09.09.2013 Views

2013-133 Bijlage Provincie Utrecht Gemeente Nieuwegein ...

2013-133 Bijlage Provincie Utrecht Gemeente Nieuwegein ...

2013-133 Bijlage Provincie Utrecht Gemeente Nieuwegein ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Advies aanpak Herenstraat-Kruyderlaan<br />

Status: eindrapportage<br />

Beurs-WTC | 21 st Floor | Beursplein 37 | PO Box 30188 | 3001 DD Rotterdam | The Netherlands<br />

E info@fakton.nl | P +31(0)10 300 6000 | F +31(0)10 205 5373 | K.v.K. Rotterdam 24309047 | BTW nr. 8091.339.21.B01<br />

101219/R17/1.0


Advies aanpak Herenstraat-Kruyderlaan<br />

<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong><br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Nieuwegein</strong><br />

A. van Eldonk MSc MSRE<br />

E.G.J. Daalhuisen MSc Ma<br />

W.M.H. Heineke MSc<br />

101219/R17/1.0<br />

Rotterdam, 1 maart <strong>2013</strong>


INHOUDSOPGAVE<br />

1. Management samenvatting ............................................................................................................ 4<br />

2. Inleiding ........................................................................................................................................... 5<br />

2.1. Aanleiding ................................................................................................................................ 5<br />

2.2. Opdrachtomschrijving en opzet onderzoek ............................................................................ 6<br />

2.3. Leeswijzer ................................................................................................................................ 7<br />

3. Gebiedsanalyse: een kansrijk gebied voor wonen én werken ........................................................ 8<br />

3.1. Inleiding ................................................................................................................................... 8<br />

3.2. Macroanalyse .......................................................................................................................... 9<br />

3.3. Locatieanalyse ....................................................................................................................... 11<br />

3.4. Marktanalyse ......................................................................................................................... 14<br />

3.5. Tussenconclusie: de natuurlijke ontwikkelingsrichting ......................................................... 17<br />

4. Scenario’s: faciliteren en stimuleren zijn beide mogelijk .............................................................. 20<br />

4.1. Inleiding ................................................................................................................................. 20<br />

4.2. Vier scenario’s ....................................................................................................................... 20<br />

4.3. Beoordeling: wat zijn de gevolgen voor gemeente ............................................................... 23<br />

4.4. Scenario ’faciliteren’ uitgewerkt ........................................................................................... 24<br />

4.5. Scenario ‘stimuleren’ uitgewerkt .......................................................................................... 26<br />

4.6. Tussenconclusie: beheerste ontwikkelstrategie is mogelijk ................................................. 28<br />

5. Financiële en organisatorische instrumenten: een bloemlezing .................................................. 29<br />

5.1. Inleiding ................................................................................................................................. 29<br />

5.2. Financiële instrumenten ........................................................................................................ 29<br />

5.3. Organisatorische instrumenten ............................................................................................. 34<br />

6. Eindconclusie: een beheerste ontwikkeling is mogelijk ................................................................ 36<br />

<strong>Bijlage</strong>: Gebruikte documentatie .......................................................................................................... 37<br />

<strong>Bijlage</strong>: Aanwezigen workshop .............................................................................................................. 38


1. MANAGEMENT SAMENVATTING<br />

Nadat Herenstraat – Kruyderlaan was opgenomen in het collegeprogramma 2010 – 2014 (als pilot voor een<br />

structuurfonds), besloot het College in de prioriteringsronde aan de Raad voor te stellen het project zeer laag<br />

te prioriteren en geen concrete (financiële) maatregelen te treffen. De Raad gaf bij amendement het College<br />

opdracht de (on)mogelijkheden voor het project Herenstraat - Kruyderlaan opnieuw te bezien ter nadere<br />

onderbouwing van deze keuze. In deze rapportage geven wij antwoord op de volgende vraag:<br />

Wat is de meest kansrijke aanpak voor Herenstraat-Kruyderlaan, tegen<br />

de volgende achtergrond?<br />

Het gebied is deels functioneel en visueel verouderd;<br />

Particuliere initiatieven komen moeilijk van de grond;<br />

De gemeentelijke middelen zijn beperkt.<br />

De eerste vraag die beantwoord moet worden, is wat nu eigenlijk het probleem is. Het risico van afglijding<br />

van het gebied ligt op de loer en particuliere investeringen blijven goeddeels uit. Dit begin van verpaupering<br />

kan gevoelens van onveiligheid bij bewoners en gebruikers aanwakkeren. Daarnaast verkeren ondernemers<br />

en eigenaren in onzekerheid over de toekomst van het gebied. Die onzekerheid wordt versterkt door<br />

onduidelijkheid in de koers van de gemeente.<br />

De analyse van de beleidskaders, het gebied en de markt toont duidelijk aan waar de kansen liggen. In de<br />

huidige markt is de kansrijkheid van transformatie naar woningbouw of andere bestemmingen gering, tenzij<br />

de zittende eigenaren bereid zijn om hun verwachtingspatroon over de winst uit transformatie naar beneden<br />

bij te stellen. Tegelijkertijd zijn delen van het bedrijventerrein levensvatbaar, maar het ontbreekt de<br />

gemeente aan voldoende inzicht over de zittende gebruikers en eigenaren. Ons advies over de ruimtelijke<br />

ontwikkeling is dan ook helder: behoud Herenstraat-Kruyderlaan als vitaal kleinschalig werkgebied, maar<br />

maak tegelijkertijd de transformatie naar woningbouw in delen van het gebied mogelijk. Daarbij past een<br />

beheerste inzet van gemeentelijke middelen en capaciteit.<br />

Wat betreft de gemeentelijke inzet zijn twee scenario’s denkbaar: faciliteren, met een minimale<br />

gemeentelijke inzet, en stimuleren, waarbij de gemeente meer het voortouw neemt. Beide scenario’s zijn<br />

verdedigbaar vanuit een inhoudelijke afweging. Wij denken dat een stimulerende rolopvatting het meest<br />

recht doet aan het gebied en de potentie die in zowel de bedrijvigheid als de transformatiemogelijkheden<br />

zit. <strong>Gemeente</strong>lijke coördinatie zal het ontwikkelingstempo verhogen en het de zittende eigenaren<br />

gemakkelijker maken een keuze te maken tussen investeren in de bedrijfsfunctie of transformatie. De eerste<br />

stap is een grondige inventarisatie in het gebied, zodat bekend is wat er leeft bij gebruikers en eigenaren.<br />

Op basis daarvan kan een startnotitie worden geschreven, waarin per deelgebied wordt besloten welke<br />

financiële en organisatorische instrumenten worden ingezet. Wat betreft de inzet van financiële en<br />

juridische instrumenten adviseren wij niet direct te kiezen voor de meest ambitieuze mogelijkheden, maar te<br />

beginnen met quick wins die gemakkelijk vanuit actief gebiedsmanagement te organiseren zijn.<br />

Pagina 4 van 38<br />

101219/R17/1.0


2. INLEIDING<br />

2.1. Aanleiding<br />

De provincie <strong>Utrecht</strong> ondersteunt de gemeente <strong>Nieuwegein</strong> bij een aantal onderdelen van de<br />

binnenstedelijke opgave in <strong>Nieuwegein</strong>. Eén van de onderdelen van die samenwerking is inzicht te krijgen in<br />

de mogelijkheden voor herontwikkeling van het gebied Herenstraat - Kruyderlaan, op korte en langere<br />

termijn. De gemeente <strong>Nieuwegein</strong> en de provincie <strong>Utrecht</strong> vroegen ons een advies uit te brengen dat als<br />

basis dient voor de concrete aanpak van het gebied Herenstraat-Kruyderlaan.<br />

Na het project Herenstraat – Kruyderlaan eerst opgenomen te hebben in het collegeprogramma 2010 – 2014<br />

(als pilot voor een structuurfonds), heeft het College onlangs aan de Raad voorgesteld het project zeer laag<br />

te prioriteren en geen concrete (financiële) maatregelen te treffen ter stimulering van het gebied. De Raad<br />

gaf echter bij amendement het College opdracht de (on)mogelijkheden voor het project Herenstraat -<br />

Kruyderlaan opnieuw te bezien ter nadere onderbouwing van deze keuze.<br />

Op basis van ons locatiebezoek begin <strong>2013</strong> typeren wij de situatie als volgt in tekst en beeld:<br />

De locatie Herenstraat - Kruyderlaan is als bedrijventerrein deels functioneel verouderd.<br />

Het gebied maakt een rommelige en deels verpauperde indruk (zowel gebouwen als openbare<br />

ruimte).<br />

Het gebied kent een grote verscheidenheid aan functies met verschillende grond- en<br />

vastgoedeigenaren.<br />

De huidige infrastructuur (ontsluiting en parkeren) schiet tekort.<br />

Het gebied heeft een aantrekkelijke ligging door de korte nabijheid van het centrum.<br />

Met name aan de zijde van de Kruyderlaan wordt door de gemeente gewerkt aan verbetering van de<br />

openbare ruimte.<br />

Er zijn, zelfs in de huidige markt, particuliere initiatieven voor transformatie. Echter, deze komen<br />

moeizaam van de grond.<br />

Figuur 1: Impressie Herenstraat - Kruyderlaan<br />

Herenstraat – Kruyderlaan is wat ons betreft een interessant gebied. Onze indruk is dat de gebiedspotentie,<br />

hetzij voor bedrijvigheid, hetzij voor transformatie naar andere functies, op dit moment niet optimaal wordt<br />

benut. De vraag is actueel of dit ook betekent dat op dit moment gemeentelijke capaciteit in het gebied<br />

Pagina 5 van 38<br />

101219/R17/1.0


moet worden gestoken. Gelet op de financiële situatie en de vraag-aanbodverhoudingen in de markt is<br />

prioritering in ruimtelijke projecten onvermijdelijk. Het onderzoek van Fakton beperkt zich op de<br />

mogelijkheden voor herontwikkeling van het gebied Herenstraat - Kruyderlaan, op korte en langere termijn.<br />

De nadruk in onze onderzoek ligt daarbij op het procesmatige vlak: de verschillende rolopvattingen die de<br />

gemeente en de provincie kunnen aannemen en de organisatorische en financiële instrumenten die daar bij<br />

passen. De focus in deze rapportage ligt minder op vormgeving of stedenbouw en fysieke ingrepen.<br />

2.2. Opdrachtomschrijving en opzet onderzoek<br />

Deze rapportage gaat in op een aantal scenario’s, waarin de (on)mogelijkheden voor versterking van het<br />

gebied en de relatie met de binnenstad worden uitgewerkt. Concreet gaan wij in op de volgende zeven<br />

deelvragen:<br />

Wat is het perspectief voor het gebied op langere termijn ('punt op de horizon')?<br />

