Opgave Nederlands (76Kb, pdf) - DUO
Opgave Nederlands (76Kb, pdf) - DUO
Opgave Nederlands (76Kb, pdf) - DUO
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nederl<br />
Tijdvak 1<br />
Woensdag 15 mei<br />
13.30 – 16.00 uur<br />
College-examen schriftelijk<br />
<strong>Opgave</strong>nboekje<br />
VF-1001-s-13-1-o<br />
Staatsexamen VWO<br />
2013<br />
<strong>Nederlands</strong>e taal schrijfvaardigheid<br />
1 Lees verder ►►►
Vwo <strong>Nederlands</strong>e taal<br />
Schrijfvaardigheid<br />
Algemene instructie bij onderwerp 1 en 2<br />
Als onderdeel van het college-examen maakt u een schrijfopdracht. De toets duurt<br />
150 minuten.<br />
U kiest onderwerp 1 of 2. Het is de bedoeling dat u aan de hand van de aangeboden<br />
teksten een artikel schrijft. U kiest daartoe slechts één opdracht en maakt in geen<br />
geval meerdere opdrachten. Geef bovenaan uw tekst duidelijk aan voor welke<br />
opdracht u gekozen hebt door de letter A, B, C of D te noteren.<br />
Gebruik de volgende richtlijnen:<br />
• Ga uit van de tekstsoort en het publiek, zoals in de opdracht is aangegeven.<br />
• Zorg voor een duidelijke alinea-indeling.<br />
• Bedenk een pakkende titel.<br />
• Bedenk minstens drie tussenkopjes van maximaal zes woorden.<br />
• Het is niet de bedoeling dat u de inleiding bij onderwerp 1 of 2 klakkeloos<br />
overneemt in uw eigen schrijfproduct.<br />
• Let op zinsbouw, stijl en spelling.<br />
• Gebruik minimaal 600 woorden en niet meer dan 750 woorden. Vermeld het<br />
aantal woorden onder uw tekst.<br />
Veel succes.<br />
2 Lees verder ►►►
Onderwerp 1<br />
Inleiding<br />
De verzorgingsstaat<br />
Nederland is een verzorgingsstaat. Ons land kent een sociaal systeem waarin de<br />
staat primaire verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van zijn burgers, zoals in<br />
kwesties van gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid. De<br />
verzorgingsstaat staat onder druk. Er is veel kritiek op de inrichting ervan. Ook kost<br />
de verzorgingsstaat veel geld volgens sommige deskundigen. Moet de<br />
verzorgingsstaat in deze vorm behouden blijven of moet deze ingrijpend worden<br />
gewijzigd? Hoe zou Nederland in de toekomst moeten zorgen voor zijn burgers?<br />
Waarop zouden de accenten moeten liggen? Voor wie zou de verzorgingsstaat<br />
eigenlijk moeten zorgen en voor wie beslist niet?<br />
Opdracht A<br />
Schrijf voor de lezers van een regionale krant een betoog waarin u uw mening geeft<br />
over de verzorgingsstaat. U neemt in ieder geval de volgende informatie-elementen<br />
op:<br />
1. Een inleiding waarmee u de aandacht van de lezers trekt en waarin u uw<br />
standpunt aan de orde stelt door middel van een stelling.<br />
2. Drie argumenten die pleiten voor uw standpunt. Gebruik hierbij een relevant<br />
citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen aanhalingstekens.<br />
3. Twee tegenargumenten waarvan u er een weerlegt. Gebruik een relevant<br />
citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen aanhalingstekens.<br />
4. Een slot met een conclusie die aansluit bij uw stelling.<br />
Opdracht B<br />
Schrijf voor de lezers van een regionale krant een beschouwing over de<br />
verzorgingsstaat. U neemt in ieder geval de volgende informatie-elementen op:<br />
1. Een inleiding waarmee u de aandacht van de lezers trekt en waarin u het<br />
verschijnsel beschrijft. Besluit de inleiding met de hoofdvraag.<br />
2. Een visie van voorstanders onderbouwd met drie argumenten. Gebruik een<br />
relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen<br />
aanhalingstekens.<br />
3. Een visie van tegenstanders onderbouwd met drie argumenten. Gebruik een<br />
relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen<br />
aanhalingstekens.<br />
3 Lees verder ►►►
4. Een samenvattend slot waarin u uw eigen visie opneemt.<br />
De teksten die u kunt gebruiken, zijn:<br />
Pegtel, A. (2012, januari/februari). Ik heb zelf ervaren dat het met een duwtje in de<br />
rug mogelijk is erbovenop te komen en de armoede achter je te laten. Maarten! p. 52.<br />
Pegtel, A. (2012, januari/februari). Zwakkeren wordt alle verantwoordelijkheid<br />
ontnomen. Maarten! p. 65.<br />
Pegtel, A. (2012, januari/februari). Onze verzorgingsstaat is gebaseerd op<br />
arbeidsmodellen uit de jaren vijftig. Maarten! p. 77.<br />
Vergeet niet de richtlijnen uit de algemene instructie in acht te nemen!<br />
4 Lees verder ►►►
