Volledige tekst - Tijdschrift voor Sociale en Economische ...
Volledige tekst - Tijdschrift voor Sociale en Economische ...
Volledige tekst - Tijdschrift voor Sociale en Economische ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tim So<strong>en</strong>s<br />
POLDERS ZONDER POLDERMODEL?<br />
E<strong>en</strong> onderzoek naar de rol van inspraak <strong>en</strong> overleg in de waterstaat<br />
van de laatmiddeleeuwse Vlaamse kustvlakte (1250-1600)<br />
Decision-making in medieval coastal water managem<strong>en</strong>t (Flanders,<br />
1250-1600)<br />
The managem<strong>en</strong>t of the coastal water control system in the medieval Low Countries<br />
was characterized by a bottom-up organisation, with appar<strong>en</strong>tly broad participation<br />
of all people concerned. The joint effort of rural communities facing<br />
the threat of inundation and land-loss, is oft<strong>en</strong> considered to have be<strong>en</strong> at the<br />
very origin of a long-lasting tradition of non-hierarchical, bottom-up decisionmaking<br />
– the so-called ‘polder-model’. This hypothesis is verified for the latemedieval<br />
Flemish coastal plain. Notwithstanding the formal att<strong>en</strong>tion paid to<br />
participation and broad consultation, the everyday practice of decision-making<br />
in rural water managem<strong>en</strong>t was probably more influ<strong>en</strong>ced by hierarchical relations<br />
and income strategies of elite social groups than oft<strong>en</strong> thought, with the<br />
participation of peasant populations ev<strong>en</strong> further limited as the commercialisation<br />
of the rural economy w<strong>en</strong>t on.<br />
Het poldermodel. Strikt gesprok<strong>en</strong> slaat de term op de succesvolle Nederlandse<br />
variant van c<strong>en</strong>traal overleg tuss<strong>en</strong> werkgevers, werknemers <strong>en</strong> de overheid,<br />
gericht op loonmatiging <strong>en</strong> het schepp<strong>en</strong> van nieuwe ban<strong>en</strong> via perman<strong>en</strong>t<br />
overleg <strong>en</strong> het strev<strong>en</strong> naar cons<strong>en</strong>sus. Dit poldermodel, waarvan de<br />
aanvang vaak gesitueerd wordt bij het akkoord van Wass<strong>en</strong>aar uit 1982, verloor<br />
echter veel van zijn modelwaarde sinds de economische terugval rond de<br />
mill<strong>en</strong>niumwisseling. Als omschrijving <strong>voor</strong> het c<strong>en</strong>traal sociaal-economisch<br />
overleg hanteert m<strong>en</strong> vandaag dan ook liever e<strong>en</strong> iets neutralere term als bij<strong>voor</strong>beeld<br />
‘overlegeconomie’. 1 De term ‘poldermodel’ heeft echter inmiddels<br />
ook e<strong>en</strong> tweede, veel ruimere invulling gekreg<strong>en</strong>, met name de specifiek<br />
Nederlands geachte vorm van besluitvorming, waarbij door <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>d over-<br />
1. D. Arnoldus e.a., ‘De groei van de overlegeconomie in Nederland <strong>en</strong> België. E<strong>en</strong> overzicht<br />
van ontwikkeling<strong>en</strong> in het onderzoek’, <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Sociale</strong> <strong>en</strong> <strong>Economische</strong> Geschied<strong>en</strong>is<br />
1 (2004) 77-79; M. Bouman, Hollandse overmoed. Hoe de beste economie van de wereld<br />
ontspoorde (Amsterdam 2006).<br />
tijdschrift <strong>voor</strong> sociale <strong>en</strong> economische geschied<strong>en</strong>is 3 [2006] nr. 4, pp. 3-36
4 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
leg <strong>en</strong> actieve inbr<strong>en</strong>g van alle direct betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> getracht wordt tot e<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
iedere<strong>en</strong> leefbare cons<strong>en</strong>sus te kom<strong>en</strong>. Ook hier verwijst de term dus zowel<br />
naar e<strong>en</strong> regionale sociaal-economische structuur als naar e<strong>en</strong> geheel van<br />
instituties <strong>en</strong> culturele gewoont<strong>en</strong>. 2 Terwijl het poldermodel in strikte zin echter<br />
e<strong>en</strong> duidelijk twintigste-eeuws gegev<strong>en</strong> is, wordt het poldermodel in brede<br />
zin veel verder terug in de tijd gevoerd. De oorsprong van het ‘polderd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>’<br />
wordt immers meestal gesitueerd bij de lange traditie van sam<strong>en</strong>werking,<br />
inspraak <strong>en</strong> besluitvorming-van-onderaf in waterstaatsaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>: het<br />
is de strijd teg<strong>en</strong> het water die de middeleeuwse polderbewoners tot e<strong>en</strong> dergelijke<br />
structurele vorm van sam<strong>en</strong>werking zou hebb<strong>en</strong> bewog<strong>en</strong>. De hydrografische<br />
structuur van het land leidde als het ware vanzelf tot kleinschalige, autonome<br />
<strong>en</strong> democratische bestuursvorm<strong>en</strong> aldus Johan Huizinga. 3 Hoewel historici<br />
sinds Huizinga niet blind war<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de vele conflict<strong>en</strong> die de waterstaat<br />
in de Lage Land<strong>en</strong> vanaf de middeleeuw<strong>en</strong> tot hed<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merkt<strong>en</strong>, blev<strong>en</strong> ze<br />
toch de nauwe band van de waterstaat met het cons<strong>en</strong>susmodel b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>. 4<br />
Meer nog, dit ‘overbek<strong>en</strong>de lied van het water <strong>en</strong> de dijk<strong>en</strong> […] verbond<strong>en</strong> met<br />
de saga van overleg <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking, van burgerlijkheid <strong>en</strong> pragmatisme <strong>en</strong><br />
van democratie <strong>en</strong> tolerantie’, is volg<strong>en</strong>s Ed Jonker wellicht het meest k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de<br />
onderdeel van de traditionele canon der Nederlandse geschied<strong>en</strong>is. 5 In<br />
e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t essay getiteld Erasmus <strong>en</strong> het Poldermodel, vat Herman Pleij de gangbare<br />
visie op de oorsprong van het poldermodel dan ook als volgt sam<strong>en</strong>:<br />
Het begint al bij de relatieve onbestuurbaarheid van het Noord<strong>en</strong> van de Lage<br />
Land<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van de waterige conditie. De gebruikelijke hiërarchische<br />
verhouding<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vat op polder, klei <strong>en</strong> turf, <strong>en</strong> feodale structur<strong>en</strong><br />
blijv<strong>en</strong> in hoge mate achterwege. Dat plaatst de middeleeuwse ontginners <strong>en</strong><br />
exploitant<strong>en</strong> […] al van meet af aan in e<strong>en</strong> toch wel merkwaardige positie van<br />
gelijkheid <strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking. 6<br />
Kortom, de middeleeuwse dijk<strong>en</strong> verdroeg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> erfelijk leiderschap, maar<br />
dwong<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>deel tot <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>de discussie, overleg <strong>en</strong> pragmatische<br />
besluitvorming. 7 M<strong>en</strong> kan zich echter de vraag stell<strong>en</strong> in hoeverre dit beeld<br />
2. J.L. van Zand<strong>en</strong>, ‘Loonmatiging <strong>en</strong> het poldermodel in historisch perspectief’, <strong>Tijdschrift</strong><br />
<strong>voor</strong> Arbeidsvraagstukk<strong>en</strong> 18 (2002) 284; L. Dels<strong>en</strong>, Exit poldermodel? Sociaal-economische<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> in Nederland (Ass<strong>en</strong> 2001) 9-21.<br />
3. J. Huizinga, Nederland’s beschaving in de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw (3e druk; Haarlem 1963) 12-13.<br />
4. J. L<strong>en</strong>dering, Polderd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. De wortels van de Nederlandse overlegcultuur (Amsterdam<br />
2005) 7-8.<br />
5. E. Jonker, ‘Sotto Voce. Id<strong>en</strong>titeit, burgerschap <strong>en</strong> de nationale canon’, <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong><br />
Geschied<strong>en</strong>is 119 (2006) 178-195.<br />
6. H. Pleij, Erasmus <strong>en</strong> het poldermodel (Amsterdam 2005) 27.<br />
7. Ibidem 28.
Polders zonder poldermodel? » 5<br />
nu ook daadwerkelijk strookt met de praktijk van het historische waterbeheer<br />
in de kustvlakte. Hoe functioneerde dit verme<strong>en</strong>de besluitvormingsmodel<br />
van onderaf (bottom-up) nu in de praktijk? Was er ruimte <strong>voor</strong> inspraak, <strong>en</strong> zo<br />
ja, wanneer, <strong>voor</strong> wie <strong>en</strong> in welke mate? Hoe verliep<strong>en</strong> overleg, discussie <strong>en</strong><br />
debat over waterstaatsaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>? Primeerde bij het uitstippel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
afdwing<strong>en</strong> van het beleid de cons<strong>en</strong>sus van alle belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> inderdaad<br />
over loutere hiërarchische verhouding<strong>en</strong>? En is er sprake van e<strong>en</strong> evolutie in<br />
tijd <strong>en</strong> ruimte? Ondanks de retoriek over het inspraakgerichte karakter van<br />
het waterbeheer, wordt aan deze <strong>en</strong> andere vrag<strong>en</strong> slechts verrass<strong>en</strong>d weinig<br />
aandacht geschonk<strong>en</strong> in de bestaande waterstaatshistorische literatuur. 8 E<strong>en</strong><br />
van de red<strong>en</strong><strong>en</strong> daar<strong>voor</strong> is zonder twijfel het relatieve gebrek aan praktijkbronn<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> de periode tot 1500. In het algeme<strong>en</strong> zijn we trouw<strong>en</strong>s maar<br />
karig geïnformeerd over de <strong>voor</strong>bereiding, het overleg <strong>en</strong> de discussies die in<br />
de middeleeuwse periode aan besluitvorming over publieke aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>afging<strong>en</strong>, zeker <strong>voor</strong> wat het platteland betreft. 9 Voor de waterstaat<br />
is dat niet anders <strong>en</strong> word<strong>en</strong> we bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geconfronteerd met de in de<br />
regel zeer gebrekkige bewaring van de archiev<strong>en</strong> van lokale <strong>en</strong> regionale<br />
waterschapp<strong>en</strong> in de periode <strong>voor</strong> het midd<strong>en</strong> van de zesti<strong>en</strong>de eeuw. 10 Deze<br />
bronn<strong>en</strong>schaarste beperkt zonder twijfel het aantal mogelijke case-studies,<br />
zeker <strong>voor</strong> wat betreft de noordelijke Nederland<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> deel van de<br />
Vlaamse kustvlakte is de bewaringstoestand van de bronn<strong>en</strong> heel wat beter.<br />
Met name <strong>voor</strong> het Brugse Vrije, de c<strong>en</strong>trale kustkasselrij rond Brugge die<br />
zich uitstrekte tuss<strong>en</strong> de IJzer bij Nieuwpoort <strong>en</strong> Biervliet in Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>,<br />
beschikk<strong>en</strong> we vanaf de late derti<strong>en</strong>de eeuw over vrij doorlop<strong>en</strong>de<br />
8. Met als uitzondering de besluitvorming na grote overstromingsramp<strong>en</strong>, waarbij ook<br />
hogere echelons betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong>: C. Dekker, ‘Tuss<strong>en</strong> twee vloed<strong>en</strong>. De strijd teg<strong>en</strong> het<br />
water in Zeeland bewest<strong>en</strong> Schelde tuss<strong>en</strong> 1530 <strong>en</strong> 1532’, Bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> Mededeling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de<br />
de Geschied<strong>en</strong>is der Nederland<strong>en</strong> 103 (1988) 607-621; M. Jakubowski-Tiess<strong>en</strong>, Sturmflut<br />
1717: die Bewältigung einer Naturkatastrophe in der früh<strong>en</strong> Neuzeit (Münch<strong>en</strong> 1992).<br />
9. Veruit het best bestudeerd blijft de besluitvorming bij repres<strong>en</strong>tatieve politieke organ<strong>en</strong>,<br />
de volks-, stat<strong>en</strong>- <strong>en</strong> stand<strong>en</strong>verteg<strong>en</strong>woordiging. Zie rec<strong>en</strong>t: M. Boone, ‘“In d<strong>en</strong> beginne<br />
was het woord”. De vroege groei van “parlem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>” in de middeleeuwse vorst<strong>en</strong>domm<strong>en</strong><br />
der Nederland<strong>en</strong>’, Bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> Mededeling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de geschied<strong>en</strong>is der Nederland<strong>en</strong> 120<br />
(2005) 338-361; naast de talrijke regionale studies, kan verder verwez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar W.P.<br />
Blockmans, ‘A typology of repres<strong>en</strong>tative institutions in late medieval Europe’, Journal of<br />
Medieval History 4 (1978) 189-195; Th. N. Bisson, ‘The problem of medieval parliam<strong>en</strong>tarism:<br />
a review of work published by the International Commission for the History of Repres<strong>en</strong>tative<br />
and Parliam<strong>en</strong>tary Institutions, 1936-2000’, Parliam<strong>en</strong>ts, Estates & Repres<strong>en</strong>tation<br />
21 (2001) 1-14 <strong>en</strong> <strong>voor</strong> de vroegere periode: P.S. Barnwell <strong>en</strong> M. Mostert (eds.), Political<br />
assemblies in the earlier Middle Ages (Turnhout 2003).<br />
10. H. Danner <strong>en</strong> F. Kappers (eds.), Geld onder water. E<strong>en</strong> onderzoek naar financiële bescheid<strong>en</strong><br />
in de archiev<strong>en</strong> van Noord-Hollandse droogmakerij<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de Vroegmoderne Tijd (Amsterdam<br />
2002).
6 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
reeks<strong>en</strong> van boekhoudkundige <strong>en</strong> diplomatieke bronn<strong>en</strong> die ons toelat<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
relatief nauwkeurig beeld te krijg<strong>en</strong> van de wijze waarop de besluitvorming<br />
in het waterbeheer verliep. 11<br />
Ondanks het feit dat de economische <strong>en</strong> politieke ontwikkeling van het<br />
middeleeuwse graafschap Vlaander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geheel eig<strong>en</strong> chronologie k<strong>en</strong>de<br />
– d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> we maar aan de vroege bloei van de internationale handel <strong>en</strong> de<br />
sterke verstedelijking <strong>voor</strong> 1200 – vertoont de waterstaat in de Vlaamse kustvlakte<br />
zowel organisatorisch als institutioneel heel wat gelijk<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> met de<br />
situatie in bij<strong>voor</strong>beeld Holland. 12 Ook in de middeleeuwse Vlaamse kustvlakte<br />
was de eerstelijnszorg <strong>voor</strong> afwatering <strong>en</strong> dijkbeheer gedec<strong>en</strong>traliseerd<br />
in hand<strong>en</strong> van waterschapp<strong>en</strong> – in Vlaander<strong>en</strong> meestal ‘watering<strong>en</strong>’, soms ook<br />
‘evering<strong>en</strong>’ g<strong>en</strong>aamd – waarvan de bevoegdhed<strong>en</strong> afgesplitst war<strong>en</strong> van het<br />
gewone plattelandsbestuur. De inspectie of ‘schouw’ van de infrastructuur<br />
vormde ook in de Vlaamse kustvlakte de hoekste<strong>en</strong> van de vroege waterstaatsorganisatie;<br />
de grondbezitters of ‘ingeland<strong>en</strong>’ war<strong>en</strong> verantwoordelijkheid<br />
<strong>voor</strong> het onderhoud van de waterstaatswerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> voerd<strong>en</strong> dat aanvankelijk zelf<br />
uit om het vervolg<strong>en</strong>s te deleger<strong>en</strong> aan het bestuur van het waterschap. E<strong>en</strong><br />
onderzoek naar de besluitvorming binn<strong>en</strong> de Vlaamse watering<strong>en</strong> heeft dus<br />
wel degelijk ook relevantie <strong>voor</strong> de noordelijke Nederland<strong>en</strong>, al was het maar<br />
door de vraag naar de ‘polder-oorsprong’ van de overlegeconomie scherp te<br />
stell<strong>en</strong>. Vanzelfsprek<strong>en</strong>d zull<strong>en</strong> niet alle conclusies zomaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
veralgeme<strong>en</strong>d. Zo zull<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> dat de Vlaamse kustvlakte heel snel de overgang<br />
maakte van e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al op zelf<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing gerichte landbouweconomie<br />
naar e<strong>en</strong> zeer commerciële vorm van landbouw, gedomineerd door middelgrote<br />
tot grote pachtbedrijv<strong>en</strong>. Andere kustregio’s k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> deze transformatie<br />
niet of slechts veel later, wat mogelijk gevolg<strong>en</strong> had <strong>voor</strong> de betrokk<strong>en</strong>heid van<br />
de plattelandsbevolking bij het waterbeheer. Ook de aanwezigheid van e<strong>en</strong><br />
11. E<strong>en</strong> overzicht van het bronn<strong>en</strong>materiaal vindt m<strong>en</strong> in E. Huys <strong>en</strong> M. Vandermaes<strong>en</strong>,<br />
‘De kustwatering<strong>en</strong> <strong>en</strong> polders’, in: W. Prev<strong>en</strong>ier <strong>en</strong> B. Augustyn (eds.), De gewestelijke <strong>en</strong><br />
lokale overheidsinstelling<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> tot 1795 (Brussel 1997) 594-612.<br />
12. Basiswerk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de Noordelijke Nederland<strong>en</strong> zijn G.P. van de V<strong>en</strong>, Leefbaar laagland:<br />
geschied<strong>en</strong>is van de waterbeheersing <strong>en</strong> landaanwinning in Nederland (5e druk; Utrecht 2003);<br />
H. van der Lind<strong>en</strong>, ‘De Nederlandse waterhuishouding <strong>en</strong> waterstaatsorganisatie tot aan de<br />
moderne tijd’, Bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> Mededeling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de geschied<strong>en</strong>is der Nederland<strong>en</strong> 103<br />
(1988) 534-553 <strong>en</strong> zeer rec<strong>en</strong>t P. van Dam <strong>en</strong> M. van Tielhof, Waterstaat in sted<strong>en</strong>land. Het<br />
hoogheemraadschap van Rijnland <strong>voor</strong> 1857 (Utrecht 2006); <strong>voor</strong> het ontstaan <strong>en</strong> de institutionele<br />
ontwikkeling van de laatmiddeleeuwse watering<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> verwijs ik naar:<br />
T. So<strong>en</strong>s, Waterbeheer in e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving. E<strong>en</strong> ecologische, sociaal-economische<br />
<strong>en</strong> politiek-institutionele studie van de watering<strong>en</strong> in het Vlaamse kustgebied<br />
tijd<strong>en</strong>s de overgang van de middeleeuw<strong>en</strong> naar de moderne tijd<strong>en</strong>. Testregio: het Brugse<br />
Vrije (Doctoraatsverhandeling Geschied<strong>en</strong>is Universiteit G<strong>en</strong>t 2006) <strong>en</strong> idem, ‘Explaining<br />
defici<strong>en</strong>cies of water managem<strong>en</strong>t in the late medieval Flemish coastal plain (13th-16th c<strong>en</strong>turies)’,<br />
Jaarboek <strong>voor</strong> Ecologische Geschied<strong>en</strong>is (2005) 35-61.
