HOGER INSTITUUT DER KEMPEN - Katholieke Hogeschool Kempen

IN DIT NUMMER
Woord vooraf
Veiligheid
Studentenprijzen
Paul Martens
Docentenuitwisseling
Afscheid
Hogeschoolbestuur
Grenslandenbeleid
BEMT
Sport
Greet Diepvens
SIN
CC De Werft
HIK Kort
Agenda 31
2
3
5
6
11
12
15
19
20
22
24
26
27
28
31
AGORA Driemaandelijks tijdschrift van het HIKempen
Vijfde jaargang • oktober 1998 • nr. 3
AGORA
HOGER INSTITUUT DER KEMPEN
Ere-algemeen directeur Paul Martens
bijzonder commissaris van de Vlaamse regering voor de hogescholen
HIKempen • 1 • Agora

Woord vooraf
Een nieuw academiejaar, een nieuwe start. Nieuwe gezichten, van studenten
en docenten, een nieuwe algemeen directeur, twee nieuwe departementshoofden,
nieuwe technisch en administratief medewerkers. Al deze mensen
heten we zeer hartelijk welkom. Samen met hen willen we (hoge)school gaan
maken.
Hogeschool hoort eigenlijk synoniem te zijn met cultuur. Cultuur zonder
hoofdletter wel te verstaan, niet vernauwd tot elitaire kunst of esthetiek.
Cultuur omvat het hele maatschappelijke leven, in al zijn aspecten. Het begint
bij het menselijk gedrag van alledag en verwijst naar het leven van mensen
in gemeenschap, naar hun denken en handelen, hun houding tegenover hun
leefomgeving.
Aan een hogeschool dreigt het gevaar voor een andere vernauwing van het
begrip cultuur. De term wordt daar al snel gelijkgesteld met kennisoverdracht,
met de intellectuele en technische bagage die de studenten moeten meekrijgen.
In een wetenschappelijke omgeving is die verenging begrijpelijk, maar
ze blijft jammer. De algemeen menselijke context waarin gelijk welke
opleiding moet kaderen om zinvol te zijn, kan daardoor verloren gaan.
Een nieuw academiejaar is uitermate geschikt om de hogeschoolmissie op het
vlak van cultuur weer eens op te frissen en eventueel bij te stellen. Cultuur is
leren, maar evenzeer genieten van een goed boek, een mooie tekst, een film,
van een moment van bezinning, van een hartelijke boterham in goed
gezelschap en in een verzorgde omgeving. Cultuur, dat is ook dialoog,
openheid, respect voor een andere mening.
En we stellen met vreugde vast dat het culturele bewustzijn binnen de KH
Kempen groeit. Zo werd de campus dankzij de optie ergotherapie sinds kort
opgefleurd met een aantal fraaie schilderijen. Er is de kersverse werkgroep
Cultuur op de Campus, die vorig academiejaar haar eerste tentoonstelling
mocht vieren met verdienstelijk werk van studenten. In de toekomst wil de
werkgroep een sterk activerende en coördinerende rol gaan spelen. En ook
met de culturele buitenwereld zijn er belangrijke – hoewel nog vrij onbekende
en dus onbeminde – connecties: het attractieve aanbod van cultureel centrum
De Werft bijvoorbeeld.
Kansen te over om van dit nieuwe academiejaar een geslaagd cultuurjaar te
maken, in de ruimste en gezondste zin van het woord.
Marie-Louise Van Gool
departementshoofd Sociaal Werk
Agora • 2 • HIKempen
Colofon
AGORA
is het driemaandelijks tijdschrift van
het Hoger Instituut der Kempen, de
Geelse campus van de Katholieke
Hogeschool Kempen
Kleinhoefstraat 4, 2440 GEEL,
tel. (014)56 23 10,
fax (014)58 48 59,
e-mail: info@khk.be
web site http://www.khk.be
Verspreiding en abonnementen
Agora wordt gratis verdeeld onder de
studenten en personeelsleden van het
Hoger Instituuut der Kempen. Andere
belangstellenden kunnen een abonnement
nemen door 300 frank over te
schrijven op rekeningnummer 733-
3098819-87 t.n.v. SOVO-KHKempen
met de vermelding 'Abonnement
Agora'. Een jaarabonnement geeft
recht op drie nummers, die verschijnen
in de maanden januari, april en
oktober.
Redactie
Fred Goossens, Paul Grauwen,
Lisbeth Stilman, Jan Van Geel,
Marc Van Kerckhoven,
Luc Vanwesemael, Dirk Vereycken,
IvoVerheyen.
Redactiesecretaris
Luc Damen (tel. 358)
Werkten ook mee
Tony Bastijns, Rik Boven, Karel
Dekoninck, Jos De Maeyer,
Wilfried Gonthier, Jan Lievens,
Frans Moortgat, Louis Pals, Marie-
Louise Van Gool, Ludo Verhesen
Fotografie
Dirk Caremans, Christel De Busser,
Dirk De Roose, Marc Van Kerckhoven
Illustraties
Clem Verbiest
Hoofdredacteur
Maurice Vaes
Eindredactie
Luc Damen, Dirk De Roose,
Piet Lambrecht, Willem Mees
Vormgeving
Marc Van Kerckhoven, Jef Van Rooy
Druk
Baudoin, Kasterlee
Verantwoordelijke uitgever
Maurice Vaes, HIKempen, Geel
Overname toegestaan mits correcte
bronvermelding.

Hoe veilig zijn de Kempen?
Een veiligheidsonderzoek in het arrondissement Turnhout
Veiligheid wordt alsmaar belangrijker voor de Vlaming. Geen dag gaat
voorbij of het thema komt in het nieuws. En omdat ook in de Kempen veiligheid
actueel is, zetten Geelse marketingstudenten van de Katholieke Hogeschool
Kempen een grootschalig onderzoek op. Docent Tony Bastijns stuurde zijn
marketeers in spe met een rist vragen de straat op. Hoe veilig voelt de
Kempenaar zich? Welke problemen ervaart hij in zijn buurt en hoe is de
situatie tegenover enkele jaren geleden? Wat is zijn oordeel over het
functioneren van de politiediensten? Is hij slachtoffer geweest van een misdrijf
en hoe ervoer hij het optreden van de politiediensten? Welke taken verwacht
hij van hen en hoe evalueert hij de uitvoering ervan? Interessante vragen om
het veiligheidsbeleid in de Kempen bij te sturen.
Interpolitiezones
Het Geelse onderzoek steunde op
een ruime basis. Daarvoor stond een
stuurgroep garant met burgemeesters,
politiecommissarissen en rijkswachtcommandanten
uit alle interpolitiezones
(IPZ’s) van het arrondissement
Turnhout. Zij bepaalden de
doelstelling en de richting van het
onderzoek.
Het uiteindelijke onderzoek verliep
volgens de strengste criteria. Zo
werden meer dan 1 000 Kempenaars
ondervraagd in een zorgvuldig
getrokken steekproef, rekening
houdend met de samenstelling van
de Kempense bevolking.
Bovendien werden de gegevens zowel
algemeen als in de diepte verwerkt.
Aan de orde waren relaties
naar de leeftijd, het geslacht, het
Marktonderzoek
opleidingsniveau, de woonplaats - in
de stad of op het platteland - en het
feit of men al slachtoffer was geweest
van een misdrijf. Uiteindelijk werden
de resultaten ook afzonderlijk per IPZ
geanalyseerd. Dankzij die grondige
procedure zijn de volgende onderzoeksresultaten
daarom voor ten minste
95% betrouwbaar.
Onveiligheidsgevoel
Hoewel 90% in een eerste reactie
beweert zich veilig te voelen in zijn
buurt, stellen toch twee op drie burgers
dat zij zich onveilig voelen. Meer
nog, voor bijna 90% van de respondenten
die zich vaak onveilig voelen,
is dit onveiligheidsgevoel de laatste 5
jaar toegenomen. De belangrijkste
onveiligheidsgevoelens houden verband
met het verkeer: onaangepaste
HIKempen • 3 • Agora
snelheid, agressief verkeersgedrag
en geluidsoverlast. Woninginbraken
en netheid van de buurt, zoals
hondenpoep en rommel op straat,
zijn andere belangrijke veiligheidsproblemen.
Daarmee vinden we in
de Kempen dezelfde tendensen als in
de rest van Vlaanderen, met dit verschil
dat het onveiligheidsgevoel in
de Kempen onder het Vlaams gemiddelde
ligt.
Dat onveiligheidsgevoel zorgt ervoor
dat vier personen op tien vermijdingsgedrag
vertonen, zoals niet
opendoen voor onbekenden, waardevolle
spullen wegbrengen of schrik
hebben als de kinderen ergens naartoe
gaan. Kempenaars nemen ook
heel wat preventiemaatregelen tegen
diefstal: extra sloten of grendels
(45%), ‘s avonds licht laten branden
als men niet thuis is (52%), extra
verlichting die aanspringt als men
niet thuis is (44%), en zijn fiets laten
graveren (44%). Redenen voor deze
maatregelen zijn het algemeen onveiligheidsgevoel
en inbraken in de
directe omgeving. 8 op 10 personen
vragen aan de buren om toezicht te
houden op de woning bij afwezigheid.
20 % van hen doet hiervoor een
beroep op de politiediensten. En een
kwart van de ondervraagden heeft
een inbraakalarm geïnstalleerd in de
wagen.
(On)Tevredenheid
Spreken we over contacten van de
politionele diensten met de bewoners
en bekeuringen voor verkeersovertreders,
dan voelt de Kempenaar zich
minder op zijn wenken bediend. Te
veel aandacht zou gaan naar administratieve
taken. Maar in het algemeen
krijgt het politieoptreden toch
een positieve beoordeling: er is bescherming
en er wordt moeite gedaan
om de mensen te helpen. En
ook de burger is bereid om de politiediensten
te helpen in de uitvoering
van hun taken: bijna 9 op 10 personen
stellen dat zij een verdacht voorval
zouden melden aan een politiedienst.

20% is zelf ooit slachtoffer geweest
van een misdrijf of kent zo iemand in
zijn directe omgeving. Inbraken in
woningen, diefstal uit of van de wagen
en fietsdiefstal zijn de belangrijkste
soorten misdrijven. Ongeveer
driekwart van die slachtoffers heeft
aangifte gedaan bij de politiediensten.
En één vierde van hen is niet
tevreden over het optreden van de
politiedienst. Niet zozeer de houding
en het optreden krijgen een
negatief oordeel, wel het uiteindelijke
resultaat van het optreden. Het
uitblijven van actie en resultaten, maar
ook het gebrek aan informatie over
de stand van zaken zijn vaak een
bron van ergernis voor de slachtoffers.
Top Drie
Hoewel de burgers alle vermelde
politietaken belangrijk vinden, komen
er toch twee taken als de belangrijkste
naar voren: vermindering van
inbraken en veiligheid van het verkeer.
Wanneer de taken worden
Marktonderzoek
gegroepeerd, kan een meer eenduidige
rangorde worden aangebracht.
De belangrijkste taak voor een politiedienst
is dan het verminderen van
criminaliteit (inbraken, autodiefstal,
drugs, …). Op de tweede plaats
komen taken met betrekking tot het
verkeer (veiligheid, vlotheid, controles).
Daarna volgen een aantal taken
die betrekking hebben op een zichtbare
aanwezigheid en aanspreekbaarheid
van de politiediensten (zichtbaar
aanwezig zijn, patrouilles uitvoeren,
preventieacties opzetten, voldoende
tijd uittrekken en advies geven).
Ten slotte volgt een restgroep
van taken (toezicht op openbare gebeurtenissen,
leefmilieu, uitgaansbuurten
en controles op geluidsoverlast).
De taken die betrekking hebben op
het zichtbaar aanwezig zijn zoals
patrouilles uitvoeren, scoren het
laagst. Wanneer we het belang van
de taken en de beoordeling vergelijken,
komen we tot de vaststelling dat
de evaluatie algemeen lager ligt dan
de verwachtingen. Enige uitzonde-
Even stilstaan
Agora • 4 • HIKempen
ring hierop is toezicht houden bij
openbare gebeurtenissen. Rekening
houdend met het belang dat de bevolking
eraan hecht, en met de evaluatie
ervan, zou prioriteit moeten
gaan naar vermindering van het druggebruik,
inbraken en autodiefstallen,
het uitvoeren van patrouilles in de
buurt en de verhoging van de verkeersveiligheid.
Geen Woorden
Maar Daden
De resultaten van dit onderzoek zullen
in de verschillende IPZ’s gebruikt
worden om het veiligheidsbeleid bij
te sturen. Naast de objectieve gegevens
over het aantal en de soort van
misdrijven in de IPZ, kan dit onderzoek
een bijdrage leveren tot de aanpak
van het subjectieve onveiligheidsgevoel
van de bevolking. Beide moeten
dan leiden tot een accurate veiligheidsstrategie
voor de regio, met als
doel een grotere veiligheid in de
Kempen.
Tony Bastijns
Willem Mees
Het gebeurde in de dagen van Semira Adamu. Het beeld van het transitcentrum kleeft nu nog op mijn netvlies. Tralies
voor de ramen, twee metershoge omheiningen met daar bovenop nog wat prikkeldraad. Zelfs het mij vertrouwde kille
beeld van de stadsgevangenis uit de Begijnenstraat in Antwerpen verdween in het niets bij het beeld van dit
transitcentrum. Ik voelde een enorme verontwaardiging in me opkomen, een enorme vraag naar: “Kan dat nu echt
niet anders? Zijn die besmettelijk, of bijten ze soms?”
Mensen hebben het ogenschijnlijk moeilijk met wat hen vreemd is. In de dorpen, in de straten van onze steden proberen
we ons een beeld te vormen van wie er rondom ons woont. Als we dit weten en onze medemens ergens in een vakje
hebben geplaatst, dan voelen we ons gerust. Eigenlijk is dit niets meer dan een poging om macht over de andere te
verwerven. Want wat ik kan klasseren, kan ik beheersen. En wat ik kan beheersen, hoef ik niet meer te vrezen.
Wat telt voor onze buurman, telt a fortiori voor de vreemde uit een andere cultuur. Hier moet nog een bredere kloof
overbrugd worden, hier speelt nog een grotere onwennigheid, nog een grotere angst mee. Onze welvaart, moet die
niet gered worden? … We kunnen ze toch niet allemaal naar hier laten komen? … Moeten we niet nagaan of ze zich
wel echt willen integreren? … We kunnen toch geen criminelen toelaten? … Wat is het correcte onderscheid tussen
een economische, een politieke en een culturele vluchteling? … Wat met de economische vluchteling? … Wat met de
culturele vluchteling?
Deze en andere vragen moeten inderdaad uitgeklaard worden op het politieke terrein. Maar dat de antwoorden en
de uitvoering van de antwoorden moeten beantwoorden aan de normen van het menselijk fatsoen, daar kunnen we
niet te buiten. Recht op een menswaardige behandeling, de mensenrechten enz. … we kunnen dit - nu we het na
eeuwen aan het verwerven zijn - toch niet zomaar te grabbel gooien. Het zou onze christelijke cultuur helemaal
ridiculiseren.

