Indicatorenset Galblaasverwijdering - Zichtbare Zorg
Indicatorenset Galblaasverwijdering - Zichtbare Zorg
Indicatorenset Galblaasverwijdering - Zichtbare Zorg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Indicatorenset</strong> <strong>Galblaasverwijdering</strong><br />
Uitvraag 2012 over verslagjaar 2011<br />
Definitieve versie – okt. 2011
Colofon<br />
Internet: www.zichtbarezorg.nl/ziekenhuizen<br />
E-mail: info@zichtbarezorg.nl<br />
Samengesteld door:<br />
<strong>Zorg</strong>inhoudelijke indicatoren<br />
Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), UMC St Radboud<br />
Significant<br />
Plexus i.s.m. Vektis (ten behoeve van de praktijkvariatie-indicator)<br />
Tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van de stuurgroep <strong>Zichtbare</strong> <strong>Zorg</strong><br />
Ziekenhuizen<br />
Den Haag, oktober 2011<br />
2
Inhoudsopgave<br />
Deel 1: <strong>Zorg</strong>inhoudelijke indicatoren 4<br />
1. Algemene informatie over zorginhoudelijke indicatoren 5<br />
2. Factsheets zorginhoudelijke indicatoren <strong>Galblaasverwijdering</strong> 7<br />
3. Lijst te verzamelen variabelen 21<br />
Bijlage 1: Verwerking commentaar consultatieronde indicatorenset 24<br />
<strong>Galblaasverwijdering</strong><br />
Deel 2: Klantpreferentievragen 27<br />
Bij deze indicatorenset zijn (nog) geen klantpreferentievragen opgesteld die ingaan<br />
op het aanbod van de zorg<br />
Afkortingenlijst 28<br />
3
Deel 1: <strong>Zorg</strong>inhoudelijke indicatoren<br />
4
1. Algemene informatie over <strong>Zorg</strong>inhoudelijke indicatoren <strong>Galblaasverwijdering</strong><br />
Indicatorwerkgroep<br />
De werkgroep voor de ontwikkeling van de indicatorenset <strong>Galblaasverwijdering</strong> bestond in 2011 uit<br />
de volgende personen:<br />
NVvH: Dhr. Dr. B.A. van Wagensveld, chirurg, St Lucas Andreas Ziekenhuis Amsterdam<br />
ZN: Dhr. Drs. G.W. Salemink, medisch adviseur <strong>Zorg</strong>verzekeraars Nederland<br />
Dhr. Drs. T. Kuiper, medisch adviseur Achmea<br />
Dhr. Dr. T. Verweij, medisch adviseur Menzis<br />
Afstemming met bestaande richtlijnen<br />
Voor deze indicatorengids is gebruikt gemaakt van de richtlijn ‘Onderzoek en behandeling van<br />
galstenen’ (NVvH, 2007).<br />
Populatiebepaling <strong>Galblaasverwijdering</strong><br />
De populatie van deze indicatorset bestaat uit patiënten die een operatieve galblaasverwijdering<br />
hebben ondergaan voor galstenen. De volgende aandoeningen vallen onder deze indicatorenset:<br />
- Symptomatische cholecystolithiasis,<br />
- Symptomatische choledocholithiasis,<br />
- Acute cholecystitis,<br />
- Cholangitis.<br />
Patiënten met asymptomatische galstenen worden niet chirurgisch behandeld en daarom worden ze<br />
voor deze indicatorenset geëxcludeerd.<br />
De eerste stap in het bepalen van de indicatoren is het vaststellen van de populatie. Voor alle<br />
<strong>Zichtbare</strong> <strong>Zorg</strong> indicatorensets is vooralsnog als uitgangspunt gekozen om de populatie te bepalen<br />
aan de hand van de gesloten Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s).<br />
De volgende DBC’s worden geïncludeerd:<br />
- 0303.xx.323.202: cholecystitis / cholelithiasis, operatief met dagopname,<br />
- 0303.xx.323.203: cholecystitis / cholelithiasis, operatief met klinische episode(n),<br />
- 0303.xx.323.206: cholecystitis / cholelithiasis, KZD operatief met klinische episode(n),<br />
- 0303.xx.323.302: cholecystitis / cholelithiasis, operatief-endotechniek met dagopname,<br />
- 0303.xx.323.303: cholecystitis / cholelithiasis, operatief-endotechniek met klinische<br />
episode(n),<br />
- 0303.xx.323.306: cholecystitis / cholelithiasis, KZD operatief-endotechniek met klinische<br />
episode(n).<br />
De werkgroep heeft ervoor gekozen om alleen Heelkundige DBC’s te includeren; DBC’s van andere<br />
specialismen (zoals MDL) worden geëxcludeerd.<br />
De volgende <strong>Zorg</strong>verrichtingen zijn van toepassing:<br />
- 35350: Cholecystectomie,<br />
- 35355: Cholecystectomie per laparoscoop, inclusief eventueel peroperatief te verrichten<br />
cholangiogram,<br />
- 35300: Heropenen van de galwegen, eventueel papilla vateriplastiek, open procedure,<br />
- 35301: Endoscopische heropenen van de galwegen, eventueel papilla vateriplastiek,<br />
- 35320: Primair openen van de galwegen met bilidigestieve anastomose al dan niet met<br />
cholecystectomie, open procedure,<br />
- 35321: Endoscopisch primair openen van de galwegen met bilidigestieve anastomose al of<br />
niet met cholecystectomie,<br />
- 35351: Cholecystectomie inclusief choledochotomie, open procedure,<br />
- 35356: Endoscopische cholecystectomie inclusief choledochotomie,<br />
De indicatoren worden meegenomen in het verslagjaar waarin de DBC’s worden gesloten (zie figuur).<br />
De lichtblauwe balk geeft de DBC weer en het zwarte puntje in de donkerblauwe balk de activiteit c.q.<br />
verrichting. Voor inclusie moet een DBC gesloten zijn voor het einde van het verslagjaar. De<br />
registratieperiode kan echter wel al voor het begin van het verslagjaar zijn begonnen.<br />
5
Om dubbelregistratie te voorkomen, dient – indien de indicator gebaseerd is op tellingen op<br />
patiëntniveau – geselecteerd te worden op het unieke patiëntnummer. In alle andere gevallen wordt<br />
geteld op verrichtingenniveau en telt iedere verrichting apart mee. Voor codes en instructies, zie de<br />
variabelenlijst en rekenregels (tabellen 1 en 2).<br />
Peildatum<br />
De structuurindicatoren worden, in verband met de actualiteit, eenmaal per jaar op peildatum 1 maart<br />
geregistreerd.<br />
In- en exclusiecriteria<br />
Om een eerlijke vergelijking tussen zorgaanbieders te kunnen maken, heeft de werkgroep in- en<br />
exclusiecriteria vastgesteld. Zo kunnen patiënten bijvoorbeeld op leeftijd of comorbiditeit worden<br />
uitgesloten. Ook kunnen extra eisen worden gesteld aan de DBC. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van<br />
een specifieke verrichting.<br />
In- en exclusiecriteria hoeven niet per definitie voor alle indicatoren in de set gelijk te worden<br />
toegepast. Soms dienen er bijvoorbeeld extra gegevens te worden verzameld om later te kunnen<br />
corrigeren voor comorbiditeit, die de waarde van de indicator beïnvloedt. Op basis van de populatie<br />
en de in- en exclusiecriteria wordt de noemer van de indicator vastgesteld.<br />
Praktijkvariatie-indicator<br />
De praktijkvariatie-indicator wordt volledig berekend en aangeleverd aan <strong>Zichtbare</strong> <strong>Zorg</strong> door Vektis.<br />
Instellingen hoeven de benodigde variabelen niet zelf te verzamelen. Voor de volledigheid zijn de<br />
methoden die Vektis hanteert voor het berekenen van de indicator weergegeven onder de factsheet<br />
in de indicatorengids.<br />
6
2. <strong>Zorg</strong>inhoudelijke indicatoren <strong>Galblaasverwijdering</strong><br />
1. Opnamedagen na operatie<br />
Relatie tot kwaliteit <strong>Galblaasverwijdering</strong>en worden veel uitgevoerd. Van belang is dat een<br />
