09.09.2013 Views

Het mysterie van de Kootwijkse hunnebedden - Vitruvius

Het mysterie van de Kootwijkse hunnebedden - Vitruvius

Het mysterie van de Kootwijkse hunnebedden - Vitruvius

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VITRUVIUS NUMMER 16 JULI 2011<br />

Peter A.C. Schut<br />

Regioarcheoloog<br />

(regio FoodValley)<br />

<strong>Het</strong> <strong>mysterie</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Kootwijkse</strong> hunnebed<strong>de</strong>n1<br />

Hunebed<strong>de</strong>n spreken al eeuwen<br />

lang tot <strong>de</strong> verbeelding. De benaming<br />

voor <strong>de</strong> Drentse megalithische<br />

graven dateert uit <strong>de</strong><br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw toen aan <strong>de</strong>ze graven voor het<br />

eerst <strong>de</strong>ze naam werd toegekend. De naam zelf is<br />

al ou<strong>de</strong>r maar was voorbehou<strong>de</strong>n aan grafheuvels.<br />

Zo vermeldt Picardt grafheuvels, die <strong>van</strong> oudts genaemt<br />

Hune-bed<strong>de</strong>n, en Hune-bergen. 3 Dat <strong>de</strong>ze<br />

naam ook in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw nog gebruikt<br />

werd voor verschillen<strong>de</strong> soorten monumenten is<br />

min<strong>de</strong>r bekend. De vraag wat wordt bedoeld met<br />

<strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> brief is in dit<br />

historiografische ka<strong>de</strong>r bijzon<strong>de</strong>r interessant. De<br />

zoektocht naar <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> kopie<br />

geven een interessant beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> archeologie op<br />

het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw op <strong>de</strong> Veluwe. 4<br />

De brief<br />

Over <strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> kopie kan het<br />

volgen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n vermeld. De fotokopie kwam<br />

een aantal jaren gele<strong>de</strong>n toevallig in mijn bezit<br />

18<br />

Biografie <strong>van</strong><br />

een kopie <strong>van</strong><br />

een brief uit <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong><br />

eeuw<br />

toen ik bij <strong>de</strong> voormalige ROB (nu RCE) werkte.<br />

Toen ik als regioarcheoloog in <strong>de</strong> Gel<strong>de</strong>rse Vallei<br />

ging werken, moest het antwoord op bovenstaan<strong>de</strong><br />

vragen <strong>van</strong>zelfsprekend met prioriteit<br />

wor<strong>de</strong>n beantwoord. Bij navraag herinner<strong>de</strong><br />

R.S. Hulst, <strong>de</strong> voormalige provinciaal archeoloog<br />

<strong>van</strong> Gel<strong>de</strong>rland, zich <strong>de</strong> brief en wist te mel<strong>de</strong>n<br />

dat dit schrijven meer dan <strong>de</strong>rtig jaar gele<strong>de</strong>n<br />

aanleiding was geweest voor een verkenning in<br />

het betrokken gebied. De re<strong>de</strong>n hiervoor was dat<br />

men in<strong>de</strong>rtijd rekening hield met <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

dat het om akkercomplexen uit <strong>de</strong> IJzertijd<br />

ging (Celtic fields of raatakkers). Ver<strong>de</strong>rop zal<br />

dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n waarom men dit dacht. <strong>Het</strong><br />

verkennen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek vond dan ook plaats, in<br />

het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het promotieon<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> A.<br />

Brongers naar Celtic fields, maar er werd niets<br />

aan getroffen. 5 In zijn dissertatie meldt Brongers<br />

dat W.J. <strong>de</strong> Boone <strong>de</strong> kaart ont<strong>de</strong>kte tussen <strong>de</strong><br />

papieren <strong>van</strong> H. Bouwheer (1842 – 1909), 6 die<br />

nauw samenwerkte met C.A. Nairac (burgemeester<br />

in Barneveld). 7 In <strong>de</strong> registers <strong>van</strong> <strong>de</strong> archie-<br />

1 – De brief en kaart <strong>van</strong> Aldus.<br />

ven <strong>van</strong> Bouwheer (1993) en Nairac (1980) wordt<br />

echter geen melding gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze brief. 8<br />

<strong>Het</strong> register is in 1993 gemaakt, waardoor het<br />

mogelijk is dat <strong>de</strong> brief wel aanwezig is geweest<br />

maar in <strong>de</strong> tussenliggen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> is verdwenen.<br />

Hoewel Bouwheer veelvuldig contact heeft gehad<br />

met Pleyte is het opvallend dat er in het archief<br />

in Barneveld slechts drie brieven zijn bewaard<br />

die dateren uit <strong>de</strong> negentiger jaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw. In een brief uit 1894 dankt Pleyte<br />

voor <strong>de</strong> vijfentwintigjarige vriendschap en schenkt<br />

hij Bouwheer een zilveren penhou<strong>de</strong>r bij zijn<br />

zilveren jublileum als gemeentebo<strong>de</strong> (figuur 2).<br />

Hieruit mag voorzichtig wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd<br />

dat een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> correspon<strong>de</strong>ntie betreffen<strong>de</strong><br />

archeologische on<strong>de</strong>rwerpen blijkbaar is verdwenen.<br />

In ie<strong>de</strong>r geval kan niet wor<strong>de</strong>n geverifieerd<br />

of het origineel zich in<strong>de</strong>rdaad in het archief <strong>van</strong><br />

Bouwheer heeft bevon<strong>de</strong>n.<br />

De brief is geschreven door een zekere A. Aldus<br />

en luidt als volgt:


<strong>Het</strong> on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> een fotokopie <strong>van</strong> een brief uit <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong> eeuw geeft een fascinerend<br />

beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> archeologiebeoefening<br />

in die tijd. De vermelding <strong>van</strong> twee<br />

hunnebed<strong>de</strong>n op het bij <strong>de</strong> brief behoren<strong>de</strong><br />

kaartje roept veel vragen op. 2<br />

Wie heeft <strong>de</strong> brief geschreven, wanneer,<br />

aan wie was <strong>de</strong>ze gericht, wat<br />

wordt er bedoeld met <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n<br />

en waar lagen <strong>de</strong>ze (figuur 1).<br />

E<strong>de</strong>l Achte Heer!<br />

Nevenstaan<strong>de</strong> heb ik zo goed en zo kwaad als ik<br />

het kan eene ruwe schets gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> Kerke<strong>de</strong>l<br />

en <strong>de</strong> ligging <strong>de</strong>r door U bedoel<strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n.<br />

