09.09.2013 Views

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

20 OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Interview 21<br />

‘Bouw vijf robuuste parketten’<br />

Cyrille Fijnaut begrijpt de <strong>OM</strong>-organisatie vaak niet<br />

“Vorm het <strong>OM</strong> om tot vijf robuuste parketten,” adviseert Cyrille<br />

Fijnaut. Want de huidige <strong>OM</strong>-organisatie is veel te ingewikkeld<br />

en kostbaar. Interview met de criminoloog over ambtelijke<br />

bleekheid van officieren, pretentieuze verhalen van korpschefs<br />

en domme strategie van topcriminelen.<br />

Al decennia lang absorbeert de criminoloog<br />

kennis over politie, justitie en criminaliteit.<br />

Toch is professor Cyrille Fijnaut, verbonden<br />

aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van<br />

de Universiteit van Tilburg, pas in de loop<br />

der tijd steeds scherper gaan zien hoe het<br />

<strong>OM</strong> de spin in het rechtsstaatsweb is, zegt<br />

hij zelf. “Het gezag over politie en opsporingsdiensten.<br />

Het vervolgingsmonopolie.<br />

De brug naar de rechter, departement en<br />

wetgever: Het <strong>OM</strong> is cruciaal in de rechtsstaat,<br />

en dus is een voortreffelijk <strong>OM</strong> nodig,<br />

met goede mensen van hoog tot laag in de<br />

organisatie. Hier en daar zijn er natuurlijk<br />

<strong>OM</strong>’ers die intellectueel en operationeel<br />

bijscholing behoeven, maar in doorsnee<br />

slaagt het <strong>OM</strong> erin om goede mensen aan te<br />

trekken en te behouden. Alleen, de <strong>OM</strong>’ers<br />

staan te weinig met het gezicht naar de<br />

samenleving.”<br />

Omdat velen gewoon anoniem, inhoudelijk<br />

en met distantie willen werken?<br />

“Officieren moet niet afstandelijk en anoniem<br />

willen werken. Dat is de ambtelijke<br />

bleekheid die het <strong>OM</strong> en heel Nederland<br />

kenmerkt: uitgesproken persoonlijkheden<br />

ziet men hier niet graag. Maar de samenleving<br />

moet zien dat het <strong>OM</strong> een goede organisatie<br />

is; bekende gezichten moeten die<br />

kwaliteit van de organisatie weerspiegelen.<br />

De maatschappij moet zien dat er officieren<br />

zijn die ertoe doen, die er op de bühne<br />

stáán. Daar hebben de mensen vertrouwen<br />

in, niet in structuren van de organisatie<br />

want die zijn voor hen ongrijpbaar.”<br />

De structuur van het <strong>OM</strong> – ook en zeker als<br />

de reorganisatie is afgerond – is te ingewik-<br />

keld, meent Fijnaut. Ook voor hem “als welwillende<br />

buitenstaander die thuis kubieke<br />

meters <strong>OM</strong>-papier heeft opgestapeld”, is<br />

het lastig. Akkoord, de afzonderlijke parketten<br />

konden niet alle expertise in huis<br />

hebben en zijn kwetsbaar. “Maar ik zie de<br />

zin niet in van de oplossing die daarvoor<br />

gekozen is: de komst van een Landelijk<br />

Parket, met daarnaast weer een afzonderlijk<br />

Functioneel Parket. Dan laat je alle<br />

huidige parketten voortbestaan, bouw je er<br />

een Functioneel Parket bij, om die nieuwe<br />

organisatie vervolgens via verschillende<br />

Handhavingseenheden weer te deconcentreren.<br />

Dat zijn kostbare en ingewikkelde<br />

manoeuvres voor een klein land. De burger<br />

begrijpt dat niet.”<br />

Is dat zo erg als het ondertussen wel werkt?<br />

“Ja dat is erg. Want juist omdat het <strong>OM</strong> in<br />

de rechtstaat die cruciale plaats inneemt<br />

moeten welwillende mensen de organi-<br />

Functioneel Parket nodig dat de FIOD-ECD<br />

aanstuurt.<br />

Ik ben gecharmeerd van het Duitse <strong>OM</strong>,<br />

dat grote parketten kent die alles kunnen<br />

en elke specialisme in huis hebben.<br />

Ik zou me goed kunnen voorstellen dat<br />

het Nederlandse <strong>OM</strong> slechts vijf serieuze<br />

parketten telt. Bouw vijf robuuste parketten<br />

met daarin groepen van specialisten.<br />

Daarmee voorkom je dat je voortdurend<br />

wordt gedwongen tot coördineren en budget<br />

verdelen.”<br />

Dan verdwijnt de couleur locale.<br />

“Die hoeft helemaal niet te verdwijnen,<br />

die kan binnen de grote parketten worden<br />

behouden. Je moet een onderscheid maken<br />

tussen de rechterlijke organisatie en de<br />

organisatie van het <strong>OM</strong>. Er moet wel dichtbij<br />

mensen worden rechtgesproken, maar<br />

het <strong>OM</strong> hoeft niet op diezelfde maat te worden<br />

georganiseerd. Elke politieregio krijgt<br />

gewoon zijn eigen officieren van justitie.”<br />

Na een studie aan de Nederlandse<br />

Politieacademie werkte Cyrille Fijnaut<br />

tussen 1968 en 1973 als inspecteur bij de<br />

gemeentepolitie in Tilburg. Daarna dook hij<br />

de wetenschap in. Tussen 1986 en 1997 was<br />

hij hoogleraar strafrecht en criminologie<br />

