Scheut-Brussel_Pil gekopieerd door Timmermans 44-128 - Cartusiana
Scheut-Brussel_Pil gekopieerd door Timmermans 44-128 - Cartusiana
Scheut-Brussel_Pil gekopieerd door Timmermans 44-128 - Cartusiana
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
P. 78.<br />
De kartuizers vestigden zich in 1456 te <strong>Scheut</strong> [Anderlecht] nabij een nieuw<br />
opgekomen bedevaartsoord ter ere van Onze Lieve Vrouw van Gratie. Het initiatief ging uit<br />
van de stad <strong>Brussel</strong>, zij gaf de eerste fundatiegoederen en legde aan het nieuwe convent de<br />
beperkende voorwaarden op. Het kapittel van de Sint-Pieterskerk te Anderlecht wilde<br />
eveneens haar rechten vrijwaren ten overstaan van de Kartuizers.<br />
De grote bekommernis van de monniken was de materiële huisvesting. Ondergebracht<br />
in voorlopige gebouwen zouden zij de ruim 125 jaren van hun verblijf aldaar besteden aan de<br />
materiële uitbouw van het convent. Daarnaast trachten zij een evenwicht te bewaren tussen<br />
het groeiende aantal kloosterlingen en de inkomsten, die geïnd werden op de domeinen en<br />
renten. Doorheen de jaren waren die vermeerderd en beter georganiseerd. De bouw zelf,<br />
evenals het kunstig meubilair was afhankelijk van giften, die nimmer ontbraken.<br />
Ondertussen beleefde een monniksgemeenschap haar regel, die de atmosfeer in het<br />
con-vent bepaalde. Er is verschil waar te nemen bij de kartuizers uit de XVe eeuw en deze<br />
van de latere periode, en tevens een continuïteit. De laatmiddeleeuwse kartuizers recruteerden<br />
vooral uit het milieu van universitair geschoolden en hogere burgerij.<br />
De opkomst van het humanisme vond hier een vruchtbare voedingsbodem: aan de studie,<br />
die zich vroeger beperkte tot het copiëren van handschriften werden nieuwe horizonten<br />
ge-opend, wat vooral gesteund werd <strong>door</strong> de vorsten en edelen, die het klooster met hun<br />
bezoeken en giften vereerden.<br />
p. 79.<br />
Nochtans werd in het midden van de XVIde eeuw een verval merkbaar, <strong>door</strong> tekort<br />
aan eigen recrutering. De kloosterbevolking werd aangevuld <strong>door</strong> vreemde monniken.<br />
Hoewel in de jaren voor de beeldenstorm te <strong>Scheut</strong> [1579-80] een kentering was gekolen, had<br />
de toen-malige prior Christiaan Noutz de tijd niet meer deze vernieuwing uit te bouwen. Hem<br />
reste slechts de leiding op zich te nemen van een gemeenschap die <strong>door</strong> godsdiensttwisten<br />
verspreid werd. Sterk gehavend, waagde het convent in 1586, na de overgave van <strong>Brussel</strong> aan<br />
Parma, een poging om zich te reorganiseren binnen de stadsmuren. Dank zij de Spaanse<br />
gelden kon een nieuw klooster opgebouwd worden. In de XVIIe eeuw zou de intrede van<br />
enkele begaafde lieden hun enige naam bezorgen.