De Kerke<strong>de</strong>l licht oostwaarts <strong>van</strong> Kootwijk<br />

tusschen hier en Buurloo. Zij bestaat uit bouwen<br />

driestland en hei<strong>de</strong>veld afgeschei<strong>de</strong>n door een<br />

daartusschen liggen<strong>de</strong> eiken heg. <strong>Het</strong> hei<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>elte<br />

is zeer oneffen voor eene ou<strong>de</strong> thans in onbruik<br />

geraakte Karreweg doorsne<strong>de</strong>n en hier en daar<br />

greppels. De juiste grens <strong>van</strong> <strong>de</strong> Kerke<strong>de</strong>l vooral<br />

aan <strong>de</strong> oostkant is niet met zekerheid op te geven.<br />

De bedoel<strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n liggen dan ook niet in<br />

maar boven <strong>de</strong> Kerke<strong>de</strong>l. daar <strong>de</strong>ze waarschijnlijk<br />

eindigt daar waar met …. <strong>de</strong> mogelijke grens<br />

wordt aangegeven. Bizon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n omtrent <strong>de</strong><br />

hunnebed<strong>de</strong>n, die veel <strong>van</strong> hunne uiterlijke kenmerken<br />

verloren hebben, ontbreken geheel en kan<br />

ik UEA dan ook dienaangaan<strong>de</strong> niets me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen.<br />

Vertrouwen<strong>de</strong> met boven- en nevenstaan<strong>de</strong> aan<br />

<strong>de</strong> bedoeling <strong>van</strong> UEA voldaan te hebben teken<br />

[mogelijk staat hier een an<strong>de</strong>r woord] ik mij<br />

Hoogachtend<br />

UEA [met onleesbaar achtervoegsel]<br />

A. Aldus<br />

De afzen<strong>de</strong>r<br />

De brief is niet gedateerd, waardoor <strong>de</strong>ze moeilijk<br />

in <strong>de</strong> tijd is te plaatsen maar gezien <strong>de</strong> schrijfstijl<br />

mag wor<strong>de</strong>n veron<strong>de</strong>rsteld dat <strong>de</strong>ze ca. 100 jaar<br />

oud is. Blijkbaar is <strong>de</strong> brief een reactie op een<br />

(schriftelijke?) vraag <strong>van</strong> <strong>de</strong> geadresseer<strong>de</strong> (door<br />

u bedoel<strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n), maar we weten niet wie<br />

dit is. Wel blijkt uit <strong>de</strong> opmerking dat ‘oostwaarts<br />

<strong>van</strong> Kootwijk tusschen hier en Buurlo’ <strong>de</strong> schrijver<br />

<strong>de</strong> brief waarschijnlijk in Kootwijk heeft geschreven.<br />

Maar wie was <strong>de</strong> afzen<strong>de</strong>r A. Aldus?<br />

Hij blijkt op 22 <strong>de</strong>cember 1876 benoemd te zijn<br />

als on<strong>de</strong>rwijzer te Kootwijk. 9 Aldus was in 1847<br />

in Alkmaar geboren. Hij trouw<strong>de</strong> op 2 augustus<br />

1871 met <strong>de</strong> 22 jaar ou<strong>de</strong> Johanna Andrea<br />

Verschuur. 10 Bij zijn aanstelling als hoofdon<strong>de</strong>r-<br />

wijzer kreeg hij, als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> zijn inkomen,<br />

het recht <strong>van</strong> eierengang. Rond Pasen ging hij<br />

daarvoor met een grote mand bij <strong>de</strong> boeren langs.<br />

Overigens tel<strong>de</strong> in het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw het dorp Kootwijk 16 huizen en 90<br />

inwoners. 11 Na 14 jaar neemt hij ontslag: De<br />

Raad <strong>de</strong>r gemeente Barneveld heeft op zijn verzoek<br />

eervol ontslag verleend aan <strong>de</strong>n Heer A. Aldus, hoofd<br />

<strong>de</strong>r Openb. School te Kootwijk ingaan<strong>de</strong> 15 nov. a.s.<br />

wegens opgegeven gebreken. (bron: Nieuws <strong>van</strong> <strong>de</strong>n<br />

Dag <strong>van</strong> woensdag 5 november 1890 4e blad). In<br />

werkelijkheid was Arie Aldus in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> het<br />

gemeentebestuur <strong>van</strong> Barneveld teveel een Kootwijker<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Kootwijkers gewor<strong>de</strong>n wat blijkbaar<br />

niet werd geapprecieerd, waardoor hij werd<br />

aangespoord om ontslag te nemen. Hij vertrok uit<br />

Kootwijk en werd benoemd tor reizend agent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Vereniging tot Instandhouding <strong>van</strong> ’t<br />

Gymnasiale Studiefond Kerkhulp, waarna hij uit<br />

beeld verdween. 12 Hij overleed op 19 mei 1900<br />

op 53-jarige leeftijd in Nijverdal. 13<br />

Aan wie was <strong>de</strong> brief gericht?<br />

Daarmee is <strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> schrijver <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> brief verhel<strong>de</strong>rd. Nu we weten dat <strong>de</strong> brief op<br />

het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw is geschreven,<br />

komt naast <strong>de</strong> naam <strong>van</strong> Bouwheer en Nairac ook<br />

<strong>de</strong> naam <strong>van</strong> Pleyte in beeld als mogelijk geadresseer<strong>de</strong>.<br />