laparoscopische galblaasverwijdering niet leidt tot toename van<br />
complicaties (galwegletsel) en dat converteren zoveel mogelijk voorkomen<br />
wordt. Converteren en de behandeling van complicaties gaan gepaard met<br />
een verlengde opnameduur. De opnameduur na laparoscopische<br />
galblaasverwijdering kan daarom worden beschouwd als een indicator<br />
voor de kwaliteit van zorg.<br />
Operationalisatie Aantal opnamedagen (spreiding, mediaan, gemiddelde) vanaf de datum<br />
van de laparoscopische galblaasverwijdering tot en met de datum van<br />
ontslag uit het ziekenhuis<br />
Definitie(s) Conversie: het ongepland tijdens de operatie omschakelen van<br />
endoscopische naar open operatietechniek<br />
Opnameduur: aantal dagen tussen datum laparoscopische<br />
galblaasverwijdering en datum ontslag, waarbij de datum van ontslag ook<br />
meetelt.<br />
Mediaan: De middelste waarde uit een reeks<br />
Gemiddelde: Het gemiddelde van de rij van waarnemingen<br />
Aantal dagen afronden op hele dagen (
vergelijking met de klassieke open cholecystectomie (verschil van 3,1 dagen voor laparoscopisch en<br />
2,8 dagen voor small-incision) (Keus, 2010).<br />
Mogelijkheden tot verbetering<br />
Deze indicator moet leiden tot een beter inzicht in gemiddelde, mediaan en spreiding van<br />
opnamedagen na een laparoscopische galblaasverwijdering. De werkgroep verwacht dat op dit<br />
moment nog veel variatie in opnameduur bestaat tussen de verschillende ziekenhuizen en dat er<br />
mogelijkheden zijn voor verbetering.<br />
Beperkingen bij gebruik en interpretatie<br />
De indicator zegt indirect iets over complicaties van een laparoscopische galblaasverwijdering.<br />
Aangezien er geen norm is gesteld, zegt het niks over de wenselijkheid van de duur van opname. De<br />
indicator is geschikt als spiegelinformatie.<br />
De werkgroep indicatorontwikkeling wil benadrukken dat het onwenselijk is om patiënten te snel te<br />
ontslaan. Redenen voor verlengde opnameduur kunnen bijvoorbeeld leeftijd en comorbiditeit zijn (zie<br />
ook het kopje Vergelijkbaarheid).<br />
Inhoudsvaliditeit<br />
De mate van bewijskracht voor deze indicator is D, wat wil zeggen dat de werkgroep hierover<br />
consensus heeft bereikt. De werkgroep is van mening dat deze indicator een belangrijke relatie heeft<br />
met de kwaliteit van zorg.<br />
Statistisch betrouwbaar onderscheiden<br />
Aangezien er voldoende variatie in de praktijk lijkt te bestaan, verwacht de werkgroep dat de indicator<br />
voldoende tussen ziekenhuizen discrimineert en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren.<br />
Vergelijkbaarheid<br />
De werkgroep is van mening dat bijvoorbeeld een hogere leeftijd en comorbiditeit redenen voor een<br />
verlengde opnameduur kunnen zijn. Ziekenhuizen met een oudere populatie zouden dus hoger<br />
kunnen scoren op de opnameduur, wat dan niet direct hoeft samen te hangen met een mindere<br />
kwaliteit van zorg.<br />
Registratiebetrouwbaarheid<br />
De werkgroep verwacht dat deze indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer)<br />
dezelfde resultaten oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij<br />
de aanleverende ziekenhuizen zelf.<br />
De gevraagde gegevens worden voor een deel vastgelegd in DBC- en verrichtingenregistraties, deze<br />
gegevens zijn relatief makkelijk terug te vinden. Voor het aantal geplande laparoscopische<br />
galblaasverwijderingen, inclusief conversies, moet handmatig in het EPD, de status of het<br />
operatieverslag gezocht worden.<br />
Referenties<br />
- NVvH. Richtlijn Onderzoek en behandeling van galstenen. Utrecht, 2007: Nederlandse<br />
Vereniging voor Heelkunde.<br />
- Keus F, Gooszen HG, van Laarhoven CJHM. Open, small-incision, or laparoscopic<br />
cholecystectomy for patients with symptomatic cholecystolithiasis. An overview of Cochrane<br />
Hepato-Biliary Group reviews. Cochrane Database of Systematic Reviews 2010, Issue 1.<br />
8
2. Heropname (Gegevens worden geleverd door Vektis)<br />
Relatie tot kwaliteit Indien een patiënt een galblaasverwijdering ondergaat kan dit soms leiden<br />
tot een heropname. Een heropname is vaak het gevolg van één of<br />
meerdere complicaties. Complicaties kunnen onvermijdbaar zijn maar<br />
kunnen ook het gevolg zijn van onvoldoende kwaliteit van zorg<br />
(bijvoorbeeld een suboptimale operatietechniek bij de primaire operatie,<br />
suboptimale peri-operatieve zorg of suboptimale indicatiestelling).<br />
Operationalisatie Percentage patiënten dat binnen 30 dagen na de galblaasverwijdering<br />
heropgenomen is geweest<br />
Teller Aantal patiënten dat binnen 30 dagen na de galblaasverwijdering<br />
heropgenomen is geweest<br />
Noemer Aantal patiënten met een galblaasverwijdering<br />
Definitie(s) Heropname: Een opname is een heropname als de patiënt opgenomen<br />
wordt voor een complicatie, zoals bloeding, infectie en galwegletsel<br />
gerelateerd aan de galblaasverwijdering. De heropname hoeft niet altijd<br />
plaats te vinden in hetzelfde ziekenhuis of behandelcentrum waar de<br />
primaire operatie heeft plaatsgevonden. Op dit moment bestaat er geen<br />
instellingsoverstijgende registratie. Aangezien de zorgverzekeraar de<br />
verzekeringsnemer wel instellingsoverstijgend kan volgen, kan deze<br />
heropname in een andere instelling dan het primaire behandelcentrum<br />
analyseren.<br />
In- /exclusiecriteria Inclusie: alle galblaasverwijderingen (open en laparoscopische)<br />
Bron Vektis data: landelijke database van declaratiegegevens van<br />
zorgverzekeraars<br />
Ziekenhuizen hoeven deze indicator niet zelf aan te leveren*<br />
Meetfrequentie 1x per jaar<br />
Verslagjaar 01-01-2011 tot en met 30-01-2011*<br />
Rapportagefrequentie 1x per verslagjaar<br />
Type indicator Uitkomst<br />
Meetniveau Patiëntniveau<br />
Kwaliteitsdomein Veiligheid<br />
* Let op indien onverhoopt toch gebruik moet worden gemaakt van de ziekenhuisregistratie: De<br />
galblaasverwijdering moet hebben plaatsgevonden tussen 01-01-2011 en 31-12-2011 (van invloed<br />
op de noemer). Omdat voor de indicator tot 30 dagen na de operatie gekeken moet worden, kan de<br />
heropname hebben plaatsgevonden tussen begin 2011 en 30-01-2012 (van invloed op de teller).<br />
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg<br />
Een patiënt kan na een operatie opnieuw opgenomen worden omdat de operatie tot complicaties<br />
heeft geleid. Complicaties kunnen onvermijdbaar zijn, maar kunnen ook het gevolg zijn van<br />
onvoldoende kwaliteit van zorg (bijvoorbeeld een suboptimale operatietechniek bij de primaire<br />
operatie, suboptimale peri-operatieve zorg, suboptimale indicatiestelling) (IGZ, 2009).<br />
Complicaties van een galblaasverwijdering kunnen onder anderen bloeding, infectie of galwegletsel<br />
zijn. De waarneming van gal zonder evidente galblaasperforatie kan duiden op een galwegletsel. Bij<br />
het vermoeden of vaststellen van een galwegletsel moet de hulp van een in galwegchirurgie<br />
