09.09.2013 Views

1 Sabbat Bijbel Lessen, juli – september 2011 - Seventh Day ...

1 Sabbat Bijbel Lessen, juli – september 2011 - Seventh Day ...

1 Sabbat Bijbel Lessen, juli – september 2011 - Seventh Day ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, <strong>juli</strong> <strong>–</strong> <strong>september</strong> <strong>2011</strong>


Inhoudsopgave:<br />

3 Voorwoord<br />

4 Eerste <strong>Sabbat</strong>gaven voor een voor een tweede kerk in Melbourne, Australië<br />

5 Het Lam van God<br />

10 Onze Hogepriester<br />

15 „Dat zij U kennen‟<br />

20 Vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom<br />

25 Het heiligdom van het nieuwe verbond en zijn hof<br />

30 Eerste <strong>Sabbat</strong>gaven voor literatuur voor landen, die dit nodig hebben<br />

31 Iedereen is rekenschap verschuldigd<br />

36 God heeft een dag gesteld<br />

41 Het onderzoekend oordeel<br />

47 Een les voor vandaag<br />

52 Eerste <strong>Sabbat</strong>gaven voor de Renascenҫa school in Brasília, Brazilië<br />

53 „Opdat uw zonden mogen uitgewist worden‟<br />

59 Een tegenbeeldige verzoendag<br />

64 Een vergelijking tussen type en antitype<br />

69 De hereniging van Gods familie<br />

74 De heiligen gedurende en na de duizend jaar<br />

De <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong>lessen, een dagelijks studieprogramma, zijn alleen op de <strong>Bijbel</strong><br />

en de Geest der profetie gebaseerd zonder toevoegingen. De citaten zijn zo kort<br />

mogelijk om beknopte, exacte gedachten weer te geven. Tussen haakjes staan<br />

enige woorden om in te staan voor een duidelijk, passend verband en een goede<br />

leesbaarheid. Verdere studie van de bronmaterialen wordt sterk aanbevolen.<br />

Deze uitgave wordt gerealiseerd door gaven van de leden en door vrijwillige<br />

bijdragen, waarvoor wij bijzonder dankbaar zijn.<br />

Uitgegeven door de<br />

Generale Conferentie van de<br />

<strong>Seventh</strong> <strong>Day</strong> Adventist<br />

Reform Movement<br />

P O Box 7240, Roanoke<br />

VA 24019, USA<br />

Web: http://www.sdarm.org<br />

Adres voor Nederland:<br />

Zevende Dags Adventisten<br />

Reformatiebeweging<br />

Mezenhof 41<br />

9561 CC Ter Apel<br />

Bankrek. 42 94 694<br />

Web: http://www.zda-ref.nl<br />

2 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, <strong>juli</strong> <strong>–</strong> <strong>september</strong> <strong>2011</strong>


VOORWOORD<br />

De lessen voor dit kwartaal (oktober <strong>–</strong> december), Het Heiligdom in de<br />

Christelijke Bedeling, zijn de laatste in een serie van het bestuderen van het<br />

verlossingsplan en het heiligdom.<br />

Wij hebben geleerd over Jezus Christus, de Verlosser van Zijn volk, vanaf<br />

het begin der wereld tot het einde. Wij hebben geleerd over de symbolische<br />

betekenis van het lam, de offerande (het bloed) en de heiligdomsdienst. Wij<br />

hebben ook geleerd, dat berouwvolle zondaren vergeven werden in de dagelijkse<br />

verzoening en „rein‟ beschouwd werden, nadat hun zonden verwijderd waren uit<br />

het heiligdom op de Grote Verzoendag.<br />

Gedurende dit kwartaal zullen wij leren over de tegenbeeldige betekenis van<br />

deze symbolen. Wij zullen leren over Christus, het Lam van God. Wij zullen<br />

leren over het offer van Christus en de verdiensten van Zijn bloed. En wij zullen<br />

leren over de dienst van Christus in het hemelse heiligdom.<br />

Daarom „aanmerkt de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis, Christus<br />

Jezus‟ en „om de voorgestelde hoop vast te houden; welke wij hebben als een<br />

anker der ziel, dat zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het<br />

voorhangsel‟ (Hebreeën 3:1; 6:18-19).<br />

„Daar wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het<br />

heiligdom door het bloed van Jezus, op een verse en levende weg, welke Hij ons<br />

ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees. En daar wij hebben<br />

een grote Priester over het huis Gods; zo laat ons toegaan met een waarachtig<br />

hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het<br />

kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water‟ (Hebreeën<br />

10:19-22).<br />

Laten wij ook in gedachte houden, dat wij geroepen zijn om God te dienen in<br />

het hemelse heiligdom (Openbaring 11:1), daar wij vrijmoedigheid hebben om<br />

in te gaan door de verdienste van Zijn bloed (Hebreeën 10:19); ja, wij, die door<br />

geloof de ark van Gods verbond gezien hebben en zijn inhoud, toen het hemelse<br />

heiligdom geopend was voor ons begrip (Openbaring 11:19), worden gemeten<br />

door het meten van het heiligdom, de heilige Wet van God.<br />

Wij vragen de aandacht van de <strong>Sabbat</strong>school studenten over de wereld voor<br />

het openen van het hemelse heiligdom (Openbaring 11:19) in verband met<br />

Daniël 7:9-10; 8:14; Openbaring 14:6-7 en Handelingen 3:19-20.<br />

Mogen deze lessen ons volk helpen in hun voorbereiding op de spoedige<br />

komst van onze Here Jezus Christus!<br />

De <strong>Sabbat</strong>school afdeling van de Generale Conferentie<br />

3 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


SABBAT, 1 oktober <strong>2011</strong><br />

EERSTE SABBATGAVEN<br />

voor een tweede kerk in Melbourne,<br />

Australië<br />

Christelijke groeten voor al onze broeders,<br />

zusters en <strong>Sabbat</strong>school studenten over de<br />

wereld.<br />

Melbourne is, met een bevolking van 3,8 miljoen, de tweede grootste stad in<br />

Australië. Zij ligt in de staat Victoria aan een grote natuurlijke baai, Port Phillip,<br />

aan de zuidoost kust van dit grote land. Melbourne is een gevarieerde en<br />

multiculturele stad met een gemengde gemeenschap. Het is een thuis voor<br />

mensen uit 233 landen, die meer dan 180 talen en dialecten spreken en 116<br />

geloofsrichtingen volgen.<br />

Melbourne heeft een gematigd oceaanklimaat en staat bekend om de<br />

wisselvallige weersomstandigheden. De zin “vier seizoenen op één dag” maakt<br />

deel uit van een populaire cultuur en wordt bemerkt door vele bezoekers van<br />

deze stad.<br />

Onze kleine kerk in deze grote stad werd in 1970 gebouwd en heeft bijna 40<br />

jaar de gemeenschap gediend. De Heer heeft ons gezegend en het aantal<br />

gelovigen is hard gegroeid. Nu is ons kerkgebouw te klein geworden om het<br />

groeiende aantal aanbidders iedere <strong>Sabbat</strong> te herbergen.<br />

Een ander lichtbaken is nodig in dit deel van Australië, dus was er besloten<br />

om een tweede gemeente te organiseren in Melbourne en hierdoor wordt een<br />

groter deel van deze groeiende stad bereikt. Wij hebben een heleboel<br />

werklieden, waaronder timmerlui, metselaars, loodgieters, schilders en<br />

elektriciens, die klaar staan en verlangen om een kerk voor de Heer te bouwen.<br />

En nu kunt u ook helpen.<br />

Als u hier zou wonen in onze prachtige stad, kon u een helpende hand<br />

bieden, lichamelijk. Maar omdat u in landen ver weg woont, kunt u helpen door<br />

het sturen van de Eerste <strong>Sabbat</strong>gaven naar Melbourne, Australië; het wordt ten<br />

zeerste op prijs gesteld. Met deze edelmoedige gave zullen wij balken en stenen<br />

kopen, buizen en verf, cement en specie om een huis te bouwen, waar de Heer<br />

kan wonen en wij Hem kunnen aanbidden.<br />

Wij danken u voor uw grote vrijgevigheid; de Heer zal u zeker rijkelijk<br />

zegenen.<br />

4 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong><br />

Uw broeders en zusters in Melbourne


Les 1 SABBAT, 1 oktober <strong>2011</strong> 19.18 uur<br />

HET LAM VAN GOD<br />

“Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt!” (Johannes<br />

1:29).<br />

“Het offerlam is een beeld van „het Lam Gods‟, waarin onze enige hoop op<br />

de zaligheid ligt.” <strong>–</strong>Patriarchen en Profeten, blz. 241.<br />

Aanvullende studie: De Wens der Eeuwen, blz. 104-111.<br />

ZONDAG 25 <strong>september</strong><br />

1 „ZIET, UW KONING KOMT‟<br />

A Wat had Zacharía geprofeteerd over Christus vijfhonderd jaar voor<br />

Zijn geboorte? Zacharía 9:9.<br />

B Beschrijf de vervulling van deze profetie. Matthéüs 21: 1-11; Lukas<br />

19:37-38.<br />

“Nauwelijks was Hij (Christus) op de ezel gezeten, of een luide<br />

triomfkreet weerklonk door de lucht. De schare heette Hem welkom als Messias,<br />

hun Koning. Jezus aanvaardde nu het eerbetoon, dat Hij nooit tevoren had<br />

toegestaan, en de discipelen namen dit aan als een bewijs, dat hun blijde<br />

verwachtingen verwezenlijkt zouden worden, doordat zij Hem op de troon<br />

zouden zien.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 495.<br />

“Maar rondom de Heiland bevonden zich de heerlijke zegetekenen van<br />

Zijn liefdewerken voor de zondige mensheid…<br />

Vele Farizeeën waren getuigen van dit schouwspel en, brandend van<br />

naijver en haat, trachtten zij de stroom van de gevoelens van het volk te keren…<br />

Zij verklaarden, dat dergelijke luidruchtige demonstraties in strijd waren met de<br />

wet en dat zij door het gezag niet zouden worden toegestaan. Maar zij werden<br />

tot zwijgen gebracht door het antwoord van Jezus: „Ik zeg u, indien dezen<br />

zwegen, zouden de stenen roepen‟ (Lukas 19:40). Dit toneel van triomf<br />

geschiedde op Gods eigen beschikking . Het was voorzegd door de profeet en de<br />

mens had geen macht om Gods bedoeling tegen te gaan. Indien de mensen Zijn<br />

plan niet ten uitvoer hadden gebracht, dan zou Hij aan de dode stenen een stem<br />

hebben gegeven en zij zouden Zijn Zoon met lofzang hebben begroet. Terwijl de<br />

tot zwijgen gebrachte Farizeeën zich terug trokken, werden de woorden van<br />

Zacharía opnieuw geuit door honderden stemmen: (Zie Zacharía 9:9).” <strong>–</strong>De<br />

Wens der Eeuwen, blz. 497, 498.<br />

5 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 26 <strong>september</strong><br />

2 CHRISTUS DE BELOOFDE VERLOSSER<br />

A Wat voor een bevrijding verwachtten de Joden? Handelingen 1:6 (l.d.).<br />

“De menigte was ervan overtuigd, dat het uur van hun bevrijding op handen was.<br />

In hun verbeelding zagen zij reeds de Romeinse legers uit Jeruzalem verdreven en Israël<br />

wederom een onafhankelijke natie.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 495.<br />

“Hun ontevreden harten vroegen waarom Jezus, indien Hij zoveel wonderwerken<br />

kon verrichten, als zij gezien hadden, niet gezondheid, kracht en rijkdommen kon geven<br />

aan Zijn gehele volk, hen kon bevrijden van hun onderdrukkers en hen kon verhogen in<br />

macht en eer?” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 331.<br />

B Kwam Christus om Israël te bevrijden van de slavernij onder de Romeinen<br />

of van de slavernij der zonde? Jesaja 61:1; Johannes 8:32-36.<br />

“De periode van Christus’ persoonlijk dienstwerk onder de mensen was de tijd,<br />

waarin de strijdkrachten van het koninkrijk der duisternis de meeste activiteit aan de dag<br />

legden. Eeuwenlang had Satan met zijn boze engelen getracht de heerschappij te<br />

verkrijgen over de lichamen en zielen van de mensen om zonde en lijden over hen te<br />

brengen; bovendien had hij al deze ellende aan God geweten. Jezus openbaarde aan de<br />

mensen het karakter van God. Hij brak de macht van Satan en bevrijdde diens<br />

gevangenen.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 209-210.<br />

C De bedekking was van onze ogen weggenomen (2 Korinthe 3:16-17), toen<br />

wij de waarheid (Johannes 8:32) aangrepen, die ons vraagt de goede vorm<br />

van bevrijding te zoeken. Bevrijdt Christus ons van gehoorzaamheid aan de<br />

Wet of van ongehoorzaamheid, dat zonde is? Psalm 40:8-9; Romeinen 8:6-<br />

13.<br />

“Sprekend over de wet zei Jezus: „Ik ben niet gekomen om te ontbinden,<br />

maar om te vervullen‟ (Matthéüs 5:17). Hij gebruikte hier het woord „vervullen‟<br />

in dezelfde zin als toen Hij aan Johannes de Doper verklaarde, dat het Zijn<br />

bedoeling was „alle gerechtigheid te vervullen‟ (Matthéüs 3:15), dat wil zeggen<br />

geheel te voldoen aan de eis van de wet, een voorbeeld te geven van volmaakte<br />

eenvormigheid met de wil van God.<br />

Het was Zijn opdracht „een grote, heerlijke onderwijzing te geven‟ (Jesaja<br />

42:21). Hij moest het geestelijk karakter van de wet aantonen, de verreikende<br />

beginselen daarvan naar voren brengen en de eeuwige verplichting van de wet<br />

duidelijk maken.” <strong>–</strong>Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 48.<br />

D Hoe kunnen wij de waarheid in Christus samenvatten? Psalm<br />

119:142; Johannes 17:17.<br />

6 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 27 <strong>september</strong><br />

3 DE TELEURSTELLING<br />

A Wat zag het volk in plaats van Christus als gekroonde koning? Lukas<br />

19:45-46. Wat wilde Christus leren door de reiniging van de tempel?<br />

Maleáchi 3:3.<br />

“De voorhoven van de tempel in Jeruzalem, die vol waren van het rumoer<br />

van onheilig zakendoen, gaven maar al te juist een voorstelling van het hart, dat<br />

bezoedeld was door de aanwezigheid van zinnelijke hartstochten en onheilige<br />

gedachten. Door de tempel te reinigen van kopers en verkopers verklaarde<br />

Jezus, dat Hij gekomen was om het hart te reinigen van de bezoedeling der<br />

zonde, van aardse verlangens, zelfzuchtige begeerten en slechte gewoonten, die<br />

de ziel verontreinigen.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 125.<br />

B Welke profetie zagen de Joden over het hoofd in verband met het<br />

Pascha lam? Jesaja 53:2-7.<br />

“De Joden waren met de offerande van bloed vertrouwd geraakt en<br />

hadden bijna het feit uit het oog verloren, dat het de zonde was, die al dit<br />

vergieten van dierenbloed noodzakelijk maakte. Zij onderscheidden niet, dat dit<br />

een voorafschaduwing was van het bloed van Gods geliefde Zoon, dat vergoten<br />

zou worden voor het leven der wereld, en dat bij het brengen van offeranden de<br />

mensen moesten gewezen worden op de gekruisigde Verlosser.” <strong>–</strong>De Wens der<br />

Eeuwen, blz. 510.<br />

C Waren de Joden in staat om de betekenis van het Pascha lam te<br />

onderscheiden, omdat zij de profetie over de beloofde verlossing<br />

verkeerd begrepen? Wat zeiden zij, toen zij niet konden zien, dat het<br />

lam Christus vertegenwoordigde? Johannes 6:52.<br />

“De Joden stonden op het punt het Pascha in Jeruzalem te gaan vieren als<br />

gedachtenis aan de nacht van Israëls bevrijding, toen de engel des verderfs de<br />

huizen van Egypte sloeg. God wilde, dat zij in het paaslam het Lam van God<br />

zouden zien en door middel van dat beeld Hem zouden ontvangen, Die Zichzelf<br />

gaf voor het leven van de wereld. Maar de Joden waren zover gekomen, dat zij<br />

dat symbool tot het belangrijkste van alles maakten, terwijl de betekenis daarvan<br />

onopgemerkt bleef. Zij onderscheidden het lichaam des Heren niet. Dezelfde<br />

waarheid, die symbolisch werd voorgesteld in de paschadienst, werd hun geleerd<br />

in de woorden van Christus. Maar nog onderscheidden zij het niet.” <strong>–</strong>De Wens<br />

der Eeuwen, blz. 334.<br />

7 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 28 <strong>september</strong><br />

4 DE HOOP TELEURGESTELD, GEESTELIJKE VERWARRING<br />

A Wat bedoelde Christus, toen Hij zei, dat wij eeuwig leven hebben<br />

door het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed? Johannes<br />

6:51.<br />

“Het vlees van Christus te eten en Zijn bloed te drinken betekent Hem te<br />

aanvaarden als een persoonlijke Heiland en te geloven, dat Hij onze zonden<br />

vergeeft en dat wij in Hem volkomen zijn. Door Zijn liefde te aanschouwen,<br />

door daarbij stil te staan, door die in ons op te nemen, krijgen wij deel aan Zijn<br />

natuur. Wat voedsel voor het lichaam is, moet Christus voor de ziel zijn.<br />

Voedsel kan ons geen goed doen, indien wij het niet eten, indien het geen deel<br />

van ons wezen wordt. Zo is Christus ook voor ons van geen waarde, wanneer<br />

wij Hem niet kennen als een persoonlijke Heiland. Theoretische kennis zal ons<br />

niet helpen. Wij moeten ons voeden met Hem, Hem in het hart ontvangen, zodat<br />

Zijn leven het onze wordt. Zijn liefde en Zijn genade moeten in ons opgenomen<br />

worden.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 335.<br />

B Hoe moeten wij de valstrik vermijden van hen, die gegriefd waren<br />

door de verwijzing van Christus naar het brood des levens? Johannes<br />

6:52-60.<br />

“Dat wat duidelijk was voor hen, die waar geloof hadden, werd een<br />

struikelblok voor hen, die geen geestelijk onderscheidingsvermogen hadden.<br />

(Veel van Christus‟ discipelen) waren gegriefd, omdat Hij woorden tegen hen<br />

sprak, die het natuurlijke hart niet kon begrijpen en aannemen, en zij weigerden<br />

nog langer met Jezus te wandelen.<br />

Zijn er onder de gelovigen enigen, die de wereld liefhebben en die hun<br />

genegenheden zo gericht hebben op hun familieleden en vrienden, die de<br />

waarheid niet gehoorzamen, zodat zij verward zijn in hun denken en door de<br />

verleidingen van Satan hun plaats innemen aan de kant van Satan in plaats aan<br />

de kant van de Heer? … (Zie Johannes 6:54-55). Dit zijn de woorden, waarover<br />

enigen van de discipelen struikelden, maar Jezus verwijderde alles, dat een<br />

struikelblok zou kunnen zijn en zei tot hen: „Ergert u dit? Wat zou het dan zijn,<br />

zo gij de Zoon des mensen zaagt opvaren, waar Hij te voren was? De Geest is<br />

het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn<br />

geest en leven‟ (Johannes 6:61-63). Het woord van God, dat in uw hart blijft, zal<br />

de geestelijke gaven verkwikken.” -The Youth’s Instructor, 10 januari 1895.<br />

C Welke kreet werd gehoord vanuit de menigte, toen Jezus voor de<br />

rechterstoel van Pilatus stond? Matthéüs 27:22-25.<br />

8 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 29 <strong>september</strong><br />

5 HOOP VOOR DE WERELD<br />

A Welke verordening stelde Christus in, vlak voor Hij moest sterven<br />

voor de zonden van de wereld, en waaraan moest dit herinneren? 1<br />

Korinthe 11:23-26; 1 Petrus 3:18.<br />

“Hij (Christus), het vlekkeloze Lam Gods, stond op het punt Zichzelf als<br />

een zondoffer te geven en Hij zou op deze wijze een einde maken aan het stelsel<br />

van zinnebeelden en vormendienst, dat vierduizend jaar lang op Zijn dood had<br />

gewezen. Terwijl Hij met Zijn discipelen het Pascha at, stelde Hij hiervoor in de<br />

plaats een dienst, die een gedachtenis zou zijn aan Zijn grote offerande…<br />

Het Pascha was ingesteld als een herinnering aan de verlossing van Israël<br />

uit de slavernij in Egypte… De instelling van het Avondmaal des Heren werd<br />

gegeven om de grote verlossing te gedenken, die tot stand kwam als gevolg van<br />

de dood van Christus.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 572.<br />

B Welke deur werd geopend voor de wereld door het offer van het Lam<br />

van God aan het kruis van Golgotha? Romeinen 11:11, 15; 2<br />

Timótheüs 1:9-10; 1 Petrus 1:18-20.<br />

“Door Zich te vernederen en de menselijke gestalte aan te nemen<br />

openbaarde Christus een karakter, dat het tegengestelde is van Satans karakter.<br />

Maar Hij ging nog verder op de weg der vernedering. „In Zijn uiterlijk als mens<br />

bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood. Ja,<br />

tot de dood des kruises‟ (Filippensen 2:8). Evenals de hogepriester zijn prachtige<br />

hogepriesterlijke gewaden terzijde legde en dienst deed in het wit linnen van de<br />

gewone priester, zo nam Christus de gestalte van een dienstknecht aan en bracht<br />

offerande, terwijl Hijzelf de priester èn het offer was.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen,<br />

blz. 14.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 30 <strong>september</strong><br />

1 Hoe werd de profetie van Zacharía 9:9 vervuld?<br />

2 Beschrijf de misvatting, die de Joden hadden over de verwachte<br />

Messias.<br />

3 Verklaar, wat hen leidde om te roepen: „Kruisig Hem! Kruisig Hem!‟<br />

4 Wat is de symbolische betekenis van het lichaam en het bloed van<br />

Christus?<br />

5 Welke verordening herinnerde aan de bevrijding van Israël uit de<br />

slavernij van Egypte en aan welke bevrijding herinnert het Heilig<br />

Avondmaal?<br />

9 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 2 SABBAT, 8 oktober <strong>2011</strong> 19.02 uur<br />

ONZE HOGEPRIESTER<br />

“Aanmerkt de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis, Christus<br />

Jezus” (Hebreeën 3:1).<br />

“Na Zijn hemelvaart begon onze Verlosser Zijn werk als onze<br />

Hogepriester.” <strong>–</strong>Maranatha, blz. 248.<br />

Aanvullende studie: De Grote Strijd, blz. 401-403.<br />

ZONDAG 2 oktober<br />

1 OVERWINNING!<br />

A Wat riep Christus uit aan het kruis, toen Hij Zijn werk op aarde<br />

volbracht had? Johannes 19:30. Wat betekenden deze woorden?<br />

Éfeze 2:16-18; Openbaring 12:10.<br />

“De gehele hemel triomfeerde over de overwinning van de Heiland, Satan<br />

was verslagen en wist, dat zijn rijk verloren was.<br />

Voor de engelen en de niet gevallen werelden had de roep: „Het is<br />

volbracht!‟ een diepe betekenis. Voor hen was evenzeer als voor ons het grote<br />

verlossingswerk tot stand gebracht. Zij delen met ons in de vruchten van de<br />

overwinning van Christus.<br />

Eerst bij de dood van Christus werd het karakter van Satan duidelijk<br />

geopenbaard aan de engelen en aan de niet gevallen werelden. De aartsafvallige<br />

had zichzelf zó in bedrog gehuld, dat zelfs heilige wezens zijn beginselen niet<br />

hadden begrepen. Zij hadden de aard van zijn opstandigheid niet duidelijk<br />

gezien…<br />

Het was Gods bedoeling om de dingen te stellen op een eeuwige basis van<br />

veiligheid en in de raad des hemels werd besloten, dat aan Satan de tijd moest<br />

worden gegeven om de beginselen te ontwikkelen, die de grondslag vormden<br />

van zijn regering. Hij had beweerd, dat deze beginselen beter waren dan Gods<br />

beginselen. Nu werd er tijd aan de uitwerking van Satans beginselen gegeven,<br />

opdat die door het hemelse heelal zouden worden gezien.<br />

Satan bracht de mens tot zonde en het verlossingsplan werd in werking<br />

gesteld. Gedurende vierduizend jaar werkte Christus voor de verheffing van de<br />

mensen en Satan voor hun ondergang en verlaging. En het hemels heelal<br />

aanschouwde dit alles.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 664, 665.<br />

10 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 3 oktober<br />

2 VERZOENING IN HEMEL EN OP AARDE<br />

A Wat vond er plaats in de hemel door de dood van Christus aan het<br />

kruis? Kolossensen 1:20. Welke voorziening was er getroffen voor de<br />

verzoening op aarde? 2 Korinthe 5:18-21.<br />

“Satan zag, dat zijn vermomming was weggerukt. Zijn werk werd<br />

opengelegd voor de niet gevallen engelen en voor het hemels heelal. Hij had<br />

zichzelf als een moordenaar geopenbaard. Door het bloed van de Zoon van God<br />

te vergieten had hij zichzelf beroofd van de sympathie van de hemelse wezens.<br />

Van nu aan zou zijn werk beperkt zijn. Welke houding hij ook aan zou nemen,<br />

hij zou niet langer de engelen kunnen opwachten, wanneer zij uit de hemelse<br />

hoven kwamen en bij hen de broederen van Christus ervan beschuldigen te zijn<br />

gekleed in gewaden van duisternis en bezoedeld met zonde. De laatste schakel<br />

van sympathie tussen Satan en de hemelse wereld was verbroken.” <strong>–</strong>De Wens<br />

der Eeuwen, blz. 667.<br />

B Welk besluit over Satan werd toen bevestigd? Hebreeën 2:14.<br />

Waarom werd hij niet op dat moment vernietigd?<br />

“Toch werd Satan toen (bij de dood van Christus aan het kruis) niet<br />

vernietigd. De engelen begrepen zelfs toen nog niet alles, waar het in de grote<br />

strijd om ging. De beginselen, die op het spel stonden, moesten nog meer<br />

worden geopenbaard. En ter wille van de mens moest het bestaan van Satan<br />

voortduren. Mens zowel als engel moet de tegenstelling zien tussen de Vorst van<br />

het licht en de vorst der duisternis. Hij moet kiezen, wie hij wil dienen.” <strong>–</strong>De<br />