HWBK
Tien van hen studeerden af aan het
departement Handelswetenschappen
en Bedrijfskunde, zeven van hen studenten
Bedrijfsbeheer. Tom Belmans
uit de optie Accountancy-Fiscaliteit
schreef met Operationele en financiële
leasing van bedrijfswagens het
beste Accountancy-eindwerk en Bert
Cortvrindt tekende met Fiscale benadering
van autokosten voor het beste
Fiscaliteit-eindwerk. Het boekhoudkantoor
IBA uit Geel had voor beiden
een geldprijs van 7 500 frank
veil.
In de optie Expeditie, Distributie en
Transport was de Ahlers-prijs dit jaar
aan zijn eerste lustrum toe. Johan
Aerts monstert dankzij zijn Charterparty.
Van Voyage Charter Party tot
Time Charter Party als vijfde aan op
een vrachtschip van het Antwerpse
maritieme bedrijf. Dit jaar voor een
zesdaagse reis naar Finland, 5 000
frank voor een verblijf in Helsinki en
terugvlucht inbegrepen.
Marion Timmermans en Ils Lodewijckx
onderscheidden zich in de optie Financie-
en Verzekeringswezen.
Marion met Milieu en onderneming:
financiële aspecten, goed voor een
cheque van 10 000 frank geschonken
door BACOB. En Ils met De
hospitalisatieverzekering, ook
10 000 frank waard vanwege ABBverzekeringen.
De Generale Bank beloonde het
Marketing-eindwerk Opwaardering
van de commerciële centra: marktonderzoek
Herentals van Ann Beyens
en Ilse Joris met een cheque van
10 000 frank.
Twee laureates ook in de opleiding
Secretariaatsbeheer - optie Secretariaat-Talen.
Els Poisson belichtte Les
principales répercussions de la monnaie
unique sur l’entreprise en sleepte
daarmee een jaar lidmaatschap
van de Kempense secretaresseclub
Studentenprijzen
Loon naar werken
Afstuderen aan een hogeschool heeft wat feestelijks, vooral wanneer je je
geleverde inspanning met een prijs beloond ziet. Eind juni mochten in Geel
weer enkele laatstejaars aan de Campus HIKempen dat geluk proeven.
Aksent in de wacht: waarde 2 500
frank. Bovendien mocht ze bij de
firma Secretary Plus voor 5 000
frank workshops bijwonen. Een zelfde
beloning van Secretary Plus ook
voor Gwen Kemland en haar studie
van The peace process of Northern
Ireland.
In Toegepaste Informatica legde
Johan Boogers beslag op de prijs van
het softwarebedrijf Oracle. Zijn Automatisatie
van het sollicitatieproces
bij Fidelitas nv leverde hem 10 000
frank op.
Evy Bens werd ten slotte de beste
allround student(e) van de voortgezette
opleiding Strategisch KMO-
Management. 10 000 frank vanwege
BACOB werd haar deel.
Industrieel ingenieurs
Elk jaar zijn er ook een aantal prijzen
voor verdienstelijke jonge ingenieurs.
De nv Philips Lighting is al zeer lang
donateur. Het Turnhoutse bedrijf
schonk twee prijzen van 25 000
frank. Voor de afdeling Elektronica
aan Erik Thijs voor zijn eindwerk PC
Diet en Make Diet. Dieetberekening
voor PKU-patiënten, Ontwikkeld in
Borland Delphi en voor de afdeling
Elektromechanica aan Philip Janssens
en Michiel Verheyen voor hun
eindwerk Monitor ceiling carriage.
Duurproeven, overlastproeven en
hazardanalyse.
Biobest, producent van biologische
gewasbeschermingssmiddelen uit
Westerlo, heeft ook al enige traditie
verworven met haar gelijknamige
prijs. Het bedrijf gaf 10 000 frank
voor het beste eindwerk in de afdeling
Landbouw en Biotechnologie aan
Kristof Van Campfort voor Rooting
and carbon balance of Cotinus coggygria
cuttings. Dat kwam tot stand
na een stage in East-Malling (Zuid-
Engeland)
De Vlaamse Ingenieurs Kamer (VIK)
HIKempen • 5 • Agora
had een boekenbon van 5 000 frank
over voor Kris Meeus van Elektronica.
Hij maakte een werk met als titel:
Studie van een geautomatiseerde
drilinstallatie. Realisatie van PLCgestuurde
vulinstallatie.
Verder moest de examenjury een
aantal kandidaten voordragen voor
landelijke prijzen. Die kandidaten
verdedigen de eer van de KH Kempen
in de loop van het najaar. Voor
de Information Technology Prize
schoof ze Dirk Nuyens naar voor.
De kandidaat komt in aanmerking
om mee te dingen voor één van de
vier ITP-prijzen van 50 000 frank .
De Egeminprijs is nog prestigieuzer.
Alle ingenieurs uit Vlaanderen proberen
de 250 000 frank in de wacht
te slepen. Elk instituut mag twee
kandidaten voordragen. De eerste
kandidaat-winnaar krijgt bovendien
meteen 10 000 frank. Dat was Peter
Vleugels van Elektromechanica met
RECYC, het ontwerpen van software
voor de kwaliteitsbeoordeling en -
verbetering van gerecycleerde kunststofgranulaten.
De tweede kandidaat-winnaar
is Yves Beckers van
Elektronica . Hij mag Algemene
studie van de Test Interrogator. Simulatie
van een radarstation verdedigen.
Technische
Wetenschappen
Het studiebureau EPS (Engineering
and Programming Services) uit Stabroek
bekroonde dit jaar het beste
eindwerk van de opleiding Elektromechanica.
Met die prijs, een volledig
uitgeruste multimediacomputer,
wou de firma haar interesse tonen
voor de opleiding en de studenten
Technische Wetenschappen aanmoedigen.
Dit jaar viel de prijs Wim Pauwels
(optie Klima) te beurt voor zijn Ontwerp
van een behandelingsbox voor
het melken van konijnen bij de firma
Westfalia in Langdorp.
Dirk De Roose
Willem Mees

AGORA: Hoe is uw benoeming
tot bijzonder commissaris
er gekomen?
Martens: Ik ben gevraagd
door de minister. Een aantal
maanden geleden had ik een
persoonlijk onderhoud met
hem. Het bleek dat hij een
bijzonder commissaris voor
de Vlaamse hogescholen
wou aanstellen en mij de
geschikte kandidaat vond. Ik
kreeg de job aangeboden,
maar vroeg enige bedenktijd.
Nadien maakte de minister
zijn plan in de onderwijswereld
bekend zonder
een naam te noemen. Ondertussen
had ik met mensen
van het kabinet van Onderwijs
gesprekken over de
omschrijving van de job en
de voorwaarden. Toen we
het daarover eens waren,
heb ik de minister laten we-
ten dat ik de opdracht zou
Interview
Paul Martens,
een unieke carrière in het hoger onderwijs
Op 1 september 1998 nam Paul Martens afscheid als algemeen directeur van
de Katholieke Hogeschool Kempen. Die dag begon hij aan een nieuwe taak
als bijzonder commissaris van de Vlaamse regering voor de hogescholen, een
opdracht die hij aanvaardde op verzoek van Luc Van den Bossche, toen nog
Vlaams minister van Onderwijs. Enige dagen voor hij aan deze moeilijke en
delicate taak begon, blikten we met hem terug op zijn unieke carrière in het
hoger onderwijs.
aanvaarden. Op 19 juni heeft de
minister op een algemene vergadering
van de VLHORA (Vlaamse Hogescholenraad,
red.) mijn aanstelling
officieel bekendgemaakt. Ik had
ondertussen de voorzitter van het
hogeschoolbestuur verwittigd en die
heeft dan het initiatief genomen om
tegelijkertijd met de officiële bekendmaking
het nieuws onder het personeel
en de studenten van de Katholieke
Hogeschool Kempen te verspreiden.
De dag voordien had ik de
departementshoofden op de hoogte
gebracht.
Martens ontvangt koning Boudewijn
Agora: Wat houdt uw opdracht als
bijzonder commissaris precies in?
Martens: De opdracht is slechts algemeen
omschreven en voor de concrete
invulling ervan heb ik in feite carte
blanche gekregen. Ik moet op de
eerste plaats de maatschappelijke
relevantie van de hogeschoolopleidingen
in Vlaanderen onderzoeken.
Dit is vergelijkbaar met wat ere-rector
Dillemans voor de Vlaamse universiteiten
doet. Ik zal alle drie maanden
in een gesprek met de minister en
mijnheer Monard, secretaris-gene-
Agora • 6 • HIKempen
raal van het departement Onderwijs,
de stand van zaken toelichten. Verder
moet ik jaarlijks voor de minister
een rapport schrijven. Eén van de
voorwaarden was dat Brussel mijn
standplaats wordt en uiteraard dat ik
niet langer algemeen directeur van
de KH Kempen zou zijn. Afgevaardigd
beheerder kan ik wel blijven. Ik
krijg een persoonlijk secretaris, iemand
van niveau 1, die kan meeden-
ken en meewerken, en die mocht ik
zelf kiezen. Dat wordt Kamiel
Mertens, die tot nu toe de
mediatheek van het HIKempen
leidde. Ik heb al een
gesprek gehad met ere-rector
Dillemans over wat hij
reeds gedaan heeft, en ik wil
elke Vlaamse hogeschool
tweemaal per jaar bezoeken.
Agora: Wat mogen we verstaan
onder de maatschappelijke
relevantie van de hogeschoolopleidingen?
Martens: Dat is een moeilijke
vraag, net zoals de hele opdracht
moeilijk is, want er is
geen vergelijkingsmateriaal.
Het begrip maatschappelijke
relevantie concreet omschrijven
zal dus één van mijn eerste
taken zijn. Ik heb er uiteraard
al over nagedacht en
hoewel het nog maar losse
gedachten zijn, zie ik al verschillende
aspecten.
De VLOR (Vlaamse Onderwijsraad,
red.) koppelt opleidingsprofielen aan
beroepsprofielen. Die koppeling is
niet altijd even vanzelfsprekend. Het
is al lang geen evidentie meer dat
iemand een beroep uitoefent dat
rechtstreeks aan de titel van zijn diploma
gekoppeld kan worden. Ik zal
dan ook uitgebreid mijn licht opsteken
bij de werkgevers en zeker niet
alleen bij de grote bedrijven. Het
antwoord op de vraag welke mensen
bedrijven in dienst nemen voor welk
soort functies, kan een totaal ander

eeld geven van de relevantie van
diverse opleidingen. Misschien blijkt
hieruit dat verschillende opleidingen
tot eenzelfde beroep leiden. Is het
dan nog relevant om dergelijke opleidingen
apart te blijven organiseren?
Ook de geografische relevantie van
de opleidingen moet onderzocht
worden. Kijk maar naar de dubbels
binnen onze eigen KH Kempen.
Verder is er de grijze zone tussen de
hogescholen en de universiteiten.
Moeten een aantal opleidingen zowel
door de hogescholen als door de
universiteiten georganiseerd worden?
De recente problemen rond de kineopleidingen
bewijzen echter hoe gevoelig
en delicaat dit allemaal ligt. Ik
wil ook nagaan of er een verband is
tussen de schaalgrootte, de kostprijs
en de kwaliteit van het hoger onderwijs.
En welk verband dan? Kwaliteit
is uiteraard heel moeilijk te omschrijven
en te meten. Wat de kostprijs
betreft, weet iedereen dat er weinig
ruimte is om de enveloppe voor de
hogescholen substantieel te verhogen.
Een efficiëntere besteding van
het beschikbare geld kan veel problemen
oplossen. Als zou blijken dat
sommige opleidingen overbodig zijn,
moet men de moed hebben om in te
grijpen. Het vrijgekomen geld kan
Interview
Minister Van den Bossche en bijzonder commissaris Martens
dan besteed worden aan opleidingen
waarvan de relevantie als een
paal boven water staat.
Een bijkomend probleem is de ideologische
verdeeldheid van het Vlaamse
onderwijs. Welke vormen van
samenwerking over de netten heen
zijn er tussen de hogescholen onderling
en tussen de hogescholen en de
universiteiten? Ten slotte wil ik ook
nagaan wat er met het hoger onderwijs
in de ons omringende landen
gebeurt. De evolutie van het hoger
onderwijs in Vlaanderen moet kaderen
in een Europees perspectief en
mag geen belemmering zijn om het
tertiair onderwijs in Europa te harmoniseren.
In mijn eindrapport moet ik niet schrijven
wat er moet gebeuren. Beslissingen
behoren tot de verantwoordelijkheid
van de Vlaamse overheid en de
minister van Onderwijs. Ik moet
voorstellen formuleren waarop de
minister zijn beslissingen kan baseren.
Ik wil daarom een wetenschappelijk
verantwoord rapport afleveren,
dat onderbouwd is met o.a.
betrouwbaar cijfermateriaal. Dit
vraagt veel studiewerk. Al bij al
wordt het ongetwijfeld een moeilijke
en delicate opdracht.
HIKempen • 7 • Agora
Agora: Maar
daar hebt u wel
ervaring mee.
Als eerste voorzitter
van
VLHORA hebt u
het allicht ook
niet altijd gemakkelijkgehad?
Martens: Dat
klopt, nochtans
had ik me ook
voor die functie
niet uitdrukkelijk
kandidaat gesteld.
De minister
stond positief
tegenover
de oprichting
van de VLHO-
RA, maar kon
zelf geen initia-
tief nemen. Hij
was wel bereid om voor de werking
ervan een aantal personeelsleden te
detacheren. Het was van in het begin
voor iedereen evident dat de eerste
voorzitter vanuit het vrij onderwijs
zou komen. Men voorzag dat het
geen gemakkelijke job zou worden,
en het vrij onderwijs heeft nu eenmaal
de meeste studenten in het hoger
onderwijs. Er zijn verschillende
mensen getipt als kandidaat-voorzitter,
maar die werden om mij onbekende
redenen niet aanvaard. Blijkbaar
is mijn naam dan genoemd en
kon de minister zich met mij wel
verzoenen. Ik ben dan opgenomen
in de raad van beheer van VLHORA
en met unanimiteit van stemmen tot
voorzitter verkozen.
De eerste twee jaar van VLHORA
waren niet altijd even gemakkelijk.
We moesten elkaar nog leren kennen
en leren waarderen en tegelijkertijd
diende er zich een hele reeks problemen
aan die een oplossing vroegen.
Toch zijn we erin geslaagd om een
aantal zaken te bereiken. De enveloppe
voor het hoger onderwijs kon
tot nu toe alleen aangepast worden
aan de index. Voortaan zal ze ook
kunnen schommelen naargelang van
het aantal studenten. Meer studenten
betekent dan meer middelen, maar
het omgekeerde is ook waar. Om de

