De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden

De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden

voetvanoudheusden.nl
from voetvanoudheusden.nl More from this publisher
09.09.2013 Views

Een van de kleinere bedrijven, sigarenmakerij Van den Berg. Tabel 3.4 Fabrieken en ambachten in de Culemborgse sigarennijverheid. FABRIEKEN Dresselhuijs & Nieuwenhuijsen Trio A. Middelbeek L. van Emden C. Laan AMBACHTEN aantal sigarenmakerijen totaal aantal werknemers gemiddeld Bron: gemeenteverslagen. 1876 40 4 60 15 1881 55 6 89 15 1886 75 30 10 94 9,4 1891 89 130 27 51 4 47 11,7 1896 155 225 80 8 53 6,6 1901 164 237 89 8 52 6,5 1906 158 192 94 5 38 7,6 1911 227 261 91 3 22 7,3 1916 300 212 98

Tabel 3-5 De trek naar het Zuiden. jaar Noord (aantal arbeiders) Zuid (aantal arbeiders) Bron: Meyers. 1867 2700(67,5%) 1300(32,5%) teit was. De kleine onderneming was daar doorgaans niet toe in staat. Zij was, zoals gezegd, afhankelijk van de tussenhandel en van verkregen krediet. Perioden van stagnerende groei of afzet, zoals rond het midden der jaren '80 van de 19de eeuw en in de jaren '30 van de 20ste eeuw, brachten de kleine ondernemer in sigaren spoedig in liquiditeitsproblemen. DE JAREN 20 Drie gebeurtenissen hebben in de jaren 1920 in sterke mate hun stempel gedrukt op het karakter van de Nederlandse sigarennijverheid. 51 Allereerst de ontwikkelingen op loongebied. In maart 1920 waren de bonden en de fabrikanten erin geslaagd een CAO af te sluiten, die voor de sigarenmakers zonder meer gunstig te noemen was. 52 De fabrikanten trokken aan het kortste eind, vooral door de bepaling dat er voortaan één beloning, zonder onderscheid naar de verkoopprijs van een sigaar, zou worden betaald. Tot dan toe kreeg een sigarenmaker die een 4-cents-sigaar maakte, minder uitbetaald dan een collega die er eentje van 7 cent rolde. Dit betekende dus voor de fabrikant dat de loonkosten na 1920 veel zwaarder doorwogen op de produktiekosten van de goedkopere sigaren. De enige differentiatie in de lonen school in het systeem der 'plaatsklassen'. Grote steden, zoals Amsterdam, 1916 13624(61%) 8756 (39%) 1931 8374 (44%) 11039(56%) kwamen in klasse 1 of 2, de kleine plattelandsdorpen in Brabant in 4 of 5. Het uiterste voordeel bedroeg 16 % ten gunste van het platteland. De toch al aanwezige trek der sigarenindustrie naar het Zuiden werd door dit arbeidskosten voordeel versterkt (tabel 3.5). Tegelijk met de loonontwikkelingen werden de fabrikanten geconfronteerd met een felle concurrentie uit het buitenland. Door een grote inflatie in Duitsland was de prijs voor een kilo sigaren uit dat land, die in 1920 nog/4,25 bedroeg, in 1922 gedaald tot ƒ1,45. 53 De enorme hoeveelheden goedkopere buitenlandse sigaren drukten de Nederlandse produkten eenvoudig van de markt. Bovendien liep ook de export van sigaren naar Indië door een hoger invoerrecht met de helft terug. 'Uiteindelijk maakte de minister van financiën aan deze fnuikende gang van zaken een eind via een in het najaar van 1922 aangenomen wetsvoorstel, waarin werd bepaald dat er op ingevoerde sigaren een recht geheven zou worden van 30 % der Tabel3.6 Relatie import en werkloosheid. jaar 1921 1922 1924 Bron: Verhoeven. ingevoerde sigaren kg 606 753 2 179 000 22 000 werkloosheid % 22,6 30 15,4

