Huishoudelijk reglement - Breugelkind

Dienst voor onthaalouders (DVO) ZONNEWIND
Huishoudelijk reglement
1. ALGEMEEN ......................................................................................................................... 3
1.1. HET ORGANISEREND BESTUUR VAN DE DVO ‘ZONNEWIND’ : ................................... 3
1.2. CONTACTPERSOON EN BEREIKBAARHEID VAN DE DVO ‘ZONNEWIND’ .................... 3
1.3. DOELGROEPOMSCHRIJVING :........................................................................................ 4
1.4. OPNAMEBELEID EN VOORRANGSREGELINGEN : .......................................................... 4
1.5. TAAL : ............................................................................................................................. 5
1.6. AANTAL KINDEREN PER ONTHAALOUDER : .................................................................. 5
1.7. OPENINGSDAGEN EN OPENINGSUREN VAN DE DIENST EN ONTHAALOUDER :........... 5
1.8. BEREIKBAARHEID IN NOODGEVALLEN : ....................................................................... 5
1.9. VERZEKERINGEN : .......................................................................................................... 6
1.10. KWALITEITSHANDBOEK : ........................................................................................... 6
1.11. KLACHTENBEHANDELING : ........................................................................................ 6
2. INTERN WERKINGSKADER ................................................................................................. 6
2.1 PRINCIPES MET BETREKKING TOT HET GEVOERDE PEDAGOGISCH BELEID : ............ 6
2.2 PRINCIPES M.B.T. DE SAMENWERKING MET OUDERS : ............................................... 7
2.3 PRINCIPES M.B.T. DE SAMENWERKING MET ONTHAALOUDERS : ............................... 7
2.4 SAMENWERKING MET EXTERNEN : ............................................................................... 8
3. WEDERZIJDSE AFSPRAKEN TUSSEN OUDERS, ONTHAALOUDER EN DE DIENST ................. 8
3.1 OPNAME- EN INSCHRIJVINGSPROCEDURE: .................................................................. 8
3.1.1 De plaatsreservatie : ....................................................................................... 8
3.1.2 Definitieve inschrijving : ................................................................................ 9
3.2 BRENG- EN HAALMOMENTEN, HET OPVANGPLAN EN DE OPVANGOVEREENKOMST 10
3.3 WIJZIGINGEN IN HET OPVANGPLAN EN OPVANGOVEREENKOMST : ......................... 11
3.4 STOPZETTING VAN DE OPVANG ................................................................................... 12
3.5 EINDE OPVANG. ............................................................................................................ 12
3.6 CONTINUÏTEIT VAN DE OPVANG................................................................................... 13
bij snipperdagen, verlof en ziekte van de onthaalouder en bij stopzetting van
de opvangactiviteit door de onthaalouder .............................................................. 13
3.7 AFSPRAKEN ROND VOEDING ....................................................................................... 14
3.8 AFSPRAKEN ROND VERZORGING, KLEDIJ, … : .......................................................... 14
3.9 AFSPRAKEN ROND GEZONDHEID EN ZIEKTE VAN HET KIND : ................................... 15
3.9.1 Medische opvolging en vaccinaties : ....................................................... 15
3.9.2 Opvang van een ziek kind : ......................................................................... 15
3.9.3 Afspraken rond medicatie : ........................................................................ 17
3.9.4 Afspraken in geval een kind ziek wordt of een ongeval krijgt tijdens
de opvang : ..................................................................................................... 18
3.10 OPVANG VAN KINDEREN MET EEN SPECIFIEKE ZORGBEHOEFTE ........................
(INCLUSIEVE OPVANG): ............................................................................................ 19
3.11 AFSPRAKEN ROND VEILIGHEID : ............................................................................. 19
3.12 BUITENSCHOOLSE OPVANG (EVENTUEEL UITZONDERLIJKE SITUATIES): ............ 20
3.13 NALEVING VAN DE WET OP BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE
LEVENSSFEER : ............................................................................................................ 20

4 FINANCIËLE BEPALINGEN ................................................................................................ 21
4.1 FINANCIËLE BIJDRAGE VAN HET GEZIN : .................................................................... 21
4.2 VASTSTELLING VAN DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN HET GEZIN OP BASIS VAN HET
INKOMEN : ........................................................................................................................ 21
4.2.1 Bij de start van de opvang .......................................................................... 21
4.2.2 Herziening op 1 oktober van elk jaar ....................................................... 22
4.2.3 Het inkomen van het gezin is meer dan 20% gedaald ......................... 22
4.2.4 Bij wijziging van de gezinssamenstelling ............................................... 23
4.3 BEREKENING VAN DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN HET GEZIN : ............................... 23
4.3.1 Bepaling van de bijdrage ............................................................................. 23
4.3.2 Vermindering voor kinderen ten laste ..................................................... 24
4.3.3 De minimale bijdrage .................................................................................... 24
4.3.4 De maximale bijdrage !!!! .......................................................................... 25
4.3.5 Sociaal tarief ................................................................................................... 25
4.4 BIJDRAGE ALS DEELNAME IN SPECIFIEKE OPVANGKOSTEN : .................................. 25
4.5 SANCTIONERENDE VERGOEDING : .............................................................................. 26
4.6 FACTURATIE : ............................................................................................................... 27
4.7 REGELING IN GEVAL VAN FOUTE BEREKENINGEN EN/OF VALSE VERKLARINGEN : 27
4.8 FISCAAL ATTEST. ......................................................................................................... 28
5 SLOTBEPALINGEN ..................................................................................................... 28
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
2

Dienst voor onthaalouders (DVO) ZONNEWIND
Huishoudelijk reglement
Dit reglement is opgesteld om de werking van de dienst voor onthaalouders zo vlot
mogelijk te laten verlopen en om de verstandhouding tussen dienst, ouders en
onthaalouders te bevorderen.
Het is dan ook belangrijk het reglement goed door te nemen alvorens het, voor
akkoord, te ondertekenen.
Uitgebreide info over alle items in dit reglement zijn te verkrijgen op de dienst.
1. ALGEMEEN
De dienst voor onthaalouders is erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin en
voldoet aan de eisen die de overheid stelt.
1.1. HET ORGANISEREND BESTUUR VAN DE DVO ‘ZONNEWIND’ :
CKO ’t Breugelkind vzw, Keizerstraat 35, 1740 Ternat tel. 02/582.72.62 – fax
02/581.04.31
De algemene directeur is de contactpersoon van de vzw. Hij is tijdens de kantooruren
te bereiken op het CKO ’t Breugelkind vzw of via mail :
plattiaustephan@breugelkind.be
1.2. CONTACTPERSOON EN BEREIKBAARHEID VAN DE DVO ‘ZONNEWIND’
OPENINGSUREN secretariaat CKO ’t Breugelkind vzw:
Maandag tot en met vrijdag : 8u30 tot 16u30
Tijdens wettelijke feestdagen is de dienst gesloten.
PERMANENTIE DIENST ONTHAALOUDERS:
Op afspraak: maandag tot vrijdag (kantooruren)
Dienstverantwoordelijke (DV): Martine Stradiot
Tel: 02/583.06.18
e-mail: stradiotmartine@breugelkind.be
Kwaliteitscoördinator(KwC): Stefanie Beeckman
De Dienst voor Onthaalouders (DVO) is gesloten tijdens wettelijke en extralegale
feestdagen.
Tijdens het verlof van het diensthoofd zijn er afspraken met de kwaliteitscoördinator
en de centrale dienst, in functie van de permanentie.
De dagelijkse leiding is in handen van het diensthoofd. Zij coördineert de activiteiten,
begeleidt de onthaalouders (OO’s) en onderhoudt het contact met de ouders, externe
instanties en derden.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
3

De DV is elke dag tijdens de kantooruren te bereiken via telefoon op het nr.
02/583.06.18 of via mail. DVOzonnewind@breugelkind.be
Bij afwezigheid kan u terecht op het secretariaat, waar uw vragen worden genoteerd
en doorgegeven:
Het secretariaat van de DVO is gelegen op bovenvermeld adres.
Karine De Vos: tel. : 02/583.06.19 via mail : devoskarine@breugelkind.be
1.3. DOELGROEPOMSCHRIJVING :
De dienst voor onthaalouders voorziet in opvang in gezinsverband van kinderen bij
onthaalouders. Hoofdzakelijk richten wij ons op dagopvang van kinderen die nog niet
naar de basisschool gaan (kleuter- en lager onderwijs).
Buitenschoolse opvang is binnen de dienst niet mogelijk.
Opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte kan voorzien worden. Nacht-
en weekendopvang kan enkel in uitzonderlijke gevallen en indien de onthaalouder
hiermee akkoord gaat.
1.4. OPNAMEBELEID EN VOORRANGSREGELINGEN :
Onze dienstverlening staat open voor alle kinderen, maar bij beperkt aanbod van
vrije plaatsen gelden bepaalde voorrangsregels. Concreet betekent dit dat de
beschikbare plaatsen dan eerst aangeboden worden aan de ouders die behoren tot
de voorrangsgroepen.
In eerste instantie wordt wettelijk voorrang gegeven aan kinderen:
van alleenstaande ouders die door werkomstandigheden of het volgen van
een opleiding hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen;
van wie de ouders een arbeidsinkomen hebben dat lager ligt dan een
inkomensgrens, bepaald door de Vlaamse Regering, en die door
werkomstandigheden of door het volgen van een opleiding hun kinderen
tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen;
van wie de ouders een inkomen hebben dat lager ligt dan een
inkomensgrens, bepaald door de Vlaamse Regering en voor wie
kinderopvang een belangrijke factor is met het oog op hun economische en
maatschappelijke participatie;
voor wie het vanwege sociale en/of pedagogische motieven wenselijk is dat
ze gedurende de dag opvang en begeleiding krijgen buiten het gezin.
De dienst zorgt ervoor, bij voldoende aanbod, dat minstens 20% van zijn erkende
kinderopvangplaatsen ingevuld wordt door kinderen uit deze doelgroepen.
In tweede instantie (na het behalen van bovenstaande 20%-norm) wordt voorrang
gegeven aan familie van de onthaalouder.
In derde instantie aan kinderen van wie een broertje of een zusje opgevangen is op
het moment van de aanvraag.
In vierde instantie aan inwoners van de gemeente.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
4