Polders zonder poldermodel? » 7<br />
Kaart 1 Het Brugse Vrije in het derde kwart van de zesti<strong>en</strong>de eeuw, met aanduiding van de belangrijkste<br />
in de <strong>tekst</strong> vermelde watering<strong>en</strong> (1: Blank<strong>en</strong>bergse watering; 2: Eiesluis; 3: Moerkerke Zuid-over-de-Lieve;<br />
4: Moerkerke Noord-over-de-Lieve; 5: Oude Yev<strong>en</strong>e-watering).<br />
sterk landsheerlijk gezag in het gebied – de kern van het domaniale bezit van<br />
de Vlaamse grav<strong>en</strong> bevond zich in de kustvlakte – kan e<strong>en</strong> factor van verschil<br />
zijn geweest, zeker in vergelijking met de niet-landsheerlijke gebied<strong>en</strong> in het<br />
noord<strong>en</strong> van het huidige Nederland. 13<br />
Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met deze beperking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de meer dan honderd<br />
watering<strong>en</strong> in het Brugse Vrije, die in omvang varieerd<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong><br />
tot meer dan 15000 hectare (Kaart 1) e<strong>en</strong> geschikte test-case vorm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ons<br />
onderzoek naar participatie, overleg <strong>en</strong> discussie in het middeleeuwse kustwaterbeheer.<br />
De vraag naar de wijze waarop de besluitvorming binn<strong>en</strong> deze<br />
watering<strong>en</strong> tot stand kwam, analyser<strong>en</strong> we daarbij op twee niveaus: <strong>en</strong>erzijds<br />
het discours over de besluitvorming zoals we dat aantreff<strong>en</strong> in praktijkbronn<strong>en</strong><br />
betreff<strong>en</strong>de het laatmiddeleeuwse waterbeheer, <strong>en</strong> anderzijds, de sociale,<br />
13. Friesland, maar ook Noord-Holland: zie G.J. Borger, ‘De strijd teg<strong>en</strong> <strong>en</strong> om het water:<br />
e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de terugblik’, in: Holland <strong>en</strong> het water in de middeleeuw<strong>en</strong>. Strijd teg<strong>en</strong> het<br />
water <strong>en</strong> beheersing <strong>en</strong> gebruik van het water (Hilversum 1997) 143-144.
8 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
economische, <strong>en</strong> politieke context van deze besluitvorming. 14 Vooraleer dat te<br />
do<strong>en</strong> gaan we echter kort in op wat literatuur die het beeld van e<strong>en</strong> inspraak- <strong>en</strong><br />
cons<strong>en</strong>susgericht waterbeheer in de middeleeuwse polders e<strong>en</strong> theoretische<br />
onderbouw kunn<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Historisch-bestuurskundige modell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus-gericht<br />
waterbeheer in de middeleeuwse kustvlakte<br />
Het terugvoer<strong>en</strong> van het cons<strong>en</strong>susmodel als actueel politiek bestel naar de<br />
middeleeuwse polders <strong>en</strong> watering<strong>en</strong> lijkt theoretisch perfect te onderbouw<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> wel op basis van twee historisch-bestuurskundige modell<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds<br />
het kommunalisme dat door Peter Blickle rec<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> magistrale synthese<br />
werd gegot<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds de theorievorming rond de zog<strong>en</strong>aamde Common<br />
Pool Resources, waaraan in de eerste plaats de naam van Elinor Ostrom verbond<strong>en</strong><br />
is. Het kommunalisme zoals dat door Blickle gedefinieerd wordt, is e<strong>en</strong><br />
sociaal-historisch maatschappijmodel in de overgang van e<strong>en</strong> feodale naar e<strong>en</strong><br />
kapitalistische sam<strong>en</strong>leving, waarbij de sam<strong>en</strong>leving in de eerste plaats geord<strong>en</strong>d<br />
wordt op basis van norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels die door lokale geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />
zelf word<strong>en</strong> vastgelegd, waarbij zelfbeschikking <strong>en</strong> inspraak van onderaf dus<br />
wez<strong>en</strong>lijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn. C<strong>en</strong>traal in de kommunale maatschappijformatie<br />
van Blickle staat de Gemeinde of ‘geme<strong>en</strong>te’: op het platteland de geme<strong>en</strong>schap<br />
van zelfstandige boer<strong>en</strong> – bezitters dan wel uitbaters van e<strong>en</strong> hofstede – in e<strong>en</strong><br />
bepaald dorp; in de stad de gezam<strong>en</strong>lijke (meester-) ambachtslui vervat in de<br />
corporatieve ambachtsstructur<strong>en</strong>. In het ideale model van e<strong>en</strong> kommunale<br />
maatschappij <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>schap op e<strong>en</strong>zelfde wijze in<br />
hun onderhoud. Ze del<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk waardepatroon<br />
<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hun dagelijks lev<strong>en</strong> gereguleerd door <strong>voor</strong> alle led<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>schap<br />
uniforme instituties <strong>en</strong> organisaties, die grot<strong>en</strong>deels door de geme<strong>en</strong>schap<br />
zelf word<strong>en</strong> bepaald, doch waarbij de uitoef<strong>en</strong>ing van het bestuur door<br />
de geme<strong>en</strong>schap aan e<strong>en</strong> beperktere groep gedelegeerd wordt. 15 Ook al weigert<br />
Blickle de kommunale bestuursvorm democratisch te noem<strong>en</strong>, door de Delegation<br />
von unt<strong>en</strong> onderscheidt het kommunalisme zich toch wez<strong>en</strong>lijk van elke<br />
monokratische of autoritaire uitoef<strong>en</strong>ing van overheidsgezag. 16 Elinor Ostrom<br />
14. Hoewel probleemstelling <strong>en</strong> opzet van dit artikel strikt historisch zijn, vertoont de<br />
gevolgde methodologie hier <strong>en</strong>ige verwantschap met de Critical Discourse Analysis, die vanuit<br />
de linguïstiek de invloed van machtsverhouding<strong>en</strong>, ideologie, <strong>en</strong> (sociale) ongelijkheid<br />
op taal wil onderzoek<strong>en</strong>: N. Fairclough, Critical Discourse Analysis (Lond<strong>en</strong> 1995).<br />
15. P. Blickle, Kommunalismus. Skizz<strong>en</strong> einer gesellschaftlich<strong>en</strong> Organisationsform. Band 1:<br />
Oberdeutschland (Münch<strong>en</strong> 2000) vii, 15 <strong>en</strong> 40.<br />
16. Idem, Kommunalismus. Skizz<strong>en</strong> einer gesellschaftlich<strong>en</strong> Organisationsform. Band II:<br />
Europa (Münch<strong>en</strong> 2000) 132-133.
Polders zonder poldermodel? » 9<br />
van haar kant ontwikkelde e<strong>en</strong> analytisch kader om te onderzoek<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
instituties creëerd<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het beheer van geme<strong>en</strong>schappelijke gebruiksgoeder<strong>en</strong>,<br />
de zog<strong>en</strong>aamde Common Pool Resources (CPR). Dit zijn goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> waarvan het moeilijk is mogelijke gebruikers uit te sluit<strong>en</strong>, doch<br />
waarbij het gebruik door de <strong>en</strong>e persoon toch t<strong>en</strong> koste gaat van het gebruik<br />
door e<strong>en</strong> andere persoon, in teg<strong>en</strong>stelling tot zuivere publieke goeder<strong>en</strong> als<br />
lucht. Wanneer het beheer van dergelijke geme<strong>en</strong>schappelijke gebruiksgoeder<strong>en</strong><br />
niet in hand<strong>en</strong> is van e<strong>en</strong> privé-persoon, noch van e<strong>en</strong> overheid, doch<br />
wel direct of indirect door de gebruikers zelf wordt verzorgd, sprek<strong>en</strong> we van<br />
specifieke CPR-instituties. 17<br />
Het lijkt verleidelijk om beide modell<strong>en</strong> toe te pass<strong>en</strong> op het waterbeheer in<br />
de kustgebied<strong>en</strong> van de Lage Land<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> zowel drainage van oppervlaktewater<br />
als het <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> adequate zeewering bij uitbreiding als vorm<strong>en</strong><br />
van geme<strong>en</strong>schappelijke gebruiksgoeder<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de inwoners van de<br />
kustvlakte kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> het beheer ervan sinds de middeleeuw<strong>en</strong><br />
inderdaad niet door privé-person<strong>en</strong>, noch door de overheid werd uitgeoef<strong>en</strong>d,<br />
is het niet verwonderlijk dat het CPR-model van Ostrom algauw overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
werd in de historisch-waterstaatkundige literatuur. Na aanzett<strong>en</strong> door Jozef<br />
Raadschelders <strong>en</strong> Theo Toon<strong>en</strong>, werd het CPR-model door Brigitta Dolfing uitgewerkt<br />
<strong>en</strong> toegepast op de organisatie van het waterbeheer in de Hoogheemraadschapp<strong>en</strong><br />
Rijnland <strong>en</strong> Delfland in de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> achtti<strong>en</strong>de eeuw. 18<br />
Door toepassing van Ostroms ‘ontwerpprincipes’ betreff<strong>en</strong>de lidmaatschap,<br />
verdeling van bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong>, toezicht <strong>en</strong> sancties, aanpassing aan lokale<br />
omstandighed<strong>en</strong>, conflictbeslechting <strong>en</strong> erk<strong>en</strong>ning, tracht Dolfing te verklar<strong>en</strong><br />
waarom de waterschapp<strong>en</strong> als organisatie uitermate duurzaam blek<strong>en</strong> te<br />
zijn, zelfs al slaagd<strong>en</strong> ze er vaak niet in de inwoners van het kustgebied e<strong>en</strong><br />
adequaat waterbeheer te garander<strong>en</strong>. Het antwoord zou geleg<strong>en</strong> zijn in de<br />
geme<strong>en</strong>schapszin <strong>en</strong> de gevoel<strong>en</strong>s van aansprakelijkheid, verantwoordelijkheid<br />
<strong>en</strong> billijkheid, die aan de basis lag<strong>en</strong> van het ontstaan <strong>en</strong> de werking van<br />
de waterschapp<strong>en</strong>. 19 Als de waterstaat in middeleeuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> Anci<strong>en</strong> Régime<br />
inderdaad op deze waard<strong>en</strong> gebaseerd was, staan we wel heel dicht bij het<br />
terugprojecter<strong>en</strong> van het ‘poldermodel’ naar de middeleeuwse polders. Of dezelfde<br />
waterschapp<strong>en</strong> ook als e<strong>en</strong> kommunale bestuursvorm kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
17. E. Ostrom, Governing the commons. The evolution of institutions for collective action (Cambridge<br />
1990); M. De Moor, L. Shaw-Taylor <strong>en</strong> P. Warde (eds.), The managem<strong>en</strong>t of common<br />
land in north west Europe, c. 1500-1850 (Turnhout 2002) 22-30 <strong>en</strong> 261.<br />
18. J.C.N. Raadschelders <strong>en</strong> Th. A.J. Toon<strong>en</strong>, ‘Theorie, casus <strong>en</strong> perspectief <strong>voor</strong> onderzoek’,<br />
in: idem (eds.), Waterschapp<strong>en</strong> in Nederland. E<strong>en</strong> bestuurskundige verk<strong>en</strong>ning van de<br />
institutionele ontwikkeling (Hilversum 1993)179-191; B. Dolfing, Waterbeheer geregeld? E<strong>en</strong><br />
historisch-bestuurskundige analyse van de institutionele ontwikkeling van de hoogheemraadschapp<strong>en</strong><br />
van Delfland <strong>en</strong> Rijnland, 1600-1800 (Leid<strong>en</strong> 2000).<br />
19. Dolfing, Waterbeheer, 494-498.
10 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
beschouwd, is dan weer minder duidelijk. Blickle zelf sluit de mogelijkheid<br />
alvast niet uit, maar durft ze ook niet zelf naar <strong>voor</strong> schuiv<strong>en</strong>. 20 Toch beschouwde<br />
Adriaan Verhulst de middeleeuwse Vlaamse watering<strong>en</strong> wel reeds<br />
als het niveau van besluitvorming <strong>en</strong> bestuur dat het meest toegankelijk was<br />
<strong>voor</strong> de inwoners van de kustgebied<strong>en</strong>, <strong>en</strong> als dusdanig als gemeindeartig kan<br />
word<strong>en</strong> beschouwd. 21 Voor Holland, <strong>en</strong> dan meer bepaald <strong>voor</strong> de ‘cope’-ontginningsgebied<strong>en</strong><br />
was H<strong>en</strong>drik van der Lind<strong>en</strong> heel wat minder terughoud<strong>en</strong>d:<br />
de vrije boer<strong>en</strong> of ‘bur<strong>en</strong>’ regeld<strong>en</strong> er in principe het quasi-volledige verloop<br />
van het dagelijks lev<strong>en</strong>, lokaal waterbeheer incluis. 22<br />
Het terugvoer<strong>en</strong> van het actuele ‘poldermodel’ naar de waterstaat in de<br />
middeleeuwse kustvlakte lijkt dus alvast theoretisch perfect te verantwoord<strong>en</strong>.<br />
Uit ons onderzoek van het discours rond de besluitvorming in de laatmiddeleeuwse<br />
Vlaamse watering<strong>en</strong> zal nu moet<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> in welke mate de betrokk<strong>en</strong>heid<br />
<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>komst van de direct belanghebb<strong>en</strong>de plattelandsgeme<strong>en</strong>schap<br />
ook effectief als fundam<strong>en</strong>teel werd beschouwd <strong>voor</strong> de totstandkoming<br />
van het waterstaatsbeleid, én, als dat het geval was, of deze wijze van besluitvorming<br />
meer betek<strong>en</strong>de dan e<strong>en</strong> loutere legitimatie van e<strong>en</strong> beleid dat niet<br />
noodzakelijk de belang<strong>en</strong> van die direct betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> di<strong>en</strong>de.<br />
Het laatmiddeleeuwse discours over inspraak <strong>en</strong> overleg in<br />
waterstaatsaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><br />
Organisatorisch kreg<strong>en</strong> de Vlaamse watering<strong>en</strong> vanaf de tweede helft van de<br />
derti<strong>en</strong>de eeuw vaste vorm. 23 De typische Vlaamse watering had e<strong>en</strong> drieledige<br />
structuur bestaande uit de algem<strong>en</strong>e vergadering, het dagelijks bestuur <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
juridische compon<strong>en</strong>t. De belangrijkste beslissing<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in theorie g<strong>en</strong>o-<br />
20. Blickle, Kommunalismus, ii 73-74: ‘Die Wasserschaft<strong>en</strong> […] die das Wasserstrass<strong>en</strong>netz<br />
unterhielt<strong>en</strong>, sind ein zu komplizierter Fall’.<br />
21. A. Verhulst, ‘Die Binn<strong>en</strong>kolonisation und die Anfänge der Landgemeinde in Seeflandern’,<br />
in: Die Anfänge der Landgemeinde und ihr Wes<strong>en</strong> (Konstanz 1964) 459-460. Verhulst<br />
was wel van m<strong>en</strong>ing dat de graaf van Vlaander<strong>en</strong> aan de basis stond van het onstaan van de<br />
watering<strong>en</strong> in het c<strong>en</strong>trale deel van de kustvlakte, <strong>en</strong> als dusdanig vertoonde de organisatie<br />
van het waterbeheer volg<strong>en</strong>s hem wel kommunale trekjes, doch war<strong>en</strong> deze niet spontaan<br />
vanuit de plattelandsgeme<strong>en</strong>schap ontstaan, doch wel bewust bedoeld door de grav<strong>en</strong>.<br />
22. H. van der Lind<strong>en</strong>, ‘Les communautés rurales <strong>en</strong> Hollande de la fin de l’époque mérovingi<strong>en</strong>ne<br />
à la Révolution française’, in : Les communautés rurales. Cinquième partie : Europe<br />
Occid<strong>en</strong>tale (II) et Amérique (Paris 1987) 478-479 ; idem, ‘E<strong>en</strong> nieuwe overheidsinstelling:<br />
het waterschap circa 1100-1400’, in : Algem<strong>en</strong>e Geschied<strong>en</strong>is der Nederland<strong>en</strong> iii (Haarlem<br />
1982) 72-73.<br />
23. De volg<strong>en</strong>de paragraaf is gebaseerd op So<strong>en</strong>s, Waterbeheer, 72-139, aangevuld met<br />
Huys <strong>en</strong> Vandermaes<strong>en</strong>, De kustwatering<strong>en</strong> <strong>en</strong> polders; idem, Polders <strong>en</strong> watering<strong>en</strong> in maritiem<br />
Vlaander<strong>en</strong> (Brussel 2000).