gespecialiseerde chirurg worden ingeroepen. Wanneer deze expertise niet in huis voorhanden is,<br />
dient overleg met een expert elders in het land en/of overplaatsing plaats te vinden (NVvH, 2007).<br />
Mogelijkheden tot verbetering<br />
Deze indicator moet leiden tot een beter inzicht in het aantal heropnames na een<br />
galblaasverwijdering. De werkgroep verwacht dat op dit moment nog veel variatie bestaat tussen de<br />
verschillende ziekenhuizen en dat er voldoende mogelijkheden zijn voor verbetering.<br />
Beperkingen bij gebruik en interpretatie<br />
De meeste indicatoren kunnen worden gelezen als hoe hoger de score, des te beter de geleverde<br />
kwaliteit van zorg. Dit geldt niet voor indicator 2. Hoe hoger de score op deze indicator, hoe minder<br />
9
wordt voldaan aan goede zorg. Het is mogelijk de score te lezen als (100-x), waarbij x de score is op<br />
de indicator. Dan geldt wel weer het principe ‘hoe hoger de score, hoe beter de zorg’.<br />
Inhoudsvaliditeit<br />
De mate van bewijskracht voor deze indicator is D, wat wil zeggen dat de werkgroep<br />
indicatorontwikkeling hierover consensus heeft bereikt. De werkgroep is van mening dat deze<br />
indicator een belangrijke relatie heeft met de kwaliteit van zorg.<br />
Statistisch betrouwbaar onderscheiden<br />
Aangezien er voldoende variatie in de praktijk lijkt te bestaan, verwacht de werkgroep dat de indicator<br />
voldoende tussen ziekenhuizen discrimineert en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren.<br />
Vergelijkbaarheid<br />
Comorbiditeit of de leeftijd van de patiënt kunnen leiden tot meer heropnames maar de werkgroep is<br />
van mening dat controle voor eventuele verschillen in demografische en sociaal-economische<br />
samenstelling van patiëntengroepen niet nodig is.<br />
Registratiebetrouwbaarheid.<br />
De werkgroep verwacht dat deze indicatoren onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer)<br />
dezelfde resultaten oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij<br />
de aanleverende ziekenhuizen zelf.<br />
De benodigde informatie wordt door zorgverzekeraars geregistreerd en aangeleverd aan Vektis. Het<br />
gaat hierbij zowel om verzekerdengegevens als gedeclareerde DBC’s. De gedeclareerde DBC’s<br />
hebben tijdens het aanleveringsproces van ziekenhuis via de verzekeraar aan Vektis verschillende<br />
validatieslagen ondergaan. De data zijn inclusief declaraties van zelfstandige behandelcentra (ZBC’s)<br />
voor zover het verzekerde zorg betreft, en kennen voor wat betreft de ziekenhuiszorg een<br />
dekkingsgraad van 95-99%. De landelijke Vektis bestanden zijn een betrouwbare data bron, waarin<br />
beschikbare data juist en volledig zijn vastgelegd.<br />
Referenties<br />
- IGZ. Prestatie-indicatoren ziekenhuizen: Basisset 2010. Utrecht, 2009: Inspectie voor de<br />
Gezondheidszorg.<br />
- NVvH. Richtlijn Onderzoek en behandeling van galstenen. Utrecht, 2007: Nederlandse Vereniging<br />
voor Heelkunde.<br />
10
3. Dagbehandeling<br />
Relatie tot kwaliteit Laparoscopische galblaasverwijderingen kunnen veilig worden uitgevoerd<br />
in dagbehandeling. Bovendien is het patiëntvriendelijk en kosteneffectief.<br />
Operationalisatie Percentage patiënten met een laparoscopische galblaasverwijdering<br />
uitgevoerd in dagbehandeling<br />
Teller Aantal patiënten met een laparoscopische galblaasverwijdering uitgevoerd<br />
in dagbehandeling<br />
Noemer Aantal patiënten met een laparoscopische galblaasverwijdering<br />
Definitie(s) Dagbehandeling wordt gedefinieerd als opname en ontslag op dezelfde<br />
dag<br />
In- /exclusiecriteria n.v.t.<br />
Bron DBC-registratie<br />
Meetfrequentie Continu<br />
Verslagjaar 01-01-2011 tot en met 31-12-2011<br />
Rapportagefrequentie 1x per verslagjaar<br />
Type indicator Procesindicator<br />
Meetniveau Patiëntniveau<br />
Kwaliteitsdomein Effectiviteit, doelmatigheid, patiëntgerichtheid<br />
Rekenregels<br />
Indicator 3 Dagbehandeling Formule<br />
Teller Voor de teller wordt uitgegaan van de populatie patiënten<br />
die is verzameld voor de noemer. Selecteer vervolgens<br />
het aantal patiënten met dagbehandeling.<br />
Noemer Selecteer alle patiënten met een laparoscopische<br />
galblaasverwijdering<br />
Deze noemer is hetzelfde als de selectie voor indicator 1<br />
# patiënten noemer<br />
waarvoor G7 geldt<br />
Aantal patiënten<br />
waarvoor G1 en G2<br />
gelden<br />
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg<br />
Laparoscopische cholecystectomie is een behandeling voor symptomatische galblaasziekten. Sinds<br />
begin jaren ’90 kan de laparoscopische cholecystectomie uitgevoerd worden in dagbehandeling<br />
(Kasem, 2006). Onderzoek toont aan dat laparoscopische cholecystectomie uitgevoerd in<br />
dagbehandeling een veilige en acceptabele behandeling is (Gurusamy, 2008; Kasem, 2006; Blatt,<br />
2003; Ji, 2010). De Cochrane review van Gurusamy (2008) vond geen significante verschillen in<br />
complicaties, opnameduur, heropnames, pijn, kwaliteit van leven, patiënttevredenheid en terugkeer<br />
naar normale activiteiten tussen patiënten in de dagbehandeling en degenen met een<br />
ziekenhuisopname.<br />
Mogelijkheden tot verbetering<br />
Het percentage patiënten dat een galblaasverwijdering in de dagbehandeling krijgt is afhankelijk van<br />
de planning en logistiek van het ziekenhuis. Bij een lage score op de indicator zouden deze factoren<br />
verbeterd kunnen worden.<br />
Beperkingen bij gebruik en interpretatie<br />
Het percentage galblaasverwijderingen uitgevoerd in dagbehandeling hoeft niet 100% te zijn; leeftijd,<br />
comorbiditeit en de wens van de patiënt kunnen redenen zijn om af te zien van dagbehandeling. De<br />
indicator zegt iets over de organisatie van de instelling, het zegt echter weinig over de kwaliteit van<br />
de behandeling.<br />
Inhoudsvaliditeit<br />
Het uitvoeren van een laparoscopische cholecystectomie in dagbehandeling is een veilige en<br />
effectieve behandeling van patiënten met symptomatische galstenen. De mate van bewijskracht<br />
11
hiervoor is A1 (Gurusamy, 2008), dat wil zeggen dat er systematische reviews bekend zijn die<br />
tenminste enkele gerandomiseerde vergelijkende klinische onderzoeken van goede kwaliteit, omvang<br />
en consistentie bevatten, waarbij de resultaten van de afzonderlijke onderzoeken consistent is.<br />
Statistisch betrouwbaar onderscheiden<br />
Aangezien er voldoende variatie in de praktijk lijkt te bestaan, verwacht de werkgroep dat de indicator<br />
voldoende tussen ziekenhuizen discrimineert en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren.<br />
Vergelijkbaarheid<br />
Leeftijd, comorbiditeit en wens van de patiënt kunnen redenen zijn om af te zien van een<br />
dagbehandeling en beïnvloeden dus deze indicator.<br />
Registratiebetrouwbaarheid<br />
De werkgroep verwacht dat deze indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer)<br />
dezelfde resultaten oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij<br />
de aanleverende ziekenhuizen zelf.<br />
