Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- dreigende woorden tegen Egypte en de farao (29-32)<br />
3. Belofte<br />
a. voor het eigen volk (34-39)<br />
- aanklacht tegen de leiders; God neemt zelf de leiding over (34)<br />
- dreigende woorden tegen Edom (35)<br />
- belofte van herstel: voor Israël begint <strong>een</strong> nieuw leven (36)<br />
- visioen van <strong>Ezechiël</strong>: Israël staat op uit de dood (37:1-14)<br />
- belofte van hereniging van Juda en Israël (37:15-28)<br />
- profetie tegen Gog: hij bedreigt Israël maar wordt verslagen (38-39)<br />
b. de nieuwe tempel, het nieuwe land, de nieuwe stad (40-48)<br />
- de nieuwe tempel; de Eeuwige gaat er weer wonen (40-43)<br />
- de vernieuwde eredienst (44-46)<br />
- het land opnieuw bewoond en het openbare leven hersteld (47:13-48:35).<br />
Hoofdstuk 33 vormt <strong>een</strong> overgangshoofdstuk. Het spreekt over de val van Jeruzalem en <strong>een</strong> nieuw begin.<br />
In 24:26 wordt <strong>een</strong> belofte gedaan die onmiddellijk aansluit<br />
bij 33:21. De tussenliggende hoofdstukken zijn wellicht<br />
later toegevoegd.<br />
<strong>Ezechiël</strong> houdt de boekrol vast, Oxford: Bodleian.<br />
10 Het visioen van 40-48 vormt de tegenhanger<br />
van het visioen van 8-11 (<strong>een</strong> visionaire tocht langs<br />
de tempelgebouwen van Jeruzalem waar verscheidene gruwelijke<br />
handelingen worden verricht). In 11:23 beschreef<br />
<strong>Ezechiël</strong> het vertrek van de bevrijdende kracht van God in<br />
oostelijke richting: de stad werd aan haar lot overgelaten<br />
(11:22-25). In 40-48 beschreef hij dat ze van dezelfde richting<br />
terugkeerde naar de tempel.<br />
<strong>Ezechiël</strong> sprak in 4-24 niet all<strong>een</strong> de ballingen aan,<br />
maar ook de in Juda en Jeruzalem achtergeblevenen. Sommigen<br />
veronderstellen dat hij <strong>een</strong> tijdlang in Babel en <strong>een</strong><br />
tijdlang in Jeruzalem is geweest. Hiertegen zijn twee bezwaren:<br />
waarom zwijgt te tekst er over? En: zouden de Babyloniërs<br />
ooit aan <strong>een</strong> balling toestemming hebben gegeven om<br />
terug te keren? 11 Ik ga er van uit dat <strong>Ezechiël</strong> all<strong>een</strong> onder<br />
de medeballingen heeft gewerkt en dat hij zich over hun<br />
hoofden h<strong>een</strong> richtte tot zijn volksgenoten in het thuisland.<br />
De klaagliederen (19:1-14; 27:1-28:19) worden als<br />
poëtische hoogtepunten van het boek beschouwd. De stijl van het visioen van de nieuwe tempel (40-48) is<br />
zakelijk en technisch.<br />
Het boek bevat uit<strong>een</strong>lopende teksten. ‘Men vindt er realistische ondergangsbeschrijvingen, satirische<br />
klaagliederen, lyrische schoonheidsuitbeeldingen, passages met <strong>een</strong> bizarre beeldspraak die hier en daar<br />
plotseling overgaat naar de werkelijkheid, <strong>een</strong> mengeling soms van oeroude mythologische verhaalfragmenten<br />
en keiharde in de religieus-politieke situatie van <strong>Ezechiël</strong>s dagen passende uitspraken.’ 12 De<br />
teksten bevatten duidelijk elementen uit de priesterlijke traditie, die vooral de nadruk legde op Gods verhevenheid<br />
en heiligheid.<br />
Inhoud van het boek<br />
<strong>Ezechiël</strong> uitte in 4-24 beschuldigingen en bedreigingen tegen de burgers van Jeruzalem (5:5-17; 16; 22), de<br />
bewoners van Israëls bergen (6:1-14) en ‘de vier hoeken van het land’, dat is Juda’s gehele bevolking (7:1-<br />
27), tegen mannelijke en vrouwelijke profeten (13), tegen de ballingen die betrokken waren bij schijnbaar<br />
ongeoorloofde vormen van aanbidding (14), tegen koning Zedekia (17) en tegen Israëls vorsten (19).<br />
10 Tromp 1971, 1698.<br />
11 Maarsingh 1985, 14.<br />
12 Streefkerk 1971, 1758.<br />
Marc Chagalll, Visioen van <strong>Ezechiël</strong><br />
(1:4-14), circa 1956.<br />
7