Wens der Eeuwen, blz. 667.<br />

C Waarom kan een genadevolle en rechtvaardige Koning van het<br />

universum ons met zekerheid hoop geven maar niet langer aan<br />

Satan? Openbaring 12:9; 20:10.<br />

“Lucifer in de hemel had gezondigd in het licht van Gods heerlijkheid.<br />

Aan hem was als aan geen ander geschapen wezen een openbaring gegeven van<br />

Gods liefde. Hoewel hij het karakter van God begreep en Zijn goedheid kende,<br />

verkoos Satan zijn eigen zelfzuchtige, onafhankelijke wil te volgen. Deze keus<br />

was beslissend. God kon niets meer doen om hem te redden. Maar de mens werd<br />

misleid; zijn geest werd verduisterd door de redeneringen van Satan. De hoogte<br />

en diepte van de liefde Gods kende hij niet. Voor hem was er hoop, indien hij<br />

Gods liefde leerde kennen. Door Zijn karakter te aanschouwen zou hij opnieuw<br />

tot God kunnen worden getrokken.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 667-668.<br />

11 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 4 oktober<br />

3 CHRISTUS EN DE REGERING VAN GOD<br />

A Welke twee principes werken actief samen in het verlossingsplan?<br />

Psalm 85:11.<br />

“Gods liefde is niet minder tot uitdrukking gebracht door Zijn<br />

rechtvaardigheid dan door Zijn genade. Rechtvaardigheid is de grondslag van<br />

Zijn troon en de vrucht van Zijn liefde. Het was Satans bedoeling geweest om<br />

genade te scheiden van waarheid en rechtvaardigheid. Hij zocht te bewijzen, dat<br />

de gerechtigheid van Gods wet een vijand van de vrede is. Maar Christus toont<br />

aan, dat deze dingen in Gods plan onverbrekelijk zijn verbonden; het ene kan<br />

niet bestaan zonder het andere....<br />

Satan verklaarde, dat genade rechtvaardigheid teniet deed, dat de dood<br />

van Christus de wet des Vaders ophief. Indien het mogelijk was geweest, dat de<br />

wet zou worden veranderd of opgeheven, dan zou Christus niet hebben hoeven<br />

sterven. Maar de afschaffing van de wet zou eeuwigdurende overtreding en het<br />

plaatsen van de wereld onder Satans macht betekenen. Juist omdat de wet<br />

onveranderlijk was, juist omdat de mens alleen kon worden behouden door<br />

gehoorzaamheid aan de eisen van de wet, werd Jezus aan het kruis verhoogd.” -<br />

De Wens der Eeuwen, blz. 668, 669.<br />

B Verklaar Christus‟ positie in de hemel. Hebreeën 3:1.<br />

“De offerdienst, die op Christus gewezen had, was verdwenen; maar de<br />

ogen der mensen werden gericht op het ware offer voor de zonden der wereld.<br />

Het aardse priesterschap hield op te bestaan. Maar wij zien op Jezus, Die<br />

bedienaar is van het nieuwe verbond…<br />

Hoewel de bediening overgebracht zou worden van de aardse naar de<br />

hemelse tempel, hoewel het heiligdom en onze Hogepriester onzichtbaar zouden<br />

zijn voor het menselijke oog, zouden de discipelen daardoor toch geen verlies<br />

lijden. Door de afwezigheid van de Heiland zouden zij toch geen inbreuk op hun<br />

gemeenschap ervaren en geen vermindering van kracht. Terwijl Jezus dienst<br />

doet in het heiligdom hierboven, dient Hij door Zijn Geest nog steeds de<br />

gemeente op aarde.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 130-131.<br />

C Hoe werd Christus onze Hogepriester naar de verordening van<br />

Melchizédek, door de wet of door de eed? Hebreeën 7:12-21, 28.<br />

D Wanneer en hoe betaalden Abraham en ook de stam Levi tienden aan<br />

Melchizédek? Hebreeën 7:1-2, 9-10. Hoe en door wie ontvangt onze<br />

Hogepriester tienden van ons? Hebreeën 7:8.<br />

12 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 5 oktober<br />

4 GEZEGEND DOOR ONZE HOGEPRIESTER<br />

A Welk medeleven werd verwacht van de hogepriester ten opzichte van<br />

het volk onder het oude verbond? Waarom? Hebreeën 5:1-2.<br />

B Welke aandacht, hulp en liefde ontvangen wij van onze Hogepriester<br />

onder het nieuwe verbond? Hebreeën 2:14-18; Matthéüs 28:20.<br />

“Hoewel schijnbare onmogelijkheden hun weg versperren, moeten zij<br />

(Christus‟ navolgers) door Zijn genade voorwaarts gaan. In plaats van de<br />

moeilijkheden te betreuren wordt er een beroep op hen gedaan om ze te<br />

overwinnen. Zij moeten nergens aan wanhopen en op alles hopen. Met de<br />

gouden keten van Zijn onvergelijkelijke liefde heeft Christus hen verbonden aan<br />

de troon van God. Het is Zijn bedoeling, dat de hoogste kracht van het heelal,<br />

die uit de Bron van alle kracht ontspringt, hun zal toebehoren. Zij zullen kracht<br />

hebben om het boze te weerstaan, kracht die door aarde, dood noch hel kan<br />

worden overwonnen, kracht die hen in staat zal stellen te overwinnen, zoals<br />

Christus heeft overwonnen…<br />

Zo geeft Christus met de woorden van iemand, die goddelijk gezag heeft,<br />

Zijn uitverkoren gemeente over in de armen des Vaders. Als een toegewijde<br />

Hogepriester bemiddelt Hij voor Zijn volk. Als een trouwe Herder vergadert Hij<br />

de kudde in de schaduw van de Almachtige, in de sterke en veilige<br />

schaapskooi.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 597, 598.<br />

C Welke zekerheid biedt ons troost en vastigheid in ons dagelijks leven?<br />

Hebreeën 13:6, 8.<br />

“Jezus is altijd dezelfde in Zijn menselijke liefde samen met Zijn<br />

goddelijkheid; altijd medelevend met onze zwakheden, Zijn goddelijke dienende<br />

eigenschappen gebruikend ten goede van ons; altijd bemoedigt en leidt Hij ons<br />

stap voor stap. Hij is onveranderlijk. Wat Hij vandaag voor ons is, een getrouwe<br />

Hogepriester, begaan met onze zwakheden, dat zal Hij morgen zijn en<br />

overmorgen voor altijd en eeuwig. Hij is de Leidsman om te leiden, een Leraar<br />

om te onderwijzen, een Vriend om raad te geven, een Schenker om Zijn<br />

zegeningen te verlenen aan Zijn gemeente als antwoord op hun geloof.<br />

Jezus zei tot Zijn gelovige discipelen: „Blijf in Mij‟. Dit betekent<br />

voortdurend geloven aan de kant van de gelovige. „Blijf in Mij‟. Dit betekent,<br />

luisteren naar de aanwijzingen van Christus. Wij moeten Zijn wil doen. Christus<br />

maakt, dat wij ons thuis voelen bij Hem, en wij genieten de voordelen van Zijn<br />

huis, genieten Zijn vrede. Alle menselijke onenigheid, alle misleiding, alle<br />

irritatie stoppen in Zijn huis.” <strong>–</strong>Manuscript Releases 21, blz. 422-423.<br />

13 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 6 oktober<br />

5 TERWIJL DE DEUR VAN HET ONDERZOEK NOG OPEN IS…<br />

A Wat is het belangrijkste werk geweest van onze Hogepriester in het<br />

hemelse heiligdom sinds Zijn hemelvaart? Hebreeën 7:24-26; 9:12.<br />

“Christus is naar voren gebracht als voortdurend staande bij het altaar,<br />

voortdurend offers brengend voor de zonden van de wereld. Hij is de bediener<br />

van de ware tabernakel, die de Heer oprichtte en geen mens… Jezus handelt in<br />

de tegenwoordigheid van God, biedt Zijn vergoten bloed aan als een geslacht<br />

lam.” <strong>–</strong>Selected Messages 1, blz. 343-344.<br />

B Beschrijf, hoe doeltreffend de verdiensten van het bloed van Christus<br />

zijn, terwijl de deur van het onderzoek nog open is. Openbaring 1:5;<br />

Hebreeën 9:14; 1 Johannes 1:9.<br />

“Jezus presenteert het offer, geofferd voor iedere overtreding en iedere<br />

tekortkoming van de zondaar.” <strong>–</strong>Selected Messages 1, blz. 344.<br />

“De relatie tussen God en elk individu is zo duidelijk en volledig, alsof er<br />

niemand anders was, voor wie Hij Zijn geliefde Zoon heeft gegeven.” <strong>–</strong><br />

Schreden naar Christus, blz. 121.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 7 oktober<br />

1 Hoe werd de uitroep van Christus: „Het is volbracht‟, uitgelegd door<br />

het engelenleger?<br />

2 Waarom was verzoening in de hemel nodig en wanneer vond dit<br />

plaats?<br />

3 Verklaar, hoe genade en rechtvaardigheid samen gaan in Gods plan.<br />

Geef voorbeelden.<br />

4 Hoe is Jezus, terwijl Hij dienst doet als onze Hogepriester in het<br />

hemels heiligdom, tegelijkertijd tegenwoordig bij Zijn aardse<br />

gemeente?<br />

5 Verklaar, hoe Christus, terwijl Hij handelt voor ons in de<br />

tegenwoordigheid van de Vader, Zijn bloed voor ons aanbiedt<br />

(Hebreeën 9:14; 1 Johannes 1:7), vergoten 2000 jaar geleden.<br />

14 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 3 SABBAT, 15 oktober <strong>2011</strong> 18.47 uur<br />

„DAT ZIJ U KENNEN‟<br />

“En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige<br />

God, en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt” (Johannes 17:3).<br />

“Door onderzoek verkregen kennis van God en van Jezus Christus, die Hij<br />

heeft gezonden, verandert de mens naar het beeld van God.” <strong>–</strong>Christus<br />

Weerspiegelen, blz. 116.<br />

Aanvullende studie: <strong>Lessen</strong> uit het Leven van Alledag, blz. 56-64.<br />

ZONDAG 9 oktober<br />

1 DIT IS EEUWIG LEVEN<br />

A Wat is het centrale thema van het verlossingsplan? Johannes 17:3; 1<br />

Johannes 5:20.<br />

“In Zijn bede tot de Vader gaf Christus aan de wereld een les, die in<br />

verstand en hart gegrift moet staan. … (Zie Johannes 17:3). Dit is echte<br />

opvoeding. Deze geeft macht.” <strong>–</strong><strong>Lessen</strong> uit het Leven van Alledag, blz. 64.<br />

B Door wie kennen wij God de vader? Johannes 14:8-10; 10:30.<br />

C Door wie onderwijst Christus ons? Johannes 14:26; 16:13; 1 Korinthe<br />

2:12-13.<br />

D Waar openbaren de Vader en de Zoon Zich? Lukas 11:28; Johannes<br />

5:39. Waar nog meer toont God Zijn wegen? Psalm 77:14.<br />

“God heeft de <strong>Bijbel</strong> gegeven als een leerboek voor de hele mensheid,<br />

voor het kind, voor de jeugd, voor de volwassene, een Boek dat in alle tijden<br />

onderzocht moet worden. Hij gaf de mens Zijn Woord als een openbaring van<br />

Zichzelf. Elke nieuw ontdekte waarheid is een nieuwe openbaring van het<br />

karakter van de Schrijver. Het onderzoeken van de Schrift is het door God<br />

ingestelde middel om de mens nauwer in contact te brengen met zijn Schepper<br />

en om hem Zijn wil beter te leren kennen. Het is het communicatiemiddel tussen<br />

God en de mens.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 65.<br />

15 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 10 oktober<br />

2 EEN ONDERSCHEIDEN POSITIE<br />

A Welke positie bezet Christus in verbinding met de Vader? Psalm<br />

110:1; Hebreeën 1:3; 10:12.<br />

B Het is begrijpelijk, dat in <strong>Bijbel</strong>se taal de „rechterhand‟ niet wijst op<br />

een geografische positie, maar op een positie van gezag (Exodus 15:6).<br />

Met welke macht was Christus bekleed? 1 Petrus 3:22.<br />

C Hoe verleent Christus ook Zijn macht aan de gelovige, hulp<br />

verschaffend in het dagelijkse leven? Éfeze 1:17-22.<br />

“Christus heeft Zijn koninklijk kleed, Zijn Koninklijke kroon en Zijn hoge<br />

waardigheid afgelegd en is afgekomen, lager steeds lager tot het diepste peil van<br />

vernedering. De menselijke natuur aangenomen hebbende onderging Hij al de<br />

verzoekingen van het mensdom en versloeg ten onze behoeve de vijand op ieder<br />

punt.<br />

Dit alles deed Hij, opdat Hij de mensen macht zou kunnen geven,<br />

waardoor zij overwinnaars zouden kunnen worden. Hij zegt: „Mij is gegeven<br />

alle macht‟ (Matthéüs 28:18). En deze geeft Hij aan een ieder, die Hem volgen<br />

wil. Zij mogen aan de wereld de macht tonen, die er in de godsdienst van<br />

Christus is tot overwinning van het eigen ik.” <strong>–</strong>Testimonies 9, blz. 190.<br />

“Als wij geen kracht ontvingen door Christus, zouden wij geen kracht<br />

hebben. Maar Christus heeft alle macht. (Zie Matthéüs 28:18-20).<br />

Hier ligt onze kracht, onze hulp. Van onszelf hebben wij geen sterkte.<br />

Maar Hij zegt: „Ik ben altijd met u‟, helpend om uw taak te volbrengen, u te<br />

leiden, te helpen, te heiligen en te ondersteunen, u succes te geven in het<br />

spreken, zodat de aandacht van anderen getrokken zal worden tot Christus en in<br />

hun gedachten de wens opkomt om de hoop te begrijpen en het doel van de<br />

waarheid, zich afkerend van de duisternis naar het licht en van de macht der<br />

zonde naar God.” <strong>–</strong>This <strong>Day</strong> With God, blz. 329.<br />

D Welke autoriteit staat achter de Wet der Tien Geboden, geschreven<br />

op twee stenen tafelen? Exodus 34:1; Deuteronomium 10:4; 33:2.<br />

“De wet van God in het heiligdom in de hemel is het model en de<br />

geboden, die in de stenen tafelen zijn gegrift en door Mozes in de Pentateuch<br />

zijn opgetekend, zijn een authentiek afschrift.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 404.<br />

16 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 11 oktober<br />

3 IN HET HEMELSE HEILIGDOM<br />

A Waar in de hemel doet Christus als onze Hogepriester dienst?<br />

Hebreeën 8:1-2; 9:11, 24.<br />

“Toen Jezus na Zijn hemelvaart met Zijn eigen bloed in het hemelse<br />

heiligdom ging om de zegeningen van Zijn bemiddeling op de discipelen uit te<br />

storten, werden de Joden in volslagen duisternis gelaten en bleven zij hun<br />

nutteloze offers brengen. Er was een eind gekomen aan de schaduwdienst.” <strong>–</strong>De<br />

Grote Strijd, blz. 402.<br />

B Wat doet Christus voor ons in tegenwoordigheid van de Vader? 1<br />

Johannes 2:1-2; Matthéüs 10:32-33. Waarom zal dit ons bemoedigen?<br />

“De goddelijke Advocaat pleit dat allen, die de overwinning door het<br />

geloof in Zijn bloed hebben behaald, vergiffenis zouden krijgen voor hun<br />

overtredingen, weer een plaats in Eden zouden krijgen… Hij vraagt niet alleen<br />

volledige vergeving en volkomen rechtvaardigmaking voor Zijn volgelingen,<br />

maar ook een deel van Zijn heerlijkheid en een plaats op Zijn troon.” <strong>–</strong>De Grote<br />

Strijd, blz. 446, 447.<br />

“Jezus kent de omstandigheden van iedere ziel. U moogt zeggen: Ik ben<br />

zondig, heel zondig. Dat kan waar zijn; maar hoe slechter u bent, des te meer<br />

hebt u Jezus nodig. Hij zendt geen wenende, berouwvolle zondaar weg. Hij<br />

vertelt aan niemand al datgene, wat Hij zou kunnen openbaren, maar Hij zegt tot<br />

iedere bevende ziel moed te vatten. Hij zal Zijn genade vrijelijk schenken aan<br />

allen, die tot Hem komen om vergeving en herstel…<br />

Heden staat Hij voor het reukofferaltaar en biedt God de gebeden aan van<br />

degenen, die Zijn hulp verlangen.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 493.<br />

“Christus neemt plaats tussen de gevallen mens en God en zegt tot de<br />

mens: „U kunt toch tot de Vader komen; er is een plan bedacht, waardoor God<br />

verzoend kan worden met de mens en de mens met God; door een middelaar<br />

kunt u tot God naderen‟. En nu staat Hij daar om voor u te bemiddelen. Hij is de<br />

grote Hogepriester, die pleit ten gunste van u. U moet tot Hem gaan en uw zaak<br />

laten voorleggen aan de Vader door middel van Jezus Christus. Op deze wijze<br />

kunt u toegang hebben tot God en al zou u zondigen, uw zaak is niet hopeloos…<br />

Wees niet ontmoedigd, wees niet bedeesd. Hoewel u verleidingen kunt<br />

overkomen, hoewel u overvallen kan worden door een sluwe tegenstander, toch<br />

als u de vreze van God voor u hebt, zullen engelen, die uitblinken in kracht,<br />

gezonden worden om u te helpen en u kunt de baas zijn over de machten der<br />

duisternis. Jezus leeft. Hij stierf om een ontsnappingsweg te maken voor het<br />

gevallen geslacht en Hij leeft nu om te bemiddelen voor ons, zodat wij verhoogd<br />

kunnen worden aan Zijn eigen rechterhand.” -Testimonies 2, blz. 591-592.<br />

17 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 12 oktober<br />

4 ZEVEN GEMEENTEN, ZEVEN KANDELAREN, ZEVEN STERREN<br />

A Hoe beschreef de apostel Johannes het visioen, waarin hij Christus<br />

zag in het hemelse heiligdom? Openbaring 1:12-16, 20.<br />

“De namen van de zeven gemeenten zijn symbolisch voor de kerk in de<br />

verschillende perioden van het christelijke tijdperk. Het getal zeven duidt<br />

volmaaktheid aan en wil zeggen, dat de boodschappen reiken tot de tijd van het<br />

einde, terwijl de gebruikte symbolen de toestand van de kerk aangeven tijdens<br />

verschillende perioden in de wereldgeschiedenis.” -Van Jeruzalem tot Rome, blz.<br />

426.<br />

B Wat is de symbolische betekenis van de zeven kandelaren?<br />

Openbaring 1:20.<br />

“Christus wordt gezien, terwijl Hij wandelt te midden der gouden<br />

kandelaren. Op deze wijze wordt Zijn verhouding tot de gemeente<br />

gesymboliseerd. Hij is voortdurend in gemeenschap met Zijn volk. Hij kent hun<br />

ware toestand. Hij slaat hun gedrag, hun vroomheid, hun toewijding gade.<br />

Hoewel Hij Hogepriester en Middelaar is in het heiligdom hierboven, wordt Hij<br />

toch voorgesteld als wandelende te midden van Zijn gemeenten op aarde. Met<br />

onvermoeide waakzaamheid en aanhoudende oplettendheid ziet Hij toe, of het<br />

licht van Zijn wachters donkerder wordt of uitgaat. Als de kandelaren waren<br />

overgelaten aan de menselijke zorg, zou de flikkerende vlam kwijnen en<br />

uitdoven, maar Hij is de trouwe wachter in „s Heren huis, de ware Huismeester<br />

in de tempelhoven. Zijn blijvende zorg en ondersteunende genade zijn de bron<br />

van leven en licht.” <strong>–</strong>Van Jeruzalem tot Rome, blz. 426-427.<br />

C Wat symboliseren de zeven sterren? Openbaring 1:16 (e.d.), 20.<br />

“Christus wordt voorgesteld met de zeven sterren in Zijn rechterhand. Dit<br />

is voor ons de verzekering, dat een gemeente die trouw is aan haar opdracht,<br />

geen vrees hoeft te koesteren voor haar ondergang. Want geen enkele ster, die<br />

beschermd wordt door de Almachtige, kan uit de hand van Christus gerukt<br />

worden…<br />

(Zie Openbaring 2:1) Deze woorden werden gesproken tot de leiders der<br />

gemeente, zij die zware verantwoordelijkheden van God te dragen gekregen<br />

hebben… Hij verschaft hun licht. Hij leidt en bestuurt hun wegen. Ware dit niet<br />

het geval, dan zouden het vallende sterren worden. Zo is het ook met Zijn<br />

dienstknechten. Zij zijn slechts instrumenten in Zijn handen en al het goede, dat<br />

zij doen, wordt gedaan door Zijn macht. Door hen doet Hij Zijn licht schijnen.”<br />

<strong>–</strong>Van Jeruzalem tot Rome, blz. 427.<br />

18 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 13 oktober<br />

5 EEN „NIEUWE EN LEVENDE WEG‟ VOOR ONS GEOPEND<br />

A Wat vertegenwoordigt het symbolische zwaard (Openbaring 1:16,<br />

l.d.; 19:15, 21)? Éfeze 6:17; Hebreeën 4:12. Hoe kan dit ons helpen te<br />

wandelen op het pad van godvrezendheid?<br />

“God is niet zorgeloos aangaande uw strijd, uw problemen om de<br />

waarheid te handhaven en een dagelijkse persoonlijke ervaring te verkrijgen om<br />

op de weg der waarheid te wandelen. Als u ieder woord op prijs stelt, dat uit de<br />

mond van God uitgaat, zoals geopenbaard in Zijn Woord, hoger dan werelds<br />

beleid, zult u geleid worden op iedere goede en heilige weg.” <strong>–</strong>Loma Linda<br />

Messages, blz. 248.<br />

B Welke weg was voor ons geopend door de dood van Christus aan het<br />

kruis? Hebreeën 9:8; 10:19-20.<br />

“Type en antitype hebben elkaar ontmoet in de dood van Gods Zoon. Het<br />

grote offer is gebracht. De weg naar het heilige der heiligen is geopend. Er is<br />

een nieuwe, levende weg bereid voor allen. De zondige, treurende mensheid<br />

behoeft niet langer op de komst van de hogepriester te wachten. Voortaan zou de<br />

Heiland dienst doen als Priester en Middelaar in de hemel der hemelen. Het was<br />

alsof een levende stem tot de tempelgangers had gesproken: Er is nu een einde<br />

aan alle slachtoffers en offeranden voor de zonde.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz.<br />

663.<br />

C Wat wordt ons aangeraden om te doen, omdat de weg voor ons<br />

geopend is? Hebreeën 4:14-16.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 14 oktober<br />

1 Wat is ware opleiding? Hoe wordt dit verkregen? En welk gevolg<br />

heeft het?<br />

2 Hoe moeten wij de positie van Christus aan de rechterhand van God<br />

begrijpen?<br />

3 Waar is Christus nu en welk werk doet Hij?<br />

4 Wat is de symbolische betekenis van de zeven kandelaren, de zeven<br />

sterren en het tweesnijdend scherpe zwaard?<br />

5 Wat is de „nieuwe en levende weg‟, geopend door de dood van<br />

Christus?<br />

19 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 4 SABBAT, 22 oktober <strong>2011</strong> 18.32 uur<br />

VRIJMOEDIGHEID HEBBEN OM IN TE GAAN IN HET<br />

HEILIGDOM<br />

“Daar wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het<br />

heiligdom door het bloed van Jezus. Op een verse en levende weg, welke Hij<br />

ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees. En daar wij<br />

hebben een grote Priester over het huis Gods; zo laat ons toegaan met een<br />

waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs” (Hebreeën 10:19-22).<br />

“Hun geloof (van Gods volk) zal met Hem gaan in het heiligdom en de<br />

gelovigen op aarde zullen zorgvuldig op hun leven terugzien en hun karakter<br />

vergelijken met de grote maatstaf van gerechtigheid.” <strong>–</strong>Getuigenissen voor de<br />

Gemeente 5, blz. 469.<br />

Aanvullende studie: De Grote Strijd, blz. 384-387, 400-401.<br />

ZONDAG 16 oktober<br />

1 DE BERG SION<br />

A Wat karakteriseerde de berg Sion in de tijd van Jesaja de profeet?<br />

Jesaja 8:18; 18:7; 24:23.<br />

B Wat is de naam van de plaats van Gods troon in de hemel? Joël 3:17;<br />

Micha 4:7; Openbaring 14:1-3.<br />

C Wat was de grote zorg van koning David, toen hij zijn ogen ophief<br />

naar het heiligdom van God? Psalm 14:7; 15:1. Wat zal de onze zijn?<br />

“Wij moeten Gods Woord bestuderen, overdenken en bidden. Dan zullen<br />

wij geestelijk inzicht krijgen om de binnenste hoven van de hemelse tempel te<br />

onderscheiden. Wij zullen de muziek van de dankliederen door het hemelse koor<br />

rondom de troon opvangen. Als Sion zal opkomen en schijnen, zal haar licht het<br />

meest doordringend zijn en de lof- en dankliederen zullen gehoord worden in de<br />

vergadering der heiligen. Kleine teleurstellingen en moeilijkheden zullen<br />

opgelost zijn.” <strong>–</strong>Sons and Daughters of God, blz. 198.<br />

20 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 17 oktober<br />

2 DE TABERNAKEL DER GETUIGENIS<br />

A Welke naam was aan de aardse tabernakel gegeven? Numeri 1:50, 53;<br />

9:15; 10:11. Waarom? Wat was het belangrijkste voorwerp erin?<br />

Exodus 31:18; 32:15; 40:20.<br />

“De ark was slechts een bewaarplaats voor de tafelen der wet en ontleende<br />

zijn waarde en heiligheid aan de aanwezigheid van Gods geboden.” <strong>–</strong>De Grote<br />

Strijd, blz. 404.<br />

B Waarom wordt het hemelse heiligdom ook de tabernakel der<br />

getuigenis genoemd? Openbaring 15:5. Wat is het belangrijkste<br />

voorwerp in de ark? Openbaring 11:19.<br />

“Toen de tempel Gods in de hemel open ging, werd de ark van Zijn<br />

verbond zichtbaar. In het heilige der heiligen van het hemelse heiligdom wordt<br />

Gods wet, die door God Zelf op de Sinaï werd uitgesproken bij donderslagen en<br />

bliksemstralen en met Zijn eigen vinger in de stenen tafelen werd gegrift.” <strong>–</strong>De<br />