Tekst 1<br />
Ik heb zelf ervaren dat het met een duwtje in de rug mogelijk is<br />
erbovenop te komen en de armoede achter je te laten<br />
Hans Spekman werd aan het eind van 2011 gekozen tot voorzitter van de PvdA.<br />
Eerder was hij namens die partij lid van de Tweede Kamer. Hij ziet de<br />
verzorgingsstaat niet als een statisch bouwwerk, maar vindt dat regelgeving telkens<br />
aangepast dient te worden aan nieuwe maatschappelijke omstandigheden.<br />
"De verzorgingsstaat beschouw ik als een vorm van beschaving waar ik niet zonder<br />
zou willen. Er zijn talloze mensen die buiten hun schuld in moeilijke omstandigheden<br />
verkeren. Pech bestaat in het leven. Wie dat erkent, zal het met me eens zijn dat we<br />
met zijn allen moeten voorkomen dat die mensen wegzakken in de modder. We<br />
moeten hun kansen bieden om op te klauteren, om weer mee te gaan doen.<br />
Dat ik me hard maak voor de sociale zekerheid, komt ongetwijfeld door mijn jeugd.<br />
Thuis hadden we het niet breed. Toen ik één jaar was, overleed mijn vader. Mijn<br />
moeder bleef als weduwe achter met vier kinderen. Dat zij financieel door de<br />
overheid werd gesteund, heeft mij als kind verder gebracht. Ik heb zelf ervaren dat<br />
het met een duwtje in de rug mogelijk is erbovenop te komen en de armoede achter<br />
je te laten.<br />
In mijn ideale verzorgingsstaat laten we in principe niemand vallen. Het beleid moet<br />
erop gericht zijn kwetsbaren sterker te maken en aan te zetten tot zelfstandigheid.<br />
Dat leidt uiteindelijk tot algemene maatschappelijke vooruitgang.<br />
Zorg voor mensen die het in het leven niet allemaal komt aanwaaien, is wat mij<br />
betreft nog altijd een van de kernpunten van de sociaal-democratie. Maar waar we in<br />
het verleden misschien wat laks in zijn geweest, is dat we niet streng genoeg<br />
controleerden of het systeem werd misbruikt. In mijn tijd als wethouder in Utrecht heb<br />
ik zelf gezien dat uitkeringstrekkers bijvoorbeeld zwart bijklusten. Dat is<br />
ontoelaatbaar.<br />
Om fraude te voorkomen moeten we de naïviteit uit de regelgeving halen. Zo<br />
ingewikkeld is dat niet, want bestanden zijn eenvoudig te koppelen. Daarnaast moet<br />
de steun natuurlijk terechtkomen waar deze hoort. Dat grootouders via de<br />
kinderopvangtoeslag een zakcentje konden bijverdienen als oppas van hun<br />
kleinkinderen, was ronduit belachelijk.<br />
Of ik voorstander ben van krappe of ruime zorgregels? Daar kan ik geen simpel<br />
antwoord op geven. Ik zie de verzorgingsstaat namelijk niet als een statisch<br />
bouwwerk. De regelgeving dient telkens aangepast te worden aan de nieuwe<br />
omstandigheden.<br />
Neem nu dementie; dat is een groeiende volksziekte. In de komende jaren krijgen we<br />
te maken met meer dementerende ouderen. Die zullen worden opgevangen in<br />
verpleeghuizen. Maar ik kan me voorstellen dat hun kinderen de zorg helemaal niet<br />
willen uitbesteden, dat zij deels zelf voor hun ouders willen zorgen. Die mogelijkheid<br />
zou je mensen moeten bieden via zorgverloven.<br />
5 Lees verder ►►►
De duur van het zorgverlof is momenteel zeer beperkt en kan worden uitgebreid. Het<br />
idee dat een werknemer altijd maximaal productief moet zijn, moeten we loslaten.<br />
Geef mensen in een bepaalde periode van hun leven de ruimte om aandacht aan<br />
hun omgeving te schenken. Voor je naasten zorgen vind ik een heel mooi sociaal<br />
beginsel. Als je het uitrekent, is mantelzorg nog goedkoper dan professionele zorg.<br />
Over het algemeen genomen denk ik dat de sociale zekerheid in de afgelopen jaren<br />
is afgenomen. Dat stemt mij niet vrolijk. Het is mijn overtuiging dat een goed sociaal<br />
stelsel en goed onderwijs noodzakelijk zijn om de maatschappelijke mobiliteit te<br />
stimuleren en armoede te bestrijden. Van een sociaal vangnet gaat ook een<br />
belangrijke psychologische werking uit. Een vijftigplusser zou in deze tijd van<br />
reorganisaties in doodsangst kunnen verkeren, omdat zijn baas hem ieder moment<br />
kan afdanken voor een goedkope jonge flexkracht. Dat is een reële angst, want als je<br />
je baan verliest, dan moet je uiteindelijk je huis opeten en dan raak je alles kwijt. Het<br />
idee dat er ontslagrecht bestaat en dat er een WW is, haalt de scherpe kantjes van<br />
die dreiging af. Het voorkomt dat mensen verlamd raken en dat is positief."<br />
Bron: Pegtel, A. (2012, januari/februari). Ik heb zelf ervaren dat het met een duwtje in de rug mogelijk<br />
