09.09.2013 Views

Scheut-Brussel_Pil gekopieerd door Timmermans 44-128 - Cartusiana

Scheut-Brussel_Pil gekopieerd door Timmermans 44-128 - Cartusiana

Scheut-Brussel_Pil gekopieerd door Timmermans 44-128 - Cartusiana

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

zon. Dit verklaarde hij aan Egidius Ots, zijn vriend, en aan zijn vrouw als deze hem ‘s nachts<br />

wilde beletten naar het beeld te gaan 138 . Toen het bekend geworden was, dat hij in de<br />

Pinsternacht weer wondere lichten rond het beeld had gezien, was<br />

p. 84.<br />

de volkstoeloop de volgende dagen zeer groot. <strong>Scheut</strong> had zijn plaats veroverd in de<br />

vroomheid van Brabant en ommelanden 139 .<br />

De Amman van <strong>Brussel</strong>, Jan van Edingen, kamerheer van hertog Filips, maakte de<br />

stadsraad er op attent, dat men de geofferde gelden in veiligheid moest brengen tot nadere<br />

beslissing. Pieter Pauwels werd daarmee belast 140 .<br />

Maar zo eenvoudig werd de nieuwe bedevaartplaats <strong>door</strong> de kerkelijke overheid niet<br />

aanvaard. De bisschop van Kamerijk, Jan van Boergondië, die toen te <strong>Brussel</strong> resideerde, had<br />

zelfs het plan opgevat er beslist een einde aan te maken en het beeld aan de kerk van<br />

Anderlecht te schenken; men had hier immers te doen met een spontane devotieuiting op<br />

ongewijde grond. De officiaal te <strong>Brussel</strong>, Jan Roelofs, wist dit te beletten 141 .<br />

Een onderzoek had plaats omtrent de waarachtigheid van de vele wondere feiten, die<br />

over het nieuwe genadeoord verteld werden. Hieraan namen deel, als afgevaardigden van de<br />

bisschop van Kamerijk, Cornelius Proper, proost van het kapittel der bisschopsstad, Paulus de<br />

Ruet, doctor utriusque iuris , vicaris van Jan van Boergondië, kanunnik Jan van Lier van het<br />

Anderlechtse kapittel, en Alexander van Beringen, plebaan van sint Goedel. Hieraan werden<br />

toegevoegd de prior en de lector van de O.L. Vrouwebroeders in wier kloosterrefter de<br />

zittingen gehouden werden, namelijk Jan van<br />

p. 85.<br />

der Heyden en Jan de Bruyne 142 . Vanwege de hertog, Arnold van Pede en Simon de<br />

Harbays 143 uit zijn gewone raad. De stad vaardigde, naast een schepen, haar secretaris<br />

Adriaan Dullaert af, die later een en ander openbaar zou maken 1<strong>44</strong> . Na een grondig<br />

getuigenverhoor kwam men tot het besluit, dat geen van de opgehaalde feiten als wonderen<br />

kon gelden 145 . Niettemin zullen zowel Dullaert als prior Voet sommige gevallen en<br />

gebeurtenissen blijven vastknopen aan droom-gezichten en bovennatuurlijke tussenkomst: zo<br />

b.v. de naam O.L.Vrouw van Gratie 146 .<br />

Ook de bedevaart werd niet verboden, en de aantrekkingskracht bleef groot. Na<br />

overleg tussen de Amman en de stadsraad wordt besloten de gelden te gebruiken voor de<br />

138 VOET-TOURNEUR, f.11: « In tantum etiam idem Petrus dicto loco ex devotione ufficiebatur quod sepe<br />

media nocte surrexit de latere uxoris sue dormientis volentis eum retrahere. Cui dixit: Oportet me illuc ire et<br />

tunc et etiam in die quandoque dixit se vidisse multa luminaria ac tantam lucem quod quodammodo diei<br />

claritatem vincere ac superare videretur. »<br />

139 A.DULLAERT, f.5 [ASHB. , IV, 90]; VOET-TOURNEUR, f.11.<br />

140 VOET-TOURNEUR, f.12. Wij ontmoeten een Petrus Pauwels, zoon van Martien Pauwels als grondeigenaar<br />

in 1457 [ARA, Chartarium <strong>Scheut</strong> , nr 11570].<br />

141 A. DULLAERT, f. V [ASHB. ,IV, 931].<br />

142 BRUGGE, Archief Carmelietenklooster, Carmelus Bruxellensis Fratrumque quos pietate conspicuos<br />

dignitate inclytos, Doctrina eximios… chronotaxis, vitaque functorum necrologium : 1<strong>44</strong>8-1453 Jan de Merica<br />

prior van de <strong>Brussel</strong>se Carmel. Jan de Bruyne, S.Th. Lic. fungeerde als lector . ARA, Kerk. arch. , 11545<br />

vermeldt Jan der Heyden.<br />

143 Epitaphium in [CRISTYN], Basilica Brux. , II, 46.<br />

1<strong>44</strong> A. DULLAERT, f.8 [ASHB. , IV, 93-94].<br />

145 ID., f.8 V [ASHB. , IV, 94].<br />

146 ID., f.8 V [ASHB. , IV, 94-95]; VOET-TOURNEUR, f.12 V -13 wist hieraan nog enkele toevalligheden toe te<br />

voegen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!