1.5. TAAL :
De onthaalouder zal het Nederlands als omgangstaal in de opvang gebruiken. De
inschrijvingen en de andere contacten met de dienst door de ouders gebeuren
uitsluitend in het Nederlands.
1.6. AANTAL KINDEREN PER ONTHAALOUDER :
Het aantal toevertrouwde kinderen per onthaalouder wordt door de dienst in
samenspraak met de onthaalouder bepaald, rekening houdend met de geldende
reglementering, de draagkracht, de gezinssituatie, de ruimte en accommodatie
waarover de onthaalouder beschikt. De maximumcapaciteit is gemiddeld 4 kinderen
voltijds (de eigen niet-schoolgaande kinderen (kan t.e.m. de vierde graad) worden
meegerekend in de bezetting).
Er kunnen maximaal 8 kinderen gelijktijdig aanwezig zijn. Bij 2 samenwerkende
onthaalouders zijn dat er 14.
In bijzondere situaties kan hierop een uitzondering gemaakt worden in samenspraak
met de dienst.
De onthaalouder mag enkel kinderen opvangen die ingeschreven zijn in de dienst.
1.7. OPENINGSDAGEN EN OPENINGSUREN VAN DE DIENST EN
ONTHAALOUDER :
De centrale dienst cfr p.3
De dagen en uren waarop een onthaalouder opvang aanbiedt, worden
individueel in onderling overleg tussen de onthaalouder en de dienst
bepaald en vastgelegd. De afspraken met betrekking tot de
opvangmomenten van het kind maken deel uit van de schriftelijke
overeenkomst tussen de ouders, de onthaalouder en de dienst (zie
verder onder 3. 2. Breng- en haalmomenten, het opvangplan en de
opvangovereenkomst).
1.8. BEREIKBAARHEID IN NOODGEVALLEN :
Wanneer het diensthoofd tijdens de kantooruren niet beschikbaar is, kunt u steeds
terecht op het secretariaat van het CKO ’t Breugelkind vzw dat het nodige doet om u
verder te helpen.
Voor noodgevallen buiten de openingsuren van de dienst beschikken de
onthaalouders over een noodnummer (gsm diensthoofd) waarop zij terecht kunnen.
Buiten de kantooruren van het CKO ’t Breugelkind vzw en in uitzonderlijke
noodgevallen kunnen ouders in eerste instantie terecht bij hun onthaalouder die dan
verder de nodige stappen onderneemt.
Wij vragen de ouders buiten de kantooruren enkel en alleen hun onthaalouder
te bellen in uitzonderlijke noodgevallen.
Ouders bezorgen aan de dienst en de onthaalouder een telefoonnummer waarop zij
overdag te bereiken zijn, evenals naam en telefoonnummer van derden indien de
ouders onbereikbaar zouden zijn (zie infofiche).
Ze verbinden zich ertoe tijdens de periode van opvang steeds bereikbaar te zijn.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
5

Het is wenselijk dat de ouders de naam, adres en telefoonnummer van de
onthaalouder bewaren bij hun identiteitskaart.
1.9. VERZEKERINGEN :
De dienst voor onthaalouders heeft volgende verzekeringen afgesloten : een
verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de onthaalouders, de opvangkinderen
en het personeel van de dienst, een verzekering tegen lichamelijke ongevallen voor
de opgevangen kinderen tijdens hun verblijf bij de onthaalouder en een verzekering
arbeidsongevallen voor de onthaalouders. Deze verzekeringen zijn afgesloten bij
Ethias.
Zijn uitgesloten van de verzekering: materiële schade toegebracht aan goederen van
de onthaalouder of van andere opgevangen kinderen.
Aangifte van schade of ongevallen moet zo spoedig mogelijk en liefst binnen de 24
uur na de feiten gebeuren bij het diensthoofd of op het secretariaat van de dienst
zodat de nodige formaliteiten kunnen gebeuren. Het diensthoofd of het secretariaat
brengt de verzekeringsmaatschappij op de hoogte.
1.10. KWALITEITSHANDBOEK :
Ouders en onthaalouders hebben het recht om op de dienst het kwaliteitshandboek
van de dienst in te kijken.
1.11. KLACHTENBEHANDELING :
Voor vragen, bedenkingen, problemen, opmerkingen of klachten, kunt u steeds
terecht bij de onthaalouder of bij het diensthoofd.(02/583.06.18 of via
DVOzonnewind@breugelkind.be)
Samen zullen we trachten tot een oplossing te komen. Belangrijk is dat ouders en
onthaalouder samen bedenkingen, opmerkingen of klachten onmiddellijk bespreken.
Je kan ook schriftelijk je uitingen van onvrede of ongenoegen over de werking van de
dienst formuleren via een meldingsformulier ‘Suggesties en klachten’ dat bezorgd
wordt aan het diensthoofd. Alle klachten worden discreet en efficiënt geregistreerd en
worden besproken met de betrokkenen.
Bent u niet tevreden over de wijze waarop uw vraag of klacht behandeld werd, dan
kunt u zich wenden tot de klachtendienst van Kind en Gezin, Hallepoortlaan 27, 1060
Brussel tel: 02/533.14.14 email:klachtendienst@kindengezin.be
2. INTERN WERKINGSKADER
Als dienst voor onthaalouders, erkend door Kind en Gezin waken wij voortdurend
over de kwalitatieve uitbouw van onze werking.
Daarbij zijn de volgende vier pijlers belangrijk.
2.1 PRINCIPES MET BETREKKING TOT HET GEVOERDE PEDAGOGISCH
BELEID :
De onthaalouders aangesloten bij ‘Zonnewind’ bieden een opvang in huiselijke
sfeer, een tweede thuis waar het kind zich welkom en beschermd voelt.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
6

Onze onthaalouders benaderen elk kind apart waarbij de basisbehoeften, de
veiligheid en het welbevinden van het kind steeds op de eerste plaats komen. De
onthaalouder volgt de ontwikkeling van het kind en stimuleert het hierin.
Ze bieden de kinderen mogelijkheden tot ontplooiing door het kind de nodige
stimulansen en zelfstandigheid te bieden, steeds rekening houdend met de eigenheid
van elk kind.
Om dit te verwezenlijken heeft de dienst een visietekst ontwikkeld m.b.t. het
aanbieden van een optimaal pedagogisch klimaat aan de kinderen. Hierin wordt
melding gemaakt van de attitudes die de dienst van de onthaalouders verwacht m.b.t.
de omgang met de kinderen.
2.2 PRINCIPES M.B.T. DE SAMENWERKING MET OUDERS :
Het diensthoofd en de onthaalouders willen nauw met de ouders samenwerken en
verstrekken de ouders zo veel mogelijk informatie over de dienstverlening en de
opvangsituatie van het kind.
Ouders en onthaalouder moeten elkaar op de hoogte houden, afspraken maken en
zaken overleggen. Een goede communicatie is in het belang van het kind. Dit
gebeurt door het kind - volgboekje. (mogelijkheid tot aankoop bij de dienst)
Daarnaast proberen wij ouders op verschillende manieren te betrekken bij en
inspraak te verlenen in de werking van de dienst en van de onthaalouders. Dit
gebeurt geregeld via tevredenheidsmetingen van de ouders.
Zij kunnen ook bij eventuele vragen, problemen of suggesties m.b.t. de opvang
steeds beroep doen op het diensthoofd of andere aangewezen personen van het
organiserend bestuur.
Ouders en onthaalouders moeten respect en waardering krijgen van elkaar en van de
dienst. Er moet vertrouwen zijn tussen ouders, onthaalouders en dienst. We delen een
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het welzijn van het kind.
We gaan ervan uit dat de opvoeding die kinderen van hun ouders krijgen en de
opvoeding die de onthaalouder hen geeft, elkaar perfect kunnen aanvullen. Zo helpen
we samen de kinderen op te groeien in onze samenleving.
We hopen dat, door het creëren van een open en positieve sfeer tussen alle
betrokken partijen, de opvangperiode een aangename tijd wordt voor zowel ouders,
kinderen als onthaalouders.
De ouders verbinden zich ertoe, de dienst steeds de nodige gegevens bij wijzigingen
(adres, inkomen, wijziging opvangplannen, telefoonnummers !…) m.b.t. de opvang en
het dossier te bezorgen.
2.3 PRINCIPES M.B.T. DE SAMENWERKING MET ONTHAALOUDERS :
Vanuit de dienst worden de onthaalouders een grote zelfstandigheid gegund qua
praktische invulling van de opvang.
Het diensthoofd rekruteert en selecteert de kandidaat-onthaalouders volgens de
richtlijnen van Kind & Gezin m.b.t. de nodige pedagogische kwaliteiten, gezonde
voeding, veiligheid en hygiëne.
De dienst staat tevens in voor de begeleiding van de OO’s en de opgevangen
kinderen. Dit gebeurt via individuele begeleidingsmomenten en/of huisbezoeken
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
7