De gevraagde gegevens worden vastgelegd middels DBC-registraties, waardoor de gegevens relatief<br />
makkelijk terug te vinden zijn.<br />
Referenties<br />
- Kasem A, Paix A, Grandy-Smith S, El-Hasani S. Is laparoscopic cholecystectomy safe and<br />
acceptable as a day case procedure? J Laparoendosc Adv Surg Tech A 2006;16:365-8.<br />
- Blatt A, Chen S. Day-only laparoscopic cholecystectomy in a regional teaching hospital. ANZ J<br />
Surg 2003;73:321-5.<br />
- Ji W, Ding K, Li LT, Wang D, Li N, Li JS. Outpatient versus inpatient laparoscopic<br />
cholecystectomy: a single center clinical analysis. Hepatobiliary Pancreat Dis Int 2010;9:60-4.<br />
- Gurusamy KS, Junnarkar S, Farouk M, Davidson BR. Day-case versus overnight stay for<br />
laparoscopic cholecystectomy. Cochrane Database Syst Rev. 2008;(3):CD006798.<br />
12
4. Volume<br />
Relatie tot kwaliteit <strong>Zorg</strong> vergt deskundigheid en ervaring. Dit aspect weegt zwaar vanuit<br />
veiligheid- en patiëntenperspectief. Patiënten geven aan dat zij graag<br />
behandeld willen worden door een arts die vaak een bepaalde handeling<br />
doet; het vaker verrichten van de handeling vergroot de vaardigheid.<br />
Operationalisatie 4a Hoeveel chirurgen op uw ziekenhuislocatie voeren galblaasverwijderingen<br />
uit op de peildatum?<br />
Operationalisatie 4b Hoeveel patiënten hebben een galblaasverwijdering ondergaan op uw<br />
ziekenhuislocatie in het verslagjaar?<br />
Definitie(s) n.v.t.<br />
In- /exclusiecriteria 4a en b: Exclusief ANIOS en AIOS<br />
Bron 4a: Ziekenhuisregistratie<br />
4b: DBC-registratie<br />
Meetfrequentie 4a: 1x per jaar<br />
4b: continu<br />
Peildatum 4a: 01-03-2012<br />
Verslagjaar 4b: 01-01-2011 tot en met 31-12-2011<br />
Rapportagefrequentie 4a: 1x per jaar<br />
4b: 1x per verslagjaar<br />
Type indicator 4a: Structuur<br />
4b: Proces<br />
Meetniveau 4a: Specialistniveau<br />
4b: Patiëntniveau<br />
Kwaliteitsdomein Veiligheid, effectiviteit, patiëntgerichtheid<br />
Rekenregels<br />
Indicator 4b Volume Formule<br />
Tel alle patiënten die een galblaasverwijdering hebben ondergaan in het<br />
verslagjaar op uw ziekenhuislocatie.<br />
# patiënten<br />
waarvoor G5 en G6<br />
gelden<br />
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg<br />
De prevalentie van galblaasstenen varieert in westerse landen tussen de 13% en 22%, afhankelijk<br />
van de risicofactoren. Risicofactoren voor het ontstaan van cholesterol galstenen zijn: leeftijd,<br />
vrouwelijk geslacht, obesitas, fors gewichtsverlies, zwangerschap, etniciteit, parenterale voeding,<br />
oestrogenen gebruik, octreotide gebruik en positieve familie-anamnese. In Nederland worden per jaar<br />
21.000 cholecystectomieen uitgevoerd (NVvH, 2007). Complicaties van een cholecystectomie<br />
kunnen onder andere galwegletsel en bloedingen zijn.<br />
Onderzoek toont bij steeds meer aandoeningen aan dat de kwaliteit beter is naarmate het team dat<br />
bij de zorg betrokken is meer ervaring heeft (Begg, 1998; Birkmeyer, 2001; Dudley, 2004; Luft, 1979;<br />
Ross, 2010). Dit hangt samen met onder meer de aan- of afwezigheid van technologische<br />
voorzieningen, de ervaring van de betrokken artsen, de kwaliteit van de eventuele operatieve<br />
interventie en nazorg, en andere zorgaspecten (IGZ, 2004). Zogenoemde hoogvolume<br />
zorgaanbieders hebben in dit type studies veelal een significant lagere ziekenhuismortaliteit, minder<br />
complicaties en betere overall resultaten dan laagvolume zorgaanbieders (Murray 2006, Halm 2002).<br />
Mogelijkheden tot verbetering<br />
Voor niet-acute zorg geldt dat patiënten kunnen worden doorverwezen of expertise van<br />
gespecialiseerde centra kan worden aangetrokken.<br />
Beperkingen bij gebruik en interpretatie<br />
Het aantal patiënten (operationalisatie b) kan niet één-op-één worden gedeeld door het aantal<br />
specialisten (operationalisatie a), aangezien er verschillende factoren van invloed zijn zoals omvang<br />
13
van de aanstelling van de medisch specialist en het feit dat een medisch specialist op meerdere<br />
locaties werkzaam kan zijn.<br />
Inhoudsvaliditeit<br />
Uit een literatuurstudie komt naar voren dat een hoger volume galblaasverwijderingen per ziekenhuis<br />
en chirurg leidt tot minder complicaties (Murphy, 2010; Csikesz, 2010). De bewijskracht voor de<br />
stelling dat een hoger volume galblaasverwijdering leidt tot betere uitkomsten is C. Dit wil zeggen dat<br />
er enkele niet-vergelijkende onderzoeken bekend zijn.<br />
Statistisch betrouwbaar onderscheiden<br />
Aangezien er voldoende variatie in de praktijk lijkt te bestaan, verwacht de werkgroep dat de indicator<br />
voldoende tussen ziekenhuizen discrimineert en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren.<br />
Vergelijkbaarheid<br />
Bij deze indicator spelen bias en case-mix geen rol.<br />
Registratiebetrouwbaarheid<br />
De werkgroep verwacht dat de indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer)<br />
hetzelfde resultaat oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij<br />
de aanleverende ziekenhuizen zelf. De benodigde informatie wordt door ziekenhuizen geregistreerd<br />
in de zorgactiviteiten-registratie en DBC-registratie. Deze indicator is daarmee op een betrouwbare<br />
manier te meten en de resultaten zijn goed retrospectief controleerbaar.<br />
Referenties<br />
- Begg CB, Cramer LD, Hoskins HJ, Brennan MF. Impact of hospital volume on operative mortality<br />
for major cancer surgery. JAMA 1998;280:1747-1751.<br />
- Birkmeyer JD, Finlayson EVA, Birkmeyer CM. Volume standards for high-risk procedures:<br />
Potential benefits of the Leapfrog initiative. Surgery 2001;130:415-22.<br />
- Csikesz NG, Singla A, Murphy MM, Tseng JF, Shah SA. Surgeon volume metrics in laparoscopic<br />
cholecystectomy. Dig Dis Sci 2010;55:2398-405.<br />
- Dudley RA, Johansen KL, Bran R, Rennie RJ, A Milstein. Selective referral to high-volume<br />
hospitals estimating potentially avoidable deaths. JAMA 2000;283:1159-66.<br />
- Halm EA, Lee C, Chassin MR. Is volume related to outcome in health care? A systematic review<br />
and methodologic critique of the literature. Ann Int Med 2002;137:511-20.<br />
- NVvH. Richtlijn Onderzoek en behandeling van galstenen. Utrecht, 2007: Nederlandse<br />
Vereniging voor Heelkunde.<br />
- IGZ. Rapport prestatie-indicatoren ziekenhuizen. Utrecht, 2004: Inspectie voor de<br />
Gezondheidszorg.<br />
- Murphy MM, Ng SC, Simons JP, Csikesz NG, Shah SA, Tseng JF. Predictors of major<br />
complications after laparoscopic cholecystectomy: surgeon, hospital, or patient? J Am Coll Surg<br />
2010;211:73-80.<br />
- Murray GD, Teasdale GM. The relationship between volume and health outcomes – a review.<br />
Scott Med J 2006;51:17-22.<br />
- Ross JS, Normand ST, Wang Y, Ko DT, Chen J, Drye EE, Keenan PS, Lichtman JH, Bueno H,<br />
Schreiner GC, Krumholz HM. Hospital volume and 30-day mortality for three common medical<br />
conditions. N Engl J Med 2010;362:1110-18.<br />