Wat zijn op korte termijn de mogelijkheden om een begin te maken met de herontwikkeling? Hoe<br />

wordt aangesloten bij lopende initiatieven in dit gebied?<br />

Welke ontwikkelingsstrategie stellen wij voor? Wat is er nodig om dit te bereiken (strategie) en wat<br />

zijn de voor- en nadelen?<br />

Wat zijn de vereiste investeringen, de te verwachten opbrengsten, te gebruiken<br />

financieringsinstrumenten of tools?<br />

Welke organisatie en rolverdeling wordt voorgesteld?<br />

Welke conclusies worden getrokken ten aanzien van de haalbaarheid van de scenario’s: welke<br />

bieden voldoende potentie voor nader onderzoek?<br />

Welke concrete vervolgstappen worden na het raadsbesluit gezet en hoe wordt het proces<br />

georganiseerd?<br />

In samenspraak met de opdrachtgever kozen wij voor een combinatie van een expertmatige en een<br />

participatieve aanpak in nauwe samenwerking met de gemeente en provincie. Wij onderscheidden in onze<br />

aanpak de volgende vier stappen:<br />

Start-up bijeenkomst: Bespreken van aanpak, planning, informatiebehoefte, belangrijkste documenten en<br />

meest relevante ontwikkelingen.<br />

Analyse: Bestuderen studies en andere relevante documentatie, bezoek aan de locatie, uitvoeren marktscan,<br />

stakeholderanalyse en in conclaaf met de Kamer van Koophandel. Afsluitend met: wat zijn de contouren van<br />

de ontwikkelingsrichting(en)?<br />

Validatie en verrijking (workshop 5 februari <strong>2013</strong>): In de vorm van een workshop (5 februari <strong>2013</strong>) met<br />

sleutelfiguren van de gemeente en provincie (zie hoofdstuk 8) valideren en verrijken van onze eerste<br />

bevindingen en denkrichtingen. Verkennen van een aantal mogelijke transformatiescenario’s en gezamenlijk<br />

bespreken van de beoordelingscriteria. Uitkomst workshop: een aangescherpte analyse en een eensluidend<br />

idee bij de ontwikkelrichting en de uit te werken scenario’s.<br />

Pagina 6 van 38<br />

101219/R17/1.0


Uitwerking en beoordeling scenario’s<br />

Uitwerken van de scenario’s en zeer globaal per scenario schetsten van de financiële haalbaarheid: wat is het<br />

investeringsniveau en welke mogelijke dekkingsbronnen zijn aanwezig? Daarnaast per alternatief de<br />

ontwikkelstrategie op hoofdlijnen schetsen.<br />

De uitkomsten van de voorgaande stappen verwerken wij in deze rapportage.<br />

2.3. Leeswijzer<br />

In hoofdstuk 3 geven wij onze analyse van het gebied. We doen dit aan de hand van drie analyses: macroanalyse<br />

(beleidskaders), locatie-analyse en marktanalyse. Dit brengt ons tot het trekken van een<br />

tussenconclusie met betrekking tot de natuurlijke ontwikkelingsrichting van het gebied.<br />

In hoofdstuk 4 bespreken we een aantal scenario’s die gaan over de manier waarop de gemeente zich kan<br />

opstellen. We bespreken vier mogelijke rolopvattingen, waarvan de twee meest kansrijke worden<br />

uitgewerkt.<br />

In hoofdstuk 5 behandelen we financiële en organisatorische instrumenten die het te kiezen scenario kunnen<br />

ondersteunen. De rapportage wordt in hoofdstuk 6 afgesloten met een conclusie.<br />

Pagina 7 van 38<br />

101219/R17/1.0


3. GEBIEDSANALYSE: EEN KANSRIJK GEBIED VOOR WONEN ÉN WERKEN<br />

3.1. Inleiding<br />

Ieder gebied en iedere ontwikkeling bevindt zich in een speelveld van diverse publieke en private actoren en<br />

de daarbij horende belangen. De ontwikkeling van een gebied vergt daardoor een specifieke afstemming van<br />

deze belangen en moet daarnaast ook in een breder kader passen. Wettelijke beperkingen, planologische<br />

voorschriften en markttechnische aspecten zijn voorbeelden van zaken die de contouren van iedere<br />

ruimtelijke ontwikkeling vormgeven.<br />

Om de krachten binnen deze verschillende speelvelden te identificeren, hanteren wij de methodiek van de<br />

Integrale Gebiedsanalyse, waarbij wij verschillende analyses uitvoeren en vervolgens constateren waar de<br />

overlap in de uitkomsten van deze analyses zich bevindt. In figuur 2 staat deze methodiek schematisch<br />

weergegeven. Wij onderscheiden hierin de volgende drie invalshoeken:<br />

Macroanalyse: Wat speelt er op gemeentelijk en provinciaal niveau wat van invloed is op de<br />

mogelijke ontwikkeling van het plangebied?<br />

Locatieanalyse: Wat zijn de kenmerken van de locatie? Denk hierbij aan zaken als<br />

eigendomsstructuur, planologische randvoorwaarden, kwaliteit van vastgoed en openbaar gebied.<br />

Marktanalyse: Welke kansen liggen er in de markt voor het plangebied? Naar welke functies is<br />

vraag? Welke hoeveelheden en prijsniveaus horen hierbij?<br />

Locatieanalyse<br />

Bestemming<br />

Eigendom<br />

Kwaliteit<br />

Figuur 2: Gebiedsanalyse<br />

Macroanalyse<br />

<strong>Nieuwegein</strong><br />

Beleid<br />

R.O.<br />

Marktanalyse<br />

Vraag en aanbod<br />

Prijzen<br />

Afzet<br />

Huidige stand gemeentelijk documenten en beleid<br />

Het gemeentelijk beleid voor dit gebied is onder andere verwoord in de Structuurvisie 2030, de notitie<br />

Herenstraat - Kruyderlaan uit 2007 (‘Uitgangspunten bij particulier initiatief‘), de ontwikkelingsvisie uit 2009<br />

(niet bestuurlijk vastgesteld) en het Urgentieprogramma woningbouw uit 2010. Hierin zijn globaal de<br />

Pagina 8 van 38<br />

101219/R17/1.0


doelstellingen herstructureren, toevoegen woningbouw, ruimtelijke kwaliteit, wateras, nabijheid van<br />

(invloedssfeer) en aansluiting op de binnenstad benoemd. Deze doelstellingen beoogde de gemeente te<br />

bereiken door het faciliteren van particuliere initiatieven.<br />

Na analyse van deze stukken blijkt dat deze deels verouderd zijn. Vooral de strak ingekaderde<br />

(stedenbouwkundige) uitgangspunten uit de notitie uit 2007 blijken in de praktijk niet haalbaar. Er wordt bij<br />

particuliere initiatieven, na goedkeuring hierop door de Raad, ondertussen afgeweken van deze kaders. Dit<br />

was bijvoorbeeld bij het particuliere initiatief aan de Hildo Kropstraat 35 in 2012 expliciet aan de orde. De<br />

vastgestelde documenten dienen niet als stringent kader, maar zijn meer richtinggevend van karakter.<br />

3.2. Macroanalyse<br />

In december 2009 verscheen de Structuurvisie 2030. Hierin staan de korte en lange termijn ambities van de<br />

gemeente <strong>Nieuwegein</strong> beschreven. De gemeente kiest in de Structuurvisie onder andere voor een<br />

ontwikkelstrategie in assen. Zij onderscheidt vijf assen: de wateras, de stadsas, de werkas, Lek en<br />

uiterwaarden en A12-zone. Daarnaast beschrijft zij vier ontwikkelthema’s die centraal staan in de verdere<br />

(her)ontwikkeling van <strong>Nieuwegein</strong>. Dit zijn: duurzaamheid, levendigheid, een mooie uitstraling en de focus<br />

op verbindingen in en tussen gebieden.<br />

De ontwikkeling van Herenstraat - Kruyderlaan sluit aan bij meerdere van de hiervoor beschreven ambities<br />

uit de Structuurvisie. De (her)ontwikkeling biedt kansen om invulling te geven aan een mooie uitstraling van<br />

<strong>Nieuwegein</strong> én het leggen van verbindingen.<br />

Daarnaast ligt het gebied in een van de aangewezen ontwikkelassen: de wateras. Ook zien wij terug in de<br />

Structuurvisie dat het gebied is aangewezen voor de transformatie van werken naar wonen. Wat opvalt, is<br />

dat er zelfs een ‘special’ is opgenomen over het gebied (zie figuur 3). Hiermee gaf de Structuurvisie duidelijk<br />

status aan de gebiedsontwikkeling. In 2009 stond het gebied hoog op de prioriteitenlijst van de gemeente. In<br />

de workshop van 5 februari jl. werd ons echter duidelijk dat de Structuurvisie (in dit geval) niet leidend is bij<br />

ontwikkelingen. De Structuurvisie is enkel een publiekrechtelijk beleidsdocument en vanuit de private<br />

eigenaren in het gebied is geen participatie toegezegd op dit beleid. De slag naar uitvoering van het<br />

beschreven beleid ontbreekt dan ook goeddeels.<br />

Pagina 9 van 38<br />

101219/R17/1.0


Figuur 3: Bedrijfsterrein Jutphaas – Wijkersloot in de Structuurvisie 2030<br />

In het Collegeprogramma 2010 – 2014 is Herenstraat- Kruyderlaan opgenomen als pilotproject voor het<br />

oprichten van een structuurfonds. In de workshop van 5 februari jl. werd duidelijk dat dit voornemen uit het<br />

Collegeprogramma nooit is opgericht voor Herenstraat – Kruyderlaan. Het opnemen van deze pilot duidt<br />

evenwel op de intenties die het college had met het fonds, het gebied en de faciliterende rol van de<br />

gemeente.<br />

Figuur 4: Passage over het structuurfonds uit het collegeprogramma 2010 - 2014<br />

Conclusie macroanalyse<br />

Herenstraat – Kruyderlaan kent een voor een bedrijventerrein bijzondere ligging: vlakbij het stadshart<br />

en aan twee assen. De gemeente wil ook dit deel van de wateras (her)ontwikkelen. Hierin ligt de focus<br />

op transformatie van werken naar wonen. De uitvoering van de in de Structuurvisie beschreven<br />

strategie is tot op heden niet nader uitwerkt.<br />

Pagina 10 van 38<br />

101219/R17/1.0


3.3. Locatieanalyse<br />

Het gebied Herenstraat – Kruyderlaan ligt centraal in <strong>Nieuwegein</strong> in de wijk Jutphaas-Wijkersloot. Het is<br />

vanouds het bedrijventerrein van Jutphaas. Door de groei van <strong>Nieuwegein</strong>, en specifiek de vorming van het<br />

Stadshart, is de ligging van het gebied verschoven naar een centrale positie. Jutphaas-Wijkersloot is binnen<br />

de gemeente een aandachtswijk.<br />

De sterke punten van het gebied zijn:<br />

De ligging direct naast het stadshart, omsloten door woonwijken.<br />

Het heeft een groene entree aan de Noordstedeweg.<br />

De ligging aan het water van de Doorslag, een doorlopende waterweg die voert naar de Vaartse Rijn.<br />

Het is een bijzonder bedrijvengebied in <strong>Nieuwegein</strong>: het huisvest kleinschalige bedrijven tegen een<br />

lage huur.<br />

Het gebied huisvest een aantal karakteristieke objecten, vooral de woningen aan de Herenstraat.<br />

De zwakke punten van het gebied zijn:<br />

Er zijn veel verschillende eigenaren en gebruikers die niet georganiseerd zijn.<br />

De menging van werken en wonen levert hier en daar overlast op.<br />

Het gebied heeft geen duidelijk profiel: autobedrijven, sportscholen, winkels en productiebedrijven<br />

zijn door het gebied verspreid.<br />

De gebouwen en openbare ruimte zijn deels verouderd.<br />

Klachten vanuit bewoners en gebruikers, vooral over de slechte ontsluiting voor zwaar verkeer en<br />

parkeerproblemen.<br />

Op de Kruyderlaan is onlangs betaald parkeren ingevoerd. Op de Hildo Kropstraat en de Herenstraat is dit<br />

echter niet zo. De gemeente beschikt niet over een volledige analyse van de parkeer- en verkeerssituatie in<br />

het gebied op basis van parkeertellingen, maar het gebiedsmanagement meldt dat bewoners van de<br />

Kruyderlaan, met name van het vrachtwagenverkeer van de bedrijven aan de Kruyderlaan, overlast<br />

ondervinden. Ook de bezoekers aan sportscholen veroorzaken soms geluid- en parkeeroverlast. Doordat<br />

geen parkeertellingen zijn gedaan, is het lastig deze klachten te objectiveren.<br />

De bedrijven in het gebied Herenstraat - Kruyderlaan zijn niet collectief georganiseerd. Er is geen<br />

overkoepeld gebiedsorgaan waarin de bedrijven samenkomen. De communicatie tussen de gemeente, de<br />

ondernemers en de bewoners in het gebied geschiedt per ondernemer of per casus. Het is vooral een ‘piep’systeem.<br />