is erbovenop te komen en de armoede achter je te laten. Maarten! p. 52.<br />
6 Lees verder ►►►
Tekst 2<br />
Zwakkeren wordt alle verantwoordelijkheid ontnomen<br />
VVD-Kamerlid Tamara Venrooy is voor haar partij woordvoerder Langdurige Zorg. Zij<br />
studeerde bestuurskunde in Rotterdam. Venrooy vergelijkt de<br />
overheidsbemoeienissen met de verzorgingsstaat met een oud dametje dat niet wil<br />
oversteken, maar dat tegen wil en dank over straat wordt meegesleurd.<br />
"Ik zit in de politiek om mijn idealen te realiseren. Ik beschouw het werkelijk als een<br />
missie om ervoor te zorgen dat goede gezondheidszorg ook in de toekomst<br />
beschikbaar blijft voor onze kinderen en kleinkinderen. Daarom ontkomen we er nu<br />
niet aan om duidelijke en soms pijnlijke keuzes te maken. Als je kijkt naar hoeveel<br />
mensen een beroep doen op ons zorgstelsel, dan zie je dat die groep veel en veel te<br />
groot is. Hervormen we niet, dan dreigt ons zorgsysteem onbetaalbaar te worden.<br />
Dat mensen mij op verjaardagsfeestjes aanspreken op de bezuinigingsplannen, vind<br />
ik niet vervelend. Ik wil mijn standpunt graag verdedigen. Als je niet kiest, dan kies je<br />
namelijk ook. En dan kies je tegen de mensen die het allerzwakst zijn en de zorg in<br />
de toekomst het hardst nodig hebben.<br />
Neem alleen al de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Die wet werd in<br />
1968 ingevoerd als sluitstuk van ons zorgstelsel. Er werden toen 50000 langdurige<br />
zieken gefinancierd door de AWBZ, omdat zij onder geen andere zorgverzekering<br />
vielen. Inmiddels financiert de AWBZ zorg voor ruim 700000 mensen. Het aantal<br />
zieken in ons land is echter niet exponentieel gestegen, maar er zijn steeds nieuwe<br />
doelgroepen aan de AWBZ toegevoegd.<br />
Ik noem het wel de pest van de <strong>Nederlands</strong>e hulpverlenersmentaliteit dat mensen,<br />
onder wie zieken, de regie van hun eigen leven uit handen wordt genomen. Het lijkt<br />
misschien sympathiek om mensen in levenslange, omvangrijke zorgtrajecten onder<br />
te brengen, maar ik signaleer ook dat het systeem individuen klemzet. In plaats van<br />
dat zwakkeren worden gestimuleerd om zo mogelijk zelfstandiger te worden, wordt<br />
hun alle verantwoordelijkheid ontnomen.<br />
Er zal altijd een groep zijn die ondersteuning nodig heeft. Voor hen houd ik de<br />
verzorgingsstaat graag overeind. Ik zie het ook als een taak van de overheid om<br />
kwetsbaren tot aan de startstreep op weg te helpen. Het grote probleem is dat<br />
overheidsbemoeienis daar niet stopt; de hulp schiet veel te ver door. Ik vergelijk het<br />
wel met een oud dametje dat niet wil oversteken, maar dat tegen wil en dank mee de<br />
straat over wordt gesleurd. Daar moeten we mee stoppen. Iedereen moet de ruimte<br />
en de vrijheid hebben om eigen keuzes te maken.<br />
Een manier om de uitdijende kosten van de AWBZ terug te dringen, is te kijken naar<br />
dat wat mensen wél kunnen in plaats van te kijken naar hun beperkingen. Om de<br />
groep AWBZ-verzekerden in te dammen moeten we ook financiële prikkels uit het<br />
systeem snijden. Op werkbezoek in Limburg hoorde ik dat reïntegratiebureautjes die<br />
mensen met een verstandelijke beperking begeleiden naar zelfstandigheid, geen<br />
toegang hebben tot de grote woonzorgcentra. Als hun bewoners namelijk zelfstandig<br />
worden, verliezen die centra inkomsten. Omdat ze er financieel geen baat bij hebben<br />
7 Lees verder ►►►
hen vooruit te helpen, houden de zorginstellingen de hulpbehoevendheid van hun<br />
bewoners dus maar in stand. Dat is toch te gek?!<br />
Om de hulpverlenersindustrie een halt toe te roepen, zie ik het als een enorme stap<br />
voorwaarts dat de zorgkantoren gaan verdwijnen. Die zorgkantoren regelden de<br />
uitvoering van de AWBZ, maar straks gaan zorgverzekeraars dat gewoon direct zelf<br />
doen. Dat er een bureaucratische laag verdwijnt, zal de transparantie en het<br />
maatwerk in de zorg verbeteren.<br />
Ik ben er diep van overtuigd dat we terug moeten naar de basis, willen we de<br />
solidariteit met zwakkeren op lange termijn behouden. Ga maar na: in 1998 gaven<br />
we 10 miljard uit aan de AWBZ, in 2008 was dat 20 miljard en inmiddels is dat 25<br />
miljard per jaar. Een modaal gezin betaalt via de loonstrook jaarlijks 14000 euro aan<br />
zorgkosten. Je hoeft geen boekhouder te zijn om te constateren dat dit een zeer<br />
