De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden

De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden

voetvanoudheusden.nl
from voetvanoudheusden.nl More from this publisher
09.09.2013 Views

steeds moeilijker om de goede naam van de Nederlandse sigaar op peil te houden.' 90 Door de hoge accijnzen en de dito tabaksprijzen zijn sigaren voor de massa niet meer te betalen, vond men. De situatie waarin de fabrikanten zich bevonden, werd verwoord door 'een onzer bekendste sigarenfabrikanten': 'Men schrijft ons voor, onze grootte, onze wijze van werken, onze winst, het gewicht van iedere sigaar, de prijs ervan. Vóór 1940 werd iedere goede sigarenfabrikant een jaar jonger en nu heeft hij kans 2 jaar per jaar ouder te worden. Er valt niets meer uit te leven, alle sport is uit het werk weg. De winst is verzekerd, de concurrentie kan niet bijten, want alles is bevroren en ieder zit onder een mandje. Uitgroeien kan er niets. Iemand die zich safe voelt, maakt het best onder zijn mandje, maar anderen hebben kans van stikken.' De conclusie luidt dan ook:'.. .als het half kan, deze knuist uit Den Haag van onze kraag weg en direct en helemaal'. 91 Medio 1949 liet Den Haag de sigarenindustrie inderdaad zo goed als los, met als gevolg dat de producenten zich allemaal tegelijk op de schaarse tabak wierpen. Dit joeg de prijzen op de veiling in Frascati te Amsterdam en op de Beurs te Rotterdam tot het tien- a twintigvoudige van het vooroorlogse peil op. Voor de consument betekende dit dat de 2-centssigaar geheel verdween, de 15-cents zeer klein van model werd, en de 20-cents kwalitatief zijn geld maar nauwelijks waard was. Kenners stelden dat men pas voor 25 cent een goede sigaar rookte; voor 30 cent een prima sigaar, maar dat pas voor 40 cent iets fijns in rook opging. 92 Aan de horizon gloorden evenwel de eerste lichtpuntjes in de vorm van de eerste pakken na-oorlogse java- en sumatra-tabak, die weer ingevoerd werden. Ondanks de weinig rooskleurige vooruitzichten durfden enkele ondernemers het in Culemborg aan direct na 1945 een sigarenfabriekje op te richten. We noemen 'De Jantjes' (1946), Gebroeders Van Meenen (1945-46) en Jo Derks (1945). Het jaar 1950 zette voor de sigarenfabrikanten somber in. De gezamenlijke verliezen in Nederland beliepen zo'n f1 miljoen per maand, een situatie die de regering noopte tot het per 1 december van dat jaar laten vallen van de omzetbelasting op sigaren. De tabaksprijzen bleven echter nog steeds te hoog, namelijk vijf a tien keer het vooroorlogse peil. In Culemborg beleefde men, zoals een verslag het uitdrukte, bijna een 'debacle'. 93 De werkloosheid steeg schrikbarend en alleen de toenemende vraag als gevolg van de Koreaanse oorlog veroorzaakte in de zomermaanden enige opleving. Na 1952 trad langzaam verbetering in. Een stabielere grondstoffenvoorziening, een accijnsverlaging in mei 1952 en dalende verkoopprijzen voor de consu- De firma Heij & Blijenberg (de 'Jantjes') aan de Everwijnstraat (beginjaren '50). Achteraan: J. H. Blijenberg, C. Lommers, J. Sjoer en B. Vermeulen. Verder: mevr. Schoenmaker (links), mevr. Vermeulen en haar toevallig op bezoek zijnde zusje; gehurkt: J.J. Heij.

Voortgaande mechanisering in de sigarennijverheid: droog- (links) en stripmachine van sigarenfabriek Kerebo. Links: J. Kerkhof; rechts: K. Th. L. Blijenberg. ment, waardoor de vraag toenam, leidden tot verbetering van de bedrijfsresultaten. Toch waren de kaarten al geschud en zou deze nijverheid qua omvang en werkgelegenheid veel van haar vroegere betekenis moeten prijsgeven. We zullen de belangrijkste ontwikkelingen schetsen en daar waar mogelijk de Culemborgse situatie uitlichten. Allereerst was er de gedaalde consumptie van sigaren per hoofd van de Nederlandse bevolking. Rookte de gemiddelde Nederlander in 1939 nog 191 sigaren per jaar, in 1954 was dit getal afgenomen tot 94. Ten tweede valt te constateren dat de produktie-aantallen van de grotere sigaren niet waren toegenomen: 785 miljoen stuks in 1949 en 783 miljoen in 1959. Daarentegen steeg de produktie van de kleinere sigaren, de senoritas, waarop net als voor de oorlog de winstmarges klein waren: van 193 miljoen stuks in 1949 naar 592 miljoen in 1959. 94 Wat de produktie betreft, zag de fabrikant zich in de jaren '50 geconfronteerd met minder gunstige ontwikkelingen. De tabaksprijzen bleven op hoogniveau. Rond 1960 maakte tabaksfinanciering 52% van de vermogensbehoefte uit. 95 Dan was er de factor arbeidsloon, die in deze branche, waarin sommige delen van de sigaar nog steeds met de hand werden afgewerkt, flink doorwerkte . Toen de VHS in 1957 een sterk ongunstig resultaat behaalde, schreef de directie in het jaarverslag de volgende passage: 'De sigarenfabricage is een loonintensief bedrijf en derhalve zijn de resultaten ongunstig beïnvloed door de in het verslagjaar vallende loonsverhoging en compensatie voor huurverhoging. Deze extra lasten, welke niet in de prijzen van het eindprodukt doorberekend worden, bedroegen in dit jaar ruim ƒ100000,-.' Zoals zo vele andere fabrieken zocht de VHS de oplossing in verdere doorvoering van de mechanisering. Landelijk bezien zou de machine een steeds prominentere plaats binnen het produktieproces innemen. Het aantal paardekrachten steeg van 7209 in 1949 tot 11200