14
LET OP!<br />
Onderstaande indicator over praktijkvariatie hoeft niet in detail overeen te komen met de uiteindelijke<br />
formulering van deze indicator, omdat aanscherping en discussies over de methodiek nog steeds<br />
kunnen plaatsvinden. De registratielast voor ziekenhuizen voor deze indicator is beperkt omdat de<br />
gegevens door Vektis worden aangeleverd.<br />
5. Praktijkvariatie (Gegevens worden geleverd door Vektis)<br />
Relatie tot kwaliteit Voor het bereiken van een goed patiëntenresultaat is een juiste<br />
indicatiestelling essentieel. Enige mate van praktijkvariatie is<br />
onvermijdelijk. De samenstelling van een patiëntenpopulatie is immers niet<br />
voor ieder ziekenhuis gelijk, patiëntenpreferenties kunnen verschillen, en<br />
de wetenschappelijke evidence laat vaak ruimte open voor interpretatie.<br />
Indien er echter na het corrigeren voor relevante populatiekenmerken nog<br />
steeds significante variatie optreedt, is dit een indicatie voor mogelijke<br />
over- en/of onderbehandeling.<br />
Operationalisatie 5a Aantal patiënten met een galblaasverwijdering (cholecystectomie) op<br />
gemeenteniveau per 100.000 verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd<br />
voor relevante patiëntkenmerken.<br />
Teller 5a Totaal aantal patiënten dat een galblaasverwijdering (cholecystectomie)<br />
heeft ondergaan.<br />
Noemer 5a Totaal aantal verzekerden in de gemeente/100.000<br />
Operationalisatie 5b Aantal patiënten met een galblaasverwijdering (cholecystectomie) op<br />
ziekenhuisniveau per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het<br />
ziekenhuis, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.<br />
Teller 5b Totaal aantal patiënten met een galblaasverwijdering (cholecystectomie)<br />
Noemer 5b Totaal aantal verzekerden in verzorgingsgebied van het ziekenhuis voor<br />
galblaasverwijdering/100.000<br />
Definitie(s) Praktijkvariatie indicatiestelling operatieve interventie: Verschillen tussen<br />
ziekenhuizen in de mate waarin patiënten met vergelijkbare klachten een<br />
operatie ondergaan.<br />
Verzorgingsgebied: cluster van (fracties) van postcodegebieden waaruit<br />
patiënten naar het ziekenhuis komen voor behandeling van galblaas en -<br />
stenen.<br />
In- /exclusiecriteria Exclusie: verzekerden zonder woonadres in Nederland<br />
Bron Vektis data: landelijke database van declaratiegegevens van<br />
zorgverzekeraars<br />
Sociaal en Cultureel Planbureau. Statusscores, factorscore sociale status<br />
2006 per postcodegebied. Wordt gebruikt voor correctieberekening<br />
Ziekenhuizen hoeven deze indicator niet zelf aan te leveren<br />
Meetfrequentie Continu<br />
Meetperiode 01-01-2010 tot en met 31-12-2010<br />
Rapportagefrequentie 1x per verslagjaar<br />
Type indicator Proces<br />
Meetniveau Patiëntniveau<br />
Kwaliteitsdomein Effectiviteit, doelmatigheid<br />
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg<br />
In 2004 concludeerde de Raad voor de Volksgezondheid en <strong>Zorg</strong> (RVZ) dat in Nederland variaties in<br />
electieve interventies tussen regio’s bestonden die niet onderdeden voor die in de VS (RVZ, 2004).<br />
Recent onderzoek in Nederland laat opnieuw zien dat de verschillen groter zijn dan verwacht op<br />
basis van patiëntkenmerken (leeftijd en inkomen) (van Beek, 2009).<br />
De prevalentie van galblaasstenen varieert in westerse landen tussen de 13% en 22%, afhankelijk<br />
van de risicofactoren. In Nederland worden per jaar 21.000 cholecystectomieen uitgevoerd (NVvH,<br />
2007).<br />
15
Mogelijkheden tot verbetering<br />
Wetenschappelijke verenigingen kunnen scherpere indicatiestelling opnemen in richtlijnen. Op<br />
langere termijn kunnen zij mogelijk een norm vaststellen van het gewenste aantal interventies op<br />
populatieniveau.<br />
Op ziekenhuisniveau kunnen professionals zich op de hoogte stellen van de indicaties waarvoor<br />
voldoende bewijs is dat een interventie werkzaam is c.q. werkzamer is dan alternatieve<br />
behandelmogelijkheden. Dit kan over- en onderbehandeling voorkomen.<br />
De laatste jaren is veel onderzoek gedaan naar patiënten preferenties. Met name bij preferentiegevoelige<br />
zorg (‘preference-sensitive care’) blijkt dat bij goede en volledige voorlichting, idealiter<br />
gecombineerd met beslissingsondersteuning, patiënten vaker neigen naar minder invasieve<br />
behandelingen dan door behandelaars wordt verondersteld (Wennberg, 2009).<br />
Beperkingen bij gebruik en interpretatie<br />
De indicator is geschikt als spiegelinformatie en kan bij onverklaarbare variatie aanleiding geven voor<br />
de wetenschappelijke vereniging om kritisch naar de indicatiestelling voor galblaasverwijdering te<br />
kijken. De werkgroep raadt tevens aan om komend jaar de data van deze indicator zorgvuldig te<br />
bekijken.<br />
Nederlandse patiënten die in het buitenland worden behandeld maken geen deel uit van de Vektis<br />
database, omdat deze declaraties zelden via DBC’s verlopen. De consequentie hiervan is dat in de<br />
regio’s van Nederland die grenzen aan België of Duitsland de interventiepercentages lager kunnen<br />
uitvallen.<br />
Inhoudsvaliditeit<br />
Sinds 1988 doet het Dartmouth Atlas Project (Dartmouth Atlas Project, 2011) in de Verenigde Staten<br />
onderzoek naar variatie in zorg, waarbij grote variatie wordt gemeten in aantal interventies per 1.000<br />
Medicare ingeschrevenen. De Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD)<br />
vergelijkt in haar Health Data zorggebruik tussen verschillende landen op basis van het aantal<br />
interventies per 100.000 inwoners, waarin eveneens grote verschillen worden gevonden. Aansluitend<br />
op deze literatuur maakt deze indicator op ziekenhuisniveau het aantal interventies per 100.000<br />
inwoners inzichtelijk.<br />
Door het verschuiven van de budgetfinanciering naar productfinanciering (betaling per DBC) komt de<br />
praktijkvariatie rond indicatiestelling opnieuw op de agenda in Nederland. Praktijkvariatie komt vooral<br />
voor bij aandoeningen waarbij de indicatie niet zwart/wit is. Denk bijvoorbeeld aan een relatief<br />
gezonde patiënt met een versleten heup, waarbij het besluit tot operatie veel discretionaire ruimte<br />
kent.<br />
Zowel over- als onderbehandeling heeft vaak een directe koppeling met de zorginhoudelijke kwaliteit<br />
van geleverde zorg. Bij overbehandeling kan er sprake zijn van onnodige risico’s: meer interveniëren<br />
dan waar medisch gezien aanleiding voor is, betekent het blootstellen van patiënten aan de risico’s<br />
en/of bijwerkingen die per definitie aan een interventie zijn verbonden. Bij onderbehandeling, aan de<br />
andere kant, krijgen patiënten niet de zorg die zij eigenlijk nodig hebben, waardoor de kans op<br />
optimale zorguitkomsten wordt verkleind.<br />
Vergelijkbaarheid<br />
Het gebruik van zorg is niet alleen gerelateerd aan de diagnose, maar ook aan populatiekenmerken<br />
zoals leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status en comorbiditeit (Heijmans, 2006; Pomp, 2009;<br />