Polders zonder poldermodel? » 11<br />
m<strong>en</strong> door de algem<strong>en</strong>e vergadering van alle grondbezitters binn<strong>en</strong> het territorium<br />
van e<strong>en</strong> watering – de zog<strong>en</strong>aamde ‘keure’ of ‘me<strong>en</strong>tucht’. De algem<strong>en</strong>e<br />
vergadering voerde ook de audit van de jaarrek<strong>en</strong>ing uit, bepaalde de hoogte<br />
van de jaarlijkse grondbelasting (het geschot), controleerde soms de uitvoering<br />
van bepaalde infrastructuurwerk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> verkoos ook het dagelijks bestuur<br />
dat in de watering<strong>en</strong> van het Brugse Vrije berustte bij twee tot vijf sluismeesters,<br />
bijgestaan door e<strong>en</strong> klerk-ontvanger. Hoewel het manueel op<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
sluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> het onderhoud van de sluiz<strong>en</strong> mogelijk tot de oorspronkelijke<br />
opdracht van de sluismeesters behoorde, was dat in de derti<strong>en</strong>de eeuw niet langer<br />
het geval, <strong>en</strong> was de functie geëvolueerd van technisch <strong>en</strong> ondergeschikt<br />
naar administratief <strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>d. De sluismeesters stond<strong>en</strong> in <strong>voor</strong> de uitvoering<br />
van de onderhouds- <strong>en</strong> herstellingswerk<strong>en</strong> die door de algem<strong>en</strong>e vergadering<br />
bevol<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Daartoe maakt<strong>en</strong> ze plann<strong>en</strong>, kocht<strong>en</strong> ze materiaal<br />
aan, huurd<strong>en</strong> ze dagloners in of besteedd<strong>en</strong> ze werk<strong>en</strong> uit. Ook het financieel<br />
beheer behoorde tot hun bevoegdhed<strong>en</strong>, hoewel het de klerk-ontvanger was<br />
die de facto de betaling<strong>en</strong> verrichtte. De inspectie of schouw van de waterstaatsinfrastructuur<br />
– e<strong>en</strong> sleutelelem<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> de vroege ontwikkeling van de<br />
waterstaatsorganisatie in de Lage Land<strong>en</strong> – werd aanvankelijk door gewone<br />
schep<strong>en</strong><strong>en</strong> verricht, doch vanaf de derti<strong>en</strong>de eeuw door afzonderlijke ‘dijkschep<strong>en</strong><strong>en</strong>’,<br />
gemaand door e<strong>en</strong> schout. 24<br />
De inspraakmogelijkhed<strong>en</strong> in het waterbeheer lijk<strong>en</strong> zich in eerste instantie<br />
te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> rond de algem<strong>en</strong>e vergadering van de grondbezitters. Hierin<br />
kom<strong>en</strong> ook de overe<strong>en</strong>stemming<strong>en</strong> met de kommunale maatschappijinrichting<br />
van Blickle <strong>en</strong> de instelling<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het beheer van Common Pool<br />
Resources, zoals beschrev<strong>en</strong> door Ostrom <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>, het best tot uiting. Op<br />
papier was de algem<strong>en</strong>e vergadering het belangrijkste orgaan van e<strong>en</strong> watering:<br />
het is op dit niveau dat het beleid werd uitgestippeld, de financiering<br />
geregeld <strong>en</strong> het dagelijks bestuur verkoz<strong>en</strong>. We di<strong>en</strong><strong>en</strong> ons dan ook de vraag te<br />
stell<strong>en</strong> of dit theoretische belang ook in de praktijk werd omgezet, met andere<br />
woord<strong>en</strong>, of de algem<strong>en</strong>e vergadering nu echt e<strong>en</strong> reële invloed op het beleid<br />
kon uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zo ja, hoe binn<strong>en</strong> die algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong> de besluitvorming<br />
dan wel verliep. Voor e<strong>en</strong> aantal watering<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in de loop van de<br />
late middeleeuw<strong>en</strong> cartularia of afschrift<strong>en</strong>registers aangelegd, met daarin<br />
naast stukk<strong>en</strong> van normatieve aard (reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>), ook bilaterale overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> watering<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> al dan niet scheidsrechterlijke vonniss<strong>en</strong><br />
in geschill<strong>en</strong>. 25 Voor andere watering<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> we over verzameling<strong>en</strong><br />
van losse oorkond<strong>en</strong>, meestal bewaard in de archiev<strong>en</strong> van belangrijke kerke-<br />
24. H. van der Lind<strong>en</strong>, ‘De Nederlandse waterhuishouding’, 538-539.<br />
25. Inzonderheid ocmw-Archief Brugge (verder oab), Sint-Janshospitaal (verder sjh),<br />
inv.nr. A12bis, cartularium van de watering De Broeke, ca. 1420 met aanvulling<strong>en</strong> tot derde<br />
kwart vijfti<strong>en</strong>de eeuw; Rijksarchief Brugge (verder rab), watering Moerkerke Zuid-over-de-
12 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
lijke grondbezitters binn<strong>en</strong> de watering. 26 Vooral in de derti<strong>en</strong>de- <strong>en</strong> veerti<strong>en</strong>de-eeuwse<br />
<strong>tekst</strong><strong>en</strong> wordt vaak zeer gedetailleerd de procedure beschrev<strong>en</strong><br />
die aan het nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beslissing <strong>voor</strong>afging. De verzamelde grondbezitters<br />
– ‘ingeland<strong>en</strong>’ – van e<strong>en</strong> watering werd<strong>en</strong> reglem<strong>en</strong>tair bij elkaar geroep<strong>en</strong><br />
op vraag van de sluismeesters of e<strong>en</strong> derde persoon, die als ‘wettelijk klager’<br />
optrad. 27 Meestal kwam m<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> op het grondgebied van de watering<br />
zelf, vaak op de plaats waar werk<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> uitgevoerd of geschouwd te word<strong>en</strong>,<br />
of nabij de uitwateringssluis. 28 Alle<strong>en</strong> de algem<strong>en</strong>e vergadering van de<br />
grootste watering van het Brugse Vrije, de Blank<strong>en</strong>bergse watering, kwam<br />
meestal sam<strong>en</strong> op de Burg te Brugge (‘<strong>voor</strong> Sinte Baselis’). 29 Meestal werd e<strong>en</strong><br />
bepaald probleem, e<strong>en</strong> vraag of <strong>voor</strong>stel aan de vergadering <strong>voor</strong>gelegd, die<br />
vervolg<strong>en</strong>s hierover beraadslaagde. In januari 1370 bij<strong>voor</strong>beeld, vroeg de abt<br />
van de abdij van Zoet<strong>en</strong>dale aan de algem<strong>en</strong>e vergadering van de watering<br />
Moerkerke Zuid-over-de-Lieve (t<strong>en</strong> noordoost<strong>en</strong> van de stad Brugge) toestemming<br />
e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>ing te mak<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>dijk van de watering, t<strong>en</strong>einde via<br />
deze op<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> deel van het abdijdomein te kunn<strong>en</strong> afwater<strong>en</strong>. 30 De algem<strong>en</strong>e<br />
vergadering stemde hiermee in: ‘aldaer ter stede so word<strong>en</strong> sij e<strong>en</strong>s <strong>en</strong>de<br />
van acorde’. Indi<strong>en</strong> dit niet het geval zou zijn geweest, werd de algem<strong>en</strong>e vergadering<br />
verdaagd <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> later tijdstip e<strong>en</strong> tweede maal bije<strong>en</strong>geroep<strong>en</strong>,<br />
maar dan wel <strong>voor</strong> de vierschaar van de kasselrij: ‘drough<strong>en</strong> sij over e<strong>en</strong>, wel<br />
<strong>en</strong>de goed; hadd<strong>en</strong> sij ghescil <strong>en</strong>de discord, mett<strong>en</strong> selv<strong>en</strong> ghebode tsaterdaghes<br />
daer naest comm<strong>en</strong>de te sine in de Vrye vierscaerne’. Uit deze formulering<br />
Lieve (verder mz), inv. nr. 2, cartularium van de watering Moerkerke Zuid-over-de-Lieve,<br />
1468, met aanvulling<strong>en</strong> tot 1717; rab, Watering Blank<strong>en</strong>berge (verder wb), inv. nr. 1, cartularium<br />
van de Blank<strong>en</strong>bergse watering, eerste kwart zesti<strong>en</strong>de eeuw, met aanvulling<strong>en</strong><br />
tot de achtti<strong>en</strong>de eeuw; rab, Van Sielegem, inv. nr. 98, cartularium van de watering Kamerlingsambacht<br />
1482, in kopie van 1640; rab, Registers Brugse Vrije (verder rbv), inv.<br />
nr. 16041, cartularium van de watering Serwoutermansambacht, zesti<strong>en</strong>de eeuw.<br />
26. Onder meer <strong>voor</strong> de Oude Yev<strong>en</strong>e-watering in Oostburg-ambacht (westelijk Zeeuws-<br />
Vlaander<strong>en</strong>) in het archief van de B<strong>en</strong>edictijner Sint-Pietersabdij te G<strong>en</strong>t: Rijksarchief G<strong>en</strong>t<br />
(verder rag), Sint-Pietersabdij (verder spa), oorkond<strong>en</strong> op datum; <strong>en</strong> de watering Eiesluis<br />
in het archief van de Cisterciënzerabdij Ter Doest te Lissewege: Archief Groot-Seminarie<br />
Brugge (verder gsab), Ter Duin<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ter Doest, oorkond<strong>en</strong> op datum.<br />
27. Gelijk<strong>en</strong>d op de procedure in het Oud-Vlaamse strafprocesrecht: R. C. Van Ca<strong>en</strong>egem,<br />
Geschied<strong>en</strong>is van het strafprocesrecht in Vlaander<strong>en</strong> van de XIe tot de XIVe eeuw (Brussel 1956)<br />
17-32.<br />
28. Bij<strong>voor</strong>beeld oab, sjh-watering<strong>en</strong> (verder sjh-w), inv.nr. 10 (oud doosnummer 2A),<br />
rek<strong>en</strong>ing watering Eiesluis, 1376-77: ‘Item d<strong>en</strong> X dagh in hoyma<strong>en</strong>d als de cuere beclaeght<br />
was bi Philisse van Buekemare te Lisseweghe up de huelbrugghe om de huelbrugghe<br />
ste<strong>en</strong>in te mak<strong>en</strong>e <strong>en</strong>de d<strong>en</strong> waterganc te verdelv<strong>en</strong>e’.<br />
29. Bij<strong>voor</strong>beeld rab, wb, inv. nr. 333, rek<strong>en</strong>ing 1407-1408: ‘[…] ghelike dat tsaterdaechs<br />
daer te vor<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>e cuere <strong>voor</strong> Sinte Bazelis gheoord<strong>en</strong>eert was’.<br />
30. rab, Oorkond<strong>en</strong> Abdij Zoet<strong>en</strong>dale, op datum, oorkonde van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het<br />
Brugse Vrije, 26 januari 1370 (n.s.).
Polders zonder poldermodel? » 13<br />
blijkt onmiddellijk het grote belang dat gehecht wordt aan de formele cons<strong>en</strong>sus<br />
van de grondbezitters. Daarbij wordt b<strong>en</strong>adrukt dat er overleg tuss<strong>en</strong> de<br />
aanwezig<strong>en</strong> plaatsvond: ‘<strong>en</strong>de daer up raet <strong>en</strong>de advys te hebb<strong>en</strong>e elc met<br />
andr<strong>en</strong>’, <strong>en</strong> dat uitdrukkelijk gevraagd was of er aanwezig<strong>en</strong> war<strong>en</strong> die niet<br />
akkoord ging<strong>en</strong>: ‘zo vraechde de wettelike crichoudere vand<strong>en</strong> Vry<strong>en</strong> offer<br />
yem<strong>en</strong>t tjegh<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> was […] <strong>en</strong>de zeid<strong>en</strong> datter bij di<strong>en</strong> point<strong>en</strong><br />
nyem<strong>en</strong>t vander <strong>voor</strong>seide wateringhe tjegh<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> wilde, so word<strong>en</strong> sij<br />
e<strong>en</strong>s <strong>en</strong>de van acorde’. 31<br />
De gebruikte formulering getuigt natuurlijk van e<strong>en</strong> groot formalisme,<br />
waarbij we ons de vraag kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> of achter de formele toestemming van<br />
de algem<strong>en</strong>e vergadering, debat <strong>en</strong> discussie schuil ging<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zo ja, hoe deze<br />
discussie dan wel verliep. E<strong>en</strong> zeldzame kijk op de werkelijke gang van zak<strong>en</strong><br />
tijd<strong>en</strong>s de algem<strong>en</strong>e vergadering van e<strong>en</strong> laatmiddeleeuwse Vlaamse watering,<br />
krijg<strong>en</strong> we begin vijfti<strong>en</strong>de eeuw, naar aanleiding van de controle van de jaarrek<strong>en</strong>ing<br />
van de watering van Zuidover in de kasselrij Sint-Winoksberg<strong>en</strong> in het<br />
huidige Frans-Vlaander<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> de jaarrek<strong>en</strong>ing van 1406 gecontroleerd werd<br />
door de algem<strong>en</strong>e vergadering, in aanwezigheid van de kasselrijschep<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
gevraagd werd of er iemand bezwaar had, riep<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele ingeland<strong>en</strong> ‘overluut’<br />
dat dat wel degelijk het geval was. Met name verdacht<strong>en</strong> ze het bestuur van de<br />
watering van fraude, door het overdrijv<strong>en</strong> van de werkur<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aankoopprijs<br />
van material<strong>en</strong> <strong>en</strong> via bedreiging <strong>en</strong> ‘subtil<strong>en</strong> wegh<strong>en</strong>’ verkreg<strong>en</strong> valse kwitanties<br />
van werklui. Na dit protest werd de vergadering geschorst, doch tijd<strong>en</strong>s<br />
deze schorsing vroeg<strong>en</strong> de kasselrijschep<strong>en</strong><strong>en</strong> nogmaals de m<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong><br />
beperkt aantal aanwezig<strong>en</strong>, dat zich wel akkoord verklaarde met de jaarrek<strong>en</strong>ing.<br />
Hierop verklaard<strong>en</strong> de kasselrijschep<strong>en</strong><strong>en</strong> de jaarrek<strong>en</strong>ing toch van<br />
waarde – ‘meer bi wille danne bi rechte’ volg<strong>en</strong>s het ontevred<strong>en</strong> deel van de aanwezig<strong>en</strong>.<br />
Discussies <strong>en</strong> zelfs hoog oplop<strong>en</strong>de on<strong>en</strong>igheid op algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong><br />
kwam<strong>en</strong> dus wel degelijk <strong>voor</strong>, maar het is zeldzaam dat ze in de bronn<strong>en</strong><br />
opgetek<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong>. Dat dat hier toch gebeurde, is te wijt<strong>en</strong> aan factor<strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong> het waterbeheer om: door e<strong>en</strong> aantal ingeland<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> klacht ingedi<strong>en</strong>d<br />
bij de c<strong>en</strong>trale grafelijke rechtbank, de Raad van Vlaander<strong>en</strong>, waarop de<br />
zaak escaleerde tot e<strong>en</strong> conflict rond de vraag of de Raad van Vlaander<strong>en</strong> process<strong>en</strong><br />
in eerste aanleg mocht behandel<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> vonnis van de lokaal bevoegde<br />
rechtbank af te wacht<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> praktijk waarteg<strong>en</strong> de ‘Led<strong>en</strong>’ van Vlaander<strong>en</strong><br />
– de grote sted<strong>en</strong> G<strong>en</strong>t, Brugge, Ieper <strong>en</strong> de kustkasselrij van het Brugse<br />
31. oab, sjh, inv. nr. A 12bis, oorkonde van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het Brugse Vrije betreff<strong>en</strong>de<br />
de watering van Moerkerke Zuid-over-de-Lieve, 19 oktober 1387, f39r-40r. De krikhouder<br />
of krikwaarder was e<strong>en</strong> gerechtelijke officier die in zak<strong>en</strong> van bestuurlijke <strong>en</strong> burgerrechtelijke<br />
aard de baljuw verving als maner van de kasselrijschep<strong>en</strong><strong>en</strong>: E. Warlop, Bijdrag<strong>en</strong> tot<br />
de geschied<strong>en</strong>is der vorming van het Brugse Vrije. Bronn<strong>en</strong>. Gebied. Instelling<strong>en</strong> (G<strong>en</strong>t 1958)<br />
115-117.
14 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
Vrije – zich mordicus blev<strong>en</strong> verzett<strong>en</strong>. 32 Van belang <strong>voor</strong> ons is ook e<strong>en</strong> ander<br />
elem<strong>en</strong>t in het pleidooi van het bestuur van de watering <strong>en</strong> de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van de<br />
kasselrij Sint-Winoksberg<strong>en</strong>: zij verweerd<strong>en</strong> zich door te stell<strong>en</strong> dat er andere<br />
<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong>namere <strong>en</strong> rijkere ingeland<strong>en</strong> war<strong>en</strong> dan deze die de klacht hadd<strong>en</strong><br />
ingedi<strong>en</strong>d: ‘want daer zev<strong>en</strong> waerf meer ghelande zijn dan de ghone die dit<br />
achtervolch do<strong>en</strong> <strong>en</strong>de ooc vele notabelre <strong>en</strong>de rikerer’. 33 Niet alle<strong>en</strong> wordt hier<br />
e<strong>en</strong> meerderheidsargum<strong>en</strong>t ingeroep<strong>en</strong>, er wordt ook gesuggereerd dat de m<strong>en</strong>ing<br />
van bepaalde ‘notabele’ grondbezitters meer dan proportioneel moet doorweg<strong>en</strong>.<br />
Impliciet wordt hier gerefereerd naar het begrip ‘sanior pars’ – de aan<br />
de monastieke wereld <strong>en</strong> het kerkelijk recht ontle<strong>en</strong>de opvatting dat in sommige<br />
gevall<strong>en</strong> de opinie van het ‘wijste’ deel van de aanwezig<strong>en</strong> moest gevolgd<br />
word<strong>en</strong>, ook al viel dat niet sam<strong>en</strong> met het meerderheidsstandpunt. De term<br />
‘sanior pars’ wordt trouw<strong>en</strong>s ook in andere <strong>tekst</strong><strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de besluitvorming<br />
in de watering<strong>en</strong> expliciet gebruikt. 34 In het discours rond de participatie<br />
in het waterstaatsbeleid, wordt hierdoor mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerste elem<strong>en</strong>t van ‘ongelijkheid<br />
in de gelijkheid’ geïntroduceerd – e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t dat echter als algeme<strong>en</strong><br />
aanvaard in de Anci<strong>en</strong> Régime sam<strong>en</strong>leving moet word<strong>en</strong> beschouwd <strong>en</strong> niet in<br />
teg<strong>en</strong>spraak hoeft te staan met e<strong>en</strong> participatief besluitvormingsmodel. 35<br />
Uit ongeveer dezelfde periode bleef e<strong>en</strong> uitzonderlijk uitvoerige beschrijving<br />
bewaard van het besluitvormingsproces dat <strong>voor</strong>afging aan de vernieuwing<br />
van de zuidsluis van de grote Blank<strong>en</strong>bergse watering, in het <strong>voor</strong>jaar van<br />
1407. 36 Tuss<strong>en</strong> 16 april <strong>en</strong> 22 juni kwam de algem<strong>en</strong>e vergadering minst<strong>en</strong>s<br />
vijf keer hieromtr<strong>en</strong>t sam<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de eerste bije<strong>en</strong>komst, op 16 april 1407,<br />
werd mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> commissie sam<strong>en</strong>gesteld die sam<strong>en</strong> met het bestuur de<br />
noodlijd<strong>en</strong>de sluis di<strong>en</strong>de te inspecter<strong>en</strong>, om vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> week later verslag<br />
uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> aan de vergadering, wat ook gebeurde. Op advies van de commissie<br />
werd dan door de vergadering aan de sluismeesters opdracht gegev<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> ontwerp te mak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de vernieuwing van de zuidsluis <strong>en</strong> dit ontwerp<br />
32. rag, Raad van Vlaander<strong>en</strong>, inv. nr. 2337, f302v-306r, editie A. Zoete (ed.), Handeling<strong>en</strong><br />
van de Led<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de Stat<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> (1405-1419) : excerpt<strong>en</strong> uit de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> der sted<strong>en</strong>,<br />
kasselrij<strong>en</strong> <strong>en</strong> vorstelijke ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> (Brussel 1982) 1353-1359. Over de Raad van Vlaander<strong>en</strong><br />
in het licht van de juridische c<strong>en</strong>tralisatie-politiek van de Bourgondische vorst<strong>en</strong>:<br />
J. Dumolyn, De Raad van Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Rek<strong>en</strong>kamer van Rijsel. Gewestelijke overheidsinstelling<strong>en</strong><br />
als instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van c<strong>en</strong>tralisatie (1419-1477) (Brussel 2002) 93-110.<br />
33. Zoete, Handeling<strong>en</strong>, 1358.<br />
34. Bij<strong>voor</strong>beeld in de beraadslaging<strong>en</strong> van de watering<strong>en</strong> van Maldegem, Eeklo <strong>en</strong> Lembeke<br />
met verteg<strong>en</strong>woordigers van de stad Eeklo in 1406, waarin de beslissing werd g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
door ‘la greigneur et plus saine partie’, editie: L. Gilliodts-Van Sever<strong>en</strong>, Coutumes des<br />
pays et comté de Flandre. Coutume du Franc de Bruges ii (Brussel 1879) 154.<br />
35. L. Moulin, ‘Sanior et maior pars. Note sur l’évolution des techniques électorales dans<br />
les Ordres religieux du vie auxiiie siècle’, Revue historique du droit Français et étranger 36<br />
(1958) 368-397 ; 491-529.<br />
36. rab, wb, inv. nr. 333, rek<strong>en</strong>ing 1407-1408.