omvangrijk bedrag is."<br />
Bron: Pegtel, A. (2012, januari/februari). Zwakkeren wordt alle verantwoordelijkheid ontnomen.<br />
Maarten! p. 65.<br />
8 Lees verder ►►►
Tekst 3<br />
Onze verzorgingsstaat is gebaseerd op arbeidsmodellen uit de<br />
jaren vijftig<br />
Ewald Engelen is hoogleraar financiële geografie en bijzonder hoogleraar etnisch<br />
ondernemerschap aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 2008 is hij adviseur en<br />
lid van de redactieraad van het televisieprogramma 'Buitenhof' van de VPRO. Ook is<br />
hij vaste economiecolumnist voor 'De Groene Amsterdammer'. Een essentiële<br />
hervorming is dat er meer geld wordt uitgegeven aan onderwijs dan aan uitkeringen,<br />
vindt hij.<br />
"Onze verzorgingsstaat is gebaseerd op een economie en een samenleving die niet<br />
meer bestaan. Ga maar na: economisch uitgangspunt zijn arbeidsmodellen uit de<br />
jaren vijftig. Dat was de tijd waarin mannelijke kostwinners levenslang fulltime bij één<br />
werkgever werkten. Deze mannen onderhielden met hun ene salaris hun nietwerkende<br />
echtgenotes, met wie ze een leven lang getrouwd bleven, en hun<br />
kinderen.<br />
Inmiddels eindigt een op de drie huwelijken in een echtscheiding. Het traditionele<br />
kostwinnersgezin – man, vrouw, kinderen – is allang niet meer de enige<br />
samenlevingsvorm. Anderhalfverdieners, ongehuwd samenwonenden,<br />
eenoudergezinnen: onze samenlevingsvormen zijn divers, maar onze<br />
verzorgingsstaat is er niet op ingesteld.<br />
Hetzelfde geldt voor de toegenomen verscheidenheid in arbeidsvormen. Jobhoppers,<br />
zzp'ers of flexwerkers vallen grotendeels buiten het vizier van ons<br />
socialezekerheidsstelsel, maar mogen via belasting wel meebetalen aan de<br />
voorrechten van werknemers in vaste dienst.<br />
Onze verzorgingsstaat bedient een krimpende groep mensen en sluit de rest buiten.<br />
Dat is niet vreemd als je weet dat de verzorgingsstaat bedoeld was om burgers te<br />
beschermen tegen de gevolgen van werkeloosheid. Ons socialezekerheidsstelsel<br />
werd vanuit dat oogpunt halverwege de jaren zeventig uitgebouwd tot een<br />
hoogtepunt. Sindsdien is er vanwege de oplopende kosten steeds meer bezuinigd.<br />
Het blijft bij bijschaven van de regelgeving. Het cruciale probleem wordt niet<br />
aangepakt en dat is dat de koopkrachtlogica van de traditionele verzorgingsstaat niet<br />
is toegesneden op de nieuwe vormen van sociale onzekerheid en<br />
arbeidsonzekerheid.<br />
Werkloosheid is in de eenentwintigste eeuw niet langer onze grootste dreiging. Het<br />
risico is groter dat je inkomen verliest als gevolg van het krijgen van kinderen, van<br />
een scheiding of als gevolg van wisseling van baan naar baan.<br />
Al is onze maatschappij onomkeerbaar veranderd, toch bekommeren de grote<br />
politieke partijen zich nog altijd om het behoud van de klassieke verzorgingsstaat uit<br />
angst voor electorale schade. Dat is niet slim, want ik denk dat we de<br />
verzorgingsstaat slechts kunnen redden als we grondig moderniseren.<br />
9 Lees verder ►►►
Behalve dat het stelsel verouderd is, houdt het ons klein. Sociale zekerheid dient<br />
geen vangnet te zijn, maar een trampoline. Onze egalitaire, herverdelende<br />
verzorgingsstaat heeft de waaghalzen, de doeners, de dromers en de denkers van<br />
zich vervreemd. Het systeem zoals wij dat nu kennen, werkt risicomijdend en<br />
blokkeert de dynamiek en innovatie.<br />
In mijn ideale verzorgingsstaat worden mensen geholpen bij het verwerven en<br />
bereiken van economische zelfstandigheid. Een essentiële hervorming is dat er meer<br />
geld wordt uitgegeven aan onderwijs dan aan uitkeringen. Vervang uitkeringsrechten<br />
door scholingsrechten. Stel werknemers tijdens hun gehele loopbaan in staat om<br />
nieuwe competenties te verwerven voor nieuwe banen in nieuwe sectoren op nieuwe<br />
locaties. Neem de ontslagen postbodes. Die kun je een uitkering geven, maar je kunt<br />
ze ook omscholen voor een baan in de beleveniseconomie van bijvoorbeeld<br />
Amsterdam. Er zijn daar honderden mensen nodig om broodjes te maken, tickets te<br />
verkopen – noem maar op.<br />
Goede scholing dient uiteraard te beginnen bij de jeugd. Scholing in brede zin zou dé<br />
centrale dienst van de <strong>Nederlands</strong>e verzorgingsstaat moeten zijn, al realiseer ik me<br />