Wennberg, 1996). Als er significante verschillen zijn in deze kenmerken per ziekenhuis, dan is het<br />
belangrijk om daarvoor te corrigeren. Zonder correcties voor deze kenmerken (zorgzwaartecorrectie)<br />
ontstaat een vertekend beeld van het zorggebruik. Met behulp van de beschikbare databases is<br />
uitgebreide correctie mogelijk op basis van declaratie- en verzekerdengegevens.<br />
Ook na correctie voor patiëntkenmerken blijft het mogelijk dat de zorgzwaarte van een ziekenhuis die<br />
een derdelijns functie vervult (dat wil zeggen dat dit ziekenhuis patiënten doorverwezen krijgt van<br />
behandelaren in andere ziekenhuizen) zwaarder is dan dat van een centrum dat geen derdelijns zorg<br />
vervult. Om te voorkomen dat deze indicator bij dergelijke ziekenhuizen onjuist geïnterpreteerd kan<br />
worden, wordt bij de presentatie van de resultaten het percentage doorverwijzingen vanuit een ander<br />
ziekenhuis vermeld. Onderzocht zal worden of en hoe hiervoor dan ook vervolgens daadwerkelijk<br />
gecorrigeerd dient te worden.<br />
Per indicator wordt voor alle gedefinieerde kenmerken onderzocht welke een significante invloed<br />
hebben door middel van een regressieanalyse. Voor deze kenmerken wordt gecorrigeerd. Afhankelijk<br />
16
van voortschrijdend inzicht of de beschikbaarheid van data kan in de toekomst de verzameling van<br />
onderzochte populatiekenmerken worden aangepast.<br />
Specifiek voor de indicatorenset galblaasverwijdering:<br />
Correctie vindt plaats op de volgende patiëntkenmerken (mits significant):<br />
• Leeftijd<br />
• Geslacht<br />
• Sociaal economische status<br />
• Diabetes<br />
De werkgroep wil ook corrigeren voor de volgende variabelen. Correctie op deze variabelen is echter<br />
nog niet mogelijk.<br />
• Obesitas<br />
• Fors gewichtsverlies<br />
• Zwangerschap<br />
• Etniciteit<br />
• Parenterale voeding<br />
• Oestrogenen gebruik<br />
• Octreotide gebruik<br />
• Positieve familieanamnese<br />
Registratiebetrouwbaarheid<br />
De benodigde informatie wordt door zorgverzekeraars geregistreerd en aangeleverd aan Vektis. Het<br />
gaat hierbij zowel om verzekerdengegevens als gedeclareerde DBC’s. De gedeclareerde DBC’s<br />
hebben tijdens het aanleveringsproces van ziekenhuis via verzekeraar aan Vektis verschillende<br />
validiatieslagen ondergaan. De data zijn inclusief declaraties van ZBC’s voor zover het verzekerde<br />
zorg betreft, en kennen voor wat betreft de ziekenhuiszorg een dekkingsgraad van 95-99%. De<br />
landelijke Vektis bestanden zijn dan ook een betrouwbare databron, waarin beschikbare data juist en<br />
volledig zijn vastgelegd.<br />
Nederlandse patiënten die in het buitenland worden behandeld maken geen deel uit van de Vektis<br />
database, omdat deze declaraties zelden via DBC’s verlopen. De consequentie hiervan is dat in de<br />
regio’s van Nederland die grenzen aan België of Duitsland de interventie-percentages te laag kunnen<br />
uitvallen.<br />
De databron van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) die wordt gebruikt voor de<br />
correctieberekening wordt gezien als betrouwbaar. De correctieberekening maakt gebruik van de<br />
statusscores gepubliceerd door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), een maat voor de<br />
sociaaleconomische status van een postcodegebied. Het is een maat die is samengesteld uit drie<br />
elementen: inkomen, werkgelegenheid en opleidingsniveau. Bij de bepaling van patiëntkenmerk P10<br />
(SES) wordt een koppeling gemaakt op basis van de postcode van de verzekerde en de SCP<br />
gegevens.<br />
Berekening praktijkvariatie-indicator<br />
De praktijkvariatie-indicator wordt volledig door Vektis aangeleverd. Instellingen hoeven de<br />
onderstaande variabelen niet zelf te verzamelen en de berekeningen niet zelf toe te passen. Voor de<br />
volledigheid worden de methoden die Vektis hanteert voor het berekenen van de indicator hieronder<br />
weergegeven.<br />
Variabelen<br />
Voor de bepaling van deze indicator wordt gebruik gemaakt van Vektis data die op patiëntniveau zijn<br />
vastgelegd. Dit gebeurt aan de hand van een variabelenlijst. Een variabele is een te verzamelen<br />
data-element. Het betreft zowel patiëntkenmerken (zie Tabel 1) als DBC-registraties (zie Tabel 2).<br />
Een toelichting op de DBC-coderingen is te vinden aan het eind van deze paragraaf.<br />
Regionale populatiekenmerken kunnen de vergelijkbaarheid van de praktijkvariatie indicator<br />
verstoren. Hiervoor wordt gecorrigeerd. De correctieberekening maakt gebruik van de statusscores<br />
gepubliceerd door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), een maat voor de sociaaleconomische<br />
status van een postcodegebied. Het is een maat die is samengesteld uit drie elementen: inkomen,<br />
17
werkgelegenheid en opleidingsniveau. 1 Bij de bepaling van patiëntkenmerk P10 (SES) wordt een<br />
koppeling gemaakt op basis van de postcode van de verzekerde en de SCP gegevens.<br />
Tabel 1: Patiëntkenmerken uit Vektis data<br />
Type Patiënt- Naam Waarden Instructie<br />
kenmerk kenmer<br />
k nr.<br />
Algemeen P1 Patiënt-id<br />
P2 Postcode patiënt XXXX<br />
P3 Geslacht M/V<br />
P4 Geboortedatum Dd/mm/jjjj<br />
P5 Leeftijd … jr Berekenen m.b.v. datum<br />
openen DBC en<br />
geboortedatum<br />
Postcode P10 SES Indeling Koppelen op basis<br />
gekoppeld<br />
categorie SES postcode verzekerde aan<br />
SCP gegevens<br />
FKG P20 2 Diabetes Type I Ja/Nee Patiënt valt in FKG 16<br />
P21 Diabetes Type II met<br />
hypertensie en cholesterolmedicatie<br />
(IIa)<br />
Ja/Nee Patiënt valt in FKG 6<br />
P22 Diabetes Type II overig (IIb) Ja/Nee Patiënt valt in FKG 9<br />
Tabel 2: Variabelen uit DBC gegevens van Vektis<br />
Variabele Naam Waarden Instructie<br />
V1 Initiële DBC<br />
0303.11.323.XXX Voor bepalen<br />
aandoening<br />
verzorgingsgebied<br />
V2 DBC operatief 0303.11/21.323.202/203/206/3<br />
02/303/306<br />
Voor bepalen teller<br />
V3 Datum openen<br />
operatieve DBC<br />
Dd/mm/jjjj<br />
V7 Mogelijke verwijs DBC 0303.XX.323.1XX In ander ziekenhuis dan<br />
zkh van operatie (V2)<br />
V8 Datum openen<br />
mogelijke verwijs DBC<br />
Dd/mm/jjjj<br />
V9 Tijd tussen mogelijke<br />
verwijs DBC en<br />
operatieve DBC<br />
V9 = V3 – V8<br />
V10 Verwijzing van ander Ja/Nee Indien sprake is van V7 en<br />
ziekenhuis<br />
(V9 ≤ 90) dagen).<br />
1 Voor meer informatie zie<br />
http://www.scp.nl/Organisatie/Onderzoeksgroepen/Wonen_Leefbaarheid_Veiligheid/Lopend_onderzoek_van_W<br />
LV/Statusscores<br />
2 Belangrijk: Variabelen P20 t/m P22 zijn wederzijds exclusief: dwz. kunnen niet gelijktijdig voorkomen bij 1<br />
patiënt. De patiënt wordt volgens beslisregels aan maximaal één van deze hier gebruikte FKGs toebedeeld.<br />
18
Toelichting DBC codering<br />
Component Code Omschrijving<br />
Specialisme 0303 Heelkunde<br />
<strong>Zorg</strong>type 11 Initiële DBC, reguliere zorg<br />
21 Vervolg DBC<br />
Diagnose 323 cholecystitis / cholelithiasis<br />