waarbij verschillende aspecten van de opvang besproken worden met als doel het
pedagogisch functioneren van de OO te ondersteunen en te bevorderen.
De dienst organiseert vormingen voor de onthaalouders die nauw aansluiten bij de
opvang en de leefwereld van het kind. De DVO beschikt sinds september 2009 over
een kwaliteitscoördinator.
Zij heeft een adviserende rol en brengt verslag uit bij het diensthoofd.
Periodiek maakt de dienst een evaluatie- en veiligheidsverslag over de werking van
de onthaalouders. Dit gebeurt op basis van de notaties van de
begeleidingsmomenten en van de tevredenheidsmetingen bij de ouders en kinderen.
We verwachten dat de onthaalouders zich deel voelen van een team, dat ze achter de
waarden van de dienst staan en geloven in de kwaliteit van hun opvang, ook al is de
concrete aanpak bij ieder van hen verschillend.
Als dienst zorgen wij ook voor de vereiste administratie verbonden aan het sociaal
statuut van de onthaalouders en voor de maandelijkse uitbetaling van de
onkostenvergoeding.
2.4 SAMENWERKING MET EXTERNEN :
Voor het inwinnen van inlichtingen, advies e.d. op vraag van onthaalouder of ouders
zal de dienst deskundigen, collega -dienstverantwoordelijken of andere externe
organisaties raadplegen. Indien het, na overleg met de ouders, de onthaalouder, het
diensthoofd,.. zinvol blijkt dat er ondersteuning en begeleiding van ouders en kind
nodig is, kan er contact gelegd worden met, of doorverwezen worden naar,
medische, pedagogische of sociale organisaties.
De dienst neemt deel aan het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) van de gemeente.
Ook is er regelmatig overleg met de andere diensten voor onthaalouders van
Vlaams-Brabant.
De dienst wordt in haar werking ondersteund door het samenwerkingsverband -
diensten voor onthaalouders - VVSG vzw.
3. WEDERZIJDSE AFSPRAKEN TUSSEN OUDERS, ONTHAALOUDER EN DE
DIENST
3.1 OPNAME- EN INSCHRIJVINGSPROCEDURE:
3.1.1 De plaatsreservatie :
Ouders die op zoek zijn naar opvang voor hun kind kunnen terecht bij het
diensthoofd. Tijdens een eerste kennismakingsgesprek wordt gepeild naar de
wensen van de ouders en wordt de visie en de werking van de dienst toegelicht. De
ouders krijgen een infomapje met o.a. het huishoudelijk reglement, een blanco
reservatieformulier en het telefoonnummer van de onthaalouders die plaats hebben
voor de gevraagde periode. Zijn er meer aanvragen dan beschikbare plaatsen, dan
gelden bepaalde voorrangsregels. Concreet betekent dit dat de beschikbare plaatsen
dan eerst aangeboden worden aan die ouders die behoren tot de voorrangsgroepen
(zie 1.4.).
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
8

De ouders krijgen de kans om met deze beschikbare onthaalouders kennis te maken
en zelf een keuze te maken. De onthaalouder kan nadien vrij beslissen of zij/hij het
kindje al dan niet opvangt.
Tijdens het intakegesprek wordt getoetst of de ouders tot één van de
voorrangsgroepen behoren. Deze gegevens worden genoteerd op het
intakeformulier.
Indien er geen beschikbare plaatsen zijn voor de gevraagde periode, wordt dit
genoteerd op het aanvraagformulier.
Indien er een plaats vrijkomt binnen de 4 weken na datum van aanvraag, worden
deze ouders hiervan op de hoogte gebracht.
Inschrijving van kinderen kan uitsluitend gebeuren via de dienst voor onthaalouders.
Er worden geen plaatsen gereserveerd voor ouders die nog niet zwanger zijn.
Zodra de ouders een beslissing hebben genomen kan het kind worden
ingeschreven. Deze plaatsreservatie is pas geldig nadat er een waarborg van
50 euro is betaald en nadat het formulier "Overeenkomst tot opvang" door de
drie partijen (ouders, onthaalouder, dienst) werd ondertekend.
Dit formulier moet binnen de twee weken na de afspraak op de centrale dienst
worden binnengebracht, samen met het akkoord voor de domiciliëring.
De waarborg van 50 euro wordt dan gefactureerd en geïnd.
Zodoende is de plaats reservatie in orde.
Een reservatie betekent dat het kind op de lijst staat van een bepaalde onthaalouder.
Indien er op het moment van opvangaanvraag geen vrije plaatsen zijn, informeert het
diensthoofd de ouders hierover. Zij bezorgt de nodige informatie van andere
opvanginitiatieven uit de buurt.
3.1.2 Definitieve inschrijving :
Reservatievergoeding :
Ten laatste 2 maanden voor de datum, genoteerd op de ‘overeenkomst tot
opvang’, (of 2 maanden voor de effectieve start indien de opvang vroeger zou
aanvangen) zal het tweede deel van de waarborg, zijnde 250 euro, worden
gefactureerd en via domiciliëring geïnd.
De inschrijving van een kind bij een onthaalouder is pas definitief en bindend
wanneer :
1. de ‘overeenkomst tot opvang’ door de drie partijen werd ondertekend.
2. deel 1 van de waarborg (50 euro) werd betaald bij de inschrijving en deel
2 (250 euro) van de waarborg ten laatste 2 maanden voor de datum
overeengekomen op de ‘overeenkomst tot opvang’ (of bij vroegere
startdatum, twee maanden voor de effectieve start), op straffe van verval van
de inschrijving.
De volledige waarborg 300 euro (50+250) wordt teruggestort op het einde van
de opvang, wanneer alle openstaande facturen en kosten werden verrekend.
3. De inschrijvingsdocumenten en bewijsstukken op de dienst persoonlijk
worden ingevuld en binnengebracht (ten laatste 2 maanden vooraleer de
opvang start)
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
9

D.w.z: infofiche DVO, infofiche OO, verklaring betreffende gezinslast en
inkomen (+bewijsstukken),domiciliëringsopdracht, gezinssamenstelling….
Indien de opvang niet doorgaat nadat de plaatsreservatie officieel toegekend
werd, wordt een sanctionerende toeslag voor de geplande opvang aangerekend
(zie Financiële bepalingen).
In geval de opvang later start dan in de overeenkomst wordt vermeld, kan de
onthaalouder eisen om het kindje minstens een aantal dagen/week te brengen,
gedurende die periode, zodat haar ‘bezetting’ niet in het gedrang komt en opdat
het kind zijn opvangplaats zou kunnen behouden.
Sommige ouders vergeten namelijk dat een mindere bezetting, financiële
repercussies heeft voor de onthaalouder.
De waarborg staat gekoppeld aan een welbepaald kind. Dit wil zeggen,
wanneer een tweede kindje van eenzelfde gezin wordt ingeschreven, hiervoor
ook een voorschot van 50 euro + in een tweede fase, de resterende waarborg
van 250 euro, worden geïnd.
Maw er gebeurt geen transfer van het bedrag.
3.2 BRENG- EN HAALMOMENTEN, HET OPVANGPLAN EN DE
OPVANGOVEREENKOMST
Tijdens de breng- en haalmomenten kan je informatie uitwisselen met de
onthaalouder.
Als ouder heb je toegang tot de ruimte waarin je kind opgevangen wordt. Hou echter
rekening met de privacy van de onthaalouder.
Bij de definitieve inschrijving wordt het opvangplan, nl. de afgesproken opvangdagen
en opvanguren van het kind, zoveel mogelijk ingevuld op weekbasis. Onregelmatige
opvang blijft wel mogelijk. De uur- en dagregeling per kind worden bepaald door de
werkuren van de ouders, rekening houdend met de openingsuren van de
onthaalouder die door haar zijn vastgelegd.
In de schriftelijke opvangovereenkomst staat de startdatum van de opvang, het
opvangplan (di.de individuele dag- en uurregeling) en de personen die het kind
komen halen genoteerd.
De onthaalouder vertrouwt het kind alleen toe aan de personen die uitdrukkelijk
worden vermeld in deze opvangovereenkomst. De ouders verwittigen, liefst vooraf en
schriftelijk, de onthaalouder wanneer derden het kind afhalen.
De dienst vraagt de ouders, de uren zoals bepaald in de opvangovereenkomst, stipt
te respecteren.
De individuele openingstijden zijn er ter bescherming van de onthaalouders en het
feit dat de onthaalouder thuis opvang voorziet, en dus in principe flexibel kan zijn,
mag dit niet beïnvloeden.
Voor het vlotte verloop vragen we dan ook aan de ouders om, ten laatste, het
sluitingsuur van de opvang, de woning te verlaten. Dit wil zeggen dat u best een
kwartier voordien aankomt.
Bij herhaaldelijk laattijdig afhalen krijgen de ouders een verwittiging. Na een eerste
verwittiging zal de dienst de ouders vragen om een andere uurregeling te zoeken en
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
10