Huidige initiatieven<br />

Op dit moment is er een aantal lopende initiatieven in het gebied.<br />

Hildo Kropstraat 35: na de sloop van de voormalige opstallen is de ontwikkelaar bouwtechnisch nu<br />

klaar voor realisatie van een appartementencomplex met 23 appartementen, te exploiteren ruimte<br />

op de begane grond en circa 30 parkeerplaatsen. Status: vergunningverlening, start bouw voor 1<br />

Pagina 11 van 38<br />

101219/R17/1.0


januari <strong>2013</strong>, in verkoop. De verkoop hiervan stokt echter mede vanwege de concurrentie met<br />

appartementen in getransformeerde kantoorpanden tegen aantrekkelijkere prijzen.<br />

Kruyderlaan 27: een nieuw initiatief tot transformatie van bestaande panden naar acht woningen. In<br />

de periode 2007-2010 zijn er verschillende initiatieven geweest voor dit perceel door De Bois, al dan<br />

niet in samenhang met perceel Immerzeel ten zuiden van De Bois en het perceel Van de Broek waar<br />

Karwei is gevestigd. Alle plannen zijn tot dusverre gestrand. Volgens de laatste inzichten wil De Bois<br />

ontwikkelen aan de Kruyderlaan. Hij beoogt samen met een lokale ontwikkelaar koop- en<br />

huurappartementen van 60 – 80 m² te ontwikkelen. Dit worden in de plannen zowel nieuwbouw- als<br />

transformatieappartementen. Parkeren wordt opgelost op eigen terrein. De vraag die bij dit plan rijst<br />

is (ook gezien andere lopende initiatieven in de stad) of deze ontwikkeling nu financieel wel uit kan.<br />

Herenstraat 84: Transformatie van bedrijfsruimte naar woningbouw voor studenten en tijdelijke<br />

buitenlandse werknemers.<br />

Bevindingen uit de workshop<br />

In de workshop verkenden wij een aantal mogelijke transformatiescenario’s en bespraken wij gezamenlijk de<br />

beoordelingscriteria. De uitkomst van de workshop was een aangescherpte analyse en een gezamenlijk<br />

gedragen idee bij de ontwikkelscenario’s. Belangwekkende bevindingen waren:<br />

Er ontbreekt een heldere probleemdefinitie voor het gebied. De vraag rijst: wat is het probleem, hoe<br />

groot is het probleem en voor wie is dit een probleem? Het risico van afglijding van het gebied ligt op<br />

de loer en particuliere investeringen blijven goeddeels uit. Dit begin van verpaupering kan gevoelens<br />

van onveiligheid bij bewoners en gebruikers aanwakkeren. Daarnaast verkeren ondernemers en<br />

eigenaren in onzekerheid over de toekomst van het gebied. Die onzekerheid wordt versterkt door<br />

onduidelijkheid in de koers van de gemeente.<br />

Een ronde langs de aanwezigen toont aan dat de overlast in het gebied uitsluitend door de directe<br />

omwonenden wordt gemeld. Een relevante vraag daarbij is wie er eerst was, en met welke<br />

verwachting hebben de mensen die overlast ervaren zich daar gevestigd?<br />

In het bestemmingsplan Jutphaas – Wijkersloot zijn ‘aanduidingen’ opgenomen. Deze aanduidingen<br />

fungeren als een subbestemming op specifieke kavels. De bestemmingen op deze kavels zijn<br />

daarmee strak ingekaderd. De voornaamste reden hiervoor is het kunnen inperken van de<br />

bestemming ‘detailhandel’.<br />

De bestemming detailhandel van Nettorama is strak ingekaderd. De uitbreiding van de locatie met<br />

detailhandel is hierdoor niet mogelijk. Nettorama is eigenaar van de locatie en beoogt dit tot op<br />

heden zo te houden. De bestemming ‘detailhandel’ gaat bij overdracht ook over naar de volgende<br />

eigenaar.<br />

Brové heeft op zijn terrein geen ruimte om te keren, hierdoor keren de vrachtwagens van Brové al<br />

eerder in het gebied en rijden vervolgens achteruit door de Kruyderlaan. Dit veroorzaakt overlast bij<br />

bewoners.<br />

De HN-locatie (de groene zuidstrook aan de Noordstedeweg) valt binnen de grondexploitatie<br />

Stadshart. Mede gezien het feit dat Herenstraat – Kruyderlaan geen grondexploitatie heeft en er<br />

Pagina 12 van 38<br />

101219/R17/1.0


hierdoor geen kader is voor het aangaan van verplichtingen en het realiseren van opbrengsten, krijgt<br />

de grondexploitatie Stadshart op financiële gronden voorrang bij ontwikkelingen.<br />

Een aantal van de bedrijven in het gebied heeft een lage boekwaarde. Dit betekent enerzijds dat de<br />

eigenaren al snel een positief rendement maken uit de verhuur van het vastgoed, maar anderzijds<br />

maakt het voor hen in beginsel relatief gemakkelijk een positief exploitatieresultaat te genereren bij<br />

transformatie.<br />

De Karwei heeft een eerste optie van koop op het deel van het Van de Broek-perceel waar zij nu<br />

gehuisvest is. Er zijn geen signalen dat de bedrijfsvoering hier uitgebreid of juist beëindigd zal<br />

worden.<br />

Ook voor het perceel van Van de Broek, waarop nu Gebr. van Bentum een staalbedrijf voert, zijn<br />

geen concrete indicaties dat het bedrijf zal worden verplaatst of beëindigd.<br />

De gemeente heeft een gebrek aan zicht op de eigenaren, de gebruikers en de bedrijven in het<br />

gebied. Hierdoor is het slecht mogelijk ontwikkelingen aan te zien komen en hierop te sturen. Deze<br />

bevinding werd door alle aanwezigen gedeeld en werd benoemd als knelpunt om de problematiek<br />

en de potentie van het gebied goed te kunnen duiden.<br />

De vergunningen van de bedrijven in het gebied zijn in orde en de activiteiten van de bedrijven<br />

vallen binnen het voorgeschreven beleid en binnen het vigerende bestemmingsplan.<br />

Er zijn vanuit de gemeente geen substantiële budgetten voorhanden voor het gebied. Een optie om<br />

meer gelden vrij te maken om in te zetten in het gebied zijn: de opbrengsten uit betaald parkeren of<br />

WOZ-belasting uit het gebied te laten landen in het gebied. Dit vraagt echter om een wijziging van<br />

gemeentebreed beleid.<br />

In de bedrijfspanden is op enkele plekken sprake van zichtbare leegstand, vooral aan de zuidzijde<br />

van de Kruyderlaan en het verzamelgebouw aan Herenstraat 100. De gemeente beschikt echter niet<br />

over een compleet en actueel beeld van de leegstand.<br />

WOZ-waarde per vierkante meter BVO in beeld<br />

Om op gebiedsniveau een uitspraak te kunnen doen over de ontwikkelmogelijkheden in het gebied, voerden<br />

wij een analyse van de waarde per m² BVO van de objecten. Deze analyse is gestoeld op de WOZ-waarde van<br />

de objecten (peiljaar 2011), zoals wij deze van de gemeente hebben verkregen. Afhankelijk van de hoogte<br />

van de WOZ-waarde per m² BVO krijgt een object een kleur. In dit geval kozen wij voor zwart, rood en blauw,<br />

waarin zwart de hoogste waarde vertegenwoordigt en blauw de laagste (zie figuur 5).<br />

Logischerwijze vertegenwoordigen de woningen in het gebied de hoogste waarden. Duidelijk is ook dat de<br />

WOZ-waarden van de bedrijven doorgaans bescheiden zijn. Dit past bij het beeld van een enigszins<br />

verouderd, laagwaardig bedrijvengebied waar gebruikers voor een bescheiden huisvestingslast hun bedrijf<br />

kunnen voeren. Vanuit het oogpunt van bedrijvigheid is dit niet perse negatief. Aan dergelijke terreinen is in<br />

iedere gemeente behoefte, als aanvulling op de moderne en grootschaligere bedrijventerreinen.<br />

De over het algemeen lage waarde van de bedrijven biedt in potentie kansen voor transformatie. Overigens<br />

is het daarbij de vraag of een lage WOZ-waarde altijd overeenkomt met een lage boekwaarde voor de<br />

eigenaar. Op het transformatie-potentieel gaan we in de marktanalyse (paragraaf 3.4), nader in.<br />

Pagina 13 van 38<br />

101219/R17/1.0


Figuur 5: Plangebied met per object de WOZ-waarde per m² BVO. Wit betekent geen informatie voorhanden.<br />

Conclusie locatieanalyse<br />

De bedrijfsfuncties in het gebied zijn over het algemeen vitaal en er lijkt niet veel structurele leegstand<br />

te zijn, alhoewel een volledig overzicht ontbreekt. Tegelijkertijd is het gebied omsloten door<br />

woningbouw, wat normaliter kansen biedt voor transformatie. Afhankelijk van de motieven van de<br />

eigenaar en de waarde die zijn object vertegenwoordigt, is plotsgewijze ontwikkeling mogelijk.<br />

3.4. Marktanalyse<br />

Uit de locatieanalyse volgt dat het gebied zicht leent voor zowel woningbouw als kleinschalige bedrijvigheid.<br />

Om de levensvatbaarheid te beoordelen, is het relevant te analyseren in hoeverre er marktmogelijkheden<br />

voor de verschillende vastgoedsegmenten zijn.<br />

Woningbouw<br />

De woningmarkt is in jaren niet zo slecht geweest als vandaag de dag. Blijvende onzekerheid en sterk<br />

afgenomen financieringsmogelijkheden resulteren in historisch lage transactieaantallen en tot op heden<br />

blijvend dalende prijzen. Het enige product wat met enige zekerheid in deze markt wel verkoopt is ‘het juiste<br />

product op de juiste locatie, tegen de juiste prijs’. Dat klint enigszins vaag en tegelijkertijd ook heel logisch.<br />

Wat het zegt, is dat enkel kleinschalige en vraaggestuurde ontwikkelingen kunnen rekenen op verkoop. Het<br />

prijsniveau is daarbij doorslaggevend. Zo lijken de transformatie-projecten voor oude kantoorgebouwen in<br />

Merwestein succesvol te verlopen, terwijl de nieuwbouw aan de Hildo Kropstraat 35 met hogere<br />

verkoopprijzen moeizaam verloopt.<br />

Pagina 14 van 38<br />

101219/R17/1.0


Bedrijvigheid<br />

De bedrijfsgebouwen in het gebied zijn veelal laagwaardig van aard. Dit is geen waardeoordeel, maar zuiver<br />

een vaststelling van de uitstraling en marktwaarde van de panden. Laagwaardige bedrijfshuisvesting, in dit<br />

geval ook nog op een zeer centraal gelegen locatie, bieden kansen. Dit type vastgoed biedt ondernemers de<br />

mogelijkheid zich voor een relatief laag bedrag te vestigen op een centrale plek in de stad. Voor startende<br />

bedrijven kan dat zeer aantrekkelijk zijn.<br />

Vaak gaat de meer laagwaardige vorm van bedrijfshuisvesting samen met een lage esthetische waarde. Ook<br />

is van belang dat niet iedere vorm van bedrijvigheid zich goed laat mengen met een woonfunctie, denk<br />

hierbij bijvoorbeeld aan autospuiterijen en constructiebedrijven. Op zichzelf beschouwd is dergelijke<br />

laagwaardige bedrijfsruimte echter een segment waaraan behoefte is in een stad.<br />

Kantoren<br />

De kantorenmarkt is momenteel slecht. Er is veel leegstand, wat maakt dat er weinig vraag is en wanneer er<br />

al sprake van vraag is, de prijzen behoorlijk onder druk staan. Specifieke nieuwbouwwensen kunnen zich<br />

natuurlijk altijd voordoen, echter wij achten de kans hierop de komende jaren klein. Een locatie die het<br />

meest voor de hand ligt is de HN-locatie aan de Noordstedeweg.<br />

Detailhandel<br />

De gemeente wil geen uitbreiding van detailhandel in het gebied. De reden hiervoor is de nabijheid van het<br />

stadshart, de gemeente wil geen extra concurrentie ontwikkelen voor dit gebied. Op dit moment is er al<br />

sprake van detailhandel in het gebied, waarbij de Nettorama en de Karwei het meest in het oog springen.<br />