Grote Strijd, blz. 404.<br />

C Wat moeten wij vasthouden met het oog op de te voeren strijd over<br />

onze zielen en het tegenwoordige werk van onze Verlosser in het<br />

heilige der heiligen voor ons? Hebreeën 10:23; Psalm 119:109, 113.<br />

“Satan gebruikt nu ieder middel in deze tijd van verzegeling om de<br />

gedachten van Gods volk af te houden van de tegenwoordige, verzegelende<br />

waarheid en om hen aan het twijfelen te brengen. Ik zag een bedekking, die God<br />

over Zijn volk trok om hen te beschermen in de tijd van benauwdheid; en iedere<br />

ziel, die de waarheid aangenomen had en rein was van hart, moest met de<br />

bedekking van de Almachtige God bedekt zijn.<br />

Satan wist dit en hij werkte uit alle macht eraan om de gedachten van<br />

zoveel mogelijk mensen aan het wankelen te brengen en te laten twijfelen aan de<br />

waarheid.” <strong>–</strong>The Review and Herald, 1 augustus 1849.<br />

“In iedere ziel strijden twee machten ernstig voor de overwinning.<br />

Ongeloof spant zijn krachten in, geleid door Satan, om ons af te snijden van de<br />

Bron van onze sterkte. Geloof spant zijn krachten in, geleid door Christus, het<br />

begin en de voleinder van ons geloof. Ieder uur, met het hemelse universum in<br />

zicht, gaat de strijd voorwaarts.” <strong>–</strong>Sons and Daughters of God, blz. 328.<br />

21 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 18 oktober<br />

3 HET METEN VAN DE CHRISTELIJKE GESTALTE<br />

A Wat is de meetstok om hen te meten, die God in Zijn heiligdom<br />

aanbidden door geloof? Openbaring 11:1, 19.<br />

“Iedere zaak komt voor God; Hij meet de tempel en de aanbidders<br />

daarin.” -Testimonies 7, blz. 219.<br />

“Het grote oordeel vindt plaats en is reeds enige tijd aan de gang. Nu zegt<br />

de Here: Meet de tempel en hen, die daarin aanbidden. Denk er aan, wanneer u<br />

bezig bent met uw werk, dat God u meet; als u uw huishoudelijke plichten doet,<br />

als u in gesprek bent, dat God u meet. Bedenk, dat uw woorden en daden in de<br />

hemelse boeken worden vastgelegd, zoals het gelaat door de fotograaf op de<br />

gevoelige plaat wordt vastgelegd…<br />

Hier vindt een werk plaats, het meten van de tempel en van de aanbidders<br />

daarin, om te zien wie in de laatste dagen kan bestaan. Zij, die standvastig zijn,<br />

hebben overvloedig toegang in het koninkrijk van onze Heer en Heiland Jezus<br />

Christus.” <strong>–</strong><strong>Bijbel</strong>kommentaar, blz. 663.<br />

B Waarom moet het reukofferaltaar ook onderzocht worden? Worden<br />

onze gebeden getoetst, die gesymboliseerd worden door het reukwerk,<br />

dat op het altaar aangeboden wordt? Openbaring 5:8; 8:3 (vergelijk<br />

Jesaja 1:13, 15; Spreuken 28:9).<br />

“De godsdienstige diensten, de gebeden, het lofprijzen en de berouwvolle<br />

belijdenis van zonde stijgen op van de ware gelovigen als reukwerk naar het<br />

hemelse heiligdom, maar omdat zij door de verdorven kanalen van de mens<br />

gaan, zijn zij zo vuil, dat tenzij gereinigd door bloed, zij nooit van waarde<br />

kunnen zijn voor God. Zij stijgen niet op in smetteloze reinheid en tenzij de<br />

Middelaar, die aan de rechterhand van God is, alles naar voren brengt en reinigt<br />

door Zijn gerechtigheid, is het niet aanvaardbaar voor God. Alle reukwerk van<br />

de aardse tabernakels moet bevochtigd zijn door de reinigende druppels van het<br />

bloed van Christus. Hij houdt voor de Vader het wierookvat van Zijn<br />

verdiensten, waarin geen vlekje van aardse vervuiling is. Hij verzamelt in dit<br />

wierookvat de gebeden en de belijdenissen van Zijn volk, en daarbij doet Hij<br />

Zijn eigen smetteloze gerechtigheid. Dan, geparfumeerd met de verdiensten van<br />

Christus‟ verzoening, komt het reukwerk tot God volkomen en geheel<br />

aanvaardbaar. Dan worden genadige antwoorden gegeven.” <strong>–</strong>Selected Messages<br />

1, blz. 344.<br />

22 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 19 oktober<br />

4 GEESTELIJKE ISRAËLIETEN EN GEESTELIJKE HEIDENEN<br />

A Wat is de naam van de hoofdstad van het koninkrijk, waar de<br />

getrouwen hun staatsburgerschap hebben? Éfeze 2:19; Galaten 4:26.<br />

Op welke voorwaarden kunnen wij in dit koninkrijk aangenomen<br />

worden? Matthéüs 5:20; Johannes 3:35; 2 Korinthe 6:17-18.<br />

“Ons staatsburgerschap is in de hemel (Zie Filippensen 3:20).<br />

De voorwaarden om opgenomen te worden in het gezin van de Heer zijn<br />

uit te gaan van de wereld en zich af te scheiden van al zijn vervuilende<br />

invloeden. Het volk van God moet geen verbinding hebben met afgoderij in<br />

geen enkele vorm. Zij moeten een hogere standaard bereiken. Wij moeten ons<br />

onderscheiden van de wereld en dan zegt God: „Ik zal u aannemen als leden van<br />

Mijn Koninklijke familie, kinderen van de hemelse Koning‟. Als gelovigen in de<br />

waarheid moeten wij verschillen in handelen van zonde en zondaren. Ons<br />

staatsburgerschap is in de hemel.” <strong>–</strong>Fundamentals of Christian Education, blz.<br />

481.<br />

B Op welke manier hebben wij toegang tot het hemelse Jeruzalem en tot<br />

het heiligdom op de berg Sion? Hebreeën 10:19-20; 12:22-24; Éfeze<br />

3:10-12.<br />

“In het geloof mogen wij staan op de drempel van de eeuwige stad.” <strong>–</strong>Van<br />

Jeruzalem tot Rome, blz. 437.<br />

C Wat is de voorziening van God voor hen, die, omdat zij geen<br />

„kinderen van Abraham‟ zijn door geloof (Galaten 3:7), beperkt zijn<br />

tot de hoven, maar oprecht wensen de waarheid te leren? Openbaring<br />

11:2 (e.d.).<br />

“Onder alle volken, geslachten en talen ziet Hij mannen en vrouwen, die<br />

bidden om licht en kennis. Hun zielen zijn onvoldaan; lang hebben zij zich met<br />

as beziggehouden. (Zie Jesaja 44:20). De vijand van alle gerechtigheid heeft hen<br />

op een dwaalspoor geleid en ze tasten als blinden. Maar in hun hart zijn zij<br />

eerlijk en verlangen naar een betere weg.” <strong>–</strong>Profeten en Koningen, blz. 231.<br />

23 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 20 oktober<br />

5 DE VERLOSTEN ZULLEN ER PERSOONLIJK ZIJN<br />

A Hoe noemt de <strong>Bijbel</strong> hen, die de heiligdomsleer kennen en door geloof<br />

God in Zijn tempel aanbidden? Openbaring 7:4; Romeinen 2:28-29.<br />

B Beschrijf de volledige overwinning, die wij moeten behalen om<br />

verzegeld te worden. Openbaring 15:2-3.<br />

“Christus volgen betekent niet vrij te zijn van strijd. Het is geen<br />

kinderspel. Het is geen geestelijke luiheid. Alle vreugde in het dienen van<br />

Christus betekent een heilige verplichting in het tegemoet treden van vaak harde<br />

strijd. Christus volgen betekent harde strijd, actief werken, oorlog met de<br />

wereld, het vlees en de duivel. Onze vreugde is de overwinningen behalen voor<br />

Christus in ernstig, hard strijden. Denk hierover na.” <strong>–</strong>The Upward Look, blz.<br />

217.<br />

C Waar zag Johannes van de Openbaring de overwinnaars en hoeveel<br />

waren er? Openbaring 14:1-3. Welke voorrechten zullen zij genieten?<br />

Openbaring 7:15-17; Johannes 14:1-3.<br />

“Elk verstandelijk schepsel in de hemel stelt belang in de vergaderingen<br />

van de heiligen, die op aarde bijeenkomen om God te aanbidden. In de binnenste<br />

hof des hemels luisteren zij naar het getuigenis van de getuigen van Christus in<br />

de voorhof op aarde, en de lof en dankzegging van de aanbidders hier op aarde<br />

smelten samen met de hemelse lofzang, en blijde lofprijzingen weerklinken door<br />

de hemelse hoven, omdat Christus niet tevergeefs gestorven is voor de gevallen<br />

zonen van Adam. Terwijl engelen zich laven bij de oorsprong van de bron,<br />

drinken de heiligen op aarde uit de zuivere rivieren, die stromen uit de troon, de<br />

rivieren die de stad van onze God verblijden.” <strong>–</strong>Uit de Schatkamer der<br />

Getuigenissen 3, blz. 30.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 21 oktober<br />

1 Welke naam wordt gedeeld door de aardse en de hemelse tempel?<br />

2 Welke naam was voor de aardse tabernakel? Waarom? Waarom<br />

wordt het hemelse heiligdom „de tabernakel der getuigenis‟ genoemd?<br />

3 Waarom moet de hemelse tempel en zijn aanbidders gemeten<br />

worden?<br />

4 Hoe kunnen wij burgers van het hemelse koninkrijk worden?<br />

5 Verklaar de overwinningen en het zegel, dat verkregen moet worden<br />

om daar toegelaten te worden?<br />

24 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 5 SABBAT, 29 oktober <strong>2011</strong> 18.18 uur<br />

HET HEILIGDOM VAN HET NIEUWE VERBOND EN ZIJN<br />

HOF<br />

“De Heere is in het paleis Zijner heiligheid, de troon des Heeren is in de<br />

hemel; Zijn ogen aanschouwen, Zijn oogleden proeven de mensenkinderen”<br />

(Psalm 11:4).<br />

“Het heiligdom in de hemel, waarin Jezus dienst doet voor ons, is het grote<br />

originele, waarvan het heiligdom door Mozes gebouwd een kopie was.” <strong>–</strong>The<br />

Story of Redemption, blz. 377.<br />

Aanvullende studie: De Grote Strijd, blz. 388-390.<br />

ZONDAG 23 oktober<br />

1 HET HEMELSE HEILIGDOM<br />

A Het heiligdom in de hemel, genoemd door Paulus (Hebreeën 8, 9, 10)<br />

en Johannes (Openbaring), werd besproken door de profeten. Welke<br />

namen gaven zij het?<br />

*David in Psalm 11:4<br />

*Jesaja 6:1<br />

*Jeremia 25:30<br />

*Hábakuk 2:20<br />

*Zacharía 2:13<br />

B Wat moest Aäron doen, toen hij tot hogepriester gezalfd was?<br />

Leviticus 8:12; 9:2,7; Hebreeën 5:1-3. Wat moest Christus offeren,<br />

voordat Hij Zijn dienstwerk begon als Hogepriester in het hemelse<br />

heiligdom? Hebreeën 7:26-28; 8:3.<br />

“Zoals in de schaduwdienst de hogepriester zijn hogepriesterlijk kleed<br />

aflegde en zijn dienst verrichtte in het wit linnen kleed van de gewone priester,<br />

zo legde Christus Zijn koninklijk kleed af en bekleedde Zich met menselijkheid,<br />

toen Hij Zijn offer bracht. Hijzelf was zowel priester als slachtoffer.” <strong>–</strong>Van<br />

Jeruzalem tot Rome, blz. 24.<br />

25 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 24 oktober<br />

2 DE HOF<br />

A Welke vergelijking maakt Paulus tussen de offers onder het oude<br />

verbond en het Grote Offer onder het nieuwe verbond? Hebreeën<br />

13:11-12.<br />

“Onze grote Hogepriester voltooide het offer van Zichzelf, toen Hij buiten<br />

de poort leed. Toen werd een volmaakte verzoening tot stand gebracht voor de<br />

zonden van het volk.” <strong>–</strong><strong>Bijbel</strong>kommentaar, blz. 564.<br />

“Christus leed buiten de poorten van Jeruzalem, want Golgotha lag buiten<br />

de stadsmuur. Dit was om te laten zien, dat Hij niet alleen stierf voor de<br />

Hebreeërs maar voor alle mensen.” <strong>–</strong><strong>Bijbel</strong>kommentaar, blz. 601.<br />

B Waar stond het volk onder het oude verbond tijdens het reukoffer<br />

(Exodus 30:7-8)? Lukas 1:10. Hoe belangrijk is het reukwerk voor<br />

ons nu?<br />

“Als er ooit een tijd geweest is, dat ieder huis een huis van gebed moet<br />

zijn, dan is dit nu; en toch in deze tijd van groot gevaar hebben enigen, die<br />

zeggen christen te zijn, geen familiealtaar. Ik weet niets, wat mij groter verdriet<br />

doet dan een gezin zonder gebed. De kinderen tonen het gevolg van deze<br />

nalatigheid, want de vreze van God is niet voor hen. Ouders moeten een<br />

omheining maken rond hun kinderen door gebed; zij moeten bidden in vol<br />

geloof, dat God met hen zal blijven en dat heilige engelen hen en hun kinderen<br />

zullen beschermen voor de gruwelijke macht van Satan.<br />

Er zijn gezinnen, waar deze regels uitgedragen worden, gezinnen waar<br />

God aanbeden wordt en getrouwe liefde regeert. Van deze gezinnen stijgen ‟s<br />

morgens en ‟s avonds gebeden op tot God als een zoete wierookgeur en Zijn<br />

genade en zegeningen dalen op de smekelingen als de avonddauw.<br />

God heeft beloofd wijsheid te geven aan hen, die dit in geloof vragen, en<br />

Hij zal precies doen, wat Hij gezegd heeft te zullen doen… En als christelijke<br />

ouders Hem ernstig zoeken, zal Hij hun monden vullen met argumenten en voor<br />

de zaak van Zijn naam zal Hij machtige werken voor hen doen in de bekering<br />

van hun kinderen.” <strong>–</strong>The Home Missionary, 1 juni 1889,<br />

C Wat is ons werk onder het nieuwe verbond in de „buitenste hof‟,<br />

terwijl wij wachten op de gezegende belofte? Matthéüs 24:44; Lukas<br />

12:35-38; 21:36.<br />

26 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 25 oktober<br />

3 HET ALTAAR<br />

A Welke „levende offerande‟ zijn wij verplicht op het „altaar‟ te offeren,<br />

terwijl wij in de „buitenste hof‟ zijn? Hebreeën 13:10, 15-16;<br />

Romeinen 12:1-2.<br />

“In de tijd van het oude Israël werd ieder offer grondig onderzocht. Als er<br />

ook maar enig gebrek was aan het offerdier, werd het geweigerd, want God had<br />

gezegd, dat het offer „gaaf‟ (Exodus 12:5) moest zijn. God verlangt ook van de<br />

christen, dat zijn lichaam „een levend, heilig en Gode welgevallig offer‟<br />

(Romeinen 12:1) is. Om aan deze eis te voldoen moeten alle vermogens in een<br />

zo goed mogelijke staat bewaard blijven. Iedere gewoonte, die de lichamelijke<br />

of geestelijke vermogens verzwakt, maakt de mens ongeschikt om zijn Schepper<br />

te dienen.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 438.<br />

B Hoe vergeleek Christus het „kruis‟ met het „altaar‟ in het leven van<br />

Zijn navolgers? Matthéüs 16:24-26; Johannes 16:33; Handelingen<br />

14:22.<br />

“Christus heeft ons geen zekerheid gegeven, dat het verkrijgen van een<br />

volmaakt karakter een gemakkelijk zaak is. Het is een strijd, een gevecht en een<br />

ontwikkeling, iedere dag weer. Door veel beproevingen gaan wij het koninkrijk<br />

des hemel binnen. Om met Christus in Zijn heerlijkheid te delen moeten wij in<br />

Zijn lijden delen… Hij heeft voor ons overwonnen. Zullen wij dan bang en laf<br />

zijn vanwege de beproevingen, die wij tegenkomen als wij voorwaarts gaan?” <strong>–</strong><br />

Sons and Daughters of God, blz. 198.<br />

C Wat offerden onze voorvaders in het geloof (miljoenen van hen) op<br />

het „altaar‟ tijdens de Inquisitie? Openbaring 6:9-11. Op welke wijze<br />

roept hun bloed om gerechtigheid? Zie voorbeelden: Genesis 4:10;<br />

Hábakuk 2:11.<br />

“In hun geheime beraadslagingen beheersten Satan en zijn engelen de<br />

geesten van de mensen, terwijl ongemerkt een engel van God in hun midden was<br />

en het vreselijke verslag van hun schandelijke besluiten opmaakte en de<br />

geschiedenis optekende van daden, die te verschrikkelijk zijn om door de ogen<br />

van mensen te worden gezien. „Het grote Babylon‟ was „dronken van het bloed<br />

der heiligen‟ (Openbaring 17:5-6). De verminkte lichamen van miljoenen<br />

martelaren riepen tot God om wraak op deze afvallige macht.” <strong>–</strong>De Grote Strijd,<br />

blz. 56.<br />

27 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 26 oktober<br />

4 DE ZEGEN<br />

A Wat deed Aäron aan het einde van de ceremonie van zijn inwijding<br />

als hogepriester? Leviticus 9:23-24.<br />

B Wat deed Christus, toen Hij Zich op de troon zette? Hoe zegende Hij<br />

Zijn volk? Handelingen 1:8-9; 2:1-4, 16-17.<br />

“Toen Christus de hemelse poorten binnen ging, werd Hij te midden van<br />

de Hem aanbiddende engelen op de troon verheven. Zodra deze plechtigheid had<br />

plaatsgehad, daalde de Heilige Geest in rijke stromen op de discipelen neer en<br />

Christus was in werkelijkheid verheerlijkt met de heerlijkheid, die Hij vanaf alle<br />

eeuwigheid bij de Vader had. De uitstorting op Pinksteren was de hemelse<br />

boodschap, dat de inhuldiging van de Verlosser was voleindigd.<br />

Overeenkomstig Zijn belofte had Christus vanuit de hemel de Heilige Geest op<br />

Zijn volgelingen doen neerdalen ten teken, dat Hij als Priester en Koning alle<br />

gezag in de hemel en op de aarde had ontvangen en de Gezalfde over Zijn volk<br />

was.” <strong>–</strong>Van Jeruzalem tot Rome, blz. 27.<br />

C Welke belofte vervulde Jezus door het zenden van de Trooster, de<br />

Heilige Geest? Johannes 14:16-18; 16:7. Beschrijf, hoe deze zegen tot<br />

ons komt. Handelingen 5:32.<br />

“Wie is de Heilige Geest? Hij is de vertegenwoordiger van Christus, Hij is<br />

onze Advocaat, die ons terzijde staat en onze smeekbeden voor de Vader brengt,<br />

doortrokken van de geur van Zijn verdiensten. Daar neemt Hij de smeekbede<br />

van de nederigste heilige aan. Hij vraagt u niet, hoeveel geld u hebt, of hoe<br />

omvangrijk uw bezittingen zijn. Maar de aller-nederigste heilige, die zijn<br />

smeekbede tot God brengt, van (hem) wordt het dankoffer doortrokken met de<br />

geur van de rijkdom van Zijn genade. En de Vader neemt het aan als uw offer en<br />

de zegen komt over u, genade op genade.” <strong>–</strong>Christus Weerspiegelen, blz. 284.<br />

“(De Trooster) is aan onze kant, waar wij ook mogen zijn, een bewaker en<br />

een getuige van alles, wat gezegd en gedaan is, gereed staande om ons te<br />

beschermen voor de aanvallen van de vijand, als wij ons maar plaatsen onder<br />

Zijn bescherming. Maar wij moeten ons deel doen en dan zal God Zijn deel<br />

doen. Als wij in verzoeking en kwelling gebracht zijn voor Zijn zaak, zal de<br />

Trooster aan onze zijde staan en in onze herinnering brengen de woorden en<br />

onderwijzingen van Christus.” <strong>–</strong>The Youth’s Instructor, 20 augustus 1896.<br />

28 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 27 oktober<br />

5 DE NODIGE VOORBEREIDING<br />

A Welke voorbereiding was vereist van de discipelen voor het<br />

ontvangen van de beloofde zegen? Handelingen 1:13-14.<br />

“De discipelen baden met grote ernst om in staat te worden gesteld de<br />

mensen te bereiken en in hun dagelijkse omgang die woorden te spreken,<br />

waardoor zondaren tot Christus zouden worden geleid. Alle geschillen, elk<br />

verlangen naar voorrang uit hun gemoed drijvend sloten zij zich als broeders in<br />

Christus dicht aaneen. Zij kwamen steeds nader tot God …<br />

Deze dagen van voorbereiding waren dagen van diepgaand zelfonderzoek.<br />

De discipelen voelden hun geestelijke nood en riepen tot de Here om de heilige<br />

zalving, die hen voor het werk van zielenredding moest bekwamen. Zij vroegen<br />

niet alleen voor zichzelf om een zegen. Aan hen was de last opgelegd om zielen<br />

te redden. Zij waren zich ervan bewust, dat het evangelie aan de gehele wereld<br />

moest worden gebracht en zij maakten aanspraak op de kracht, die Christus had<br />

beloofd.” -Van Jeruzalem tot Rome, blz. 26.<br />

B Hoe zal de geschiedenis zich herhalen met betrekking tot de komst<br />

van de Heilige Geest in Zijn volheid? Zacharía 10:1; Handelingen<br />

3:19.<br />

“Laten christenen alle tweedracht wegdoen en zich aan God geven om te<br />

redden, die verloren zijn. Laten zij in geloof om de beloofde zegen vragen en die<br />

zal dan ook komen.” <strong>–</strong>Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 216.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 28 oktober<br />

1 Met welke namen noemden de profeten het hemelse heiligdom?<br />

2 In het oude Israël bad het volk van Jeruzalem buiten, in de buitenste<br />

hof, ten tijde van het wierookoffer. Wat moeten wij doen op deze tijd?<br />

3 Wat deed Aäron bij de ceremonie van zijn inwijding? Wat deed<br />

Christus, toen Hij naar de hemel voer?<br />

4 Wat moesten de discipelen doen voor het ontvangen van de beloofde<br />

zegen?<br />

5 Wanneer en op welke voorwaarde zal de beloofde zegen weer<br />

uitgestort worden?<br />

29 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


SABBAT, 5 november <strong>2011</strong><br />

EERSTE SABBATGAVEN voor<br />

literatuur voor landen<br />

die dit nodig hebben<br />

Als wij de geschiedenis van de christelijke<br />

kerk bekijken, vooral tijdens de Hervorming<br />

van de zestiende eeuw, zien wij, hoe krachtig de literatuur was in Gods hand om<br />

de waarheid te bevorderen. Maarten Luther, Johannes Calvijn, Jacques Lefèvre<br />

en andere grote hervormers beseften, dat zonder het gedrukte materiaal het werk<br />

beperkt zou zijn tot een kleine groep mensen. Door de voorziening van God was<br />

de uitvinding van de drukpers een grote zegen voor het verspreiden van het<br />

evangelie in vele landen.<br />

“Deze hervormers, die vanwege hun protest de naam werd gegeven van<br />

Protestanten, voelden dat God hen geroepen had om het licht van het evangelie<br />

aan de wereld te brengen, en door dit te doen waren zij bereid om hun<br />

bezittingen, hun vrijheid en hun eigen leven op te offeren. Zijn wij in dit laatste<br />

gedeelte van de grote strijd net zo trouw aan het ons toevertrouwde als de eerste<br />

hervormers waren aan dat van hen? Ondanks vervolging en dood werd de<br />

waarheid verspreid veraf en dichtbij.” <strong>–</strong>The Home Missionary, 1 november<br />

1893.<br />

Als wij nadenken over het begin van de Adventbeweging en over de<br />

Reformatiebeweging, zien wij, dat de publicaties, die de Tegenwoordige<br />

Waarheid bevatten, belangrijke middelen waren om veel mensen te bereiken in<br />

verschillende landen. De <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> lessen, boeken van de Geest der Profetie,<br />

<strong>Bijbel</strong>s en tijdschriften zijn nog steeds wonderbare middelen om mensen te<br />

bereiken en te trekken tot het eeuwige evangelie.<br />

Een groot aantal mensen in veel landen is niet in staat voor deze<br />

publicaties te betalen. Behalve het gedrukte materiaal zelf zijn de verzendkosten<br />

van deze stille boodschappers erg hoog; daarom hebben wij de financiële<br />

ondersteuning nodig van onze geloofsgenoten in de wereld.<br />

Hoewel u niet naar verschillende landen kunt gaan om het eeuwige<br />

evangelie te verkondigen, zullen uw vrijwillige en royale gaven het mogelijk<br />

maken, dat duizenden mensen bereikt worden door de Tegenwoordige<br />

Waarheid.<br />

Als de speciale gaven de komende <strong>Sabbat</strong> zullen worden ingezameld,<br />

gebruikt u dan alstublieft het geld, dat God u gegeven heeft, om het mogelijk te<br />

maken dat duizenden mensen over heel de wereld de waarheid voor deze tijd<br />

leren kennen. Moge God u rijkelijk zegenen als u bijdraagt om het licht van het<br />

Evangelie te bevorderen.<br />

De Publiciteitafdeling van de Generale Conferentie<br />

30 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 6 SABBAT, 5 november <strong>2011</strong> 17.05 uur<br />

IEDEREEN IS REKENSCHAP VERSCHULDIGD<br />

“Zo dan een ieder van ons zal voor zichzelf aan God rekenschap geven”<br />

(Romeinen 14:12).<br />

“Het werk van iedereen komt voor God en wordt geregistreerd als getrouw of<br />

ontrouw.” <strong>–</strong>Lift Him Up, blz. 327.<br />

Aanvullende studie: De Grote Strijd, blz. 446-448.<br />

ZONDAG 30 oktober<br />

1 SLECHTS TWEE KLASSEN VAN MENSEN<br />

A Omschrijf in het licht van het verlossingsplan de twee klassen van<br />

mensen, die in de wereld bestaan. Romeinen 2:6-10; 1 Petrus 4:18.<br />

“Spoedig rangschikken de mensen zich onder de banier, die zij hebben<br />

gekozen… Er zijn degenen, die waken, wachten en werken voor de verschijning<br />

van onze Heer; terwijl de andere groep spoedig valt onder de algehele leiding<br />

van de eerste grote afvallige…<br />

Er zijn slechts twee groepen.” <strong>–</strong>Testimonies for Ministers, blz. 364-365.<br />

