De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden

De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden De sigarennijverheid in Culemborg - Voet van Oudheusden

voetvanoudheusden.nl
from voetvanoudheusden.nl More from this publisher
09.09.2013 Views

Amerongse boer temidden van zijn 'inlandsche' tabak (ca. 1930). Op de achtergrond: pronkbonen als windkering. Volgens Mansholt ging de oogst in onze streken als volgt in zijn werk: 'Achtereenvolgens plukt men, einde Juli, de onderste half verwelkte bladeren of de lompen, en de onderste 4 of 5 goede bladeren, het zandgoed, af; 3 of 4 weken later de 4 of 5 volgende bladeren, het aardgoed, evenveel tijd daarna de bovenste bladeren, het bestgoed en eindelijk, eenigen tijd vóór men nachtvorsten te vreezen heeft, de nieuw gevormde zijtakken en bladeren, de zuigers. Men laat de bladeren eerst een weinig op het land verwelken, rijgt ze, na eene insnijding in de rugnerf gemaakt te hebben aan spijlen en hangt deze in bepaalde daarvoor ingerichte groote schuren te drogen. Het aanrijgen en drogen moet met veel zorg geschieden. Is de tabak volkomen droog, dan wordt ze licht gebroeid door ze, nog aan de spijlen, aan groote hoopen te zetten, daarna wordt zij gesorteerd, aan bossen gebonden en in November of Maart aan fabrikanten afgeleverd, die ze dan eene tweede sterkere broeiing doet ondergaan.' 3 TABAK IN EN OM CULEMBORG In het graafschap Culemborg en in de stad zelf treffen we in het midden van de 17de eeuw een tabakscultuur aan die blijkbaar voldoende van omvang was om de geldelijke interesse van het stadsbestuur te wekken. In 1654 constateerden de Raden van Culemborg in een publikatie '.. .dat verscheyde borgeren ende inwoonderen

toback off tobackblaederen, achter in de stadt ende graeffschap Culenborch gebouwt ende gedroocht, uut derselver stadt ende graeffschap vervoeren ende versenden, sonder alvoorens in de stadtswaege behoorlyck te laeten wegen'. 4 Aangezien juist aan dit wegen verdiend werd, bepaalde men dat geen tabak de stad uitgevoerd mocht worden alvorens die op de stadswaag tegen betaling was gewogen. Een andere melding vinden we in een publikatie uit 1674, toen de magistraat op 17 maart van dat jaar een stuk land, genaamd De Doelen, bij de Goilberdingerpoort, publiek ten stadhuize aan de meest biedende verhuurde om dat 'te toebacken, te wortelen off kooien'. 5 De handel in tabak en de verkoop daarvan was van stadswege gereglementeerd. Artikel 1 van de 'Ordonnantiën op de Accijnsen en Imposten in de stad en Graafschappe Cuylenborg' (uit 1746) vermeldt: 'Dat van alle drooge Tabak, 't zij vreemde, 't zij binnen den Graafschappe geteelt, die bij de Grossiers of Tabaks verkopers om weder uyt te slijten, of bij andere Borgers en Inwoonders van deze stad en Graafschappe, om die zelfs te consumeren, word ingeslagen, zal betaalt worden 6 stuy vers voor ieder pond voor accijns.' De hoeveelheden die men kocht, waren gebonden aan een minimum: vooreen grossier of slijter vijfentwintig pond, op straffe van ƒ 50 boete bij overtreding. Een herbergier moest, als hij tabak wilde verkopen, minstens vier pond afnemen en een burger of ingezetene één pond. Een handelaar of burger die tabak buiten het graafschap of de stad uitvoerde, hoefde geen accijns te betalen. Verboden was het om elkaar tabak over te doen, ook zelf geteelde. 6 Om zo min mogelijk rompslomp te hebben bij controle op naleving van de regels en de betalingen, verpachtte de stad de tabaksimpost voor een vast bedrag per jaar. Uit bewaard gebleven stadsrekeningen valt op te maken dat de tabaksaccijns in de loop van de 18de eeuw voor een steeds hoger bedrag verpacht werd. Dit kon, bij een gelijkblijvende accijns van zes stuivers per pond, alleen maar als de handel en consumptie evenredig toenamen. Het eerste jaar waarvan ons cijfers ter beschikking staan, namelijk 1665, ging de pachter failliet. De gevraagde pacht, groot ƒ120,—, kon hij niet betalen, omdat het baantje hem maar ƒ 42,— opbracht. Na dit aarzelende begin namen de zaken langzamerhand een keer en wel speciaal in de 18de eeuw. 7 Een besluit uit 1730 laat zien dat het stadsbestuur goed in de gaten hield of de bepalingen werden nageleefd. De vroede vaderen hadden namelijk gemerkt, dat sommige burgers er niet tegen opzagen '.. .Tabac in de stad te brengen, deselve in hare huysen te verbergen en onder den Duym te veylen en te verkopen.' 8 Om hier paal en perk aan te stellen verleende het stadsbestuur de pachter van de tabaksaccijns, die belast was met het toezicht op de naleving der gestelde regels, het recht verdachte huizen binnen te gaan om de zaak nader te onderzoeken. De Culemborgse pachters hebben zich niet altijd even netjes aan de bepalingen gehouden. Zo ging het in maart 1723 mis. Pachter Gerrit den Bonter sloeg, mogelijk met enige anderen, aan het smokkelen en pleegde fraude, waarop de stad de stadscameraar (degene die verantwoordelijk was voor de stedelijke financiën) mr. Gerard Voet in zijn plaats benoemde. Diens rekening is bewaard gebleven en geeft een schat aan interessante details (tabel 1.1). Enkele smokkelaars waren gegrepen en werden vastgehouden onder het toeziend oog van gerechtsbode Johannes de Best, die voor zijn diensten vier gulden en evenveel stuivers kreeg.