goed dat dit een aardverschuiving vereist. Sociale Zaken heeft jaarlijks 60 miljard te<br />
vergeven en Onderwijs slechts 30 miljard. Zodra je de sociale fondsen tot de helft<br />
afroomt ten gunste van onderwijs, tref je de netwerken waarbinnen de elite van de<br />
politieke partijen elkaar bestuursbanen bij sociale instellingen vergeeft. De belangen<br />
om alles bij het oude te houden zijn groot."<br />
Bron: Pegtel, A. (2012, januari/februari). Onze verzorgingsstaat is gebaseerd op arbeidsmodellen uit<br />
de jaren vijftig. Maarten! p. 77.<br />
10 Lees verder ►►►
Onderwerp 2<br />
Inleiding<br />
De jeugd grijpt de macht<br />
Jarenlang liet de <strong>Nederlands</strong>e jeugd elk politiek discours over aan de ouderen. Maar<br />
er is een kentering in aantocht. Onlangs lanceerde de voormalige scholierenactivist<br />
Sywert van Lienden (1990) zijn plan met een grote groep jongeren (G500 genaamd)<br />
gecoördineerd lid te worden van VVD, CDA en PvdA. Hij wil de partijen van binnenuit<br />
onder druk zetten om oog te hebben voor jongerenbelangen. De respons op zijn<br />
initiatief is groot. Ook politieke jongerenorganisaties - ze zijn er nog - van VVD, CDA,<br />
ChristenUnie en D66 laten zich horen. Waar komt die jeugdige betrokkenheid ineens<br />
vandaan? Wankelt de verzorgingsstaat? Wordt een regeerakkoord te veel<br />
toegeschreven op de belangen van de oudere generaties? Is het terecht dat jongere<br />
politieke enthousiastelingen de kat de bel aanbinden, als het gaat over spannende<br />
thema's als pensioenen, arbeidsmarkt, huisvesting en zorg? Moeten er wel meer<br />
jongeren in de politiek?<br />
Opdracht C<br />
Schrijf voor de lezers van een regionale krant een betoog waarin u uw mening geeft<br />
over jongeren en politiek. U neemt in ieder geval de volgende informatie-elementen<br />
op:<br />
1. Een inleiding waarmee u de aandacht van de lezers trekt en waarin u uw<br />
standpunt aan de orde stelt door middel van een stelling.<br />
2. Drie argumenten die pleiten voor uw standpunt. Gebruik hierbij een relevant<br />
citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen aanhalingstekens.<br />
3 Twee tegenargumenten waarvan u er een weerlegt. Gebruik een relevant<br />
citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen aanhalingstekens.<br />
4. Een slot met een conclusie die aansluit bij uw stelling.<br />
Opdracht D<br />
Schrijf voor de lezers van een regionale krant een beschouwing over jongeren en<br />
politiek. U neemt in ieder geval de volgende informatie-elementen op:<br />
1. Een inleiding waarmee u de aandacht van de lezers trekt en waarin u het<br />
verschijnsel beschrijft. Besluit de inleiding met de hoofdvraag.<br />
2. Een visie van voorstanders onderbouwd met drie argumenten. Gebruik een<br />
relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen<br />
aanhalingstekens.<br />
11 Lees verder ►►►
3. Een visie van tegenstanders onderbouwd met drie argumenten. Gebruik een<br />
relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen<br />
aanhalingstekens.<br />
4. Een samenvattend slot waarin u uw eigen visie opneemt.<br />
De teksten die u kunt gebruiken, zijn:<br />
Niemantsverdriet, Th. (2012, 13 april). Jeugdige vernieuwing in de politiek sterft<br />
meestal stille dood. NRC Handelsblad.<br />
Van Praag, E. (2012, 12 april). Tegen: Emanuel van Praag (28), advocaat en lid van<br />
D66. Dit helpt de democratie om zeep. NRC Handelsblad.<br />
Van Lienden, S. (2012, 12 april). Voor: Sywert van Lienden (21), mede-initiatiefnemer<br />
van G500. Het is tijd om naar óns te luisteren. NRC Handelsblad.<br />
Vergeet niet de richtlijnen uit de algemene instructie in acht te nemen!<br />
12 Lees verder ►►►
Tekst 1<br />
Jeugdige vernieuwing in de politiek sterft meestal stille dood<br />
Iedere paar jaar kloppen jeugdige hemelbestormers als G500 aan de poorten van de<br />
gevestigde politiek. Hun klassieke fout is geen macht willen hebben. De nieuwe<br />
politieke beweging G500, die probeert de belangen van jongeren onder de aandacht<br />
te brengen van VVD, PvdA en CDA, krijgt van alle kanten lof toegezwaaid. De club<br />
lanceerde zichzelf in het televisieprogramma Buitenhof. Het doel was zo veel<br />
mogelijk jongeren lid maken van de drie klassieke middenpartijen, om vervolgens op<br />
congressen een jongerenagenda erdoor te drukken.<br />
Het is niet de eerste keer dat een club geëngageerde twintigers probeert een partij<br />
