BaO inpakken en wegwezen februari 2012 - DPB Brugge
BaO inpakken en wegwezen februari 2012 - DPB Brugge
BaO inpakken en wegwezen februari 2012 - DPB Brugge
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Kaïn <strong>en</strong> Abel<br />
5. reeks verhal<strong>en</strong> rond verzo<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> vergiff<strong>en</strong>is<br />
Eva werd moeder, ‘Zij werd moeder van twee zon<strong>en</strong>. Eerst werd Kaïn gebor<strong>en</strong>. “Wat e<strong>en</strong> mooi<br />
schepsel heb ik van God gekreg<strong>en</strong>,“ zei Eva dankbaar. Daarom noemde ze hem Kaïn: Schepsel. Ev<strong>en</strong><br />
later versche<strong>en</strong> haar tweede zoon. Kaïn moest e<strong>en</strong> beetje opschuiv<strong>en</strong> in de wieg, zijn broertje moest<br />
erbij. Zo te zi<strong>en</strong> was Kaïn daar helemaal niet blij mee, hij begon driftig te trappel<strong>en</strong>, hij was liever<br />
alle<strong>en</strong> geblev<strong>en</strong>. Als je e<strong>en</strong> broertje hebt, moet je altijd alles del<strong>en</strong>, je b<strong>en</strong>t niet meer de baas over je<br />
eig<strong>en</strong> spull<strong>en</strong>. Nee, Kaïn vond het maar niets, <strong>en</strong> zo heette dat broertje toevallig ook: Abel. Dat<br />
betek<strong>en</strong>t Niets, Lucht. Kaïn wilde nooit met Abel spel<strong>en</strong>, hij deed net alsof hij niet bestond <strong>en</strong> to<strong>en</strong> ze<br />
groot war<strong>en</strong> geword<strong>en</strong>, ging<strong>en</strong> ze ieder e<strong>en</strong> andere kant op : Kaïn werd landbouwer, Abel<br />
schaapherder. Hoefd<strong>en</strong> ze elkaar niet zo vaak te zi<strong>en</strong>. Maar op e<strong>en</strong> dag zag<strong>en</strong> ze elkaar weer. Dat<br />
kwam zo: Kaïn had bedacht dat hij God wilde bedank<strong>en</strong> voor de oogst. Er stond prachtig kor<strong>en</strong> op zijn<br />
land, de druiv<strong>en</strong>tross<strong>en</strong> in de wijngaard zat<strong>en</strong> vol sap <strong>en</strong> aan de bom<strong>en</strong> hing<strong>en</strong> de mooiste vrucht<strong>en</strong>.<br />
Kaïn vulde er e<strong>en</strong> mand mee <strong>en</strong> ging naar e<strong>en</strong> heilige plaats op de heuvel om de Heer te dank<strong>en</strong> voor<br />
alle goede gav<strong>en</strong> die hij hem had gegev<strong>en</strong>. Net to<strong>en</strong> hij zijn dankgebed wilde uitsprek<strong>en</strong>, hoorde hij<br />
het gemekker van e<strong>en</strong> bokje achter zich. Hij keek om. Waarachtig, daar had je Abel. Dacht hij eindelijk<br />
van zijn broer verlost te zijn, duikt hij ine<strong>en</strong>s weer op. Wat moet die hier nu ? Abel had hetzelfde<br />
bedacht als Kaïn. Er war<strong>en</strong> lammetjes <strong>en</strong> bokjes in zijn kudde gebor<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook hij wilde naar de heilige<br />
plaats op de heuvel om de Heer te dank<strong>en</strong> voor al zijn goede gav<strong>en</strong>. God was ook in de buurt. Hij<br />
wilde net kijk<strong>en</strong> hoe de jong<strong>en</strong>s het maakt<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> hij h<strong>en</strong> de heuvel op zag kom<strong>en</strong>. God keek naar<br />
Abel <strong>en</strong> zijn gesch<strong>en</strong>k, naar Kaïn <strong>en</strong> zijn gesch<strong>en</strong>k keek hij niet, want hij kon natuurlijk niet naar twee<br />
kant<strong>en</strong> tegelijk kijk<strong>en</strong>. En als God moet kiez<strong>en</strong> welke kant hij opkijkt, kiest hij altijd voor de kleinste, de<br />
minste. En had Kaïn nu ook maar naar Abel gekek<strong>en</strong>, net zo liefdevol als God, dan was er niets<br />
