Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
hield <strong>Ezechiël</strong> <strong>een</strong> fel requisitoir waarmee hij volgens sommigen de bouw van <strong>een</strong> heiligdom in ballingschap<br />
torpedeerde (20). In het vijfentwintigste jaar van zijn ballingschap, in het veertiende jaar na de val<br />
van Jeruzalem, kreeg hij <strong>een</strong> visioen van <strong>een</strong> nieuwe tempel (40). Veertien fragmenten in het boek zijn van<br />
<strong>een</strong> datum voorzien (1:1, 2; 3:16; 8:1; 20:1; 24:1; 26:1; 29:17; 30:20; 31:1; 32:1; 32:17; 33:21 en 40:1). Deze<br />
data, die van 594 (of 593) tot april 571 (of 570) v. Chr. gaan, staan grotendeels in chronologische volgorde<br />
en dragen ertoe bij dat het boek goed gestructureerd lijkt te zijn.<br />
Zevenmaal komt de formulering voor: ‘Ik werd door de<br />
hand van de Eeuwige gegrepen’ (1:2, …, 37:1, 40:1), telkens als<br />
inleiding op <strong>een</strong> visioen. Drieënnegentig keer komt de formule:<br />
‘En je zult weten dat ik de Eeuwige ben’ voor. De visioenen zijn<br />
steeds volgens hetzelfde schema opgebouwd: (1) inleidingsformule,<br />
(2) opwekking om te luisteren, (3) zending of vermaning, (4)<br />
opdracht om te spreken, (5) ongeacht het gevolg.<br />
Het lijkt aannemelijk dat de kern van het boek - twee verzamelingen<br />
van redevoeringen tegen Israël, Juda en Jeruzalem, en tegen<br />
de niet-Israëlitische volken – teruggaat op eigenhandige aantekeningen<br />
van <strong>Ezechiël</strong> en dat de hoofdstukken 40-48 teruggaan op<br />
<strong>een</strong> later geschrift van hem. Daarnaast zullen er kleinere verzamelingen<br />
van redevoeringen hebben bestaan, gedeeltelijk opgetekend<br />
door <strong>Ezechiël</strong>, gedeeltelijk door zijn leerlingen. Latere redacteuren<br />
hebben het geheel wellicht bij<strong>een</strong>gebracht en uitgebouwd zijn tot<br />
het bestaande boek. Het redactiewerk is enige jaren nadat de Babylonische<br />
ballingschap beëindigd was (538 v.Chr.) afgerond. De<br />
Septuaginta-tekst (vertaling van de Hebreeuwse tekst in het<br />
Grieks, gemaakt tussen circa 250 v.Chr. en 100 v.Chr.) verschilt in<br />
Mozaïek van de profeet <strong>Ezechiël</strong><br />
veel opzichten van die van de Masoretische tekst (de door joodse<br />
Bijbelgeleerden vastgestelde geautoriseerde tekst). In sommige gevallen is niet uit te maken of de tekst<br />
oorspronkelijk van <strong>Ezechiël</strong> is of van later hand.<br />
De uiteindelijke vorm van het boek <strong>Ezechiël</strong> komt over<strong>een</strong> met die van andere profetische verzamelde<br />
werken. Het bestaat uit drie delen:<br />
1. Roepingsvisioenen van <strong>Ezechiël</strong> (1-3)<br />
2. Bedreiging<br />
a. over Israël, Juda en Jeruzalem (4-24)<br />
- belegering en val van Jeruzalem worden in symbolische handelingen uitgebeeld (4-5)<br />
- aanklacht tegen de afgodendienst: Israëls einde nadert (6-7)<br />
- visioen over Jeruzalems zonde en straf daarvoor (8-11)<br />
- beelden van deportatie en angst (12)<br />
- <strong>Ezechiël</strong> klaagt de valse profeten aan (13:1-14:11)<br />
- het oordeel is onafwendbaar (14:12-23)<br />
- twee symbolen voor Jeruzalem: brandhout en hoer (15-16)<br />
- symbolische voorstelling van het lot van Jojakin en Zedekia (17)<br />
- over persoonlijke aansprakelijkheid (18)<br />
- klaaglied over de ondergang van het koningshuis (19)<br />
- terugblik op de geschiedenis: de ontrouw van het volk (20:1-32)<br />
- belofte van <strong>een</strong> nieuwe uittocht (30:33-44)<br />
- andere symbolische uitbeeldingen van Jeruzalems zonde en straf (21-22)<br />
- Samaria en Jeruzalem: twee hoeren (23)<br />
- twee symbolische uitbeeldingen: <strong>een</strong> roestige pot, het optreden van de profeet zelf (24)<br />
b. over de niet-Israëlitische volken (25-32)<br />
- tegen de buurvolken Ammon, Moab, Edom en de Filistijnen (25)<br />
- tegen Tyrus en Sidon (26:1-28:33)<br />
- belofte voor de veiligheid van Israël (28:24-26)<br />
6