Detailhandelsbedrijven hebben al snel een verkeersaanzuigende werking en kunnen leiden tot<br />

parkeerproblemen op de piektijden.<br />

Ook hiervoor geldt dat specifieke aanvragen zich voor kunnen doen en de gemeente deze in geval van<br />

uitzondering kan faciliteren. Vanwege de expliciete keuze van de gemeente in dit gebied geen uitbreiding<br />

van detailhandel toe te staan, hebben wij de marktkansen niet verder geanalyseerd.<br />

Leisure en consumentgerichte dienstverlening<br />

De ligging van het gebied in het hart van de stad maken het een logische locatie voor leisure of<br />

consumentgerichte dienstverlening. Op dit moment zijn al diverse functies gehuisvest in de bestaande<br />

gebouwen, zoals sportscholen. Ook het nieuwbouwplan aan de Hildo Kropstraat 35 kent een plint met<br />

dienstverlening.<br />

Wonen in combinatie met werken<br />

Ook de bestemming wonen in combinatie met werken acht de gemeente wenselijk. Hierbij denken we niet<br />

aan de traditionele bedrijfswoningen, maar aan de moderne vorm: ruime woningen waarin het mogelijk is<br />

een kleinschalig bedrijf te voeren, veelal in de zakelijke of consumentgericht dienstverlening. Dat type<br />

vastgoed zou ook goed passen in het profiel van een gemengd woon-werkgebied. Mocht er in deze markt<br />

vraag zijn naar dergelijke functies, dan is deze vraag veelal klein en zeer specifiek. Wij adviseren niet te<br />

focussen op een dergelijk invulling van de bestaande objecten of de ontwikkeling ervan.<br />

Pagina 15 van 38<br />

101219/R17/1.0


Prijsniveaus<br />

<strong>Nieuwegein</strong>, en in sterkere mate het gebied van de Herenstraat – Kruyderlaan, typeert zich door relatief lage<br />

opbrengstenniveaus voor verschillende vormen van vastgoed (zie ook figuur 6). Op deze locatie liggen de<br />

vraagprijzen voor woningen rond de € 2.000 per m² GBO. Ook de huurprijzen van bedrijfsruimtes liggen<br />

relatief laag. Deze variëren van € 50 tot € 75 per m² VVO. Met dergelijke opbrengstenniveau’s voor vastgoed<br />

blijft er weinig investeringsruimte over voor de verwerving van grond en/of bestaande opstallen. In de<br />

huidige markt is wel sprake van zeer scherpe bouwkosten. De ruimte die na aftrek van alle kosten van de<br />

totale opbrengsten resteert voor de investering in grond en opstallen is, ondanks de lage bouwkosten, in de<br />

huidige markt fors lager dan de waarden van de huidige opstallen (ter indicatie: zie figuur 5 met de WOZwaarden<br />

per m² BVO).<br />

Figuur 6: Vraagprijzen en -huren in het plangebied (bronnen: Funda en DTZ)<br />

Pagina 16 van 38<br />

101219/R17/1.0


Rekenvoorbeeld voor de ontwikkeling van een appartement:<br />

Gegevens: GBO 65 m², BVO 80 m², VON-prijs per m² € 2.000. Bouwkosten per m² BVO: € 850, totale opslagen<br />

30% van de bouwkosten (bijkomende kosten, algemene kosten, winst en risico en rente tijdens de bouw). In<br />

deze situatie blijft er € 238 per m² BVO over als investering in grond en/of vergoeding van de boekwaarde<br />

van het bestaand vastgoed. Dat is minder dan de gemiddelde WOZ-waarde van het bestaande vastgoed. De<br />

logische oplossing is dan verdichting, oftewel meer m² terugbouwen. Maar dat leidt snel tot de noodzaak van<br />

gebouwde parkeeroplossingen, die vaak een financieel tekort kennen. De rekensom ziet er als volgt uit.<br />

A VON-prijs (65 m² X € 2.000) 130.000<br />

B BTW 21%<br />

C Opbrengst excl. BTW 107.438<br />

D Bouwkosten (80 m² X € 850) 68.000<br />

E Opslagen (30% over bouwkosten) 20.400<br />

F Totale stichtinskosten exclusief grond 88.400<br />

Residuele grondwaarde per appartement (= C - F) 19.038<br />

Residuele grondwaarde per m² BVO 238<br />

Figuur 7: Rekenvoorbeeld residuele grondwaarde<br />

Conclusie marktanalyse<br />

In de huidige markt staan ook de prijzen van woningen en kleinschalige bedrijvigheid onder druk. De<br />

ontwikkeling hiervan is alleen haalbaar onder de juiste omstandigheden, wat rendabel ontwikkelen zeer<br />

lastig maakt. Een hoge inbrengwaarde is daarbij het meest voorkomende knelpunt, terwijl ook gebouwde<br />

parkeervoorzieningen over het algemeen een te zware wissel trekken op de financiële haalbaarheid.<br />

Uitzondering op deze regel zijn kleinschalige ontwikkelingen, daar waar de locatiekenmerken<br />

(bedrijfsfilosofie en investeringsmogelijkheden van de eigenaar, boekwaarde en ruimtelijke kenmerken)<br />

het mogelijk maken.<br />

3.5. Tussenconclusie: de natuurlijke ontwikkelingsrichting<br />

De analyse van de beleidskaders, het gebied en de markt toont duidelijk aan waar de kansen liggen. In de<br />

huidige markt is de kansrijkheid van transformatie naar woningbouw of andere bestemmingen gering, tenzij<br />

de zittende eigenaren bereid zijn hun verwachtingspatroon wat betreft de winst uit transformatie naar<br />

beneden bij te stellen. Tegelijkertijd zijn delen van het bedrijventerrein behoorlijk levensvatbaar, maar het<br />

ontbreekt de gemeente aan voldoende inzicht over de zittende gebruikers en eigenaren.<br />

Ons advies is dan ook: behoud Herenstraat-Kruyderlaan als vitaal kleinschalig werkgebied, maar maak<br />

tegelijkertijd transformatie naar woningbouw in delen van het gebied mogelijk. Op termijn ontstaat zo een<br />

gemengd woon-werkgebied. Hiermee wordt afgeweken van de Structuurvisie, die nog uitgaat van<br />

transformatie van het gebied naar woningbouw en voorzieningen. Gelet op de beperkte financiële middelen<br />

van gemeente en provincie en de beperkte vraag vanuit de markt zal deze transformatie echter binnen<br />

Pagina 17 van 38<br />

101219/R17/1.0


afzienbare tijd niet voor het hele gebied vanzelf tot stand komen. Vasthouden aan de Structuurvisie, zonder<br />

daaraan nader invulling te geven met capaciteit en middelen, vergroot de onzekerheid onder eigenaren en<br />

gebruikers en hen beperken in hun investeringsbeslissingen. Dit is niet wenselijk.<br />

Figuur 8 geeft de natuurlijke ontwikkelingsrichting van het gebied aan. Aan de zuid-westzijde, het dichtst<br />

tegen het Stadshart, is leegstand in de bedrijfsruimten en komen eigenaren al met initiatieven tot<br />

transformatie. Hier kan de gemeente invulling geven aan de beoogde faciliterende rol. De vlek aan de<br />

Noordstedeweg, die binnen de grondexploitatie Stadshart valt, kan worden gereserveerd om de<br />

transformatie van de zuidpunt te vergemakkelijken. In de zuid-oosthoek zijn slechts twee eigenaren, maar<br />

op dit moment maken die geen aanstalten om te vertrekken. Het is van belang dat de gemeente met die<br />

eigenaren in gesprek blijft en kijkt wat hun natuurlijke investeringsmomenten zijn. In de noord-oosthoek ligt<br />

het voor de hand de woningen aan de Herenstraat te handhaven.<br />

De overige delen van het gebied hebben een overwegend werkkarakter. Hier vinden wij kleinschalige,<br />

betaalbare bedrijfsruimten in het hart van de stad. Dat is een segment dat een waardevolle toevoeging kan<br />

zijn aan het scala aan vestigingsmogelijkheden voor het bedrijfsleven in <strong>Nieuwegein</strong>. Ofschoon er diverse<br />

mogelijkheden zijn om de bestaande functies te versterken, lijkt het op dit moment vooral van belang dat de<br />

gemeente in gesprek gaat met eigenaren en gebruikers. Daarbij is het doel in eerste instantie te<br />

inventariseren:<br />

Wie zitten er in het gebied en waarom?<br />

Wat zijn hun toekomstplannen? Wanneer komt er een natuurlijk investeringsmoment?<br />

Voldoen ze aan alle relevante regelgeving?<br />

Veroorzaken ze overlast? Ondervinden ze overlast?<br />

Welke kansen zien zij voor verbeteringen en hoe zien zij hun rol hierin?<br />

Op basis van de uitkomsten van die eerste inventarisatie kan nader invulling worden gegeven aan de visie<br />

voor die delen. Figuur 8 geeft een indicatieve aanduiding van de door ons waargenomen natuurlijke<br />

ontwikkelingsrichting per deelgebied.<br />

Pagina 18 van 38<br />

101219/R17/1.0


Figuur 8: De natuurlijke ontwikkelingsrichting van de deelgebieden<br />

Pagina 19 van 38<br />

101219/R17/1.0


4. SCENARIO’S: FACILITEREN EN STIMULEREN ZIJN BEIDE MOGELIJK<br />

4.1. Inleiding<br />

In het voorgaande hoofdstuk schetsten wij de natuurlijke ontwikkelingsrichting, die op basis van de krachten<br />

van de markt en de aanwezige stakeholders voor de hand ligt. Nadrukkelijk is het geen eindbeeld, maar het<br />

geeft aan wat op korte en middellange termijn de te verwachten ontwikkeling is zonder ingrijpen van de<br />

overheid.<br />

Werken met scenario’s<br />

Bij deze natuurlijke ontwikkelingsrichting passen verschillende scenario’s. Die scenario’s vertellen iets over<br />

de manier waarop de decentrale overheden, en dan met name de gemeente, met het gebied kunnen<br />

omgaan. We presenteren vier mogelijke rollen en geven daar een nadere invulling aan. We bespreken welke<br />

activiteiten passen binnen zo’n rol, wat de reactie daarop van de eigenaren en gebruikers zal zijn en welke<br />

financiële en organisatorische gevolgen dat heeft. We kijken welke publiek- en privaatrechtelijke<br />

instrumenten van toepassing zijn en op welke manier vorm kan worden gegeven aan organisatie en<br />

samenwerking. Tenslotte presenteren we een afwegingskader, op basis waarvan een onderbouwde keuze<br />

kan worden gemaakt voor één van de scenario’s.<br />

4.2. Vier scenario’s<br />

We presenteren vier scenario’s die vooral verschillen in de rolopvatting van de decentrale overheid. Aan de<br />

uiteinden van het scala vinden we enerzijds de traditionele actieve rol en anderzijds de passieve rol die past<br />

binnen de door het College voorgestelde prioritering. Daartussen onderscheiden we twee andere rollen:<br />

faciliteren en regisseren.<br />

Passieve rolopvatting<br />

In de passieve rolopvatting doet de gemeente zo weinig mogelijk. Vanzelfsprekend zijn er de wettelijke taken<br />

die moeten worden uitgevoerd, maar in dit scenario wordt daarbuiten in de begroting geen rekening<br />

gehouden met inzet van capaciteit en middelen. Er worden geen nieuwe stedenbouwkundige kaders<br />

gemaakt, maar er wordt gewerkt met wat nu aanwezig is.<br />

Faciliterende rolopvatting<br />

De faciliterende rolopvatting sluit aan bij de intentie van de notitie ‘uitgangspunten bij particulier initiatief’<br />

uit 2007. Hierbij hanteert de gemeente een toetsingskader voor particuliere initiatieven, maar gaat niet op<br />

eigen initiatief op pad om met de eigenaren in het gebied te kijken wat hun ambities zijn en hoe die in dat<br />

toetsingskader passen. De gemeente wacht af tot particulieren komen. In deze rolopvatting wordt geen<br />

bijzondere aandacht besteed aan de zittende bedrijven, net zoals dat op dit moment gebeurt.<br />