steeds moeilijker om de goede naam <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

sigaar op peil te houden.' 90 Door de<br />

hoge accijnzen en de dito tabaksprijzen zijn sigaren<br />

voor de massa niet meer te betalen, vond<br />

men. <strong>De</strong> situatie waar<strong>in</strong> de fabrikanten zich bevonden,<br />

werd verwoord door 'een onzer bekendste<br />

sigarenfabrikanten': 'Men schrijft ons<br />

voor, onze grootte, onze wijze <strong>van</strong> werken, onze<br />

w<strong>in</strong>st, het gewicht <strong>van</strong> iedere sigaar, de prijs er<strong>van</strong>.<br />

Vóór 1940 werd iedere goede sigarenfabrikant<br />

een jaar jonger en nu heeft hij kans 2 jaar per<br />

jaar ouder te worden. Er valt niets meer uit te<br />

leven, alle sport is uit het werk weg. <strong>De</strong> w<strong>in</strong>st is<br />

verzekerd, de concurrentie kan niet bijten, want<br />

alles is bevroren en ieder zit onder een mandje.<br />

Uitgroeien kan er niets. Iemand die zich safe<br />

voelt, maakt het best onder zijn mandje, maar<br />

anderen hebben kans <strong>van</strong> stikken.' <strong>De</strong> conclusie<br />

luidt dan ook:'.. .als het half kan, deze knuist uit<br />

<strong>De</strong>n Haag <strong>van</strong> onze kraag weg en direct en helemaal'.<br />

91<br />

Medio 1949 liet <strong>De</strong>n Haag de sigaren<strong>in</strong>dustrie<br />

<strong>in</strong>derdaad zo goed als los, met als gevolg dat de<br />

producenten zich allemaal tegelijk op de schaarse<br />

tabak wierpen. Dit joeg de prijzen op de veil<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> Frascati te Amsterdam en op de Beurs te Rotterdam<br />

tot het tien- a tw<strong>in</strong>tigvoudige <strong>van</strong> het<br />

vooroorlogse peil op. Voor de consument betekende<br />

dit dat de 2-centssigaar geheel verdween,<br />

de 15-cents zeer kle<strong>in</strong> <strong>van</strong> model werd, en de<br />

20-cents kwalitatief zijn geld maar nauwelijks<br />

waard was. Kenners stelden dat men pas voor 25<br />

cent een goede sigaar rookte; voor 30 cent een<br />

prima sigaar, maar dat pas voor 40 cent iets fijns<br />

<strong>in</strong> rook opg<strong>in</strong>g. 92 Aan de horizon gloorden<br />

evenwel de eerste lichtpuntjes <strong>in</strong> de vorm <strong>van</strong> de<br />

eerste pakken na-oorlogse java- en sumatra-tabak,<br />

die weer <strong>in</strong>gevoerd werden.<br />

Ondanks de we<strong>in</strong>ig rooskleurige vooruitzichten<br />

durfden enkele ondernemers het <strong>in</strong> <strong>Culemborg</strong><br />

aan direct na 1945 een sigarenfabriekje op te richten.<br />

We noemen '<strong>De</strong> Jantjes' (1946), Gebroeders<br />

Van Meenen (1945-46) en Jo <strong>De</strong>rks (1945).<br />

Het jaar 1950 zette voor de sigarenfabrikanten<br />

somber <strong>in</strong>. <strong>De</strong> gezamenlijke verliezen <strong>in</strong> Nederland<br />

beliepen zo'n f1 miljoen per maand, een<br />

situatie die de reger<strong>in</strong>g noopte tot het per 1 december<br />

<strong>van</strong> dat jaar laten vallen <strong>van</strong> de omzetbelast<strong>in</strong>g<br />

op sigaren. <strong>De</strong> tabaksprijzen bleven echter<br />

nog steeds te hoog, namelijk vijf a tien keer<br />

het vooroorlogse peil. In <strong>Culemborg</strong> beleefde<br />

men, zoals een verslag het uitdrukte, bijna een<br />

'debacle'. 93 <strong>De</strong> werkloosheid steeg schrikbarend<br />

en alleen de toenemende vraag als gevolg <strong>van</strong> de<br />

Koreaanse oorlog veroorzaakte <strong>in</strong> de zomermaanden<br />

enige oplev<strong>in</strong>g. Na 1952 trad langzaam<br />

verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong>. Een stabielere grondstoffenvoorzien<strong>in</strong>g,<br />

een accijnsverlag<strong>in</strong>g <strong>in</strong> mei<br />

1952 en dalende verkoopprijzen voor de consu-<br />

<strong>De</strong> firma Heij & Blijenberg (de 'Jantjes') aan de Everwijnstraat<br />

(beg<strong>in</strong>jaren '50). Achteraan: J. H. Blijenberg, C. Lommers, J.<br />

Sjoer en B. Vermeulen. Verder: mevr. Schoenmaker (l<strong>in</strong>ks),<br />

mevr. Vermeulen en haar toevallig op bezoek zijnde zusje;<br />

gehurkt: J.J. Heij.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!