B Waar tekent de Almachtige alles van ieder mens precies op, omdat<br />

God allen ziet (Hebreeën 4:13) en iedereen rekenschap moet afleggen<br />

van zijn of haar daden voor het goddelijke gerecht (Psalm 62:13;<br />

Romeinen 14:12)? Jeremia 2:22; 17:1.<br />

“Naast elke naam wordt elk verkeerd woord, elke zelfzuchtige daad, elk<br />

plichtsverzuim, elke verborgen zonde en alle huichelarij met buitengewone<br />

nauwkeurigheid in de boeken des hemels opgeschreven. De engel, die de boeken<br />

bijhoudt, noteert alle waarschuwingen en berispingen van de hemel, die niet ter<br />

harte zijn genomen en ook de verspilde tijd, de kansen, die men heeft laten<br />

voorbijgaan, de positieve of negatieve invloed, die men heeft uitgeoefend en alle<br />

vérstrekkende gevolgen daarvan.<br />

Gods wet is de maatstaf, waaraan het karakter en het leven van de mensen<br />

in het oordeel zullen worden getoetst.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 445.<br />

31 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 31 oktober<br />

2 NAUWKEURIGE VERSLAGEN<br />

A Wat is er geschreven over het boek des levens en het boek des doods?<br />

Psalm 90:8; Openbaring 20:12.<br />

“De boeken worden dan geopend, het boek des levens en het boek des<br />

doods. Het boek des levens bevat de goede daden van de heiligen en het boek<br />

des doods bevat de boze daden van de goddelozen. Deze boeken worden<br />

vergeleken met het wetboek, de <strong>Bijbel</strong>, en volgens dat worden de mensen<br />

geoordeeld.” <strong>–</strong>Eerste Geschriften, blz. 52.<br />

B Wat bevat het gedenkboek en waarom is het belangrijk voor ons?<br />

Maleáchi 3:16; Psalm 56:9.<br />

“Er is een „gedenkboek‟ voor God geschreven, waarin de goede werken<br />

staan opgetekend van hen, „die de Here vrezen en Zijn naam in ere houden‟<br />

(Maleáchi 3:16). Hun woorden van geloof en hun daden van liefde staan in de<br />

hemel opgetekend. Ook Nehemía verwijst daarnaar, wanneer hij zegt: „Gedenk<br />

mij, mijn God, hierom en wis de weldaden niet uit, die ik aan het huis van mijn<br />

God en aan Zijn instellingen bewezen heb‟ (Nehemía 13:14). In Gods<br />

gedenkboek staat elke goede daad voor eeuwig opgetekend. Elke verleiding die<br />

is weerstaan, elk kwaad dat is overwonnen, elk woord van medeleven dat is<br />

uitgesproken, wordt er getrouw in opgenomen. Elk offer, alle moeite en verdriet,<br />

die men ter wille van Christus heeft doorstaan, is opgeschreven.” <strong>–</strong>De Grote<br />

Strijd, blz. 444.<br />

“Er wordt een gedenkboek geschreven voor degenen, die de onderlinge<br />

bijeenkomsten niet nalaten, maar van wie een ieder tot zijn naaste spreekt. Het<br />

overblijfsel moet overwinnen door het bloed van het Lam en het woord van hun<br />

getuigenis. Sommigen denken alleen door het bloed van het Lam te overwinnen<br />

zonder zelf enige bijzondere poging te doen. Ik zag, dat God ons genade<br />

bewezen heeft door ons in staat te stellen te spreken. Hij heeft ons een tong<br />

gegeven en wij zijn Hem rekenschap verschuldigd voor het gebruik, dat wij van<br />

hem maken. Wij moeten God verheerlijken met onze mond door te spreken tot<br />

verheerlijking van de waarheid en van Zijn onbegrensde goedertierenheid, en<br />

overwinnen door middel van het woord van onze getuigenis door het bloed van<br />

het Lam.<br />

Wij moeten niet samenkomen om te zwijgen; de Heer gedenkt alleen aan<br />

degenen, die samenkomen om te spreken van Zijn eer en heerlijkheid en<br />

melding te maken van Zijn macht; op dezulken zal de zegen van God rusten en<br />

zij zullen verkwikt worden.” <strong>–</strong>Eerste Geschriften, blz. 131-132.<br />

32 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 1 november<br />

3 WAARSCHUWING VOOR EEN VALSE LEER<br />

A Hoe kunt u bewijzen, dat de leerstelling “Eens gered, altijd gered” in<br />

strijd is met de <strong>Bijbel</strong>? 2 Petrus 1:10-11; Matthéüs 24:13. Nadat<br />

Christus iemand gered heeft van de leiding van boze geesten, wat kan<br />

er dan gebeuren? Lukas 11:24-26.<br />

“Eigengerechtigheid is een vloek, een versiering die Satan gebruikt tot<br />

zijn eer. Zij, die de ziel sieren met eigen lof en vleierij, maken de weg gereed<br />

voor zeven andere geesten, bozer dan de eerste. Zelfs bij het ontvangen van de<br />

waarheid bedriegen deze mensen zichzelf. Zij bouwen op een fundament van<br />

eigengerechtigheid.” <strong>–</strong><strong>Bijbel</strong>kommentaar, blz. 328.<br />

B Welk gevaar hield Paulus in gedachte, nadat hij gered was van de<br />

leiding van Satan (2 Timótheüs 1:9)? 1 Korinthe 9:26-27. Hoe<br />

waarschuwde hij de Hebreeuwse christenen voor de “eens gered,<br />

altijd gered” theorie? Hebreeën 6:4-6.<br />

C Welke hoop, gebaseerd op de belofte van Christus, moet<br />

vastgehouden worden door hen, die Christus aannemen als hun<br />

persoonlijke Verlosser? Romeinen 8:24-25; Titus 3:7. Welke<br />

waarschuwing moeten wij trekken uit de val van Petrus?<br />

“De val van Petrus kwam niet ineens maar geleidelijk. Zelfvertrouwen<br />

bracht hem ertoe te menen, dat hij gered was en stap voor stap ging hij verder op<br />

deze weg, tot hij ten slotte zijn Meester verloochende. Wij kunnen nooit zonder<br />

gevaar op onszelf vertrouwen of menen, dat wij aan deze zijde van het graf<br />

veilig zijn voor verzoeking. Wie de Heiland aannemen, moeten, hoe oprecht hun<br />

bekering ook is, nooit leren zeggen of voelen, dat zij gered zijn. Dit is<br />

misleidend. Iedereen moet leren hoop en geloof te koesteren; maar zelfs<br />

wanneer wij ons aan Christus overgeven en weten, dat Hij ons heeft<br />

aangenomen, zijn wij niet buiten het bereik van de verzoeking.” <strong>–</strong><strong>Lessen</strong> uit het<br />

Leven van Alledag, blz. 90-91.<br />

“Wij moeten nooit rusten in een tevreden toestand, stoppen met het maken<br />

van vooruitgang en zeggen; “Ik ben gered”. Als dit idee gekoesterd wordt,<br />

stoppen de redenen om waakzaam te zijn, om te bidden, om ernstig moeite te<br />

doen om tot een hoger bereik te komen. Geen geheiligde tong zal gevonden<br />

worden, die deze woorden uit, totdat Christus zal komen en wij door de poorten<br />

de stad van God binnengaan.” <strong>–</strong>Selected Messages 1, blz. 314.<br />

33 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 2 november<br />

4 HET GEVAAR VAN LAKSHEID EN EEN<br />

ONGEÏNTERESSEERDE GEEST<br />

A Welke van deze twee vormen van zonde, gelet op het oordeel, is meer<br />

aanstootgevend voor God? 2 Petrus 2:20-22; Hebreeën 10:26-31.<br />

“Het grootste gevaar voor de mens is, dat hij zichzelf misleidt, toegeeft<br />

aan zelfgenoegzaamheid, en zich afscheidt van God, zijn krachtbron. Onze<br />

natuurlijke neigingen dragen, tenzij ze gecorrigeerd worden door Gods Heilige<br />

Geest, het zaad van een morele dood in zich. Alleen als wij levendig verbonden<br />

worden met God, kunnen wij de ongeheiligde gevolgen van eigenliefde,<br />

zelfvoldaanheid en verleiding tot zonde weerstaan…<br />

Slechts wanneer wij inzien, dat wij volkomen hulpeloos zijn en alle<br />

zelfvertrouwen afzweren, kunnen wij ons vastklampen aan de kracht van God.”<br />

-Testimonies 8, blz. 315-316.<br />

B Welke waarschuwingen moeten wij ernstig in overweging nemen<br />

iedere dag? 1 Korinthe 10:12; 2 Korinthe 13:5-6.<br />

“Zolang het leven duurt, is de noodzaak aanwezig om de genegenheden<br />

en hartstochten onder bedwang te houden. Er is innerlijk verderf, er zijn<br />

uiterlijke verleidingen en waar Gods werk voorwaarts gaat, maakt Satan plannen<br />

om de omstandigheden zo te leiden, dat de verzoeking met overweldigende<br />

kracht tot de mens komt. Wij zijn geen moment veilig, tenzij wij op God<br />

vertrouwen en ons leven met Christus verborgen is in God.” <strong>–</strong><br />

<strong>Bijbel</strong>kommentaar, blz. 134.<br />

C Hoe kunnen wij een lakse houding in het dienen vermijden? 1<br />

Korinthe 14:40. Welke moderne aanbiddingstijl vergezelt vaak valse<br />

leerstellingen? 2 Timótheüs 4:3-4.<br />

“Er zal geschreeuw zijn met drums, muziek en dans. De zintuigen van<br />

redelijk denkende mensen zullen zo misleid worden, dat men daar niet op kan<br />

vertrouwen om juiste beslissingen te nemen. En dit wordt dan de invloed van de<br />

Heilige Geest genoemd.<br />

De Heilige Geest openbaart zich nooit op zo‟n wijze, in zo‟n krankzinnig<br />

lawaai. Dit is een uitvinding van de satan om zijn ingenieuze methoden te<br />

bedekken om op deze wijze de reine, oprechte, verheffende, veredelende en<br />

heiligende waarheid voor deze tijd van zijn kracht te ontdoen…<br />

De Heer wil, dat er in Zijn dienst orde en discipline bestaat, geen<br />

opwinding en verwarring.” <strong>–</strong>Maranatha, blz. 234.<br />

34 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 3 november<br />

5 ONZE GROOTSTE ZORG<br />

A Waarom zullen vele namen verwijderd worden uit het boek des<br />

levens in het onderzoekend oordeel? Exodus 32:33; Ezechiël 18:20,<br />

24.<br />

“Het boek des levens bevat de namen van allen, die de dienst van God<br />

hebben gekozen. Als mensen van Hem afwijken en door koppig volharden in de<br />

zonde ten slotte ongevoelig zijn voor de invloeden van de Heilige Geest, zullen<br />

in het oordeel hun namen uit het boek des levens worden weggedaan en zullen<br />

zij aan de ondergang worden prijsgegeven.” <strong>–</strong>Patriarchen en Profeten, blz. 289.<br />

B Welke zekerheid moeten wij hebben aangaande onze namen, als wij<br />

een plaats willen hebben in het koninkrijk der heerlijkheid?<br />

Openbaring 3:5; 21:27.<br />

“De namen van allen, die zich eens aan God hebben overgegeven, staan in<br />

het boek des levens en hun karakters gaan nu in overzicht aan Hem voorbij.<br />

Gods engelen wegen de zedelijke waarde af. Zij slaan de ontwikkeling gade van<br />

het karakter van degenen, die nu leven, om te zien, of hun namen kunnen blijven<br />

staan in het boek des levens. Aan ons is een proeftijd verleend om de gewaden<br />

van ons karakter te wassen en ze wit te maken in het bloed van het Lam. Wie<br />

doet dit werk? Wie maakt zich los van zonde en zelfzucht?” <strong>–</strong><strong>Bijbel</strong>kommentaar,<br />

blz. 644.<br />

“Als wij nu niet graag over hemelse dingen nadenken; als wij niet<br />

geïnteresseerd zijn in het verkrijgen van kennis van God en geen blijdschap<br />

vinden in het zien op het karakter van Christus; als heiligheid voor ons niet<br />

aantrekkelijk is, dan kunnen wij er zeker van zijn, dat onze hoop op de hemel<br />

ijdel is. Volmaakte overeenstemming met de wil van God is het verheven doel,<br />

dat de christen altijd voor ogen moet hebben.” <strong>–</strong>Getuigenissen voor de<br />

Gemeente 5, blz. 605.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 4 november<br />

1 Bepaal de twee klassen van mensen in het licht van het<br />

verlossingsplan.<br />

2 Wat weet u over het boek des levens en het boek des doods?<br />

3 Welke Schriftgedeelten weerleggen de “eens gered, altijd gered”<br />

leerstelling?<br />

4 Verklaar Hebreeën 10:26-31.<br />

5 Verklaar Openbaring 3:5.<br />

35 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 7 SABBAT, 12 november <strong>2011</strong> 16.54 uur<br />

GOD HEEFT EEN DAG GESTELD<br />

“Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, waarop Hij de aardbodem<br />

rechtvaardig zal oordelen” (Handelingen 17:31).<br />

“Hoewel alle volkeren in het oordeel God moeten passeren, zal Hij toch de<br />

zaak van een ieder persoonlijk onderzoeken met zo een nauwkeurig onderzoek,<br />

alsof er geen anderen waren op de aarde.” <strong>–</strong>Lift Him Up, blz. 330.<br />

Aanvullende studie: De Grote Strijd, blz. 448-451.<br />

ZONDAG 6 november<br />

1 DOOD EN OORDEEL, TWEE ONONTKOOMBARE<br />

GEBEURTENISSEN<br />

A Wat onderwijst de <strong>Bijbel</strong> over de grote dag des oordeels? Prediker<br />

12:14; Hebreeën 9:27.<br />

“Als wij kinderen van God worden, staan onze namen geschreven in het<br />

boek des levens van het Lam, en zij blijven daar tot de tijd van het onderzoekend<br />

oordeel. Dan zullen de namen van ieder persoonlijk afgeroepen worden en zijn<br />

verslag onderzocht door Hem, die verklaart: “Ik ken uw werken”. Als op die dag<br />

zal blijken, dat al onze verkeerde daden niet volledig beleden zijn, zullen onze<br />

namen uitgewist worden uit het boek des levens en onze zonden zullen tegen<br />

ons blijven staan. Als de belijdende gelovige zelfverzekerd wordt, als hij in<br />

woord of geest het kleinste gebod van Gods heilige wet overtreedt,<br />

vertegenwoordigt hij Jezus slecht en in het oordeel zullen de vreselijke woorden<br />

gesproken worden: “Wis zijn naam uit het boek des levens; hij is een werker der<br />

ongerechtigheid”. Maar de Vader heeft medelijden met degene, die geen<br />

vertrouwen stelt in zichzelf en God vreest, hoewel hij voortdurend lastig<br />

gevallen wordt door twijfel en verleidingen. Jezus pleit voor hem en belijdt zijn<br />

naam voor de Vader en Zijn heilige engelen.” <strong>–</strong>The Signs of the Times, 6<br />

augustus 1885.<br />

B Zal iemand in staat zijn aan het oordeel van God te ontsnappen?<br />

Romeinen 2:1-3; 14:12.<br />

“Iedereen moet worden getoetst en zonder vlek of rimpel of iets dergelijks<br />

worden bevonden.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 452.<br />

36 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 7 november<br />

2 DE SCHULD VAN DE GEHELE WERELD<br />

A Waarom moet de hele wereld geoordeeld worden? Romeinen 3:9-10,<br />

19-20, 23; 5:16, 18, 20.<br />

B Is er een uitzondering voor trouwe christenen, of zullen ook zij<br />

geoordeeld worden? Romeinen 14:10, 12; 2 Korinthe 5:10.<br />

C Welke valstrik van de Joodse natie moeten wij zorgvuldig vermijden?<br />

Romeinen 11:13, 17-21.<br />

“De gunst des Heren is verzekerd aan een volk in wier harten Zijn wet is<br />

geschreven. Zij zijn één met Hem. Maar de Joden hadden zich van God<br />

afgescheiden… Hun geest was verduisterd door hun overtredingen en omdat<br />

God hun in het verleden zo grote gunst bewezen had, zochten zij<br />

verontschuldigingen voor hun zonden. Zij vleiden zichzelf met de gedachte, dat<br />

zij beter waren dan andere mensen en dat zij recht hadden op Zijn zegeningen.<br />

Deze dingen zijn geschreven „ter waarschuwing voor ons, over wie het<br />

einde der eeuwen gekomen is‟ (1 Korinthe 10:11). Hoe dikwijls leggen wij Gods<br />

zegeningen verkeerd uit en vleien wij ons met de gedachte, dat wij begunstigd<br />

zijn, omdat er zoveel goeds in onszelf is! God kan niet voor ons doen, wat Hij<br />

graag zou willen doen. Zijn gaven worden gebruikt om onze<br />

zelfgenoegzaamheid te doen toenemen en onze harten te verharden in ongeloof<br />

en zonde.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 77-78.<br />

“Iedere ziel moet rekenschap geven van de aan hem toevertrouwde<br />

talenten. Als gemeente, als persoon, moeten wij staan op de verheven, heilige<br />

grond, waar de waarheid ons heeft geplaatst. Wij moeten aan de wereld in<br />

karakter en eenheid tonen het meerdere licht, dat op ons schijnt in deze laatste<br />

dagen.” <strong>–</strong>The Review and Herald, 25 april 1893.<br />

D Wie zullen eerst geoordeeld worden, de rechtvaardigen of de<br />

goddelozen? 1 Petrus 4:17-18.<br />

“In de schaduwdienst mochten alleen zij, die hun zonden voor God<br />

hadden beleden en ze door het bloed van het zondoffer naar het heiligdom<br />

hadden overgebracht, aan de dienst op de Grote Verzoendag deelnemen. Zo<br />

zullen op de grote dag van de definitieve verzoening en het onderzoekend<br />

oordeel alleen de gevallen van Gods kinderen worden onderzocht. Het oordeel<br />

over de ongelovigen is iets heel anders en vindt later apart plaats.” <strong>–</strong>De Grote<br />

Strijd, blz. 444.<br />

37 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 8 november<br />

3 ONZE NAMEN IN HET BOEK DES LEVENS<br />

A Wat zijn de belangrijkste redenen, waarom alle oprechte christenen<br />

zich zullen verheugen? Lukas 10:20; Filippensen 4:3.<br />

“In het boek des levens staan de namen van allen, die God hebben<br />

gediend.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 444.<br />

“Terwijl Jezus pleit voor allen, die Zijn genade hebben aangenomen,<br />

klaagt Satan hen aan bij God. De aartsbedrieger wilde hen doen twijfelen. Hij<br />

probeerde hun vertrouwen in God te ondermijnen. Hij trachtte hen te scheiden<br />

van Zijn liefde en wilde hen Zijn wet laten overtreden. Nu vestigt hij de<br />

aandacht op hun leven, op hun karakterfouten, op het grote verschil tussen hen<br />

en Christus, op het feit dat zij hun Verlosser hebben beledigd en op al de<br />

zonden, waartoe hij hen heeft proberen te verleiden. Dit is trouwens de reden,<br />

waarom hij denkt, dat zij zijn onderdanen zijn. Jezus praat hun zonden niet goed,<br />

maar wijst op hun berouw en hun geloof. Terwijl Hij vergiffenis voor hen<br />

vraagt, laat Hij Zijn doorboorde handen aan de Vader en de engelen zien en<br />

zegt: „Ik ken hen bij naam. Ik heb ze in Mijn handpalmen gegrift‟. „De<br />

offeranden Gods zijn een gebroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart<br />

veracht Gij niet, o God‟ (Psalm 51:18-19).” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 447.<br />

B Welke zekerheid geeft Christus aan Zijn trouwe volgelingen?<br />

Matthéüs 24:13; Openbaring 2:10.<br />

“Bij de namen van allen, die hun zonden hebben beleden en het<br />

verzoenend bloed van Christus hebben aangenomen, staat in de boeken des<br />

hemels genoteerd, dat zij vergiffenis hebben ontvangen. Daar zij met Christus‟<br />

gerechtigheid zijn bekleed en hun karakter in harmonie is met God wet, zullen<br />

hun zonden worden uitgewist en zullen zij „waardig worden gekeurd‟ om het<br />

eeuwige leven te hebben.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 446.<br />

C Wat zal het lot zijn van belijdende christenen, die denken, dat zij in<br />

hun zonden gered kunnen worden? Exodus 32:33; Ezechiël 18:24;<br />

Matthéüs 7:21-23.<br />

“Elke naam wordt afgeroepen en elk geval wordt nauwkeurig onderzocht.<br />

Bepaalde namen worden aangenomen, andere worden verworpen. Wanneer in<br />

de boeken des hemels nog zonden staan opgetekend van mensen, die hun<br />

zonden niet hebben beleden en waarvoor geen vergiffenis is geschonken, zullen<br />

hun namen uit het boek des levens worden weggedaan en zullen hun goede<br />

werken, die zijn opgeschreven in het gedenkboek, worden uitgewist.” <strong>–</strong>De Grote<br />

Strijd, blz. 446.<br />

38 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 9 november<br />

4 „BEWAARD… TOT DE GROTE DAG VAN HET OORDEEL‟<br />

A Wat lezen wij over de specifieke tijd, aan het einde van de wereld, die<br />

God gesteld heeft voor het oordeelswerk? Handelingen 17:31;<br />

Openbaring 11:18. Beschrijf de plechtigheid van dat moment.<br />

Matthéüs 7:13-14.<br />

“De rechtvaardige oordelen van God zullen de lichtzinnige niet sparen.<br />

Het volk, dat groot licht heeft gehad, zal niet te verontschuldigen zijn, als zij<br />

nalaten, door een godvrezend voorbeeld, het licht der waarheid door te geven<br />

aan hen, met wie zij omgaan.<br />

Niet tot ongelovigen alleen maar tot gemeenteleden zijn de woorden<br />

gesproken: „Zoekt de Heere, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij<br />

nabij is‟ (Jesaja 55:6). Met het licht, dat tot hem gekomen is, heeft de gelovige<br />

een grote verantwoording gekregen. Hij moet niet toestaan, dat kleinigheden<br />

hem ertoe leiden de godsdienst van Christus te negeren.<br />

Het is gevaarlijk voor ons om zaken van eeuwig belang ondergeschikt te<br />

maken aan de algemene zaken des levens…<br />

Wat kan ik zeggen tegen u, mijn broeders en zusters, dat u het belang van<br />

deze tijden, waarin wij leven, in ziet en u leidt tot een getrouw onderzoek van<br />

hart en leven? Is uw leven in harmonie met het leven van offerande, dat Christus<br />

uit leefde op de aarde? Door het geven van Zijn Zoon aan de mens gaf de Vader<br />

aan Zijn gemeente een wonderbaar voorbeeld van zelfverloochenende liefde.” <strong>–</strong><br />

The Review and Herald, 28 <strong>september</strong> 1911.<br />

B Daniël 7 bevestigt de onderwijzing van de <strong>Bijbel</strong>, dat het oordeel<br />

plaats vindt, niet bij de dood, maar aan het einde van de wereld. Vat<br />

samen: Daniël 7:9-10, 22, 26.<br />

C Wat zegt Judas over die tijd? Judas 6.<br />

D Hoe weten wij, dat de patriarchen (Hebreeën 11:13-16), de profeten<br />

(Daniël 12:13; Handelingen 2:34; Hebreeën 11:39-40), de apostelen<br />

(Johannes 14:1-3) en degenen, die gestorven zijn in Christus, niet in<br />

de hemel zijn? 1 Thessalonicensen 4:13-17.<br />

E Met welke woorden onderwijst de <strong>Bijbel</strong>, dat de goddelozen niet<br />

branden in een zee van vuur? Wat moet plaatsvinden, voordat zij het<br />

lot kunnen ondergaan, dat zij gekozen hebben? 2 Petrus 2:9;<br />

Johannes 5:28, 29 (l.d.).<br />

39 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 10 november<br />

5 DE RECHTERSTOEL IN SION<br />

A Waar vindt het oordeel plaats aan het einde van de wereld? Psalm<br />

9:8-9.<br />

“Het oordeel vindt nu plaats in het hemels heiligdom. Dit werk is nu al<br />

vele jaren aan de gang. Binnenkort, niemand weet wanneer, zullen de levende<br />

worden geoordeeld. Ons leven zal in de ontzagwekkende tegenwoordigheid van<br />

God worden beoordeeld.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 452.<br />

B Waar heeft God Zijn troon in de hemel? Psalm 9:12; Jesaja 6:1;<br />

Openbaring 7:15; 14:1-2.<br />

C Omdat wij God moeten kennen in het belang van onze verlossing<br />

(Johannes 17:3), wat houdt deze kennis dan ook in? Psalm 9:17;<br />

77:14. Welke gebeurtenis zal plaatshebben na het oordeel over Gods<br />

kinderen? Hebreeën 9:27-28; Kolossensen 3:4.<br />

“Gods volk moet het onderwerp van het heiligdom en het onderzoekend<br />

oordeel volledig begrijpen. Iedereen moet persoonlijk op de hoogte zijn van de<br />

taak en het werk van onze Hogepriester, want anders zal men onmogelijk het<br />

geloof hebben, dat in deze tijd noodzakelijk is, of de plaats kunnen innemen, die<br />

God voor elk van ons heeft bestemd.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 450.<br />

“In de zinnebeeldige dienst trad de hogepriester, nadat hij verzoening had<br />

gedaan voor Israël, naar buiten en zegende de vergadering. Zo zal Christus aan<br />

het einde van Zijn middelaarschap verschijnen en „zonder zonde aanschouwd<br />

worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten‟ (Hebreeën 9:28) om Zijn<br />

wachtend volk te belonen met het eeuwige leven.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 448.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 11 november<br />