Behandeling 202 Operatief met dagopname(n)<br />
203 Operatief met klinische episode(n)<br />
206 KZD Operatief met klinische episode(n)<br />
302 Operatief-endotechniek met dagopname(n)<br />
303 Operatief-endotechniek met klinische episode(n)<br />
306 KZD operatief-endotechniek met klinische episode(n)<br />
Uitvoering indicatorbepaling<br />
De gegevens die noodzakelijk zijn voor het bepalen van de indicator praktijkvariatie zijn reeds<br />
beschikbaar via Vektis. Ziekenhuizen hoeven geen aanvullende gegevens te registreren. De bepaling<br />
van de indicator wordt door Vektis uitgevoerd.<br />
Vektis construeert voor (clusters) van postcodegebieden koppelingen tussen de Vektis data en<br />
populatiegegevens van het SCP. Vervolgens verricht Vektis de analyse om voor ieder ziekenhuis tot<br />
de juiste indicatorwaarde te komen.<br />
De stappen voor het bepalen van de indicatorwaarde zien er als volgt uit:<br />
1. Vektis selecteert de juiste patiëntpopulatie op basis van de gesloten Diagnose Behandeling<br />
Combinaties (DBC’s). Dit zijn alle afgesloten DBC’s die geopend zijn in de meetperiode met<br />
codering zoals in Tabel 2 en kunnen zowel initiële als vervolg DBC’s betreffen.<br />
2. Vektis maakt een koppeling met CBS en SCP data en berekent vervolgens:<br />
3. Welke populatiekenmerken op individueel niveau een significante invloed hebben op de<br />
praktijkvariatie door middel van een regressieanalyse<br />
4. De verzorgingsgebieden per ziekenhuis door toewijzing van individuele verzekerden aan<br />
ziekenhuizen<br />
5. Op ziekenhuisniveau de verwachte praktijkvariatie op basis van de populatiekenmerken van<br />
verzekerden in het verzorgingsgebied<br />
6. De gecorrigeerde praktijkvariatie op ziekenhuisniveau<br />
In stap 4 wordt het verzorgingsgebied per ziekenhuis geïdentificeerd op basis van gedeclareerde<br />
DBC’s (al dan niet operatief). Het verzorgingsgebied per ziekenhuis wordt per aandoening berekend.<br />
Op deze wijze wordt rekening gehouden met eventuele specialisaties van ziekenhuizen, en<br />
verschuivingen van marktaandeel. Afhankelijk van het aantal patiënten dat voor een aandoening in<br />
het ziekenhuis wordt gezien, worden fracties van postcodegebieden toegewezen aan ziekenhuizen.<br />
Voor een uitgebreide beschrijving van de gehanteerde methodiek voor het toewijzen van het<br />
verzorgingsgebied en het berekenen van indicatorwaarden zie [wordt nog via website ZiZo of Vektis<br />
ter beschikking gesteld].<br />
Referenties<br />
- NVvH. Richtlijn Onderzoek en behandeling van galstenen. Utrecht, 2007: Nederlandse<br />
Vereniging voor Heelkunde.<br />
- RVZ. Gepaste <strong>Zorg</strong>. Zoetermeer, 2004: Raad voor de Volksgezondheid en <strong>Zorg</strong>.<br />
- van Beek E, Boon L, Vlieger EJ. Voorstudie naar Praktijkvariatie in Nederland, in opdracht van<br />
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.<br />
- Wennberg JE, O’Connor AM, et al. Extending The P4P Agenda, Part 1: How Medicare Can<br />
Improve Patient Decision Making And Reduce Unnecessary Care. Health Affairs 2009;26:1564-<br />
1574.<br />
- Dartmouth Atlas Project 2011. http://www.dartmouthatlas.org/<br />
- Heijmans, MJWM. Mensen met COPD met een lage sociaal - economische status. NIVEL, 2006.<br />
19
- Pomp, M en F Hasaart. Aanbodgeïnduceerde vraag in de ziekenhuismarkt. ESB 94, 2009:372-<br />
374.<br />
- Wennberg, J. The Dartmouth Atlas of Healthcare. Chicago: AHA Press, 1996.<br />
20
3. Lijst te verzamelen variabelen<br />
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de gegevens voor het bepalen van de indicatoren verzameld<br />
worden. Dit gebeurt aan de hand van een variabelenlijst. Een variabele is een te verzamelen dataelement.<br />
Variabelenlijst<br />
Structuurindicatoren worden op ziekenhuisniveau verzameld. Het is voor deze indicatoren voldoende<br />
om één keer per jaar een vraag met ja of nee te beantwoorden. Om de proces- en<br />
uitkomstindicatoren te kunnen bepalen, worden gegevens op patiëntniveau verzameld en worden<br />
verschillende bronnen geraadpleegd.<br />
Op de volgende pagina’s worden alle variabelen beschreven die nodig zijn om de indicatoren te<br />
kunnen bepalen van de set <strong>Galblaasverwijdering</strong>. Van de variabelen worden de volgende gegevens<br />
vastgelegd:<br />
- Variabele nummer: Het nummer van de variabele wordt later gebruikt om uit te kunnen<br />
leggen welke variabelen gebruikt moeten worden voor de berekening<br />
van een indicator.<br />
- Naam: Naam/beschrijving van de variabele.<br />
- Vast te leggen waarde: De vast te leggen waarde is een omschrijving om aan te geven wat een<br />
ziekenhuis moet vastleggen. Dit kan bijvoorbeeld een behandelas van<br />
een DBC zijn, ja/nee of een datum.<br />
- Bron: De bron is bedoeld om het zoeken naar de variabele (het data-element)<br />
te vereenvoudigen Dit is gebaseerd op de bevindingen van de<br />
ziekenhuizen uit de praktijktest. Het kan zijn dat dit in andere<br />
ziekenhuizen onder een andere naam of op een andere plaats/systeem<br />
wordt vastgelegd.<br />
- Instructie: Deze beschrijft met welke zoekwaarden gezocht moet worden. Ook<br />
worden praktijktips gegeven.<br />
- Nodig voor indicator: Als laatste staat aangegeven voor welke indicatoren de variabele<br />
gebruikt wordt.<br />
Voor sommige variabelen is het niet mogelijk om direct uit de data de waarde van de variabele te<br />
bepalen. Leeftijd is hierbij het meest duidelijke voorbeeld. Om de leeftijd te kunnen bepalen is een<br />
peildatum en een geboortedatum nodig. Deze eerste twee gegevens zijn opgenomen bij de<br />
variabelen. Bij de indicatoren zijn rekenregels gedefinieerd die de uiteindelijke variabele berekenen.<br />
Een voorbeeld is: peildatum – geboortedatum = leeftijd.<br />
21
Tabel 1: Variabelen uit verschillende bronnen in het ziekenhuis<br />
Varia-<br />
bele<br />
Naam Vast te leggen waarde Bron Instructie Benodigd<br />
G0 Patiëntnummer ZIS Het patiëntnummer is het unieke element dat de<br />
basis vormt om koppelingen tussen<br />
registratiesystemen mogelijk te maken.<br />
G1 Laparoscopisch<br />
galblaasverwijde<br />
ring<br />
G2 <strong>Zorg</strong>verrichting<br />
laparoscopische<br />
galblaasverwijde<br />
ring<br />
DBC codering:<br />
0303.xx.323.302<br />
0303.xx.323.303<br />
0303.xx.323.306<br />
<strong>Zorg</strong>verrichtingen:<br />
35355<br />
35321<br />
35356<br />
DBCregistratie<br />
<strong>Zorg</strong>verrichting<br />
en registratie<br />
De patiënten die een geplande laparoscopische<br />
galblaasverwijdering hebben ondergaan<br />
voor indicator<br />
1: Opnamedagen<br />
3: Dagbehandeling<br />
4: Volume<br />
1: Opnamedagen<br />
3: Dagbehandeling<br />
1: Opnamedagen<br />
3: Dagbehandeling<br />
G3 Datum opname dd-mm-jjjj ZIS, EPD De datum van opname voor G1 1: Opnamedagen<br />
G4 Datum ontslag dd-mm-jjjj ZIS, EPD De datum van ontslag voor G1 1: Opnamedagen<br />
G5 Galblaas- DBC codering:<br />
DBC- De patiënten die een galblaasverwijdering 4: Volume<br />