Amerongse boer temidden <strong>van</strong> zijn '<strong>in</strong>landsche' tabak (ca. 1930). Op de achtergrond: pronkbonen als w<strong>in</strong>dker<strong>in</strong>g.<br />

Volgens Mansholt g<strong>in</strong>g de oogst <strong>in</strong> onze streken<br />

als volgt <strong>in</strong> zijn werk: 'Achtereenvolgens plukt<br />

men, e<strong>in</strong>de Juli, de onderste half verwelkte bladeren<br />

of de lompen, en de onderste 4 of 5 goede<br />

bladeren, het zandgoed, af; 3 of 4 weken later de 4<br />

of 5 volgende bladeren, het aardgoed, evenveel<br />

tijd daarna de bovenste bladeren, het bestgoed en<br />

e<strong>in</strong>delijk, eenigen tijd vóór men nachtvorsten te<br />

vreezen heeft, de nieuw gevormde zijtakken en<br />

bladeren, de zuigers. Men laat de bladeren eerst<br />

een we<strong>in</strong>ig op het land verwelken, rijgt ze, na<br />

eene <strong>in</strong>snijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de rugnerf gemaakt te hebben<br />

aan spijlen en hangt deze <strong>in</strong> bepaalde daarvoor<br />

<strong>in</strong>gerichte groote schuren te drogen. Het aanrijgen<br />

en drogen moet met veel zorg geschieden. Is<br />

de tabak volkomen droog, dan wordt ze licht<br />

gebroeid door ze, nog aan de spijlen, aan groote<br />

hoopen te zetten, daarna wordt zij gesorteerd,<br />

aan bossen gebonden en <strong>in</strong> November of Maart<br />

aan fabrikanten afgeleverd, die ze dan eene<br />

tweede sterkere broei<strong>in</strong>g doet ondergaan.' 3<br />

TABAK IN EN OM CULEMBORG<br />

In het graafschap <strong>Culemborg</strong> en <strong>in</strong> de stad zelf<br />

treffen we <strong>in</strong> het midden <strong>van</strong> de 17de eeuw een<br />

tabakscultuur aan die blijkbaar voldoende <strong>van</strong><br />

om<strong>van</strong>g was om de geldelijke <strong>in</strong>teresse <strong>van</strong> het<br />

stadsbestuur te wekken. In 1654 constateerden<br />

de Raden <strong>van</strong> <strong>Culemborg</strong> <strong>in</strong> een publikatie<br />

'.. .dat verscheyde borgeren ende <strong>in</strong>woonderen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!