1 Wat zegt de <strong>Bijbel</strong> over de dag des oordeels?<br />

2 Zullen christenen geoordeeld worden en zo ja, wanneer?<br />

3 In welke zekerheid zullen alle christenen zich verheugen?<br />

4 Wat weten wij over de specifieke tijd van het oordeel?<br />

5 Wat zal Christus doen bij het afsluiten van Zijn middelaarwerk in het<br />

heiligdom?<br />

40 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 8 SABBAT, 19 november <strong>2011</strong> 16.44 uur<br />

HET ONDERZOEKEND OORDEEL<br />

“En de boeken werden geopend… en de doden werden geoordeeld uit<br />

hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken” (Openbaring<br />

20:12).<br />

“Onze Advocaat stelt iedereen voor. Hij begint met degenen, die het eerst op<br />

de aarde hebben geleefd, daarna de opeenvolgende generaties en Hij sluit met de<br />

levenden.” <strong>–</strong>Het Geloof Waardoor Ik Leef, blz. 212.<br />

Aanvullende studie: De Grote Strijd, blz. 443-446.<br />

ZONDAG 13 november<br />

1 DE TIJD OM DE DODEN TE OORDEELEN<br />

A Wanneer is de aangewezen tijd voor God om de heiligen te oordelen,<br />

die in het graf zijn? Zullen zij geoordeeld worden, terwijl zij dood<br />

zijn, of zal dit zijn, nadat zij ten leven opgestaan zijn? Openbaring<br />

11:18; 20:12.<br />

B Wanneer zullen de slapende heiligen „waardig geacht‟ zijn om de<br />

opstanding des levens te verkrijgen? Is er een bewijs, dat zij eerst<br />

zullen opgewekt worden (bij de komst van Christus) en dan<br />

geoordeeld om te zien, of zij geschikt zijn voor hun beloning?<br />

Handelingen 3:19-20; Lukas 20:35.<br />

“Het onderzoekend oordeel en de uitdelging van de zonden moeten vóór<br />

de wederkomst van Christus voltooid zijn. Daar de doden moeten worden<br />

geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven staat, is het<br />

uitgesloten, dat de zonden worden uitgewist vóór het oordeel, waarop hun geval<br />

wordt onderzocht. De apostel Paulus verklaart heel duidelijk, dat de zonden van<br />

de gelovigen zullen worden uitgedelgd, „opdat er tijden van verademing mogen<br />

komen van het aangezicht des Heren, en Hij de Christus, die voor u te voren<br />

bestemd was, Jezus, zende‟ (Handelingen 3:19-20).” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 447-<br />

448.<br />

C Zouden de rechtvaardige doden bij de wederkomst van Christus<br />

opgeroepen worden tot de opstanding des levens, als zij niet vooraf<br />

aangenomen waren in het gericht? Johannes 5:28-29; 1 Korinthe<br />

15:52; 1 Thessalonicensen 4:14-16.<br />

41 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 14 november<br />

2 DE TIMING VAN DE BELANGRIJKSTE GEBEURTENISSEN<br />

A Wanneer zullen de levende heiligen ‟waardig geacht zijn om te<br />

ontvluchten‟ aan alle valstrikken en rampen in de eindtijd, bij de<br />

komst van Christus of ervoor? Lukas 21:36.<br />

“Wanneer het onderzoekend oordeel ten einde is en het leven van allen,<br />

die zich in de loop der eeuwen volgelingen van Christus hebben genoemd, is<br />

onderzocht en wanneer er een beslissing is gevallen, dán en niet eerder, zal er<br />

een einde komen aan de genadetijd en zal de deur der genade worden gesloten...<br />

Eén korte zin: „En die gered waren, gingen met Hem de bruiloftszaal binnen, en<br />

de deur werd gesloten‟ (Matthéüs 25:10), beschrijft de tijd tussen het laatste<br />

optreden van Christus als onze Middelaar en het ogenblik dat het verlossingswerk<br />

ten behoeve van de mens zal zijn voltooid.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 400.<br />

B Wat zal Christus met Zich meebrengen, wanneer Hij komt? Jesaja<br />

62:11; Openbaring 22:12. Wanneer zal Hij het koninkrijk ontvangen,<br />

voor het oordeel of aan het einde van het oordeel, als Zijn werk als<br />

Middelaar ten einde is? Daniël 7:9-10, 13-14, 18.<br />

“Allen, die Christus in geloof volgen, wanneer Hij voor God verschijnt<br />

om Zijn verzoeningswerk af te sluiten, om daarna het Koninkrijk te ontvangen,<br />

worden voorgesteld door de maagden, die de bruiloftszaal binnengaan.” <strong>–</strong>De<br />

Grote Strijd, blz. 399-400.<br />

C Na de symbolische „bruiloft‟ (Lukas 12:36), na het ontvangen van het<br />

koninkrijk (Lukas 19:12; Openbaring 11:15), zal Christus komen.<br />

Matthéüs 25:31, 34. Wanneer zullen de „bruiloftgasten‟ voor de<br />

Rechter staan om onderzocht te worden, na of voor de symbolische<br />

„bruiloft‟? Matthéüs 22:10-14.<br />

“In de gelijkenis van Matthéüs 22 wordt hetzelfde beeld van de bruiloft gebruikt en<br />

wordt duidelijk gezegd, dat het onderzoekend oordeel vóór de bruiloft plaats vindt. Vóór<br />

de bruiloft komt de koning binnen om na te gaan of alle genodigden het bruiloftskleed,<br />

het smetteloze kleed van het karkater, gewassen en wit gemaakt in het bloed van het<br />

Lam, aan hebben (Matthéüs 22:11; Openbaring 7:14). Iedereen, die gewogen en te licht<br />

bevonden is, wordt buiten geworpen, maar allen, die bij het onderzoek het bruiloftskleed<br />

aan hebben, worden door God aangenomen en waardig geacht tot Zijn Koninkrijk te<br />

behoren en op Zijn troon te zitten. Dit karakteronderzoek, dat moet uitmaken wie gereed<br />

is om het Koninkrijk van God binnen te gaan, is het onderzoekend oordeel, dat de dienst<br />

in het hemelse heiligdom afsluit.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 400.<br />

42 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 15 november<br />

3 DE JUISTE TIJD VOOR DE OORDEELSBOODSCHAP<br />

A Welke boodschap beloofde God te zenden aan iedere natie, volk en<br />

taal, als die tijd zal gekomen zijn, omdat Hij een tijd gesteld heeft om<br />

„de aardboden rechtvaardig te oordelen‟ (Handelingen 17:31)?<br />

Openbaring 14:6-7.<br />

“De boodschap (van de derde engel van Openbaring 14) is een onderdeel<br />

van het evangelie, dat alleen in de eindtijd zou worden gepredikt, want alleen<br />

dán zou de ure van Zijn oordeel zijn gekomen.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 332.<br />

B Vindt deze plechtige boodschap van het onderzoekend oordeel plaats<br />

voor of na de komst van Christus? Openbaring 14:7-14.<br />

“De komst van „Christus tot het heilige der heiligen‟ als onze<br />

Hogepriester om „het heiligdom in rechte staat te herstellen‟ (Daniël 8:14), „de<br />

komst van de mensenzoon tot de Oude van dagen‟ (Daniël 7:13) en „de komst<br />

van de Here tot Zijn tempel‟ door Maleáchi voorzegd, zijn drie beschrijvingen<br />

van dezelfde gebeurtenis, de gebeurtenis wordt trouwens ook beschreven door<br />

de komst van de bruidegom op het bruiloftsfeest in de gelijkenis van de tien<br />

maagden (Matthéüs 25).” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 398.<br />

C Wiens zaak bepleit onze Advocaat (1 Johannes 2:1-2) en wiens zaak<br />

bepleit Hij niet voor de rechterstoel van God? Matthéüs 10:32-33.<br />

“De bemiddeling van Christus in het hemelse heiligdom ten gunste van de<br />

mens is in het verlossingsplan van even groot belang als Zijn dood aan het kruis.<br />

Met Zijn dood nam dat werk een aanvang en na Zijn opstanding is Hij ten hemel<br />

gevaren om het te voltooien. Door het geloof moeten wij ingaan in het binnenste<br />

van het voorhangsel, „waarheen Jezus voor ons als voorloper is binnengegaan‟<br />

(Hebreeën 6:20). Daar wordt het licht van het kruis van Golgotha weerkaatst.<br />

Daar krijgen wij een duidelijker inzicht in de verborgenheden van onze<br />

verlossing.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 451.<br />

D Wat zal er gebeuren na de symbolische „bruiloft‟? Lukas 12:36-37,<br />

40.<br />

43 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 16 november<br />

4 ONZE GROOTSTE BEHOEFTE<br />

A Wat is onze grootste behoefte, terwijl het onderzoekend oordeel<br />

gaande is? Jesaja 55:6-7; 1 Johannes 1:9.<br />

“Als de mensen, die hun fouten verbergen en goed praten, konden zien,<br />

hoe Satan zich over hen verheugt en hoe hij Christus en de engelen bespot,<br />

omdat zij zich zo gedragen, zouden zij hun zonden onmiddellijk belijden en ze<br />

achterwege laten.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 451.<br />

B Wat verwacht Christus van ons, terwijl Hij voor ons pleit voor de<br />

rechterstoel? Markus 13:35-37; Hebreeën 3:13-14.<br />

“Wij leven nu in de Grote Verzoendag. In de zinnebeeldige dienst<br />

moesten de Israëlieten hun ziel verootmoedigen door hun zonden te belijden en<br />

zich te vernederen voor God op het ogenblik, dat de hogepriester verzoening<br />

deed voor Israël, want anders zouden zij van het volk worden afgesneden. Zo<br />

moeten allen, die willen, dat hun naam in het boek des levens blijft nú in de<br />

korte genadetijd, die hun nog gegund is, hun ziel verootmoedigen voor God door<br />

hun zonden te belijden en door oprecht berouw te tonen.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz.<br />

451-452.<br />

“Christus kwam, zodat Hij aan de mannen en vrouwen de principes kan<br />

laten begrijpen, die ten grondslag liggen aan het grote verlossingsplan, zodat zij<br />

ertoe geleid kunnen worden met Hem samen te werken in Zijn werk van offeren<br />

voor de verlossing van de mensheid. Maar gebrek aan vurigheid, gebrek aan<br />

zelfverloochening, aan de kant van velen, die de naam van Christus dragen,<br />

verhinderen dat werk te doen, waarvoor Zijn gemeente op aarde georganiseerd<br />

was. Het egoïsme en de onverschilligheid, getoond door belijdende christenen,<br />

sussen de gewetens van velen, die uit hun ongeloof zouden zijn opgewekt, als zij<br />

voor zich in het leven van belijdende christenen een levend getuigenis hadden<br />

gehad van de kracht van het evangelie om het karakter te veranderen.” -The<br />

Review and Herald, 28 <strong>september</strong> 1911.<br />

“Omdat wij niet precies het uur weten van Zijn komst, worden wij<br />

bevolen te waken. „Zalig die slaven, die de heer bij zijn komst wakende zal<br />

aantreffen‟ (Lukas 12:37). Zij, die uitzien naar de komst van Christus, zitten niet<br />

meer in werkeloze afwachting. De verwachting van de komst des Heren moet<br />

maken, dat de mensen de Here en Zijn oordeel over hun overtredingen vrezen.<br />

Zij moeten wakker gemaakt worden om hun zonde te zien: het verwerpen van<br />

Zijn aangeboden genade. Zij, die uitzien naar de Here, reinigen hun zielen door<br />

gehoorzaamheid aan de waarheid.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 555.<br />

44 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 17 november<br />

5 GEDACHTEN VOOR ONS OM OVER NA TE DENKEN<br />

A Wat illustreert de wijze, waarop sommigen de test van het<br />

onderzoekend oordeel zullen doorstaan en anderen niet? Lukas<br />

17:34-36.<br />

“De rechtvaardigen en de ongelovigen zullen nog in hun sterfelijke<br />

toestand op aarde leven, de mensen zullen planten en bouwen, eten en drinken,<br />

zonder zich ervan bewust te zijn, dat de definitieve, onherroepelijke beslissing is<br />

gevallen in het hemelse heiligdom.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 452.<br />

B Hoe kunnen wij hoop hebben voor de dag des oordeels? Psalm 130:3-8.<br />

“Hij, die ons moet beoordelen, kent onze werken. Hij begrijpt iedere<br />

verleiding en beproeving en ik ben blij daarom. Hij kent de omstandigheden, die<br />

iedere ziel omringen. Hij kent onze zwakheden en is bekend met de gevoelens<br />

van onze gebreken. „En indien iemand gezondigd heeft‟, zegt Johannes, „wij<br />

hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige‟ (1<br />

Johannes 2:1). O, hoe dierbaar is de naam van Jezus en hoe dierbaar is iedere<br />

naam, die Hij belijdt voor de Vader! Als onze genadige Verlosser van de arme<br />

boetvaardige zegt: „Hij is Mijn; Ik heb zijn naam in de palmen van Mijn handen<br />

gegrift‟, luidt het antwoord: „Ik zal zijn naam niet uit het boek des levens<br />

wissen, maar aan zijn zonden zal niet langer meer gedacht worden‟.” -The Signs<br />

of the Times, 6 augustus 1885.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 18 november<br />

1 Verklaar, waarom Handelingen 3:19-20 bewijst, dat het onderzoekend<br />

oordeel voltooid moet zijn voor de tweede komst van Christus.<br />

2 Als de levende rechtvaardigen „waardig geacht zijn om te<br />

ontvluchten‟ aan de „valstrikken‟, die over de wereld komen in de<br />

eindtijd, wanneer moeten zij dan geoordeeld zijn om „waardig geacht‟<br />

te worden (Lukas 21:36), bij de wederkomst van Christus of ervoor?<br />

3 Waarom is het duidelijk, ook uit Matthéüs 22:10-14, dat het<br />

onderzoekend oordeel moet plaatsvinden voor de wederkomst van<br />

Jezus in heerlijkheid?<br />

4 Wanneer kondigt de eerste engel van Openbaring 14 „het uur van zijn<br />

oordeel is gekomen‟ aan, voor of na de wederkomst van Christus?<br />

Lees Openbaring 14:6-7, 15-16.<br />

5 Wat is onze grootste behoefte in de voorbereiding om het<br />

onderzoekend oordeel het hoofd te bieden?<br />

45 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


JOZUA EN DE ENGEL<br />

“Allen, die zich bekleed hebben met het kleed van Christus‟<br />

gerechtigheid, zullen voor Hem staan als uitverkoren, getrouw en waar. Satan<br />

heeft geen macht hen te rukken uit de hand van de Heiland. Geen enkele ziel,<br />

die berouwvol en gelovig Zijn bescherming heeft gezocht, zal door Christus in<br />

Satans macht worden overgelaten. Zijn belofte luidt: „Tenzij men Mijn<br />

bescherming aangrijpt, met Mij vrede maakt, vrede met Mij maakt‟ (Jesaja<br />

27:5). De belofte aan Jozua geldt voor allen: „Indien gij in Mijn wegen wandelt,<br />

… zal Ik u doen verkeren onder hen, die hier staan‟ (Zacharía 3:7). Gods<br />

engelen zullen reeds in deze wereld naast hen gaan en eenmaal zullen zij staan<br />

tussen de engelen, die Gods troon omringen.<br />

Het visioen van Zacharía over Jozua en de Engel heeft met name<br />

betrekking op de ervaring van Gods volk in de slotgebeurtenissen tijdens de<br />

Grote Verzoendag. De laatste gemeente zal grote beproevingen en<br />

verdrukkingen meemaken. Zij, die de geboden van God en het geloof van Jezus<br />

bewaren, zullen de woede van de draak en zijn scharen ondervinden. Satan telt<br />

de wereld als zijn onderdanen; hij heeft zelfs macht over vele belijdende<br />

christenen. Maar hier staat een kleine groep, die weerstand biedt aan zijn<br />

oppergezag. Als hij hen van de aarde zou kunnen wegdoen, zou zijn<br />

overwinning volledig zijn, zoals hij de heidense volken heeft beïnvloed om<br />

Israël uit te roeien, zal hij in de nabije toekomst de goddeloze machten op aarde<br />

aansporen Gods volk uit te roeien. Van de mensen zal worden geëist, dat zij<br />

gehoorzaamheid bewijzen aan menselijke instellingen, die in strijd zijn met<br />

Gods wet…<br />

Terwijl Gods volk zich voor Hem verootmoedigt en smeekt om een rein<br />

hart, wordt geboden: „Doet de vuile klederen weg‟ en de bemoedigende<br />

woorden worden gehoord: „Zie, ik neem uw ongerechtigheid van u weg. Ik trek<br />

u feestklederen aan‟ (Zacharía 3:4). Het vlekkeloos gewaad van Christus‟<br />

gerechtigheid wordt gegeven aan de beproefde, verzochte, getrouwe kinderen<br />

van God. Het verachte overblijfsel wordt met heerlijke gewaden bekleed om<br />

nooit meer door het verderf in de wereld te worden besmet. Hun namen blijven<br />

staan in het boek des levens van het Lam, dat de namen bevat van de getrouwen<br />

uit alle tijden. Zij hebben de verleidingen van de bedrieger weerstaan; het<br />

dreigen van de draak heeft hen niet afgebracht van hun trouw aan God. Nu zijn<br />

zij voor altijd veilig voor de listen van de verleider. Hun zonden zijn gelegd op<br />

de bewerker van zonde. Een reine tulband wordt op hun hoofd geplaatst.” <strong>–</strong><br />

Profeten en Koningen, blz. 359-361.<br />

46 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 9 SABBAT, 26 november <strong>2011</strong> 16.36 uur<br />

EEN LES VOOR VANDAAG<br />

“Ik zal u wisselklederen aandoen” (Zacharía 3:4).<br />

“Allen, die het kleed van Christus‟ gerechtigheid hebben aangedaan, zullen<br />

voor Hem staan, als uitverkoren, getrouw en oprecht.” <strong>–</strong>Lift Him Up, blz. 234.<br />

Aanvullende studie: Profeten en Koningen, blz. 356-360.<br />

ZONDAG 20 november<br />

1 EEN ONTMOEDIGENDE SITUATIE<br />

A Wat was de belangrijkste bron van ontmoediging na de Babylonische<br />

gevangenneming voor het kleine overblijfsel van Israël, dat<br />

teruggekeerd was naar hun thuisland? Zacharía 1:12.<br />

“De mensen (van Israël) werden wakker geschud om hun schuld in te<br />

zien. Zij vernederden zich voor God en keerden zich met waar berouw tot Hem.<br />

Toen zond de Heer hun boodschappen van bemoediging en verklaarde, dat Hij<br />

hen zou verlossen uit hun ballingschap en hen in Zijn genade zou herstellen.<br />

Juist dit probeerde Satan te verhinderen. Een overblijfsel van Israël was al naar<br />

hun eigen land teruggekeerd en Satan probeerde de heidense naties, die zijn<br />

werktuigen waren, ertoe te bewegen hen volledig weg te vagen.” <strong>–</strong>Getuigenissen<br />

voor de Gemeente 5, blz. 383-384.<br />

B Hoe waarschuwde de Heer hen door de profeet om niet de fouten van<br />

hun voorvaders te herhalen, toen Hij hun nood zag? Zacharía 1:4-6.<br />

“De gestadige voortgang van de bouwers aan de tempel verontrustte en<br />

alarmeerde de machten van het kwaad ten zeerste. Satan besloot alles in het<br />

werk te stellen om Gods volk te ontmoedigen en te verzwakken door hen hun<br />

onvolmaakt karakter voor ogen te houden. Als degenen, die lang geleden als<br />

gevolg van hun zonden opnieuw ertoe gebracht waren Gods geboden te<br />

veronachtzamen, zouden zij weer in de slavernij der zonde raken.” <strong>–</strong>Profeten en<br />

Koningen, blz. 356.<br />

47 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 21 november<br />

2 BEMOEDIGING VAN DE HEER<br />

A Hoe troostte de Heer het kleine overblijfsel met een profetische<br />

boodschap? Zacharía 2:10-11. Naar welke toekomstige gebeurtenis<br />

verwees de Heer? Jesaja 60:1-5. Openbaring 21:24-26.<br />

B Door welk visioen bemoedigde de Heer Zerubbábel, hun leider?<br />

Zacharía 4:1-6, 9.<br />

C Hoe probeerde de Heer Jozua de hogepriester en het volk te<br />

bemoedigen door hen de geestelijke zekerheid te geven, die zij nodig<br />

hadden? Zacharía 3:1-2.<br />

“In een gezicht ziet de profeet „de hogepriester Jozua, bekleed met vuile<br />

klederen, staande voor de Engel des Heren‟ (Zacharía 3:1, 3), terwijl hij Gods<br />

barmhartigheid inroept voor zijn zwaar beproefd volk. Terwijl hij pleit op de<br />

vervulling van Gods beloften, staat Satan klaar om hem te weerstaan. Hij wijst<br />

op de zonden van Israël als reden, waarom zij Gods gunst niet meer deelachtig<br />

kunnen zijn. Hij eist hen op als zijn prooi en staat erop, dat zij in zijn handen<br />

worden gegeven.” -Profeten en Koningen, blz. 356-357.<br />

D Wat was het enige, wat Jozua de hogepriester kon doen in<br />

tegenwoordigheid van Satans beschuldigingen? Wat is onze enige<br />

hoop, omdat wij ons in dezelfde hachelijke situatie bevinden?<br />

Spreuken 28:13.<br />

“De hogepriester kan zichzelf en zijn volk niet verdedigen tegen Satans<br />

beschuldigingen. Hij zegt niet, dat Israël vrij van schuld is. Hij staat voor de<br />

engel in vuile klederen, als symbool van de zonden van het volk, waarvan hij de<br />

vertegenwoordiger is; hij belijdt hun zonde, maar wijst ook op hun berouw en<br />

ootmoed, terwijl zij vertrouwen op de barmhartigheid van een Verlosser, die de<br />

zonden vergeeft. In geloof maakt hij aanspraak op Gods beloften.” <strong>–</strong>Profeten en<br />

Koningen, blz. 357.<br />

48 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 22 november<br />

3 ONZE GROTE BEHOEFTE: EEN VERANDERING VAN<br />

KLEDING<br />

A Hoe stond Jozua, de vertegenwoordiger van het volk, voor de Engel<br />

(die Christus was)? Zacharía 3:3. Hoe staan wij voor de Heer in onze<br />

eigen gerechtigheid? Jesaja 64:6; Openbaring 3:17.<br />

“Nu staat de mens voor God met vuile klederen. Al hun gerechtigheid is<br />

als een „wegwerpelijk kleed‟ (Jesaja 64:6). Satan gebruikt zijn meesterlijke<br />

beschuldigende kracht tegen hen, wijst op hun onvolkomenheid als een bewijs<br />

van hun zwakheid. Hij wijst minachtend op de fouten van hen, die zeggen God<br />

te dienen. Zij zijn door hem verleid en hij verzoekt om toestemming om hen te<br />

vernietigen.<br />

Maar zij vertrouwen op Christus en Christus zal hen niet verlaten.” <strong>–</strong>This<br />

<strong>Day</strong> With God, blz. 226.<br />

B Hoe werd Jozua geschikt gemaakt om te dienen voor de Heer?<br />

Zacharía 3:4-5. Wat moeten wij doen, voordat wij goedgekeurd<br />

kunnen worden? Openbaring 3:18-19.<br />

“Wanneer de voorspraak voor Jozua is aanvaard, wordt bevel gegeven:<br />

„Doet hem de vuile klederen uit‟; en tot Jozua zegt de Engel: „Zie, ik neem uw<br />

ongerechtigheid van u weg. Ik trek u feestklederen aan… Toen zetten zij een<br />

reine tulband op zijn hoofd en trokken hem een staatsiegewaad aan‟ (Zacharía<br />

3:4-5). Zijn zonden en de zonden van het volk waren vergeven. Israël was<br />

bekleed met wisselklederen, de gerechtigheid van Christus was hun<br />

toegerekend. De tulband, op het hoofd van Jozua geplaatst, was een zoals de<br />

priesters droegen en had als opschrift: „Den Here heilig‟ (Exodus 28:36), wat<br />

duidde op het feit, dat hij nu dienst kon doen voor God in diens heiligdom<br />

zonder, dat met zijn zonden rekening werd gehouden.” <strong>–</strong>Profeten en Koningen,<br />

blz. 357.<br />

C Wat verklaarde Christus tegen Jozua na hem bevestigd te hebben in<br />

de waardigheid van het priesterschap? Wat moeten wij doen?<br />

Zacharía 3:7.<br />

“Als hij (Jozua) gehoorzaam zou zijn, zou hij geëerd worden als de<br />

rechter of heerser over de tempel en zijn diensten; hij zou verkeren onder de<br />

engelen, die aanwezig waren, terwijl hij nog op aarde was en ten slotte zou hij<br />

deel uitmaken van de verheerlijkte schare rond de troon van God.” <strong>–</strong>Profeten en<br />

Koningen, blz. 357.<br />

49 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 23 november<br />

4 EEN UUR VAN BEPROEVING<br />

A Hoe is het visioen van Zacharía nu van toepassing? Openbaring 12:10<br />

(l.d.).<br />

“Het visioen van Zacharía over Jozua en de Engel heeft met name<br />

betrekking op de ervaring van Gods volk in de slotgebeurtenissen tijdens de<br />

Grote Verzoendag. De laatste gemeente zal grote beproevingen en<br />

verdrukkingen meemaken. Zij, die de geboden van God en het geloof van Jezus<br />

bewaren, zullen de woede van de draak en zijn scharen ondervinden. Satan telt<br />

de wereld als zijn onderdanen; hij heeft zelfs macht over vele belijdende<br />

christenen. Maar hier staat een kleine groep, die weerstand biedt aan zijn<br />

oppergezag…<br />

Zij, die trouw zijn aan God, zullen worden bedreigd, aangeklaagd en<br />

vogelvrij verklaard. Zij zullen worden verraden door ouders en familie, door<br />

broeders en vrienden, tot de dood toe (Lukas 21:16). Hun enige hoop is Gods<br />

barmhartigheid; hun enige verdediging is het gebed. Zoals Jozua pleitte bij de<br />

