Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
Ezechiël: een bewogen grensganger - Protestantse Gemeente ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
getal van de volheid. Vier was de hele kosmos, die vier hoeken van het firmament, de vier windstreken. 22<br />
Elk van de vier wezens was mens, leeuw, stier en adelaar tegelijk. De leeuw: spreekwoordelijk het sterkste<br />
dier, de adelaar: de meest imposante vogel, de stier: het meest waardevolle gedomesticeerde dier en de<br />
mens: het schepsel dat heerst over alles. De wezens hadden vier gezichten, naar alle windrichtingen. Welke<br />
kant ze dus ook uit wilden, het was altijd voor <strong>een</strong> van deze vier rechtdoor. Ze hoefden zich niet om te<br />
draaien. Mogelijk waren de vier wezens personificaties van het goddelijk-kosmische, het eeuwige natuurgebeuren<br />
dat het ritme van het heelal en van ieder<br />
mensenleven bepaalt. Opvallend is dat in het visioen<br />
de vier wezens allereerst mens waren en niet,<br />
zoals in de gangbare Babylonische mythologie dier<br />
waren.<br />
Met de vier wezens correspondeerde op<br />
aarde <strong>een</strong> wiel waarin nog <strong>een</strong> wiel zat. Een wiel is<br />
vaak <strong>een</strong> symbool voor de kringloop; <strong>een</strong> wiel in<br />
<strong>een</strong> wiel is dan de kringloop in het kwadraat. <strong>Ezechiël</strong><br />
zag, of beter doorzag het Babylonische bestaansmodel<br />
als <strong>een</strong> gigantische machinerie, <strong>een</strong><br />
kringloopsysteem. Het herinnerde hem eraan dat<br />
God, zoals die in zijn eigen geloofstraditie beleden<br />
werd, niet de God van de eeuwige kringloop is, niet<br />
de God van het noodlot, maar de God van de geschiedenis,<br />
<strong>een</strong> God die met mensen <strong>een</strong> weg gaat<br />
en bevrijdend met hen meetrekt de toekomst tegemoet.<br />
Wezens en wielen vormden de troonwagen,<br />
de strijdwagen, 23 het voertuig, het instrument<br />
van God zich bedient. In de Babylonische mythologie<br />
kwam iets vergelijkbaars voor: de goden rijden<br />
op kleine wagens, door mensen en dieren getrokken<br />
24. De vier wezens waren in het visioen van<br />
<strong>Ezechiël</strong> niet meer dan knechten die de kar mochten<br />
trekken. Zij werden ingeschakeld in de bevrij-<br />
Rafaël (1483–1520), Het visioen van <strong>Ezechiël</strong>, olieverf op<br />
paneel (41 × 29 cm) — ca. 1518, Florence: Museum Palazzo<br />
Pitti.<br />
De troon van <strong>een</strong> gedaante die er uitzag als <strong>een</strong> mens die<br />
<strong>Ezechiël</strong> op zich zag toekomen, werd gedragen door vier<br />
gevleugelde wezens. Elk wezen had vier gezichten: dat van<br />
<strong>een</strong> mens, van <strong>een</strong> os, <strong>een</strong> leeuw en van <strong>een</strong> adelaar. De<br />
vier gezichten, die iets weerspiegelden van Gods koningsmacht,<br />
zijn in het boek Openbaring uitgegroeid tot vier<br />
afzonderlijke wezens (Openbaring 4:7). En zo heeft Rafaël<br />
ze ook uitgebeeld.<br />
<strong>Ezechiël</strong> is zelf nauwelijks zichtbaar op dit paneel.<br />
Hij staat linksonder, in de lichtbundel.<br />
Kerkvader Hiëronymus (circa 347-420) gebruikte<br />
de vier gezichten van het merkwaardige wezen als symbolen<br />
van de vier evangelisten: de mens voor Mattheüs, de<br />
leeuw voor Marcus, de os voor Lukas en de adelaar voor<br />
Johannes.<br />
Het werk werd in 1799 door Franse troepen meegenomen<br />
uit Florence naar Parijs. Na de ondergang van<br />
Napoleon werd het in 1816 teruggegeven. Sindsdien bevindt<br />
het zich in de Galleria Palatina van het Palazzo Pitti.<br />
dingsbeweging die uitging van de troon. De bevrijdende<br />
kracht (kabood – gewicht, glans) zag <strong>Ezechiël</strong><br />
aanwezig in de gestalte die op de troon zat. Het<br />
bovenlichaam was als blinkend metaal, als vuur<br />
door <strong>een</strong> rand omsloten; het onderlichaam was als<br />
vuur, omgeven door <strong>een</strong> felle gloed. Die gestalte liet<br />
zich niet definiëren en al helemaal niet in beelden<br />
vastleggen. Hij zat op <strong>een</strong> troonwagen die zeer<br />
beweeglijk was en was dus niet aan enige plaats<br />
gebonden.<br />
Boven zich zag <strong>Ezechiël</strong> iets als <strong>een</strong> ontzagwekkend<br />
ijskristal. Dat moest God zijn, zo zeiden<br />
in de loop van de tijd veel mensen. Want de<br />
wereld moet toch ergens vandaan komen. God als<br />
ijskristal. Zo ontzaglijk, zo verblindend, zo kil. God<br />
als <strong>een</strong> ijzeren blinde almacht die zich welft over<br />
geluk en ongeluk, over goed en kwaad, over liefde<br />
22 Volgens Henri van Praag (1916-1988) zijn de vier wezens de dragers van de dierenriem, waarbinnen naar antieke voorstelling<br />
het firmament rust. ‘In de Zodiak der astrologen fungeren Waterman (= mens), leeuw, stier en schorpioen (= arend) nog steeds<br />
als vier grondtekens voor lucht, vuur, aarde en water’ [Van Praag 1964, 95-96].<br />
23 Het Hebreeuwse woord merkaba duidt niet all<strong>een</strong> op <strong>een</strong> strijdwagen van de Israëlieten (2 Kronieken 9:25) en die van de vijand<br />
(Exodus 15:25) of op <strong>een</strong> koninklijke wagen (1 Samuël 8:11), maar ook op <strong>een</strong> wagen van de hemel en van God (2 Koningen<br />
2:11; 6:17; Psalm 68:18; vergelijk 2 Koningen 23:11 – wagen van de zonnegod).<br />
24 Van Praag 1964, 94.<br />
11