Stimulerende rolopvatting<br />

In de regisserende rolopvatting erkent de gemeente dat het gebied Herenstraat-Kruyderlaan niet stilstaat en<br />

onderneemt beperkte activiteiten om dat in goede banen te leiden. Dat begint met accountmanagement:<br />

weten hoe de eigenaren en gebruikers in het gebied functioneren, wat hun ambities zijn en hoe dat binnen<br />

Pagina 20 van 38<br />

101219/R17/1.0


de kaders past. Aan de hand van die inventarisatie kiest de gemeente welke nadere invulling zij geeft aan<br />

haar rol.<br />

Actieve rolopvatting<br />

De traditionele actieve rolopvatting komt er op neer dat de gemeente versnelling wil aanbrengen in haar<br />

ambitie en daarvoor het gehele privaatrechtelijke en publiekrechtelijke instrumentarium inzet. Denk aan het<br />

verwerven van percelen, het voeren van een grondexploitatie en het actief samenwerken met<br />

projectontwikkelaars.<br />

Activiteiten per scenario<br />

Voor ieder scenario kan binnen het scala aan gemeentelijke activiteiten worden aangegeven of deze wel of<br />

niet passen binnen die rolopvatting. De uiterste rolopvattingen, passief en actief, zijn het meest duidelijk. Ze<br />

zijn tegelijkertijd weinig realistisch. Een volledig passieve rolopvatting strandt al snel, omdat zelf in de<br />

huidige vastgoedmarkt sporadisch initiatieven tot herontwikkeling komen, waarop de gemeente hoe dan ook<br />

moet reageren. Een volledig actieve rolopvatting past niet alleen slecht binnen de benodigde<br />

prioriteringsopgave, het is voor binnenstedelijke herontwikkelingen ook nog eens een erg duur scenario.<br />

SCENARIO<br />

Verwerven<br />

van percelen<br />

Planologische<br />

kaders<br />

actualiseren<br />

Samenwerking<br />

met<br />

marktpartijen<br />

Actief<br />

account<br />

management<br />

Financieel<br />

risico lopen<br />

Passief NEE NEE NEE NEE NEE<br />

Faciliterend NEE JA NEE NEE NEE<br />

Stimulerend NEE JA JA JA JA / NEE<br />

Actief JA JA JA JA JA<br />

Figuur 8: Activiteiten die wel en niet passen bij de diverse scenario’s<br />

De twee scenario’s in het midden zijn het meest realistisch. In de faciliterende rolopvatting beperkt de<br />

gemeente zich tot het periodiek actualiseren van de planologische kaders, te denken valt aan de notitie<br />

‘uitgangspunten bij particulier initiatief’ uit 2007, en wacht verder af. Wanneer particulieren zich melden met<br />

een initiatief, toetst de gemeente dit aan de kaders en werkt wel of niet mee. Die medewerking beperkt zich<br />

tot de publiekrechtelijke rol. Wij hebben dit scenario zodanig ingevuld dat het aansluit op de door het<br />

College voorgestelde prioritering voor Herenstraat – Kruyderlaan.<br />

De stimulerende rolopvatting is meer ambitieus. De gemeente begint met het inventariseren van de wensen<br />

en ambities van de huidige eigenaren en gebruikers, en vormt op basis daarvan een beleid voor actief<br />

accountmanagement. Ook wordt een actieplan opgesteld, waarin de gemeente aangeeft wat zij wel en wat<br />

zij niet onder deze rolopvatting verstaat. Een mogelijkheid is de organisatiegraad van de ondernemers<br />

Pagina 21 van 38<br />

101219/R17/1.0


vergroot door het helpen oprichten van een ondernemersvereniging of het instellen van een permanente<br />

accountmanagers functie. De gemeente kan op eigen initiatief op zoek gaan naar die partijen die iets willen<br />

in het gebied, hetzij transformatie, hetzij investeren in de bedrijfsfuncties, en is bereid met hen samen te<br />

werken en daarvoor zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke instrumenten te overwegen. Dat kan<br />

betekenen dat de gemeente enig financieel risico gaat lopen. Er zijn legio mogelijkheden om, zonder een<br />

grondexploitatie te voeren, organisatorische en financiële instrumenten in te zetten om de stimulerende<br />

rolopvatting te laden. Hiervan geven we in het volgende hoofdstuk een aantal voorbeelden.<br />

Wij ontwikkelden dit scenario om daarmee handen en voeten te geven aan de ambitie uit de Structuurvisie<br />

en het Collegeprogramma, zonder direct door te schieten in een traditionele grondexploitatie. Het<br />

stimulerende scenario is, in tegenstelling tot de overige scenario’s, niet vast omlijnd. Het omvat het gehele<br />

scala aan mogelijkheden tussen de zuivere faciliterende rol en de traditionele actieve rol.<br />

Snelheid transformatie<br />

Passief<br />

Faciliteren<br />

Stimuleren<br />

Actief<br />

Beslag op publieke middelen<br />

Figuur 9: Transformatiesnel in relatie tot de benodigde publieke middelen<br />

Pagina 22 van 38<br />

101219/R17/1.0


4.3. Beoordeling: wat zijn de gevolgen voor gemeente<br />

Om te beoordelen wat de impact van elk scenario is, kijken we naar een aantal kwalitatieve aspecten. Deze<br />

geven wij figuur 10 weer. Duidelijk is dat de mate van betrokkenheid van de gemeente oploopt naarmate<br />

een meer actieve opstelling wordt gekozen, waardoor de potentie van het gebied in grotere mate kan<br />

worden ontsloten. De provincie is niet de directe probleemeigenaar, maar beschikt over veel expertise en de<br />

wil en middelen om dat met de gemeente te delen.<br />

SCENARIO<br />

Ruimtelijke<br />

kwaliteit<br />

Tempo van<br />

ontwikkeling<br />

Draagvlak bij<br />

partijen<br />

Benodigde<br />

gemeentelijke<br />

capaciteit<br />

Benodigde<br />

gemeentelijke<br />

financiën<br />

Passief + + + - -<br />

Faciliterend + + + + + + - - - -<br />

Stimulerend + + + + + + + + + + - - - -<br />

Actief + + + + + + + + + + + - - - - - - - -<br />

Figuur 10: Afwegingskader te verwachten effecten van de scenario’s<br />

We laten de volledig passieve en actieve rolopvatting links liggen en concentreren ons op de verschillen<br />

tussen de faciliterende en de stimulerende rolopvatting. Het grootste verschil zit wellicht in de<br />

stuurbaarheid.<br />

Bij faciliteren is het goed mogelijk de gemeentelijke inzet te limiteren: in de begroting wordt een post<br />

opgenomen voor het actualiseren van de planologische kaders en voor het beoordelen van particuliere<br />

initiatieven. Daar blijft het bij. Voor de gebruikers betekent het duidelijkheid, want de gemeente kiest een rol<br />

en er worden beslist geen overspannen verwachtingen gewekt. Het tempo van ontwikkeling van het gebied,<br />

zowel wat betreft transformatie als wat betreft de investeringen in de bedrijven, zal worden gedicteerd door<br />

de markt.<br />

Wordt gekozen voor stimuleren, dan is het zaak duidelijk te krijgen wat men precies wil. Het kan klein<br />

beginnen met een inventarisatieronde langs de zittende gebruikers en eigenaren, maar daaruit zullen vragen<br />

voortkomen en kansen en knelpunten worden gezien. De stakeholders hebben de verwachting dat de<br />

gemeente daarmee aan de slag gaat en kunnen de neiging krijgen om achterover te leunen om te zien wat er<br />

gaat gebeuren. De stap naar een actieve gemeentelijke rol is immers maar gradueel.<br />

Wij geven hierna voor de faciliterende en de stimulerende rolopvatting een overzicht van activiteiten,<br />

capaciteit en middelen. Alhoewel het niet ongebruikelijk is dat de provincie financieel bijdraagt, gaan we<br />

daar op deze plaats nog niet van uit.<br />

Pagina 23 van 38<br />

101219/R17/1.0


4.4. Scenario ’faciliteren’ uitgewerkt<br />

Activiteiten<br />

Vervullen van primaire gemeentelijke taken: onder andere veiligheid, vergunningen en verkeer.<br />

Actualiseren van notitie ‘uitgangspunten bij particuliere initiatieven’.<br />

Eerste beoordeling van particuliere initiatieven.<br />

Meewerken aan particuliere initiatieven, bijvoorbeeld ruimtelijke procedures.<br />

Gebiedsmanagement.<br />

Capaciteit en middelen<br />

De activiteiten die horen bij het faciliterende scenario zijn beperkt. Voor het actualiseren van de notitie<br />

“uitgangspunten bij particuliere initiatieven” moet een budget worden gereserveerd.<br />

De eerste beoordeling van particuliere initiatieven komt ad hoc voor, zodat het lastig is daarvoor een budget<br />

te ramen. De kosten hiervan kunnen in beginsel worden teruggevraagd bij een succesvol plan dat leidt tot<br />

een anterieure overeenkomst. De realiteit is dat niet ieder ingediend plan zover komt. Het is aan de<br />

gemeente de kosten van de eerste beoordeling al dan niet bij de initiatiefnemer in rekening te brengen. Bij<br />

gemeenten wordt daar verschillend mee omgegaan.<br />

Komt het tot een concrete planaanvraag, dan verleent de gemeente daaraan pas medewerking wanneer een<br />

anterieure overeenkomst is gesloten waarin het kostenverhaal is geregeld.<br />

Het gebiedsmanagement en de primaire gemeentelijke taken kennen op dit moment al een budget dat niet<br />

is gespecificeerd op buurtniveau. Voor Herenstraat – Kruyderlaan is daarom geen apart budget te<br />

benoemen. Wat opvalt is dat het gebiedsmanagement zich tot op heden vooral richt op de bewoners en in<br />

mindere mate op de ondernemers. Een uitbreiding van de taakopvatting kan de vraag naar meer capaciteit<br />

en budget oproepen.<br />

In tabel 1 is een globale budgetraming opgenomen. Het betreft in beginsel eenmalige kosten, waarbij de<br />

eerste beoordeling van initiatieven een structurele activiteit is.<br />

Activiteit Capaciteit Gemiddeld<br />

tarief<br />

Primaire gemeentelijke taken In lopende budgetten opgenomen<br />

Actualiseren notitie (eenmalig) 120 € 100 € 12.000<br />

Eerste beoordeling initiatieven (budget per initiatief) 60 € 100 € 6.000<br />

Meewerken aan particuliere initiatieven Via anterieure overeenkomsten<br />

Gebiedsmanagement (eventueel te verbreden naar<br />

ondernemers)<br />

In lopende budgetten opgenomen<br />

Totaal € 18.000<br />

Tabel 1: Indicatieve raming benodigd budget scenario ‘faciliteren’<br />

Budget<br />

Pagina 24 van 38<br />

101219/R17/1.0


Wat levert het op?<br />

De keuze voor dit beleid zorgt voor een duidelijke stellingname van de gemeente richting de eigenaren en<br />

gebruikers van het gebied. Het resultaat is dat voor de verdere (her)ontwikkeling van het gebied de bal<br />

volledig bij de marktpartijen ligt. Omdat de gemeente niet sturend optreedt bij de keuze voor faciliterend<br />

beleid, kan er geen uitspraak gedaan worden over de (fysieke) resultaten van dit beleid.<br />

Beperkte<br />

extra vraag<br />

naar<br />

capaciteit en<br />

middelen<br />

Slechts<br />

kaderstellende<br />

en toetsende<br />

activiteiten<br />

Initiatief bij markt,<br />

geen sturende rol<br />

Figuur 11: Proces bij faciliterend beleid<br />

Pagina 25 van 38<br />

101219/R17/1.0


4.5. Scenario ‘stimuleren’ uitgewerkt<br />

Activiteiten<br />

Vervullen van primaire gemeentelijke taken: onder andere veiligheid, vergunningen en verkeer.<br />