wordt een sanctionerende toeslag aangerekend (zie financiële bepalingen). Zonder
medewerking van de ouders kan dit leiden tot een beëindiging van de opvang.
Voor een kind is de overgang van thuis naar de opvang een grote stap. Indien de
ouders het wensen kan het kind vóór de eigenlijke start van de opvang reeds bij de
onthaalouder gaan. Een wenmoment wordt aangerekend aan de normale
ouderbijdrage wanneer het kindje zonder de ouders bij de onthaalouder verblijft.
(opgelet het dossier dient volledig in orde te zijn, vóór het wenmoment)
Om de integratie bij de onthaalouder vlot te laten verlopen, vraagt de dienst om het
kindje minimum 2 dagen per week naar de opvang te brengen. De onthaalouder
kan individueel beslissen of ze het kind een minimum x aantal dagen per week in de
opvang ‘wenst’ ifv de gewenning.
Wanneer blijkt dat de opvang niet vlot verloopt kan, op vraag van de ouders of van
de onthaalouder, geopteerd worden om van onthaalouder te veranderen, indien er
een vrije plaats is bij een andere onthaalouder. Indien nodig kan het kind op proef
gaan bij de andere onthaalouder. Na maximaal 6 weken wordt er beslist om van
onthaalouder te veranderen of wordt er gezocht naar een andere oplossing.
Afwezigheden van het kind worden enkel toegestaan mits tijdige verwittiging. Niet
tijdige verwittiging kan leiden tot een sanctionerende toeslag (zie financiële
bepalingen)
Bij ziekte van het kind dient de onthaalouder ten laatste vóór 8 uur verwittigd
te worden.
Vanaf dag 1 wordt een (Nederlandstalig) doktersattest gevraagd, als bewijs.
De ouders geven dit af, binnen de 24u, bij de onthaalouder.
Regelmatige afwezigheden, zoals bv. de opvang van het kind door
grootouders, technische werkloosheid, enz. worden bij de aanvang van de
opvang aan de onthaalouder meegedeeld.
Ouders moeten hierbij bewust zijn van het feit dat dit invloed heeft op haar
inkomen.
Bij langdurige afwezigheid van méér dan 1 maand (vb. tijdskrediet,
werkloosheid, zwangerschapsrust, …) kan de onthaalouder vragen dat het
kind minstens twee dagen per week naar de opvang komt, opdat het kind zijn
opvangplaats zou behouden.
Snipperdagen van de ouders dienen minstens 2 werkdagen op voorhand
meegedeeld te worden aan de onthaalouder.
Verlofperiodes van de ouders van 1 week of langer, dienen vòòr 1 maart
van het lopende jaar schriftelijk doorgegeven te worden aan de
onthaalouder. (Bv. in het heen-en weer-schriftje.)
3.3 WIJZIGINGEN IN HET OPVANGPLAN EN OPVANGOVEREENKOMST :
Indien de gemaakte afspraken rond de opvanguren en – dagen niet langer houdbaar
zijn voor ouders of voor de onthaalouder, wordt de dienst hiervan onmiddellijk
verwittigd. Afwijkingen of definitieve wijzigingen van het opvangplan kunnen enkel in
onderling overleg, tussen ouders en onthaalouder doorgaan. De nieuwe
opvangmodaliteiten worden doorgegeven aan de dienst, via het daartoe bestemde
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
11

document ‘Wijziging overeenkomst’ die een aanpassing zal doen van de
opvangovereenkomst.
Tijdelijke wijzigingen die langer dan 4 weken duren, dienen eveneens aan de dienst
doorgegeven te worden door middel van het formulier.
Treedt er in de loop van de opvang een wijziging op in het ouderlijk gezag of het
verblijfs- of bezoekrecht, dan moeten de ouders dit onmiddellijk melden aan de
onthaalouder en aan de dienst. De dienst zal op dat moment een aanpassing doen
van de opvangovereenkomst door middel van het formulier ‘Wijziging overeenkomst’.
3.4 STOPZETTING VAN DE OPVANG
Wanneer de opvang wordt stopgezet en men voor een andere oplossing kiest, qua
kinderopvang, dan geldt volgende regeling :
(Een andere regeling geldt voor de ‘normale’ ‘einde opvang’ (zie 3.5.). )
De melding van stopzetting van de opvang dient door alle partijen minstens
schriftelijk (kan ook via mail), één maand op voorhand, te gebeuren.
Indien de drie partijen akkoord gaan met de opzeg kan dit ook mondeling geregeld
worden. Van zodra de consensus tussen de drie partijen is bereikt zal de
opzegperiode, gelijk aan 4 weken, van start gaan.
Bij ziekte van het kind tijdens de opzegperiode (gestaafd met een doktersattest), kan
de opzegperiode verlengd worden met een periode gelijk aan de afwezigheid van het
kind.
Indien men wenst af te zien van het uitvoeren van de opzegperiode kan ook
geopteerd worden voor het betalen van een factuur gelijk aan de waarde van een
maand opvang op basis van het gehanteerde opvangplan.
Indien de ouders de opvang onaangekondigd beëindigen, kan de dienst een
sanctionerende toeslag eisen (zie Financiële bepalingen).
De dienst kan de opvang onmiddellijk stopzetten mits gegronde reden
wegens zware tekortkoming.
De dienst kan de opvang beëindigen na drie schriftelijke verwittigingen aan
de ouders voor het niet nakomen van gemaakte afspraken.
De dienst kan de opvang stopzetten bij niet-betaling binnen de 2 maand na
ontvangst van de factuur.
De dienst kan de opvang stopzetten indien de ouders valse verklaringen
afleggen op de dienst of bij de onthaalouder.
3.5 EINDE OPVANG.
Ouders geven aan wanneer hun kind zal starten op school en dit uiterlijk 6 maanden
voor de effectieve start ! Mogelijks wordt gevraagd om dit nog vroeger te melden ifv
de vrije opvangplaatsen.
Van zodra er beslist werd op welk instapmoment het kind zal starten op school kan de
onthaalouder het document ‘einde opvang’ laten ondertekenen door de ouders.
Hierop worden de beschikbare plaatsen bepaald. Gelieve dus steeds tijdig door te
geven wanneer het kind de opvang bij de onthaalouder zal beëindigen.
De instapmomenten van alle onderwijsnetten voor de kleuterklas zijn:
NA elke schoolvakantie, op 1 februari en na Hemelvaart.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
12

3.6 CONTINUÏTEIT VAN DE OPVANG
bij snipperdagen, verlof en ziekte van de onthaalouder en bij
stopzetting van de opvangactiviteit door de onthaalouder
De dienst raadt de ouders aan op voorhand een eigen noodoplossing te zoeken
voor de opvang van hun kind indien hun onthaalouder ziek is of een snipperdag
neemt. Hun onthaalouder kan hen adressen geven van collega - onthaalouders die
het kind kunnen opvangen in dringende gevallen. Indien ouders het wensen, kunnen
zij hiervoor ook beroep doen op de dienst.
Indien er een collectieve vorming voor de onthaalouders georganiseerd wordt
tijdens opvangmomenten, zal er geen opvang voorzien zijn. De ouders zullen ruime
tijd op voorhand verwittigd worden van de data van deze vormingen en worden dan
ook verzocht hiermee rekening te houden.
Snipperdagen van de onthaalouder worden minstens 2 werkdagen op voorhand
aan de ouders meegedeeld. (tenzij uitzonderlijke situaties,...)
De vakantieperioden van de onthaalouder worden ten laatste op 1 maart
medegedeeld aan de dienst EN aan de ouders zodat ze tijdig voor oplossingen
kunnen zorgen of er aanvragen.
Indien ouders vervanging wensen voor de opvang van hun kind tijdens de
vakantieperiode van hun onthaalouder, dienen zij dit tenminste 6 weken vóór de start
van de vervangende opvang aan te vragen bij de dienst. Indien het mogelijk is
binnen de werking van de dienst, worden de kinderen bij een andere onthaalouder
geplaatst.
Indien de onthaalouder langdurig ziek is, wordt in de mate van het mogelijke een
oplossing gezocht binnen de dienst. Indien dit niet lukt, omwille van de mogelijke
overbezetting van de onthaalouders ( de werking is namelijk gebonden aan de
regelgeving van Kind&Gezin op vlak van maximale bezetting), dan kunnen de
referenties van andere kinderopvanginitiatieven worden doorgegeven.
Na een vervanging gaat het kindje opnieuw naar de oorspronkelijke onthaalouder,
tenzij er in onderling akkoord tussen alle partijen (zijnde beide opvangplaatsen, de
ouders en de dienst) anders wordt beslist.
Indien de onthaalouder de overeenkomst met de dienst verbreekt, zal er worden
geprobeerd, in eerste instantie, de opvangkinderen voor wie de opvang reeds is
gestart, met voorrang te behandelen op diegenen die nog niet effectief gestart zijn.
Er zal getracht worden om binnen de dienst een oplossing te bieden voor zover er
vrije plaatsen zijn. Getekende plaatsreservaties en opvangovereenkomsten bij
andere onthaalouders worden hiervoor niet verbroken.
(Zie ook procedure hierboven ‘langdurig ziek’)
Reeds getekende plaats reservaties kunnen per uitzondering geannuleerd worden
wanneer de onthaalouder stopt met haar activiteit en er geen vrije plaatsen
beschikbaar zijn bij andere opvanggezinnen.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
13

3.7 AFSPRAKEN ROND VOEDING
Flesvoeding voor baby’s wordt meegebracht door de ouders.
Ze brengen voldoende flessen mee, bij de OO (bij voorkeur poeder gedoseerd
in daartoe bestemde doosjes en de juiste hoeveelheid water in gesteriliseerde
flessen).
De flessen worden niet op voorhand bereid, thuis. Ze worden net vóór de
toediening door de onthaalouder op hygiënische wijze klaargemaakt.
Het ontbijt is ten laste van de ouders. Uitzonderlijk en met toestemming van
de onthaalouder kan het ontbijt worden meegebracht en bij het onthaalouders
worden opgegeten.
De maaltijden verstrekt door de onthaalouder:
De onthaalouder staat in voor een gezonde, verse en gevarieerde voeding,
aangepast aan de leeftijd van het kind. Zij zorgt zelf voor de ingrediënten van
de standaardmaaltijden die afhankelijk zijn van het tijdstip en de duur van de
aanwezigheid van het kind :
Voorziene maaltijden:
bij een volledige dag (vanaf 5 uur opvang) voorziet de
onthaalouder (een middagmaal en een fruitvoeding)
een halve dag (tussen 3u en 5u opvang): middagmaal of
fruitvoeding
bij 1/3 de dag (- 3 uur opvang): is geen warme maaltijd voorzien
Voor de 1/3 de dagopvang wordt de warme maaltijd meegegeven door
de ouders of wordt er een halve dag aangerekend. (naar keuze overeen
te komen met het diensthoofd).
Voor de 1/2 de dagopvang wordt slechts 1 maaltijd aangeboden,
wanneer er 2 maaltijden worden genuttigd, geldt een volledige dag voor
de facturatie.
Speciale wensen (vb. potjesvoeding, natuurvoeding, dieetvoeding enz…) zijn
ten laste van de ouders. U bezorgt als ouder best informatie over het product
en de bereidingswijze. Voor dieetproducten bezorgt u best ook medische
achtergrondinformatie. Het klaarmaken van dieetvoeding, om andere dan
gezondheidsredenen, kan niet opgelegd worden aan de onthaalouder.
3.8 AFSPRAKEN ROND VERZORGING, KLEDIJ, … :
De onthaalouders zorgen tijdens de opvang voor de nodige verzorging van de
kinderen.
Het ochtendtoilet dient thuis te gebeuren: het kind komt gewassen,
verzorgd en gekleed naar de onthaalouder. Het kind draagt geen juwelen.
De ouders zorgen voor voldoende luiers (minimaal 6 per dag) en
verzorgingsproducten
(zalf, vochtige doekjes, zakdoeken, slabbetjes, koortsthermometer,
fysiologisch serum).
Alsook voor voldoende reservekledij , aangepaste kledij om buiten te spelen,
extra ondergoed, bovenbroekjes en sokjes tijdens de zindelijkheidstraining.
Een slaapzakje is handig. De ouders zorgen voor het wassen van de kleding.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
14