Engel, zal het overblijfsel met gebroken hart en onwankelbaar geloof pleiten op<br />

vergiffenis en verlossing door Jezus, hun Voorspraak. “ <strong>–</strong>Profeten en Koningen,<br />

blz. 359.<br />

B Waarvoor moeten wij nog pleiten, terwijl de deur van het onderzoek<br />

nog open is? Psalm 51:3, 9, 12; Joël 2:16-17. Op welke voorwaarde<br />

alleen kan onze Voorspraak ons verdediger?<br />

“Maar hoewel Christus‟ volgelingen hebben gezondigd, hebben zij zich<br />

toch niet volledig door satanische werktuigen laten beheersen. Zij hebben<br />

berouw gehad over hun zonden en hebben nederig en berouwvol de Here<br />

gezocht; en Gods Voorspraak pleit voor hen. Hij, die het meest gekwetst is door<br />

hun ondankbaarheid, die hun zonde, maar ook hun berouw kent, zegt: „De Here<br />

bestraffe u, Satan. Ik heb mijn leven gegeven voor deze zielen. Zij zijn in mijn<br />

handpalmen gegrift. Zij mogen een onvolmaakt karakter bezitten; het kan zijn,<br />

dat zij te kort geschoten zijn in hun pogen; maar zij hebben berouw gehad en Ik<br />

heb hen vergeven en hen aangenomen‟.<br />

Satans aanvallen zijn krachtig, zijn verleidingen sluw; maar Gods oog rust<br />

op Zijn volk. Hun beproeving is zwaar, de vlammen van de oven dreigen hen te<br />

verteren, maar Jezus zal hen daaruit leiden als goud, beproefd in het vuur. Hun<br />

aardsgezindheid zal worden weggenomen, zodat het beeld van Christus door hen<br />

volkomen kan worden geopenbaard.” <strong>–</strong>Profeten en Koningen, blz. 360.<br />

50 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 24 november<br />

5 ONGERECHTIGHEID IS OP ÉÉN DAG VERWIJDERD<br />

A Hoe zullen de beleden zonden van berouwvol Israël „op één dag „<br />

verwijderd worden in het onderzoekend oordeel? Zacharía 3:9 (l.d.);<br />

Handelingen 3:19.<br />

“Terwijl Gods volk zich voor Hem verootmoedigt en smeekt om een rein<br />

hart, wordt geboden: „Doet de vuile klederen weg‟(Zacharía 3:4).” <strong>–</strong>Profeten en<br />

Koningen, blz. 361.<br />

B Welk merkteken zal geplaatst worden op Gods trouwe<br />

dienstknechten, nadat hun zonden uitgewist zijn en hoe kunnen wij<br />

ons voorbereiden op dit uur? Ezechiël 9:4; 1 Johannes 3:2-3.<br />

“Nu moeten onze harten zuiver en heilig zijn. Wij hebben geen belofte,<br />

dat ons karakter veranderd zal worden, als Christus verschijnt. Als wij de Heer<br />

een offer willen brengen in gerechtigheid, moeten wij alles wegdoen, dat zondig<br />

is in gedachten, in woorden en in daden…<br />

Wat wij nodig hebben, is reinheid van hart; en God kan ons dit geven als<br />

een vrije gave van Zijn genade. Velen geven omstandigheden de schuld van hun<br />

verkeerde karakters. Zij zeggen: “Ik had het veel beter kunnen doen, als de<br />

dingen maar anders waren geweest, maar dit stelt mij op de proef en dat andere<br />

ergert mij, en daarom ben ik geen betere christen”. Maar dit is een misleiding.<br />

Er is genade bij God om u in staat te stellen Hem daar te dienen, waar u bent, en<br />

zulke verontschuldigingen hebben geen waarde voor Hem. Geef de<br />

omstandigheden niet de schuld van uw fouten. De Heer weet, waar u bent en Hij<br />

zou willen, dat u die dingen doet, die godvrezend zijn.” <strong>–</strong>The Youth’s Instructor,<br />

9 januari 1896.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 25 november<br />

1 Beschrijf het werk van Jozua, Zacharía en Zerubbábel.<br />

2 Welke bemoediging zond de Heer tot Zerubbábel en het volk?<br />

3 Hoe bracht de Engel (die Christus was) de beschuldiger tot zwijgen?<br />

4 Hoe antwoordde God op de belijdenis en het gebed van Jozua?<br />

5 De ervaring van Jozua en de Engel is een praktisch voorbeeld voor<br />

ons nu. Verklaar dit.<br />

51 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


SABBAT, 3 december <strong>2011</strong><br />

EERSTE SABBATGAVEN<br />

voor de Renascenҫa School in Brasília,<br />

Brazilië<br />

Het Onderwijs Centrum Renascenҫa werd<br />

geopend op 22 februari 1995. Het ligt in de<br />

buurt van het hoofdkantoor van de Noord<br />

Braziliaanse Unie in Brasília, de hoofdstad van<br />

Brazilië. Vanaf het begin is het overwinnen van de financieel zware taak<br />

moeilijk geweest vanwege het grote aantal particuliere scholen in deze stad<br />

naast het openbare schoolsysteem, dat gratis scholing aanbiedt voor iedereen.<br />

God is vanaf het begin van de school onze helper geweest en al in het tweede<br />

schooljaar was er een aanzienlijk aantal studenten. De meerderheid van hun<br />

ouders waren niet van ons geloof, maar zij kwamen bij ons en kozen voor een<br />

andere methode van onderwijs, die christelijke principes benadrukt.<br />

Nu onderwijzen wij vanaf heel jong tot de 9 de graad. Ons plan is te groeien en<br />

een onderwijsprogramma te hebben, dat gelijk is aan een hoger schoolniveau.<br />

Inspanningen zijn hiervoor gemaakt, zoals nieuwe lokalen worden gebouwd,<br />

maar er ligt nog een moeilijke taak voor ons. De school heeft meer werk nodig<br />

in materieel opzicht, zoals:<br />

*De ruimten, die steeds in gebruik zijn, moeten vervangen worden;<br />

*Een lift om studenten met een handicap de toegang te vergemakkelijken;<br />

*Een laboratorium voor de wetenschap.<br />

De laatste twee onderwerpen zijn wettelijk vereist door het Ministerie van<br />

Onderwijs. Behalve dit alles moeten wij nog de kwaliteit van ons onderwijs<br />

verbeteren.<br />

Alleen als wij een hoge standaard van christelijk onderwijs aanbieden, zullen<br />

wij in staat zijn onze kinderen en jonge mensen in onze scholen te handhaven,<br />

omdat wij hen het beste onderwijs geven. “Ons werk is een hervormingswerk en<br />

het is Gods opzet om door het uitstekende werk, dat gedaan wordt op onze<br />

onderwijsinstellingen, de aandacht der mensen te vestigen op de laatste, grote<br />

poging om te redden, wat verloren is.” <strong>–</strong>Uit de Schatkamer der Getuigenissen 2,<br />

blz. 429.<br />

Wij doen een beroep op de vrijgevigheid van onze broeder, zusters en<br />

vrienden in de wereld voor een royale gave voor deze school en wat er voor<br />

nodig is, gelegen in het midden van het land Brazilië.<br />

52 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong><br />

Uw broeders en zuster in Brazilië


Les 10 SABBAT, 3 december <strong>2011</strong> 16.31 uur<br />

„OPDAT UW ZONDEN MOGEN UITGEWIST WORDEN‟<br />

“Betert … en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden,<br />

wanneer de tijden der verkwikking zullen gekomen zijn van het aangezicht<br />

des Heeren, en Hij gezonden zal hebben Jezus Christus” (Handelingen<br />

3:19-20).<br />

“Het onderzoekend oordeel en de uitdelging van de zonden moeten voor de<br />

wederkomst zijn voltooid.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 447.<br />

Aanvullende studie: Profeten en Koningen, blz. 360-362;<br />

De Grote Strijd, blz. 451-453.<br />

ZONDAG 27 november<br />

1 ZONDEN BELEDEN, VERGEVEN, OVERGEDRAGEN<br />

A Wanneer de zonden waren vergeven onder het oude verbond in de<br />

dagelijkse verzoening (Leviticus 4:20), waren zij dan ook<br />

tegelijkertijd verwijderd? Hebreeën 10:1-4.<br />

B De prijs van onze verlossing onder het nieuwe verbond werd aan het<br />

kruis betaald (1 Petrus 1:18-19; Hebreeën 9:11-12) en onze zonden<br />

zijn vergeven als antwoord op ons dagelijkse gebeden (Matthéüs<br />

6:12). Wanneer zullen zij uitgewist zijn? Handelingen 3:19.<br />

C Met welk doel zou Christus achter het tweede voorhangsel<br />

binnengaan „eenmaal in de voleinding der eeuwen‟ door de<br />

verdiensten van „de offerande van Zichzelf‟, zoals de hogepriester<br />

eenmaal per jaar het heilige der heiligen binnen ging? Hebreeën 9:23-<br />

26.<br />

“In de zinnebeeldige dienst moesten de Israëlieten hun ziel<br />

verootmoedigen door hun zonden te belijden … op het ogenblik dat de<br />

hogepriester verzoening deed voor Israël… Zo moeten allen, die willen, dat hun<br />

naam in het boek des levens blijft, nú in de korte genadetijd, die hun nog gegund<br />

is, hun ziel verootmoedigen voor God door hun zonden te belijden en door<br />

oprecht berouw te tonen.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 451-452.<br />

53 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 28 november<br />

2 ZONDEN BELEDEN, VERGEVEN, OVERGEDRAGEN (vervolg)<br />

A Hoe werd zonde onder het oude verbond overgedragen van de<br />

zondaar op het heiligdom? Leviticus 4:16-18, 33-35; Hebreeën 13:11.<br />

“Het belangrijkste onderdeel van de dagelijkse dienst was de dienst ten<br />

behoeve van de enkeling. De berouwvolle zondaar bracht zijn offer naar de deur<br />

van de tabernakel en legde zijn hand op de kop van het offer, terwijl hij zijn<br />

zonden beleed en ze op deze wijze in symbolische zin overdroeg op het<br />

onschuldig offer. Met eigen hand moest hij het dier doden; het bloed werd door<br />

de priester in het heilige gebracht en daar gesprenkeld voor het voorhangsel,<br />

waarachter de ark stond met de wet, die de zondaar had overtreden. Door deze<br />

ceremonie werd de zonde door middel van het bloed in figuurlijke zin<br />

overgedragen op het heiligdom.” <strong>–</strong>Patriarchen en Profeten, blz. 318-319.<br />

B Hoe wordt de zonde onder het nieuwe verbond overgedragen van de<br />

persoon op het hemels heiligdom? 1 Johannes 1:9; Hebreeën 9:11-12,<br />

28; 10:12.<br />

“Zoals de zonden van het volk vroeger op het zondoffer werden<br />

overgedragen en door zijn bloed zinnebeeldig naar het heiligdom op aarde<br />

werden overgebracht, zo worden de zonden van de gelovigen, die hun schuld<br />

belijden, op Christus overgedragen en naar het heiligdom in de hemel<br />

overgebracht.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 394.<br />

C Wat wordt vertegenwoordigd door het wierookvat en het<br />

reukofferaltaar in het hemelse heiligdom? Openbaring 8:3-4;<br />

Hebreeën 4:14-16.<br />

“Allen, die tot God komen, moeten bedenken, dat Zijn verdienste de<br />

wierook is, die zich met de gebeden mengt van hen, die zich bekeren van hun<br />

zonden, en vergeving, genade en kracht ontvangen.” <strong>–</strong><strong>Bijbel</strong>kommentaar, blz.<br />

475.<br />

“Vandaag staat Hij (Jezus) voor het altaar van genade en biedt God de<br />

gebeden aan van degenen, die Zijn hulp inroepen.” <strong>–</strong>De Weg tot Gezondheid,<br />

blz. 65.<br />

“Zijn (Christus‟) offer is volkomen en als onze Pleitbezorger doet Hij het<br />

werk, dat Hijzelf verkoos, terwijl Hij God het wierookvat voorhoudt met daarin<br />

Zijn vlekkeloze verdiensten en de gebeden, belijdenissen en dank van Zijn volk.<br />

Aangenaam door de welriekende reuk van Zijn gerechtigheid stijgen deze als<br />

een lieflijke rook op tot God. Het offer wordt aanvaard en vergeving bedekt alle<br />

zonden.” <strong>–</strong><strong>Lessen</strong> uit het Leven van Alledag, blz. 92.<br />

54 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 29 november<br />

3 TWEELINGZUSTERS IN VOLKOMEN BALANS<br />

A Op welke twee basisprincipes was het verlossingsplan gevestigd?<br />

Psalm 85:10-12; 89:15. Waar hebben wij een duidelijke definitie van<br />

Gods gerechtigheid? Psalm 119:142, 172; Romeinen 8:4.<br />

“Gerechtigheid heeft een tweelingzuster, die altijd naast haar moet staan,<br />

en wel barmhartigheid en liefde.” <strong>–</strong><strong>Bijbel</strong>kommentaar, blz. 188.<br />

B Onder het oude verbond moest het offer symbolisch voldoen aan de<br />

Wet (Hebreeën 10:1), die zich achter het voorhangsel in het heilige<br />

der heiligen bevond (Hebreeën 9:3-4). Wat eist het Lam van de<br />

overtreder en wat moeten wij hierdoor overdenken? Romeinen 6:23;<br />

7:8-11; 2 Korinthe 3:6.<br />

“De mens was een misdadiger, ter dood veroordeeld wegens het<br />

overtreden van Gods wet, als verrader, als opstandeling; daarom moest een<br />

plaatsvervanger voor de mens sterven als boosdoener, omdat Hij in de plaats<br />

stond van de verraders, terwijl al hun bijeenvergaarde zonden op Zijn goddelijke<br />

ziel drukten. Het was niet genoeg, dat Jezus stierf om aan de eisen van een<br />

verbroken wet te voldoen, Hij stierf een schandelijke dood. De profeet geeft Zijn<br />

woorden aan de wereld: „Ik heb Mijn gelaat niet verborgen voor<br />

schande‟.(Jesaja 50:6).<br />

Kunnen de mensen ook nog maar het minste gevoel van verheffing<br />

hebben bij het overdenken van dit alles? Kunnen zij, als zij het leven, het lijden<br />

en de vernederingen van Christus nagaan, hun trotse hoofd opheffen, alsof zij<br />

geen beproevingen, geen schande, geen vernederingen behoefden te dragen? Ik<br />

zeg tot de volgelingen van Christus: „Zie naar Golgotha en krijg een kleur van<br />

schaamte over uw naar uw eigen mening belangrijke gedachten. Al deze<br />

vernederingen van de Majesteit des hemel waren voor schuldige, veroordeelde<br />

mensen. Hij daalde steeds dieper af in Zijn vernedering, tot Hij niet dieper kon<br />

gaan, om de mens op te heffen uit zijn morele ontaarding. Dit alles was voor u,<br />

die streeft naar de macht, die streeft naar menselijke lof, naar menselijke<br />

verheffing, u, die bang bent, dat u niet alle respect van de mensen zult<br />

ontvangen, waarop u meent recht te hebben. Is dat christelijk?” <strong>–</strong><br />

<strong>Bijbel</strong>kommentaar, blz. 385-386.<br />

C Als aan de eis van de overtreden Wet werd voldaan, symbolisch door<br />

het bloed van de vervanger (Leviticus 17:11), wat was dan de nieuwe<br />

status van de berouwvolle zondaar voor God? Leviticus 4:20; 5:17-18;<br />

Numeri 15:22-26.<br />

55 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 30 november<br />

4 BARMHARTIGHEID EN GERECHTIGHEID<br />

A Hoe kunt u onder het nieuwe verbond bewijzen, dat Christus sterven<br />

moest voor onze zonden, omdat aan de eis van Gods Wet in het heilige<br />

der heiligen van het hemelse heiligdom (Openbaring 11:19; Hebreeën<br />

9:4; 8:5; Openbaring 15:5) nog moet worden voldaan? Romeinen<br />

4:15; 7:7; 1 Korinthe 15:56; Jakobus 2:8-11.<br />

“De bewering, dat Christus de wet van Zijn Vader door Zijn dood heeft<br />

afgeschaft, is uit de lucht gegrepen. Als het mogelijk was geweest de wet te<br />

veranderen of af te schaffen, dan had Christus niet hoeven te sterven om de<br />

mens te redden van de straf, die op de overtreding staat. De dood van Christus<br />

schaft de wet dus helemaal niet af, maar bewijst juist, dat de wet onveranderlijk<br />

is.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 432.<br />

B Hoe kunt u bewijzen, dat de genade van God, waardoor wij worden<br />

gerechtvaardigd (Titus 3:7) en gered (Éfeze 2:8), geen vrijbrief is voor<br />

iemand om door te gaan met het breken van de Wet (Romeinen6:1-2;<br />

Johannes 8:10-11) maar een kracht voor de berouwvolle zondaar om<br />

gehoorzaamheid te betonen aan de Almachtige?Romeinen 6:14; Titus<br />

2:11-12.<br />

C Met welke standaard zal God allen oordelen, die bekend zijn met Zijn<br />

wil? Prediker 12:13-14; Jakobus 2:8-12.<br />

“Gods wet is geestelijk. Hij neemt kennis van onze meest geheime<br />

gedachten, doelen en beweegredenen. Het oordeel, de wil en de genegenheden<br />

moeten onder controle staan van deze voorschriften. De geboden eisen liefde tot<br />

God en tot de naaste; zonder deze liefde, zal uiterlijke volgzaamheid niet<br />

aanvaard worden. Deze wet is de standaard van het christelijke karakter. Als een<br />

getrouwe spiegel openbaart deze aan de mensenkinderen de gebreken in hun<br />

morele karakter. Het maakt hen waakzaam voor verleidingen. Het onderwijst<br />

hen om juist te oordelen en verbetert het geestelijk inzicht. De wet van God is<br />

heilig, rechtvaardig en goed. Als ons leven overeenstemt met deze standaard,<br />

zijn wij gelukkig.” <strong>–</strong>The Signs of the Times, 9 juni 1881.<br />

D Welk verschil zal gemaakt worden in het oordeel tussen twee klassen<br />

van mensen, zover als het hun kennis van de Wet van God aangaat?<br />

Romeinen 2:12.<br />

56 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 1 december<br />

5 ZONDEN UITGEWIST IN HET OORDEEL<br />

A Waarom moeten onze zonden, hoewel voorwaardelijk vergeven, in de<br />

hemelse verslagen komen? Waarom kunnen zij niet tegelijkertijd<br />

vergeven en uitgewist worden? Ezechiël 18:24; Matthéüs 18:23-35.<br />

B Hoewel Christus kwam om ons te bevrijden van zonde, moet iedereen<br />

„gelijk het de mensen gezet is‟ sterven en voor de „rechterstoel‟ van<br />

God staan. Hebreeën 9:26-27. Hoe herhaalt de apostel Paulus dit in<br />

andere woorden? 1 Timótheüs 5:24.<br />

C Voor welke grote gebeurtenis en op welke voorwaarde zullen onze<br />

zonden uitgewist worden in het oordeel? Jesaja 43:25; Handelingen<br />

3:19-20.<br />

“Wanneer de boeken in het oordeel worden geopend, gaat het leven van<br />

allen, die in Christus hebben geloofd, aan Gods oog voorbij…<br />

Bij de namen van allen, die hun zonden hebben beleden en het verzoenend<br />

bloed van Christus hebben aangenomen, staat in de boeken des hemels<br />

genoteerd, dat zij vergiffenis hebben ontvangen. Daar zij met Christus‟<br />

gerechtigheid zijn bekleed en hun karakter in harmonie is met Gods wet, zullen<br />

hun zonden worden uitgewist en zullen zij „waardig worden gekeurd‟ om het<br />

eeuwige leven te hebben.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 446.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 2 december<br />

1 Hoe werden de zonden overgedragen onder het oude verbond op het<br />

aardse heiligdom? Hoe worden de zonden overgedragen onder het<br />

nieuwe verbond op het hemelse heiligdom?<br />

2 Wat is de betekenis van het wierookvat en het reukofferaltaar in de<br />

hemel?<br />

3 Hoe kunt u bewijzen, dat Gods genade geen vrijbrief is voor iemand<br />

om door te gaan met zondigen?<br />

4 Hoe weten wij, dat wanneer onze zonden vergeven zijn, zij niet<br />

automatisch op dezelfde tijd geschrapt worden?<br />

5 Wanneer en op welke voorwaarden zullen onze zonden uitgewist<br />

worden in het oordeel?<br />

57 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


TE LICHT BEVONDEN<br />

“De uitspraak van de Verlosser over de vijgenboom zonder vruchten is<br />

een waarschuwing voor allen, die zeggen christenen te zijn en toch blijven in<br />

blind ongeloof. Zo wilde de Heer eeuw na eeuw het gevaar leren van het<br />

verwerpen van het licht. Christus heeft gewerkt voor allen en allen uitgenodigd.<br />

Hij zal iedereen verlichten, die de Schriften oprecht zal onderzoeken. Hij klopt<br />

nu aan de deur van het hart. Zal Hij van ons moeten zeggen: „Tevergeefs eren zij<br />

Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn‟?<br />

De woorden, die tegen de vijgenboom gesproken werden, zijn van<br />

toepassing op iedereen, wiens leven, hoewel aanmatigend, vruchteloos is. De<br />

boom kan iedere aanwijzing van voorspoed hebben, maar de Heer neemt geen<br />

weelderig gebladerte aan als bewijs van vruchtbaarheid. Zijn onderzoek naar de<br />

vruchten, die de boom waardevol maken, is nauwgezet en beslissend. Hoe staat<br />

het met ons? Kunnen wij het onderzoek doorstaan van Hem, die nooit een fout<br />

maakt, of dragen wij alleen de bladeren van belijdenis? Belijdenis is niets, als<br />

het alleen een masker is van geestelijke onvruchtbaarheid.<br />

Als de Verlosser verschijnt op de wolken des hemels, zal niemand nog<br />

een kans gegeven worden om de verlossing te verkrijgen. Allen zullen hun<br />

besluit genomen hebben. Voor de afsluiting van de wereldgeschiedenis zal de<br />

duistere bedekking verwijderd zijn van de gedachten van hen, die het bewijs<br />

willen aannemen. Harten zullen gereinigd worden door het aannemen van<br />

Christus in de tijd, dat de hele wereld verlicht wordt door de heerlijkheid van de<br />

engel, die komt van de hemel.<br />

De tijd staat vlak voor ons, wanneer iedere vorm van misleiding<br />

uitgeoefend zal worden. Christus zegt: „Maar wacht u van de valse profeten, die<br />

in schaapskleren tot u komen‟. Zij spreken mooie woorden, maar de hele tijd<br />

kijken zij, hoe zij winst voor zichzelf kunnen behalen. Zij zijn vol van zichzelf,<br />

zij werken met een ander doel dan God. „Zo zult gij ze dan aan hun vruchten<br />

kennen‟, zei de Heiland. „Een goede boom kan geen kwade vruchten<br />

voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen‟. Niets<br />

anders dan berouw en geloof kunnen een onrein hart rein maken.<br />

God weegt ieder mens in de weegschaal van het heiligdom. In de ene<br />

schaal is Zijn volmaakte, onveranderlijke wet geplaatst, die volkomen<br />

gehoorzaamheid vraagt. Als in de andere schaal jaren van vergeetachtigheid, van<br />

opstandigheid, van eigen genoegens, zonder berouw, zonder belijdenis, geen<br />

poging om goed te doen staan, zegt God: „Gij zijt in weegschalen gewogen, en<br />

gij zijt te licht bevonden‟.” <strong>–</strong>The Youth’s Instructor, 31 <strong>juli</strong> 1902.<br />

58 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 11 SABBAT, 10 december <strong>2011</strong> 16.29 uur<br />

EEN TEGENBEELDIGE VERZOENDAG<br />

“Tot twee duizend driehonderd avonden en morgens; dan zal het<br />

heiligdom gerechtvaardigd worden” (Daniël 8:14).<br />

“ De profetie van Daniël 8:14… had betrekking op de dienst van Christus in<br />

het heilige der heiligen en op het onderzoekend oordeel.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz.<br />

396.<br />

Aanvullende studie: De Grote Strijd, blz. 390-395.<br />

ZONDAG 4 december<br />

1 HET HEMELS HEILIGDOM MOET OOK GEREINIGD WORDEN<br />

A Waarom ging de hogepriester eenmaal per jaar het heilige der<br />

heiligen binnen? Hebreeën 9:7, 23; Leviticus 16:16. Hoe werd deze<br />

dag genoemd?<br />

“In de tabernakel- en de tempeldienst, die een voorafschaduwing van het<br />

offer en martelaarschap van Christus waren, sloot de reiniging van het heiligdom<br />

door de hogepriester de jaarlijkse cyclus af. Door deze dienst werd het<br />

verzoeningswerk afgerond en werden de zonden van Israël uit het heiligdom<br />

verwijderd.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 329.<br />

B Wanneer werd het volk beschouwd als „gereinigd van al (hun) zonden<br />

voor de Heer‟, wanneer zij „vergeven‟ waren in de dagelijkse dienst<br />

(Leviticus 4:20, 26, 31, 35), of pas nadat hun zonden verwijderd<br />

waren op de Grote Verzoendag? Leviticus 16:29-30.<br />

C Wat vervuilt voortdurend het hemelse heiligdom? 1 Timótheüs 5:24.<br />

„De hemelse dingen‟, d.w.z. het hemelse heiligdom, moeten daarom<br />

gereinigd worden „door betere offeranden‟ (Hebreeën 9:23, l.d.) op de<br />

tegenbeeldige verzoendag. Wat wordt bedoeld met de „betere<br />

offeranden‟, vereist voor de reiniging van het heiligdom in de hemel?<br />

Hebreeën 9:12, 26.<br />

59 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 5 december<br />

2 DE BEPAALDE TIJD<br />

A Welke tijd was bepaald in Gods plan voor de reiniging van het<br />

hemelse heiligdom? Daniël 8:14. Welke tijdsperiode wordt<br />

vertegenwoordigd door de 2300 dagen volgens de <strong>Bijbel</strong>se<br />

meetmethode van profetische dagen (Ezechiël 4:6)? Hoe hebben de<br />

Adventpioniers deze profetie opgevat?<br />

“Men ging er immers vanuit, dat de 2300 avonden en morgens begonnen<br />

op het ogenblik, dat het bevel van Artaxerxes (Artachsasta) om Jeruzalem te<br />

herstellen en te herbouwen van kracht werd, namelijk in de herfst van het jaar<br />

457 v. Chr. Als men dit uitgangspunt aannam, was er een volmaakte harmonie in<br />

de interpretatie van alle gebeurtenissen, die waren voorzegd in de beschrijving<br />

van de periode in Daniël 9:25-27. Negenenzestig weken, de eerste 483 jaar van<br />

de lange periode van 2300 jaren, zouden reiken tot aan de komst van de Messias,<br />

de gezalfde. Christus‟ doop en Zijn zalving door de Heilige Geest in het jaar 27<br />

na Chr. kloppen volkomen met deze berekening. In de helft van de zeventigste<br />

week zou de Gezalfde worden uitgeroeid. Drieëneenhalf jaar na Zijn doop, in de<br />

lente van het jaar 31 na Chr. werd Christus gekruisigd. De zeventig weken, of<br />