kosten van de vergrijzing van het
personeelskorps draagbaar te maken
zouden er tijdelijk meer middelen
vrijkomen. Bovendien wil de
minister op grond van de middelen
beschikbaar voor de financiering van
de gebouwen rekening houden met
het aantal studenten.
Agora: Toen minister Van den Bossche
de fusies van de hogescholen
voorbereidde, nam hij Geel nogal
eens als voorbeeld. Kunt u dat even
verklaren?
Martens: Binnen het Hoger Instituut
der Kempen ging een uitbreiding van
het onderwijsaanbod steeds gepaard
met een evenredige uitbreiding van
de administratieve omkadering. Dit
kon maar door van elke nieuwe afdeling
een autonome hogeschool te
maken. Elke afzonderlijke hogeschool
- het werden er uiteindelijk vijf
- had recht op een directieambt en
een aantal ambten bij het administratief
personeel. De autonomie van
deze hogescholen bestond echter alleen
op papier. Onder de koepel van
het HIKempen vormden ze één hogeschool
die geconcentreerd zat op één
campus. De verschillende directieleden
vormden een team en verdeelden
de taken onder mekaar over alle
scholen heen. Niet alleen de directie
maar ook het administratief personeel
kon zich specialiseren. Wij
hebben al vroeg geleerd om met
verscheidene scholen samen te zitten
en samen te werken. Deze fusie
avant la lettre heeft Geel ongetwijfeld
een voorsprong gegeven, die op
zijn beurt de groei bevorderde.
Agora: Is hierdoor de fusie van de
hogescholen in de Kempen vlotter
verlopen dan in andere regio’s?
Martens: Dat zou ik niet durven zeggen,
de fusiebesprekingen in de Kempen
hebben zelfs vrij lang geduurd.
In heel wat regio’s waren de fusies al
lang officieel bevestigd, toen de geboorte
van de KH Kempen aangekondigd
kon worden. Het feit dat
Geel meer studenten had dan de rest
van de Kempen, woog wel door bij
de fusiebesprekingen. Geel genoot
hierdoor een moreel gezag bij de
anderen, die mij direct hebben aan-
Interview
Martens en minister-president Van den Brande
vaard als voorzitter van de groep die
de fusie moest voorbereiden. Lier en
Vorselaar hebben vrij vlug besloten
om samen met het HIKempen in zee
te gaan. Voor de hogescholen van
Turnhout lag dit niet zo eenvoudig.
Ze hebben dan ook lang getwijfeld
om mee in de boot te stappen. Er
speelden uiteraard verschillende factoren
een rol. De vier hogescholen
van Turnhout werkten al een aantal
jaren over de netten heen samen om
Turnhout als studentenstad te profileren.
Ik vermoed dat indien deze vier
hogescholen de kans hadden gekregen
om samen te gaan, ze dit misschien
wel gedaan hadden. Een
bijkomende moeilijkheid was dat het
Stedelijk Hoger Handelsinstituut nog
een hele omweg moest maken en
omgevormd moest worden tot een
vrije hogeschool voor ze met de andere
vrije hogescholen kon fuseren.
De talrijke gesprekken hebben uiteindelijk
geleid tot een aantal basisafspraken
zoals het voortbestaan van
de vestigingsplaatsen en hun finan-
Agora • 8 • HIKempen
ciële autonomie. Het is niet voor niks
dat het begrip verankering in de
opdrachtsverklaring zoveel voorkomt.
De vorming van de Katholieke Hogeschool
Kempen is dus een werk van
lange adem geweest. Maar het had
wel één groot voordeel: op het moment
dat de fusie getekend werd,
lagen er klare afspraken op tafel,
waarmee iedereen zich kon verzoenen.
In andere hogescholen was de
fusie vlug getekend, maar bleken er
daarna nog belangrijke beslissingen
noodzakelijk. Dat heeft op veel plaatsen
voor grote wrevel gezorgd. Onze
partners hebben volgens mij nooit
het gevoel gehad dat ze een blanco
cheque tekenden, die achteraf heel
anders dan ze verwacht hadden,
werd ingevuld.
Het ontstaan van de Katholieke Hogeschool
Kempen was moeilijk en is
heel geleidelijk gebeurd. De eenwording
van de Katholieke Hogeschool
Kempen is volgens mij ook
een werk van geleidelijkheid. De
eenheid is er nog niet maar ze groeit.

Ik ben er trouwens van
overtuigd dat dit de juiste
manier van handelen is.
Je kunt op korte termijn
een aantal zaken forceren
en met een bulldozer
door oude structuren
gaan. Maar dan maak je
veel kapot en veel mensen
ongelukkig. Je mag
ook niet vergeten dat een
aantal van onze departementen
ook fysiek nog
nauw verbonden zijn met
hun vroegere secundaire
school en de congregatie
waaruit ze ontstaan zijn.
Ze delen dezelfde gebouwen
en veel van hun personeelsleden
werken
maar deeltijds in het hoger
onderwijs. De rest
van hun opdracht vervullen
ze nog altijd in het
secundair. 'Via geleidelijkheid
tot eenheid' lijkt
mij een goed motto voor
de Katholieke Hogeschool
Kempen.
Interview
HIKempen • 9 • Agora
Instituut der Kempen
opgericht. Hiermee
wou de school als eerste
van het land de
basis leggen voor de
opleiding in geprogrammeerdeinformatieverwerking.
Het MIK
verschafte niet alleen
opleiding maar werkte
ook voor externe ondernemingen.
Het was
een periode van hard
werken, van zelfs ‘s
nachts doorwerken en
dan rechtstreeks de les
instappen. Het is een
periode waar ik als
docent niet trots op ben.
Ik werd voortdurend uit
de les geroepen om op
het MIK een dringend
probleem op te lossen.
Op een gegeven moment
heb ik directeur
Verhagen verteld dat
het zo niet meer verder
kon. Ik wou toen definitief
naar de industrie
overstappen. Verhagen
heeft me echter
Agora: U bent in feite
Martens plant Sequoiadendron op HIKempen-campus
nooit de klassieke school-
overtuigd te blijven, en
directeur geweest. U was misschien studeren en er was de ambitie om gevraagd nog een aantal jaren vol te
zelfs meer een ondernemer en een technisch ingenieurs in de kernener- houden. In 1968 wou hij zijn ontslag
manager. Waar kwam die gedregie te vormen. Ik heb in Leuven geven als directeur. De bisschop
venheid vandaan?
daarom nog extra-lessen kernfysica ging ermee akkoord en zou hem
gevolgd. Het werd echter vlug duide- vervangen door een priester. Maar
Martens: Ongetwijfeld uit het feit dat lijk dat de kernenergie niet de voor- dat wou Verhagen niet, hij vond dat
ik nooit de bedoeling had om in het spelde hoge vlucht zou nemen, en de een priester aan het hoofd van een
onderwijs te stappen. Ik was er zeker opleiding tot technisch ingenieur in grote onderwijsinstelling amper nog
van dat ik in de industrie zou gaan de kernenergie werd aan de rijks- priester kon zijn, en hij bleef. In
werken. Toen ik in 1959 in mijn hogeschool van Mol overgelaten. 1972 ging het bisdom er wel mee
laatste jaar burgerlijk ingenieur zat,
akkoord dat de nieuwe directeur een
kwam directeur Verhagen mij op mijn Agora: Hoe komt het dat dat ene jaar leek zou zijn. Pater Verhagen is
kot in Leuven opzoeken. Hij vroeg onderwijs er ondertussen bijna veer- terug naar de abdij van Tongerlo
me om voor één jaar les te komen tig geworden zijn?
gegaan en in 1977 als missionaris
geven. De opleiding voor technisch
naar Chili vertrokken. Ik ben pater
ingenieurs in Geel ging haar derde Martens: Door het MIK. Al in 1959 Verhagen opgevolgd als directeur.
jaar in en er was voor het eerst een besloot directeur Verhagen onder im- Vanaf toen moest ik me tenminste niet
burgerlijk ingenieur nodig. Ik bleek puls van Bob Stouthuyzen met me- meer schamen omdat ik mijn lessen
de enige van mijn jaar te zijn die chanografie te beginnen. Hij vroeg moest verwaarlozen.
geen legerdienst moest doen. Ik heb aan mij en aan anderen, zoals Willy
het aanbod dan maar aanvaard. Dries, om hieraan mee te werken. Agora: Het is ook niet bij die ene
Het zou toch bij dat ene jaar blijven. Plots had ik de industrie waar ik zeker onderneming gebleven.
Ik had voor mezelf nog wat meer tijd zou instappen, in de school. Het was
om uit te maken in welke richting van bovendien pionierswerk, een echte Martens: Nee, het MIK was het eerste
de industrie ik mijn weg wou maken uitdaging, en ik ben gebleven. In het van een lange rij initiatieven, die
en bovendien had ik nog de gelegen- academiejaar 1959-60 zijn we er- sindsdien als spin-off van de school
heid om iets bij te studeren. Je kon mee begonnen en in 1962 werd het licht gezien hebben. Vanaf 1972
toen in Geel nog de richting chemie hiervoor de vzw Mechanografisch had ik ook meer ruimte om me met de

Interview
Vicaris Aegten, algemeen directeur Martens en eredirecteur Verhagen
ondernemingen bezig te houden.
Mijn rol beperkte zich echter dikwijls
tot het stimuleren en steunen van
mensen die initiatief wilden nemen.
Ik gaf hen veel zelfstandigheid en
vertrouwen, ermee rekening houdend
dat er altijd iets kon mislopen. Een
aantal ondernemingen zijn echter zo
groot geworden dat ze zijn wegge-
Paul Martens
groeid van de hogeschool, en dat
bekommert me. Ik zoek dan ook een
nieuwe constructie waardoor de zaken
beheerd kunnen worden door
mensen van de hogeschool. De ondernemingen
die uit de hogeschool
gegroeid zijn, moeten nuttig blijven
voor de hogeschool. Het beheer van
deze ondernemingen mag uiteraard
werd geboren in Boom op 6 november 1934. Hij promoveerde in 1959 aan de KULeuven tot burgerlijk
ingenieur scheikunde. Datzelfde jaar begon hij les te geven aan de technisch ingenieurs van het Hoger
Instituut der Kempen. Op 1 september 1972 volgde hij Pater Octaaf Verhagen op als directeur van
de Technische Scholen Sint-Jozef en het HIKempen.
Onder zijn leiding kende het onderwijsaanbod aan het HIKempen een enorme uitbreiding en steeg het
aantal studenten van ongeveer 500 in 1972-73 tot ongeveer 3 100 in 1994-95. Bij het begin van het
academiejaar 1981-82 werd de nieuwe campus langs de Kleinhoefstraat in gebruik genomen, een
campus die nog verschillende malen vergroot werd. Onder zijn impuls zagen meer dan 15 vzw’s en
nv’s het licht als spin-off-bedrijven van het HIKempen. De wisselwerking tussen onderwijs en industrie
is nu eenmaal zijn stokpaardje.
In september 1995 werd het HIKempen een deel van de Katholieke Hogeschool Kempen. Paul Martens
werd de eerste algemeen directeur en afgevaardigd beheerder van de vereniging. Tussen 1996 en
1998 was hij de eerste voorzitter van de Vlaamse Hogescholenraad. Vanaf 1 september 1998 werkt
hij aan een nieuwe opdracht als bijzonder commissaris van de Vlaamse regering voor de hogescholen.
Agora • 10 • HIKempen
de ontwikkeling ervan niet remmen,
maar die ontwikkeling zou onder
controle van de hogeschool moeten
blijven. Dat is momenteel één van
mijn grote bekommernissen. Je mag
ook niet vergeten dat deze vzw’s en
nv’s toch ongeveer 300 mensen tewerkstellen.
Agora: Hebt u naast uw drukke professionele
leven nog tijd voor andere
zaken?
Martens: Amper, ik ben in feite nooit
thuis, maar ik heb mijn werk altijd
heel graag gedaan. Ik ben nooit met
tegenzin naar de hogeschool gekomen.
Ik heb dit drukke professionele
leven maar kunnen leiden door de
steun van mijn vrouw. Uiteindelijk
heeft zij ons huishouden met vijf kinderen
bijna volledig alleen beredderd.
De carrière van een man wordt
nu eenmaal voor 50 procent gemaakt
door zijn vrouw! En ik ben
mijn vrouw daar zeer dankbaar voor.
Maurice Vaes
Luc Damen

Agora: Frans, je bent de laatste twee
jaar nogal actief geweest in het voormalige
Oostblok?
Moortgat: Ja, ik heb het inderdaad
vrij druk gehad met opdrachten in
Rusland, Oezbekistan, Estland, Letland,
Litouwen en Polen. Het is eigenlijk
allemaal begonnen in maart
1996 met een opdracht om een marketingopleiding
te geven aan kaderleden
van een belangrijke telecommunicatiemaatschappij
in Moskou.
In december kwam er een tweede
opdracht, ditmaal in Tasjkent, de
hoofdstad van Oezbekistan (Centraal-Azië),
waar docenten van de
plaatselijke universiteit zich in marketing
wilden bijscholen. In 1997-
98 kwamen dan de Baltische staten
aan de beurt, waar bedrijfsleiders uit
de zuivelindustrie een managementen
een marketingprogramma kwamen
volgen. In Polen ging het dan
weer om een bijscholing van de medewerkers
van een officieel bedrijfsadviesbureau.
En in augustus zat ik
weer in Centraal-Azië, in Kazachstan.
Agora: Wat wordt er eigenlijk verwacht
van iemand die gaat doceren
in de voormalige Sovjet-Unie?
Moortgat: Ze gaan er natuurlijk vanuit
dat je je vak kent en dat je een
paar jaar bedrijfservaring hebt.
Vooral als je les moet geven aan
bedrijfsleiders. Voor de rest moet je
bereid zijn om les te geven in het
Engels en je cursussen op transparanten
zetten. Dan kunnen ze die
vooraf vertalen in het Russisch of in
een andere plaatselijke taal.
Docentenuitwisseling
Moortgat mixt marketing
met Moskovieten
Studenten die tijdens hun stageperiode naar het buitenland trekken, we kijken
er niet meer van op. Maar ook sommige docenten laten Geel en de Kempen
af en toe achter zich. Frans Moortgat bijvoorbeeld, docent Marketing aan het
departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Geel. Al een paar
jaar trekt hij regelmatig naar de republieken van de voormalige Sovjet-Unie
en Polen om er marketing te doceren. Tijd voor een gesprek, dachten we.
Maar daarnaast vraagt een opdracht
in de voormalige Sovjet-Unie ook
een zekere flexibiliteit … (glimlacht),
d.w.z. je aanpassen aan vreemde
culturen, andere vormen van denken,
andere eetgewoonten enz.
Ook wat accommodatie betreft, moet
je soms bereid zijn tot compromissen
en afstand kunnen doen van onze
Westerse normen. Ik bedoel daarmee
dat sommige hotels (niet allemaal)
in onze ogen wat Spartaans
zijn ingericht, dat je in sommige appartementen
al eens een paar dagen
zonder water kunt zitten en de elektriciteit
al eens uitvalt: allemaal kleinigheden
eigenlijk. Het valt heus wel
mee.
Wat mij vooral boeit aan buitenlandse
opdrachten, is het directe contact
met de mensen die in deze landen
leven en werken, luisteren naar wat
hen bezielt, naar de dingen waarmee
ze bezig zijn, de problemen die
ze hebben. Een dergelijk contact is
veel intenser dan wanneer je als toerist
die landen bezoekt.
Agora: Hoe zit het dan met de veiligheid
in die landen?
Moortgat: Er doen nogal wat verhalen
de ronde, maar ik moet zeggen
dat ik tot nu toe nooit echte problemen
heb gehad. Je moet het natuurlijk
niet gaan zoeken. Volgens mij is
het centrum van Moskou minstens
even veilig als dat van Antwerpen of
Brussel. De politie is wel nadrukkelijker
aanwezig, maar is dat daarom
verkeerd? Verder wordt het straatbeeld
er wel in sterke mate bepaald
door bedelende mensen, en op elke
HIKempen • 11 • Agora
hoek proberen ze je wat te verkopen.
Drinken op straat is ook zoiets typisch
voor Moskou en Sint-Petersburg.
Vermoedelijk ligt dat voor een stuk
aan de prijs voor een biertje of een
wodka in een lokale bar: de doorsnee
Rus kan dat gewoon niet betalen.
Het sociale leven van de Russen
speelt zich dan ook voornamelijk thuis
af. Men nodigt vrienden uit en gaat
op tegenbezoek, dat is namelijk een
stuk goedkoper dan op restaurant
gaan of samen iets gaan drinken in
een café.
Agora: Apropos eten en drinken?
Moortgat: De Russische keuken is niet
te vergelijken met de Belgische, Franse
of Italiaanse keuken. Ze is minder
verfijnd, maar best eetbaar. Met
vlees en vis wordt zuinig omgesprongen
gezien de prijs, wat niet gezegd
kan worden van de alomtegenwoordige
wodka.
In steden zoals Moskou en Sint-Petersburg
is gewoon alles te krijgen als
je ervoor betaalt: Belgische chocolade,
Franse wijn, Duitse worst en -om
onze noorderburen niet te vergeten-
Heineken natuurlijk! De modale Rus
kent deze dingen ondertussen wel,
het probleem is dat hij er meestal
gewoon het geld niet voor heeft.
Agora: Een avondje uit?
Moortgat: In Moskou of Sint-Petersburg
geen probleem en evenmin in
Riga, de hoofdstad van Letland. Maar
kom je in kleinere steden, dan is er na
elf uur niet veel meer te beleven. En
in Tasjkent kun je het helemaal vergeten.
Deze stad met meer dan twee
miljoen inwoners heeft gewoon één
café waar je als westerling een pint
kunt gaan drinken. Een Carlsberg
kost er 100 frank, een prijs die geen
enkel Oezbeek kan of wil betalen.
Agora: Hoe zie je de toekomst van
Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie?