De onthaalouder voorziet materiaal (bed, stoel, relax, park, lakentjes,
dekentjes…) en speelgoed. Het meegeven van materiaal/speelgoed is op
eigen risico van de ouders.
3.9 AFSPRAKEN ROND GEZONDHEID EN ZIEKTE VAN HET KIND :
3.9.1 Medische opvolging en vaccinaties :
De ouders zorgen ervoor dat hun kind regelmatig medisch wordt gevolgd, op
het consultatiebureau van Kind en Gezin of bij de behandelende arts. De ouders
signaleren eventuele medische problemen die speciale aandacht of
waakzaamheid vergen aan de onthaalouder en de dienst.
De ouders zorgen voor de vaccinatie van het opvangkind. De
vaccinatiegegevens worden genoteerd in het “medisch boekje van het kind”
dat tijdens de opvang ter inzage is bij de onthaalouder.
In België is alleen het vaccineren van jonge kinderen tegen polio verplicht. Het is
echter sterk aanbevolen om het kind te vaccineren volgens het vaccinatieschema
van de Hoge Gezondheidsraad, dat Kind en Gezin toepast. Een onvoldoende
immuniteit voor difterie, kinkhoest, klem, hersenvliesontsteking door
Haemophilus influenza B, hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging door
meningokokken C, mazelen, bof, rode hond en hepatitis B kan immers ernstige
verwikkelingen voor het kind tot gevolg hebben.
Bovendien lopen andere kinderen, de onthaalouder en haar gezinsleden het
risico om besmet te worden (bv. jonge baby's die nog niet gevaccineerd werden,
zwangere vrouwen).
De dienst signaleert weigering tot vaccineren aan de medische adviseur van Kind
en Gezin, met een mogelijke stopzetting van de opvang.
3.9.2 Opvang van een ziek kind :
De onthaalouder volgt inzake de opvang van een ziek kind, de geldende
richtlijnen van Kind & Gezin en het diensthoofd.
Bij inschrijving van uw kind krijgt u van het diensthoofd alle nuttige informatie
hieromtrent.
U vindt zelf ook de nodige info en tips op de website van Kind&Gezin:
http://www.kindengezin.be/ gezondheid-en-vaccineren/ziek
De DVO vraagt de ouders met aandrang om eventuele, niet onmiddellijk
zichtbare, medische problemen van het kind te signaleren wanneer deze
bijzondere waakzaamheid vergen of een gevaar kunnen betekenen voor
anderen. Zodoende werken we aan het preventief beschermen van je eigen kind,
de onthaalouder en zijn of haar gezinsleden alsook de andere kinderen in de
opvang zodat we zoveel mogelijk risico's kunnen uitsluiten.
Zieke kinderen kunnen niet bij de onthaalouder terecht. Daarom verzoekt de
dienst de ouders reeds op voorhand een oplossing te zoeken voor het geval het
kind 's ochtends ziek zou zijn en er dringend alternatieve opvang nodig is.
Hierbij willen we onderstrepen dat enerzijds het belang van het kind vooropstaat
en dat anderzijds ook rekening gehouden wordt met het belang van de andere
kinderen en de extra werkbelasting die de zorg, van het zieke kind, met zich
meebrengt.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
15

Een ziek kind wordt in de opvang geweigerd in de volgende gevallen :
1. Het kind is te ziek om deel te nemen aan de normale activiteiten in de
opvang
2. Het zieke kind vraagt te veel aandacht en zorg, zodat de gezondheid of de
veiligheid van de
andere kinderen niet meer gegarandeerd kan worden, bvb.
overprikkelbaarheid, onophoudelijk huilen, … Oordeelt de onthaalouder dat de
gezondheidstoestand van het kind te veel aandacht en zorg vraagt, dan kan zij
weigeren het kind op te vangen.
3. Het kind heeft één of meerdere van de volgende symptomen:
diarree : bloederige ontlasting of verandering van stoelgangpatroon
met 3 waterige ontlastingen in de laatste 24 uur.
braken : 2 of meer keer tijdens de laatste 24 uur, tenzij wordt
vastgesteld dat het braken niet veroorzaakt wordt door een
besmettelijke ziekte en er geen gevaar voor uitdroging bestaat .
bloedbraken.
ademhalingsmoeilijkheden of ademnood.
koorts boven de 38°C die kan samengaan met keelpijn of braken,
diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag.
huiduitslag in combinatie met koorts of een verandering in het
gedrag. Het kind kan weer naar de opvang komen als een arts
bepaald heeft dat het niet om een besmettelijke ziekte gaat.
mondzweren met kwijlen, tenzij een arts bepaald heeft dat het niet
besmettelijk is.
4. Indien het kind heeft een besmettelijke ziekte heeft waarbij het kind zèlf
of de andere
kinderen een risico lopen.
In het inschrijvingsbundel of bij het diensthoofd kan u informatie krijgen, bij
welke
infectieziekten het kind geweigerd wordt in de opvang en wanneer het kan
terug hervatten.
Bij vaststelling van een besmettelijke ziekte door de arts verwittigen
de ouders
onmiddellijk hun onthaalouder en/of de dienst.
De ouders delen mee om welke ziekte het gaat. Indien nodig verwittigt de
onthaalouder of de dienst, de andere ouders.
5. De ouders het kind, na ziekte, naar de opvang brengen, vroeger dan
genoteerd op het doktersattest.
6. Het kind thuis reeds een koortswerend middel heeft gekregen om
temperatuursverhoging
en andere symptomen te maskeren.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
16

3.9.3 Afspraken rond medicatie :
Veelvuldig toedienen van medicatie tijdens de kinderopvang kan tijdrovend zijn
en soms aanleiding geven tot verkeerd gebruik en/of transport van medicatie.
Daarom overhandigen de ouders bij doktersconsultatie aan hun arts de
standaardbrief van de dienst. Hierin wordt de arts attent gemaakt op de voorkeur
voor een medicatiebehandeling die 's ochtends en ’s avonds door de ouders
thuis kan toegediend worden.
Wanneer ouders medicatie thuis toedienen, moeten ze de onthaalouder hiervan
op de hoogte brengen teneinde mogelijke reacties van het kind te kunnen
duiden. (Schriftelijk via het heen-en weer boekje: naam geneesmiddel + tijdstip +
paraf ).
De onthaalouder geeft nooit op eigen initiatief medicatie aan de opgevangen
kinderen.
Veel klachten verdwijnen spontaan en moeten niet steeds met een geneesmiddel
behandeld worden. Sommige klachten, zoals koorts en pijn, zijn de eerste tekens
van een beginnend belangrijk gezondheidsprobleem. Door medicatie te geven
kan je een ziekte soms tijdelijk verdoezelen. Dat kan gevaarlijk zijn en kan de
juiste diagnose bemoeilijken.
Wanneer je kind medicatie moet nemen, vragen we je om dat zoveel mogelijk
thuis te doen. Wanneer er toch medicatie(eveneens koortswerende middelen)
moet toegediend worden in de opvang, vragen we een doktersattest bestemd
voor de onthaalouder met daarop:
• datum van het voorschrift
• naam van het kind
• naam van de arts
• naam van het medicament
• dosering van het medicament
• manier van toedienen
• tijdstip van toedienen
• duur van de behandeling
• wijze van bewaring van het medicament
Je mag de voorgeschreven medicatie ook door de arts laten noteren en
ondertekenen in het heen – en weerschriftje/ volgboekje of in het
gezondheidsboekje van Kind en Gezin.
De OO noteert wanneer de medicatie is toegediend en zorgt voor de juiste
bewaring.
Een doktersattest is nodig voor : koortswerende middelen - antibiotica (siroop,
zalven, druppels) – hoestmiddelen – aerosol – pijnstillers - antiallergische
medicatie - medicatie tegen teruggeven van melk – neusdruppels, oordruppels -
laxeermiddelen, middelen tegen diaree - zalven op basis van corticoïden -
homeopathische middelen, …
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
17