W. Pleyte was in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> (1869 –<br />

1903) conservator en later directeur <strong>van</strong> het<br />

Rijksmuseum <strong>van</strong> Oudhe<strong>de</strong>n in Lei<strong>de</strong>n. In het<br />

archief <strong>van</strong> het Rijksmuseum <strong>van</strong> Oudhe<strong>de</strong>n is<br />

het origineel <strong>van</strong> <strong>de</strong> brief echter niet aangetroffen,<br />

14 waardoor hierover geen zekerheid bestaat.<br />

Wel blijkt uit een publicatie <strong>van</strong> C.A. Nairac, <strong>de</strong><br />

VITRUVIUS NUMMER 16 JULI 2011<br />

2 – Brief <strong>van</strong> W. Pleyte aan H. Bouwheer. GEMEENTEARCHIEF BARNEVELD<br />

toenmalige burgemeester <strong>van</strong> Barneveld, dat<br />

Pleyte al voor 1878 op <strong>de</strong> hoogte was <strong>van</strong> het bestaan<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Kootwijkse</strong> hunnebed<strong>de</strong>n. Nairac,<br />

aan wie het museum in Barneveld zijn naam te<br />

danken heeft, vermeldt in zijn boekje Een oud<br />

hoekje <strong>van</strong> <strong>de</strong> Veluwe uit 1878: On<strong>de</strong>r Kootwijk ont<strong>de</strong>kte<br />

Dr. Pleyte kampjes, die <strong>de</strong>n naam dragen <strong>van</strong><br />

Hunnebed<strong>de</strong>n. Pleyte vermeldt dat hij <strong>de</strong> informatie<br />

<strong>van</strong> een boer had, waardoor we niet kunnen<br />

uitsluiten dat <strong>de</strong> brief aan iemand an<strong>de</strong>rs was gericht<br />

óf Aldus moet echt een Kootwijker on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> Kootwijkers zijn gewor<strong>de</strong>n. Aangezien Aldus<br />

zijn brief op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> geadresseer<strong>de</strong> heeft<br />

geschreven, kan niet wor<strong>de</strong>n uitgesloten dat<br />

Pleyte na<strong>de</strong>re informatie wil<strong>de</strong> inwinnen. Er <strong>van</strong><br />

uitgaan<strong>de</strong> dat Pleyte zich hier vergist in <strong>de</strong> informant,<br />

moet <strong>de</strong> brief geschreven zijn tussen 1876<br />

(het jaar dat Aldus werd aangesteld) en 1878 (het<br />

jaar dat het boekje <strong>van</strong> Nairac verscheen). <strong>Het</strong> is<br />

echter <strong>de</strong> vraag of Pleyte persoonlijk bij Aldus<br />

naar <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n heeft geïnformeerd.<br />

Hoewel het merkwaardig lijkt dat Bouwheer, bij<br />

uitstek <strong>de</strong> kenner <strong>van</strong> <strong>de</strong> omgeving (voormalig<br />

her<strong>de</strong>r en gemeentebo<strong>de</strong>), na<strong>de</strong>re informatie<br />

vraagt kan niet wor<strong>de</strong>n uitgesloten dat het verzoek<br />

<strong>van</strong> hem kwam. Brongers meldt immers dat<br />

<strong>de</strong> brief door De Boone is aangetroffen tussen <strong>de</strong><br />

papieren <strong>van</strong> Bouwheer, wat op <strong>de</strong> laatste mogelijkheid<br />

wijst. Hoe het ook zij, ook in dit geval is<br />

het waarschijnlijk dat <strong>de</strong> brief uit <strong>de</strong> zeventiger<br />

jaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw dateert.<br />

Hunnebed<strong>de</strong>n<br />

Maar wat wordt in <strong>de</strong> brief met hunnebed<strong>de</strong>n<br />

19


VITRUVIUS NUMMER 16 JULI 2011<br />

bedoeld? In <strong>de</strong> tekst en het kaartje zijn hiervoor<br />

geen aanwijzingen te vin<strong>de</strong>n. Wel valt op dat <strong>de</strong><br />

hunnebed<strong>de</strong>n naast elkaar liggen en als rechthoekige<br />

elementen zijn aangegeven. De naam werd<br />

in het verle<strong>de</strong>n gebruikt voor diverse prehistorische<br />

relicten die in verband wer<strong>de</strong>n gebracht met<br />

reuzen (huynen of hunnen). Een voorbeeld is te<br />

vin<strong>de</strong>n bij Craandijk. Hij schrijft over het Putterbosch:<br />

Dat <strong>de</strong> Veluwe, en bepaald dit ge<strong>de</strong>elte, reeds<br />

vroegtijdig bewoond werd, daar<strong>van</strong> getuigen <strong>de</strong> talrijke<br />

grafheuvels, alom in <strong>de</strong>n omtrek verspreid. De<br />

zoogenaam<strong>de</strong> Hunnebed<strong>de</strong>n in het Putterbosch hebben<br />

wij niet gezien, – ‘ ron<strong>de</strong> uithollingen in <strong>de</strong>n<br />

grond, omgeven <strong>van</strong> een kleine ophooging, waarin<br />

zich urnen bevin<strong>de</strong>n en wel <strong>van</strong> ruwe bewerking, niet<br />

in het vuur gebakken en grijs <strong>van</strong> kleur’, zooals een<br />

kundig en onvermoeid wan<strong>de</strong>laar ze voor 15 jaar beschreef.<br />

15<br />

De beschrijving heeft vermoe<strong>de</strong>lijk betrekking<br />

op opgedolven en leeggehaal<strong>de</strong> grafheuvels waar<strong>van</strong><br />

het centrum was vergraven op zoek naar <strong>de</strong><br />

grafinventaris, waardoor <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> holte in<br />

het centrum <strong>van</strong> <strong>de</strong> heuveltjes is achtergebleven.<br />