Moortgat: Op economisch
gebied is er nog
een lange weg af te leggen
voor ze het Europese
niveau benaderen,
maar de situatie mag
niet veralgemeend worden.
In de Baltische staten
staan ze al wat verder
dan in Rusland of
Oezbekistan, maar
overal zijn er dringend
investeringen nodig in
een modern en milieuvriendelijk
industrieel
apparaat. Ook de mentaliteit
zal er bij heel wat
inwoners nog grondig
moeten veranderen.
Tientallen jaren communisme
hebben de werklust
niet bevorderd …
maar er is verandering
Jan Van den Brandt
Jan Van den Brandt deed zijn intrede
in het Hoger Instituut der Kempen in
1960 toen hij er kwam studeren aan
de Hogere School voor Technische
Ingenieurs, in de Technische Schoolstraat.
Hij volgde er scheikunde en
behaalde zijn diploma in 1964 met
een opmerkelijk eindwerk onder leiding
van Paul Martens. Hij bouwde
met zeer schaarse middelen een semiindustriële
absorptietoren met allerlei
regel- en meetmogelijkheden: een
staaltje van technisch en creatief vernuft.
Daarna ging Jan naar Leuven,
waar hij in 1967 promoveerde tot
burgerlijk ingenieur.
Via een ommetje langs Congo keerde
hij in 1972 terug. Paul Martens
werd toen directeur van het HIKempen
en die aarzelde niet om zijn
illustere student als opvolger te kiezen
voor de vrijgekomen leerstoel.
Sindsdien is Jan docent Industriële en
Organische Chemie. Voor studenten
en collega’s is het zijn ongelooflijke
veelzijdigheid die bewondering afdwingt.
Hij beheerst zowel de elek-
Docentenuitwisseling
Dankzij deze Oezbeekse wegwijzer vond Frans de weg
terug naar huis
Afscheid
tronica, de mechanica, de informatica,
de ecologie als de chemie. In het
lessenrooster is hij als joker ingezet
voor zowat elk vak. Zo gaf hij vorig
jaar nog laboratorium Elektronica.
De laatste jaren was Jan steeds actiever
in het CIT, het Centrum voor
Industriële Toepassingen. Daar kon
hij als geen in zijn hobby opgaan:
oplossingen zoeken voor complexe
Agora • 12 • HIKempen
voelbaar. En ook qua
infrastructuur zal er nog
enorm veel moeten worden
geïnvesteerd, onder
meer in een modern
wegennet, bij de spoorwegen
en in de havens.
De veranderingen komen
wel op gang maar
de problemen zijn zo
gigantisch dat er de volgende
20 jaar nog een
pak Westers geld, Westerse
technologie, en
marketing- en managementskennis
in de richting
van het Oosten zal
moeten vloeien.
Agora: Bedankt voor dit
interview.
Willem Mees
industriële problemen.
Jans afscheid heeft enkel betrekking
op zijn onderwijsopdracht. Bij het
CIT wil hij graag nog een tijdje doorgaan
en vermits dat verhuist naar het
BEMTgebouw, blijft hij dicht in de
buurt.
Louis Pals

Louis De Groof
Dina Kinds
Afscheid
Op 1 oktober 1998, na bijna 25 jaar docentschap, verliet Louis De Groof het
departement Sociaal Werk. Hij werd in 1963 priester gewijd en behaalde in
1967 het diploma van licentiaat in de Wijsbegeerte en Letteren.
Voor Louis naar de Sociale Hogeschool kwam, had hij al ervaring opgedaan
als leraar oude talen en godsdienst aan het Sint-Aloysiuscollege in Geel, en
als leraar godsdienst aan het Technisch Handelsinstituut en het Technisch
Instituut Sint-Jozef.
Toen Louis in 1974 docent werd aan het Hoger Instituut voor Sociale Studies,
nam hij vooral een aantal psychologische vakken op in het eerste en tweede
jaar. Vanaf 1976 werd hij meer ingeschakeld in het derde jaar van de optie
maatschappelijk werk en specialiseerde hij zich in de ontwikkeling van de
methodiek voor hulpverlening. Niet alleen de afgestudeerde maatschappelijk
assistenten uit de basisopleiding maar ook heel wat maatschappelijk werkers
die bijscholingscursussen volgden in het kader van Sociale Promotie, zullen
Louis blijven identificeren met de basishandelingsstructuur.
Dina Kinds studeerde in 1964 aan de RUGent af als licentiate in de
Germaanse Filologie . Onmiddellijk startte zij haar onderwijsloopbaan als
lerares Nederlands, Engels en Duits in secundaire scholen in Deinze en in
Genk. Vanaf september 1971 was zij onafgebroken in dienst van onze
hogeschool. De eerste twee jaren nam ze een voltijdse betrekking op, deels
in het Technisch Instituut Sint-Jozef en deels in de toenmalige Hogere School
voor Laboratoriumassistenten. Ondertussen werd haar gezinstaak zwaarder
en vanaf 1973 opteerde Dina voor een deeltijdse betrekking als taaldocente
bij de laboranten. Statutair heeft Dina de hele carrousel van mutaties
doorlopen: via respectievelijk de Hogere School voor Laboratoriumassistenten,
de Katholieke Industriële Hogeschool Kempen en het Hoger Instituut voor
Technische en Paramedische Wetenschappen neemt zij nu afscheid van de
Katholieke Hogeschool Kempen.
Gedurende 27 academiejaren heeft Dina Engels gedoceerd aan de scheikundig
en medisch laboranten. Zij was er een erg gewaardeerde en plichtsbe-
wuste docente die haar studenten zowel mondelinge als schriftelijke taalvaar-
digheid bijbracht. Dina hield van haar studenten en van haar vak. Meermaals gaf zij signalen als er iets dreigde
fout te lopen. Haar beroepsloopbaan werd getypeerd door een honger naar talenkennis. Deze gedrevenheid,
gecombineerd met een aangeboren aanleg voor talen, zette ze om in een bijna perfectionistische talenkennis.
Geregeld nam zij ook deel aan taalwedstrijden en behoorde er tot de laureaten. Haar bescheidenheid hierbij sierde
Dina als geen ander.
Dina is in al die jaren een fijne collega geweest die veel waardering afdwong. Zij was correct en gedroeg zich
voornaam. In het departement vervulde zij wel eens de rol van ‘moeder’. Iedereen kon bij haar terecht en wist vooraf
dat het probleem een adequate oplossing zou krijgen. Recent nog lichtte ze de nieuwe Nederlandse spelling toe voor
ons docentenkorps. In oktober verliet Dina de KH Kempen. Zij gaat het nu wat rustiger aan doen, wat we haar van
harte gunnen.
Met een niet aflatende ijver legde Louis contacten met allerlei organisaties uit
het welzijnswerk om een bijscholingsprogramma – al dan niet op maat- voor hun medewerkers uit te werken. Op deze
manier heeft hij er zeker toe bijgedragen dat de kwaliteit van de opleiding in de Sociale School van Geel een grotere
bekendheid kreeg in de welzijnssector.
HIKempen • 13 • Agora
Jan Lievens
Wij zijn dan ook blij dat Louis Geel nog niet definitief heeft verlaten. Naast zijn parochiewerk in Balen wil hij ook
nog enkele uren verder blijven investeren in de bijscholingprogramma’s voor maatschappelijk werkers.
Marie-Louise Van Gool

Lieve Matthijs
Na haar opleiding als maatschappelijk assistent behaalde Lieve het diploma
van licentiaat in de Politieke en Sociale Wetenschappen aan de K.U.Leuven.
Tijdens haar universitaire studie werkte zij al deeltijds als maatschappelijk
assistent op het Universitair Sociaal Centrum in Leuven. Daarna was zij
gedurende een jaar actief als stafmedewerker-onderzoeksassistent op het
Studiebureau voor Ruimtelijke Ordening en Expansie in Brugge.
In de periode 1968-1972 verbleef Lieve in de USA, waar zij aan de University
of Wisconsin, Madison, deeltijds meewerkte aan een project van het Wisconsin
Survey Research Laboratory en deeltijds een functie als bibliothecaresse
waarnam in het Center for Development. Vanaf september 1974 kwam Lieve
naar de Sociale Hogeschool in Geel, waar zij eerst deeltijds en daarna voltijds
de vakken Welzijnszorg, Sociale Instellingen en Beleidsdoorlichting doceerde.
We kennen Lieve als de onvermoeibare collega die de veranderingen in
welzijnsland op de voet volgde en met hart en ziel deze inzichten op studenten
overbracht.
Willy Deckers
Afscheid
Sinds het decreet op het Hoger Onderwijs was zij ombudsvrouw voor het tweede jaar. Met heel veel geduld en met
een grote zorg voor de studenten heeft zij deze taak waargenomen.
Als lid van de departementale raad en van de docentenraad droeg zij mee zorg voor de sturing van ons departement
en als feministe waakte zij er zorgvuldig over dat vrouwen hun kans kregen.
Agora • 14 • HIKempen
Marie-Louise Van Gool
Na een aantal jaren pastoraal werk in Antwerpen ging Willy Deckers
lesgeven aan het Sint-Jozefseminarie in Mechelen (1967-1968). Hij aanvaardde
een docentschap aan de Katholieke Theologische Hogeschool van
Amsterdam (1971-1976) en in 1972 behaalde hij het diploma van doctor in
de Theologie. In 1974 werd Willy aangeworven als deeltijds leraar
technische vakken aan onze Sociale Hogeschool. In 1976 gaf hij zijn
opdracht in Amsterdam op om voltijds te komen doceren in Geel.
De eerste jaren was Willy vooral betrokken bij de uitbouw van het vak
Expressie en Communicatie, een belangrijk aspect in de opleiding van
maatschappelijk assistenten. Daarnaast doceerde hij agogiek, moraalfilosofie
en sociale filosofie. Hij wilde studenten een kritisch bewustzijn en een
kritische houding ten aanzien van de samenleving bijbrengen. Het belang en
de betekenis van de maatschappelijke dimensie in het functioneren van
mensen is iets wat de studenten zeker zullen onthouden.
Vanuit zijn democratische ingesteldheid pleitte Willy er van in het begin voor
om studenten te betrekken bij het beleid van de school en hen via verkiezingen
op te nemen in de toenmalige stafvergadering. Mede dankzij Willy hebben
studenten van de Sociale Hogeschool, 20 jaar voor het decreet de participatie van studenten decretaal regelde,
inspraakmogelijkheden gekregen.
Verder publiceerde Willy in boeken en tijdschriften kritisch filosofische reflecties over actuele maatschappelijke
problemen en hij gaf voor heel wat organisaties voordrachten rond maatschappelijke thema’s.
De laatste jaren oriënteerde Willy zich ook naar het vormingswerk. In de optie sociaal- cultureel werk verzorgde hij
de cursussen Deontologie, Groepswerk, Opbouwwerk en Media.
De volgende jaren zal Willy zeker meer tijd krijgen om zijn engagement binnen het vormingswerk en de
seniorenwerking verder uit te bouwen en om via zijn publicaties het democratisch denken uit te dragen.
Marie-Louise Van Gool