Eerste inventarisatie onder gebruikers en eigenaren.<br />

Actualiseren van notitie ‘uitgangspunten bij particuliere initiatieven’.<br />

Opstellen startnotitie ‘uitgangspunten bij stimulerende aanpak’.<br />

Eerste beoordeling van particuliere initiatieven.<br />

Meewerken aan particuliere initiatieven, bijvoorbeeld ruimtelijke procedures.<br />

Actief accountmanagement.<br />

Gebiedsmanagement.<br />

Capaciteit en middelen<br />

Ten opzichte van faciliteren vraagt het scenario stimuleren om meer capaciteit en het vrijspelen van budget<br />

hiervoor. In tabel 2 is een globale budgetraming opgenomen.<br />

Activiteit Capaciteit Gemiddeld<br />

tarief<br />

Primaire gemeentelijke taken In lopende budgetten opgenomen<br />

Budget<br />

Eerste inventarisatie onder gebruikers en eigenaren (eenmalig) 140 € 100 € 14.000<br />

Actualiseren notitie ‘uitgangspunten bij particuliere initiatieven’<br />

(eenmalig)<br />

Opstellen startnotitie ‘uitgangspunten bij stimulerende aanpak’<br />

(eenmalig)<br />

120 € 100 € 12.000<br />

160 € 100 € 16.000<br />

Eerste beoordeling initiatieven (budget per initiatief) 60 € 100 € 6.000<br />

Actief account management (structureel) 400 € 100 € 40.000<br />

Meewerken aan particuliere initiatieven Via anterieure overeenkomsten<br />

Gebiedsmanagement (eventueel te verbreden naar ondernemers) In lopende budgetten opgenomen<br />

Totaal € 88.000<br />

Tabel 2: Indicatieve raming benodigd budget scenario ‘stimuleren’<br />

Wat levert het op?<br />

De keuze voor dit beleid zorgt voor een duidelijke stellingname van de gemeente richting de eigenaren en<br />

gebruikers van het gebied. Het resultaat is dat de gemeente het procesmatige initiatief neemt en actief gaat<br />

sturen zonder daarbij (grote) financiële verplichtingen aan te gaan. De verwachting is gerechtvaardigd dat<br />

hiermee optimaal wordt ingespeeld op kansen die zich in de praktijk voordoen, bijvoorbeeld door initiatieven<br />

aan elkaar te koppelen (matchmaking). Hierbij is het wel zaak de inzet en de rolopvatting van de gemeente<br />

Pagina 26 van 38<br />

101219/R17/1.0


te blijven beperken. Stimuleren betekent niet dat de gemeente zich de problemen van de eigenaren eigen<br />

maakt. Verwachtingsmanagement, voor zowel de ondernemers, de omwonenden als de politieke arena, is<br />

cruciaal. Concreet levert het stimulerende scenario het volgende op:<br />

Na de inventarisatie ontstaat een helderder beeld van de kansen van het gebied en de eigenaren en<br />

ondernemers.<br />

Op basis daarvan kan de notitie ‘uitgangspunten bij particuliere initiatieven’ worden herschreven. Daarnaast<br />

kan een startnotitie ‘uitgangspunten bij stimulerende aanpak’ worden geschreven, waarin een nadere<br />

invulling wordt gegeven aan het scenario. Met deze twee notities heeft de gemeente een helder<br />

afwegingskader op basis waarvan in de komende jaren het gebied opgepakt kan worden.<br />

Het doel is niet te proberen op korte termijn het gebied ‘af’ te krijgen, maar eerder aan eigenaren,<br />

ondernemers en bewoners een helder verwachtingspatroon te bieden over de rol van de gemeente.<br />

Extra vraag<br />

naar<br />

capaciteit en<br />

middelen<br />

Actieve<br />

houding:<br />

accountmanag<br />

ement en<br />

matchmaking<br />

Duidelijkheid, een<br />

sturende rol en actief<br />

op zoek naar<br />

ruimtelijke en<br />

functionele<br />

optimalisaties<br />

Figuur 12: Proces bij stimulerend beleid<br />

Pagina 27 van 38<br />

101219/R17/1.0


4.6. Tussenconclusie: beheerste ontwikkelstrategie is mogelijk<br />

In onze visie zijn beide scenario’s, faciliteren en stimuleren, haalbaar en inhoudelijk verdedigbaar. Gelet op<br />

de staat van de gemeentelijke financiën is het niet meer dan logisch te prioriteren en de beperkte middelen<br />

gericht in te zetten. De uitkomst daarvan kan zijn dat de gemeente niet meer doet dan faciliteren voor<br />

Herenstraat-Kruyderlaan. Dit is weliswaar een breuk met het Collegeprogramma, maar dat is gezien de<br />

actuele situatie uitlegbaar.<br />

Aan de andere kant is het gebied Herenstraat-Kruyderlaan interessant genoeg om een hogere ambitie te<br />

rechtvaardigen. Zelfs in de huidige markt zijn er particuliere initiatieven, en de bedrijfsfunctie in het gebied is<br />

relatief vitaal en voegt iets toe aan het aanbod bedrijfsterreinen in <strong>Nieuwegein</strong>. Een stimulerende aanpak<br />

hoeft niet te leiden tot onbeperkte inzet van capaciteit en middelen en heeft zeker niet tot doel uiteindelijk<br />

via een gemeentelijke grondexploitatie aan de slag te gaan. Er zijn inmiddels goede instrumenten<br />

voorhanden om dit scenario invulling te geven. Meer daarover in het volgende hoofdstuk.<br />

Pagina 28 van 38<br />

101219/R17/1.0


5. FINANCIËLE EN ORGANISATORISCHE INSTRUMENTEN: EEN BLOEMLEZING<br />

5.1. Inleiding<br />

De scenario’s die zijn geschetst in het vorige hoofdstuk passen binnen de moderne opvatting van de rol van<br />

de decentrale overheden in gebiedsontwikkeling. Mede ingegeven door het teruglopen van subsidies van de<br />

rijksoverheid en het wegvallen van het traditionele verdienmodel met grondexploitaties, is actieve<br />

grondpolitiek met een dominante rol voor de gemeente niet langer het logische uitgangspunt. Er wordt<br />

gezocht naar alternatieven waarbij gemeenten wel een duidelijke stimulerende en faciliterende rol vervullen,<br />

zonder de complete verantwoordelijkheid op zich te nemen. De provincie vervult hierbij veelal een<br />

ondersteunende rol.<br />

Deze aanpak is niet uniek voor de casus Herenstraat-Kruyderlaan. Overal in Nederland wordt nagedacht over<br />

manieren om te komen tot herontwikkeling van verouderde bedrijventerreinen, passend in het nieuwe<br />

paradigma. Daarbij worden soms nieuwe methoden en technieken ontwikkeld, maar in andere gevallen gaat<br />

het meer om het opnieuw ontdekken van al langer bestaande instrumenten. Het Ministerie van BZK heeft via<br />

Agentschap NL de ‘best practices’ op dit gebied verzameld in de Toolbox Financieringsconstructies. In dit<br />

hoofdstuk presenteren wij een selectie van financiële en organisatorische instrumenten, die passen binnen<br />

de eerder geschetste scenario’s ‘faciliteren’ en ‘stimuleren’. Wij delen de instrumenten op in deze twee<br />

hoofdcategorieën, daarna bespreken we nog enkele andere relevante tools.<br />

5.2. Financiële instrumenten<br />

Onder financiële instrumenten verstaan we die instrumenten die een financieel karakter hebben. Een gevolg<br />

is dat de gemeente bij deze instrumenten vaak een directe financiële betrokkenheid heeft, die verder gaat<br />

dan het beschikbaar stellen van ambtelijke capaciteit. Dat kan in hoofdzaak op verschillende manieren:<br />

Door te subsidiëren, oftewel gelden beschikbaar te stellen die geen directe financieel resultaat<br />

opleveren.<br />

Door te financieren, oftewel gelden beschikbaar te stellen die wel een zeker financieel rendement<br />

opleveren.<br />

Door te garanderen, waarbij geen geld wordt uitgegeven, maar veelal wel een voorziening moet<br />

worden getroffen.<br />

Hierbij een selectie van financiële instrumenten die relevant zijn bij de geschetste scenario’s.<br />

BIZ-fonds (Experiment Bedrijven Investeringszone)<br />

Toelichting en werking: Ondernemers op een bedrijventerrein of in een winkel- of stadscentrum bepalen<br />

gezamenlijk wat zij graag in de openbare ruimte willen realiseren, bovenop het huidige voorzieningenniveau.<br />

Zij maken een plan en overleggen dat met de gemeente. Ondernemers in de betreffende gebieden betalen<br />

een opslag op hun onroerendezaakbelasting. Dit bedrag wordt in het betreffende gebied via een<br />

ondernemersfonds ingezet. Als beide partijen akkoord zijn en dit in een overeenkomst is vastgelegd, stelt de<br />

gemeenteraad de verordening vast. Is er voldoende draagvlak bij de ondernemers, dan treedt de<br />

verordening in werking en int de gemeente de BIZ-bijdrage voor het fonds. De gemeente stort het geld terug<br />

Pagina 29 van 38<br />

101219/R17/1.0


aan de uitvoerende ondernemersvereniging of -stichting. De eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden<br />

bij de ondernemers kan zorgen voor ‘bonding’ met het gebied, al zullen niet alle ondernemers enthousiast<br />

zijn over het verplichtende karakter van de regeling. Het BIZ-principe is een mogelijke invulling van de in het<br />

Collegeprogramma genoemde Structuurfonds.<br />

Voorbeelden: Op dit moment zijn 113 BIZ’s actief, zowel voor bedrijventerreinen als winkelgebieden. Meer<br />

informatie is te vinden op de website www.biz-nl.nl.<br />

Complexiteit: Relatief laag, het instrument is al veelvuldig toegepast.<br />

Quick win of lange termijn werking: Afhankelijk van de inrichting van het fonds kan er al op korte termijn<br />

geld worden opgenomen voor ruimtelijke ingrepen. Let wel: De BIZ is op basis van een experimentenwet.<br />

Momenteel is het niet mogelijk nieuwe BIZ’s op te richten. Per brief van 28 december 2012 heeft de Minister<br />

van Economische Zaken laten weten dat hij met spoed een nieuwe BIZ-wet zal opstellen en dat daarin een<br />

aantal verbeteringen zal worden opgenomen, die zijn voorgesteld in het Evaluatierapport van Berenschot<br />

van 24 augustus 2012. Het voorstel uit dat rapport om de experimentenwet weer in werking te stellen zolang<br />

er nog een nieuwe BIZ-wet voorhanden is, is door de Minister niet overgenomen.<br />

Financiële last voor gemeente: Klein, veelal organisatorisch van aard.<br />

JESSICA<br />

Toelichting en werking: JESSICA staat voor Joint European Support for Sustainable Investment in City Areas<br />

(gezamenlijke Europese steun voor duurzame investeringen in stadsgebieden). Via de structuurfondsgelden<br />

verstrekt de Europese Commissie één keer in de zes jaar een bedrag aan de lidstaten voor het uitvoeren van<br />

maatschappelijke projecten. Met dit geld, dat wordt beheerd door een aangewezen autoriteit, kunnen<br />

stadsontwikkelingsfondsen (urban development funds) en, zo nodig, houdsterfondsen (holding funds)<br />

worden opgericht. Deze fondsen worden verder aangevuld met publiek en privaat kapitaal. Dit vermogen<br />

wordt gebruikt om te investeren in projecten, in de vorm van leningen, garanties of participaties. De<br />

revenuen uit de projecten vloeien terug naar het stadontwikkelingsfonds, zodat het fonds in theorie<br />

eindeloos kan blijven investeren in stedelijke ontwikkelingen (revolverend karakter).<br />