Wanneer je kind een behandeling met aërosol nodig heeft, vragen we om ze bij
voorkeur thuis toe te dienen. Indien dit onmogelijk is, vragen we dat je de
behandelende arts verzoekt om een droge aerosol met voorzetkamer voor te
schrijven, omdat dit beter geschikt is voor gebruik in de opvang. Vernevelaars
worden immers snel besmet. Ook kan gevraagd worden, een kinesitherapeut(e)
in te schakelen voor de behandeling.
Bij het gebruik van (andere) medische apparaten of hulpmiddelen bij de OO
(zoals bijvoorbeeld monitor / matras ter preventie van wiegendood) is eveneens
een doktersattest verreist.
3.9.4 Afspraken in geval een kind ziek wordt of een ongeval krijgt tijdens
de opvang :
Wanneer de onthaalouder tijdens de opvang vaststelt dat het kind meer dan 38°
koorts heeft, ziek is of ziek wordt, volgt zij de richtlijnen van Kind & Gezin en het
diensthoofd.
D.w.z.: de ouders worden, indien het kind koorts heeft, verwittigd en het kind
wordt zo spoedig mogelijk afgehaald. De onthaalouder observeert het kind
nauwlettend en houdt de ouders op de hoogte van de toestand van het kind.
Indien blijkt dat de koorts toeneemt en de ouders het kind nog niet hebben
opgehaald, dienen de ouders opnieuw verwittigd en in overleg bepaald of de
onthaalouder mag overgaan tot het toedienen van een koortswerend middel. Het
toedienen van het koortswerend middel zal genoteerd worden in het volgboekje/
heen – en weerschriftje.
!!Gelieve in acht te nemen dat het toedienen van koortswerende middelen
enkel toegelaten is bij uiterste gevallen!!
Hoewel een onthaalouder de veiligheid van de kinderen moet garanderen, kan
een ongelukje tijdens het spelen nooit uitgesloten worden. Ook bij een ongeval
volgt de onthaalouder de richtlijnen van Kind & Gezin en het diensthoofd.
Volgens de richtlijnen is het niet nodig om een crisisprocedure op te starten bij
kleine letsels, bv. een schaafwonden, een buil, snee, blauwe plek, verstuikte
enkel, gebroken arm, geplette vinger, … Meer informatie over deze richtlijnen
kunt u verkrijgen bij het diensthoofd.
In geval van ziekte of ongeval verwittigt de onthaalouder één van de ouders en
vraagt hen hun kind zo spoedig mogelijk te komen afhalen (zelf of door een
vertrouwenspersoon).
Indien de onthaalouder het nodig acht kan zij/hij in tussentijd de huisarts
raadplegen of de hulpdiensten verwittigen. De ouders betalen de raadpleging en
de eventuele medicatie.
Wij raden ouders dan ook ten zeerste aan een telefoonnummer te melden
waarop zij (of een vertrouwenspersoon) steeds bereikbaar zijn.
In geval van luizen worden de ouders van alle kinderen door de onthaalouder
verwittigd. Kinderen met luizen dienen niet uitgesloten te worden van de opvang,
maar de onthaalouder behoudt het recht kinderen met luizen te weigeren. De
ouders van het betrokken kind wordt gevraagd om tegen de volgende opvangdag
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
18

een bewijs voor te leggen dat ze met de behandeling gestart zijn (bvb.
aankoopbonnetje). Als ouders weigeren om hun verantwoordelijkheid op te
nemen of hier geen prioriteit aan gegeven hebben, kan het kind geweigerd
worden in de opvang.
3.10 OPVANG VAN KINDEREN MET EEN SPECIFIEKE ZORGBEHOEFTE
(INCLUSIEVE OPVANG):
De dienst voor opvanggezinnen van CKO ’t Breugelkind vzw vangt kinderen op
met een specifieke zorgbehoefte. Onder specifieke zorgen wordt verstaan een
mentale / motorische handicap, autismespectrumstoornissen, suikerziekte,
wiegendoodpreventie…
Wanneer uw kind specifieke zorgen nodig heeft doet u er goed aan ons dit te
melden zodat een adequate begeleiding kan verzekerd worden.
Voor verdere info kan u terecht bij het diensthoofd ‘Zonnewind’.
3.11 AFSPRAKEN ROND VEILIGHEID :
Uw onthaalouder biedt aan de kinderen een veilige, hygiënische en
aangepaste speel- en slaapruimte waar het rustig is en goed verlucht.
Uw onthaalouder mag de opvangkinderen nooit alleen laten. Om zeer
dwingende redenen kan zij/hij de hoede over de kinderen uitzonderlijk
overlaten aan een ander volwassen persoon.
Zij vraagt tevens schriftelijke toelating aan de ouders indien ze de kinderen
meeneemt in de wagen.
Aanwezigheid van huisdieren
Huisdieren worden door de onthaalouder buiten het bereik van de kinderen
gehouden tenzij er voorzien wordt in een aangepaste begeleiding en een strikt
toezicht. De onthaalouder die huisdieren heeft, is verplicht de omgang met het
huisdier vooraf toe te lichten aan de ouders die hun kindje willen plaatsen. De
huisdieren moeten degelijk verzorgd zijn. Drink - , eet - en grindbakken
worden buiten het bereik van de kinderen geplaatst en horen niet in de
keuken.
Roken
De onthaalouder die rookt, of wiens gezinsleden roken, is verplicht dit bij de
kennismaking vooraf te melden aan de ouders die hun kindje willen plaatsen.
Er mag in geen enkele situatie gerookt worden in de aanwezigheid van de
kinderen. Ook de ouders dienen zich aan deze regel te houden.
Wiegendoodpreventie
In het kader van de wiegendoodpreventie willen dienst en onthaalouders de
mogelijke risicofactoren uitschakelen. Zo wordt een kind steeds op de rug te
slapen gelegd!
Indien u als ouder vraagt uw kind een andere slaaphouding te geven, nl. buik -
of zijligging moet dit gestaafd worden door een attest.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
19

3.12 BUITENSCHOOLSE OPVANG (EVENTUEEL UITZONDERLIJKE
SITUATIES):
Alle bepalingen van het huishoudelijk reglement zijn eveneens van toepassing voor
kinderen die in buitenschoolse opvang verblijven.
Volgende onderwerpen zijn specifiek :
- een ziek kind : een kind dat te ziek is om naar school te gaan, kan niet bij de
onthaalouder terecht voor opvang.
- vervoer van en naar school : de onthaalouder staat niet in voor het vervoer
van/naar school. De ouders treffen zelf een regeling die opgenomen wordt in de
opvangovereenkomst.
- Maaltijden : voor kinderen die naar de basisschool gaan, is een warme maaltijd
niet inbegrepen in de dagprijs (ongeacht de verblijfsduur bij de onthaalouder).
3.13 NALEVING VAN DE WET OP BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE
LEVENSSFEER :
De ouders dragen zorg voor het privé – leven van de onthaalouder. Kleinigheden die
men soms onbevangen doorvertelt, kunnen leiden tot onaangename situaties. Ook
de onthaalouder is gebonden aan het beroepsgeheim. Al wat de onthaalouder
verneemt aan vertrouwelijke informatie vanwege de ouders, de dienst of het kind,
mag niet doorverteld worden.
Bemerkingen in verband met de opvang van de kinderen worden evenwel aan de
dienst gemeld.
Overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001
betreffende de erkennings - en subsidiëringvoorwaarden kan de dienst voor
onthaalouders bij de inschrijving en tijdens het hele verblijf van je kind bij de
onthaalouder persoonsgegevens opvragen. Het betreft administratieve gegevens van
het kind, de ouders en het gezin, financiële gegevens over de ouders, en medische
gegevens over het kind. Voor zover relevant voor de opvang kan de dienst ook
sociale gegevens of medische inlichtingen van andere gezinsleden registreren.
Medische gegevens kunnen enkel opgevraagd worden onder de
verantwoordelijkheid van een arts.
Administratieve en sociale gegevens worden opgevraagd en verwerkt onder de
verantwoordelijkheid van het diensthoofd.
Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke
levenssfeer heb je als ouder recht op toegang tot de administratieve gegevens die je
kind, jezelf of je gezin betreffen en kan je verbetering ervan vragen.
Het diensthoofd en de onthaalouder delen geen informatie over je kind of zijn verblijf
bij de onthaalouder, mee aan derden. Zij nemen hieromtrent de nodige discretie in
acht.
Bij het ondertekenen van het reglement verklaren de ouders akkoord te gaan met het
feit dat er eventueel foto’s van de kind(eren) worden genomen voor, bijvoorbeeld, het
samenstellen van een ‘boekje’ van de opgevangen kindjes, ter voorbereiding van een
cadeau ed…
De onthaalouder engageert zich, om discreet, met dit fotomateriaal om te springen.
Indien u NIET akkoord gaat, vragen wij u dit te vermelden bij de inschrijving.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
20

4 FINANCIËLE BEPALINGEN
4.1 FINANCIËLE BIJDRAGE VAN HET GEZIN :
De dienst vraagt aan de ouders, als deelname in de opvangkosten, een financiële
bijdrage. Deze bijdrage wordt berekend op basis van het inkomen van het gezin,
overeenkomstig de bepalingen die zijn opgenomen in het ministerieel besluit van 17
maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang
van kinderen in erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders.
Het diensthoofd kan je alle nodige informatie over het berekeningssysteem en de
toegekende vermindering voor gezinnen met meerdere kinderen ten laste
verstrekken. De ouders kunnen ook zelf de financiële bijdrage berekenen op
www.kindengezin.be/kinderopvang/prijs/prijsvooropvang
of bellen naar de Kind en Gezin - lijn op het nummer 078 / 150 100.
4.2 VASTSTELLING VAN DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN HET GEZIN OP
BASIS VAN HET INKOMEN :
4.2.1 Bij de start van de opvang
Bij de start van de opvang wordt het inkomen van het gezin vastgesteld op basis
van het meest recente Belgische aanslagbiljet personenbelasting en
aanvullende belastingen, meer bepaald op basis van de daarop vermelde
gezamenlijk belastbare beroepsinkomsten. Het meest recente aanslagbiljet is het
aanslagbiljet over het vorige aanslagjaar of, als dat ontbreekt, op basis van de
recentste loonfiche.
Het betreft het aanslagbiljet van het gezin, dit is de persoon die het kind ten
laste heeft en de persoon die er mee gehuwd is of ermee samenwoont –
samenwonende verwanten tot en met de vierde graad worden niet in aanmerking
genomen. Samenwonen moet hier gelezen worden als zijnde domicilie hebben
op hetzelfde adres.
De dienst gaat er vanuit dat de persoon die het kind inschrijft voor opvang door
de dienst, de persoon is waar het kind verblijft en de persoon is die financiële
verantwoordelijkheid opneemt voor het kind. Dit houdt concreet in dat het
inkomen van het gezin van die persoon de basis is voor de berekening van de
financiële bijdrage van het gezin.
We vragen daarom een officieel document op, namelijk het attest ‘samenstelling
van het gezin’, te bekomen op de gemeente. ( Dienst bevolking: uitreksel uit het
bevolkingsregister.)
Indien het gezin of één van de personen van het gezin geen dergelijk Belgisch
aanslagbiljet kan voorleggen of als het inkomen van het betreffende jaar niet
vermeld wordt op het aanslagbiljet, wordt voor de betreffende perso(o)n(en) van
het gezin rekening gehouden met het inkomen van de maand waarin de opvang
start, vastgesteld op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties.
Dat maandinkomen wordt door de dienst omgezet naar een jaarinkomen volgens
een wettelijk bepaalde formule.
Voor beginnende zelfstandigen of beginnende meewerkende echtgenoten die
nog geen Belgisch aanslagbiljet kunnen voorleggen wordt een fictief inkomen,
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
21