Dui<strong>de</strong>lijker is een beschrijving die door Bakker<br />

wordt geciteerd uit een brief <strong>van</strong> H.G. Haasloop<br />

Werner aan L.J.F. Janssen <strong>van</strong> 6 september 1854:<br />

‘drie heuvels in het W. ge<strong>de</strong>elte [<strong>van</strong> het] Putterbosch;<br />

ron<strong>de</strong> heuvels 2 á 3 voet hoogte en 3 passen mid<strong>de</strong>llijn,<br />

rondom met eene grup omgraven en geheel met bosbessenstruiken<br />

en eiken hakhout begroeid. [Een] Gids<br />

noem<strong>de</strong> ze ‘hunebed<strong>de</strong>n’, waarvoor ze hier algemeen<br />

gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, er waren potjes uit opgegraven’. 16<br />

De beschrijving wijst op urnenvel<strong>de</strong>nheuveltjes<br />

met nog herkenbare kringgreppels. 17<br />

3 – Ansichtkaart <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zandhut (ca. 1925).<br />

20<br />

In Ne<strong>de</strong>rlandse Oudhe<strong>de</strong>n maakt Pleyte melding<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Kootwijkse</strong> hunnebed<strong>de</strong>n. In het <strong>de</strong>el over<br />

Gel<strong>de</strong>rland stelt hij: <strong>Het</strong> zijn vierkante kampjes<br />

land, waarschijnlijk <strong>de</strong> overblijfstelen <strong>van</strong> ou<strong>de</strong> woningen.<br />

El<strong>de</strong>rs schrijft hij: 18 ‘Als merkwaardige<br />

overeenkomst met <strong>de</strong> benaming hunebed<strong>de</strong>n kan ik<br />

vermel<strong>de</strong>n wat een boer uit Kootwijk op <strong>de</strong> Veluwe<br />

mij me<strong>de</strong><strong>de</strong>el<strong>de</strong> dat bij het dorpje twee hunebed<strong>de</strong>n<br />

lagen, een bezocht ik, het was een vierkant kampje,<br />

men zou zeggen het overblijfsel <strong>van</strong> een vierkant schapenschot,<br />

<strong>de</strong> man hield vol dat zij hunebed<strong>de</strong>n genoemd<br />

wer<strong>de</strong>n. Ik heb geen tijd gehad er opgravingen<br />

in te doen, ter loops zij aangemerkt dat in Drente <strong>de</strong><br />

zoogenaam<strong>de</strong> hunebed<strong>de</strong>n uitsluitend bij het volk<br />

bekend staan on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam <strong>van</strong> steenhoopen of<br />

dikke steenen; <strong>de</strong>n naam hunebed kent men er niet,<br />

die is ingevoerd door <strong>de</strong> scholen en zal weldra algemeen<br />

zijn. Ik heb met schaapher<strong>de</strong>rs gesproken, die<br />

op <strong>de</strong> vraag naar hunebed<strong>de</strong>n het antwoord schuldig<br />

bleven, doch op dien naar dikke steenen mij terstond<br />

te recht hielpen’.<br />

Zijn opmerking dat ook in het Speul<strong>de</strong>rbosch<br />

hunebed<strong>de</strong>n liggen, is een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> voorbeeld <strong>van</strong><br />

het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> term hun(ne)bed<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

Veluwe. Overigens vermeldt Pleyte ook dat Janssen<br />

negen stenen bij <strong>de</strong> kerk in Ermelo een<br />

hunebed noemt, waarbij blijkbaar wel gedacht<br />

werd aan <strong>de</strong> megalithische graven. 19 In tegenstelling<br />

tot Drenthe waar <strong>de</strong> naam al <strong>van</strong>af <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw voor <strong>de</strong> Drentse’ steenhopen’ werd<br />

gebruikt, wordt op het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw op <strong>de</strong> Veluwe <strong>de</strong> benaming nog gebruikt<br />

voor diverse relicten. 20 Ver<strong>de</strong>rop wordt ingegaan<br />

op <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Kootwijkse</strong> hunnebed<strong>de</strong>n.<br />

Locatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n<br />

De locatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Kootwijkse</strong> hunnebed<strong>de</strong>n kan<br />

aanvullen<strong>de</strong> informatie geven over <strong>de</strong> functie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n en wordt op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> kaart<br />

eerst na<strong>de</strong>r besproken. De ligging kan op basis<br />

<strong>van</strong> een aantal gegevens wor<strong>de</strong>n gereconstrueerd.<br />

– De kaart geeft aan dat <strong>de</strong> locatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n<br />

buiten Kerke<strong>de</strong>l (laagte in bezit of<br />

gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk) gezocht moet wor<strong>de</strong>n. De<br />

kaart geeft aan dat <strong>de</strong>ze buiten <strong>de</strong> Kootwijkereng<br />

ligt, een akkercomplex omringd door hei<strong>de</strong> en<br />

zandverstuivingen.<br />

– Op <strong>de</strong> grens <strong>van</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> en het bouw- en<br />

driestland is sprake <strong>van</strong> een cingel met eikenhakhout.<br />

De hunnebed<strong>de</strong>n zijn aan <strong>de</strong> bovenzij<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kaart ingetekend, net buiten <strong>de</strong> singel op<br />

<strong>de</strong> hei<strong>de</strong>.<br />

– Over <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> loopt een karreweg waaraan een<br />

schaapskooi is gelegen. Ook is sprake <strong>van</strong> een<br />

jachtpaal.<br />

– De boer<strong>de</strong>rij Zandhut ook wel Zandhuisje genoemd,<br />

ligt aan <strong>de</strong> Paalhoeveweg (figuur 3). 21<br />

Op <strong>de</strong> Bonnekaart <strong>van</strong> 1870 kunnen we <strong>de</strong> weg<br />

i<strong>de</strong>ntificeren met <strong>de</strong> huidige Kerken<strong>de</strong>lweg<br />

(figuur 4). De ligging <strong>van</strong> <strong>de</strong> schaapskooien en <strong>de</strong><br />