Polders zonder poldermodel? » 15<br />
<strong>voor</strong> te legg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> derde algem<strong>en</strong>e vergadering, op zev<strong>en</strong> mei. Daar de commissie<br />
van oordeel was dat niet alle<strong>en</strong> de zuidsluis vernieuwd di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong>,<br />
maar dat tev<strong>en</strong>s het riet in de waterlop<strong>en</strong> bij het moer van Meetkerke<br />
di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> gerooid, werd aan de aanwezig<strong>en</strong> gevraagd wie dit werk op<br />
contractuele basis wilde uitvoer<strong>en</strong>. Niemand wilde dit echter do<strong>en</strong> <strong>voor</strong> minder<br />
dan elf pond grot<strong>en</strong> Vlaams ‘twelke der me<strong>en</strong>tucht vele te vele dochte’. Op<br />
zev<strong>en</strong> mei werd het ontwerp <strong>voor</strong> de sluis dat door de sluismeesters was opgesteld<br />
dan <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> ‘int op<strong>en</strong>bare <strong>en</strong>de overluudt’ op de algem<strong>en</strong>e vergadering.<br />
Onmiddellijk daarop werd door e<strong>en</strong> zekere Jan Clayaert e<strong>en</strong> ander<br />
ontwerp <strong>voor</strong>gelegd, waarop de baljuw van Brugge de vergadering vroeg welk<br />
ontwerp de verzamelde grondbezitters prefereerd<strong>en</strong>. De ingeland<strong>en</strong> verkoz<strong>en</strong><br />
uiteindelijk het ontwerp van de sluismeesters ‘omme dat het tstaerxte werc es’,<br />
waarna de baljuw van Brugge overging tot op<strong>en</strong>bare uitbesteding. De vraagprijs<br />
van <strong>en</strong>kele aannemers die e<strong>en</strong> bod uitbracht<strong>en</strong>, werd echter door zowel de<br />
ingeland<strong>en</strong> als de baljuw als onredelijk hoog aangezi<strong>en</strong>: ‘[…] twelke d<strong>en</strong> bailliu<br />
van Brucghe <strong>en</strong>de alder me<strong>en</strong>tucht onredelike gheheescht dochte’. E<strong>en</strong><br />
nieuwe commissie van vier person<strong>en</strong> di<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong> met de sluismeesters <strong>en</strong><br />
de klerk de daaropvolg<strong>en</strong>de wo<strong>en</strong>sdag alle mogelijke aannemers uit te nodig<strong>en</strong><br />
in de schep<strong>en</strong>bank van het Brugse Vrije. Op die bewuste wo<strong>en</strong>sdag werd<br />
met vijf timmerlui onderhandeld, waarna op e<strong>en</strong> vierde algem<strong>en</strong>e vergadering<br />
op veerti<strong>en</strong> mei opnieuw verslag werd uitgebracht aan de algem<strong>en</strong>e vergadering,<br />
e<strong>en</strong> nieuwe op<strong>en</strong>bare aanbesteding werd georganiseerd <strong>en</strong> de zaak uiteindelijk<br />
werd beklonk<strong>en</strong>. Hierop nam<strong>en</strong> de werk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanvang, doch to<strong>en</strong><br />
de oude sluis e<strong>en</strong>maal was blootgelegd, werd opnieuw e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vergadering<br />
belegd. Enkele ingeland<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij het zi<strong>en</strong> van de blootgelegde sluis de<br />
m<strong>en</strong>ing toegedaan dat het helemaal niet nodig was deze te vernieuw<strong>en</strong>: ‘twelk<br />
e<strong>en</strong>eghe zeid<strong>en</strong> dat van ghe<strong>en</strong>re nood ne was te vermak<strong>en</strong>e’. De algem<strong>en</strong>e vergadering<br />
van 22 juni besliste echter dat de werk<strong>en</strong> toch kond<strong>en</strong> doorgaan<br />
‘<strong>en</strong>de bevol<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>t werk<strong>en</strong> zoude’.<br />
Wanneer we meer in detail de bewoording<strong>en</strong> analyser<strong>en</strong> waarin in de rek<strong>en</strong>ing<br />
van de watering verslag wordt uitgebracht van het verloop van de vergadering<strong>en</strong>,<br />
dan valt ook op hoe vaak gewez<strong>en</strong> wordt op het nut <strong>voor</strong> de watering –<br />
e<strong>en</strong> variante op het in laatmiddeleeuwse bronn<strong>en</strong> vaak terugker<strong>en</strong>de concept<br />
van le bi<strong>en</strong> publique-the common good. 37 Hier niet op de geme<strong>en</strong>schap van e<strong>en</strong><br />
staat of stad toegepast, maar wel op de watering: ‘t<strong>en</strong> mijnst<strong>en</strong> coste <strong>en</strong>de ter<br />
37. Over de (her)opleving van dit concept vanaf de derti<strong>en</strong>de eeuw: M.S. Kempshall, The<br />
common good in late medieval political thought (Oxford 1999) 1-25; P. Hibst, Utilitas publica<br />
– Gemeiner Nutz – Gemeinwohl. Untersuchung<strong>en</strong> zur Idee eines politisch<strong>en</strong> Leitbegriffes von der<br />
Antike bis zum spät<strong>en</strong> Mittelalter (Frankfurt-am-Main 1991); E. Lecuppure-Desjardin <strong>en</strong><br />
A. Van Brua<strong>en</strong>e (eds.), De bono communi. The discourse and practice of the common good in the<br />
European City (13th-16th c<strong>en</strong>tury) (Turnhout te verschijn<strong>en</strong>).
16 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
meest<strong>en</strong> proffite van der vorseide wateringhe’ (algem<strong>en</strong>e vergadering van zesti<strong>en</strong><br />
april); ‘omme tmeeste proffijt van der vorseide wateringhe’ (idem);<br />
‘omme beters wille, <strong>en</strong>de omme tproffijt van der vorseide wateringhe’ (algem<strong>en</strong>e<br />
vergadering van veerti<strong>en</strong> mei). Ook de financiering van waterstaatswerk<strong>en</strong><br />
is trouw<strong>en</strong>s in ess<strong>en</strong>tie op dit zelfde principe van algeme<strong>en</strong> nut gebaseerd,<br />
waarbij m<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>spreiding over alle grondbezitters binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> watering<br />
verantwoordde door de koppeling te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de baat die zij erbij hadd<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de last die zij in ruil di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te drag<strong>en</strong>. 38<br />
De uitvoerige beschrijving van de besluitvorming in de Blank<strong>en</strong>bergse<br />
watering in 1407 laat ook duidelijk de <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>de interactie tuss<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />
vergadering, uitvoer<strong>en</strong>d bestuur <strong>en</strong> kasselrijbestuur zi<strong>en</strong>. Daarbij staat<br />
vast dat de algem<strong>en</strong>e vergadering van de watering begin vijfti<strong>en</strong>de eeuw wel<br />
degelijk nog e<strong>en</strong> beleidsorgaan was, waar teg<strong>en</strong>strijdige visies vertolkt <strong>en</strong> keuzes<br />
gemaakt werd<strong>en</strong>, ook al werd het <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d werk in beperktere kring<br />
verricht. De aanwezig<strong>en</strong> participeerd<strong>en</strong> actief op de vergadering<strong>en</strong>, hun m<strong>en</strong>ing<br />
werd gevraagd <strong>en</strong> de beslissing<strong>en</strong> die zij nam<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ook bind<strong>en</strong>d <strong>voor</strong><br />
het bestuur. Op elke vergadering zi<strong>en</strong> we de ‘me<strong>en</strong>tucht’ van alle grondbezitters<br />
bevel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan de sluismeesters: ‘bevol<strong>en</strong> sluusmeesters dat zijt zoud<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong> in dachuer<strong>en</strong>’ (23 april); ‘bevol<strong>en</strong>t d<strong>en</strong> sluusmeesters dat zijt zoud<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong> do<strong>en</strong> t<strong>en</strong> alre eerst<strong>en</strong> werke’ (25 mei).<br />
Naast instructies <strong>voor</strong> het bestuur kan de algem<strong>en</strong>e vergadering ook algem<strong>en</strong>ere<br />
reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met betrekking tot het waterbeheer binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> watering<br />
opstell<strong>en</strong>, die net als de algem<strong>en</strong>e vergadering zelf met de term ‘keure’ word<strong>en</strong><br />
aangeduid. De algem<strong>en</strong>e vergadering beschikt met andere woord<strong>en</strong> over e<strong>en</strong><br />
jus statu<strong>en</strong>di, e<strong>en</strong> keurrecht, dat als e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel k<strong>en</strong>merk van elke kommunale<br />
organisatie wordt gezi<strong>en</strong>. 39 Het gaat hier niet om e<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> andere overheid<br />
gedelegeerde vorm van wetgeving, doch wel om e<strong>en</strong> soort van G<strong>en</strong>oss<strong>en</strong>schaftsrecht:<br />
reglem<strong>en</strong>tering ontstaan op initiatief van e<strong>en</strong> groep waarvan de<br />
led<strong>en</strong> zich onderling verbind<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal gebods- <strong>en</strong> verbodsbepaling<strong>en</strong> te<br />
zull<strong>en</strong> nalev<strong>en</strong> <strong>en</strong> die als e<strong>en</strong> aparte rechtsbron naast het gewoonterecht, de<br />
vorstelijke wetgeving, de jurisdictie <strong>en</strong> de jurisprud<strong>en</strong>tie kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. 40<br />
De algem<strong>en</strong>e vergadering van de watering di<strong>en</strong>de in haar reglem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>de<br />
bevoegdheid het viger<strong>en</strong>de gewoonterecht in waterstaatsaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> (het<br />
dijk- of heemrecht) te volg<strong>en</strong> doch kon dit aanvull<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong> aan de lokale<br />
38. oab, sjh, inv. nr. A12bis, f35v-38r, vonnis van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het Brugse Vrije<br />
betreff<strong>en</strong>de de watering van Moerkerke Zuid-over-de-Lieve, 3 december 1369: ‘tall<strong>en</strong> der<br />
goner coste <strong>en</strong>de laste diere cost <strong>en</strong>de last zijn sculdich of te hebb<strong>en</strong>e <strong>en</strong>de talre ghoonre<br />
bate <strong>en</strong>de proffite diere sculdich zijn bate <strong>en</strong>de proffijt of te hebb<strong>en</strong>e’.<br />
39. Blickle, Kommunalismus, 41-51.<br />
40. R.C. Van Ca<strong>en</strong>egem, ‘Coutumes et législation <strong>en</strong> Flandre aux xie etxiie siècles’, in:<br />
Vrijhed<strong>en</strong> in de stad <strong>en</strong> op het platteland van de XIe tot de XIVe eeuw (Brussel 1968) 246.
Polders zonder poldermodel? » 17<br />
omstandighed<strong>en</strong>. 41 Deze regulering van onderuit zou gedur<strong>en</strong>de het Anci<strong>en</strong><br />
Régime nooit door e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e, van overheidswege opgelegde wetgeving vervang<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>. De algem<strong>en</strong>e keur<strong>en</strong> van de laatmiddeleeuwse Vlaamse watering<strong>en</strong><br />
– waarvan er tot nog toe elf kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerepertorieerd tuss<strong>en</strong> 1282<br />
<strong>en</strong> 1568 – vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeldzaam rijke getuig<strong>en</strong>is van dergelijke vorm van lokale<br />
reglem<strong>en</strong>tering in e<strong>en</strong> plattelandssam<strong>en</strong>leving. 42 De inhoud van de algem<strong>en</strong>e<br />
watering-keur<strong>en</strong> is dubbel: ze omvatt<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> organisatorisch-procedureel<br />
luik, dat <strong>voor</strong>namelijk in de derti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> veerti<strong>en</strong>de eeuwse keur<strong>en</strong> sterk<br />
was uitgewerkt, <strong>en</strong> anderzijds materiële juridische bepaling<strong>en</strong>, <strong>voor</strong>namelijk<br />
verbods- <strong>en</strong> gebodsbepaling<strong>en</strong> met betrekking tot het gebruik van waterweg<strong>en</strong>,<br />
dijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> weg<strong>en</strong> – kortom e<strong>en</strong> soort politioneel reglem<strong>en</strong>t. Voor ons onderwerp<br />
is <strong>voor</strong>al het organisatorische luik van belang. Ook hier weer wordt de participatie<br />
van de ingeland<strong>en</strong> <strong>voor</strong>opgesteld <strong>en</strong> vermeldt de hoofding van het reglem<strong>en</strong>t<br />
vaak uitdrukkelijk dat de <strong>tekst</strong> werd ‘overe<strong>en</strong>ghedragh<strong>en</strong> zonder ghescil’. 43<br />
Hierin wordt ondermeer het lidmaatschap van de ‘geme<strong>en</strong>te’ van de watering,<br />
<strong>en</strong> dus van de algem<strong>en</strong>e vergadering, duidelijk afgebak<strong>en</strong>d. Elke persoon (fysieke<br />
of rechtspersoon) ‘die ghegoed <strong>en</strong>de gheerft es binder vorseider wateringhe’<br />
wordt tot de ingeland<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. 44 Van e<strong>en</strong> beperking door middel van<br />
bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> minimum-grondbezit, zoals dat vanaf de moderne tijd het<br />
geval was in vele watering<strong>en</strong>, was nog ge<strong>en</strong> sprake. 45<br />
Op basis van e<strong>en</strong> oppervlakkige bronn<strong>en</strong>lectuur, krijg<strong>en</strong> we dus e<strong>en</strong> beeld<br />
van e<strong>en</strong> zeer actieve ‘me<strong>en</strong>tucht’ in de laatmiddeleeuwse Vlaamse watering<strong>en</strong>:<br />
e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schap van belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> die actief participeerde in de besluitvorming<br />
<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ook in haar discours het belang van de geme<strong>en</strong>schap<br />
<strong>voor</strong>op stelde. We zoud<strong>en</strong> dan ook kunn<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> dat het middeleeuwse<br />
waterbeheer inderdaad zeer participatief <strong>en</strong> cons<strong>en</strong>susgericht was opgebouwd<br />
<strong>en</strong> dat de anteced<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het Nederlandse ‘poldermodel’ inderdaad in de<br />
middeleeuwse polders te vind<strong>en</strong> zijn. Toch zijn ook reeds in de besprok<strong>en</strong> <strong>tekst</strong><strong>en</strong><br />
spor<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> die ons toelat<strong>en</strong> de inspraak <strong>en</strong> het bottom-up besluitvormingsmodel<br />
te nuancer<strong>en</strong>. Zo wordt in het verslag van de talrijke vergadering<strong>en</strong><br />
van de Blank<strong>en</strong>bergse watering rond de bouw van e<strong>en</strong> nieuwe sluis in<br />
1407 steevast de nadruk gelegd op de aanwezigheid van e<strong>en</strong> aantal belangrijke<br />
person<strong>en</strong> die in teg<strong>en</strong>stelling tot het gros van de aanwezig<strong>en</strong> met hun naam<br />
41. P.H. Gallé, Beveiligd bestaan. Grondtrekk<strong>en</strong> van het middeleeuwse waterstaatsrecht in Z.W.<br />
Nederland <strong>en</strong> hoofdlijn<strong>en</strong> van de geschied<strong>en</strong>is van het dijkbeheer in dit gebied (1200-1963) (Delft<br />
1963) 14 <strong>en</strong> 60-68.<br />
42. E<strong>en</strong> editie <strong>en</strong> analyse van deze algem<strong>en</strong>e wateringkeur<strong>en</strong> is in <strong>voor</strong>bereiding. Voorlopig<br />
verwijs ik naar So<strong>en</strong>s, Waterbeheer, 62-67.<br />
43. Bij<strong>voor</strong>beeld Gilliodts-Van Sever<strong>en</strong>, Coutumes, ii, 717-722, keure van de Blank<strong>en</strong>bergse<br />