voor de eerste drie jaar, in aanmerking genomen, overeenkomstig hoger vermeld
Ministerieel Besluit. Zij dienen een bewijs van aansluiting bij een sociale
zekerheidkas voor te leggen waarin de start van de zelfstandige activiteit is
vermeld.
Uiterlijk 2 maanden vóór de startdatum van de opvang bezorgt het gezin aan
de dienst het meest recente Belgische aanslagbiljet van de persoon bij wie het
kind verblijft en die de financiële verantwoordelijkheid draagt voor het kind. Is
deze persoon gehuwd of samenwonend, dan moet ook het aanslagbiljet van de
partner worden bezorgd. Dit is met uitzondering van samenwonende personen
die verwant zijn tot en met de vierde graad. Indien het gezin geen aanslagbiljet
heeft ontvangen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt
op het aanslagbiljet, dan zorgt het gezin voor een loonfiche of een bewijs van
een officiële instantie van de maand waarin de opvang start. Deze wordt aan de
dienst bezorgd uiterlijk tegen het einde van de maand volgend op de maand
waarin de opvang start.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Levert het gezin niet tijdig zoals hierboven vermeld een bewijs van
inkomsten, dan rekent de dienst de maximale bijdrage aan indien op de
eerste opvangdag geen inkomsten gegevens gekend zijn. Deze maximale
financiële bijdrage van het gezin blijft gelden tot de eerstvolgende 1
oktober.
Indien er reeds een kind van het gezin wordt opgevangen door de dienst en het
inkomen dus al werd vastgesteld geldt datzelfde eerder vastgestelde inkomen bij
de start van de opvang.
4.2.2 Herziening op 1 oktober van elk jaar
Per 1 oktober van elk jaar wordt door de dienst het inkomen van het gezin
opnieuw vastgesteld op basis van het Belgische aanslagbiljet van het
aanslagjaar dat aan het lopende kalenderjaar voorafgaat. Opnieuw wordt het op
dit aanslagbiljet gezamenlijk belastbare beroepsinkomsten als basis genomen.
Indien het gezin of één van de personen van het gezin geen dergelijk
aanslagbiljet kan voorleggen of als het inkomen van het betreffende jaar niet
vermeld wordt op het aanslagbiljet, geldt dezelfde regeling als bovenstaande
4.2.1.
!!!!!!!!!!!!!!!
Levert het gezin geen bewijs van inkomsten vóór 1 oktober, dan rekent de
dienst de maximale bijdrage aan. Deze bijdrage blijft gelden tot de
eerstvolgende 1 oktober.
4.2.3 Het inkomen van het gezin is meer dan 20% gedaald
Wanneer het huidig inkomen van het gezin minstens 20% is gedaald ten
opzichte van het inkomen van het gezin dat als basis werd genomen voor de
berekening van de bijdrage, dan kan het gezin zijn inkomen door de dienst terug
laten vaststellen.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
22

Op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties die betrekking
hebben op de maand van de melding wordt het huidig inkomen van het gezin
bewezen.
De vermindering van de bijdrage gaat in – indien er effectief een daling van het
inkomen met 20% is - op de eerste dag van de maand waarin het gezin de daling
van het inkomen heeft gemeld bij de dienst.
De documenten waarmee het gezin een daling van het inkomen bewijst moeten
binnen de 2 maanden die volgen op de melding binnengebracht worden bij de
dienst.
Indien de dienst de bewijsstukken niet tijdig ontvangt, blijft de oorspronkelijke
bijdrage gelden. Het gezin kan wel een nieuwe melding doen.
4.2.4 Bij wijziging van de gezinssamenstelling
Indien er een wijziging is in de samenstelling van het gezin op het niveau van
de personen die het kind ten laste hebben, moet het gezin dit zo snel mogelijk
melden aan de dienst. In dat geval is er immers een nieuwe vaststelling van de
financiële bijdrage van het gezin, rekening houdend met het inkomen van het
gezin volgens de nieuwe samenstelling. Deze herberekende bijdrage gaat in op
de eerste dag van de maand volgend op de wijziging van de samenstelling van
het gezin.
Het inkomen wordt vastgesteld op basis van het meest recente aanslagbiljet
personenbelasting en aanvullende belastingen, meer bepaald op basis van de
daarop vermelde gezamenlijk belastbare beroepsinkomsten. Het meest recente
aanslagbiljet is het aanslagbiljet over het vorige aanslagjaar of, als dat ontbreekt,
over het aanslagjaar voordien.
Van zodra de gezinssamenstelling wijzigt verwacht de dienst dat dit gemeld
wordt aan de dienst en dat het gezin officiële bewijsstukken voorlegt, zowel
van de gezinssituatie als van de inkomsten (zie hoger).
Tijdelijke wijzigingen in de gezinssamenstelling die niet resulteren in een
wijziging van de officiële situatie, zijnde het domicilieadres, geven dus geen
aanleiding tot het herberekenen van de bijdrage.
4.3 BEREKENING VAN DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN HET GEZIN :
4.3.1 Bepaling van de bijdrage
De berekeningswijze van de financiële bijdrage van het gezin - zowel wanneer
deze is gebaseerd op het Belgisch aanslagbiljet, op loonfiches en/of bewijzen
van officiële instanties als voor beginnende zelfstandigen en beginnende
meewerkende echtgenoten - is vastgelegd in het Ministerieel besluit van 17
maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de
opvang van kinderen in erkende kinderdagverblijven en diensten voor
onthaalouders.
Voor beginnende zelfstandigen of beginnende meewerkende echtgenoten die
nog geen Belgisch aanslagbiljet kunnen voorleggen wordt een fictief inkomen,
voor de eerste drie jaar, in aanmerking genomen, overeenkomstig hoger vermeld
Ministerieel Besluit. Zij dienen een bewijs van aansluiting bij een sociale
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
23

zekerheid kas voor te leggen waarin de start van de zelfstandige activiteit is
vermeld.
Het berekend bedrag van de bijdrage is het basisbedrag (100%) en is geldend
voor :
een verblijf die minstens 5 uur en minder dan 12 uur duurt per dag per kind
voor een verblijf van minder dan 13 uur per nacht per kind.
Voor een verblijfsduur die meer of minder bedraagt, gelden volgende
percentages per dag per kind:
40% van de bijdrage voor een verblijf van minder dan 3 uur
60% van de bijdrage voor een verblijf van 3 uur tot minder dan 5 uur
160% van de bijdrage voor een opvang van 12 uur of meer, voor een
aaneensluitend dag - en nachtopvang van minder dan 24 uur, voor een
nachtopvang van 13 uur of meer als dusdanig wordt beschouwd.
Indien de opvang van het kind over meerdere momenten per dag is gespreid,
worden de verblijfstijden per dag opgeteld. Indien de opvang uitsluitend bestaat
uit zeer kortstondige opvangmomenten van minder dan één uur per dag, worden
voor de berekening van de ouderbijdrage de verblijfstijden per week
samengeteld.
De bijdrage dekt het geheel van de verblijfskosten, met uitzondering van de bijdragen
die als deelname in specifieke opvangkosten wordt gevraagd en/of bepaalde zaken
zoals afvalverwerking (zie verder: punt 4.4.)
4.3.2 Vermindering voor kinderen ten laste
Gezinnen met meerdere kinderen ten laste genieten een korting op de
berekende financiële bijdrage van het gezin per extra kind ten laste. Een kind ten
laste is een kind waarvoor het gezin financiële verantwoordelijkheid opneemt en
dat ten minste een derde van de tijd in het gezin verblijft op het moment van de
berekening van de bijdrage. Bij twijfel of onduidelijkheid over het aantal kinderen
ten laste kan de dienst een door het gezin ondertekende verklaring op eer vragen
of andere bewijsstukken verzamelen.
Indien in de loop van de opvang het aantal kinderen ten laste toeneemt, moeten
de ouders dit zo snel mogelijk aan de dienst melden. De vermindering van de
bijdrage voor kinderen ten laste gaat in op de eerste dag van de maand die volgt
op de vaststelling van de toename (en dus niet op de dag van de toename). Het
is de verantwoordelijkheid van de ouders om een toename van het aantal
kinderen ten laste aan de dienst mee te delen.
Gezinnen met één of meer meerlingen genieten een éénmalige extra korting.
Het kortingsbedrag voor vermindering voor kinderen ten laste wordt elk jaar per 1
oktober geïndexeerd. De dienst deelt dit geïndexeerde bedrag mee aan de
gezinnen.
4.3.3 De minimale bijdrage
De minimale bijdrage is in alle gevallen gelijk en wordt vastgesteld bij MB, met
uitzondering van :
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
24