Zandhut is hierop aangegeven. De vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hakhoutsingel is min<strong>de</strong>r goed te plaatsen. Deze<br />

sluit aan op <strong>de</strong> <strong>Kootwijkse</strong> eng, maar maakt daar<br />

blijkbaar geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> uit. De grootste<br />

overeenkomst is te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> begrenzing <strong>van</strong><br />

het oostelijk <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwlan<strong>de</strong>n ten zui<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Kerken<strong>de</strong>lweg. De hunnebed<strong>de</strong>n liggen<br />

net ten oosten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze akkers op <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>. Op<br />

mo<strong>de</strong>rne luchtfoto’s is <strong>de</strong> houtsingel nog goed<br />

herkenbaar (figuur 5).<br />

Op figuur 4 is <strong>de</strong> aldus gereconstrueer<strong>de</strong> ligging<br />

weergegeven. De hunnebed<strong>de</strong>n kunnen wordt<br />

gesitueerd op het tegenwoordige vakantiepark <strong>de</strong><br />

Berkenhorst. Als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> bebouwing en inrichting<br />

<strong>van</strong> het terrein zullen naar verwachting<br />

eventuele restanten sterk zijn aangetast of verdwenen.<br />

De verklaring<br />

Op <strong>de</strong> historische kaarten komt <strong>de</strong> naam hunnebed<strong>de</strong>n<br />

niet voor. Ook op het Actueel Hoogte -<br />

bestand Ne<strong>de</strong>rland zijn als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouw<br />

<strong>van</strong> het bungalowpark geen anomalieën rond <strong>de</strong><br />

vermoe<strong>de</strong>lijke locatie te herkennen. Overigens is<br />

dit niet vreemd aangezien Aldus al schrijft dat<br />

veel <strong>van</strong> <strong>de</strong> uiterlijke kenmerken verloren zijn<br />

gegaan. De passage waarin Nairac <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n<br />

beschrijft luidt als volgt: 22<br />

De hei<strong>de</strong> levert nog an<strong>de</strong>re herinneringen aan vroegere<br />

eeuwen, b.v. <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong> walletjes, die eenigen<br />

hou<strong>de</strong>n voor kampen <strong>van</strong> Zigeuners of ou<strong>de</strong> legerplaatsen.<br />

Deze walletjes zijn ongeveer 300 meter<br />

lang met een flaauwe opgang <strong>van</strong> 3 á 4 meter; zij


loopen in bogten, eenige smelten weg, terwijl an<strong>de</strong>ren<br />

we<strong>de</strong>r beginnen; zij liggen 30 á 40 meter <strong>van</strong> elkaêr;<br />

an<strong>de</strong>re walletjes <strong>van</strong> min<strong>de</strong>re hoogte verbin<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

eerstgenoem<strong>de</strong>n in een regthoek. Bij <strong>de</strong>ze walletjes<br />

bevin<strong>de</strong>n zich ron<strong>de</strong> kuilen <strong>van</strong> een paar meters omtrek,<br />

soms ook eindigen die met een punt; ein<strong>de</strong>lijk<br />

wor<strong>de</strong>n nog vergravingen aangetroffen in <strong>de</strong>n vorm<br />

<strong>van</strong> een hoefijzer, doch langwerpiger; <strong>de</strong> opgeworpen<br />

wal daaromheen, schijnt als zitplaats gediend te<br />

hebben; aan het eind wor<strong>de</strong>n somtijds houtskool en<br />

steenen werktuigen gevon<strong>de</strong>n. Men wil, dat dit<br />

verga<strong>de</strong>rplaatsen voor doo<strong>de</strong>nmalen zou<strong>de</strong>n zijn geweest,<br />

of dat godsdienstplechtighe<strong>de</strong>n daar gevierd<br />

wer<strong>de</strong>n. Grafheuvels liggen veelal in <strong>de</strong> nabijheid.<br />

On<strong>de</strong>r Kootwijk ont<strong>de</strong>kte Dr. Pleyte kampjes, die<br />

<strong>de</strong>n naam dragen <strong>van</strong> Hunnebed<strong>de</strong>n.<br />

Deze beschrijving <strong>van</strong> Nairac waarin <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n<br />

ook kampjes wor<strong>de</strong>n genoemd, wijst er<br />

op dat hij dacht aan raatakkers en niet aan grafheuvels.<br />

23 Dit verklaart ook <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong><br />

interesse <strong>van</strong> Brongers voor <strong>de</strong> brief. Deze akkercomplexen<br />

uit <strong>de</strong> IJzertijd bestaan uit aaneengesloten<br />

akkertjes <strong>van</strong> ca 30x30 meter met tussenliggen<strong>de</strong><br />

lage walletjes. In ie<strong>de</strong>r geval is het waarschijnlijk<br />

dat Pleyte direct of indirect <strong>van</strong> het<br />

bestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> hoogte was<br />

gebracht door toedoen <strong>van</strong> <strong>de</strong> dorpson<strong>de</strong>rwijzer<br />

<strong>van</strong> Kootwijk. Overigens komt Aldus niet in <strong>de</strong><br />

boeken <strong>van</strong> Nairac voor, waardoor we mogen<br />

veron<strong>de</strong>rstellen dat hij ver<strong>de</strong>r niet actief was op<br />

het gebied <strong>van</strong> geschie<strong>de</strong>nis en archeologie.<br />

De landschappelijke ligging in een stuifzand- en<br />

voormalig hei<strong>de</strong>gebied maakt een interpretatie<br />

als Celtic field echter twijfelachtig. Aangenomen<br />

mag wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> lage walletjes als gevolg <strong>van</strong><br />

het dynamische proces <strong>van</strong> zandverstuivingen<br />

zou<strong>de</strong>n zijn afge<strong>de</strong>kt of geëro<strong>de</strong>erd, waardoor<br />