verwijdering 0303.xx.323.202<br />
0303.xx.323.203<br />
0303.xx.323.206<br />
0303.xx.323.302<br />
0303.xx.323.303<br />
0303.xx.323.306<br />
registratie ondergaan<br />
G6 <strong>Zorg</strong>verrichting <strong>Zorg</strong>verrichtingen:<br />
<strong>Zorg</strong>verrichting<br />
4: Volume<br />
galblaasverwijde 35350<br />
en registratie<br />
ring<br />
35355<br />
35300<br />
35301<br />
35320<br />
35321<br />
35351<br />
35356<br />
G7 Dagbehandeling DBC codering:<br />
DBC<br />
Een patiënt met galblaasoperatie waarbij opname 3: Dagbehandeling<br />
galblaasoperatie 0303.xx.323.202<br />
0303.xx.323.302<br />
registratie en ontslag op dezelfde dag plaatsvinden<br />
22
Tabel 2: Rekenregels voor te berekenen variabelen<br />
Variabele Te berekenen gegevens Berekening Formule Validatie-<br />
Regels<br />
Nodig voor<br />
indicator<br />
G8 Opnameduur (dagen) Datum ontslag – Datum opname G4-G3 >=0 1: Opnamedagen<br />
.<br />
23
Bijlage 1: Verwerking commentaar consultatieronde<br />
In de onderstaande tabel zijn alleen commentaren opgenomen die deels of niet verwerkt zijn, of ter kennisgeving zijn aangenomen door de indicatorwerkgroep.<br />
Overige commentaren zijn doorgevoerd in de indicatorengids en zijn daarom niet nogmaals in de tabel benoemd.<br />
Commentaar* Vereniging/organisatie Verwerkt/Niet verwerkt Toelichting<br />
NVGIC is ook bezig met de ontwikkeling van<br />
een indicatorenset voor galblaas. Afstemming is<br />
vereist.<br />
In het ziekenhuis worden ERCP’s, uitgevoerd<br />
door de MDL. Deze zijn echter niet<br />
meegenomen in de indicatorset bij de<br />
rekenregels. In veel ziekenhuizen zonder<br />
specifiek MDL zal de heelkunde deze verrichting<br />
uitvoeren.<br />
Acute (dus ontstoken) en electieve patiënten<br />
worden op een hoop gegooid.<br />
Algemene opmerkingen<br />
NFU Niet verwerkt Er zat een werkgroeplid van de<br />
NVvH/NVGIC in de werkgroep voor de<br />
ontwikkeling van de indicatorenset.<br />
Bovendien heeft de NVvH (bijna) alle<br />
indicatoren geautoriseerd.<br />
NVZ Niet verwerkt De werkgroep heeft er bewust voor<br />
gekozen om het specialisme MDL niet<br />
mee te nemen.<br />
NVZ Niet verwerkt Op basis van DBC’s kan geen<br />
onderscheid gemaakt worden tussen<br />
acuut en electief, daarom heeft de<br />
werkgroep besloten om beide samen te<br />
nemen.<br />
Indicator 1: Opnamedagen<br />
Geautoriseerd NVvH Ter kennisneming<br />
Indicator 2: Heropname<br />
Geautoriseerd NVvH Ter kennisneming<br />
Waarom wordt dit aangeleverd door Vektis? Dit<br />
kan ook uit eigen registratie worden gehaald.<br />
De vraag hierbij is hoe de heropnames in eigen<br />
ziekenhuis dan worden geteld? Dit in verband<br />
met de regel dat heropnames binnen dezelfde<br />
DBC vallen dan de primaire galblaasoperatie<br />
NVZ Niet verwerkt Er is voor gekozen om zo veel mogelijk<br />
gebruik te maken van bestaande<br />
registraties. Uit Vektis is het goed<br />
mogelijk deze gegevens te halen.<br />
24
Commentaar* Vereniging/organisatie Verwerkt/Niet verwerkt Toelichting<br />
Het is duidelijker om te spreken van aantal<br />
operaties in plaats van aantal patiënten.<br />
Indicator 3: Dagbehandeling<br />
NVZ Niet verwerkt Per persoon kan maar één keer een<br />
galblaasverwijdering plaatsvinden,<br />
daarom blijft de focus het aantal<br />
patiënten.<br />
Indicator Conversies<br />
Geautoriseerd NVvH Ter kennisneming<br />
Conversies zijn niet uit de dbc/verrichtingen<br />
registratie te halen. Hierdoor niet aan te leveren<br />
In overleg met de OK moet worden achterhaald<br />
of zowel de geplande (laparoscopische<br />
verwijdering)als de uiteindelijke OK ( open<br />
galblaasverwijdering) opgehaald kan worden.<br />
Anders is dit een handmatige en tijdrovende<br />
exercitie.<br />
Het effect van het verschil in percentage open<br />
en laparoscopische procedure heeft veel effect<br />
op deze indicator.<br />
Omdat het een groot aantal patiënten betreft is<br />
het onwenselijk om dit handmatig uit het<br />
systeem te moeten halen.<br />
NVZ Niet verwerkt Deze indicator is niet vastgesteld door de<br />
stuurgroep vanwege geringe<br />
inhoudsvaliditeit.<br />
NVZ Niet verwerkt Deze indicator is niet vastgesteld door de<br />
stuurgroep vanwege geringe<br />
inhoudsvaliditeit.<br />
NVZ Niet verwerkt Deze indicator is niet vastgesteld door de<br />
stuurgroep vanwege geringe<br />
inhoudsvaliditeit.<br />
Indicator 4: Volume galblaasverwijdering<br />
Geautoriseerd NVvH Ter kennisneming<br />
ZN is met de NVvH van mening dat de volumeindicator<br />
in deze vorm niet thuishoort in de<br />
zorginhoudelijke set, omdat die niets zegt over<br />
de kwaliteit van de zorg.<br />
De NVvH heeft grote moeite met het uitvragen<br />
van de praktijkvariatie. De huidige gegevens<br />
over praktijkvariatie zijn namelijk onvoldoende<br />
valide en betrouwbaar. Dat bleek tijdens een<br />
overleg tussen NVvH en ZN op 20 juni j.l.<br />
ZN Niet verwerkt Indicator blijft gehandhaafd op<br />
uitdrukkelijk verzoek van de NPCF/CB<br />
Indicator 5: Praktijkvariatie<br />
NVvH Niet verwerkt De indicator is toegevoegd op verzoek<br />
van de vragende partijen (NPCF,<br />
Consumentenbond en <strong>Zorg</strong>verzekeraars<br />
Nederland).<br />
25
Commentaar* Vereniging/organisatie Verwerkt/Niet verwerkt Toelichting<br />
Wat zegt deze indicator in deze tijd dat<br />
patiënten keuzevrijheid tussen ziekenhuizen<br />
hebben?<br />
* Indien nodig is commentaar samengevat<br />
NVZ Niet verwerkt De indicator is toegevoegd op verzoek<br />
van de vragende partijen (NPCF,<br />
Consumentenbond en <strong>Zorg</strong>verzekeraars<br />
Nederland)<br />
26
Deel 2: Klantpreferentievragen<br />
Bij deze indicatorenset zijn (nog) geen klantpreferentievragen opgesteld die ingaan op het aanbod<br />
van de zorg.<br />
27
Afkortingenlijst indicatorengids <strong>Galblaasverwijdering</strong><br />
CB Consumentenbond<br />
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek<br />
COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease<br />
DBC Diagnose Behandel Combinatie<br />
EPD Elektronisch patiëntendossier<br />
ERCP Endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie<br />
FKG Farmaceutische kostengroep<br />
IGZ Inspectie voor Gezondheidzorg<br />
KZD Klinisch zonder dagen (= geen ligdagen)<br />
MAX Maximum<br />
MDL Maag Darm Lever<br />
MIN Minimum<br />
NFU Nederlandse Federatie van Universitair Medisch Centra<br />
NPCF Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie<br />
NVGIC Nederlandse Vereniging voor GastroIntestinale Chirurgie<br />
NVvH Nederlandse Vereniging voor Heelkunde<br />
NVZ Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen<br />
OECD Organisation for Economic Co-operation and Development<br />
RVZ Raad voor de Volksgezondheid en <strong>Zorg</strong><br />
SCP Sociaal en Cultureel Planbureau<br />
SES Sociaal economische status<br />
ZBC Zelfstandig Behandelcentrum<br />
ZIS Ziekenhuisinformatiesysteem<br />
ZN <strong>Zorg</strong>verzekeraars Nederland<br />
28