op te schudden. Iedere paar jaar kloppen jeugdige hemelbestormers aan de poorten<br />
van de gevestigde politiek. Het patroon is vaak hetzelfde: onstuimige groei, veel<br />
media-aandacht, een partijestablishment dat de beweging omarmt en daarna een<br />
min of meer stille dood.<br />
Zo ging het bijvoorbeeld midden jaren negentig bij het CDA. In 1994 hadden de<br />
christendemocraten een verpletterende nederlaag geleden bij de Tweede<br />
Kamerverkiezingen. Met twintig zetels verlies zaten ze voor het eerst in hun bestaan<br />
in de oppositie, tegen het succesvolle eerste paarse kabinet. Er was onenigheid over<br />
de te volgen koers van het CDA.<br />
Dat moest anders, vond een groep jonge partijleden. Ad Koppejan, tegenwoordig<br />
CDA-Kamerlid, was één van hen. Net als Ruth Peetoom, de huidige partijvoorzitter.<br />
Een derde was René Paas, die later voorzitter zou worden van de vakcentrale CNV.<br />
Aan de Groningse keukentafel van Peetoom en Paas - toen al een stel - werd op een<br />
zomeravond in juni een vernieuwingsbeweging opgericht: Confrontatie met de<br />
Toekomst. Ze organiseerden goed bezochte bijeenkomsten, schreven stukken. Na<br />
een paar jaar hielden ze er weer mee op.<br />
Ad Koppejan kijkt op dit moment met grote interesse naar het G500-initiatief: "Ik vind<br />
het hoopgevend en positief dat ze kiezen voor de middenpartijen. De oplossingen<br />
moeten vanuit het midden komen." Hij heeft wel een goed advies voor de club onder<br />
aanvoering van Sywert van Lienden: je moet zo'n beweging weer bijtijds opheffen.<br />
Het is iets tijdelijks.<br />
Een andere bekende vernieuwingsbeweging was Niet Nix. Begin jaren negentig<br />
wilden Erik van Bruggen en Lennart Booij de PvdA ontdoen van het stoffige, oudlinkse<br />
imago. Ze organiseerden debatavonden met kunst en muziek en publiceerden<br />
iedere week een faxtijdschrift, 'Vlugschrift'. 'Geen macht maar invloed' luidde het<br />
adagium van de club. De leden waren niet geïnteresseerd in afdelingsvergaderingen<br />
of het uitdelen van foldertjes, maar wilden dat hun ideeën werden overgenomen door<br />
de partijtop. Net als G500 dat nu wil. "Achteraf gezien was dat een van onze zwakke<br />
kanten", zegt Erik van Bruggen. "Als je iets wil veranderen, moet je streven naar<br />
macht. Anders lukt het niet."<br />
Van Bruggen, tegenwoordig eigenaar van het campagnebureau BKB, vindt G500<br />
een fantastisch initiatief. Helemaal verrassend is die sympathie niet: initiatiefnemer<br />
13 Lees verder ►►►
Van Lienden is een alumnus van de 'BKB Academy', een klasje voor getalenteerde<br />
jongeren die geïnteresseerd zijn in politiek en campagnevoeren.<br />
Ondanks zijn enthousiasme ziet Van Bruggen wel gevaren voor de G500. Zoals het<br />
'Hero Brinkman-probleem': kritische leden die het niet eens zijn met de inhoudelijke<br />
koers, of interne democratie eisen. En wat als de beoogde methode - door middel<br />
van numeriek overwicht op congressen een partij van koers laten veranderen - niet<br />
werkt? Die partijen hebben vaak beschermingsmechanismen ingebouwd. Bij de<br />
PvdA is het bijvoorbeeld heel moeilijk om de afdelingen te omzeilen.<br />
Niet Nix hield in 1999 op te bestaan nadat Booij en Van Bruggen een vergeefse gooi<br />
hadden gedaan naar het PvdA-voorzitterschap. Ze verloren, ironisch genoeg, omdat<br />
ze te veel onderdeel waren geworden van het establishment: vrijwel de gehele<br />
partijtop had zich achter hun kandidatuur geschaard. De leden dachten daar anders<br />
over. Erik van Bruggen heeft er een wijze les van geleerd: "Je moet mensen altijd<br />
blijven verrassen. Altijd zorgen dat je nog drie extra dingen in je mouw hebt zitten."<br />
Qua inhoud en organisatie lijkt G500 nog het meeste op LuxVoor. Deze<br />
'doorbraakbeweging' van links-liberale twintigers en dertigers van vrijwel alle grote<br />
partijen (behalve de SP) wilde in 2006 de politiek dwingen om een modernere koers<br />
te varen op het gebied van verzorgingsstaat en openbaar bestuur. Het initiatief<br />
bloedde dood: te vaag, te vrijblijvend, te Amsterdams.<br />
"We wilden de partijen verenigen, maar niet politiek actief worden. Dat werkte niet,"<br />
zegt Mei Li Vos, oud-Kamerlid en LuxVoor-ganger van het eerste uur. Uiteindelijk zul<br />
je de machtsvraag moeten stellen. Bij G500 zeggen ze ook niet uit te zijn op de<br />
macht. Daar komen ze hopelijk van terug.<br />
Ad Koppejan, die als CDA-Kamerlid de machinaties van de macht inmiddels aan den<br />
