Degenen die 's maandags wel op het werk verschenen, namen het werk op die dag vaak weinig serieus. De gebeurtenissen van de zondag wer-

<strong>De</strong>ze visie wordt door voormalige sigarenmakers<br />

algemeen onderschreven, maar men moet<br />

er reken<strong>in</strong>g mee houden dat zij daarbij <strong>in</strong> het<br />

algemeen de ongeschoolde, zij het wel geoefende,<br />

arbeiders uit de meubel<strong>in</strong>dustrie op het<br />

oog hadden. Op basis <strong>van</strong> de aanwezige gegevens<br />

kan als algemene conclusie worden gesteld,<br />

dat men met sigarenmaken, werk dat men kan<br />

beschouwen als geoefende arbeid, <strong>in</strong> <strong>Culemborg</strong><br />

m<strong>in</strong>der verdiende dan met geschoolde arbeid,<br />

maar meer dan met andere vormen <strong>van</strong> geoefende<br />

arbeid ter plaatse en meer dan met ongeschoolde<br />

arbeid.<br />

In de periode tussen de twee wereldoorlogen<br />

bleven de lonen <strong>in</strong> de <strong>Culemborg</strong>se <strong>sigarennijverheid</strong><br />

<strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met de lonen <strong>in</strong> de sigarennij<br />

verheid elders een middenpositie <strong>in</strong>nemen.<br />

In de CAO-regel<strong>in</strong>g voor de sigaren<strong>in</strong>dustrie,<br />

die vijf plaatsklassen kende, was <strong>Culemborg</strong><br />

<strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> de middengroep, die tevens de<br />

grootste was. <strong>De</strong> verschillen tussen de klassen<br />

werden <strong>in</strong> de loop <strong>van</strong> de periode teruggebracht.<br />

Bij de CAO <strong>van</strong> 1920 lagen de lonen <strong>in</strong> de steden<br />

Amsterdam, Rotterdam en <strong>De</strong>n Haag 10% hoger<br />

dan <strong>in</strong> <strong>Culemborg</strong>, maar <strong>in</strong> 1938 bedroeg dit<br />

verschil nog maar 1%. <strong>De</strong> verschillen met de<br />

lonen <strong>in</strong> de laagste klasse (veelal de kle<strong>in</strong>e Brabantse<br />

dorpen) liepen m<strong>in</strong>der terug: <strong>van</strong> 6% naar<br />

4%. 54<br />

ONREGELMATIGE ARBEIDSGEWOONTEN 55<br />

'Aan de sjouw...' 'Hoewel nog jong zijnde,<br />

schijnt hij het voorbeeld <strong>van</strong> de overige sigarenmakers<br />

alhier — het zogenaamde maandaghouden<br />

- al te willen volgen', rapporteerde de <strong>Culemborg</strong>se<br />

politie <strong>in</strong> 1894 over eenjonge sigarenmaker.<br />

56 Wanneer men maandaghield, bete-<br />

kende dit dat men die dag vrijaf nam en dus<br />

vrijwillig verzuimde. <strong>De</strong> Inspecteur <strong>van</strong> de Arbeid<br />

<strong>van</strong> het district waaronder <strong>Culemborg</strong> viel,<br />

stelde <strong>in</strong> 1891 vast dat het vrijwillig verzuim op<br />

de maandag <strong>in</strong> de <strong>sigarennijverheid</strong> geen zeldzaamheid<br />

was: 'Op maandag wordt <strong>in</strong> de sigarenmakerijen<br />

we<strong>in</strong>ig gewerkt.' 57<br />

Een sigarenmaker die aan de vooravond <strong>van</strong> de<br />

Eerste Wereldoorlog op de fabriek <strong>van</strong> Dresselhuijs,<br />

aan de Lange Meent, als bosjesmaker begon,<br />

geeft aan dat het maandaghouden daar toen<br />

ook tot de gewoonte behoorde: 'Dan bleven ze<br />

op maandag weg en kwamen ze op d<strong>in</strong>sdag weer<br />

werken. In de tussentijd moesten de bosjesmakers,<br />

die de sigarenmakers hadden, de zaak een<br />

beetje voor ze opknappen.' 58 Het vrijwillig verlet<br />

beperkte zich niet tot de maandag: 'Soms<br />

kwamen ze de eerste drie dagen niet op de fabriek<br />

en dan begonnen ze bijvoorbeeld op donderdag',<br />

aldus een sigarenmaker. 59 Zelfs kwam<br />

het voor dat men een week of nog langer <strong>van</strong> het<br />

werk wegbleef.<br />

Dit alles was een zaak <strong>van</strong> eigen geld <strong>van</strong> de sigarenmaker.<br />

'Op de sigarenfabrieken hier waren<br />

er, die, als ze een paar centen bij elkaar hadden<br />

gespaard, een veertien dagen vrijnamen. Dat<br />

kwam voor op de Cadena; dat was hier op elke<br />

sigarenfabriek. Waren de centen op, dan g<strong>in</strong>gen<br />

ze weer aan het werk.' 60 Eén sigarenmaker, die <strong>in</strong><br />

de Eerste Wereldoorlog op de fabriek <strong>van</strong> Laan<br />

als bosjesmaker werkte, had het wel uitzonderlijk<br />

getroffen: 'Ik werkte daar bij een baas, dat<br />

was een hele goeie baas. Eén keer per jaar nam hij<br />

op eigen kosten twee weken vakantie en dan had<br />

ik ook vakantie en ik werd door hem gewoon<br />

doorbetaald.' 61<br />

<strong>De</strong>genen die 's maandags wel op het werk verschenen,<br />

namen het werk op die dag vaak we<strong>in</strong>ig<br />

serieus. <strong>De</strong> gebeurtenissen <strong>van</strong> de zondag wer-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!