KH Kempen
Katholieke Hogeschool Kempen
De tien departementen van de KH Kempen tellen bij het begin van het academiejaar 1998-99 bijna 6 000 studenten
en 500 personeelsleden. Zij bieden samen 22 basisopleidingen en 38 opties aan.
Katholieke Hogeschool Kempen vzw
Kleinhoefstraat 4
2440 Geel
Tel.: (014)56 23 10 - fax: (014)58 48 59
E-mail: info@khk.be
Home page: http://www.khk.be
Algemene vergadering
Rik Aegten (Vicaris van het bisdom Antwerpen), Guido
De Herdt (Adjunct-Departementshoofd Gezondheidszorg,
Lier), Josepha De Pooter (Algemeen Overste
Gasthuiszusters Turnhout), Mark D’hoker (Professor
Historische Pedagogie, K.U.Leuven), Frans Emmerechts
(Directeur Technisch Instituut Sint-Aloysius, Geel), Louis
Genoe (Secretaris-Generaal VSKO), Dirk Godecharle
(Departemensthoofd Gezondheidszorg Turnhout),
Lisette Hermans (Directrice Sint-Maria-instituut, Geel),
William Joos (Directeur - Afgevaardigd bestuurder
Joos nv, Turnhout), Jos Kempen (Technisch Commercieel
Directeur Bouwbedrijf Vanhout), Guido Kestens
(Algemeen Directeur C&A België), Annie Leysen
(Voorzitter OCMW van Turnhout), Paul Martens (Bij-
Maurice Vaes
Rik Aegten
zonder Commissaris van de Vlaamse Regering voor de hogescholen), Richard Proost
(Ereburgemeester van Turnhout), Maria Schoeters (Afgevaardigd Beheerder van de
Inrichtende Macht Zusters der Christelijke Scholen Vorselaar), Marc S’Jegers (Directielid
Technische Scholen Sint-Jozef, Geel), Wim Stijnen (Voorzitter rechtbank van eerste
aanleg Turnhout), Leona Van Bragt (Voorzitter Inrichtende Macht Heilig-Grafinstituut
Turnhout), Maria Theresia Van Meerbergen (Algemeen Overste Gasthuiszusters Augustinessen
Lier), Hugo Van Rompaey (Lid Vlaamse Raad), Maria Van Rooy (Eredepartementshoofd
Lerarenopleiding Vorselaar), Jean-Marie Verbist (Erenotaris), Wim
HIKempen • 15 • Agora
Paul Martens
Vermeulen (Lid Kamer van Volksvertegenwoordigers), Staf Verwimp (Eredirecteur HIKempen, Geel), Herman Willems
(Departementshoofd Lerarenopleiding Turnhout).
De volgende personen wonen de algemene vergadering bij met adviserende stem: Maurice Vaes (Algemeen
Directeur), Jos Bastiaens (Departementshoofd Technische Wetenschappen, Geel), Karel Deroy (Departementshoofd
Handelswetenschappen en Bedrijfskunde, Turnhout), Rita De Walsche (Departementshoofd Lerarenopleiding,
Vorselaar), Annie Goossens (Departementshoofd Gezondheidszorg, Lier), Jan Lievens (Departementshoofd Gezondheidszorg
en Chemie, Geel), Marie-Louise Van Gool (Departementshoofd Sociaal Werk, Geel), Jef Vanroye
(Departementshoofd Industrieel Ingenieur en Biotechniek, Geel), Marcel Verbeurgt (Departementshoofd Handelswetenschappen
en Bedrijfskunde, Geel).
Raad van Beheer
Rik Aegten, Guido De Herdt, Karel Deroy, Louis Genoe, Dirk Godecharle, Paul Martens, Marc S’Jegers, Wim Stijnen,
Maria Van Rooy, Wim Vermeulen, Staf Verwimp, Herman Willems.
Functies
Voorzitter: Rik Aegten.
Afgevaardigd Beheerder: Paul Martens.
Algemeen Directeur van de hogeschool: Maurice Vaes

Departement
Handelswetenschappen en Bedrijfskunde
HIKempen - Geel
Departementshoofd:
Marcel Verbeurgt
Kleinhoefstraat 4 - 2440 Geel
(014)56 23 10
fax (014)58 48 59
hwbk@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 1183
Gegradueerde in Bedrijfsbeheer
-optie Accountancy-Fiscaliteit
-optie Expeditie, Distributie en Transport
-optie Financie- en Verzekeringswezen
-optie Marketing
-optie Rechtspraktijk
Gegradueerde in Secretariaatsbeheer
- optie Secretariaat-Talen
- optie Zakelijk Vertalen en Tolken
Gegradueerde in Toegepaste Informatica
Departement
Industrieel Ingenieur en Biotechniek
HIKempen - Geel
Departementshoofd:
Jef Vanroye
Kleinhoefstraat 4 - 2440 Geel
(014)56 23 10
fax (014)58 48 59
iibt@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 836
Industrieel Ingenieur in Elektronica
-optie Ontwerptechnieken
-optie Informatie- en Communicatietechnieken
Industrieel Ingenieur in Elektromechanica
-optie Elektromechanica
-optie Elektrotechniek
-optie Automatisering
Industrieel Ingenieur in Landbouw en Biotechnologie
-optie Landbouw
-optie Tuinbouw
-optie Landbouw- en Voedingsindustrieën
Gegradueerde in Landbouw en Biotechnologie
Afstudeerrichtingen:
Landbouw
Akkerbouw
Veeteelt
Intensieve Veehouderij
Tuinbouw
Groenteteelt
Fruitteelt
Sierteelt
Tuinaanleg
Agro- en Voedingstechnologie
Biotechniek
KH Kempen
Departement Sociaal Werk
HIKempen - Geel
Departementshoofd:
Marie-Louise Van Gool
Kleinhoefstraat 4 - 2440 Geel
(014)56 23 10
fax (014)58 48 59
sw@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 506
Maatschappelijk assistent
-optie Maatschappelijk Werk
-optie Personeelswerk
-optie Sociaal-cultureel Werk
-optie Maatschappelijke Advisering
Departement Technische Wetenschappen
HIKempen - Geel
Departementshoofd:
Jos Bastiaens
Kleinhoefstraat 4 - 2440 Geel
(014)56 23 10
fax (014)58 48 59
tw@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 569
Gegradueerde in Elektriciteit
-optie Elektriciteit
-optie Elektronica
Afstudeerrichtingen: - Computertechnieken
- Telecommunicatie
- Industriële Elektronica
Gegradueerde in Elektromechanica
-optie Bedrijfsmechanisatie
-optie Elektromechanica
-optie Klimatisatie
-optie Meet- en Regeltechniek
-optie Onderhoudstechnieken
Gegradueerde in Logistieke Technologie
Departement Gezondheidszorg en Chemie
HIKempen - Geel
Departementshoofd:
Jan Lievens
Kleinhoefstraat 4 - 2440 Geel
(014)56 23 10
fax (014)58 48 59
gc@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 389
Gegradueerde in Orthopedie
Gegradueerde in Ergotherapie
Gegradueerde in de Medische Laboratoriumtechnologie
Gegradueerde in Farmaceutische en Biologische Technieken
Gegradueerde in Voedings- en Dieetkunde
Gegradueerde in Chemie
-optie Chemie
-optie Milieuzorg
-optie Procestechnieken
Agora • 16 • HIKempen

Departement Gezondheidszorg
HI - Sint-Aloysius
Lier
Departementshoofd:
Annie Goossens
Kolveniersvest 24 - 2500 Lier
(03)480 29 10
fax (03)488 15 63
sal@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 328
Gegradueerde in de Verpleegkunde
-optie Ziekenhuisverpleegkunde
-optie Kinderverpleegkunde
-optie Sociale Verpleegkunde
-optie Geriatrische Verpleegkunde
Gegradueerde in de Vroedkunde
Departement
Handelswetenschappen en Bedrijfskunde
HI - Turnhout
Departementshoofd:
Karel Deroy
Begijnendreef 25 - 2300 Turnhout
(014)42 66 01 - 42 89 62 -
fax (014)43 52 64
info@hit.khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 306
Gegradueerde in Bedrijfsbeheer
-optie Accountancy-Fiscaliteit
-optie Financie- en Verzekeringswezen
-optie Marketing
-optie Rechtspraktijk
Gegradueerde in Secretariaatsbeheer
-optie Secretariaat-Talen
-optie Medisch Secretariaat
-optie Zakelijk Vertalen en Tolken
Departement Gezondheidszorg
HI - Sint-Elisabeth
Turnhout
Departementshoofd:
Dirk Godecharle
Herentalsstraat 66 - 2300 Turnhout
(014)41 27 47
fax (014)42 54 12
set@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 347
Gegradueerde in de Verpleegkunde
-optie Ziekenhuisverpleegkunde
-optie Kinderverpleegkunde
-optie Psychiatrische Verpleegkunde
-optie Sociale Verpleegkunde
Gegradueerde in de Vroedkunde
KH Kempen
Departement Lerarenopleiding
HI - Heilig Graf
Turnhout
Departementshoofd:
Herman Willems
Patersstraat 26 - 2300 Turnhout
(014)41 54 68
fax (014)43 73 47
hgt@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 317
Departement Lerarenopleiding
HI - Kardinaal Van Roey
Vorselaar
Departementshoofd:
Rita De Walsche
Lepelstraat 2 - 2290 Vorselaar
(014)50 93 42
fax (014)50 93 44
kvr@khk.be
Aantal studenten op 1-2-1998: 589
HIKempen • 17 • Agora
Onderwijzer(es)
Leraar/Lerares Secundair Onderwijs groep 1: Regent(es)
De volgende vakken worden aangeboden:
Aardrijkskunde, Geschiedenis, Engels, Wiskunde, Fysica,
Biologie, Frans, Nederlands, Godsdienst, Economie, Handel-Burotica,
Plastische Opvoeding, Lichamelijke Opvoeding,
Bewegingsrecreatie, Informatica
Kleuterleid(st)er
Onderwijzer(es)
Leraar/Lerares Secundair Onderwijs groep 1: Regent(es)
De volgende vakken worden aangeboden:
Aardrijkskunde, Chemie, Geschiedenis, Duits, Engels, Wiskunde,
Fysica, Biologie, Frans, Nederlands, Godsdienst,
Informatica, Economie, Technisch-Technologische Opvoeding,
Project Algemene Vakken

KH Kempen
Vertegenwoordigers van de
sociaal-economische en culturele milieus in de departementale raden
Elk departement heeft een departementale raad, die als volgt is samengesteld: het departementshoofd; de helft
vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel; één vierde vertegenwoordigers van de studenten en één vierde
vertegenwoordigers uit de sociaal-economische en culturele milieus.
De departementen van de Katholieke Hogeschool Kempen hechten veel belang aan opleidingen die nauw aansluiten
bij de behoeften van de arbeidsmarkt. Regelmatige contacten met vertegenwoordigers uit het werkveld en een reële
inbreng van deze mensen in het departementale beleid zijn hierbij cruciaal. De vertegenwoordigers uit de sociaaleconomische
en culturele milieus zijn gekozen in functie van hun competentie en jarenlange ervaring. Hun bijdrage
is essentieel voor het nauwlettend volgen, bewaken en bijsturen van de curricula van de hogeschool. Graag stellen
wij deze mensen aan u voor:
Departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde, Geel:
Jos Porto Carrero (Bestuurder Cornelissen en Co. Acc. nv, Oud-Turnhout)
Marc Vandorpe (Directeur-generaal Tecnubel nv, Dessel)
Bob Van Geel (Consulting Manager Oracle Belgium nv, Diegem)
Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek, Geel:
Patrick Feyen (Voorzitter VIK-Kempen)
Eddy Gerinckx (Project Manager Glass Factory Philips Lighting, Lommel)
Maarten Huybrechts (Bedrijfsconsulent Belgische Boerenbond, Leuven)
Departement Sociaal Werk, Geel:
Alice Ghoos (Secretaris van het OCMW van Laakdal)
Karel Van Oekel (Voorzitter van de Arbeidsrechtbank in Turnhout)
Departement Technische Wetenschappen, Geel:
Jef Goos (Onderhoudstechnicus Monsanto, Antwerpen)
Walter Mortelmans (Inspecteur Vlaamse Gemeenschap Secundair Onderwijs Chemie en Biologie)
François Peeters (Productie-ingenieur Agfa-Gevaert, Mortsel)
Departement Gezondheidszorg en Chemie, Geel:
Walter Bockaert (Voorzitter Belgische Beroepsvereniging voor Orthopedisten en Bandagisten, Antwerpen)
Marcel Janssen (Vice-president van Janssen Pharmaceutica, Beerse)
Marc Lontie (Apotheker-bioloog Medisch Centrum voor Huisartsen, Leuven)
Departement Gezondheidszorg, Lier:
Monique Ceulemans (Gepensioneerde docente Sint-Aloysius, Lier)
August Claes (Verpleegkundig directeur van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen)
Livine De Winter (Eredirectrice Algemeen Ziekenhuis Vilvoorde)
Departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde, Turnhout:
Annie Leysen (Voorzitter OCMW Turnhout)
Richard Proost (Ereburgemeester van Turnhout)
Departement Gezondheidszorg, Turnhout:
Dirk Gils (Verpleegkundig coördinator Sint-Elisabethziekenhuis, Turnhout)
Stefaan Saerens (Regionaal verantwoordelijke Wit-Geel Kruis)
Departement Lerarenopleiding, Turnhout:
Paul Damen (Directeur basisonderwijs Heilig-Grafinstituut, Turnhout)
Leona Van Bragt (Voorzitter Inrichtende macht Heilig-Grafinstituut, Turnhout)
Jan Van den Brandt (Directeur secundair onderwijs Heilig-Grafinstituut, Turnhout)
Departement Lerarenopleiding, Vorselaar:
André Goffinet (Beheerder Onderwijsinrichtingen Zusters der Christelijke Scholen Vorselaar)
André Scheers (Directeur ASO Kardinaal Van Roey-instituut, Vorselaar)
Marcella Vanderhenst (Inspectrice basisonderwijs)
Agora • 18 • HIKempen

Grenslandenbeleid
Het Grenslandenbeleid is een verzamelnaam voor activiteiten waarbij hogescholen
uit Vlaanderen, Nederland en Duitsland intensief samenwerken. In
dit kader vormt de Katholieke Hogeschool Kempen een cluster met de
Katholieke Vlaamse Hogeschool Antwerpen, de Hogeschool Gent, de
K.U.Leuven, de Fontys Hogescholen uit Nederland en de Fachhochschule
Niederrhein-Westfalen. De samenwerking tussen deze partners neemt
verschillende vormen aan.
Het project rond kwaliteitszorg heeft met TRIS (Transnationale Institutionele
Samenwerking) de eerste resultaten van de samenwerking op tafel gelegd.
Voor TRIS heeft Guido Cuyvers van ons departement Sociaal Werk het EFQMmodel,
samen met het model van de Nederlandse HBO-raad, vertaald naar
een werkinstrument voor zelfevaluatie aangepast aan de Vlaamse situatie.
Op 15 juni 1998 was er in Eindhoven een succesvolle studiedag met als thema
‘Kwaliteit in internationale samenwerking’.
Assessoren
Eén van de onderwerpen was de
manier waarop een hogeschool in
het kader van de eigen kwaliteitscontrole
de decretaal verplichte vijfjaarlijkse
externe audit kan organiseren.
Hieruit bleek de noodzaak om binnen
elke hogeschool assessoren en
senior-assessoren te vormen. Deze
mensen kunnen bij andere hogescholen
in binnen- en buitenland aan de
externe audit deelnemen. Het bleef
niet bij ideeën; de eerste opleiding
voor assessoren is ondertussen achter
de rug. Andere hogescholen
hebben hiervoor al belangstelling
getoond. Met de Erasmus Hogeschool
in Brussel en de Katholieke
Hogeschool Brussel zijn de afspraken
voor participatie zo goed als
rond.
Er werd ook van gedachten gewis-
Samenwerking
seld over een voorstel van vragenlijst
voor studentenuitwisseling. Met een
dergelijk werkinstrument is het mogelijk
om vast te stellen of gelijkaardige
hogeschoolopleidingen uit verschillende
landen voldoende punten
van overeenkomst hebben om een
uitwisseling van studenten mogelijk
te maken. Studentenuitwisseling effent
meestal het pad voor docentenuitwisseling
en de ontwikkeling van
gemeenschappelijke cursusinhouden.
Technische projecten
De technische departementen van
onze hogeschool zijn nauw betrokken
bij verschillende projecten. Het
‘Labview en Internet’-project is ambitieus
en wil de studenten de mogelijkheid
bieden om via het Internet meer
proeven met meten en regelen uit te
testen dan in hun eigen labo tech-
In mei ll. ondertekenden Paul Martens en Guy Thomeer onder het goedkeurend
oog van hun collega’s het TRIS-samenwerkingsakkoord tussen de Fontys
Hogescholen en de Vlaamse partners
HIKempen • 19 • Agora
nisch mogelijk is. Elk deelnemend
labo zorgt voor één of meerdere
proefopstellingen die studenten van
de andere hogescholen via het Internet
kunnen uitgeproberen. Het ‘Klimatisatie-project’
zit op hetzelfde
spoor. Via het Internet zijn er proeven
beschikbaar in verband met gebouwbeheersystemen
en temperatuursimulaties
in gebouwen. Binnen
het ‘Logistiek project’ worden de
magazijnen van de deelnemende
hogescholen elk op een verschillende
manier georganiseerd. Studenten
kunnen dan via het Internet of door
een bezoek ter plaatse de nodige
proeven uitvoeren.
Er staan bovendien nog meer projecten
op stapel waaraan onze hogeschool
wil deelnemen zoals een project
over Rapid Prototyping met NC
en een project voor orthopedie. Niet
alleen de Geelse departementen zijn
actief in projecten van het Grenslandenbeleid.
Het departement Lerarenopleiding
in Vorselaar wil zich
engageren in een project voor het
ontwikkelen van modules voor de
voortgezette lerarenopleiding en het
departement Gezondheidszorg Turnhout
legt contacten met partners uit
de verpleegkunde.
Centen
Voor de financiering van de projecten
beloofden de Vlaamse en Nederlandse
overheid een subsidie van
50%. Maar op dit ogenblik stelt de
Vlaamse minister van Onderwijs
te weinig financiële
middelen ter beschikking
om de gestarte projecten
uit te voeren. Daarom
wordt er voorlopig in
Vlaanderen een deel van
de Nederlandse middelen
gebruikt. Als de Vlaamse
minister niet over de brug
komt, zijn onze Nederlandse
vrienden hun centen
kwijt. En wij maar denken
dat krenterigheid typisch
Hollands is.
Jos De Maeyer
projectcoördinator KH Kempen