<strong>de</strong>ze niet meer in het veld herkenbaar waren.<br />

De oorsprong en functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wallen was in<br />

ie<strong>de</strong>r geval in 1876 niet meer bekend. Of misschien<br />

alleen niet bij <strong>de</strong> nieuwe on<strong>de</strong>rwijzer?<br />

Er zijn verschillen<strong>de</strong> verklaringen mogelijk. De<br />

tekening <strong>van</strong> Aldus laat twee hunnebed<strong>de</strong>n naast<br />

elkaar zien, op basis waar<strong>van</strong> we mogen veron<strong>de</strong>rstellen<br />

dat het hier om twee naast elkaar gelegen,<br />

omwal<strong>de</strong> terreinen gaat. De wallen kunnen<br />

zijn aangelegd rondom kleine ontginningen aan<br />

<strong>de</strong> rand <strong>van</strong> het hei<strong>de</strong> terrein met als doel <strong>de</strong><br />

akkers te beschermen tegen wild en/of stuifzand.<br />

Als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> dynamiek <strong>van</strong> het gebied kunnen<br />

zij op een bepaald moment zijn opgegeven.<br />

De an<strong>de</strong>re, meer waarschijnlijke mogelijkheid is<br />

dat het <strong>de</strong> resten <strong>van</strong> een schapenschot betreft<br />

oftewel een soort <strong>van</strong> omwal<strong>de</strong> openlucht schaaps -<br />

kooi. Ook Pleyte was <strong>van</strong> mening dat het hier<br />

een schapenschot betreft. Schaapskooien liggen<br />

dikwijls aan <strong>de</strong> rand <strong>van</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> net buiten <strong>de</strong><br />

akkers overeenkomstig <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n.<br />

De vraag blijft echter waarom juist <strong>de</strong>ze relicten<br />

wer<strong>de</strong>n aangeduid als hunnebed<strong>de</strong>n. Men zou<br />

verwachten dat <strong>de</strong> herinnering aan <strong>de</strong> locatie <strong>van</strong><br />

een voormalige schapenschot overgeleverd was<br />

waardoor <strong>de</strong>ze niet direct aan hunnen werd toegeschreven<br />

óf <strong>de</strong>ze resten moesten al een hogere,<br />

bijvoorbeeld mid<strong>de</strong>leeuwse, ou<strong>de</strong>rdom hebben<br />

gehad. Overigens is het opmerkelijk dat Pleyte<br />

zegt dat er twee hunnebed<strong>de</strong>n waren waar<strong>van</strong> hij<br />

er een bezocht, terwijl <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n<br />

direct naast elkaar lagen. Was er misschien op een<br />

an<strong>de</strong>re plaats in Kootwijk nog een gelijknamig<br />

toponiem?<br />

Door <strong>de</strong> ontginning <strong>van</strong> het gebied, met name <strong>de</strong><br />

bebossing en inrichting <strong>van</strong> het vakantiepark<br />

<strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> twintigste eeuw, zijn <strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw al zwaar aangetaste restanten<br />

ver<strong>de</strong>r aangetast of misschien wel geheel ver-<br />

VITRUVIUS NUMMER 16 JULI 2011<br />

4 – Uitsne<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Bonnekaart uit 1872.<br />

De Zandhut s Schaapskooi Locatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n<br />

5 – Op <strong>de</strong> luchtfoto is <strong>de</strong> houtsingel <strong>van</strong> figuur 1 herkenbaar. BRON: GOOGLE<br />

dwenen. In ie<strong>de</strong>r geval zijn bij <strong>de</strong> verkenning in<br />

1969 geen resten meer aangetroffen.<br />

Of misschien toch een<br />

megalithisch graf...?<br />

Hoewel <strong>de</strong> meest waarschijnlijke verklaring hierboven<br />

is gegeven, mag een uitzon<strong>de</strong>rlijk vondstbericht<br />

<strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rd jaar gele<strong>de</strong>n niet onvermeld<br />

blijven. Daarbij is <strong>de</strong> ligging <strong>van</strong> Kerken<strong>de</strong>l <strong>van</strong><br />

belang, maar juist daarover bestaat volgens Aldus<br />

ondui<strong>de</strong>lijkheid. De tekening <strong>van</strong> Aldus suggereert<br />

dat <strong>de</strong> hunnebed<strong>de</strong>n buiten het gelijk -<br />

namige gebied hebben gelegen. <strong>Het</strong> kan niet<br />

wor<strong>de</strong>n uitgesloten dat niet een specifiek perceel<br />

werd bedoeld, maar een wat groter gebied.<br />

Kerken<strong>de</strong>l wordt door Nairac vermeld als <strong>de</strong><br />

vindplaats <strong>van</strong> Germaans aar<strong>de</strong>werk: Zoo werd in<br />

1874, op een grondstuk, <strong>de</strong> Kerk<strong>de</strong><strong>de</strong>l genaamd, met<br />

an<strong>de</strong>re brokken <strong>van</strong> Germaansch vaatwerk, eene<br />

Saksische urn opgegraven, ½ meter hoog en 1/3 meter<br />

21


VITRUVIUS NUMMER 16 JULI 2011<br />

wijd, <strong>de</strong> grootste die in <strong>de</strong>ze gemeente is gevon<strong>de</strong>n.<br />

Zij heeft een graauwgele tint en <strong>de</strong>n vorm <strong>van</strong> een<br />

bijenkorf; <strong>de</strong> geheele oppervlakte is versierd met<br />

ran<strong>de</strong>n en ron<strong>de</strong> figuren. 24 Deze beschrijving zou<br />

betrekking kunnen hebben op een vroeg mid <strong>de</strong>l -<br />

eeuwse reliëfbandamfoor, maar zekerheid hierover<br />

hebben we niet. Opvallend is dat op <strong>de</strong>ze<br />

plaats geen melding gemaakt wordt <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hunnebed<strong>de</strong>n, terwijl <strong>de</strong> locatie in hetzelf<strong>de</strong><br />

gebied gezocht moet wor<strong>de</strong>n. Een latere vondstmelding<br />

verdient bijzon<strong>de</strong>re aandacht gezien <strong>de</strong><br />

betekenis die wij tegenwoordig aan het woord<br />

hunebed toekennen. De Wit maakt ook melding<br />

<strong>van</strong> bovengenoem<strong>de</strong> vondst, maar hij beschrijft<br />

nog een an<strong>de</strong>re opmerkelijke vondst: 25<br />

De ‘Kerken<strong>de</strong>l’ is later in bezit gekomen <strong>van</strong> <strong>de</strong>n tegenwoordigen<br />