Voorbeelden: UDF Stadshavens Rotterdam, Fondsen FRED en ED Den Haag. Dit zijn de enige Jessicaprojecten<br />

in Nederland. Ze bevinden zich nog in het opstartstadium.<br />

Complexiteit: Zeer hoog: Europese regelgeving (onder andere staatssteundiscussie) en de voorwaarden voor<br />

inzet van de gelden maken deze structuur complex.<br />

Quick win of lange termijn werking: Bij de juiste inzet van deze structuur kan er al op korte termijn worden<br />

geïnvesteerd. De Europese gelden voor JESSICA vallen onder het EFRO-programma, waarvoor momenteel<br />

een nieuwe meerjarenbegroting wordt gemaakt.<br />

Financiële last voor gemeente: Afhankelijk van de inrichting van de fondsstructuur.<br />

Regeneratiefonds<br />

Toelichting en werking: Met een regeneratiefonds kunnen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die<br />

momenteel niet van de grond komen door te hoge risico’s of te hoge financieringslasten. Het revolverende<br />

fonds is een samenwerking tussen pensioenfondsen, (levens-)verzekeraars, liefdadigheidsfondsen en (lokale)<br />

overheden.<br />

De bedoeling is dat de winst van het ene project de verliezen van het andere compenseert.<br />

Pagina 30 van 38<br />

101219/R17/1.0


Voorbeelden: Igloo Regeneration Fund, Derby Regeneration Fund. In Nederland zijn nog geen voorbeelden<br />

bekend.<br />

Complexiteit: Relatief laag: een relevant aandachtpunt is ‘het nemen van een hypotheek op de toekomst’.<br />

Toekomstige winsten uit projecten inzetten om andere plannen vlot te trekken bleek de afgelopen jaren zeer<br />

risicovol. Dit kan dan ook enkel bij projecten met het juiste risicoprofiel.<br />

Quick win of lange termijn werking: Bij juiste inzet van deze structuur kan er al op korte termijn worden<br />

geïnvesteerd.<br />

Financiële last voor gemeente: Afhankelijk van de inrichting van de fondsstructuur. Deze vorm vraagt vaak<br />

om (hoge) voorinvesteringen. Hier schuilt het risico. Daarnaast is het voor Nederland nog een innovatief<br />

instrument.<br />

Fonds Uitplaatsing Hinderlijke Bedrijven<br />

Toelichting en werking: Met dit fonds stimuleert de provincie de uitplaatsing van hinderlijke bedrijven die<br />

een obstakel vormen bij de binnenstedelijke ontwikkeling. Het doel is dat door de uitplaatsing een<br />

vliegwieleffect wordt bereikt.<br />

Voorbeelden: In de provincie <strong>Utrecht</strong> zijn legio voorbeelden van bedrijven die via dit fonds zijn uitgeplaatst.<br />

Complexiteit: Relatief laag.<br />

Quick win of lange termijn werking: Bij de juiste inzet van dit instrument kunnen snel resultaten worden<br />

geboekt.<br />

Financiële last voor gemeente: Het fonds heeft het karakter van een subsidieverordening, maar van de<br />

gemeente wordt ook een bijdrage verwacht.<br />

Ruilverkavelingsspecialist<br />

Toelichting en werking: Deze structuur is bedoeld voor (private) vastgoedeigenaren die kampen met<br />

leegstand. Door twee halflege objecten van twee verschillende eigenaren om te zetten naar één vol en één<br />

leeg object, kan het ene beter renderen en het andere optimaal worden herbestemd. Beide objecten worden<br />

ondergebracht in een gezamenlijk fonds. Met een herschikking van de huurders wordt de leegstand van één<br />

van de twee objecten verminderd. Het leeg gekomen object wordt getransformeerd. De waardestijging komt<br />

ten goede aan het fonds. Na de transformatie kan besloten worden of het getransformeerde pand in het<br />

fonds blijft of verkocht wordt volgens een nader te bepalen verdeelsleutel.<br />

Toegepast: Dit scenario is bedacht door De Olifantenkooi voor het oplossen van leegstand in Amsterdam-<br />

Sloterdijk. De constructie is nog niet in de praktijk gebracht.<br />

Complexiteit: Middelhoog: de eigenaren van de objecten moeten op zoek naar een passende verdeelsleutel.<br />

Quick win of lange termijn werking: De waarde van dit middel zit in het optimaliseren van de waarde van<br />

objecten door breder te kijken dan enkel naar één object. De (mogelijke) winsten zijn: waardestijging van het<br />

goed verhuurde object en het mogelijk maken van herontwikkeling of transformatie van het andere object.<br />

Bij snelle uitruil van huurders vindt de waardestijging van het gevulde object snel plaats.<br />

Financiële last voor gemeente: Klein, veelal organisatorisch van aard. Het betreft een structuur waarin<br />

private partijen samenwerken.<br />

Pagina 31 van 38<br />

101219/R17/1.0


SVn Plusfonds<br />

Toelichting en werking: Het SVn Plusfonds is een constructie om projecten voordelig te financieren en is<br />

specifiek bedoeld voor projecten die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van wijken en dorpskernen.<br />

De stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) is een financiële partner van<br />

gemeenten, andere overheden en marktpartijen in volkshuisvesting. SVn beheert revolverende fondsen voor<br />

haar partners. SVn wil een waardevolle bijdrage leveren aan een goed woon- en leefklimaat in steden en<br />

plattelandsgemeenten. Daarom stelt zij een deel van haar eigen vermogen beschikbaar in een revolverend<br />

fonds, het SVn Plusfonds. Het SVn-bestuur stelt uit dit fonds jaarlijks laagrentende leningen beschikbaar voor<br />

gemeenten die deelnemen aan SVn. Dit zijn de SVn Plusleningen, bedoeld voor moeilijk financierbare<br />

voorzieningen op het gebied van leefkwaliteit in stadswijken en dorpskernen. Om voor toekenning in<br />

aanmerking te komen, moet het project fysieke maatregelen bevatten die een bijdrage leveren aan de<br />

verbetering van de leefbaarheid en leefkwaliteit van wijken en dorpskernen.<br />

Toegepast: Klokhuis/Calsa Almere, Wonen boven winkels Deventer<br />

Complexiteit: Laag<br />

Quick win of lange termijn werking: De quick win aan deze structuur is het relatief snel kunnen beschikken<br />

over een laag rentende lening. Dit geeft partijen slagkracht en resulteert in een minder hoge rendementseis.<br />

Financiële last voor gemeente: Klein, veelal organisatorisch van aard.<br />

Yellow Cross<br />

Toelichting en werking: 'Yellow Cross' verbindt stakeholders (pandeigenaren) met lokale betrokken<br />

stakeholders (huurders, startende ondernemers). Grondeigenaren investeren in startende ondernemingen<br />

met als doel het gebied aantrekkelijker te maken voor bedrijven. Hiermee wordt leegstand tegengegaan. Het<br />

biedt individuele vrijheid om te investeren in kleinschalige initiatieven waardoor collectieve waarden<br />

(kwaliteit openbare ruimte, levendigheid gebied) tot stand komen. Het instrument is een combinatie van<br />

erfpacht en fonds. Model: grondeigenaren stellen hun kavel ter beschikking aan startende ondernemers.<br />

Iedere partij investeert 70% in een startkapitaal voor ondernemers (in de vorm van een lening, gift of<br />

aandelen) en 30% in een fonds voor erfpacht van de grond en verbetering van openbare ruimte. Naarmate<br />

de onderneming winstgevend wordt, komt de bijdrage in het fonds te vervallen en draagt de ondernemer<br />

zelf financieel bij aan de erfpacht en beheer van de openbare ruimte. De verwachting is dat vastgoed in of<br />

grenzend aan het gebied profiteert van de nieuwe identiteit en dat het nieuwe gebruikers aantrekt. Het<br />

gebied en het vastgoed in de omgeving vinden nieuwe motieven om te transformeren en zullen zich<br />

aanpassen de nieuwe situatie.<br />

Toegepast: Dit scenario is bedacht door De Olifantenkooi voor het oplossen van leegstand in Amsterdam-<br />

Sloterdijk. De constructie is nog niet in de praktijk gebracht.<br />

Complexiteit: Hoog<br />

Quick win of lange termijn werking: Lange termijn werking.<br />

Financiële last voor gemeente: Klein, veelal organisatorisch van aard. Het betreft een samenwerking tussen<br />

private eigenaren.<br />

Pagina 32 van 38<br />

101219/R17/1.0


Equity kicker<br />

Toelichting en werking: Bedrijven of projecten, waarbij sprake is van waardevermeerdering zonder cashflow<br />

(zoals innovatieve bedrijven) kunnen met een Equity kicker toch investeerders aantrekken. Er wordt vooraf<br />

afgesproken dat de investerende partij een (klein) deel van de waardevermeerdering van de onderneming<br />

als vergoeding krijgt. Door bijvoorbeeld af te spreken dat als het aandelenkapitaal op een bepaald moment<br />

een bepaald bedrag waard is, dat dan een deel van de waarde de investerende partij toekomt (uitbetaling).<br />

Het is geen aandelenkapitaal wat hier wordt verkregen. Als voorbeeld:<br />

Een bedrijf gaat een oud terrein weer levendig maken en opknappen (in een aantal jaren) en daarna pas<br />

bouwen. De waarde van het (toekomstig) vastgoed hangt af van het succes van de revitalisering van het<br />

terrein, pakt dit goed uit dan treedt de Equity kicker in werking. Pakt dit niet goed uit en wordt er niet<br />

gebouwd dan ligt het verlies bij de investeerders.<br />

Toegepast: Er zijn nog geen voorbeelden van bekend in de vastgoedsector.<br />

Complexiteit: Relatief hoog<br />

Quick win of lange termijn werking: Lange termijn werking.<br />

Financiële last voor gemeente: Afhankelijk van rol: risicodragende deelname of slechts faciliterend.<br />

Revolverend gebiedsfonds<br />

Toelichting en werking: Een revolverend fonds is een generieke term voor een fonds waarin de<br />

rendementen worden geherinvesteerd. Toegepast op gebiedsniveau kan een revolverend gebiedsfonds een<br />

constructie zijn waarin diverse vastgoedeigenaren hun bezit in een gemeenschappelijk fonds onderbrengen.<br />

Ze leveren hun eigen vastgoed in en verkrijgen aandelen in het fonds. Hiermee wordt hun vermogen meer<br />

liquide, omdat de aandelen verhandelbaar zijn. Het fonds haalt direct rendement uit verhuur en indirect<br />

rendement uit waardegroei en transformatie. De gemeente en provincie kunnen participeren in het fonds,<br />

hetzij door zelf grond of vastgoed in te brengen, hetzij door vermogen te storten en daardoor aandelen te<br />

verkrijgen.<br />

Toegepast: Er zijn in Nederland geen voorbeelden. In het buitenland is het een vaker gebruikt instrument.<br />

Complexiteit: Hoog. Het instrument vereist een hoge samenwerkingsgraad tussen betrokken actoren.<br />

Quick win of lange termijn werking: Lange termijn werking.<br />

Financiële last voor gemeente: Afhankelijk van de rol: risicodragende deelname of slechts faciliterend.<br />

OMU - convenant bedrijventerreinen<br />

Toelichting en werking: De OntwikkelingsMaatschappij <strong>Utrecht</strong> (OMU) werkt aan de herstructurering van<br />

bedrijventerreinen in de provincie. Onder bepaalde voorwaarden kan OMU financieel participeren in<br />

vastgoedontwikkeling. De provincie <strong>Utrecht</strong> stelde daarvoor € 15 miljoen ter beschikking.<br />

Toegepast: De <strong>Utrecht</strong>se gemeenten hebben in 2011 22 bedrijventerreinen benoemd die ze met prioriteit<br />

willen herstructureren. Herenstraat-Kruyderlaan kreeg daarbij de laagste prioriteit.<br />

Complexiteit: Gemiddeld.<br />

Quick win of lange termijn werking: Beide.<br />

Financiële last voor gemeente: Groot, zowel financieel als organisatorisch van aard.<br />