490 jaren, waren in het bijzonder voor de Joden „bepaald‟. Bij het verstrijken<br />

van deze periode in het jaar 34 na Chr. bezegelde het volk zijn verwerping van<br />

Christus door de vervolging van Zijn discipelen en richtten de apostelen zich tot<br />

de heidenen. Daar de eerste 490 jaar van de 2300 waren verstreken, bleven er<br />

nog 1810 jaar over. Als men 1810 jaar telt bij 34 na Chr., komt men in het jaar<br />

1844. De engel had gezegd: „Dan zal het heiligdom in rechte staat hersteld<br />

worden‟ (Daniël 8:14).” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 384-385.<br />

B Waarom kan de profetie van Daniël 8:14 (2300 profetische dagen of<br />

2300 letterlijke jaren), waarvan het eerste deel verklaard werd door<br />

de engel Gabriël in Daniël 9:24-27, alleen betrekking hebben op het<br />

hemelse heiligdom?<br />

“Bij de dood van Christus kwam er een eind aan de schaduwdienst. De<br />

„ware tabernakel‟ in de hemel is het heiligdom van het nieuwe verbond.<br />

Aangezien de profetie van Daniël 8:14 in deze bedeling in vervulling is gegaan,<br />

moet het heiligdom, waar in deze tekst over gesproken wordt, het heiligdom van<br />

het nieuwe verbond zijn. Aan het einde van de 2300 avonden en morgens in<br />

1844 was er al eeuwenlang geen heiligdom meer op aarde. De profetie „Twee<br />

duizend driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom in rechte staat<br />

hersteld worden‟, verwees naar het heiligdom in de hemel.” <strong>–</strong>De Grote Strijd,<br />

blz. 391.<br />

60 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 6 december<br />

3 HET HEILIGE DER HEILIGEN GEOPEND<br />

A Wat zag Johannes, toen de eerste afdeling van het heiligdom geopend<br />

werd in het jaar 31 na Chr.? Openbaring 4:1-2, 5. En wat zag hij,<br />

toen de tweede afdeling geopend werd in 1844? Openbaring 11:19.<br />

“Toen de apostel Johannes in een visioen in de tempel van God in de<br />

hemel mocht kijken, zag hij „zeven vurige fakkels branden voor de troon‟<br />

(Openbaring 4:5). Hij zag een engel „met een gouden wierookvat bij het altaar<br />

staan, en hem werd veel reukwerk geschonken om het te geven, met de gebeden<br />

van alle heiligen, op het gouden altaar voor de troon‟ (Openbaring 8:3). De<br />

profeet mocht een blik werpen in het eerste vertrek van het heiligdom in de<br />

hemel en zag daar „zeven vurige fakkel‟ branden en „het gouden altaar‟, die in<br />

het heiligdom op aarde werden voorgesteld door de kandelaar en het reukaltaar.<br />

En weer „ging de tempel open‟ (Openbaring 11:19) en hij zag door het<br />

voorhangsel in het heilige der heiligen. Daar zag hij „de ark van Zijn verbond‟,<br />

die op aarde was afgebeeld door de ark, die Mozes had gemaakt voor de twee<br />

stenen tafelen.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 388.<br />

B Welke verandering vond er plaats in het dienstwerk van Christus in<br />

1844? Openbaring 3:7-8. Waar werden de tronen opgesteld voor het<br />

werk van het oordeel? Daniël 7:9-10.<br />

“De deur werd geopend in het heilige der heiligen in het hemels<br />

heiligdom, waar de ark is, welke de tien geboden bevat. Deze deur werd niet<br />

geopend, totdat het middelaarwerk van Jezus geëindigd was in de heilige plaats<br />

van het heiligdom, in het jaar 1844. Toen stond Jezus op, sloot de deur van het<br />

heilige en opende de deur naar het heilige der heiligen en ging in het binnenste<br />

van het voorhangsel, waar Hij nu bij de ark staat en tot waar het geloof van<br />

Israël nu heen reikt.” <strong>–</strong>Eerste Geschriften, blz. 38.<br />

C Hoe voorzegde God door de profeet Jesaja deze grote dag, die begon<br />

in 1844? Jesaja 22:20-22. Terwijl de verzoening doorgaat, roept God<br />

ons op onze zielen te kwellen. Maar wat doen veel mensen in plaats<br />

van zich te keren tot de Heer met berouwvolle harten? Jesaja 22:12-<br />

14; Openbaring 3:14-17.<br />

D Welke mogelijkheid, die nog voor ons open is, zal niet lang meer<br />

duren? Openbaring 3:18-20; 2 Petrus 3:9, 14.<br />

61 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 7 december<br />

4 ZONDEN VERWIJDERD UIT HET VERSLAG<br />

A Wat moet Christus, onze Hogepriester, „uitwissen‟ of „wegdoen‟ of<br />

verwijderen uit onze harten en uit de verslagen in het heiligdom?<br />

Jesaja 43:25.<br />

“De dienst (de reiniging van het aardse heiligdom) was een beeld van het<br />

afsluitingswerk van onze Hogepriester in de hemel. Ook daar worden de zonden<br />

van Zijn volk, die in de hemelse boeken staan opgetekend, verwijderd en<br />

uitgedelgd. Deze dienst impliceert een onderzoekend oordeel en gaat<br />

onmiddellijk aan de wederkomst van Christus op de wolken des hemels met<br />

macht en heerlijkheid vooraf, want wanneer Jezus terug komt, is er over<br />

iedereen een beslissing gevallen.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 329.<br />

B Waarom zal „het uitwissen‟ van onze zonden ons hoop en moed<br />

geven? Jesaja 44:22-23.<br />

“God handelt niet met ons, zoals eindige mensen elkaar behandelen. Zijn<br />

gedachten zijn gedachten van barmhartigheid, liefde en het tederste medelijden.<br />

„Hij zal overvloedig vergeven‟. Hij zegt: „Ik delg uw overtredingen uit als een<br />

nevel, en uw zonden als een wolk; keer weer tot Mij, want Ik heb u verlost‟<br />

(Jesaja 44:22). Laten wij vertrouwen op het woord van de Heer en door onze<br />

vreugdevolle gehoorzaamheid onze dankbaarheid tonen voor Zijn vergevende<br />

liefde.<br />

Broeders en zusters, sla de ogen op; u, die wordt op de proef gesteld,<br />

verleid en ontmoedigd, sla de ogen op. Laat uw vermoeide, onzekere en door<br />

zonden onderdrukte ziel niet beschroomd worden. De beloften van God, die in<br />

grote lijnen in deze tijd tot ons komen, verzekeren u, dat de hemel bereikt kan<br />

worden, als u zult doorgaan met klimmen.” <strong>–</strong>The Review and Herald, 17<br />

februari 1885.<br />

C Welke verklaring zal gegeven worden door Christus aan het einde<br />

van het onderzoekend oordeel, als Hij Zijn dienstwerk als onze<br />

Hogepriester stopt? Openbaring 22:11-12.<br />

“Wanneer het onderzoekend oordeel is afgesloten, zal over het lot van<br />

allen „ten leven of ten dode‟ zijn beslist. Korte tijd voordat Christus op de<br />

wolken des hemels verschijnt, zal ook de genadetijd afgelopen zijn.” <strong>–</strong>De Grote<br />

Strijd, blz. 452.<br />

62 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 8 december<br />

5 EEN ONHERROEPELIJK VONNIS<br />

A Als het Middelaarwerk van Christus gedaan is, wat zal de Engel dan<br />

doen met het wierookvat? Openbaring 8:4-5. Wat is de betekenis van<br />

deze symbolische daad? Zal er nog een andere kans zijn om berouw<br />

te hebben?<br />

“Ik zag engelen haastig door de hemel heen en weer snellen. Een engel<br />

met een schrijvers-inktkoker aan zijn lende keerde van de aarde terug en meldde<br />

Jezus, dat zijn werk volbracht was en dat de heiligen geteld en verzegeld waren.<br />

Toen zag ik Jezus, die dienst verricht had vóór de ark, waarin de tien geboden<br />

zijn, het wierookvat wegwerpen. Hij hief Zijn handen omhoog en sprak met<br />

luider stem: „Het is volbracht’. En het ganse engelenheir legde hun kronen af,<br />

toen Jezus de plechtige verklaring uitsprak: „Die onrecht doet, dat hij nog<br />

onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij<br />

nog rechtvaardig worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde‟<br />

(Openbaring 22:11).<br />

Ieder geval was ten leven of ten dode beslist. Terwijl Jezus in het<br />

heiligdom Zijn bediening verricht had, was het oordeel over de rechtvaardige<br />

doden voortgezet en daarna over de rechtvaardige levenden. Christus had Zijn<br />

koninkrijk ontvangen, nadat Hij verzoening gedaan had voor Zijn volk en hun<br />

zonden had uitgewist.” <strong>–</strong>Eerste Geschriften, blz. 334-335.<br />

B Welke uitspraak zal onze aandacht vragen, terwijl het onderzoek nog<br />

gaande is? Waarom? Daniël 5:27. Welke waarschuwing moeten wij<br />

overdenken? Markus 13:35-37.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 9 december<br />

1 Wanneer werd van het volk verklaard onder het oude verbond, dat zij,<br />

‘gereinigd waren van alle (hun) zonden voor de Heer’, aan het einde van de<br />

dagelijkse dienst of aan het einde van de jaarlijkse dienst?<br />

2 Van wat moet het hemelse heiligdom gereinigd worden?<br />

3 De Adventpioniers beseffen, dat het onderzoekend oordeel, de reiniging van<br />

het hemelse heiligdom, het uitwissen van het verslag van de zonden is.<br />

Wanneer begon dit werk?<br />

4 Welke verklaring zal in de hemel gegeven worden, als onze zonden<br />

verwijderd (uitgewist) worden uit de boeken? Wat is de volgende<br />

gebeurtenis? Wanneer Christus komt, kunnen dan de verdiensten van Zijn<br />

bloed nog zonden afwassen? Lees Hebreeën 9:28.<br />

5 Welke waarschuwing van Jezus heeft een speciale toepassing in deze<br />

laatste tijd?<br />

63 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 12 SABBAT, 17 december <strong>2011</strong> 16.29 uur<br />

EEN VERGELIJKING TUSSEN TYPE EN ANTITYPE<br />

“Nog een zeer weinig tijd en Hij, Die te komen staat, zal komen, en niet<br />

vertoeven” (Hebreeën 10:37).<br />

“De plechtige tonelen van het oordeel, de grote verzoendag, moeten de<br />

mensen voor ogen worden gehouden en krachtig en nadrukkelijk op het geweten<br />

gedrukt worden.” <strong>–</strong>Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 344.<br />

Aanvullende studie: Patriarchen en Profeten, blz. 308-322.<br />

ZONDAG 11 december<br />

1 DE GROTE VERZOENDAG IN TYPES EN SYMBOLEN<br />

A Welke procedure op de grote verzoendag symboliseert de<br />

verwijdering van de beleden zonden van het heiligdom en van de<br />

mensen? Leviticus 16:7-10.<br />

B Wat deed de hogepriester met het bloed van de bok? Leviticus 16:15-<br />

16.<br />

C Na welke handeling werd de jaarlijkse boetedoening (verzoening)<br />

voor de mensen en voor het heiligdom als „voltooid‟ beschouwd, nadat<br />

de bok was gedood, of nadat het bloed was aangewend? Leviticus<br />

16:15-20.<br />

“Zoals de zonden van het volk vroeger op het zondoffer werden<br />

overgedragen en door zijn bloed zinnebeeldig naar het heiligdom op aarde<br />

werden overgebracht, zo worden de zonden van de gelovigen, die hun schuld<br />

belijden, op Christus overgedragen en naar het heiligdom in de hemel<br />

overgebracht. Zoals de zinnebeeldige reiniging van het heiligdom op aarde<br />

plaats vond door het wegdoen van de zonden, die het verontreinigden, wordt het<br />

hemelse heiligdom gereinigd door het verwijderen van de zonden, die daar zijn<br />

opgetekend.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 394-395.<br />

64 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 12 december<br />

2 „ALS HIJ NU ZAL GEËINDIGD HEBBEN…‟<br />

A Wat leert de reiniging van het aardse heiligdom over de reiniging van<br />

het hemelse? Daniël 8:14; Hebreeën 8:3-6.<br />

“Zowel in de zinnebeeldige dienst als in de ware dienst moest de reiniging<br />

met bloed geschieden: in de dienst hier op aarde met het bloed van dieren; in het<br />

heiligdom in de hemel met het bloed van Christus.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 391.<br />

B Hoe kunnen deze symbolen ons leven beïnvloeden op een praktische<br />

manier?<br />

“Het bloed van Christus heeft een krachtige uitwerking, maar het moet<br />

voortdurend toegepast worden. God wenst niet alleen, dat Zijn dienstknechten<br />

de middelen gebruiken, die Hij hun heeft toevertrouwd voor Zijn heerlijkheid,<br />

maar Hij verlangt, dat ze zich persoonlijk wijden aan Zijn werk. Indien gij, mijn<br />

broeders, zelfzuchtig bent geworden en de Here onthoudt, wat u blijmoedig voor<br />

Zijn dienst moest geven, dan moet u nodig en grondig met het bloed besprenkeld<br />

worden en uzelf en al uw bezit aan God wijden.” <strong>–</strong>Uit de Schatkamer der<br />

Getuigenissen 1, blz. 500.<br />

“Mijn zeer gerespecteerde broeders en zusters, u hebt niet die ernstige en<br />

onzelfzuchtige toewijding tot het werk van God, die Hij van u verlangt. U geeft<br />

uw aandacht aan tijdelijke zaken. U hebt uw geest getraind voor het<br />

bedrijfsleven ten goede van uzelf. Maar God vraagt u om in hechtere eenheid te<br />

komen met Hem, zodat Hij u kan vormen en trainen voor Zijn werk. Een<br />

plechtige verklaring was gegeven aan het oude Israël, dat de mens, die onrein<br />

zal blijven en weigeren zichzelf te zuiveren, verwijderd moet worden uit de<br />

gemeenschap. Dit heeft een speciale betekenis voor ons. Als het nodig was in de<br />

oudheid voor de onreine om te worden gezuiverd door het bloed der<br />

besprenging, hoe essentieel is dat dan voor degenen, die in de gevaren van de<br />

laatste dagen leven en blootgesteld zijn aan de verleidingen van Satan, om het<br />

bloed van Christus dagelijks toe te passen op hun hart...<br />

Waak op uit uw slaperigheid, verlaat de ijdele afgoderij van wereldse<br />

dingen en stel in alle ernst uw aanspraak op uw onsterfelijke erfenis veilig. Werk<br />

terwijl het dag is. Breng uw ziel niet in gevaar door geboden kansen te<br />

verspelen. Maak uw eeuwige belangen niet van ondergeschikt belang. Stel de<br />

wereld niet voor religie en zwoeg niet dag na dag om haar rijkdom te verwerven,<br />

terwijl het gevaar van eeuwig bankroet u bedreigt. Elke dag brengt u dichter bij<br />

de uiteindelijke afrekening.” <strong>–</strong>Testimonies 4, blz. 122-123.<br />

65 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 13 december<br />

3 DE ZONDEBOK<br />

A Wat deed de hogepriester, nadat „hij een einde gemaakt had aan de<br />

verzoening‟ van het heiligdom en de mensen? Leviticus 16:20-22.<br />

“Daarna nam hij als middelaar de zonden op zich en droeg ze uit het<br />

heiligdom. Hij plaatste zijn handen op de kop van de zondebok, beleed al deze<br />

zonden over het dier en bracht door deze handeling de zonden van hemzelf op<br />

de zondebok over. De bok nam de zonden mee naar de woestijn en pas dan<br />

waren ze voor altijd verwijderd.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 393.<br />

B Door het dragen van de ongerechtigheden van het volk van het<br />

heiligdom naar de voorhof en door het leggen van zijn beide handen<br />

op de kop van de levende bok was de hogepriester in contact met<br />

zonde. Hij was verontreinigd. Wat moest hij daarom doen? Leviticus<br />

16:24.<br />

C Wat was om dezelfde reden nodig voor de man, die de bok weg<br />

leidde? Leviticus 16:26.<br />

D Kon deze bok het onbevlekte Lam Gods, dat de zonden van de wereld<br />

wegneemt, vertegenwoordigen, omdat de zondebok de persoon<br />

bezoedelde, die ermee in contact was (Leviticus 16:26)? Johannes<br />

1:29; 1 Petrus 1:19. Wat konden de Adventistenpioniers zien?<br />

“Zij zagen ook in, dat het zondoffer Christus symboliseerde, dat de<br />

hogepriester Christus als middelaar voorstelde en dat de zondebok een beeld<br />

was van Satan, de aanstichter van de zonde, op wie de zonden van de oprechte<br />

boetvaardigen uiteindelijk zullen worden gelegd. Wanneer de hogepriester door<br />

het bloed van het zondoffer de zonden uit het heiligdom verwijderde, plaatste hij<br />

ze op de zondebok. Wanneer Christus door Zijn eigen bloed de zonden van Zijn<br />

volk uit het hemelse heiligdom wegdoet, zal Hij ze leggen op Satan, die bij de<br />

voltrekking van het vonnis de straf zal moeten dragen.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz.<br />

395.<br />

66 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 14 december<br />

4 DE VOLTOOIING VAN DE VERZOENING<br />

A Hoe openbaarde de laatste procedure van de verzoening de<br />

buitengewone zondigheid van de zonde? Leviticus 16:10, 26. Wat<br />

symboliseert dit?<br />

“Zo werden in de schaduwdienst de dagelijkse diensten afgesloten door de<br />

reiniging van het heiligdom en het belijden van de zonden op de kop van de<br />

zondebok.<br />

Op deze wijze werden door de heiligdomsdienst, en later door de dienst in<br />

de tempel, aan het volk de grote waarheden onderwezen, die betrekking hadden<br />

op de dood en het dienstwerk van Christus, en eens per jaar werden hun<br />

gedachten gericht op de slotgebeurtenissen van de grote strijd tussen Christus en<br />

Satan en de uiteindelijke reiniging van het heelal van zonde en zondaars.<br />

Daar Satan de aanstichter is van de zonde, de oorzaak van alle zonden die<br />

oorzaak waren van de dood van Gods Zoon, eist het recht, dat Satan eenmaal de<br />

straf zal dragen. Het werk van Christus voor de verlossing van de mens en de<br />

reiniging van het universum van zonde zal afgesloten worden door het wegdoen<br />

van de zonde uit het hemelse heiligdom en het leggen van deze zonden op Satan,<br />

die ten slotte de straf zal dragen.” <strong>–</strong>Patriarchen en Profeten, blz. 322.<br />

B Welke leiding zal Christus na de verzoening nemen? Hebreeën 9:28;<br />

10:37.<br />

“In de zinnebeeldige dienst trad de hogepriester, nadat hij verzoening had<br />

gedaan voor Israël, naar buiten en zegende de vergadering. Zo zal Christus aan<br />

het einde van Zijn middelaarschap verschijnen en „zonder zonde aanschouwd<br />

worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten‟, om Zijn wachtend volk te<br />

belonen met het eeuwige leven.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 448.<br />

C Wat bedoelt Paulus, als hij zegt dat, als Christus de tweede keer<br />

komt, Hij zal verschijnen „zonder zonde‟ (Hebreeën 9:28)? Hebreeën<br />

10:17-18.<br />

„Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde om veler zonden weg te<br />

nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden door hen, die Hem<br />

verwachten tot zaligheid‟ (Hebreeën 9:28).<br />

67 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 15 december<br />

5 DE ZONDEBOK GEBONDEN<br />

A Zal een bijzonder voorrecht worden gegeven aan degenen, die niet<br />

klaar zijn om Christus te ontvangen bij Zijn komst? Matthéüs 7:22-<br />

23; Lukas 13:23-27; Jesaja 55:6. Waarom zal het te laat zijn voor hen,<br />

die niet gereed zijn? Matthéüs 25:10-12.<br />

B Waar zal Satan (gesymboliseerd door de zondebok) en zijn engelen<br />

worden geïsoleerd en voor hoe lang, voordat zij worden vernietigd?<br />

Jesaja 14:12-20; 24:20-22; Jeremia 4:20-26; Openbaring 20:1-3.<br />

“De aarde zal duizend jaar lang de woonplaats van Satan en zijn engelen<br />

zijn. Hij zal op de aarde moeten blijven en zal geen toegang hebben tot de<br />

andere werelden om degenen, die nooit zijn gevallen, te verleiden en te kwellen.<br />

In die betekenis is hij „gebonden‟: er is niemand meer over wie hij kan heersen.<br />

Hij kan het bedrog en de vernietiging, waaraan hij eeuwenlang zoveel plezier<br />

heeft beleefd, niet meer voortzetten.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 608.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 16 december<br />

1 Hoe werden de beleden zonden verwijderd van het heiligdom en van<br />

de mensen op de Grote Verzoendag?<br />

2 Na welke handeling was de jaarlijkse verzoening voltooid?<br />

3 Hoe werden de zonden weggedragen, nadat de zonden waren<br />

verwijderd van het heiligdom en van de mensen?<br />

4 Geef één van de redenen, waarom de levende bok voor Azazel<br />

Christus niet kon vertegenwoordigen. Wie symboliseerde hij?<br />

5 Hoe kunt u bewijzen dat, als Christus terugkomt, Hij de laatste stap<br />

in het verlossingsplan zal voltooien?<br />

68 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 13 <strong>Sabbat</strong>, 24 december <strong>2011</strong> 16.32 uur<br />

DE HERENIGING VAN GODS FAMILIE<br />

“En men zal te dien dage zeggen: Ziet, Deze is onze God; wij hebben<br />

Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken” (Jesaja 25:9).<br />

“Christus brengt Zijn volgelingen naar de stad Gods. De aarde is dan<br />

onbewoond.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 606-607.<br />

Aanvullende studie: Testimonies 6, blz. 308-312.<br />

ZONDAG 18 december<br />

1 CHRISTUS‟ WEDERKOMST<br />

A Drie gebeurtenissen:<br />

1 oprecht berouw en bekering worden gezien onder de volgelingen<br />

van Christus,<br />

2 hun beleden zonden zijn uitgewist in het onderzoekend oordeel,<br />

3 zij ontvangen de „late regen‟ bij de uitstorting van de Heilige Geest<br />

in volheid.<br />

Deze moeten plaatshebben in deze laatste dagen. Wat zal de vierde en<br />

belangrijkste gebeurtenis zijn? Handelingen 3:19-20; Psalm 50:3.<br />

“In vlammend vuur gehuld daalt de Koning der koningen neer op de wolk.<br />

De hemel wijkt terug als een boekrol, die wordt opgerold. De aarde beeft voor<br />

Hem, elke berg en elk eiland wordt van zijn plaats gerukt.” <strong>–</strong>De Grote Strijd,<br />

blz. 591.<br />

B Wat zal dan gebeuren met degenen, die gestorven zijn in Christus en<br />

zijn goedgekeurd in het onderzoekend oordeel? Johannes 5:28-29<br />

(e.d.); 1 Thessalonicensen 4:13-16.<br />

“Terwijl de aarde op haar fundamenten beeft, terwijl het bliksemt en<br />

dondert, roept de stem van Gods Zoon de slapende heiligen uit hun graf. Hij<br />

kijkt naar hun graven en roept, terwijl Hij Zijn handen ten hemel heft:<br />

„Ontwaakt, ontwaakt, gij die slaapt in het stof en staat op!‟ Over de hele lengte<br />

en breedte van de aarde zullen de doden Zijn stem horen en zij, die in Christus<br />

gestorven zijn, zullen opstaan.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 594.<br />

69 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 19 december<br />

2 „HET ZAL U VERGOLDEN WORDEN IN DE OPSTANDING DER<br />

RECHTVAARDIGEN‟<br />

A Wat is geschreven over de beloning, die weggelegd is voor de<br />

aartsvaders? Hebreeën 11:13, 39-40. Wanneer zullen de<br />

rechtvaardigen worden beloond? Lukas 14:14. Wat zullen zij horen<br />

van vele lippen?<br />

“De verlosten zullen degenen ontmoeten en herkennen, van wie zij de<br />

aandacht hebben gericht op de verheven Heiland. Welke gezegende gesprekken<br />

hebben zij met deze zielen gehad! “Ik was een zondaar”, zal men zeggen,<br />

“zonder God en zonder hoop in de wereld en u kwam bij mij en richtte mijn<br />

aandacht op de dierbare Verlosser als mijn enige hoop. En ik geloofde in Hem.<br />

Ik had berouw van mijn zonden en werd geschikt gemaakt om samen met Zijn<br />

heiligen te zitten in de hemelse gewesten met Christus Jezus”. Anderen zullen<br />

zeggen: “Ik was een heiden in heidense landen. U verliet uw vrienden en<br />

comfortabele huis en kwam om mij te leren hoe Jezus te vinden en in Hem te<br />

geloven als de enige ware God. Ik heb mijn afgoden vernietigd en God aanbeden<br />

en nu zie ik Hem van aangezicht tot aangezicht. Ik ben verlost, eeuwig verlost,<br />

om eens Hem te aanschouwen, die ik lief heb. Ik zag Hem toen alleen met het<br />

geloofsoog, maar nu zie ik Hem, zoals Hij is. Ik kan nu mijn dankbaarheid uiten<br />

voor Zijn verlossende genade aan Hem, die mij lief had en mij waste van mijn<br />

zonden in Zijn eigen bloed.<br />

Anderen zullen hun dankbaarheid uiten aan hen, die de hongerigen<br />

voedden en de naakten kleedden.” <strong>–</strong>Testimonies 6, blz. 311.<br />

B Wat zei Christus over Abraham, Izaäk en Jakob? Wanneer zullen zij<br />

worden beloond? Lukas 20:37-38. En wat over de profeet Daniël?<br />

Daniël 12:13. En koning David? Handelingen 2:34-35. Is er enig<br />

bewijs in de <strong>Bijbel</strong>, dat zij al in de hemel zijn?<br />

“Het feit, dat David tot de opstanding in het graf blijft, bewijst dat de<br />

rechtvaardigen na de dood niet naar de hemel gaan. David zal alleen door zijn<br />

opstanding, die mogelijk is, omdat Christus ook uit de doden is opgestaan, eens<br />

aan de rechterhand van God kunnen zitten.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 500-501.<br />