de opvang waar volgens de verblijfsduur 160% van de bijdrage moet worden
toegepast. Hier ligt de minimale bijdrage hoger.
de gratis opvang.
4.3.4 De maximale bijdrage !!!!
De maximale bijdrage wordt toegepast voor:
- gezinnen die geen bewijs leveren van hun inkomen zoals afgesproken met
de dienst, de gevallen uitgezonderd van de gezinnen die een aanslagbiljet
moeten krijgen maar nog niet ontvangen hebben.
- gezinnen die valse verklaringen hebben afgelegd die van invloed zijn op de
hoogte van de bijdrage.
De verminderingen blijven evenwel van toepassing.
De maximale bijdrage wordt niet herzien en wordt toegepast tot de nieuwe
vaststelling van het inkomen per 1 oktober.
Het is de verantwoordelijkheid van het gezin om tijdig de nodige
bewijsstukken binnen te brengen. !!!!!!!!!!!!!!!
Indien een gezin geen bewijs levert van zijn inkomen en de maximale bijdrage
betaalt, dan kan de dienst de bijdrage niet aanpassen wanneer er een daling is
van het inkomen van het gezin met minstens 20%, omdat er geen referentieinkomen
is.
4.3.5 Sociaal tarief
Voor gezinnen die daar behoefte aan hebben ten gevolge van een uitzonderlijke
financiële situatie, kan de dienst een sociaal tarief aanrekenen. Dit is een
vermindering ten opzichte van de berekende of toegepaste bijdrage of een gratis
opvang. Dit sociaal tarief kan toegekend worden op basis van een gemotiveerd
dossier.
Het gezin kan bij het diensthoofd vertrouwelijk informeren naar de
mogelijkheden.
4.4 BIJDRAGE ALS DEELNAME IN SPECIFIEKE OPVANGKOSTEN :
Voor volgende zaken wordt er door de dienst een bijkomende vergoeding gevraagd:
er wordt een vaste maandelijkse vergoeding gevraagd aan de ouders die
door de dienst wordt doorgestort aan de onthaalouder voor de verwerking
van de (luier)afval. Dit bedrag wordt vastgelegd vanaf 1 oktober 2012 op 3
euro / begonnen maand. Dit tarief kan jaarlijks op 1 oktober herzien
worden, samen met de indexering van de ouderbijdrage.
Om de communicatie optimaal te laten verlopen tussen onthaalouder en ouder
en om het welbevinden te meten van de opvangkinderen wordt er gewerkt met
een kind opvolgboekje binnen de dienst. De aankoop van zo een boekje, ten
bedrage van €5, is niet verplicht, maar komt de samenwerking en de
continuïteit van de dienstverlening wel ten goede.
Er kan een toeslag gevraagd worden voor fles - en dieetvoeding (indien dit
door het opvanggezin zelf wordt aangekocht) De reële prijs zal worden
verrekend aan de ouders en worden doorgestort aan de onthaalouder.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
25

Indien er een warme maaltijd wordt gegeven aan een kindje in de opvang bij
en verblijf van minder dan drie uren, wordt er een halve dag verrekend aan de
ouders en uitbetaald aan de onthaalouder.
Toeslag warme maaltijd voor kinderen die naar de basisschool gaan,
ongeacht de verblijfsduur.
Deze bijkomende kosten worden indien nodig maandelijks gefactureerd door de
dienst, aan de ouder en worden bijgevolg niet rechtstreeks door de ouder aan de
onthaalouder betaald.
4.5 SANCTIONERENDE VERGOEDING :
De dienst kan aan het gezin een sanctionerende vergoeding, in redelijke verhouding
tot de bijdrage, vragen voor :
bedragen sanctionerende toeslagen (geldend vanaf 1/1/2009, kunnen in de loop
der jaren aangepast worden)
1. Annulatie plaatsreservatie tot voor de start van de opvang:
Deel 1 van de waarborg wordt ingehouden (uitgezonderd bij miskraam,
gezondheidsproblemen ouder of baby ) en wordt voor de 3/4 de aan de
onthaalouder doorgestort.
2. Onverwachte en niet- meegedeelde, of niet tijdig genoeg meegedeelde
afwezigheden:
Het dagbedrag van de financiële bijdrage van het gezin (vastgesteld door
Kind en Gezin) voor die dag(en).
Bij ziekte van het kind, dient (een Nederlandstalig) doktersattest als bewijs
van ziekte, binnen
de 24u binnengebracht of doorgestuurd te worden naar de desbetreffende
onthaalouder.
Indien niet, zullen de afwezige dagen aangerekend worden.
3. Systematisch niet respecteren van het opvangplan en/of de breng – en
haalmomenten
Idem 2
4. Laattijdig afhalen van het kind na de openingsuren van de onthaalouder:
5 euro per begonnen kwartier ( dit tarief kan jaarlijks op 1 oktober herzien
worden, samen met de indexering van de ouderbijdrage) en wordt doorgestort
naar de onthaalouder.
5. Systematisch minder gebruikmaken van de opvang zoals afgesproken
tussen de dienst, onthaalouder en het gezin en opgenomen in de
opvangovereenkomst:
Het dagbedrag van de financiële bijdrage van het gezin (vastgesteld door
Kind en Gezin) geldend op de afwezigheidsdagen van de betreffende maand.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
26

6. Het verhalen van kosten bij wanbetaling vanaf de derde herinnering en
incassokosten bij wanbetaling:
12,39 euro vanaf de derde herinnering. Wanneer er na een derde
herinnering geen betaling volgt, zal het dossier gerechtelijk gebeuren en zal
de opvang met onmiddellijke ingang stopgezet worden. De kosten vallen ten
laste van de ouders.
7. Opzegvergoeding bij vroegtijdige verbreking van de overeenkomst :
Het bedrag van de volledige waarborg (300 euro).
- indien de opzegtermijn van één maand niet wordt
gerespecteerd
- Indien de ouders uiterlijk 2 maanden vòòr de start
beslissen om hun kind niet te laten opvangen door de
gereserveerde onthaalouder.
Er wordt 2/3 de doorgestort naar de onthaalouder. 1/3 de wordt ingehouden door
de dienst.
Voor de nummers 2/3/4/5/6: indien deze kosten niet worden betaald, zullen deze
kosten worden ingehouden van de gestorte waarborg.
4.6 FACTURATIE :
De facturen worden gemaakt op basis van prestatiestaten die de onthaalouder invult
en dagelijks of wekelijks (minimaal maandelijks) ter ondertekening voorlegt aan de
ouders. Eén exemplaar is bestemd voor de ouders.
De betaling gebeurt door middel van domiciliëring. De bijdragen worden rechtstreeks
aan het CKO’t Breugelkind vzw betaald, nooit aan de onthaalouder.
De betaling van de facturen gebeurt maandelijks en vóór de uiterste betaaldatum
van de factuur.
Bij laattijdige betaling krijg je een schriftelijke aanmaning tot betaling. Bij de derde
aanmaning dienen extra kosten betaald te worden.(zie sanctionerende toeslagen)
Mochten er financiële moeilijkheden aan de basis liggen van vertraagde betalingen,
dan kan u steeds met het diensthoofd contact opnemen, om een oplossing te
zoeken.
Bij niet betaling van de factuur binnen de twee maand na ontvangst, zal er
automatisch een einde gesteld worden aan de opvang!
Ouders worden verzocht maandelijks de facturen na te kijken. Opmerkingen of
klachten over de facturatie moeten binnen de twee maanden na factuurdatum aan de
dienst gemeld worden. Nadien is er geen regularisatie van de facturen mogelijk,
tenzij er een aanpassing van de ouderbijdrage gebeurde.
4.7 REGELING IN GEVAL VAN FOUTE BEREKENINGEN EN/OF VALSE
VERKLARINGEN :
Foute berekeningen
Als er een fout in de berekening van de bijdrage wordt vastgesteld moet de dienst dit
rechtzetten. Tenzij het gezin te weinig heeft betaald door een fout, wordt de fout
rechtgezet met terugwerkende kracht tot het moment van het begaan van de fout.
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
27

Valse verklaringen
Als wordt vastgesteld dat het gezin valse verklaringen heeft afgelegd die invloed
hebben op de financiële bijdrage, kan de dienst de maximale bijdrage toepassen met
terugwerkende kracht tot het moment dat de valse verklaring is afgelegd. De dienst
kan op basis van valse verklaringen de opvang bij het opvanggezin laten
stopzetten.
4.8 FISCAAL ATTEST.
De kosten gemaakt voor kinderopvang tot 12 jaar zijn fiscaal aftrekbaar. De dienst
verbindt er zich toe na het verlopen jaar een correct fiscaal attest af te leveren. De op
het fiscaal attest vermelde bedragen zijn de in dat jaar effectieve betaalde fiscaal
aftrekbare financiële bijdragen.
5 SLOTBEPALINGEN
Het niet naleven van één van de bovenvermelde bepalingen kan uitsluiting tot gevolg
hebben. Bij eventuele betwisting beslist de algemeen directeur / de raad van bestuur
van de vzw.
Verder zijn alle regels bindend die in het Besluit van de Vlaamse Regering van 23
februari 2001 en de wijzigingsbesluiten, alsook het Ministerieel besluit van 17 maart
2008 betreffende de financiële bijdrage van de gezinnen.
Bindend zijn evenzeer alle ministeriële besluiten en richtlijnen vanwege Kind en
Gezin die in de toekomst uitgevaardigd zullen worden met betrekking tot de door
Kind en Gezin erkende diensten voor onthaalouders.
Van belangrijke wijzigingen zullen ouders en onthaalouders op de hoogte worden
gebracht.
Alle punten die niet in het reglement zouden zijn opgenomen (uitzonderingen,
afwijkingen, niet-vermelde items, ...) worden met het diensthoofd van de dienst
besproken. De beslissing over deze punten gebeurt in overleg met onthaalouder,
diensthoofd en de algemeen directeur van de vzw.
De ouders verklaren via het handtekenen van de ‘Overeenkomst tot Opvang’
akkoord te gaan met alle schriftelijke bepalingen in het huishoudelijk reglement
Juli 2012 CKO ’t Breugelkind vzw
DVO Zonnewind
28