‘Een politietop die niet solidair<br />

is met het <strong>OM</strong>, keert zich af van<br />

de rechtsstaat’<br />

satie ervan begrijpen. Het is nu overgeorganiseerd<br />

en daardoor onoverzichtelijk.<br />

Neem de aanpak van sigarettensmokkel.<br />

Tachtig procent van wat je moet kunnen<br />

om dat effectief te bestrijden, betreft<br />

kennis en vaardigheden die je ook al in<br />

reguliere onderzoeken gebruikt; het zijn<br />

dezelfde bevoegdheden. En dus heb je geen<br />

in Rotterdam, en tussen 1989 en 2004 was<br />

hij dit ook in Leuven. Voor de commissie-<br />

Van Traa publiceerde hij (samen met Frank<br />

Bovenkerk, Gerben Bruinsma en Henk<br />

van de Bunt) in 1996 de enquête-rapporten<br />

over “Georganiseerde criminaliteit in<br />

Nederland” en tussen 1996 en 1997 onderzocht<br />

hij in opdracht van het Belgische<br />

parlement het opsporingsonderzoek naar<br />

de Bende van Nijvel. In 1996 ondersteunde<br />

hij ook het Belgische parlementaire onderzoek<br />

naar het opsporingsonderzoek in<br />

de Dutroux-zaak. Het zijn slechts enkele<br />

onderdelen van het duizelingwekkende CV<br />

van de 59-jarige Fijnaut.<br />

Wat drijft u?<br />

“Tja, wat drijft me... Ik sta voor de publieke<br />

zaak, ik heb me nooit tot de private sector<br />

aangetrokken gevoeld. Het is een privilege<br />

om te kunnen onderzoeken en schrijven<br />

op een universiteit, niet ingekaderd door<br />

politieke of economische belangen. Hier<br />

kan ik mezelf zijn en staan voor de publieke<br />

zaak: het belang van een behoorlijke rechtsstaat<br />

die fair en doeltreffend is. Bij ‘de Bende<br />

van Nijvel’ en ‘Dutroux’ heb ik gezien wat er<br />

gebeurt als een rechtsstaat niet doeltreffend<br />

is – dat is net zo erg als een rechtsstaat die<br />

unfair is.”<br />

Staan voor de publieke zaak en de rechtsstaat<br />

– het zijn precies die dingen die volgens<br />

Fijnaut de laatste tijd onvoldoende<br />

aandacht kregen bij de Nederlandse politietop,<br />

toen die pleitte voor doorontwikkeling<br />

van het huidige decentrale politiebestel.<br />

Zelden zijn korpschefs hardhandiger<br />

over de knie gelegd dan Fijnaut deed op<br />

het afscheidssymposium voor Utrechtse<br />

korpschef Jan Wiarda. Fijnaut noemde<br />

het “kortzichtig en zorgwekkend” dat de<br />

korpschefs een strategische alliantie met de<br />

korpsbeheerders waren aangegaan. “Door<br />

deze eenzijdige positionering zetten zij heel<br />

bewust grote legitieme belangen van andere<br />

“Tijdig terreurverdachten aanhouden belangrijker dan een succesvolle vervolging.” Foto’s: Onno Kummer<br />

instellingen bij een behoorlijke organisatie<br />

en goede werking van het politiebestel opzij.<br />

In de eerste plaats de rechterlijke macht.<br />

Ik aarzel niet om te zeggen: een politietop<br />

die geen gezagsvolle solidariteit opbrengt<br />

met het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong> en, op de achtergrond,<br />

de rechtsprekende macht, keert<br />

zich af van de rechtsstaat. In de tweede<br />

plaats belangrijke ministeries als Financiën,<br />

Economische Zaken, Landbouw en VR<strong>OM</strong><br />

en meer bepaald hun landelijke bijzondere<br />

opsporings- en inspectiediensten. En in de<br />

derde plaats ook de inlichtingendiensten en<br />

de krijgsmacht.”<br />

Wat Fijnaut evenzeer stoort, is dat de<br />

Nederlandse politie op eigen houtje een<br />

visie – ‘Politie in ontwikkeling’ – heeft geformuleerd.<br />

In de uitwerking van deze visie<br />

las Fijnaut dat de politie ‘moet waken tegen<br />

de invloed van diegenen die zich buiten de<br />

maatschappelijke orde plaatsen’. Fijnaut:<br />

“Zeker wanneer wordt geformuleerd dat de<br />

Nederlandse politie er is om ‘het kwaad’ in<br />

onze samenleving tegen te houden neemt<br />

zij griezelige, moralistische en onrechtstatelijke<br />

proporties aan.”<br />

“In een rechtsstaat moet de politie, onder<br />

het bevoegd gezag, instaan voor handhaving<br />

van de rechtsorde. En niet met de<br />

machtsmiddelen waarover zij beschikt, zélf<br />

een vage politiële orde aan een samenleving<br />

willen opleggen. Dat is een doodenge<br />

vorm van machtsusurpatie die zelfs trekken<br />

vertoont van politiestatelijk denken. Ik had<br />

nooit gedacht dat zo’n stuk in Nederland<br />

ooit gemaakt zou worden.”<br />

“Bizar” vindt Fijnaut de zogenaamd nieuwe<br />

‘nodale oriëntatie’ van de korpschefs die<br />

niet de plek maar de stromen van mensen,<br />

goederen, geld en informatie centraal stelt.<br />

“Het is prietpraat. Alsof de politie nu ineens<br />

iets heel nieuws bedenkt. Politiekorpsen<br />

zijn in Europa sedert eeuwen belast met<br />

controle op mensen- en goederenstromen.<br />

Neem grensovergangen, grote wegen en

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!