C Er zijn drie uitzonderlijke gevallen genoemd in het Oude Testament.<br />

Genesis 5:24 (Hebreeën 11:5); Judas 9 (Romeinen 5:14); 2 Koningen<br />

2:11 (Matthéüs 17:1-5). Verklaar het.<br />

70 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 20 december<br />

3 NIEUWE LICHAMEN, NIEUWE WONINGEN<br />

A Waar zijn de heiligen, die zijn verrezen bij de opstanding van<br />

Christus? Matthéüs 27:52-53; Éfeze 4:8; Openbaring 4:4; 5:8-9.<br />

“Toen Christus opstond, bracht Hij uit het graf een menigte gevangenen<br />

mee. De aardbeving bij Zijn dood had hun graven geopend en toen Hij verrees,<br />

kwamen zij met Hem uit de graven. Het waren mensen, die medewerkers van<br />

God waren geweest en die van de waarheid getuigd hadden ten koste van hun<br />

leven. Nu zouden zij getuigen zijn van Hem, Die hen uit de doden had<br />

opgewekt…<br />

Zij voeren met Hem ten hemel als zegetekenen van Zijn overwinning over<br />

dood en graf. Dezen, zei Christus, zijn niet langer gevangenen van Satan: Ik heb<br />

hen vrijgekocht. Ik heb hen uit het graf doen herrijzen als de eerstelingen van<br />

Mijn macht om met Mij te zijn, waar Ik ben, en om nooit meer de dood te zien<br />

of smart te ondervinden.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 689, 690.<br />

B Wat is het bewijs, dat de apostelen niet in de hemel zijn? Wat is<br />

Christus‟ voorbereiding voor hen en voor ons? Johannes 14:1-3.<br />

Wanneer zullen zij, samen met ons, de beloofde beloning ontvangen?<br />

2 Timótheüs 4:7-8.<br />

C Wat weten wij over de nieuwe lichamen, die de heiligen zullen<br />

hebben? 1 Korinthe 15:35, 38, 42-44; Filippensen 3:21.<br />

“In de opstanding blijft onze identiteit bewaard, hoewel niet met dezelfde<br />

stofdeeltjes, dezelfde materie als die in het graf neerdaalde. De wondere werken<br />

van God zijn een mysterie voor de mens. De geest, het karakter van de mens,<br />

wordt aan God teruggegeven om daar te worden bewaard. In de opstanding zal<br />

iedereen zijn eigen karakter hebben. God zal op Zijn eigen tijd de doden uit het<br />

graf roepen door hen de levensadem te geven en de dorre beenderen te gebieden<br />

te leven. Dezelfde gedaante komt te voorschijn, maar deze zal vrij zijn van<br />

ziekte en gebreken. Die gedaante leeft weer en draagt dezelfde individualiteit,<br />

dezelfde persoonlijke trekken, zodat de ene vriend de andere zal herkennen. Er<br />

is geen wet van God in de natuur, die aantoont, dat God precies dezelfde<br />

materie, waaruit het lichaam vóór de dood bestond, terug geeft. God zal aan de<br />

rechtvaardige doden een lichaam geven, zoals het Hem behaagt.” <strong>–</strong>Maranatha,<br />

blz. 301.<br />

71 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 21 december<br />

4 CHRISTUS KOMT OM „GERICHT TE HOUDEN‟<br />

A Christus komt om „gericht te houden„. Johannes 5:27; 2 Timótheüs<br />

4:1; Judas 14-15. Welke bestemming zal worden gegeven aan de twee<br />

klassen van mensen in het gericht? Matthéüs 25:31-46; 13:41-43.<br />

“Op deze wijze schilderde Christus op de Olijfberg Zijn discipelen het<br />

toneel van de grote oordeelsdag. En Hij wees erop, dat de beslissing ervan<br />

afhangt van één punt. Wanneer de volken voor Hem vergaderd zijn, zullen er<br />

slechts twee groepen zijn, en hun eeuwige bestemming zal worden bepaald door<br />

wat ze hebben gedaan of hebben nagelaten te doen voor Hem in de persoon van<br />

de armen en noodlijdenden.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 558.<br />

B Wat zullen de goddelozen, vervuld van angst, doen op die grote dag?<br />

Jesaja 2:19-21; Openbaring 6:15-17.<br />

“Bij de wederkomst van Christus zullen alle ongelovigen volledig worden<br />

uitgeroeid: zij worden verteerd door „de adem van Zijn mond‟ en worden<br />

vernietigd door Zijn heerlijkheid. Christus brengt Zijn volgelingen naar de Stad<br />

Gods. De aarde is dan onbewoond. „Zie, de HERE ontledigt en verwoest de<br />

aarde, keert haar ondersteboven en verstrooit haar inwoners‟. „De aarde wordt<br />

volkomen ontledigd en geheel leeggeroofd, want de HERE heeft dit woord<br />

gesproken‟. „Want de aarde is ontwijd door haar bewoners, omdat zij de wetten<br />

hebben overtreden, de inzetting ontdoken, het eeuwig verbond verbroken.<br />

Daarom verslindt een vloek de aarde en moeten haar bewoners boeten; daarom<br />

worden de bewoners der aarde door een gloed verteerd en blijven er weinig<br />

stervelingen over‟ (Jesaja 24:3, 5-6).<br />

De hele aarde is verwoest.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 606-607.<br />

C Hoe zullen de heiligen zich verheugen en hoe snel? Jesaja 25:9.<br />

“Ik ben ook al een bedrieger genoemd, omdat ik heb gezegd: „De Heer zal<br />

spoedig komen, wees bereid, wees bereid, opdat u wachtend, oplettend en<br />

liefdevol gevonden mag worden bij Zijn verschijning‟. Maar in de Openbaring<br />

lees ik het volgende: „En zie, Ik kom haastig; en Mijn loon is met Mij, om een<br />

ieder te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn‟. „Zie, Ik kom haastig: zalig is hij,<br />

die de woorden van de profetie van dit boek bewaart‟. „Zie, Ik kom haastig;<br />

houd wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme‟ (22:12, 7; 3:11). Was<br />

Degene, die dit getuigenis naar voren bracht, een bedrieger, omdat het „haastig‟<br />

langer is dan onze eindige gedachten konden voorzien? Het is de getrouwe en<br />

waarachtige Getuige, Die spreekt. Zijn woorden zijn waarachtig en waarheid.” <strong>–</strong><br />

Manuscript Releases 16, blz. 179.<br />

72 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 22 december<br />

5 CHRISTUS‟ HEERLIJKHEID, EEN VERTEREND VUUR<br />

A Wat zal er met de levende heiligen gebeuren bij de komst van<br />

Christus? 1 Korinthe 15:51-53.<br />

“De levende verlosten zullen „in een ondeelbaar ogenblik, in een<br />

oogwenk‟ (1 Korinthe 15:52) worden veranderd. Bij het horen van Gods stem<br />

werden ze verheerlijkt. Ze worden dan onsterfelijk en met de verrezen heiligen<br />

worden ze op de wolken weggevoerd, de Here tegemoet in de lucht. Engelen<br />

„zullen Zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene<br />

uiterste der hemelen tot het andere‟ (Matthéüs 24:31). Heilige engelen brengen<br />

kleine kinderen naar hun moeder terug. Vrienden, die lange tijd door de dood<br />

waren gescheiden, worden herenigd om nooit meer uit elkaar te gaan en varen<br />

onder het zingen van vreugdeliederen op ten hemel naar de Stad Gods.” <strong>–</strong>De<br />

Grote Strijd, blz. 595.<br />

B Wat gebeurt er met alle anderen? Jesaja 66:15-18; 2<br />

Thessalonicensen 1:6-8; 2 Petrus 3:7, 10-12; Lukas 17:28-30. Is er<br />

enig bewijs, dat zij een tweede kans zullen hebben om gered te<br />

worden?<br />

C Verklaar waarom de heerlijkheid van Christus‟ komst de goddelozen<br />

zal vernietigen maar niet de heiligen. Filippensen 3:18-21.<br />

D Waar zullen de opgestane heiligen en de levende rechtvaardigen<br />

Christus ontmoeten? 1 Thessalonicensen 4:17. Waar zijn hun nieuwe<br />

woningen? Psalm 15:1; Hebreeën 12:22-23; Openbaring 21:2-4.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 23 december<br />

1 Beschrijf in de juiste volgorde de vier gebeurtenissen, genoemd in<br />

Handelingen 3:19-20.<br />

2 Wanneer zullen de aartsvaders en profeten hun beloning ontvangen?<br />

Welk bewijs toont aan, dat zij nog niet in de hemel zijn?<br />

3 Beschrijf de uitzonderlijke gevallen, die in de <strong>Bijbel</strong> vermeld staan.<br />

4 Wat zal behouden worden in de opstanding en wat zal niet behouden<br />

worden. Leg uit.<br />

5 Verklaar waarom de heerlijkheid van Christus‟ komst de goddelozen<br />

zal vernietigen maar niet de heiligen.<br />

73 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


Les 14 <strong>Sabbat</strong>, 31 december <strong>2011</strong> 16.38 uur<br />

DE HEILIGEN GEDURENDE EN NA DE DUIZEND JAAR<br />

“Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor<br />

niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen<br />

God bereid heeft voor hen, die Hem liefhebben” (1 Korinthe 2:9).<br />

“(In het nieuwe Jeruzalem) zullen onsterfelijke geesten met nooit<br />

ontbrekende vreugde de wonderen van de scheppende macht aanschouwen, het<br />

mysterie van verlossende liefde.” <strong>–</strong>God’s Amazing Grace, blz. 368.<br />

Aanvullende studie: De Grote Strijd, blz. 611-624.<br />

ZONDAG 25 december<br />

1 DE VERLOSTEN IN DE HEMEL<br />

A Welk voorrecht zal voortdurend verleend worden aan de heiligen,<br />

wanneer zij meegenomen zijn naar de hemel samen met Christus?<br />

Openbaring 7:13-17.<br />

“Miljoenen zijn met schande beladen in het graf gedaald, omdat zij<br />

vastberaden weigerden in te gaan op de bedrieglijke eisen van Satan. Ze zijn<br />

door menselijke rechtbanken veroordeeld als de ergste misdadigers. Maar nu<br />

God rechter is, worden de beslissingen van de mensen ongedaan gemaakt. „De<br />

smaad van Zijn volk zal Hij van de gehele aarde verwijderen‟ (Jesaja 25:8).” <strong>–</strong><br />

De Grote Strijd, blz. 599.<br />

B Aan welk werk zullen de verlosten deelnemen als deelgenoten van<br />

Christus na hun hemelvaart naar het „Vaderhuis‟ (Johannes 14:1-3)?<br />

Hoe lang zullen zij bezig zijn met dat werk? 1 Korinthe 6:2-3;<br />

Openbaring 20:4, 6, 12.<br />

“Het boek des levens bevat de goede daden van de heiligen; en het boek<br />

des doods bevat de boze daden van de goddelozen. Deze boeken worden<br />

vergeleken met het wetboek, de <strong>Bijbel</strong>, en volgens dat worden de mensen<br />

geoordeeld. De heiligen spreken in overeenstemming met Jezus hun oordeel uit<br />

over de goddeloze doden.” <strong>–</strong>Eerste Geschriften, blz. 52.<br />

74 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


MAANDAG 26 december<br />

2 DE GODDELOZEN MOETEN GEOORDEELD WORDEN<br />

A Omdat het lot van de goddelozen reeds zal zijn bepaald door hun<br />

eigen vrije keuze en zij zullen worden opgewekt in „de opstanding der<br />

verdoemenis‟ (Johannes 5:29) om „de tweede dood‟ te ondergaan<br />

(vernietiging) aan het einde van de duizend jaar (Openbaring 20:5, 9,<br />

14), waarom moeten zij dan geoordeeld worden?<br />

“(Aan het einde van de duizend jaar). Christus met Zijn volk oordeelde de<br />

goddeloze doden, hun daden toetsend aan het wetboek, het woord van God; en<br />

ieder geval beslissend naar hetgeen zij in het lichaam gedaan hadden. Zij<br />

bepaalden voor de goddelozen, wat zij moesten lijden, overeenkomstig hun<br />

werken; en het werd tegenover hun namen geschreven in het boek des doods.<br />

Ook Satan en zijn engelen werden door Jezus en de heiligen geoordeeld. Satans<br />

straf moest veel zwaarder zijn dan die van degenen, welke hij verleid had. Zijn<br />

lijden moest zoveel zwaarder zijn dan het hunne, dat het er niet mee vergeleken<br />

kon worden. Nadat allen, die hij verleid had, omgekomen waren, moest Satan<br />

nog veel langer voortleven en lijden.” <strong>–</strong>Eerste Geschriften, blz. 346.<br />

B Alle goddelozen zullen vergaan in de poel van vuur (Openbaring<br />

20:15), maar er zullen gradaties van straf zijn. Matthéüs 11:22;<br />

Lukas 12:47-48; 20:46-47; Romeinen 2:5-6. Wat is daarom<br />

inbegrepen in het feit, dat zij zullen worden geoordeeld „om gestraft<br />

te worden‟? 2 Petrus 2:9.<br />

“Maar vuur van God uit de hemel regent op hen, en de grote mannen, de<br />

machtigen, de edelen, de armen en de ellendigen worden allen tezamen verteerd.<br />

Ik zag, dat sommigen snel vernietigd werden, terwijl anderen langer leden. Zij<br />

werden gestraft naar hetgeen zij in het lichaam gedaan hadden. Bij sommigen<br />

duurde het vele dagen, voordat zij verteerd waren, en juist zolang als er een deel<br />

van hen nog niet verteerd was, zo lang behielden zij al het gevoel van hun lijden.<br />

De engel sprak: „De worm des levens zal niet sterven; hun vuur zal niet<br />

uitgeblust worden, zo lang er nog het kleinste deeltje overblijft, waar zij op azen<br />

of zich mee voeden kunnen!<br />

Satan en zijn engelen leden lang. Satan droeg niet slechts de last en de<br />

straf van zijn eigen zonden, maar ook van de zonden van het heir der verlosten,<br />

die op hem gelegd waren; want hij moest evenzeer lijden voor het verderf van de<br />

zielen, waar hij de oorzaak van was. Toen zag ik, dat Satan en het ganse heir der<br />

goddelozen verteerd was en de rechtvaardigheid Gods bevredigd was; en het<br />

ganse engelenheir, en al de verloste heiligen, spraken met luider stem „Amen!‟.”<br />

<strong>–</strong>Eerste Geschriften, blz. 349-350.<br />

75 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DINSDAG 27 december<br />

3 HET DOEL VAN HET OORDEEL<br />

A Waarom is een oordeel nodig? Kon God, die alles weet (Hebreeën 4:13), niet<br />

een rechtvaardig vonnis over elk geval uitspreken? Waarom moeten ook<br />

menselijke wezens deelnemen aan het oordeel? Wat moet duidelijk worden<br />

voor de trouwe engelen, voor de niet gevallen werelden en voor de verlosten<br />

van de aarde? Wat zullen zij allemaal verklaren in de volle overtuiging, dat<br />

God rechtvaardig is? Openbaring 15:3-4; 16:7; 19:1-2.<br />

“Op de dag van het laatste oordeel zal iedere verloren ziel begrijpen, op<br />

welke wijze hijzelf de waarheid heeft verworpen. Het kruis zal voorgesteld<br />

worden en de ware betekenis hiervan zal worden gezien door iedere geest, die<br />

door overtredingen verblind is geweest. Door het zien van Golgotha met zijn<br />

geheimzinnig Slachtoffer zullen de zondaars daar verdoemd staan. Iedere<br />

leugenachtige verontschuldiging zal worden weggevaagd. De menselijke afval<br />

zal verschijnen in zijn afzichtelijk karakter. De mensen zullen zien, wat zij<br />

gekozen hebben. Iedere vraag over waarheid en dwaling in de langdurige strijd<br />

zal dan duidelijk gemaakt worden. In het oordeel van het heelal zal God staan,<br />

vrij van de beschuldiging voor het bestaan of het voortbestaan van het kwaad. Er<br />

zal worden aangetoond, dat de goddelijke besluiten niet medeschuldig zijn aan<br />

de zonde. Er was geen onvolkomenheid in de regering van God, geen reden tot<br />

ontevredenheid.” <strong>–</strong>De Wens der Eeuwen, blz. 36-37.<br />

B Hoe uitgebreid is het oordeel tegen zonde en wat moet de aanstichter<br />

van zonde spoedig beseffen? 2 Petrus 2:4; Judas 6.<br />

“Satan en de boze engelen worden eveneens door Christus en Zijn volk<br />

geoordeeld. Paulus zegt: „Weet gij niet dat wij over engelen oordelen zullen?‟ (1<br />

Korinthe 6:3). Wanneer de Rechter over de gehele aarde aan Satan<br />

verantwoording zal vragen: “Waarom bent u opgestaan tegen Mij en waarom<br />

hebt u Mij beroofd van de onderdanen van Mijn Koninkrijk?” zal de bewerker<br />

van het kwade, geen verontschuldigingen kunnen aanbrengen. Iedere mond zal<br />

verstomd worden en het gehele leger van opstandigen zal sprakeloos zijn.” <strong>–</strong>Het<br />

Geloof Waardoor Ik Leef, blz. 216.<br />

“(Aangeklaagd bij de balie van God in het laatste oordeel). Satan weet,<br />

dat er door zijn moedwillige opstand geen plaats voor hem is in de hemel. Hij<br />

heeft zijn krachten ingespannen om tegen God te strijden. De reinheid, vrede en<br />

harmonie in de hemel zouden voor hem de ergste kwelling zijn. Zijn<br />

beschuldigingen tegen de barmhartigheid en rechtvaardigheid van God blijken<br />

zinloos te zijn. Hij draagt de volle schuld, die hij op God wilde schuiven. Ook<br />

Satan moet buigen. Hij erkent, dat God rechtvaardig was in zijn oordeel.” <strong>–</strong>De<br />

Grote Strijd, blz. 617-618.<br />

76 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


WOENSDAG 28 december<br />

4 ALLE VERBORGEN DINGEN ZULLEN AAN HET LICHT<br />

WORDEN GEBRACHT<br />

A De heiligen zullen vragen hebben over veel van hun familieleden en<br />

vrienden, zich afvragend waarom zij niet in het koninkrijk zijn,<br />

omdat zij goede mensen leken te zijn. Zijzelf moeten daarom Gods<br />

boeken onderzoeken, de mate van schuld van elke persoon in kwestie<br />

bepalen en het tweesnijdend zwaard (Hebreeën 4:12) gebruiken in het<br />

vaststellen van de straf. Psalm 149:4-9; Jesaja 54:17. Vat dit samen.<br />

B Verklaar waarom velen, die bekend stonden als grote zondaars, in het<br />

koninkrijk zullen zijn, terwijl anderen, die heiligen leken te zijn, aan<br />

de poel van vuur zullen worden overgedragen? 1 Korinthe 6:9-11;<br />

Matthéüs 21:31 (l.d.); 8:11-12. Wanneer en waar zullen veel<br />

verborgen dingen aan het licht komen? 1 Korinthe 4:5.<br />

C Wie zullen de nieuw gemaakte aarde beërven, nadat Satan, zijn<br />

engelen en al de goddelozen tot as zijn verpulverd (Ezechiël 28:15-18;<br />

Maleáchi 4:1-3; Openbaring 19:19-21; 20:9)? Romeinen 4:13<br />

(vergelijk met Galaten 3:29); Romeinen 8:16-17; Daniël 7:27; Psalm<br />

37:29.<br />

“De aarde was oorspronkelijk het koninkrijk van de mens, maar hij heeft<br />

zijn heerschappij aan Satan overgedragen. Deze machtige vijand heeft<br />

eeuwenlang over de aarde geheerst. Dankzij het verlossingsplan krijgt de mens<br />

zijn koninkrijk terug. Hij heeft alles wat hij door de zonde had verloren weer in<br />

zijn bezit.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 621.<br />

D Welke situatie zal de overhand krijgen in de nieuwe wereld, nadat de<br />

aarde is gereinigd door vuur? Jesaja 32:1, 17-18; 65:17, 19, 21, 23; 2<br />

Petrus 3:13.<br />

“(Op de nieuwe aarde). Daar zullen de verlosten „kennen zoals zij gekend<br />

zijn‟. De liefde en de genegenheid, die God zelf in ons heeft gelegd, zullen er op<br />

de heerlijkste en fijnste manier worden uitgedrukt. De zuivere gemeenschap met<br />

heilige wezens, het harmonieuze contact met de engelen en met de gelovigen<br />

van alle eeuwen, die hun gewaden hebben gewassen in het bloed van het Lam,<br />

en de heilige banden van „alle geslacht in de hemelen en op de aarde‟ dragen bij<br />

tot het geluk van de verlosten.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 623.<br />

77 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DONDERDAG 29 december<br />

5 LIEFDE VOOR HET ONVERDIENDE<br />

A Om welke reden heeft God ons als zonen en dochters aangenomen<br />

(Johannes 1:12-13; Romeinen 8:14) en ons erfgenamen van het<br />

koninkrijk gemaakt (Galaten 4:7)? Heeft Hij dit gedaan, omdat wij<br />

Hem eerst lief hadden of, omdat Hij ons eerst lief had, ook terwijl wij<br />

nog Zijn vijanden waren? 1 Korinthe 2:9; Romeinen 8:37; 1 Johannes<br />

4:9-10, 19; Romeinen 5:8-10.<br />

B Wat zal worden gehoord uit de mond van alle geschapen, intelligente<br />

wezens, wanneer de strijd tussen licht en duisternis voor eeuwig en<br />

altijd geëindigd is en wanneer het bewustzijn van allen vervuld is met,<br />

dat God rechtvaardig en barmhartig is? Openbaring 5:11-13.<br />

“De grote strijd is dan ten einde. De zonde en de zondaren zijn er niet<br />

meer. Het ganse heelal is gereinigd. Overal in de schepping is er eendracht en<br />

blijdschap. Van Hem, die alles geschapen heeft, komen stromen van leven, licht<br />

en vreugde, die alle delen van de oneindige ruimte bereiken. De kleinste atomen<br />

en de grootste werelden, alle levende wezens en alle levenloze voorwerpen<br />

verkondigen in hun oneindige schoonheid en volmaakte vreugde: God is liefde.”<br />

<strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 624.<br />

VRIJDAG TERUGBLIK 30 december<br />

1 Beschrijf het voorrecht, dat zal worden verleend aan de verlosten in<br />

de hemel.<br />

2 Wat zal de belangrijkste bezigheid van de verlosten zijn tijdens de<br />

duizend jaar? Waarom moeten de goddelozen worden geoordeeld?<br />

3 Zou het niet voldoende voor God zijn om het vonnis over ieder geval<br />

uit te spreken, omdat Hij als Alwetende alles weet? Waarom moeten<br />

ook menselijke wezens deelhebben aan het oordeel?<br />

4 Verklaar 1 Korinthe 4:5.<br />

5 Beschrijf de nieuwe aarde.<br />

78 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


DE HEILIGEN TIJDENS EN NA DE DUIZEND JAAR<br />

“Gods volk zal blij zijn, wanneer Satan gebonden is. De profeet zegt: „En<br />

het zal geschieden ten dage, wanneer de Here u rust geeft van uw smart en van<br />

uw onrust en van de harde dienst, die men u heeft laten verrichten, dat gij dit<br />

spotlied op de koning van Babel (Satan) zult aanheffen: Hoe heeft de drijver<br />

opgehouden … De Here heeft de stok der goddelozen verbroken, de scepter der<br />

heersers, die in verbolgenheid zonder ophouden natiën sloeg, die in toorn volken<br />

vertrad in meedogenloze vervolging‟ (Jesaja 14:3-6).<br />

Tijdens „de duizend jaren‟ tussen de eerste en de tweede opstanding vindt<br />

het oordeel over de goddelozen plaats. Volgens de apostel Paulus zal dit oordeel<br />

na de wederkomst van Christus plaatshebben. „Daarom velt geen oordeel vóór<br />

de tijd, dat de Here komt, die ook hetgeen in de duisternis verborgen is, aan het<br />

licht zal brengen en de raadslagen der harten openbaar maken‟ (1 Korinthe 4:5).<br />

Daniël zegt, dat toen de Oude van dagen kwam, „recht verschaft werd aan de<br />

heiligen des Allerhoogsten‟ (Daniël 7:22). In die tijd heersen de verlosten als<br />

koningen en priesters van God. In de Openbaring zegt Johannes: „En ik zag<br />

tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven‟. „Zij zullen<br />

priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen<br />

heersen, die duizend jaren‟ (Openbaring 20:4, 6). Tijdens de duizend jaren<br />

„zullen de heilige de wereld oordelen‟, zoals Paulus voorzegde (1 Korinthe 6:2).<br />

Samen met Christus zullen zij over de ongelovigen oordelen door hun daden met<br />

het Wetboek, de <strong>Bijbel</strong>, te vergelijken. Zij zullen over elk geval afzonderlijk<br />

recht spreken op grond van de daden van de betrokkenen. Dan wordt de straf,<br />

die de ongelovigen moeten krijgen, vastgesteld, „naardat hun werken zijn‟ en<br />

naast hun naam in „het boek des doods‟ opgetekend…<br />

Aan het einde van de duizend jaren komt Christus nog eens naar de<br />

aarde…<br />

In de Stad Gods zal er geen nacht zijn. Niemand zal rust nodig hebben of<br />

ernaar verlangen. Men zal nooit genoeg krijgen van het doen van Gods wil en<br />

het loven van Zijn naam. Wij zullen altijd de koelte van de eeuwige morgen<br />

voelen. „En zij hebben geen licht van een lamp of het licht der zon van node‟<br />

(Openbaring 22:5). Het licht van de zon zal worden vervangen door een<br />

lichtglans, die niet verblindt, maar toch oneindig helderder is dan de zon op haar<br />

hoogtepunt. De heerlijkheid van God en het Lam overspoelen de Heilige Stad<br />

met een eeuwig schijnend licht. De verlosten wandelen in de heerlijkheid van de<br />

eeuwige dag.” <strong>–</strong>De Grote Strijd, blz. 609-611, 622.<br />

79 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>


80 <strong>Sabbat</strong> <strong>Bijbel</strong> <strong>Lessen</strong>, oktober - december <strong>2011</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!