lijve heeft ondervonden, sluit zich hierbij aan: "Alleen maar naar partijcongressen<br />
gaan en daar gezamenlijk iets roepen, dat is te beperkt. Als je wilt dat je plannen<br />
worden uitgevoerd, heb je mensen nodig op posities."<br />
Bron: Niemantsverdriet, Th. (2012, 13 april). Jeugdige vernieuwing in de politiek sterft meestal stille<br />
dood. NRC Handelsblad.<br />
14 Lees verder ►►►
Tekst 2<br />
Tegen: Emanuel van Praag (28), advocaat en lid van D66. Dit helpt<br />
de democratie om zeep<br />
Het initiatief G500 is ondemocratisch, niet integer en lui. Aan de inhoud van het<br />
programma van het jongereninitiatief ligt dat niet. Ik ben het met de punten ervan<br />
stuk voor stuk eens. Wat is er dan toch mis met dit initiatief?<br />
Ten eerste is het ondemocratisch. De huidige politieke partijen worden volgens G500<br />
geregeerd door ouderen die niet representatief zijn voor de kiezers van deze partijen.<br />
Waarschijnlijk is dit waar. Het middel dat G500 presenteert, is echter erger dan de<br />
kwaal. Met een nóg minder representatieve groep van 500 jongeren wordt op de<br />
partijcongressen een motie gepresenteerd die vooral jongeren zal aanspreken. Stel<br />
dat het lukt. Dan moet het CDA, met een gemiddelde leeftijd van de kiezers van 51<br />
jaar en een gemiddelde leeftijd van de leden van 67 jaar, een standpunt uitdragen<br />
waar haar leden en kiezers niets in zien. Een efficiëntere manier om de democratie<br />
om zeep te helpen, kan ik niet bedenken.<br />
Het initiatief is ook ondemocratisch op een andere manier. Het doorkruist de<br />
verenigingsdemocratie. Politieke partijen zijn verenigingen van gelijkgestemden die<br />
een gezamenlijk doel hebben. Leden worden geacht dit doel te onderschrijven. De<br />
verenigingsdemocratie dient ervoor om met elkaar in debat te gaan over hoe de<br />
gezamenlijke doelen te bereiken. G500 wil mensen lid maken van partijen waarvan<br />
zij het doel helemaal niet onderschrijven. Vervolgens proberen zij de<br />
verenigingsdemocratie te misbruiken door de partij een kant op te sturen die<br />
helemaal niet aansluit bij de doelen van deze partij.<br />
Stel dat 500 mensen lid worden van een afdeling van mensenrechtenorganisatie<br />
Amnesty International en daar pleiten voor de herintroductie van de doodstraf in<br />
Nederland. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat dit niet democratisch is, maar een<br />
misbruik van het verenigingsrecht. G500 doet precies hetzelfde: verenigingen<br />
overnemen.<br />
Het initiatief is ook niet integer. Iemand kan niet én de liberale beginselen van de<br />
VVD én de Bijbelse grondslag van het CDA én het sociaal-democratische doel van<br />
de PvdA onderschrijven. Op basis hiervan kunnen de drie partijen naar mijn oordeel<br />
de G500'ers overigens ook buiten de deur houden - dat wil zeggen: het lidmaatschap<br />
weigeren. Ze kunnen de bepalingen in de partijstatuten nooit allemaal onderschrijven<br />
en dus voldoen ze niet aan de voorwaarden voor lidmaatschap.<br />
Tot slot is het initiatief lui. Het is lui, omdat G500 weigert de moeite te nemen met<br />
haar - op zich goede - ideeën de boer op te gaan. Echte democratie houdt in dat je<br />
anderen probeert te overtuigen van je standpunt. Dit zou dus betekenen dat G500<br />
het debat aangaat met CDA, PvdA en VVD en op kracht van argumenten probeert<br />
deze partijen te overtuigen tot het voeren van beter beleid. G500 wil dit echter niet.<br />
G500 heeft een trucje bedacht. Je hoeft mensen niet van de kracht van je<br />
argumenten te overtuigen, als je maar hun partijverenigingen kaapt.<br />
15 Lees verder ►►►
Wat zou wel moeten om de op zich goede punten van G500 te realiseren? Jongeren<br />
moeten lid worden van één politieke partij, niet drie. En dan wel de politieke partij<br />
waarvan de desbetreffende jongere daadwerkelijk de beginselen onderschrijft.<br />
Vervolgens moeten deze jongeren hard werken om uit te leggen waarom de ideeën<br />
van G500 aansluiten bij de uitgangspunten van hun partijen. Tot slot moeten deze<br />
jongeren andere jongeren en ouderen (hun ouders en grootouders) overtuigen om te<br />
stemmen op de partijen die de punten van G500 in hun programma hebben<br />
opgenomen. Dit is hard werken ja, maar democratie is ook niet voor luie mensen en<br />
trucjes.<br />
Bron: Van Praag, E. (2012, 12 april). Tegen: Emanuel van Praag (28), advocaat en lid van D66. Dit<br />