Tabel 3-5 <strong>De</strong> trek naar het Zuiden.<br />

jaar<br />

Noord (aantal arbeiders)<br />

Zuid (aantal arbeiders)<br />

Bron: Meyers.<br />

1867<br />

2700(67,5%)<br />

1300(32,5%)<br />

teit was. <strong>De</strong> kle<strong>in</strong>e ondernem<strong>in</strong>g was daar doorgaans<br />

niet toe <strong>in</strong> staat. Zij was, zoals gezegd, afhankelijk<br />

<strong>van</strong> de tussenhandel en <strong>van</strong> verkregen<br />

krediet. Perioden <strong>van</strong> stagnerende groei of afzet,<br />

zoals rond het midden der jaren '80 <strong>van</strong> de 19de<br />

eeuw en <strong>in</strong> de jaren '30 <strong>van</strong> de 20ste eeuw, brachten<br />

de kle<strong>in</strong>e ondernemer <strong>in</strong> sigaren spoedig <strong>in</strong><br />

liquiditeitsproblemen.<br />

DE JAREN 20<br />

Drie gebeurtenissen hebben <strong>in</strong> de jaren 1920 <strong>in</strong><br />

sterke mate hun stempel gedrukt op het karakter<br />

<strong>van</strong> de Nederlandse <strong>sigarennijverheid</strong>. 51<br />

Allereerst de ontwikkel<strong>in</strong>gen op loongebied. In<br />

maart 1920 waren de bonden en de fabrikanten<br />

er<strong>in</strong> geslaagd een CAO af te sluiten, die voor de<br />

sigarenmakers zonder meer gunstig te noemen<br />

was. 52 <strong>De</strong> fabrikanten trokken aan het kortste<br />

e<strong>in</strong>d, vooral door de bepal<strong>in</strong>g dat er voortaan één<br />

belon<strong>in</strong>g, zonder onderscheid naar de verkoopprijs<br />

<strong>van</strong> een sigaar, zou worden betaald. Tot dan<br />

toe kreeg een sigarenmaker die een 4-cents-sigaar<br />

maakte, m<strong>in</strong>der uitbetaald dan een collega<br />

die er eentje <strong>van</strong> 7 cent rolde. Dit betekende dus<br />

voor de fabrikant dat de loonkosten na 1920 veel<br />

zwaarder doorwogen op de produktiekosten<br />

<strong>van</strong> de goedkopere sigaren. <strong>De</strong> enige differentiatie<br />

<strong>in</strong> de lonen school <strong>in</strong> het systeem der<br />

'plaatsklassen'. Grote steden, zoals Amsterdam,<br />

1916<br />

13624(61%)<br />

8756 (39%)<br />

1931<br />

8374 (44%)<br />

11039(56%)<br />

kwamen <strong>in</strong> klasse 1 of 2, de kle<strong>in</strong>e plattelandsdorpen<br />

<strong>in</strong> Brabant <strong>in</strong> 4 of 5. Het uiterste voordeel<br />

bedroeg 16 % ten gunste <strong>van</strong> het platteland. <strong>De</strong><br />

toch al aanwezige trek der sigaren<strong>in</strong>dustrie naar<br />

het Zuiden werd door dit arbeidskosten voordeel<br />

versterkt (tabel 3.5). Tegelijk met de loonontwikkel<strong>in</strong>gen<br />

werden de fabrikanten geconfronteerd<br />

met een felle concurrentie uit het buitenland.<br />

Door een grote <strong>in</strong>flatie <strong>in</strong> Duitsland was de<br />

prijs voor een kilo sigaren uit dat land, die <strong>in</strong> 1920<br />

nog/4,25 bedroeg, <strong>in</strong> 1922 gedaald tot ƒ1,45. 53<br />

<strong>De</strong> enorme hoeveelheden goedkopere buitenlandse<br />

sigaren drukten de Nederlandse produkten<br />

eenvoudig <strong>van</strong> de markt. Bovendien liep ook<br />

de export <strong>van</strong> sigaren naar Indië door een hoger<br />

<strong>in</strong>voerrecht met de helft terug. 'Uite<strong>in</strong>delijk<br />

maakte de m<strong>in</strong>ister <strong>van</strong> f<strong>in</strong>anciën aan deze fnuikende<br />

gang <strong>van</strong> zaken een e<strong>in</strong>d via een <strong>in</strong> het<br />

najaar <strong>van</strong> 1922 aangenomen wetsvoorstel,<br />

waar<strong>in</strong> werd bepaald dat er op <strong>in</strong>gevoerde sigaren<br />

een recht geheven zou worden <strong>van</strong> 30 % der<br />

Tabel3.6 Relatie import en werkloosheid.<br />

jaar<br />

1921<br />

1922<br />

1924<br />

Bron: Verhoeven.<br />

<strong>in</strong>gevoerde<br />

sigaren<br />

kg<br />

606 753<br />

2 179 000<br />

22 000<br />

werkloosheid<br />

%<br />

22,6<br />

30<br />

15,4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!