watering, 1407.<br />
44. Ibidem.<br />
45. J. Schramme, Des Wateringues (Bruges 1899) 69-70.
18 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
word<strong>en</strong> vermeld. Naast de baljuw van Brugge, gaat het dan om telg<strong>en</strong> uit de<br />
schep<strong>en</strong>families van het Brugse Vrije met uitgestrekte bezitting<strong>en</strong> in de desbetreff<strong>en</strong>de<br />
watering, zoals de families van Uitkerke, van Messem, van Strat<strong>en</strong>,<br />
van Meetkerke <strong>en</strong> van Gh<strong>en</strong>t. 46 Ook de verteg<strong>en</strong>woordigers van kerkelijke<br />
grondbezitters in het gebied, zoals het belangrijke Brugse Sint-Janshospitaal,<br />
word<strong>en</strong> vaak <strong>en</strong> uitdrukkelijk vermeld. Dat deze person<strong>en</strong> meer dan hun stempel<br />
hebb<strong>en</strong> gedrukt op het verloop van deze vergadering<strong>en</strong>, staat buit<strong>en</strong> kijf. In<br />
de volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> dat ook op e<strong>en</strong> meer structureel vlak de<br />
participatie van brede lag<strong>en</strong> van de laatmiddeleeuwse bevolking in waterstaatsaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><br />
belangrijke beperking<strong>en</strong> k<strong>en</strong>de.<br />
Structurele beperking<strong>en</strong> aan de inspraak<br />
Hoezeer de raadpleging van de ‘ingeland<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> het strev<strong>en</strong> naar cons<strong>en</strong>sus<br />
ook b<strong>en</strong>adrukt werd in het discours van de laatmiddeleeuwse watering<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
aantal kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> dringt zich toch op. Fundam<strong>en</strong>teel daarbij is de vaststelling<br />
dat inspraakmechanism<strong>en</strong>, net als alle instituties steeds e<strong>en</strong> uitdrukking<br />
zijn van de maatschappij waar<strong>voor</strong> ze geconcipieerd zijn <strong>en</strong> dat sociaaleconomische,<br />
politieke <strong>en</strong> culturele factor<strong>en</strong> dan ook e<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>de rol uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op het hoe <strong>en</strong> waarom van deze instituties. 47 In e<strong>en</strong> rurale sam<strong>en</strong>leving<br />
kunn<strong>en</strong> we de rol van deze maatschappelijke factor<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong> in<br />
het concept ‘sociaal agro-systeem’, dat de structuur van e<strong>en</strong> welbepaalde rurale<br />
sam<strong>en</strong>leving definieert vanuit de sociale relaties waarop het regio-specifieke<br />
reproductiesysteem gebaseerd is, <strong>en</strong> waarbij de regionale verdeling van macht<br />
<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>dom <strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>sstrategieën <strong>en</strong> arbeidsrelaties van her<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
boer<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal word<strong>en</strong> gesteld. 48 In deze paragraaf will<strong>en</strong> we dan ook in het<br />
bijzonder aandacht sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de invloed van de heers<strong>en</strong>de machtsverhouding<strong>en</strong><br />
op de inspraak in het waterbeheer – e<strong>en</strong> invloed die niet altijd e<strong>en</strong>dui-<br />
46. De schep<strong>en</strong>families van het Brugse Vrije vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke doch weinig bestudeerde<br />
lokale elitegroep in het graafschap Vlaander<strong>en</strong>, waarvan heel wat led<strong>en</strong> in de late<br />
middeleeuw<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> functie in vorstelijke di<strong>en</strong>st carrière maakt<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> adellijke status<br />
bereikt<strong>en</strong>. Naast het oudere werk van Warlop, De vorming, kwam<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t heel wat nieuwe<br />
gegev<strong>en</strong>s aan het licht over de oorsprong van e<strong>en</strong> aantal van deze families in D. Tys, E<strong>en</strong><br />
middeleeuws landschap als materiële cultuur: de interactie tuss<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> ruimte in het<br />
kustgebied <strong>en</strong> de wording van e<strong>en</strong> laatmiddeleeuws tot vroegmodern landschap. Kamerlingsambacht,<br />
500-1200/1600 (Doctoraatsverhandeling Archeologie Vrije Universiteit<br />
Brussel 2003).<br />
47. Dit aspect wordt in de meeste institutionele analysemodell<strong>en</strong> over de interactie tuss<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> natuur – bij<strong>voor</strong>beeld J.M. Anderies, M.A. Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> E. Ostrom: ‘A framework to<br />
analyze the robustness of social-ecological systems from an institutional perspective’, Ecology<br />
and society 9 (2004) 1, artikel 18 – onvoldo<strong>en</strong>de uitgewerkt.
dig blijkt in het door de tijdg<strong>en</strong>oot gehanteerde discours over waterbeheer.<br />
Hieruit zal ook blijk<strong>en</strong> dat het besluitvormingsproces zowel ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>tieel als<br />
structureel vaak complexer was dan het Kommunale of CPR-model kunn<strong>en</strong><br />
bevatt<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> het daarbij in de eerste plaats over interne machtsverhouding<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> de plattelandssam<strong>en</strong>leving zelf. Gezi<strong>en</strong> het belang van de<br />
interregionale handel <strong>voor</strong> de economie van het laatmiddeleeuwse Vlaander<strong>en</strong>,<br />
hoeft het ge<strong>en</strong> betoog dat ook vanuit stedelijke hoek nauwlett<strong>en</strong>d werd<br />
toegekek<strong>en</strong> op het waterbeheer in de Vlaamse kustvlakte. De talrijke kanal<strong>en</strong><br />
die de kustvlakte doorkruist<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> aanleiding tot complexe problem<strong>en</strong>,<br />
waarbij stedelijke handelsbelang<strong>en</strong> gecombineerd met e<strong>en</strong> vorstelijk c<strong>en</strong>tralisatiestrev<strong>en</strong><br />
meer dan e<strong>en</strong>s botst<strong>en</strong> met de verlang<strong>en</strong>s van landbouw <strong>en</strong> plattelandssam<strong>en</strong>leving<br />
inzake afwatering <strong>en</strong> zeewering<strong>en</strong>. 49<br />
De algem<strong>en</strong>e vergadering als forum <strong>voor</strong> inspraak<br />
Polders zonder poldermodel? » 19<br />
Afb. 1 Brugge, Gro<strong>en</strong>ingemuseum, inv. o. 1382, kaart van het kanaal van Oostburg <strong>en</strong> de Zwinstreek door Jan de Hervy,<br />
1501. Copyright IRPA-KIK Brussel.<br />
E<strong>en</strong> eerste reeks van beperking<strong>en</strong> aan de theoretische inspraakmogelijkheid<br />
vloeit <strong>voor</strong>t uit de deelname aan de algem<strong>en</strong>e vergadering. Zoals we zag<strong>en</strong><br />
stond deze vergadering op<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elke fysieke of rechtspersoon met grondbezit<br />
binn<strong>en</strong> de watering. Deze grondbezitters kunn<strong>en</strong> echter niet zomaar syno-<br />
48. E. Tho<strong>en</strong>, ‘“Social Agrosystems” as an economic concept to explain regional differ<strong>en</strong>ces.<br />
An essay taking the former county of Flanders as an example (Middle Ages-19th C<strong>en</strong>tury)’,<br />
in: B.J.P. van Bavel <strong>en</strong> P. Hopp<strong>en</strong>brouwers (eds.), Landholding and land transfer in the<br />
North Sea area (late Middle Ages-19th c<strong>en</strong>tury) (Turnhout 2004) 47-49.<br />
49. M. Sortor, ‘The Ieperleet affair: the struggle for market position in late medieval Flanders’,<br />
Speculum 73 (1998) 1068-1100 analyseerde rec<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> dergelijk conflict betreff<strong>en</strong>de<br />
de Ieperlee – het kanaal dat Ieper met Brugge <strong>en</strong> de Noordzee verbond – in de eerste helft van<br />
de vijfti<strong>en</strong>de eeuw.
20 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
niem word<strong>en</strong> gesteld met de lokale geme<strong>en</strong>schap, de inwoners van het gebied<br />
die toch als eerst<strong>en</strong> belang hadd<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> zo optimaal mogelijk georganiseerd<br />
waterbeheer. Enerzijds hadd<strong>en</strong> ook grondbezitters die niet in het gebied<br />
woonachtig war<strong>en</strong> toegang tot de algem<strong>en</strong>e vergadering. Deze abs<strong>en</strong>tee landowners<br />
omvatt<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al stedeling<strong>en</strong>, maar ook reguliere <strong>en</strong> seculiere kerkelijke<br />
instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> in mindere mate (ambts-)adellijke families. Anderzijds werd<strong>en</strong><br />
de bezitsloze inwoners van het gebied uitdrukkelijk uitgeslot<strong>en</strong>. Hierdoor<br />
viel<strong>en</strong> zowel de professionele loonarbeiders als de pachters in principe buit<strong>en</strong><br />
het inspraakveld van het waterbeheer. Vooral <strong>voor</strong> pachters is dit niet zonder<br />
belang, gezi<strong>en</strong> de vroege introductie <strong>en</strong> snelle verspreiding van de korte termijnpacht<br />
in dit gebied vanaf de tweede helft van de derti<strong>en</strong>de eeuw. 50 Voor<br />
de naburige kustkasselrij van Veurne-ambacht, bleek uit het onderzoek van<br />
Paul Vandewalle dat in de tweede helft van de zesti<strong>en</strong>de eeuw niet minder dan<br />
90 proc<strong>en</strong>t van de landbouwgrond via korte termijnpacht werd uitgebaat! 51<br />
Hoewel e<strong>en</strong> studie van het buit<strong>en</strong>steeds grondbezit van poorters van de grootste<br />
stad in het kustgebied (Brugge) nog steeds ontbreekt, is het duidelijk dat<br />
naarmate meer grond in hand<strong>en</strong> kwam van niet in het gebied woonachtige<br />
eig<strong>en</strong>aars <strong>en</strong> naarmate parallel daarmee de korte termijnpacht uitbreiding<br />
nam, de algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong> van de watering<strong>en</strong> steeds minder de eig<strong>en</strong>lijke<br />
inwoners van het gebied zelf verteg<strong>en</strong>woordigd<strong>en</strong>. 52 Ter illustratie: de<br />
2113 hectare grote watering Moerkerke Zuid-over-de-Lieve, t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van<br />
Brugge telde in 1530 186 verschill<strong>en</strong>de grondbezitters. De twee grootste groep<strong>en</strong><br />
in de rang<strong>en</strong> van de grondbezitters war<strong>en</strong> de poorters (58) <strong>en</strong> de kerkelijke<br />
instelling<strong>en</strong> (43), op <strong>en</strong>ige afstand gevolgd door inwoners van de drie parochies<br />
waarover de watering zich uitstrekte: Moerkerke (34), Sijsele (33) <strong>en</strong><br />
Vijve (7). De poorters, in hoofdzaak afkomstig uit Brugge <strong>en</strong> de kerkelijke<br />
instelling<strong>en</strong> bezat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> 76,5 proc<strong>en</strong>t van de grond<strong>en</strong> in de watering. 53<br />
Zelfs <strong>voor</strong> de person<strong>en</strong> die theoretisch toegang hadd<strong>en</strong> tot de algem<strong>en</strong>e<br />
vergadering, is het nog maar de vraag in hoeverre zij ook werkelijk aanwezig<br />
50. E. Tho<strong>en</strong> <strong>en</strong> T. So<strong>en</strong>s, ‘The origins of leaseholding in the former county of Flanders’, in:<br />
B.J.P. van Bavel <strong>en</strong> Ph. Schofield (eds.), The origin and early developm<strong>en</strong>t of leaseholding in<br />
Europe (Turnhout te verschijn<strong>en</strong>).<br />
51. P. Vandewalle, De geschied<strong>en</strong>is van de landbouw in de kasselrij Veurne (1550-1645) (Brussel<br />
1986) 95.<br />
52. Voor Vlaander<strong>en</strong> is kwantitatief materiaal eig<strong>en</strong>lijk alle<strong>en</strong> beschikbaar <strong>voor</strong> G<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
aantal stadjes in het G<strong>en</strong>ts kwartier: P. Stabel, ‘Het grondbezit van stedeling<strong>en</strong> op het platteland.<br />
Enkele bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij het onderzoek in het graafschap Vlaander<strong>en</strong> in de late Middeleeuw<strong>en</strong>’,<br />
Handeling<strong>en</strong> van de Geschied- <strong>en</strong> Oudheidkundige Kring van Oud<strong>en</strong>aarde 42 (2005)<br />
15-27. E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te status quaestionis van het onderzoek naar de plaats van buit<strong>en</strong>steeds<br />
grondbezit in de bredere stads-plattelandsverhouding<strong>en</strong> is S.R. Epstein, Town and country<br />
in Europe, 1300-1800 (Cambridge 2001).<br />
53. rab, rbv, inv. nr. 16036.
war<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> grote watering als de Blank<strong>en</strong>bergse watering – 17202,5 hectare in<br />
het midd<strong>en</strong> van de zesti<strong>en</strong>de eeuw – telde in het eerste kwart van die eeuw nog<br />
steeds e<strong>en</strong> 1400-tal verschill<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>aars, die theoretisch aanwezig kond<strong>en</strong><br />
zijn op de algem<strong>en</strong>e vergadering. Aangezi<strong>en</strong> aanwezigheidslijst<strong>en</strong> niet bewaard<br />
zijn geblev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de middeleeuwse of vroegmoderne periode, hebb<strong>en</strong><br />
we echter het rad<strong>en</strong> naar de precieze aanwezig<strong>en</strong>. Het dichtst in de buurt komt<br />
e<strong>en</strong> opsomming in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de Blank<strong>en</strong>bergse watering <strong>voor</strong> 1382<br />
<strong>en</strong> 1383 van de uitgav<strong>en</strong> aan drank <strong>en</strong> et<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de ‘<strong>voor</strong>naamste’ aanwezig<strong>en</strong>.<br />
Voor de algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong> van 9 april 1382 <strong>en</strong> 25 maart 1383 word<strong>en</strong> respectievelijk<br />
161 <strong>en</strong> 166 notabele aanwezig<strong>en</strong> met naam vermeld. Het werkelijk<br />
aantal lag vermoedelijk nog veel hoger, gezi<strong>en</strong> de vermelding ‘<strong>en</strong> vele ander<strong>en</strong>’<br />
bij elk groep van aanwezig<strong>en</strong> die apart werd<strong>en</strong> vergoed. 54 Op basis van deze<br />
aantall<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> algauw e<strong>en</strong> aanwezigheid van meerdere honderd<strong>en</strong> person<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> <strong>voor</strong>opstell<strong>en</strong>, ware het niet dat deze vergadering<strong>en</strong> plaatsvond<strong>en</strong><br />
in e<strong>en</strong> politiek zeer onrustige context, op e<strong>en</strong> og<strong>en</strong>blik dat het graafschap<br />
Vlaander<strong>en</strong> in de greep was van e<strong>en</strong> zes jaar dur<strong>en</strong>de burgeroorlog bek<strong>en</strong>d als<br />
de G<strong>en</strong>tse opstand (van 1379 tot 1385). Beide algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />
bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> veel duurder dan gebruikelijk in die jar<strong>en</strong>, wat op e<strong>en</strong> hogere opkomst,<br />
dan wel e<strong>en</strong> hoger verbruik wijst:<br />
Tabel 1 Kostprijs van de maaltijd aangebod<strong>en</strong> na de jaarlijkse algem<strong>en</strong>e vergadering van de Blank<strong>en</strong>bergse<br />
watering<br />
Boekjaar Kostprijs<br />
(pond parisis Vlaams)<br />
Kostprijs<br />
(equival<strong>en</strong>t hectoliter tarwe)<br />
1354-55 36,0 49,5<br />
1363-64 17,7 14,8<br />
1376-77 24,0 15,8<br />
1382-83 212,4 109,0<br />
1383-84 283,8 150,2<br />
1488-89 38,4 14,6<br />
1498-99 49,5 37,8<br />
1510-11 61,9 51,9<br />
1520-21 87,2 46,8<br />
1528-29 118,2 47,8<br />
1538-39 136,0 60,7<br />
1548-49 132,3 75,9<br />
1559-60 212,2 56,6<br />
1568-69 250,2 91,9<br />
Bronn<strong>en</strong>: oab, sjh-w, inv. nr. 13-14; rab, wb, inv. nr. 333-339.<br />
Polders zonder poldermodel? » 21<br />
54. oab, sjh-w, inv. nr. 14, rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Blank<strong>en</strong>bergse watering 1382-83 <strong>en</strong> 1383-84.
22 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
Anders dan in de veerti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong>de eeuw, to<strong>en</strong> drank <strong>en</strong> voedsel g<strong>en</strong>uttigd<br />
werd<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de lokale herberg<strong>en</strong>, werd in de zesti<strong>en</strong>de eeuw e<strong>en</strong><br />
maaltijd bereid in het ‘sluishuis’ van de watering waarbij telk<strong>en</strong>s niet onaardige<br />
hoeveelhed<strong>en</strong> oss<strong>en</strong>-, schap<strong>en</strong>- <strong>en</strong> lamsvlees, hamm<strong>en</strong>, zalm, wijn <strong>en</strong> bier<br />
werd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uttigd. Vooral het drankverbruik kan ons daarbij e<strong>en</strong> indicatie<br />
gev<strong>en</strong> over het aantal aanwezig<strong>en</strong> op de algem<strong>en</strong>e vergadering van de Blank<strong>en</strong>bergse<br />
watering. In de eerste helft van de zesti<strong>en</strong>de eeuw verdubbelde het bierverbruik<br />
van twee ton (ca. 264 liter) naar vier ton (ca. 528 liter), telk<strong>en</strong>s aan te<br />
vull<strong>en</strong> met één ton Rijnwijn (ca. 106 liter). Aangezi<strong>en</strong> het normale dagelijkse<br />
bierverbruik in de Zuidelijke Nederland<strong>en</strong> rond 1500 schommelde rond de<br />
0,7-0,8 liter <strong>en</strong> dit bij feestelijke geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> wellicht kon oplop<strong>en</strong> tot twee<br />
tot drie liter, lag het aantal aanwezig<strong>en</strong> wellicht lager dan 1400, maar toch<br />
alleszins hoger dan honderd. 55<br />
Het jaarlijks terugker<strong>en</strong>de ritueel van de maaltijd na de algem<strong>en</strong>e vergadering<br />
bezat ongetwijfeld e<strong>en</strong> zeker pot<strong>en</strong>tieel als versterking van het geme<strong>en</strong>schapsgevoel<br />
<strong>en</strong> de collectieve id<strong>en</strong>titeit van de aanwezig<strong>en</strong>. Toch mog<strong>en</strong> we<br />
ook hier de ongelijke machtsverhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de aanwezig<strong>en</strong> onderling<br />
niet uit het oog verliez<strong>en</strong>. Dat bleek al uit de uitdrukkelijke opsomming van de<br />
‘notabele’ aanwezig<strong>en</strong> op sommige vergadering<strong>en</strong>. Soms werd<strong>en</strong> de belangrijke<br />
<strong>en</strong> de gewone aanwezig<strong>en</strong> zelfs fysiek gescheid<strong>en</strong>. In de watering Reigarsvliet<br />
t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van Brugge ging m<strong>en</strong> in 1567 zelfs zo ver om de kleine grondbezitters<br />
na de algem<strong>en</strong>e vergadering slechts e<strong>en</strong> consumptie aan te bied<strong>en</strong> in<br />
de lokale herberg, sam<strong>en</strong> met de arbeiders van de watering, terwijl de belangrijke<br />
aanwezig<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitg<strong>en</strong>odigd <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> maaltijd in het huis van e<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>malige sluismeester. Die maaltijd kostte de watering het neg<strong>en</strong>voudige<br />
van het drankje in de herberg. 56 Het leidt onzes inzi<strong>en</strong>s dan ook weinig twijfel<br />
dat die belangrijkste aanwezig<strong>en</strong> – schep<strong>en</strong><strong>en</strong>, verteg<strong>en</strong>woordigers van abdij<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> hospital<strong>en</strong>, rijke poorters <strong>en</strong> lokale notabel<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> meer dan gemiddelde invloed<br />
op de besluitvorming inzake waterstaat kond<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
In de loop van de vijfti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>de eeuw zou zich echter nog e<strong>en</strong><br />
andere evolutie <strong>voor</strong>do<strong>en</strong>, die het belang van machtsev<strong>en</strong>wicht<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />
algem<strong>en</strong>e vergadering beperkte. Vanaf de tweede helft van de vijfti<strong>en</strong>de eeuw<br />
constater<strong>en</strong> we immers e<strong>en</strong> duidelijke afname van het aantal algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong>:<br />
terwijl van de late derti<strong>en</strong>de tot de vroege veerti<strong>en</strong>de vaak vijf of zes<br />
55. Gebaseerd op E. Aerts, ‘Het hoofdelijk bierverbruik in de Zuidelijke Nederland<strong>en</strong> (ca.<br />
1400-1800). Enkele kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>’, in: ‘Proeve ’t al, ’t is prysselyck’. Verbruik in Europese sted<strong>en</strong><br />
(13de-18de eeuw). Liber Amicorum Raymond van Uytv<strong>en</strong> (Antwerp<strong>en</strong> 1998) 57-59 <strong>en</strong><br />
R. Van Uytv<strong>en</strong>, ‘Het bierverbruik <strong>en</strong> de sociaal-economische toestand in het Brugse Vrije in<br />
de zesti<strong>en</strong>de eeuw’, Handeling<strong>en</strong> van het g<strong>en</strong>ootschap <strong>voor</strong> Geschied<strong>en</strong>is ‘Société d’Émulation’ te<br />
Brugge 131 (1994) 5-34.<br />
56. rab, Watering Ei<strong>en</strong>sluis-Reigarsvliet, inv. nr. 340.
algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong> per jaar werd<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>geroep<strong>en</strong>, werd in de zesti<strong>en</strong>de<br />
eeuw in regel nog maar één <strong>en</strong>kele algem<strong>en</strong>e vergadering georganiseerd: de<br />
jaarlijkse ‘statutaire’ vergadering waarop de jaarrek<strong>en</strong>ing werd gecontroleerd<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw bestuur werd verkoz<strong>en</strong>:<br />
Tabel 2 Vergadering<strong>en</strong> van grondbezitters in watering<strong>en</strong> van het Brugse Vrije (steekproefjar<strong>en</strong>, 1293-<br />
1568)<br />
Watering Jaartal Aantal algem<strong>en</strong>e<br />
vergadering<strong>en</strong><br />
Aantal<br />
vergadering<strong>en</strong><br />
met beperkt<br />
aantal<br />
grondbezitters<br />
Aantal<br />
vergadering<strong>en</strong><br />
grootste<br />
grondbezitters<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1293 2<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1343 6<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1354 7<br />
Stampershoek 1372 1<br />
Zuid-over-de-Lieve 1373 5<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1374 2<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1376 4<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1383 3<br />
Noord-over/Lapscheure 1399 4<br />
Noord-over/Lapscheure 1405 5 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1407 6<br />
Oude Yev<strong>en</strong>e 1407 2<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1488 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1498 1 1<br />
Heer Baselishoek 1503 1 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1510 3 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1520 1<br />
Bewester Eede 1525 4 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1528 1<br />
Eiesluis 1529 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1538 1<br />
Reigarsvliet 1538 1 1<br />
Zuid-over/Broeke/Stampershoeke 1547 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1548 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1559 1<br />
Blank<strong>en</strong>bergse 1568 1 8 16<br />
Bron: So<strong>en</strong>s, Waterbeheer, 91-92.<br />
Polders zonder poldermodel? » 23<br />
Telk<strong>en</strong>s wanneer in de veerti<strong>en</strong>de eeuw e<strong>en</strong> probleem rees, of e<strong>en</strong> belangrijke<br />
beslissing di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, werd de algem<strong>en</strong>e vergadering van<br />
grondbezitters bije<strong>en</strong>geroep<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de het boekjaar 1354-55 gebeurde dat<br />
in de Blank<strong>en</strong>bergse watering bij<strong>voor</strong>beeld zev<strong>en</strong>maal: tweemaal om de
24 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
slechte toestand van de oude uitwateringssluis te bekijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> te besliss<strong>en</strong> over<br />
de ev<strong>en</strong>tuele aanleg van e<strong>en</strong> nieuwe sluis; tweemaal om de hoogte van de<br />
grondbelasting vast te stell<strong>en</strong>; tweemaal over de belabberde financiële situatie<br />
van de watering <strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>maal om de jaarrek<strong>en</strong>ing te controler<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
nieuw bestuur aan te stell<strong>en</strong>. 57 E<strong>en</strong> vergadering in het <strong>voor</strong>jaar van 1355 werd<br />
daarbij zelfs uitgesteld weg<strong>en</strong>s de te lage opkomst, wat erop wijst dat m<strong>en</strong> toch<br />
belang hechtte aan e<strong>en</strong> ruime aanwezigheid van de grondbezitters. Dit alles<br />
wijzigt zich echter grondig vanaf de tweede helft van de vijfti<strong>en</strong>de eeuw. De<br />
afname van het aantal algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
bewijs van maturiteit van de organisatie, met e<strong>en</strong> grotere bevoegdheidsdelegatie<br />
aan het dagelijks bestuur. 58 Anderzijds zi<strong>en</strong> we echter dat dit dagelijks<br />
bestuur meer <strong>en</strong> meer ging overlegg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperkt aantal grondbezitters,<br />
in de zesti<strong>en</strong>de eeuw in het Brugse Vrije aangeduid als de ‘grote geland<strong>en</strong>’,<br />
maar vergelijkbaar met de ‘colleges van Hoofdingeland<strong>en</strong>’ die m<strong>en</strong> omstreeks<br />
dezelfde periode in Holland ziet opduik<strong>en</strong>, als poging van de grootgrondbezitters<br />
om het financieel beheer van de waterschapsbestuurders nauwgezetter te<br />
controler<strong>en</strong>. 59<br />
Deze evolutie <strong>en</strong> het hiermee gepaard gaande verminderde belang van de<br />
algem<strong>en</strong>e vergadering, betek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke beperking van de<br />
inspraakmogelijkhed<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kleinere grondbezitters. E<strong>en</strong> structurele verklaring<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> we niet te zoek<strong>en</strong> in de politiek-staatkundige evolutie van de<br />
Nederland<strong>en</strong> in deze periode. 60 Ev<strong>en</strong>min in e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ecologische<br />
druk, ook al kond<strong>en</strong> ecologische crisiss<strong>en</strong> op korte termijn <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> versnelling<br />
zorg<strong>en</strong>. 61 Wel evolueerde de Vlaamse kustvlakte in de loop van de late<br />
middeleeuw<strong>en</strong> geleidelijk van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving met e<strong>en</strong> overwicht van kleine,<br />
eig<strong>en</strong>geërfde boer<strong>en</strong>, die kleinschalige akkerbouw <strong>en</strong> veeteelt combineerd<strong>en</strong><br />
met proto-industriële activiteit<strong>en</strong> in lak<strong>en</strong>nijverheid, turfwinning <strong>en</strong> visvangst,<br />
naar e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel marktgerichte landbouwmaatschappij, gestoeld<br />
op grootschalige akkerbouw <strong>en</strong> ext<strong>en</strong>sieve veeteelt op middelgrote tot<br />
grote pachtbedrijv<strong>en</strong>. 62<br />
57. oab, sjh-w, inv. nr. 13, rek<strong>en</strong>ing Blank<strong>en</strong>bergse watering, 1354-55.<br />
58. Blickle, Kommunalismus, ii 136.<br />
59. Van de V<strong>en</strong>, Leefbaar Laagland, 117-118; e<strong>en</strong> variant zijn de Zeeuwse ‘Stat<strong>en</strong>’: C. Dekker,<br />
‘De verteg<strong>en</strong>woordiging van de geërfd<strong>en</strong> in de watering<strong>en</strong> van Zeeland bewest<strong>en</strong> Schelde in<br />
de middeleeuw<strong>en</strong>’, Bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> Mededeling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de Geschied<strong>en</strong>is der Nederland<strong>en</strong> 89<br />
(1974) 345-374.<br />
60. Zoals bij<strong>voor</strong>beeld S.J. Fockema Andreae, Studiën over waterschapsgeschied<strong>en</strong>is. VIII.<br />
Overzicht van de Nederlandse waterschapsgeschied<strong>en</strong>is (Leid<strong>en</strong> 1952) 12-13.<br />
61. Zie bij<strong>voor</strong>beeld het optred<strong>en</strong> van de grootgrondbezitters in het hoogheemraadschap<br />
Rijnland na de herhaalde dijkdoorbrak<strong>en</strong> bij Spaarndam in het eerste kwart van de zesti<strong>en</strong>de<br />
eeuw: van Dam <strong>en</strong> van Tielhof, Waterstaat in sted<strong>en</strong>land.
Polders zonder poldermodel? » 25<br />
De economische transformatie van de kustvlakte had e<strong>en</strong> directe invloed<br />
op de betrokk<strong>en</strong>heid van de boer<strong>en</strong> bij het waterbeheer. Dit blijkt allereerst uit<br />
de verander<strong>en</strong>de arbeidsorganisatie in de waterstaat. Dat het grootste deel van<br />
de waterstaatswerk<strong>en</strong> niet meer door de individuele boer<strong>en</strong> maar door de watering<strong>en</strong><br />
werd uitgevoerd, werd in de derti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> veerti<strong>en</strong>de eeuw nog gecomp<strong>en</strong>seerd<br />
doordat de watering<strong>en</strong> op grote schaal e<strong>en</strong> beroep ded<strong>en</strong> op het<br />
lokaal aanwezige arbeidspot<strong>en</strong>tieel van kleine boer<strong>en</strong>, die als loonarbeider in<br />
di<strong>en</strong>st van de watering <strong>voor</strong>al in het winterseizo<strong>en</strong> e<strong>en</strong> extraatje kond<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Vanaf de vijfti<strong>en</strong>de eeuw veranderde de arbeidsorganisatie binn<strong>en</strong> het<br />
waterbeheer echter grondig, waarbij steeds meer werk<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitbesteed,<br />
vaak aan gespecialiseerde dijkwerkers die in het gehele Westerscheldegebied<br />
opereerd<strong>en</strong>. 63 Het feit dat meer <strong>en</strong> meer grond in hand<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> steeds kleinere<br />
groep grondbezitters kwam, betek<strong>en</strong>de daarnaast ook dat de grondbelasting<br />
waarmee het waterbeheer gefinancierd werd door e<strong>en</strong> steeds kleiner aantal<br />
person<strong>en</strong> betaald werd. Ter illustratie: in de 3129 hectare grote Oude<br />
Yev<strong>en</strong>e-watering bij Oostburg (Westelijk Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>) bezat<strong>en</strong> in 1550<br />
de 28 grootste eig<strong>en</strong>aars ruim 45 proc<strong>en</strong>t van de grond<strong>en</strong>. In 1388 was dat nog<br />
maar 25,8 proc<strong>en</strong>t. Tezelfdertijd was het aantal kleine eig<strong>en</strong>aars met minder<br />
dan vijf hectare grondbezit in het gebied afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van 1289 naar 303. 64 De<br />
toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> invloed van de grootgrondbezitters én de beperkte inspraak <strong>voor</strong><br />
kleine eig<strong>en</strong>aars zijn dus lang niet onlogisch in het licht van de sociaal-economische<br />
evolutie van het gebied. Of dit alles de efficiëntie van het waterbeheer<br />
t<strong>en</strong> goede kwam, is sterk de vraag. Beslissing<strong>en</strong> over investering<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
steeds minder bepaald door de belang<strong>en</strong> van de bewoners van het gebied <strong>en</strong><br />
steeds meer door de inkom<strong>en</strong>sstrategieën van elite-groep<strong>en</strong> die zelf niet in het<br />
gebied woond<strong>en</strong>. De cascade van stormvloed<strong>en</strong> <strong>en</strong> grote overstroming<strong>en</strong> in de<br />
vijfti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>de eeuw, doet <strong>voor</strong>alsnog niet vermoed<strong>en</strong> dat dit de efficiëntie<br />
van het waterbeheer erg t<strong>en</strong> goede kwam. 65<br />
62. Tho<strong>en</strong>, Social agro-systems, 52-62; E. Tho<strong>en</strong> <strong>en</strong> T. So<strong>en</strong>s, ‘The family or the farm: a<br />
Sophie’s choice? The late medieval crisis in the former county of Flanders’, in: J. Dr<strong>en</strong>del<br />
(ed.), Postan – Duby : le destin d’un paradigme. Peut-on compr<strong>en</strong>dre les crises économiques de la<br />
fin du Moy<strong>en</strong> Âge sans le modèle malthusi<strong>en</strong> ? (Leid<strong>en</strong> te verschijn<strong>en</strong>).<br />
63. So<strong>en</strong>s, ‘Explaining defici<strong>en</strong>cies’, 48-50.<br />
64. T. So<strong>en</strong>s, ‘Het waterschap <strong>en</strong> de mythe van democratie in het Anci<strong>en</strong> Régime. Het<br />
<strong>voor</strong>beeld van de Vlaamse kustvlakte in de late middeleeuw<strong>en</strong>’, Jaarboek <strong>voor</strong> Ecologische<br />
Geschied<strong>en</strong>is (2001) 47.<br />
65. Van het midd<strong>en</strong> van de veerti<strong>en</strong>de eeuw tot het einde van de zesti<strong>en</strong>de eeuw kan e<strong>en</strong><br />
zeker parallellisme word<strong>en</strong> vastgesteld tuss<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong>domsconc<strong>en</strong>tratie in de Vlaamse<br />
kustvlakte <strong>en</strong> het aantal overstromingsramp<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van stormvloed<strong>en</strong>, zonder dat<br />
hier ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> structurele stijging van de investering<strong>en</strong> in het waterbeheer teg<strong>en</strong>over<br />
stond. Pas in de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> achtti<strong>en</strong>de eeuw, nam<strong>en</strong> de investering<strong>en</strong> toe, terwijl het<br />
aantal stormvloed<strong>en</strong> significant afnam. In afwachting van e<strong>en</strong> afzonderlijke analyse van de<br />
investering<strong>en</strong> in het waterbeheer, kan verwez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar So<strong>en</strong>s, Waterbeheer, 261-371.
26 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
Het polderbestuur: repres<strong>en</strong>tatie of machtsconc<strong>en</strong>tratie?<br />
Vanuit het licht van de zich wijzig<strong>en</strong>de machts- <strong>en</strong> bezitsverhouding<strong>en</strong> in de<br />
laatmiddeleeuwse kustvlakte, di<strong>en</strong>t t<strong>en</strong>slotte ook de rol van het dagelijks bestuur<br />
van de watering<strong>en</strong> opnieuw te word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. Dat de bestuurders van<br />
de Vlaamse watering<strong>en</strong> hun gezag gelegitimeerd zag<strong>en</strong> door delegatie van<br />
onderaf, duidt alweer op e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk van e<strong>en</strong> kommunale maatschappijinrichting.<br />
66 De sluismeesters <strong>en</strong> dijkschep<strong>en</strong><strong>en</strong> van de watering<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
door de aanwezig<strong>en</strong> op de algem<strong>en</strong>e vergadering ‘ghecor<strong>en</strong>’, waarbij het woord<br />
‘keur<strong>en</strong>’ hier wellicht eerder in de betek<strong>en</strong>is van ‘bij verord<strong>en</strong>ing vaststell<strong>en</strong>’<br />
dan als synoniem <strong>voor</strong> het hed<strong>en</strong>daagse ‘kiez<strong>en</strong>’ moet word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. 67<br />
Coöptatie of b<strong>en</strong>oeming door hogere overhed<strong>en</strong> zoals ondermeer in de Hollandse<br />
hoogheemraadschapp<strong>en</strong> vaak het geval was, vind<strong>en</strong> we in het laatmiddeleeuwse<br />
Vlaander<strong>en</strong> in regel niet terug. 68 Enkel bij on<strong>en</strong>igheid op de algem<strong>en</strong>e<br />
vergadering of bij het overlijd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bestuurder-in-functie, was soms<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> dat het bestaande bestuur nieuwe bestuursled<strong>en</strong> kon aanstell<strong>en</strong>. 69<br />
Voor onze vraagstelling is <strong>voor</strong>al van belang wie tot bestuurder kon word<strong>en</strong><br />
aangesteld. Formeel gezi<strong>en</strong> was er meestal maar één minimum-vereiste: kandidaat-bestuurders<br />
di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aar te zijn in de betrokk<strong>en</strong> watering. Zelfs<br />
deze <strong>voor</strong>waarde was niet absoluut: indi<strong>en</strong> in de rang<strong>en</strong> van de grondbezitters<br />
géén geschikte kandidaat werd gevond<strong>en</strong>, kon ook e<strong>en</strong> gewone inwoner van<br />
het gebied of zelfs e<strong>en</strong> volledige buit<strong>en</strong>staander tot bestuurder word<strong>en</strong> aangesteld,<br />
wat in de praktijk echter maar zeld<strong>en</strong> gebeurde. 70 Van e<strong>en</strong> minimumgrondbezit<br />
was in regel ge<strong>en</strong> sprake. E<strong>en</strong> aantal elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> doet vermoed<strong>en</strong><br />
dat e<strong>en</strong> plaats in het polderbestuur aanvankelijk <strong>voor</strong>al als e<strong>en</strong> soort di<strong>en</strong>st aan<br />
de lokale geme<strong>en</strong>schap werd beschouwd: de oudste reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adruk-<br />
66. Blickle, Kommunalismus, i 51-56.<br />
67. Zie bij<strong>voor</strong>beeld Rijksarchief G<strong>en</strong>t, Sint-Baafs <strong>en</strong> Bisdom, o2586: keure van het Oude<br />
Land van Kadzand d.d. 1486/07/01: ‘ghecor<strong>en</strong> […] bij cuer<strong>en</strong> <strong>en</strong>de me<strong>en</strong>tucht bijd<strong>en</strong> goed<strong>en</strong><br />
lied<strong>en</strong> die daer wes<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> vand<strong>en</strong> ingheland<strong>en</strong>’. Over de betek<strong>en</strong>is van ‘keure’ in<br />
Vlaander<strong>en</strong> : L. Gilliodts-Van Sever<strong>en</strong>, ‘La portée du mot Keure dans les chartes de Flandre’,<br />
La Flandre 16 (1885) 107-142.<br />
68. Van der Lind<strong>en</strong>, ‘De Nederlandse waterhuishouding’, 543; W. van der Ham (ed.), Hoge<br />
dijk<strong>en</strong>, diepe grond<strong>en</strong>. Land <strong>en</strong> water tuss<strong>en</strong> Rotterdam <strong>en</strong> Gouda. E<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is van Schieland<br />
(Utrecht 2004) 53.<br />
69. Bij<strong>voor</strong>beeld rab, mz, inv. nr. 1, keure van de watering Moerkerke Zuid-over-de-Lieve,<br />
18 september 1400.<br />
70. rab, mz, inv. nr. 345/2: keure van de watering Noord-over-de-Lieve <strong>en</strong> Lapscheure, 25<br />
april 1506: ‘Voort es ghecuert dat ghe<strong>en</strong> man sluusmeester noch clerc noch dijcscep<strong>en</strong>e<br />
wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal hij <strong>en</strong> es ghegoet, gheherft of wu<strong>en</strong><strong>en</strong>de inde <strong>voor</strong>seide watringhe <strong>en</strong>de recht<br />
vrijlaet wes<strong>en</strong>de of t<strong>en</strong> zij dat yem<strong>en</strong>d ydions <strong>en</strong>de prouffitelicxt ware t<strong>en</strong> behouve vande<br />
wateringhe, de ingheland<strong>en</strong> gheliev<strong>en</strong>de bij gheme<strong>en</strong><strong>en</strong> accoordt t<strong>en</strong> daghe vander rek<strong>en</strong>inghe’.