Vijf jaar
Het hele verhaal ging van start toen
de Kempische Kamer voor het Bouwbedrijf
in juli 1994 contact zocht met
het HIKempen, of beter met Paul
Martens en Wim Vermeulen, respectievelijk
afgevaardigd beheerder en
voorzitter van het Instituut voor Management.
Ze stelden voor om samen
iets te ondernemen voor de
bouwsector. Er was immers een grote
behoefte aan onderzoek, ontwikkeling
en opleiding in de streek op
dat vlak. De elektrobranche bedacht
in diezelfde periode een soortgelijk
concept en werd voor de huisvesting
ervan door minister-president Van
den Brande doorverwezen naar Geel.
Zo kwam BEMT tot stand. In maart
1996 werd een dossier ingediend bij
de Europese Unie om het grootse
project te helpen financieren. In het
tweede kwartaal ging de aanvraag
voor de bouwvergunning op de post
en tegelijk verkreeg BEMT van het
HIKempen een recht van opstal voor
30 jaar, waarop in normale omstandigheden
een verlenging van 30 jaar
volgt. Door enige vertraging in het
bouwdossier konden de werken pas
in maart van dit jaar van start gaan,
Partners
GEEL, GEELER, GEELST
BEMT onderzoekt, ontwikkelt en onderricht
Inderdaad, u kunt er niet meer naast kijken langs de ring van Geel: het project
BEMT krijgt stilaan zijn vaste (fel gekleurde) vormen. BEMT is een letterwoord
en staat voor Bouw-, Elektro- en ManagementTraining. Het is een vzw met
drie partners: het Instituut voor Management (IvM), verbonden aan de KH
Kempen, het Vlaams Elektro-Innovatiecentrum (VEI), een cluster erkend door
de Vlaamse Regering, en ten slotte de Kempense Kamer van het Bouwbedrijf,
die de werkgevers in de bouwsector vertegenwoordigt. BEMT verleent
diensten voor alle activiteiten in het kader van kennisoverdracht, innovatietransfert,
opleiding en training.
Door de nauwe samenwerking tussen de deelnemende partners zullen spinoffs
ontstaan, zowel binnen als buiten de regio, en door de geïntegreerde
aanpak wil deze opleidingsstructuur nieuwe, innoverende impulsen creëren,
waarbij elk van de betrokken partners verantwoordelijk is voor een aantal
deelgebieden.
maar dan is de beuk er ook ingezet.
De officiële opening vindt in de eerste
maanden van 1999 plaats.
Kempens centrum voor
Vlaanderen
De infrastructuur van BEMT heeft een
prijskaartje van 350 miljoen frank en
wordt meegefinancierd door Europa
(EFRO, Europees Fonds voor Regio-
Agora • 20 • HIKempen
nale Ontwikkeling) en Vlaanderen.
Het BEMT-gebouw bedekt een oppervlakte
van 5 800 m 2 en staat op
een terrein van 3 hectare. Het gebouw
telt 96 lokalen: receptie, ateliers,
vijf grote opleidingslokalen
(150-200 m 2 ) en een aantal kleinere,
labs, kantoren, een multimedialokaal,
een computerzaal, een docentenlokaal,
een keuken en sanitaire ruimtes.
De imposante foyer is 265 m 2
groot en 12 m hoog, en is zeer licht
door de schuine glasgevel vooraan
in het gebouw. Ook het cafetaria is
ruim bemeten met zijn 270 m 2 , niet
overbodig als je bedenkt hoeveel ‘leerlingen’
de organisatoren willen aantrekken.
In de beginfase zal het gebouw zo’n
dertig personen huisvesten, personeelsleden
van VEI, IvM, de Kempische
Kamer voor het Bouwbedrijf en
CIT, het Centrum voor Industriële Toepassingen
(zie Agora mei 1998).
Daarin zijn mogelijke lesgevers niet
inbegrepen. Die zullen vooral van
buiten worden aangetrokken.
O&O&O-integratie
Door de snelle technologische evolutie
kennen alle sectoren een stijgende
behoefte aan O&O&O (onderzoek,
Ludo Verhesen werkt hard om het BEMT-gebouw tegen december klaar te
krijgen

ontwikkeling en opleiding). Deze
behoefte moet geleid worden door
de huidige en verwachte vraag van
de markt. BEMT speelt hierop in door
onderzoek te verrichten en opleidingen
te verzorgen.
BEMT opereert in de driehoek van het
productonderzoek bij de fabrikanten,
de wetenschappelijke inbreng
van fundamenteel en toegepast onderzoek
aan hogescholen en wetenschappelijke
instellingen en de praktische
realiteitszin van de installateur
en de bouwondernemer.
Vormers vormen
Het centrum zal ook vorming en bijscholing
geven aan de instructeurs in
de elektro- en bouwsector. Een belangrijke
garantie voor de blijvende
kwaliteit van het onderwijs is de mate
waarin de leraars op de hoogte blijven
van de eisen van de praktijk en
van het geactualiseerde leerplan. Het
centrum zal eveneens studenten de
mogelijkheid bieden om tijdens hun
laatste jaar marktgerichte ervaring
op te doen. Ondernemingen nemen
niet graag pas afgestudeerden aan
omdat die over te weinig adequate
kennis beschikken en de opleidingskosten
te hoog is. BEMT wil de kloof
tussen onderwijs en industrie verkleinen.
Behalve op vaktechniek is de bijscholing
ook gericht op ‘management’.
Het centrum zal een kennisstructuur
uitbouwen zodat op ieder opleidingsvraagstuk
van bedrijven en organisaties
in de regio een antwoord kan
worden geformuleerd en dit in samenwerking
met de KH Kempen en
de regionale partners.
Bovendien moet er rekening mee
gehouden worden dat er bij de docenten
behoefte ontstaat aan meer
specifieke scholing, afhankelijk van
individuele wensen.
Vlugger bijscholen
De oprichting van een opleidingsinfrastructuur
kan een belangrijke troef
worden om werkgelegenheid te creëren.
Een aantal indicatoren zijn hierbij
van belang. Door de gepaste
bijscholing zullen in de elektro- en
bouwsector geen arbeidsplaatsen
verloren gaan en zullen de huidige
Partners
tewerkgestelden in de sector hun job
kunnen behouden. Met een personeelsbestand
van 178 000 mannen
stelt de bouwnijverheid ongeveer 10
% van de mannelijke loontrekkenden
tewerk in België. Van de 114 000
tewerkgestelden in Vlaanderen vormen
de Kempen met ongeveer
10 000 arbeidsplaatsen de tweede
belangrijkste regio in Vlaanderen.
Bovendien zal het hertewerkstellingseffect
van opgeleiden zeker leiden tot
meer jobs. Wij verwachten een aangroei
van 250 directe arbeidsplaatsen
per jaar in Vlaanderen.
Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking
zal verbeteren waardoor
de flexibiliteit van de werknemers
verhoogt, in het bijzonder als het
gaat over de introductie van nieuwe
technologieën en vormen van management.
Hierdoor zal de tewerkstelling
in Vlaanderen met 100 nieuwe
jobs per jaar toenemen.
Door de nieuwe technieken zullen er
zeker KMO’s opstarten en diversifiëren,
wat zal resulteren in nog bijkomende
jobs. Een extra-aangroei van
30 nieuwe starters per jaar is mogelijk.
Allicht komen er firma’s die zich zullen
specialiseren in verwerking van
afval, zoals kabelresten, lampen,
bodemverontreiniging, en recyclage
van verlichtingsarmaturen, bruin- en
witgoed. Dat zou in Vlaanderen
maar liefst 250 nieuwe jobs per jaar
kunnen opleveren. Alles samen resulteert
dit in een directe toename
van meer dan 600 arbeidsplaatsen
per jaar en een even grote indirecte
tewerkstelling.
Concrete plannen
Elk van de drie partners heeft uiteraard
zijn prioriteiten. Zo wil de
bouwsector in de eerste plaats
KMO’ers en leraars opleiden, zodat
die de recentste technieken aan hun
pupillen kunnen doorgeven. Ze doen
dat vanuit talloze invalshoeken. Enkele
voorbeelden kunnen dit illustreren.
In de langlopende projecten is
er vooral het leren werken met hoogtechnologische
machines (CNC) in
de verschillende deelsectoren. Maar
er zijn ook CAD/CAM, kwaliteitszorg,
gebouwbeheerssystemen en informatisering.
Kortlopend zijn er
HIKempen • 21 • Agora
dingen als inbraakpreventie, milieuproblemen,
gevelrenovatie en zoveel
meer.
De elektrogroep legt in eerste instantie
de klemtoon op de ontwikkeling
van nieuwe technieken. Zij benaderen
dat vanuit hun verschillende werkgroepen:
verlichting, renovatie, industrie
en grote gebouwen, elektronica,
energieproblematiek, telecom,
kwaliteit, milieu en valorisatie. Die
nieuwe technieken willen ze daarna
zo snel mogelijk over Vlaanderen
uitdragen: integratie van onderzoek,
ontwikkeling en onderwijs.
Voor de managementpoot is in het
departement HWBK al enkele jaren
geleden de aanzet gegeven met de
voortgezette opleiding Strategisch
KMO-Management (keuzemodules
logistiek en marketing). IvM zal dit
soort opleidingen zeker ook nog verder
uitbouwen. Maar er zal meer
zijn. Ze denken daarbij onder andere
aan opleiding tot milieu-ambtenaar,
informaticatoepassingen, kwaliteit
en veiligheid, marktonderzoek,
opmaak van een personeelsbehoeftenplan
en vele technische opleidingen
in de lab’s van het HIKempen
(PLC-sturingen, LabVIEW, aanmaak
van CDI’s en ga zo maar door). Ook
voor allerlei vormen van internationale
samenwerking houdt het IvM de
opties wijd open.
Management
voor toekomst
Permanente vorming en innovatie is
een opdracht voor elkeen. Hierbij is
nieuwe aandacht nodig voor bedrijfseconomische
professionalisering.
Bedrijven, scholen en organisaties
leven niet op een eiland, maar treden
in continue wisselwerking met elkaar
en hun omgeving.
Netwerkvorming, contacten en ervaringsuitwisseling
met anderen zijn
van essentieel belang. De oprichting
van dit centrum is één van de initiatieven
die ertoe moeten bijdragen die
contacten beter te laten verlopen.
Het zal dan ook duidelijk zijn dat
BEMT een belangrijke toekomstgerichte
schakelfunctie heeft en een bijdrage
levert om de uitdagingen van
de toekomst aan te kunnen.
Ludo Verhesen

Dit academiejaar proberen we weer
in elk nummer een aantal sportieve
studenten aan bod te laten komen.
Als je nog sporters kent, geef hun
naam door aan de redactie.
Toon Lommelen
Toon Lommelen is laatstejaarsstudent
in de brugklas bij de industrieel ingenieurs.
Na zijn graduaatsstudies
aan onze hogeschool koos hij voor
deze aanvullende opleiding die hij
zonder grote problemen het eerste
jaar in juni kon afronden.
Tijdens het academiejaar heeft hij
naast zijn studies nog wat tijd over
voor de ruitersport. Als de examenen
de blokperiode eraan komen, ligt
dat anders, dan worden de sportieve
momenten tot een minimum beperkt.
Voor de voeding en de verzorging
van de paarden kan hij rekenen op
de helpende hand van vader Fons,
foto: Dirk Caremans
Sport en studeren
Met vallen en opstaan
zodat Toon zich vooral kan bezighouden
met het berijden van de paarden.
In de ruitersport zijn er verschillende
onderdelen die je kunt beoefenen,
maar Toon richt zich vooral op de
military en de jumping. Militarywedstrijden
worden georganiseerd tijdens
de winter en bestaan uit drie
onderdelen. Het eerste onderdeel is
de dressuur, waarbij de ruiter met
zijn paard een aantal opgelegde figuren
en passen moet uitvoeren.
Nadien volgt de cross over een omloop
van drie tot vier km door bossen
en weiden. Verspreid over dit parcours
staan een vijftiental vaste hindernissen
opgesteld die moeten worden
genomen. Als laatste onderdeel
volgt dan nog de jumping. Wie over
deze verschillende onderdelen de
minste strafpunten verzamelt, wordt
winnaar van de military.
Tijdens het zomerseizoen staan er
vooral jumpingwedstrijden op het
programma.
De winter van 1997 was voor Toon
Agora • 22 • HIKempen
tot nu toe de beste. Tijdens dat
militaryseizoen behaalde hij verschillende
overwinningen en een aantal
ereplaatsen. Zijn beste prestatie was
zonder twijfel de nationale kampioenstitel
in de military klasse Licht. Tijdens
het zomerseizoen klom hij in de jumpingwedstrijden
eveneens geregeld
op het hoogste schavotje.
Ondertussen is Toon overgestapt naar
een zwaardere klasse. Tijdens de
voorbije zomer kon hij in de klasse
Middel ook al enkele overwinningen
en ereplaatsen behalen, vooral in de
jumping. Zijn ambities liggen echter
vooral in de military. Daar hoopt hij
de volgende jaren nog een trapje
hoger te geraken.
Bjorn Steijlen
Het nationale ijshockeyteam en de
KH Kempen hebben blijkbaar iets
met elkaar. Nadat vorig jaar Sjef
Szarzynski in deze rubriek aan bod
kwam, bleek dat we op onze school
nog twee ijshockeyspelers uit het