Pagina 33 van 38<br />

101219/R17/1.0


Erfpacht<br />

Toelichting en werking: De gemeente kan op voordelige wijze eigendom verwerven door de toepassing van<br />

erfpacht. Op dit moment zijn er eigenaren in het gebied die op korte termijn willen verkopen, maar daar in<br />

de huidige markt geen kans voor zien. Denk bijvoorbeeld aan een eigenaar van een bedrijfspand die binnen<br />

enkele jaren zijn bedrijf wil beëindigen. Een optie is dat de gemeente het vastgoed koopt tegen WOZ-waarde<br />

en met de eigenaar een erfpachtcontract voor bepaalde tijd aangaat. Op die manier heeft de eigenaar zijn<br />

vermogen (vaak een oudedagsvoorziening) liquide gemaakt en heeft de gemeente bezit op termijn<br />

verworden zonder kostbare schadeloosstellingen te hoeven betalen. Bij transformatie kan de gemeente de<br />

grond weer in eigendom uitgeven.<br />

Toegepast: Dit instrument wordt op diverse plaatsen toegepast.<br />

Complexiteit: Laag.<br />

Quick win of lange termijn werking: Lange termijn werking, maar kan direct worden toegepast.<br />

Financiële last voor gemeente: In beginsel is de investering kostendekkend. Op termijn is zelfs winst<br />

mogelijk, afhankelijk van de transformatie-potentie.<br />

Duidelijk is dat er diverse financiële instrumenten voorhanden zijn, die onderling nogal verschillen: van<br />

snelle, eenvoudige en al vaker toegepaste constructies tot complexe en innovatieve constructies.<br />

5.3. Organisatorische instrumenten<br />

Onder organisatorische instrumenten verstaan wij die instrumenten waarbij de gemeente geen directe<br />

financiële betrokkenheid heeft, maar wel capaciteit beschikbaar stelt.<br />

Vastgoedloods<br />

Toelichting en werking: De gemeente stelt een 'Vastgoedloods' aan om vastgoedeigenaren te stimuleren en<br />

te faciliteren in het omzetten van leegstaande ruimte in andere functies. Dit gebeurt door ruimtezoekers en -<br />

aanbieders met elkaar in contact te brengen. De vastgoedloods verzamelt en deelt kennis op het gebied van<br />

ruimtevraag en -aanbod met alle spelers op de vastgoedmarkt. Daarnaast signaleert en communiceert de<br />

vastgoedloods tijdig trends en ontwikkelingen in de vastgoedmarkt en wijst partijen op kansen en<br />

bedreigingen. Ook biedt de vastgoedloods ondersteuning in gemeentelijke procedures. Met als resultaat:<br />

minder leegstand door creatief gebruik van kantoorruimte die al langere tijd leeg staat.<br />

Toegepast: Kantorenloods Amsterdam, De Haagse kantorenloods.<br />

Complexiteit: Laag.<br />

Quick win of lange termijn werking: Het is een proces waarin de eerste ‘wins’ al snel kunnen plaatsvinden.<br />

Financiële last voor gemeente: Klein, veelal organisatorisch van aard.<br />

Natuurlijke wijkvernieuwing<br />

Toelichting en werking: Natuurlijke wijkvernieuwing kan de stedelijke vernieuwing sneller laten verlopen,<br />

maar kan ook uitmonden in een flexibele en geleidelijke aanpak. Dit principe wordt ook wel organische<br />

gebiedsontwikkeling of Gebiedsontwikkeling 3.0 genoemd. Het is van belang dat het perspectief van de wijk,<br />

met haar eigen kansen, behoeften en problemen, altijd voorop staat. De wijk zelf staat centraal en niet de<br />

Pagina 34 van 38<br />

101219/R17/1.0


vertaling van de stedelijke doelstellingen en programma’s. De verschillende belanghebbende partijen komen<br />

gezamenlijk tot een zo effectief mogelijke invulling van een gebied of wijk. De overheid faciliteert en<br />

begeleidt, de markt leidt. Dit verloopt via meerdere werk- en brainstormsessies, waarbij nieuwe ideeën en<br />

initiatieven leiden tot een optimalisatie van het plan of project. Dit leidt tot een ontwikkeling, op welke<br />

schaal dan ook, die door de afnemers en andere stakeholders zelf is geschapen.<br />

Toegepast: Natuurlijke wijkvernieuwing Enschede.<br />

Complexiteit: Laag.<br />

Quick win of lange termijn werking: Afhankelijk van de ingrepen.<br />

Financiële last voor gemeente: Klein, veelal organisatorisch van aard.<br />

Tijdelijke verhuur<br />

Toelichting en werking: Beleggers kunnen met leegstand te maken krijgen wanneer contracten aflopen.<br />

Tijdelijke verhuur zorgt niet alleen voor inkomsten, maar biedt ook bescherming tegen kraken en<br />

vandalisme. Hierbij gaat het vrijwel altijd om een andere doelgroep dan oorspronkelijk voor het betreffende<br />

vastgoed bedoeld is. De gemeente kan vastgoedeigenaren een vergunning verlenen om een object op<br />

tijdelijke basis te verhuren. De huurder kan zich niet beroepen op de huurbescherming. De maximale duur<br />

van de vergunning is twee jaar, maar deze kan meerdere keren verlengd worden.<br />

Toegepast: Wordt op grote schaal toegepast in Nederland.<br />

Complexiteit: Relatief laag.<br />

Quick win of lange termijn werking: Quick win, oplossen leegstand, echter meestal tegen een gereduceerde<br />

opbrengst.<br />

Financiële last voor gemeente: Klein, veelal organisatorisch van aard.<br />

Ook op het organisatorische vlak zijn diverse instrumenten denkbaar. Deze vereisen allemaal dat de<br />

gemeente capaciteit beschikbaar stelt om een en ander in goede banen te leiden.<br />

Op dit moment is het nog niet nodig een keuze te maken uit de financiële en organisatorische instrumenten.<br />

Eerst moet de inventarisatie onder de eigenaren en gebruikers plaatsvinden en moet de gemeente nadenken<br />

over de mate en wijze waarin zij betrokken wil zijn. De geschetste instrumenten, die slechts een deel van het<br />

groeiende pallet aan innovatieve methoden vertegenwoordigen, variëren onderling namelijk sterk.<br />

Pagina 35 van 38<br />

101219/R17/1.0


6. EINDCONCLUSIE: EEN BEHEERSTE ONTWIKKELING IS MOGELIJK<br />

De kernvraag van dit onderzoek was:<br />

Wat is de meest kansrijke aanpak voor het gebied Herenstraat-Kruyderlaan,<br />

rekening houdend met de volgende achtergrond?<br />

Het gebied is deels functioneel en visueel verouderd.<br />

Particuliere initiatieven komen moeilijk van de grond.<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke middelen zijn beperkt.<br />

De analyse van de beleidskaders, het gebied en de markt toont duidelijk aan waar de kansen liggen. In de<br />

huidige markt is de kansrijkheid van transformatie naar woningbouw of andere bestemmingen gering, tenzij<br />

de zittende eigenaren bereid zijn hun verwachtingspatroon wat betreft de winst uit transformatie naar<br />

beneden bij te stellen. Tegelijkertijd zijn delen van het bedrijventerrein behoorlijk levensvatbaar, maar het<br />

ontbreekt de gemeente aan voldoende inzicht over de zittende gebruikers en eigenaren. Ons advies over de<br />

ruimtelijke ontwikkeling is dan ook helder: behoud Herenstraat-Kruyderlaan als vitaal kleinschalig<br />

werkgebied, maar maak tegelijkertijd transformatie naar woningbouw in delen van het gebied mogelijk.<br />

Daarbij past een beheerste inzet van gemeentelijke middelen en capaciteit. Op deze manier kan het huidige<br />

afglijden van het gebied een halt worden toegeroepen, en kunnen de problemen rondom de sociale<br />

veiligheid en overlast worden aangepakt.<br />

Ons advies over de gemeentelijke inzet is minder eenduidig. Twee scenario’s zijn denkbaar: faciliteren, met<br />

een minimale gemeentelijke inzet, en stimuleren, waarbij de gemeente meer het voortouw neemt. Beide<br />

scenario’s zijn verdedigbaar vanuit een inhoudelijke afweging. Wij denken dat een stimulerende<br />

rolopvatting het meest recht doet aan het gebied en de potentie die in zowel de bedrijvigheid als de<br />

transformatiemogelijkheden zit. Enige gemeentelijke coördinatie zal het ontwikkelingstempo verhogen en<br />

het de zittende eigenaren gemakkelijker maken een keuze te maken tussen enerzijds investeren in de<br />

bedrijfsfunctie en anderzijds transformatie. De eerste stap is een grondige inventarisatie in het gebied,<br />

zodat bekend is wat er leeft bij gebruikers en eigenaren. Op basis daarvan kan een startnotitie worden<br />

geschreven, waarin per deelgebied wordt besloten welke financiële en organisatorische instrumenten<br />

worden ingezet. Wat betreft de inzet van financiële en juridische instrumenten adviseren wij niet direct te<br />

kiezen voor de meest ambitieuze mogelijkheden, maar te beginnen met quick wins die gemakkelijk vanuit<br />

actief gebiedsmanagement te organiseren zijn.<br />

Pagina 36 van 38<br />

101219/R17/1.0


BIJLAGE: GEBRUIKTE DOCUMENTATIE<br />

Collegeprogramma 2010-2014<br />

Amendement prioriteiten RO onderwerpen bij Programmabegroting <strong>2013</strong> (2012-330)<br />

Structuurvisie 2030<br />

Notitie ‘Uitgangspunten bij particulier initiatief’ 2009<br />

Ontwikkelingsvisie 2009 Herenstraat-Kruyderlaan (niet bestuurlijk vastgesteld)<br />

Urgentieprogramma Woningbouw 2010<br />

Schetsboekje woningbouw Kruyderlaan (De Bois), 2010<br />

Definitief ontwerp startersappartementen Hildo Kropstraat, 2011<br />

Bestemmingsplan Jutphaas-Wijkersloot, 2006<br />

Raadsbesluit burgerinitiatief dhr. M.L. Koek inzake afsluiting van de gehele Kruyderlaan, 2011<br />

Visie op de detailhandelsstructuur in de gemeente <strong>Nieuwegein</strong> in 2025, BRO, 2008<br />

Detailhandelsvisie <strong>Nieuwegein</strong>, 2010<br />

Economische Visie <strong>Nieuwegein</strong>, 2011<br />

Principebesluit plan Kruyderlaan 27, 2012<br />

Woningbouwmonitor oktober 2012<br />

Huur- en koopoverzicht kantoor- en bedrijfsruimte, 2012<br />

Inventarisatie eigendommen Herenstraat/Kruyderlaan/Hildo Kropstraat, 2009<br />

Verkenning bedrijvengebieden, 2009<br />

Pagina 37 van 38<br />

101219/R17/1.0


BIJLAGE: AANWEZIGEN WORKSHOP<br />

Dionne Baaré: Beleidsadviseur Ruimtelijke Ordening<br />

o Verantwoordelijk voor: beantwoording vraag uit Amendement prioritering RO onderwerpen<br />

(d.d. 7 november 2012)<br />

Gert Prinsen: <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, Portefeuillehouder Fonds uitplaatsing hinderlijke bedrijven<br />

Eckhardt Regeer: Beleidsadviseur Economische Zaken<br />

Mieke Tulleken: Wijkmanager Jutphaas-Wijkersloot<br />

Stasja van Os: Beleidsmedewerker Beheer<br />

Vanuit Fakton: Anne van Eldonk, Erwin Daalhuisen en Willem Heineke<br />

De volgende personen waren niet bij de workshop aanwezig, maar brachten op andere wijze hun inbreng:<br />

Hans van der Ham: Programmamanager Woningbouw<br />

Anja Poot: Stadsstedenbouwkundige<br />

Roos van der Zalm: Stedenbouwkundige<br />

Mark Slingerland: Planeconoom<br />

Nadine Onrust: Gebiedsmanager Jutphaas-Wijkersloot<br />

Pagina 38 van 38<br />

101219/R17/1.0

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!