gebeurd, dan had hij zijn broer zi<strong>en</strong> staan. Maar dat was nu net de narigheid met Kaïn, hij zag Abel<br />
nooit staan, hij dacht alle<strong>en</strong> maar aan zichzelf. Kaïn keek kwaad naar de grond. „Wat is er met jou<br />
aan de hand?“ vroeg God. „Je kijkt mij niet aan, je kijkt je broer niet aan. Waarom b<strong>en</strong> je zo boos?“<br />
Kaïn zei niets terug. Hij kon God wel vermoord<strong>en</strong>. En Abel erbij. Hij draaide zich woed<strong>en</strong>d om <strong>en</strong> liep<br />
snel de heuvel af. Hij wilde niets met ze te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Niet lang daarna war<strong>en</strong> de twee broers in<br />
het op<strong>en</strong> veld, ver van huis. “Nu moet het gebeur<strong>en</strong>, “zei Kaïn teg<strong>en</strong> zichzelf, “nu sla ik hem dood.” De<br />
aarde kleurde rood van het bloed. De eerste m<strong>en</strong>s die uit e<strong>en</strong> vrouw werd gebor<strong>en</strong>, was e<strong>en</strong><br />
moord<strong>en</strong>aar geword<strong>en</strong>. De eerste dode was e<strong>en</strong> vermoorde. E<strong>en</strong> vermoorde broeder. “Kaïn, waar is<br />
Abel, je broeder?” De stem van God! “Ik weet het niet. Moet ik soms voor hém zorg<strong>en</strong>? B<strong>en</strong> ik de<br />
hoeder van mijn broeder?” “Wat je zegt, Kaïn, wat je zegt! Jij b<strong>en</strong>t de hoeder van je broeder. Maar je<br />
wilde het niet zijn. Jij wilde het rijk alle<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Hoor, Abels bloed roept tot mij vanuit de aarde. Je<br />
bracht wel je goede gav<strong>en</strong> naar de heuvel, maar je broer zag je niet staan. Daarom zeg ik: weg van<br />
hier, jij, weg uit dit land! Weg van de grond die nu rood is gekleurd van Abels bloed . Zwalk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
zwerv<strong>en</strong> zul je over de aarde, steeds op de vlucht.” Kaïn viel op zijn knieën. “O God, “ zei hij, “mijn<br />
schuld is te groot om te drag<strong>en</strong>. Ik moet uit uw og<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> vluchteling zal ik zwalk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
zwerv<strong>en</strong> over de aarde, vogelvrij, <strong>en</strong> wie mij vindt, zal mij dod<strong>en</strong>.” “Nee, dat zal niet gebeur<strong>en</strong>,” zei<br />
God. “Wie jou wil vermoord<strong>en</strong>, zal daar e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> lang voor moet<strong>en</strong> boet<strong>en</strong>. Ik verlies je niet uit het<br />
oog, Kaïn Ik zal ervoor zorg<strong>en</strong> dat niemand je doodt.” Omdat God kiest voor de zwakke, het altijd<br />
opneemt voor wie in verdrukking zit, ontfermde hij zich eerst over de weerloze Abel <strong>en</strong> daarna, trouw<br />
aan zichzelf, over de ontredderde Kaïn. God laat ook hem niet vall<strong>en</strong>.<br />
De zon <strong>en</strong> de wind - Naar Aesopus<br />
Op e<strong>en</strong> dag zei de wind teg<strong>en</strong> de zon : ‘Ik b<strong>en</strong> sterker dan jij.’ En hij blies zichzelf op van trots. “Ik heb<br />
ge<strong>en</strong> kracht nodig,” zei de zon. “Vri<strong>en</strong>delijkheid wint het van sterk-zijn.” “Lat<strong>en</strong> we dat e<strong>en</strong>s<br />
uitprober<strong>en</strong>”, stelde de wind voor. “Kijk! Daar loopt e<strong>en</strong> meisje op de weg. We gaan e<strong>en</strong> wedstrijd<br />
do<strong>en</strong>. Wie haar jas kan uittrekk<strong>en</strong> is de winnaar.” “Goed, begin jij maar,” zei de zon <strong>en</strong> verdwe<strong>en</strong><br />
aanbod <strong>DPB</strong>-<strong>Brugge</strong> secundair onderwijs veertigdag<strong>en</strong>tijd <strong>2012</strong><br />
VERZOENING <strong>en</strong> boete – fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> VERGIFFENIS<br />
25