nationale team rijk waren. Eén daarvan
is Bjorn Steijlen uit het eerste jaar
bedrijfsbeheer van het departement
HWBK.
Op zesjarige leeftijd kwam hij via
zijn broer in contact met deze sport.
Hij sloot zich aan bij de Griffoens in
Geel en kreeg er een training als
doelverdediger. In 1991 werd hij
met de Geelse juniorenploeg Belgisch
Kampioen. Na dat seizoen
werd hij geselecteerd voor de nationale
juniorenploeg. Het belangrijkste
resultaat dat hij met dit team
behaalde, was de overwinning tegen
het Nederlandse Jong Oranje. Het
was tien jaar geleden dat de Belgische
juniorenploeg nog eens kon
winnen van de Nederlanders. Vanaf
1995 zit Bjorn in de nationale seniorenploeg.
De voorbije drie jaar kon
hij met deze ploeg deelnemen aan de
wereldkampioenschappen. Een eerste
maal in Litouwen, vorig jaar in
Andorra en in april van dit jaar
stonden ze op het ijs in Zuid-Afrika.
Dit jaar hadden ze gehoopt om een
reeks hoger te kunnen klimmen in het
wereldklassement, maar ze werden
vierde en zagen een promotie aan
zich voorbijgaan. Momenteel spelen
ze daarom nog in pool D.
Ondertussen speelt Bjorn al twee jaar
niet meer voor de Geelse Griffoens,
maar werd hij de keeper van de
Eindhovense eredivisieclub Chip
Market Kemphanen. Die deden het
in het voorbije seizoen niet zo best
waardoor ze degradeerden naar de
eerste divisie. Daarom zocht en vond
hij voor dit seizoen een plaats in een
andere ploeg uit de eredivisie, de
Deurne Hollywood Phantoms.
Om op dit niveau mee te kunnen,
moet er stevig worden geoefend.
Driemaal per week trainen en in het
weekend nog eens twee wedstrijden,
dat maakt een combinatie met studeren
niet gemakkelijk. Bjorn wil graag
het maximum uit zijn sportcarrière
halen en een profcontract lijkt hem
wel wat, maar de concurrentie is
natuurlijk groot. Daarom wil hij toch
eerst zijn diploma behalen voor hij
alles op het ijshockey zet.
Sport en studeren
Gunther Coenen
In het derde jaar Industrieel Ingenieur
Elektronica vinden we de andere
ijshockeyspeler. Gunther leerde
op vijfjarige leeftijd schaatsen en één
jaar later sloot hij zich aan bij de
Herentalse IJshockeyclub. Ondertussen
zit hij nog steeds bij deze club en
voelt hij niet echt de behoefte om de
internationale ijshockeyweg op te
gaan. In Herentals speelt hij wel in de
beste Belgische ploeg. De laatste
zeven seizoenen werd die zes keer
Belgisch Kampioen. Ze speelde in
dezelfde periode telkens de bekerfinale
en wonnen de beker driemaal.
In 1997 werden de spelers van Herentals
Kampioen van de Lage Landen.
Dit is een competitie samen met
de Nederlandse eerste divisie.
Daarnaast werd Gunther al enkele
jaren geselecteerd voor het nationale
HIKempen • 23 • Agora
team. Eerst voor de junioren, waarmee
hij naar het wereldkampioenschap
in Eindhoven kon. Sinds vorig
jaar speelt hij in de seniorenploeg,
waardoor hij in april van dit jaar
eveneens mee mocht naar het wereldkampioenschap
in Zuid-Afrika.
Gunther heeft zich geen speciaal doel
gesteld in het ijshockey. Hij hoopt dat
hij nog enkele jaren mee kan spelen
in het nationale team, maar veel
verder reikt zijn ambitie voorlopig
niet.
De combinatie met zijn studies lukt
hem niet zo goed, eigenlijk slecht,
geeft hij toe. Drie trainingen per
week en in het weekend ook voor
hem twee wedstrijden betekent dat er
maar een beperkte tijd overblijft om
in de boeken te duiken.
Bjorn Steijlen (midden) en Gunther Coenen (rechts) samen met
Sjef Szarzynski (links)
Paul Grauwen

Herentals
In de vakantie na haar promotie,
ging Greet meteen op stage naar
Zwitserland. Chemiedocent Louis Pals
had voor de nodige contacten gezorgd.
Ze kwam er in Zürich terecht
in een onderzoekscentrum voor
graanveredeling. Het leuke aan die
stage was dat er vele buitenlandse
studenten waren. De voertaal was
daarom Engels. Het zal u niet verwonderen
dat daar de kiem is gelegd
voor haar hang naar het exotische.
Na een kort intermezzo op LOVAP
kwam Greet Diepvens terecht bij
Griffith Laboratories in Herentals.
Griffith is een Amerikaans familiebedrijf
met hoofdzetel in Chicago. De
productie voor Europa gebeurt in
Engeland en in België. In Herentals
werd Greet assistent-productontwikkelaar.
Ze zocht toen naar nieuwe
coatings (vooral doorhaaleiwitten,
voor onder andere schnitzels en
fishsticks). Na een tijdje werd ze
supervisor en het segment werd verbreed
naar allerlei andere ingrediënten
voor bereide voedingswaren. In
feite ontwikkelde ze ‘intelligente ingrediëntenmengsels’
voor de industrie:
(gekruide) bindmiddelen, paneermelen,
kruiden- en aromamengsels.
Deze producten hadden enerzijds
tot doel het productieproces te
vergemakkelijken (zo’n beetje te vergelijken
met een pannenkoekenmix
voor huishoudelijk gebruik) en anderzijds
de kwaliteit van de voedingswaren
te verbeteren. Het Herentalse
laboratorium deed de ontwikkeling
voor heel Europa. Dat
betekende dus heel wat reizen, om-
Leven na de hogeschool
Dat smaakt naar meer
De Europese carrière van Greet Diepvens
In 1985 studeerde Greet Diepvens uit Beringen af als industrieel ingenieur in
de Landbouw- en Voedingsindustrieën. Ze behoorde tot de allereerste lichting
van die optie binnen de afdeling Landbouw. Als een van de drie meisjes dat
jaar moest ze floreren tussen 27 jongens. De twee anderen besloten
schoonzussen te worden door met broers te trouwen. Greet dook echter met
volle overgave in de arbeidswereld en vond in al die jaren geen tijd om aan
zich vestigen te denken.
dat de smaak van de klant primeert
bij het samenstellen van de mengsels.
Naar Heidelberg
In 1990 besliste Griffith haar productontwikkeling
te decentraliseren.
Het werd beter geacht om in een
aantal landen te gaan werken, dicht
bij de klant om zo de volkssmaak echt
te leren kennen. Greet kreeg te horen
dat ze in Heidelberg een nieuw lab
mocht opstarten. Dat betekende in
eerste instantie samen met de lokale
vertegenwoordiger alles op poten
zetten. De Duitse verkoper had een
koksopleiding gehad en kende de
smaak van zijn volk vrij goed. Al
spoedig kreeg Greet een assistent en
vervolgens een voedingstechnoloog
onder zich. De verantwoordelijkheid
en het creatieve van de job maken het
voor haar de moeite waard.
Dan naar Finland
In 1994 beslist Griffith, na een managementswissel,
de productontwikkeling
opnieuw in Herentals te centraliseren.
Terug in Herentals werken en
wonen, … daar had Greet geen zin
in en daarom besloot ze naar een
andere job uit te kijken. Zo kwam ze
terecht bij Cultor in Finland, een bedrijf
met een omzet van 59 miljard
frank en activiteiten in vele sectoren.
Het wou een nieuwe entiteit oprichten
die zich zou gaan bezighouden met
gistextracten en smaakstoffen uit gistextracten.
Greet Diepvens werd verantwoordelijk
voor de toepassingen
van deze stoffen en ze moest ook de
productontwikkeling helpen sturen.
Agora • 24 • HIKempen
Haar lab was een soort professionele
keuken, waarin allerlei smaken in
recepten van diverse voedingswaren
werden opgenomen en op degelijkheid
uitgetest. Gistextracten zijn het
best vergelijkbaar met gehydroliseerd
plantaardig eiwit (ook wel HVP genoemd,
naar het Engelse ‘Hydrolysed
Vegetable Protein’). HVP geeft
een vlezige, bouillonachtige smaak
aan levensmiddelen. Vroeger was
HVP bijvoorbeeld een sleutelingrediënt
in bouillonblokjes. Maar ondertussen
is het in zeer veel toepassingen
vervangen door gistextracten.
Die hebben een beter gezondheidsimago,
maar zijn ook duurder.
Finse warmte
“Het bedrijfsleven is heel speciaal in
Finland”, zegt Greet. “Er heerst een
gemoedelijke sfeer. Iedereen is zeer
bekommerd om het welzijn van zijn
collega’s. De sauna maakt deel uit
van de bedrijfscultuur. Het komt wel
meer voor dat een gunstige zakenafspraak
met een barbecue en een
sauna wordt afgesloten. De Finnen
zijn trouwens helemaal niet die koele
kikkers die velen zich voorstellen. Ik
werd bij mijn aankomst heel warm
onthaald en voelde mij snel thuis in
het land van de duizend meren. De
levenskwaliteit ligt in Finland zeer
hoog. Er is niet direct meer luxe,
maar de Finnen hebben een grote
verbondenheid met de natuur en
hechten zeer veel belang aan de
natuur en aan menselijke relaties.”
In de loop van 1995 koopt Cultor
Pfizer Food Science aan. Pfizer heeft
o.a. een groot technologiecentrum
in de USA, waar allerlei nieuwe
voedingsingrediënten worden ontwikkeld
(o.a. nieuwe zoetstoffen met een
verlaagde energiewaarde). Bovendien
heeft Pfizer een bedrijf in Zuid-
Frankrijk dat ingrediënten voor flavours,
smaakstoffen voor u en mij, en
parfums maakt. In 1996 beslist Cultor
om te stoppen met de gistextracten,
omdat de prijsdruk in die markt
erg groot is. Ze willen zich liever

specialiseren in sectoren waar veel
technologie voor nodig is, in de flavoursector
bijvoorbeeld. Aan de ene
kant is er het lab in Frankrijk en aan
de andere kant worden de technische
activiteiten verlegd naar Amerika.
Van in het begin krijgt Greet
Diepvens te horen dat er voor haar
een plaats is in Amerika, maar die
wordt niet concreet ingevuld voor het
allerlaatste moment. Ze is er de
persoon niet naar om te zitten wachten
tot er wat gebeurt. Daarom begint
ze vanaf eind 1996 haar voelhorens
uit te steken.
Terug naar Duitsland
Zo komt Greet Diepvens in maart
1997 terecht bij het Zwitserse aromahuis
Firmenich. Het is als familiebedrijf
uniek in zijn soort met een
jaaromzet van 28 miljard frank en
3 300 werknemers in heel Europa,
Amerika en Azië. Firmenich is erg
actief in de parfumindustrie en heeft
ook een behoorlijke tak die zoete
smaakstoffen produceert. In 1997
wou het meer aandacht gaan besteden
aan zoute smaakstoffen (‘savoury
flavours’). Greet werkt nu in Kerpen,
bij Keulen en ontwikkelt een
programma voor zoute smaakstoffen.
“Het is een job waarin je dicht bij
de klant staat,” vertelt ze. “Je komt
met veel mensen in contact en daar
hou ik van. Ik ben hier verantwoordelijk
voor de technische ondersteuning
van onze verkoopafdeling in
Duitsland, België, Nederland, Zwitserland
en Scandinavië. Alweer een
nieuwe uitdaging.”
Nachtegaal op trek
Op de vraag of ze hobby’s heeft,
antwoordt Greet: “Muziek en zingen.
Zonder zingen zou ik het niet
uithouden in het buitenland, denk ik.
Dank zij dat zingen vind ik overal
snel vrienden. Ik woon nog maar
nauwelijks ergens of ik ga al op zoek
naar een koor. Soms moet ik verschillende
koren uitproberen voor ik
er een vind waarin ik me thuis voel,
maar dat doe ik dan ook. In Finland
zat ik met een groot probleem: ik
spreek geen Fins en ook geen Zweeds
en zingen in een taal, waar je absoluut
niets van begrijpt, is zeer moei-
Leven na de hogeschool
lijk. Na een tijdje ben ik dan bij een
koor van de Duitse gemeenschap
uitgekomen. Er bestaat al zeer lang
een substantiële Duitse gemeenschap
in Finland. Mijn reizen is eigenlijk
begonnen in 1990 toen ik met een
gedeelte van het Hasselts a capellakoor
naar Itami trok in het kader van
een verbroedering met Hasselt. We
wonnen er de tweede prijs in een
wedstrijd en werden opgemerkt door
een Taiwanees koor dat ook deelnam.
Het volgend jaar waren we in
In de slee vooraan zit Greet Diepvens
Aroma’s uit gist
Gist is algemeen beschikbaar en gemakkelijk te vermenigvuldigen. Aromafabrikanten
gebruiken het dan ook graag om hun producten aan te maken. Zowel
bakkersgist als biergist komen in aanmerking. De gistsoort is, samen met de
procescondities, bepalend voor de eindsmaak.
Het proces begint met de gist te doden door ze te verhitten. Het is immers te doen
om de eiwitten van de gist. Zodra de gist dood is, gaan ze die te lijf met
enzymen, ook biokatalysatoren genoemd. Die enzymen splitsen de eiwitten in
hun elementaire bouwstenen, de aminozuren en korte ketens daarvan. Van
nature vormen zich dan componenten als glutamaat, inosinaat en guanilaat.
Iedereen kent wellicht glutamaat, dat in vele kruiderijen als smaakversterker
voorkomt. Inosinaat en guanilaat doen niets op zich, maar ze versterken de
werking van glutamaat. Het smaakversterkend effect dat we met deze stoffen
bereiken, wordt ook wel ‘umami’ genoemd. Dat is een smaakeigenschap die
de Japanners hebben ontdekt. Umami staat zo’n beetje voor ‘volle smaak’. Het
is een vijfde smaak naast de vanouds gekende smaken zout, zoet, bitter en zuur.
Naast deze stoffen worden uiteraard nog andere aminozuren gevormd.
Sommige daarvan veroorzaken een bittersmaak. Die zijn niet gewenst. Andere
geven dan weer een vlezige smaak. Soms zijn de fabrikanten daar op uit. In
het algemeen echter willen ze een product dat zo neutraal mogelijk smaakt. In
ieder geval zijn bitter- en gistsmaken uit den boze.
Gewoonlijk wordt dit proces verschillende malen herhaald, met telkens andere
enzymen. Verhitting tussen elke bewerking in vernietigt het vorige enzyme,
zodat er geen interactie is tussen de verschillende biokatalysatoren.
Met de verkregen producten maken ze reactie-aroma’s. Dat gebeurt door
nieuwe stoffen, zoals suikers en vetten, toe te voegen en het geheel op
temperatuur te brengen. Afhankelijk van de toegevoegde stoffen en de
toegepaste temperatuur ontstaan er allerlei aroma’s, vaak met een wat geroosterd
accent. Zo vormt zich de smaak van kippenvlees, van rundvlees, van
varkensvlees, enz. Ook zoete aroma’s worden uit het keteltje getoverd.
HIKempen • 25 • Agora
Taiwan aan het zingen. Toen werkte
ik wel al in Duitsland.”
Hoe ze haar carrière nu verder plant?
“Ik hoop in een jaar of drie, samen
met mijn collega’s, de zoute aroma’s
zover te ontwikkelen, dat ik aan iets
anders kan beginnen. Of dat bij
hetzelfde bedrijf zal zijn, daar heb ik
nog geen flauw benul van, zolang als
ik maar met mensen en voor mensen
kan werken.”
Dirk De Roose