helpt de democratie om zeep. NRC Handelsblad.<br />
16 Lees verder ►►►
Tekst 3<br />
Voor: Sywert van Lienden (21), mede-initiatiefnemer van G500. Het<br />
is tijd om naar óns te luisteren<br />
Ondemocratisch, niet integer, lui. Dat krijgen we om de oren van Emanuel van Praag<br />
(28), die werkt als advocaat en sinds 2004 lid is van D66. Dat is de partij die ooit is<br />
opgericht om de oude partijstructuren te doorbreken. Die gelooft in de kracht van<br />
mensen.<br />
De G500 bestaat uit jonge mensen tot 35 jaar. Intussen is het initiatief omarmd door<br />
de G500+, een groep van 35-plussers, alle leeftijden samen achter andere keuzes,<br />
vóór een andere verdeling.<br />
We kunnen hier nu de cijfers noemen van de gemiddelde leeftijden van het CDA, de<br />
PvdA en de VVD. Daaruit zal blijken dat ze hoog zijn. Maar het is niet nodig deze<br />
leeftijden te noemen. We weten het zo ook wel. We hebben het afgelopen jaar<br />
allemaal de beelden gezien van de congressen. We hebben het afgelopen jaar ook<br />
gezien en gemerkt wat de besluiten zijn die daar genomen werden. Die waren niet<br />
voor de jonge generatie. Die waren niet voor hun kinderen. Die gingen om het<br />
behouden van oude structuren uit angst voor het onbekende.<br />
Dat is ook logisch, want we waren er ook niet. We herkenden ons namelijk niet in de<br />
vorm en de inhoud van deze congressen, maar nu gaan we wel en we nemen onze<br />
eigen ideeën mee. We gaan in gesprek, online, bij partijbijeenkomsten en bij<br />
congressen, want natuurlijk begrijpen wij dat partijen meer zijn dan een structuur.<br />
Maar die structuur is er alleen bij de gratie van de inhoud.<br />
We gaan de politieke partijen weer gebruiken als middel waarvoor ze bedoeld zijn:<br />
om te komen tot nieuwe idealen en richtingen. De partij mag niet meer het doel zijn,<br />
maar moet weer het middel worden. Wij als leden gaan daarover mee beslissen.<br />
We hebben ook ideeën, die gaan over verdeling. Daarnaast zijn er zorgen voor een<br />
toekomst voor ons en voor andere generaties. Over en weer, jong en oud. Die<br />
ideeën zijn de brandstof van onze beweging. Die gaan dus niet alleen over ons.<br />
We weten dat de samenleving vergrijst en ontgroent. Er zijn dus straks veel meer<br />
ouderen dan jongeren. En het systeem is niet gebouwd op deze verhouding. Zou een<br />
liberaal, een socialist of een christendemocraat nu echt niet tot deze conclusie<br />
kunnen komen? Wij durven die discussie aan en geloven dat we juist op basis van<br />
de grondbeginselen van de VVD, PvdA en CDA hen zullen weten te overtuigen. We<br />
gebruiken de macht, maar gaan voor de kracht.<br />
Misschien vraagt u zich af waarom we deze keuze gemaakt hebben? De afgelopen<br />
jaren zijn er veel inspirerende initiatieven geweest om de politiek te veranderen. De<br />
initiatiefnemers werden bedankt met een aai over de bol, een warme hand en een<br />
linnen tasje. Ze gingen voor invloed, maar stuitten op de conservatieve bastions. En<br />
als je nu, vanuit dit bastion over de kantelen naar beneden kijkt en 500 man voor de<br />
poort ziet staan, dan kom je niet meer weg met die aai over de bol, die warme hand<br />
en dat linnen tasje.<br />
17 Lees verder ►►►
Hoe ziet onze agenda er de komende tijd uit? Veel te ambitieus natuurlijk, want we<br />
zijn jong! We zijn een netwerkorganisatie aan het opzetten. We worden overstelpt<br />
met aanvragen voor interviews en we zijn druk met het inschrijven van de vele<br />
aanmeldingen bij de drie politieke partijen. Maar we zitten vooral te stuiteren van de<br />
vele positieve en hartverwarmende reacties. En we kijken ook met open blik naar de<br />
kritische reacties. We hebben duidelijk iets in beweging gebracht. Iets wat sluimerde,<br />
iets wat aanwezig was, iets wat geraakt is.<br />
Dus denk mee, help mee, doe mee. En dan mogen jullie bepalen of we<br />
ondemocratisch zijn. Of niet integer. Of lui.<br />
Bron: Van Lienden, S. (2012, 12 april). Voor: Sywert van Lienden (21), mede-initiatiefnemer van<br />
G500. Het is tijd om naar óns te luisteren. NRC Handelsblad.<br />
De bovenstaande teksten zijn bewerkt om ze geschikt te maken voor dit examen. Dit is gebeurd met<br />
respect voor de opvattingen van de auteur(s). Voor de oorspronkelijke tekst(en) kunt u terecht in de<br />
vermelde bronnen. De Dienst Uitvoering Onderwijs is verantwoordelijk voor vorm en inhoud van dit<br />
examen.<br />
18 Einde ■