Afb. 2 Zegel van Wouter Reinfin, oudste bij naam<br />
bek<strong>en</strong>de sluismeester van e<strong>en</strong> watering in de Vlaamse<br />
kustvlakte (1277, watering Kamerlingsambacht) (RAB,<br />
Oorkond<strong>en</strong> met Blauw Nummer, 6752).<br />
Polders zonder poldermodel? » 27<br />
k<strong>en</strong> dat iemand die verkoz<strong>en</strong><br />
werd weliswaar verplicht was het<br />
ambt te aanvaard<strong>en</strong>, doch niet<br />
langer dan één jaar in functie<br />
di<strong>en</strong>de te blijv<strong>en</strong>. 71 Ook het feit<br />
dat de functie in de oudste reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
als onbezoldigd wordt<br />
beschouwd, wijst in dezelfde<br />
richting. 72 Dit alles kan verklar<strong>en</strong><br />
waarom we in de loop van de derti<strong>en</strong>de<br />
<strong>en</strong> veerti<strong>en</strong>de eeuw sluismeesters<br />
aantreff<strong>en</strong> die behor<strong>en</strong><br />
tot de lokale adel of de hogere clerus.<br />
73 In de grote Blank<strong>en</strong>bergse<br />
watering, waar de clerus vanaf de<br />
veerti<strong>en</strong>de eeuw recht had op e<strong>en</strong><br />
vaste verteg<strong>en</strong>woordiger in het<br />
bestuur van de watering, zi<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>de abt<strong>en</strong> <strong>en</strong> kapittelproost<strong>en</strong> als<br />
sluismeester optred<strong>en</strong>. Van 1363 tot 1372 was het de proost van het belangrijke<br />
Brugse Sint-Donaaskapittel die deze functie vervulde, op dat og<strong>en</strong>blik niemand<br />
minder dan Guido van Boulogne, kardinaal, zoon van de graaf van Boulogne<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actief diplomaat in pauselijke di<strong>en</strong>st. 74 Het is daarbij niet zo dat<br />
het hier om e<strong>en</strong> louter titulair sluismeesterschap ging – gesteld dat iemand als<br />
kardinaal Guido van Boulogne überhaupt prijs zou stell<strong>en</strong> op de titel van sluismeester<br />
van de Blank<strong>en</strong>bergse watering. Deze hoge kerkelijke geestelijke was<br />
ook effectief aanwezig bij de bestuurshandeling<strong>en</strong> van de sluismeesters. 75<br />
In de loop van de vijfti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>de eeuw is in de reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t<br />
de verkiezing van het polderbestuur e<strong>en</strong> duidelijke verschuiving op te merk<strong>en</strong>,<br />
71. Bij<strong>voor</strong>beeld M. Gysseling (ed.), Corpus Gysseling I: Ambtelijke Bescheid<strong>en</strong> (D<strong>en</strong> Haag<br />
1998) nr. 412, keure van de watering Eiesluis, 2 mei 1282: ‘<strong>en</strong>de niem<strong>en</strong>e soe ne es ghebond<strong>en</strong>e<br />
langher te zine sluusmeester iofte ontfanghere danne e<strong>en</strong> jaer, het ne zie bi haer lieder<br />
wille’.<br />
72. Ibidem: ‘dat zo wie dat sluusmeester sal zijn jof ontfanghere […] dat hiet sal zijn sonder<br />
salaris <strong>en</strong>de sonder <strong>en</strong>iggh<strong>en</strong> cost der up te do<strong>en</strong>e’. In sommige watering<strong>en</strong> zoals de grote<br />
Blank<strong>en</strong>bergse watering werd<strong>en</strong> bestuursfuncties echter ook eind derti<strong>en</strong>de eeuw reeds<br />
bezoldigd.<br />
73. Zie So<strong>en</strong>s, Het waterschap, 44, figuur 1.<br />
74. R. De Keyser, ‘Proost<strong>en</strong> van het Sint-Donaaskapittel, ca. 1350-ca. 1450’, in: Sint-Donaas<br />
<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>malige Brugse kathedraal ii (Brugge 1988) 32-60.<br />
75. Bij<strong>voor</strong>beeld oab, sjh-w, inv. nr. 14, rek<strong>en</strong>ing 1368-69: ‘Item vertert bi sluusmesters<br />
<strong>en</strong>de bi mijn here d<strong>en</strong> proofst, bi d<strong>en</strong> mester van Sinte Janshuus, bi Riquard van Strat<strong>en</strong>, bi<br />
d<strong>en</strong> mester van d<strong>en</strong> delvers <strong>en</strong>de bi andr<strong>en</strong> die daer war<strong>en</strong> als die brief ghemaect was als zi<br />
dad<strong>en</strong> d<strong>en</strong> waterganc te delv<strong>en</strong>e’.
28 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
gek<strong>en</strong>merkt door de veralgem<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> vaste jaarwedde <strong>voor</strong> de bestuurders<br />
<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> poging<strong>en</strong> om te verhinder<strong>en</strong> dat dezelfde person<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>lang<br />
in functie blev<strong>en</strong> anderzijds. Dat laatste trachtte m<strong>en</strong> in sommige watering<strong>en</strong><br />
te bereik<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> ‘wepelgang’ in te voer<strong>en</strong> – de in stadsbestur<strong>en</strong><br />
vaak <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de verplichting om e<strong>en</strong> onderbreking tuss<strong>en</strong> twee ambtstermijn<strong>en</strong><br />
in te lass<strong>en</strong>. 76 De oorspronkelijke vrees <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> tekort aan kandidat<strong>en</strong><br />
was op dat og<strong>en</strong>blik duidelijk niet meer aan de orde. Aangezi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> deze<br />
latere periode, de bronn<strong>en</strong>reeks<strong>en</strong> vollediger <strong>en</strong> continuer word<strong>en</strong>, is het<br />
mogelijk op systematischer wijze zowel mobiliteit als sociale sam<strong>en</strong>stelling<br />
van de polderbestur<strong>en</strong> te onderzoek<strong>en</strong>. Voor de twee watering<strong>en</strong> van het<br />
ambacht Moerkerke t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van Brugge kond<strong>en</strong> we de bestuurssam<strong>en</strong>stelling<br />
min of meer ononderbrok<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> van 1455 tot 1545:<br />
Tabel 3 Mobiliteit in het polderbestuur van Moerkerke Zuid- <strong>en</strong> Noord-over-de-Lieve<br />
(1455-1545)<br />
Aantal mandat<strong>en</strong> Aantal person<strong>en</strong> % Aantal mandat<strong>en</strong><br />
(som)<br />
%<br />
1 21 19,1 21 2,9<br />
2 tot 5 34 30,9 97 13,5<br />
5 tot 10 28 25,5 186 25,8<br />
10 tot 15 14 12,7 160 22,2<br />
15+ 13 11,8 257 35,6<br />
totaal 110 100,0 721 100,0<br />
Bron: So<strong>en</strong>s, Waterbeheer, 706-736.<br />
Het doorsnee bestuurslid blijkt e<strong>en</strong> vijftal mandat<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als<br />
sluismeester, dijkschep<strong>en</strong> of klerk-ontvanger in één van beide watering<strong>en</strong>. 77<br />
Bijna twintig proc<strong>en</strong>t van de bestuurders di<strong>en</strong>de zich tevred<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> met<br />
slechts één mandaat <strong>en</strong> exact de helft met hooguit vijf mandat<strong>en</strong>. De doorstroming<br />
was dus relatief hoog, doch dit stond net zoals in stadsbestur<strong>en</strong> de oligarchisering<br />
niet in de weg. De bestuurders met meer dan ti<strong>en</strong> ambtstermijn<strong>en</strong><br />
legd<strong>en</strong> immers beslag op 57,8 proc<strong>en</strong>t van het aantal mandat<strong>en</strong> – cijfers vergelijkbaar<br />
met meer geslot<strong>en</strong> stadsbestur<strong>en</strong> in de vijfti<strong>en</strong>de- <strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>de-<br />
76. Voor Brugge: D. Van d<strong>en</strong> Auweele, Schep<strong>en</strong>bank <strong>en</strong> schep<strong>en</strong><strong>en</strong> te Brugge (1127-1384).<br />
Bijdrage tot de studie van e<strong>en</strong> gewone stedelijke rechts- <strong>en</strong> bestuursinstelling (doctoraatsverhandeling<br />
geschied<strong>en</strong>is Katholieke Universiteit Leuv<strong>en</strong> 1977) 277; e<strong>en</strong> wepelperiode van<br />
twee jaar werd in de Blank<strong>en</strong>bergse watering <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> in 1421, doch de toepassing hield vermoedelijk<br />
niet lang stand: Gilliodts-Van Sever<strong>en</strong>, Coutumes, ii, 722-724.<br />
77. Rek<strong>en</strong>kundig gemiddelde 6,6; mediaan: 4,5. Merk op dat slechts 7 van de 110 geïd<strong>en</strong>tificeerde<br />
person<strong>en</strong> mandat<strong>en</strong> in beide watering<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, wat op e<strong>en</strong> sterke lokale<br />
verankering wijst.
eeuwse Nederland<strong>en</strong>. 78 Daarbij uitschieters zoals e<strong>en</strong> Jan f. Boudin de Man,<br />
die maar liefst 48 jaar lang bijna continu in di<strong>en</strong>st stond van de watering van<br />
Moerkerke Noord-over-de-Lieve, eerst van 1513 tot 1527 als dijkschep<strong>en</strong> of<br />
sluismeester, vervolg<strong>en</strong>s als ontvanger tot 1544, <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte opnieuw als sluismeester<br />
tot 1560. E<strong>en</strong> beperkt aantal person<strong>en</strong> als deze Jan f. Boudin de Man<br />
bracht duidelijk continuïteit in het polderbestuur.<br />
Interessant is natuurlijk ook de materiële welstand van de bestuurders.<br />
Voor de late vijfti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> de zesti<strong>en</strong>de eeuw beschikk<strong>en</strong> we over e<strong>en</strong> tweetal<br />
bronn<strong>en</strong>, dat ons e<strong>en</strong> indicatie hieromtr<strong>en</strong>t kan gev<strong>en</strong>. Anders dan de sted<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>de het Brugse Vrije e<strong>en</strong> belastingstelsel dat gebaseerd was op directe belasting<strong>en</strong><br />
(‘pointing<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘zetting<strong>en</strong>’). Vertrekpunt van dit stelsel was e<strong>en</strong> schatting<br />
van grondgebruik, rijkdom <strong>en</strong> handelsinkom<strong>en</strong> van alle belastingplichtig<strong>en</strong><br />
in e<strong>en</strong> bepaalde omschrijving. Op basis van deze schatting werd aan elke<br />
belastingplichtige e<strong>en</strong> fictief aantal ‘lod<strong>en</strong>’ toegek<strong>en</strong>d, dat dan weer correspondeerde<br />
met het werkelijke aandeel in de te verdel<strong>en</strong> belasting. E<strong>en</strong> belastingplichtige<br />
aan wie vier ‘lod<strong>en</strong>’ werd<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d, betaalde dus het viervoudige<br />
van e<strong>en</strong> belastingplichtige met maar één ‘lood’. 79 Daar het aantal ‘lod<strong>en</strong>’ correspondeerde<br />
met e<strong>en</strong> inschatting van welvaart – zij het <strong>voor</strong>al in de betek<strong>en</strong>is<br />
van grondgebruik – zijn de individuele belastinglijst<strong>en</strong> per parochie of ambacht<br />
e<strong>en</strong> belangrijke bron <strong>voor</strong> het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sociale stratigrafie van<br />
de plattelandsgeme<strong>en</strong>schap. Voor het ambacht Moerkerke werd<strong>en</strong> twee dergelijke<br />
lijst<strong>en</strong> bewaard – elk <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> ander deel van het ambacht – waarbij het<br />
mogelijk is de groep polderbestuurders af te zonder<strong>en</strong> uit het geheel van belastingplichtig<strong>en</strong>.<br />
Zoals blijkt uit tabell<strong>en</strong> 4A <strong>en</strong> 4B viel<strong>en</strong> de meeste polderbestuurders<br />
duidelijk in de hogere belastingschal<strong>en</strong>, <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
de plattelandsbewoners met het hoogste vermog<strong>en</strong> bijna automatisch tot het<br />
polderbestuur geroep<strong>en</strong>.<br />
Tabel 4A ‘Zetting’ in Moerkerke-ambacht (partim heerlijkheid Middelburg), 1463<br />
‘Lod<strong>en</strong>’
30 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
Tabel 4b ‘Pointing’ in Moerkerke-ambacht (partim Brugse Vrije), oktober 1484<br />
‘Lod<strong>en</strong>’
goeder<strong>en</strong>. Net als de belastinglijst<strong>en</strong> laat ook de analyse van de wez<strong>en</strong>boek<strong>en</strong><br />
in tabel 5 toe de polderbestuurders nauwkeuriger te plaats<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de dorpsgeme<strong>en</strong>schap:<br />
Tabel 5 Nalat<strong>en</strong>schap van polderbestuurders in Moerkerke-ambacht (1455-1545)<br />
Polders zonder poldermodel? » 31<br />
Bestuurders<br />
1455-1505<br />
Bestuurders<br />
1455-1545<br />
Refer<strong>en</strong>tie-waard<br />
<strong>en</strong> 1460-1505<br />
N 9 23 22<br />
gemiddeld grondbezit (ha) 12,24 9,2 1,8<br />
gemiddelde waarde roer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong> (s. grot<strong>en</strong>) 171,4 616,3 70,4<br />
ge<strong>en</strong> grondbezit<br />
Bronn<strong>en</strong>: rab, rv, inv. nr. 16563-16572.<br />
3 5 17<br />
In vergelijking met de refer<strong>en</strong>tie-waard<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op alle<br />
geregistreerde nalat<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> in het gebied, blijkt de polderbestuurder<br />
gemiddeld rijker te zijn geweest, zowel wat betreft grondbezit als wat betreft<br />
roer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong>. Daar de registratie <strong>en</strong>kel het erfdeel van minderjarige kinder<strong>en</strong><br />
vermeldt, het totaal aantal erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> moeilijk afleidbaar is <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
slechts het bezit van de overled<strong>en</strong> ouder werd opgesomd, zijn deze cijfers<br />
minder bruikbaar <strong>voor</strong> de inschatting van de rijkdom van individuele person<strong>en</strong>.<br />
Toch kunn<strong>en</strong> de rijkste nalat<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> in heel wat gevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
gekoppeld aan promin<strong>en</strong>te polderbestuurders. In sommige gevall<strong>en</strong> kan zelfs<br />
het wel <strong>en</strong> wee van verschill<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eraties word<strong>en</strong> gevolgd. Nem<strong>en</strong> we als<br />
<strong>voor</strong>beeld opnieuw de familie de Man in Moerkerke. Zowel vader Boudin f. Jan<br />
als de reeds vermelde zoon Jan f. Boudin zeteld<strong>en</strong> in de eerste helft van de zesti<strong>en</strong>de<br />
eeuw in het polderbestuur. To<strong>en</strong> in 1502 de echtg<strong>en</strong>ote van Boudin f.<br />
Jan overleed, was de nalat<strong>en</strong>schap nog relatief bescheid<strong>en</strong>, met slechts drie<br />
hectare grond <strong>en</strong> 300 s. grot<strong>en</strong>. 82 Boudin f. Jan was e<strong>en</strong> pachtboer in de watering<br />
van Moerkerke-Noord-over-de-Lieve, die e<strong>en</strong> hofstede van één van de grotere<br />
eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> in het gebied uitbaatte. 83 Met dit bescheid<strong>en</strong> grondbezit zou<br />
vader de Man toch tweemaal ‘sluismeester’ word<strong>en</strong>, wat er op wijst dat ook grotere<br />
pachtboer<strong>en</strong> met beperkt eig<strong>en</strong> grondbezit e<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong> plaats in het<br />
polderbestuur kond<strong>en</strong> innem<strong>en</strong>. Ondanks e<strong>en</strong> og<strong>en</strong>schijnlijk beperkt fortuin<br />
had vader de Man wel de juiste connecties. Voogd van de wez<strong>en</strong> bij het overlijd<strong>en</strong><br />
van zijn vrouw was Pieter f. Simon Heindricx, landmeter <strong>en</strong> op dat og<strong>en</strong>blik<br />
veruit de grootste grondbezitter in het gebied, die ook zelf jar<strong>en</strong>lang actief<br />
was in het bestuur van de watering. In de voetspor<strong>en</strong> van zijn voogd zou zoon<br />
Jan f. Boudin de Man zijn eig<strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>de loopbaan in het polderbestuur<br />
uitbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>stelling tot zijn vader wel e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk eig<strong>en</strong><br />
