VAN 2010 - Kliek Publishing

techniek
Elke zichzelf respecterende wielertoerist
wil aan het nieuwe fietsseizoen beginnen
met een fiets die piekfijn in orde is. Helaas
bergen we na de laatste rit van het voorbije
seizoen ons stalen ros te vaak op zonder
een grondige check-up te doen. Hierdoor
wordt de fiets weer van stal gehaald met
hier en daar een klein of groot mankement.
Vooraleer opnieuw de baan op te gaan,
is het belangrijk om te controleren of je
fiets zich nog in goede staat bevindt en
waar nodig in te grijpen. Hierna vind je
een lijstje met aandachtspunten - noem
het een handleiding - dat je zal helpen
om je trouwe tweewieler ‘in optima
forma’ te krijgen voor het aankomende
fietsseizoen. Let wel op: veiligheid gaat
voor alles! Wanneer je twijfelt bij bepaalde
handelingen, breng je fiets dan naar een
fietsenmaker.
tekst WESLEY MuYLDERMANS
Foto WWW.SPORTOGRAF.COM
balHooFdstel
Inspecteer het balhoofd voor je de fiets in een
standaard plaatst of ophangt. Er mag geen speling
op het balhoofd zitten en het moet soepel
draaien. Knijp de voorrem dicht en beweeg de
fiets van voor naar achteren. Als het stuur of de
voorvork ten opzichte van het frame beweegt,
dan is er speling. Het balhoofdstel mag ook niet te
vast zitten. Wanneer je de fiets schuin houdt, moeten
vork en stuur soepel draaien. Een balhoofdstel
(A-head) kan je afstellen door eerst de twee voorbouwschroeven
los te draaien en dan bij te regelen
met de schroef bovenop. (zie afbeelding1)
banden
Te weinig druk in de banden veroorzaakt extra rolweerstand,
een verhoogde slijtage en meer kans
op stootlekken. Controleer daarom zeker en vast
zonder problemen
het nieuwe seizoen in
nUttige tips oM je Fiets opnieUW VeRtRekkensklaaR te kRijgen.
> Pech onderweg kan je best vermijden door je fiets vóór het seizoen grondig na te zien.
de bandenspanning. Een druk in de banden tussen
6 en 8 bar is over het algemeen goed. Peuter
kleine stukjes steen, glas enzovoort uit de buitenbanden.
Dit gaat het best wanneer de lucht uit de
banden is. Tip: Voor de banden is het beter dat de
fiets, wanneer hij niet gebruikt wordt, opgehangen
wordt. Zo staat er geen druk op de banden.
Als je je fiets lange tijd niet gebruikt, laat je best
ook de helft van de lucht uit de banden.
ReMMen
Controleer of er geen tekenen van verbuiging,
slijtage, insnijding of uitgerekte spiralen zijn. De
slijtagelimiet wordt meestal op het remblokje
aangegeven. De remblokjes moeten parallel met
het velgoppervlak liggen, in lijn met de velg en de
velg in het midden raken. In geen geval mogen
ze de band raken. Het monteren van remblokjes
dient in de aangegeven richting te gebeuren. De
pijl op het blokje moet naar voren wijzen. De afstand
tot de velg moet ook aan beide zijden gelijk
zijn, ongeveer 1mm. Dit kan je afstellen op twee
manieren: ofwel met een inbussleutel de gehele
rem losmaken en verplaatsen, ofwel fijn afstellen
met het schroefje bovenop de rem. (zie afbeelding
2)
Haal met een pincet zandkorrels en ander vuil uit
de remblokjes, zodat ze optimaal blijven functi-
oneren en de velg niet beschadigen. Smeer ook
geregeld de draaipunten, veren en kabels van de
remmen.
stUUR
Check of het stuur nog goed vaststaat en in de
juiste positie staat en of er beschadigingen zijn.
Het afstellen van de stuurhoogte is bij de nu
gangbare balhoofdtypes (Ahead) niet meer zo
eenvoudig. Raadpleeg daarom best een fietsenmaker.
De stuurpen losmaken gaat bij fietsen met
een balhoofd van het Ahead-type als volgt: draai
de twee schroeven aan de zijkant los. Draai nu de
schroef bovenop de stuurpen helemaal uit en verwijder
de cap. De stuurpen kan nu van de vorkpijp
geschoven worden.
‘Een beschadigde velg moet
vervangen worden, want ze kan
onderweg voor een exploderende
band zorgen.’
Maak de stuurpen los en maak ze grondig schoon.
Breng daarna een dun laagje vet of montagepasta
aan op het deel van de buis dat in het frame gestoken
wordt.
afbeelding 1 afbeelding 2 afbeelding 3 afbeelding 4