predikant Ds. J.H. Houtzagers (1886-<br />

1918). Deze liet in 1899 voor werkverschaffing zijn<br />

eigendom ontginnen. Bij dien arbeid werd iets interessants<br />

ont<strong>de</strong>kt. Men vond een soort kist, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>m en <strong>de</strong> opstaan<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n gevormd wer<strong>de</strong>n door<br />

molensteenen, zooals die door Germanen gebruikt<br />

wer<strong>de</strong>n. Boven die kist was gelegd, rustend op <strong>de</strong><br />

zijwan<strong>de</strong>n, een roo<strong>de</strong> plaat met vele openingen (als bij<br />

een vergiet), dienstdoen<strong>de</strong> als <strong>de</strong>ksel. Vooral <strong>de</strong>ze plaat<br />

bleek <strong>van</strong> waar<strong>de</strong>, daar zij, volgens Dr. Pleyte, nog<br />

nergens was gevon<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> kist on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> plaat vond<br />

men twee urnen gevuld met asch, en voorts gewichten<br />

voor een weefgetouw, steenen messen, bijlen en allerhan<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>lijke artikelen. <strong>Het</strong> geheel was<br />

een Germaansch graf, waarschijnlijk <strong>van</strong> een echtpaar.<br />

<strong>Het</strong> is door Ds. Houtzagers aan het Museum<br />

<strong>van</strong> Oudhe<strong>de</strong>n te Lei<strong>de</strong>n afgestaan.<br />

Een verklaring voor <strong>de</strong>ze vondst is niet eenvoudig<br />

te geven. <strong>Het</strong> zou een of an<strong>de</strong>re vorm <strong>van</strong><br />

steenkist kunnen zijn, maar voor <strong>de</strong> ro<strong>de</strong> plaat<br />

(aar<strong>de</strong>werk of bijvoorbeeld ro<strong>de</strong> zandsteen?) is<br />

niet direct een verklaring te vin<strong>de</strong>n. De beschrijving<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Germaanse molenstenen is interessant.<br />

De vraag is of het mogelijk is dat hiermee<br />

zwerfstenen met een vlakke zij<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n bedoeld<br />

die voor molensteen wer<strong>de</strong>n aangezien? De beschrijving<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vondst roept echter <strong>de</strong> nodige<br />

vragen op. De stenen messen en bijlen zijn niet<br />

direct in relatie te brengen met weefgewichten en<br />

crematieresten, waardoor <strong>de</strong> datering twijfelachtig<br />

is. Sterker, <strong>de</strong>ze objecten zijn afkomstig uit<br />

verschillen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n. Is hier misschien sprake<br />

<strong>van</strong> het creëren <strong>van</strong> een vondstcontext door <strong>de</strong><br />

landarbei<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> hoop om meer geld te krijgen<br />

voor <strong>de</strong> door hun gevon<strong>de</strong>n voorwerpen? Wanneer<br />

het toch een authentieke steenkist/hunebed<br />

betreft is het natuurlijk <strong>de</strong>nkbaar dat er meer in<br />

<strong>de</strong> omgeving hebben gelegen, waarbij niet uitgesloten<br />

kan wor<strong>de</strong>n dat zij ooit hebben geleid tot<br />

<strong>de</strong> associatie met <strong>de</strong> Drentse hunebed<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

uitein<strong>de</strong>lijke naamgeving. Aangezien <strong>de</strong> naam<br />

22<br />

hunnebed<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> Veluwe nog geen vaste plaats<br />

in het Ne<strong>de</strong>rlands <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw had<br />

gekregen, is dit echter niet aannemelijk. Weldra<br />

zou dit volgens Pleyte dankzij <strong>de</strong> scholen echter<br />

veran<strong>de</strong>ren.<br />

Een zoektocht naar <strong>de</strong> achtergron<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een<br />

mo<strong>de</strong>rne fotokopie kan soms verrassen<strong>de</strong> wendingen<br />

en dwarsverban<strong>de</strong>n opleveren. Veel vragen<br />

kunnen niet wor<strong>de</strong>n beantwoord, maar dui<strong>de</strong>lijk<br />

is dat het woord hun(n)ebed op <strong>de</strong> Veluwe tot<br />

ver in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw gebruikt is voor grafheuvels,<br />

akkers en an<strong>de</strong>re relicten, en niet (alleen)<br />

voor megalithische graven. In ie<strong>de</strong>r geval<br />

lijken <strong>de</strong> <strong>Kootwijkse</strong> hunnebed<strong>de</strong>n omwal<strong>de</strong><br />

terreintjes te zijn geweest, waarbij een functie in<br />

relatie tot <strong>de</strong> schapenhou<strong>de</strong>rij waarschijnlijk is.<br />

Literatuur<br />

– 1969: Jaarverslag Rijksdienst voor het<br />

Oudheidkundig Bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek 1969.<br />

– Bakker, J.A. 2004: Kanttekeningen bij mijn<br />

publicaties en enige an<strong>de</strong>re zaken, Baarn.<br />

– Bakker J.A. 2010: Megalithic Research in the<br />

Netherlands, 1547-1911. From Giant’s Beds’<br />

and ‘Pillars of Hercules’to accurate investigations,<br />

Lei<strong>de</strong>n.<br />

– Borman, R. 1981: Archeologie in Gel<strong>de</strong>rland,<br />

Zutphen.<br />

– Brongers, J.A. 1976: Air Photography and<br />

Celtic Field Research in the Netherlands,<br />

Amersfoort, Ne<strong>de</strong>rlandse Oudhe<strong>de</strong>n 6.<br />

– Craandijk, J. 1879: Wan<strong>de</strong>lingen door<br />

Ne<strong>de</strong>rland met pen en potlood, <strong>de</strong>el 4, Haarlem.<br />

– Crebol<strong>de</strong>r, G. (red.) 2000: Kootwijk, een<br />

parel in het zand : <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> een Veluws<br />

dorpje, Barneveld, Schaffelaarreeks <strong>de</strong>el 28.<br />

– Doorn, M. <strong>van</strong> & B. Paasman 1974: Een<br />

historisch hoekje <strong>de</strong>r Veluwe. Vier werken door<br />

C.A.Nairac (burgemeester <strong>van</strong> Barneveld)<br />

m.m.v. H. Bouwheer (gemeentebo<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