82. rab, rbv, inv. nr. 16568, f132v.<br />
83. Damme, ocmw-Archief, Doos ommelopers, 1, Ommeloper M. Noord-over-de-Lieve 1501.
32 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
grondbezit verwerv<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> in 1543 de tweede vrouw van zoon de Man overleed,<br />
kwam aan de minderjarige kinder<strong>en</strong> reeds 21,2 hectare grond toe, <strong>voor</strong><br />
het overgrote deel tijd<strong>en</strong>s het huwelijk verworv<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit alles ondanks – of<br />
dankzij – de verregaande eig<strong>en</strong>domsconc<strong>en</strong>tratie in deze periode waarbij zoals<br />
gezegd steeds meer grond in hand<strong>en</strong> kwam van niet in het gebied woonachtige<br />
eig<strong>en</strong>aars. De wez<strong>en</strong> erfd<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de omvangrijke som van 133 pond of<br />
2660 schelling<strong>en</strong> grot<strong>en</strong> Vlaams. 84 De voogd<strong>en</strong> die bij deze geleg<strong>en</strong>heid aangesteld<br />
war<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> niet toevallig collega’s van Jan f. Boudin de Man in het<br />
polderbestuur, met bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> familiale band<strong>en</strong> met de Man – ev<strong>en</strong> zoveel<br />
indicaties <strong>voor</strong> het funger<strong>en</strong> van het polderbestuur als factor van machtsverwerving<br />
in de lokale platttelandsgeme<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> onderdeel van patrimoniale<br />
<strong>en</strong> familiale strategieën van de lokale elite.<br />
De watering<strong>en</strong> van Moerkerke-ambacht die we in de <strong>voor</strong>gaande paragraaf<br />
besprak<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> nog relatief beperkt van omvang. Naarmate de oppervlakte<br />
van de watering to<strong>en</strong>am, lijkt de materiële welvaart van de gemiddelde polderbestuurder<br />
alle<strong>en</strong> te zijn toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: in e<strong>en</strong> grote watering als de Blank<strong>en</strong>bergse<br />
was e<strong>en</strong> grondbezit van 50 hectare of meer in de watering eerder norm<br />
dan uitzondering <strong>voor</strong> polderbestuurders. 85 Het staat met andere woord<strong>en</strong> vast<br />
dat de laatmiddeleeuwse wateringbestuurders in de Vlaamse kustvlakte geselecteerd<br />
werd<strong>en</strong> uit de rijkere bov<strong>en</strong>laag van de plattelandsbewoners. Naarmate<br />
bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> meer <strong>en</strong> meer grond in hand<strong>en</strong> kwam van niet in het gebied<br />
woonachtige eig<strong>en</strong>aars, die hun grond uitbaatt<strong>en</strong> in steeds grotere pachtbedrijv<strong>en</strong>,<br />
werd het aantal pot<strong>en</strong>tiële kandidat<strong>en</strong> <strong>voor</strong> bestuursfuncties steeds<br />
geringer <strong>en</strong> vormde het bestuur steeds minder e<strong>en</strong> afspiegeling van de groep<br />
van grondbezitters, laat staan van de plattelandsbevolking in het algeme<strong>en</strong>.<br />
Theoretisch gezi<strong>en</strong> doet dit géén afbreuk aan het repres<strong>en</strong>tatief karakter van<br />
het wateringbestuur. Ook in de laatmiddeleeuwse sted<strong>en</strong> nam de oligarchisering<br />
van de schep<strong>en</strong>bank<strong>en</strong> vaak verregaande vorm<strong>en</strong> aan. 86 Toch bleef steeds<br />
e<strong>en</strong> vorm van participatie van de bredere lag<strong>en</strong> van de bevolking bij de jaarlijkse<br />
wetsvernieuwing<strong>en</strong> vereist, daar de stadsmagistrat<strong>en</strong> toch nog steeds<br />
e<strong>en</strong> deel van hun legitimiteit aan e<strong>en</strong> mandatering door het volk blev<strong>en</strong> ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Conform middeleeuwse theorieën omtr<strong>en</strong>t politieke repres<strong>en</strong>tatie is het<br />
daarbij nuttig e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de bredere groep van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
die op <strong>en</strong>igerlei wijze kan deelnem<strong>en</strong> (participare) aan het bestuur <strong>en</strong> de veel<br />
beperktere groep die kon word<strong>en</strong> uitverkor<strong>en</strong> om zelf te bestur<strong>en</strong> (principare).<br />
87 Voor de wateringbestur<strong>en</strong> was dit niet anders: e<strong>en</strong> kleine eig<strong>en</strong>geërfde<br />
84. rab, rbv, inv. nr. 16571, f359v.<br />
85. So<strong>en</strong>s, Waterbeheer, 416-417.<br />
86. R. van Uytv<strong>en</strong>, ‘Plutokratie in de “oude demokratieën der Nederland<strong>en</strong>”’, Handeling<strong>en</strong><br />
van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij <strong>voor</strong> Taal- <strong>en</strong> Letterkunde <strong>en</strong> Geschied<strong>en</strong>is 16<br />
(1962) 373-409 <strong>en</strong> vele case-studies sindsdi<strong>en</strong>.
oer kon weliswaar aanwezig zijn bij de verkiezing van het nieuwe bestuur <strong>en</strong><br />
door zijn aanwezigheid <strong>en</strong> impliciete instemming legitimiteit verl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de<br />
bestuurders, doch de kans dat hij zelf werd verkoz<strong>en</strong> was zeer gering, al was de<br />
deur <strong>voor</strong> minder gefortuneerde grondbezitters <strong>voor</strong>al in kleinere watering<strong>en</strong><br />
niet helemaal geslot<strong>en</strong>. De ‘grote geland<strong>en</strong>’, waarvan we hierbov<strong>en</strong> zag<strong>en</strong> dat<br />
aan hun promin<strong>en</strong>te aanwezigheid op algem<strong>en</strong>e vergadering<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot belang<br />
werd gehecht, hadd<strong>en</strong> ongetwijfeld e<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>de invloed op de keuze<br />
van de bestuurders. Ook al verwaardigd<strong>en</strong> de allerbelangrijkste grootgrondbezitters<br />
– abt<strong>en</strong>, patriciërs, adellijke families <strong>en</strong> functionariss<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st van<br />
het c<strong>en</strong>traal gezag – zich na 1400 niet langer om nog zelf in polderbestur<strong>en</strong> te<br />
zetel<strong>en</strong>, ze zag<strong>en</strong> hun belang<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>d verdedigd door lokale dorpselites<br />
<strong>voor</strong> wie dergelijke bestuursfuncties als factor<strong>en</strong> van machtsverwerving in de<br />
lokale dorpsgeme<strong>en</strong>schap kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>.<br />
Tot besluit: het poldermodel ontpolderd?<br />
Polders zonder poldermodel? » 33<br />
De eeuw<strong>en</strong>lange strijd teg<strong>en</strong> het water heeft de sam<strong>en</strong>leving van de Lage<br />
Land<strong>en</strong> op velerlei vlak getek<strong>en</strong>d. Het <strong>voor</strong>al in Nederland wijdverbreide beeld<br />
als zou deze strijd de middeleeuwse bewoners van de kustvlakt<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />
unieke vorm van sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> overleg hebb<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
geheel eig<strong>en</strong> overlegcultuur tot gevolg, kan blijk<strong>en</strong>s ons onderzoek niet zonder<br />
nuancering tot de Vlaamse kustvlakte word<strong>en</strong> uitgebreid. Aan de hand van e<strong>en</strong><br />
kritische analyse van de besluitvorming in de laatmiddeleeuwse Vlaamse<br />
waterschapp<strong>en</strong>, werd onderzocht in hoeverre participatie, inspraak <strong>en</strong> overleg<br />
inderdaad de fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> waarop het huis van de waterstaat was<br />
gebouwd. In bronn<strong>en</strong> uit de praktijk van het middeleeuwse waterbeheer wordt<br />
de formele cons<strong>en</strong>sus van de betrokk<strong>en</strong> plattelandsgeme<strong>en</strong>schap – de<br />
geme<strong>en</strong>te of ‘me<strong>en</strong>tucht’ – als basis van zowel organisatie als besluitvorming<br />
gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> war<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>voor</strong> overleg <strong>en</strong> zelfs discussie legio. Tot<br />
e<strong>en</strong> besluit kwam m<strong>en</strong> echter niet op basis van actuele democratische principes,<br />
doch wel volg<strong>en</strong>s viger<strong>en</strong>de middeleeuwse opvatting<strong>en</strong> waarbij niet de<br />
numerieke meerderheid, maar wel de opvatting van het meest <strong>voor</strong>aanstaande<br />
deel van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> doorslaggev<strong>en</strong>d was. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de ‘geme<strong>en</strong>te’<br />
van e<strong>en</strong> waterschap op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze gelijkgesteld word<strong>en</strong> met het geheel<br />
van alle belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, door de formele uitsluiting van belangrijke groep<strong>en</strong><br />
in de platttelandssam<strong>en</strong>leving zoals de landloz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de pachtboer<strong>en</strong>.<br />
87. J. van Leeuw<strong>en</strong>, De Vlaamse wetsvernieuwing: e<strong>en</strong> onderzoek naar de jaarlijkse keuze <strong>en</strong><br />
aanstelling van het stadsbestuur in G<strong>en</strong>t, Brugge <strong>en</strong> Ieper in de Middeleeuw<strong>en</strong> (Brussel 2004)<br />
251-252.
34 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
Dat bestuur <strong>en</strong> beleid in het waterbeheer gebaseerd war<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vorm van<br />
Delegation von unt<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet op monokratische of autoritaire modell<strong>en</strong> van<br />
machtsuitoef<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> overheidsgezag, vermindert dus ge<strong>en</strong>szins het belang<br />
van economische <strong>en</strong> politieke ongelijkheid als bepal<strong>en</strong>de factor in de besluitvorming.<br />
De instituties die in het middeleeuwse waterbeheer ontwikkeld werd<strong>en</strong>,<br />
di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> immers niet zonder meer ‘het algeme<strong>en</strong> belang’ – ook al pret<strong>en</strong>der<strong>en</strong><br />
ze vaak van wel – doch ze weerspiegeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevestigd<strong>en</strong> in de eerste<br />
plaats bestaande machtsverhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> particuliere belang<strong>en</strong>. Dit belang van<br />
maatschappelijke ongelijkheid is mete<strong>en</strong> één van de belangrijkste nuancering<strong>en</strong><br />
die vanuit historische hoek kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geformuleerd op bestuurskundige<br />
modell<strong>en</strong> die het geme<strong>en</strong>schappelijk beheer door alle belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>traal stell<strong>en</strong>, zoals in de theorievorming rond Kommunalisme <strong>en</strong> Common<br />
Pool Resources. 88 Zich wijzig<strong>en</strong>de economische <strong>en</strong> politieke machtsverhouding<strong>en</strong><br />
beïnvloedd<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de participatiegraad van de lokale bevolking in<br />
belangrijke mate. Het verdwijn<strong>en</strong> van de kleine eig<strong>en</strong>geërfde boer, de oprukk<strong>en</strong>de<br />
eig<strong>en</strong>domsconc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> de commercialisering van de landbouw in<br />
de Vlaamse kustvlakte tuss<strong>en</strong> de veerti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>de eeuw, beperkt<strong>en</strong> de<br />
groep van person<strong>en</strong> die daadwerkelijk inspraak hadd<strong>en</strong> steeds verder, tot uiteindelijk<br />
slechts e<strong>en</strong> conglomeraat overbleef van stedelijke <strong>en</strong> kerkelijke grootgrondbezitters<br />
aangevuld met <strong>en</strong>kele plattelandsnotabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> her<strong>en</strong>boer<strong>en</strong> die<br />
de di<strong>en</strong>st uitmaakt<strong>en</strong> in het dagelijks bestuur van de watering<strong>en</strong>.<br />
Verder onderzoek zal moet<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong> in hoeverre onze conclusies <strong>voor</strong><br />
de laatmiddeleeuwse Vlaamse kustvlakte ook naar de besluitvorming in het<br />
waterbeheer van andere kustgebied<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorgetrokk<strong>en</strong>. Het is<br />
mogelijk dat in regio’s die langer op zelf<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>geërfde landbouw<br />
gericht blev<strong>en</strong>, participatie <strong>en</strong> effectieve inspraak van bredere groep<strong>en</strong> in<br />
het waterbeheer van best<strong>en</strong>diger aard war<strong>en</strong>. 89 In de Noordelijke Nederland<strong>en</strong><br />
onderging e<strong>en</strong> gewest als Holland dezelfde overgang naar e<strong>en</strong> kapitalistische<br />
landbouweconomie, zij het met <strong>en</strong>ige vertraging t<strong>en</strong> opzichte van de Vlaamse<br />
kustvlakte. 90 Ook <strong>voor</strong> Holland kan m<strong>en</strong> de vraag stell<strong>en</strong> in hoeverre met de<br />
commercialisering van de landbouw <strong>en</strong> het verdwijn<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong>geërfde<br />
88. Zie de kritiek<strong>en</strong> van respectievelijk M. Prak, ‘Kommunalisme <strong>en</strong> de sted<strong>en</strong> van de<br />
Noordelijke Nederland<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tijde van de Republiek’, Noordbrabants Historisch Jaarboek<br />
17-18 (2000-2001) 17; C. Johnson, ‘Uncommon ground. The poverty of history in common<br />
property discourse’, Developm<strong>en</strong>t and Change 35 (2004) 407-433 <strong>en</strong> A. Agrawal, ‘Sustainable<br />
governance of common pool resources: context, methods and politics’, Annual Review of<br />
Anthropology 32 (2003) 243-262 in het bijzonder 257.<br />
89. Zie bij<strong>voor</strong>beeld P.C.M. Hopp<strong>en</strong>brouwers, E<strong>en</strong> middeleeuwse sam<strong>en</strong>leving. Het land van<br />
Heusd<strong>en</strong> (ca. 1360-ca. 1515) (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1992) 507-511 <strong>en</strong> idem, ‘The Use and Managem<strong>en</strong>t<br />
of Commons in the Netherlands. An Overview’, in: M. De Moor, L. Shaw-Taylor <strong>en</strong><br />
P. Warde (eds.), The managem<strong>en</strong>t of common land in north west Europe, c. 1500-1850 (Turnhout<br />
2002) 87-112.
oer<strong>en</strong>, de inspraak <strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus in de waterstaat niet volledig e<strong>en</strong> zaak werd<strong>en</strong><br />
van de stedelijke <strong>en</strong> rurale elites <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s of de vaak geconstateerde chronologische<br />
<strong>en</strong> geografische continuïteit tuss<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>werking in de strijd<br />
teg<strong>en</strong> het water <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de traditie van cons<strong>en</strong>susgerichte besluitvorming<br />
anderzijds, daarmee niet in het gedrang komt. 91 Op die manier behoev<strong>en</strong> de<br />
verme<strong>en</strong>de wortels van het Nederlandse ‘poldermodel’ in de middeleeuwse<br />
waterstaat dezelfde historische nuancering als de stelling van de Amerikaanse<br />
politicoloog Robert D. Putnam, die e<strong>en</strong> verband zag tuss<strong>en</strong> de traditie van<br />
onderlinge sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> niet-hiërarchische relaties in de laatmiddeleeuwse<br />
Noord-Italiaanse stadstat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grotere bestuurlijke efficiënte <strong>en</strong><br />
beter uitgebouwde civil society in het actuele noord<strong>en</strong> van Italië in vergelijking<br />
met het achterophink<strong>en</strong>de zuid<strong>en</strong>. 92 Niet alle<strong>en</strong> zag Putnam chronologische<br />
<strong>en</strong> geografische continuïteit waar die er niet was, doch hij liet zich <strong>voor</strong>al ook<br />
misleid<strong>en</strong> door het humanistische discours omtr<strong>en</strong>t burgerlijke deugd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
het bestaan van talrijke horizontale sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> – van patriciërs<br />
– in de Noord-Italiaanse stadstat<strong>en</strong>. 93 Het bestaan <strong>en</strong> doorslaggev<strong>en</strong>d belang<br />
van hiërarchische machtsverhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> economische <strong>en</strong> politieke ongelijkhed<strong>en</strong>,<br />
de <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>de factiestrijd <strong>en</strong> het nastrev<strong>en</strong> van persoonlijk <strong>en</strong> familiaal<br />
eig<strong>en</strong>belang in die stadstat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarbij grot<strong>en</strong>deels uit het oog verlor<strong>en</strong>.<br />
94 Op id<strong>en</strong>tieke wijze will<strong>en</strong> we ook het terugvoer<strong>en</strong> van tradities van<br />
inspraak <strong>en</strong> overleg op de besluitvorming in de middeleeuwse polders nuancer<strong>en</strong>.<br />
Voor zover er al sprake was van participatie, verliep deze keurig binn<strong>en</strong> de<br />
lijn<strong>en</strong> van de bestaande machtsverhouding<strong>en</strong>, waarbij het zoek<strong>en</strong> naar cons<strong>en</strong>sus<br />
<strong>voor</strong>al dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> betrof bov<strong>en</strong>aan de maatschappelijke ladder.<br />
Over de auteur<br />
Polders zonder poldermodel? » 35<br />
Tim So<strong>en</strong>s (1977) studeerde geschied<strong>en</strong>is aan de Universiteit G<strong>en</strong>t, waar hij<br />
in 2006 promoveerde op e<strong>en</strong> historisch-ecologisch onderzoek naar het water-<br />
90. De rec<strong>en</strong>tste stand van zak<strong>en</strong> is: B. van Bavel <strong>en</strong> van J.L. Zand<strong>en</strong>, ‘The jump-start of the<br />
Holland economy during the late-medieval crisis, c. 1350-c.1500’, Economic History Review<br />
57 (2004) 503-532.<br />
91. Voor het hoogheemraadschap Rijnland, vergelijk van Dam <strong>en</strong> van Tielhof, Waterstaat<br />
in sted<strong>en</strong>land.<br />
92. R.D. Putnam, Making Democracy Work (Princeton 1993).<br />
93. M. Huysseune, ‘Putnam interpreter<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> Italiaanse context’, in: M. Hooghe<br />
(ed.), Sociaal kapitaal <strong>en</strong> democratie. Ver<strong>en</strong>igingslev<strong>en</strong>, sociaal kapitaal <strong>en</strong> politieke cultuur (Leuv<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> Leusd<strong>en</strong> 2000) 61-82; M. Jurdjevic, ‘Trust in R<strong>en</strong>aissance electoral politics’, Journal<br />
of Interdisciplinary History 34 (2004) 601-614.<br />
94. S.K. Cohn, ‘La storia secondo Robert Putnam’, Polis 8 (1994) 315-324; G. Brucker, ‘Civic<br />
traditions in premodern Italy’, Journal of Interdisciplinary History 29 (1999) 357-377.
36 » Tim So<strong>en</strong>s<br />
beheer in de Vlaamse kustvlakte tuss<strong>en</strong> de late derti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> het midd<strong>en</strong> van de<br />
zesti<strong>en</strong>de eeuw. Sinds 2000 is hij als assist<strong>en</strong>t <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s als doctor-assist<strong>en</strong>t<br />
verbond<strong>en</strong> aan de onderzoeksgroep Ecologische Geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> het<br />
departem<strong>en</strong>t Middeleeuwse Geschied<strong>en</strong>is van de Universiteit G<strong>en</strong>t. Naast<br />
waterstaatshistorische bijdrag<strong>en</strong>, publiceerde hij ook over de economische <strong>en</strong><br />
socio-politieke ontwikkeling van het laatmiddeleeuwse Vlaander<strong>en</strong>.<br />
E-mail: tim.so<strong>en</strong>s@ug<strong>en</strong>t.be