Barneveld). Barneveld, Schaffelaarreeks 1.<br />

– Heidinga, H.A. 1984: De Veluwe in <strong>de</strong> Vroege<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwen, aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzettingsarcheologie<br />

<strong>van</strong> Kootwijk en zijn buren, Amsterdam.<br />

– Heidigna, H.A. 1987: Medieval Settlement and<br />

Economy North of the Rhine. Archaeology and history<br />

of Kootwijk and the Veluwe (the Netherlands),<br />

Assen/Maastricht (dissertatie UvA Amsterdam).<br />

– Nairac, C.A. 1878: Een oud hoekje <strong>de</strong>r Veluwe<br />

door een plattelands burgemeester. In: Een historisch<br />

hoekje <strong>de</strong>r Veluwe, Vier werken door C.A. Nairac<br />

m.m.v. H. Bouwheer, Barneveld, Schaffelaarreeks<br />

no. 1.<br />

– Picardt, J. 1660: Korte Beschryvinge Van<br />

eenige Vergetene en Verborgene Antiquiteiten <strong>de</strong>r<br />

Provintien en Lan<strong>de</strong>n Gelegen tusschen <strong>de</strong><br />

Noord-Zee, <strong>de</strong> Yssel, Emse en Lippe. (fascimile<br />

2008 Si<strong>de</strong>stone Press).<br />

– Pleyte, W. 1877-1902: Ne<strong>de</strong>rlandsche Oudhe<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Vroegste tij<strong>de</strong>n tot op Karel <strong>de</strong>n Groote. Deel<br />

1 tekst, Deel II afbeeldingen, 1889 Gel<strong>de</strong>rland;<br />

1899 Batavia; 1902 West-Friesland.<br />

– Verhart, L. 1995: List en bedrog: Vervalsingen<br />

in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse archeologie, Utrecht.<br />

– Verlin<strong>de</strong>, A.D. & R.S. Hulst 2010: De grafvel<strong>de</strong>n<br />

en grafvondsten op en rond <strong>de</strong> Veluwe <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Late Bronstijd tot in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>n-IJzertijd,<br />

Amersfoort (Ne<strong>de</strong>rlandse Archeologische<br />

Rapporten 39).<br />

– Wit, D. <strong>de</strong>, 1911: Kud<strong>de</strong> en her<strong>de</strong>r. Van<br />

kerkelijk Kootwijks verle<strong>de</strong>n en he<strong>de</strong>n.<br />

Utrecht, G.J.A. Ruys, 1911.<br />

Noten<br />

1 Dit artikel had niet tot stand kunnen komen zon<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> hulp <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> personen. Met name wil<br />

ik O. Thomassen (Kootwijk) noemen die mij heeft<br />

geholpen met zijn grote lokale kennis; L. Amkreutz<br />

(Rijksmuseum <strong>van</strong> Oudhe<strong>de</strong>n) voor het raadplegen<br />

<strong>van</strong> het archief en <strong>de</strong> vondstcatalogus op zoek naar<br />

aanknopingspunten en D. Veldhuizen (gemeente<br />

archief Barneveld) voor zijn assistentie bij <strong>de</strong><br />

zoektocht naar <strong>de</strong> originele brief.<br />

2 In dit artikel wordt het woord hunnebed<strong>de</strong>n<br />

gebruikt als het gaat om <strong>de</strong> structuren die in <strong>de</strong><br />

brief wor<strong>de</strong>n bedoeld en het he<strong>de</strong>ndaagse hunebed<br />

voor <strong>de</strong> megalithische graven.<br />

3 Picardt 1659 , 44.<br />

4 Over <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> hunebed<strong>de</strong>n is onlangs<br />

een uitgebrei<strong>de</strong> studie verschenen <strong>van</strong> Bakker 2010.<br />

In noot 57 wordt met verwijzing naar Pleyte melding<br />

gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Kootwijkse</strong> hunnebed<strong>de</strong>n.<br />

5 Jaarverslag ROB 1969, 48.<br />

6 Brongers 1976, 23 noot 39.<br />

7 Van Doorn & Paasman 1974.<br />

8 Gemeentearchief gemeente Barneveld.<br />

9 Crebol<strong>de</strong>r 2000 vermeldt 1873.<br />

10 www.genlias.nl.<br />

11 Heidinga 1984, 61 on<strong>de</strong>r verwijzing naar Van <strong>de</strong>r<br />

Aa 1845, 578.<br />

12 Crebol<strong>de</strong>r 2000, 100-103.<br />

13 www.hallink-nijverdal.nl/getperson.php?personID=I1071189334&tree=2<br />

14 Met dank aan L. Amkreutz (Rijksmuseum <strong>van</strong><br />

Oudhe<strong>de</strong>n).<br />

15 Craandijk 1879; zie ook Borman 1981, 24 en 29-30.<br />

16 Bakker 2004, 56. Vergelijk ook Pleyte 1887, 74<br />

17 Mogelijk betreft het hier een grafveldje aan <strong>de</strong><br />

Emmaweg, zie Verlin<strong>de</strong> & Hulst 2010. 140, III.<br />

18 Pleyte 1880-1901 , respectievelijk 68 (<strong>de</strong>el 1<br />

Gel<strong>de</strong>rland 1887) en 118.<br />

19 Pleyte 1887, 74.<br />

20 Bakker 2010, 30 e.v.<br />

21 De resten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze boer<strong>de</strong>rij zijn door Heidinga<br />

opgegraven, Heidinga 1984, 57 en 1987, 59-60 en 63.<br />

22 Nairac 1878, 17 noot 1.<br />

23 Twee dichtbij gelegen boer<strong>de</strong>rijen staan op een<br />

negentien<strong>de</strong> eeuwse kaart vermeld als <strong>de</strong> Kamp<br />

(gemeentearchief Barneveld).<br />

24 Nairac 1878, 43.<br />

25 De Wit 1911, 4.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!