Student Information Networking
Langzaam maar duidelijk evolueert onze maatschappij van een productiemaatschappij
naar een informatiemaatschappij. Snel grote hoeveelheden
informatie kunnen opzoeken, vinden en verwerken wint daarom steeds meer
aan belang. De razendsnelle opgang van computers maakte die ontwikkeling
mogelijk, maar creëerde tegelijk ook nieuwe eisen. Vele mensen zijn immers
niet vertrouwd met de computer in het algemeen en het Internet in het
bijzonder.
De drempelvrees bij die nieuwe informatiebronnen
blijkt inderdaad
zeer hoog te zijn. Met de nieuwe
studentenvereniging Student Information
Networking (SIN) willen wij
daarom ons steentje bijdragen om
die drempel te verlagen. Allereerst
wensen we de computer-leken op de
KH Kempen te leren omgaan met
computers en de gevorderde gebruikers
een dieper inzicht te geven in
computers en het Internet. Daarnaast
is het ook onze betrachting om de
interne en externe communicatie van
andere verenigingen te bevorderen
met allerlei elektronische hulpmiddelen
zoals websites, e-mail en nieuwgroepen.
Student
Officieel is SIN een werkgroep van
de Sociale Voorzieningen van de KH
Kempen, maar toch is het in de eerste
Studenten
plaats een studentenvereniging. SIN
richt zicht tot alle studenten aan de
KH Kempen, ongeacht of ze studeren
voor ingenieur, secretaresse, maatschappelijk
werker of laborant bijvoorbeeld.
Het initiatief voor deze vereniging
ging uit van een viertal studenten.
Na een half jaar voorbereidend werk
hebben ze SIN in januari 1998 boven
de doopvont gehouden. Momenteel
wordt SIN geleid door een
team van acht studenten maar alle
andere studenten die willen meewerken,
zijn steeds welkom!
Information
Op regelmatige tijdstippen organiseert
SIN computerlessen: lessen over
o.a. e-mail, het World Wide Web
(WWW) en Windows 98. Al deze
lessen zijn gratis en op maat van
studenten gesneden. Meer informa-
Agora • 26 • HIKempen
tie vind je op de website
www.sin.khk.be en in het studentenblaadje
‘t Quarkske.
Die lessen worden aangevuld met
een aantal handleidingen die altijd
één onderwerp behandelen vanuit
een praktisch standpunt. Zo vind je
bijvoorbeeld stap voor stap uitgelegd
hoe je een e-mail stuurt of er een
leest. Je kunt deze handleidingen
(gratis) vinden in het labo informatica
(P108) of je kunt ze natuurlijk ook
downloaden van het Internet, of ze
online lezen op de website.
Naast mensen leren omgaan met
deze nieuwe informatiebron wil SIN
ook zelf informatie aanbieden. Hiervoor
beschikken we over een eigen
Internet-server, een computer die 24
uur per dag verbonden is met het
Internet. Op die server vind je o.a. de
SIN-site en de overkoepelende studentensite
van de KH Kempen. Deze
laatste site wil een overzicht geven
van wat studenten van de KH Kempen
doen op het Internet. Je vindt er
dus links naar alle sites van studenten
en presidia en naar alles wat nuttig
kan zijn voor studenten aan de KH
Kempen. Iedereen die nuttige informatie
heeft voor deze site, kan steeds
contact opnemen met SIN. De sites
zijn allemaal gratis te bezoeken vanop
elke PC op de KH Kempen.
Met die Internetserver verschaft SIN
ook e-mail-aliassen aan alle studen-

ten van de KH Kempen. Elke student
krijgt van de KH Kempen autmatisch
een e-mailadres. Zo’n adres bestaat
alleen uit het studentennummer van
de student (bv. s5028243@khk.be),
wat bijzonder onpraktisch is om te
gebruiken. Vanaf oktober krijgt elke
student van SIN daarom een alias
voor zijn e-mailadres. Dit is een
tweede naam voor hetzelfde adres.
Studenten zijn vanaf dan altijd bereikbaar
op adressen in de vorm van:
voornaam.achternaam@student.khk.be.
Networking
De nieuwe media maken nieuwe vormen
van sociale netwerken mogelijk,
Voorstellingen in CC De Werft
Datum Gezelschap: Act
Studenten
maar zulke netwerken vereisen echter
ook het goed functioneren van
echte computernetwerken. Daarom
wil SIN ook de meer gevorderde
gebruiker een inzicht geven in netwerken
en server.
Praktisch
Elke student of studente kan lid worden
van SIN. Met dit lidmaatschap
krijg je volledige toegang tot de server,
waarop je dan een homepage
kunt plaatsen, e-mail lezen, surfen,
programmeren en kennis maken met
UNIX.
SIN is te bereiken via het Internet op
de onderstaande adressen. Weet je
Cultuur
Do 8/10 Zuidpool: Ik heb de koning van Engeland bediend 350/250/150
Vr 9/10 Lucilla Galeazzi: Cuore di Terra 400/300/200
Di 13/10 De Factorie: De Alpenzusjes 350/250/150
Do 22/10 Dito’Dito: Ja ja maar nee nee 350/250/200
Vr 23/10 Mama’s Jasje: Hommages 400/300/250
Za 24/10 Mikhail Alperin’s Moscow Art Trio 400/300/200
Zo 8/11 Het Filiaal: Blauw Bloed 200/100/100
Wo 11/11 Jobst Schnibbe: Leem 300/200/150
Do 12/11 De Komplete Kleinkunstkollektie: Live 500/400/350
Vr 20/11 Guy Swinnen: Het album Hazy 350/250/200
Za 21/11 Kurt Defrancq: Hoor en wil zwijgen 400/300/250
Wo 25/11 Theater Stap: Dracula 350/250/200
Do 26/11 Philippe De Maertelaere: Pancha Tantra 350/250/150
Di 1/12 Marcel Vanthilt HA!MERIKA! 350/250/150
Ma 14/12 Groot Nederlands Dictee 100/100/100
Do 17/12 The Scene 450/350/250
Vr 18/12 Kommil Foo: Het allerbeste 500/400/350
Za 19/12 Dirk Van Esbroeck: De zee en haar oevers 350/250/200
Wo 6/1 Geletterde mensen: Marc De Bel & Jan De Smet 350/250/200
Za 9/1 Glüg: Soma 400/300/200
Di 12/1 Diep in mijn hart: Schlagers van toen 300/200/200
Do 21/1 Mechels Miniatuur Theater: Weerlicht 5 400/300/200
Vr 22/1 Mechels Miniatuur Theater: Weerlicht 5 400/300/200
Za 23/1 Mechels Miniatuur Theater: Weerlicht 5 400/300/200
Door een samenwerking tussen CC De Werft en SOVO vzw van het HIKempen genieten studenten een extra-korting
voor de optredens. De prijzen zijn: toegangsprijs/abonnementsprijs/ HIKempen-studentenprijs.
CC De Werft, Werft 32, 2440 Geel
Telefonische reserveringen: (014)57 08 66; fax (014)59 29 66
HIKempen • 27 • Agora
niet hoe dat moet, dan kun je een
berichtje achterlaten in de SIN-brievenbus
(in de agora). Enkele uren
per week is er ook iemand van SIN
aanwezig in het informaticalab
(P108), waar je ook altijd kunt langskomen.
De juiste uurregeling hangt
uit in het lab.
SIN-website: www.sin.khk.be
Studentenwebsite KH Kempen:
www.student.khk.be
SIN-server: walhalla.sin.khk.be
SIN-e-mail: sin@sin.khk.be
Rik Boven
SIN-medewerker

WEL Afval
In 1985 schreef de vzw WEL voor het
eerst een studieprijs Water uit. Ondertussen
is een en ander veranderd.
De Waterprijs werd overgenomen
door de Vlaamse Milieumaatschappij.
INDAVER deed zijn duit in het
zakje door een Afvalprijs in het leven
te roepen, GEA-Happel kwam aandraven
met een Energieprijs en vanaf
1995 voegde WATCO daar nog een
Leefmilieuprijs aan toe. WEL bleef
evenwel alles coördineren en de prijzen
staan dan ook bekend als de
WEL-prijzen. Ze belonen de beste
eindwerken in Vlaanderen die worden
ingediend aan universiteiten en
hogescholen met een opleiding van
twee cycli. Elke prijs is 50 000 frank
waard.
Hik Kort
Nieuwe
departementshoofden
M. Vaes
Het departement Industrieel Ingenieur
en Biotechniek Geel wordt voortaan
geleid door Jef Vanroye. Hij volgt
Maurice Vaes op, die algemeen di-
J. Vanroye
recteur van de Katholieke Hogeschool Kempen geworden is. Jef Vanroye is
burgerlijk ingenieur en gaf als hoogleraar les aan de studenten Industrieel
Ingenieur. Binnen het departement IIBT nam hij ook de coördinatie van de
opleiding Industrieel Ingenieur voor zijn rekening. Op de Geelse Campus is hij
daarnaast bekend als voorzitter van het Campuscomité. In deze functie volgt
hij alle bouw- en infrastructuurwerken op.
Ook de collega’s van het departement Gezondheidszorg Lier hebben een
nieuw departementshoofd. Mevrouw Annie Goossens volgt er Aloïs Boeckx
op, die met pensioen ging. Annie Goossens is licentiate in de Medisch-Sociale
Wetenschappen en het Ziekenhuisbe-
A. Boeckx leid. Ze doceerde niet alleen maar was
ook actief betrokken bij de stagebegeleiding.
Daar zorgde ze voor de coördinatie
van de mentorenopleiding.
A. Goossens
Agora • 28 • HIKempen
Hik Kort
Ir. Rafaël Boterdaele van de Universiteit
Gent en ing. Herbert Van de
Poel delen dit jaar de Afvalprijs. Van
de Poel woont in Tisselt bij Willebroek
en promoveerde in 1997 tot
industrieel ingenieur in Landbouw en
Biotechnologie aan het HIKempen.
Hij stond op het podium naast vier
universiteitsstudenten en één student
van de Technische Hogeschool Groep
T. Zijn eindwerk handelde over ‘Indampen
van de dunne fractie van
mengmest met wind- en zonne-energie’.
De jury onder leiding van de
heer Frank Parent, voorzitter van
INDAVER en administrateur-generaal
van OVAM, prees het werk om “de
originaliteit en de manier waarop de
laureaat een reëel probleem oplost.
Hij is inventief (…), beperkt zich niet
tot een loutere beschrijving, maar
neemt vlug een standpunt in en verschaft
veel informatie”. Begeleidend
docent Wim Van Malcot was trots op
het resultaat van zijn student, maar
kon toch niet om de opmerking: “Ze
zullen blij zijn in landbouwmiddens!
Mengmest is geen afval maar een
grondstof. De mest zelf vormt geen
probleem, eventueel de kostprijs van
de verdeling. Dit eindwerk stelt een
oplossing voor door met natuurlijke
energie het volume met zo’n 90% te
reduceren.”
Herbert Van de Poel is niet aan zijn
Herbert Van de Poel neemt op 23 september in Berchem de WELprijs in
ontvangst van de heer Frank Parent

Hik Kort Hik Kort Hik Kort
proefstuk toe, want eerder dit jaar
sleepte hij met hetzelfde eindwerk al
een Agricomprijs in de wacht (zie
Agora mei 98). Ondertussen rondde
hij een jaar Bedrijfseconomie af aan
de K.U.Leuven en is net vertrokken
voor een half jaar stage in Australië.
Hij was de laatste vier jaar ook een
van de drijvende krachten achter Student
Aid.
Hodmesövasarhely
en andere
Ook Hongarije is al geruime tijd het
stadium van het postcommunisme
voorbij. Via Tempus-programma’s,
die na de val van het ijzeren gordijn
in alle Oost-Europese landen hun
intrede deden, proberen Hongaarse
hogescholen en universiteiten hun
onderwijssysteem aan te passen.
Waar nodig willen ze dat verbeteren
met het oog op een eventuele toetreding
tot de Europese Unie. Het departement
Industrieel Ingenieur en
Biotechniek heeft al geruime tijd contacten
met een aantal landbouwuniversiteiten
in Hongarije. Via studentenuitwissellingen
en studiebezoeken
kwamen wij in contact met de
landbouwhogeschool van Hodmesövasarhely.
Vorig jaar werd, samen met landbouwuniversiteiten
van Engeland,
Ierland, Finland en vier landbouwhogescholen
en -universiteiten van Hongarije,
een nieuw Tempus-project
opgestart. Het ene deel van het
project betreft informatisering en
ontwikkeling van de bibliotheken
van de vier Hongaarse universiteiten
en hogescholen. In dit deel van het
project fungeert de KH Kempen als
coördinator. Wij bieden er de Hongaarse
partners onze kennis aan in
de vorm van cursussen Internet en
web-publishing. Het andere deel
van het project behelst de ontwikkeling
van nieuwe cursussen en curricula
in verband met gewasbeschermingstechnieken
in land- en tuinbouw.
Daarin zullen wij een aantal
cursussen voorstellen over biologi-
sche beschermingsstechnieken.
Acht Hongaarse informatici en bibliothecarissen
waren in het kader van
de ontwikkeling en informatisering
van hun bibliotheken begin september
voor 14 dagen te gast op het
HIKempen. Door een aantal studiebezoeken
aan de stedelijke bib van
Geel, de mediatheek van de
KH Kempen (met een doorlichting van
het gebruikte systeem), de universiteitsbibliotheek
van de K.U.Leuven en
de koninklijke bibliotheek Albert I in
Brussel kregen de Hongaren een duidelijk
inzicht in de werking van de
verschillende bibliotheeksystemen.
Daarnaast werden ze gedurende vijf
dagen ondergedompeld in een stoom-
500 industrieel ingenieurs Landbouw
HIKempen • 29 • Agora
cursus Internetgebruik en web-publishing.
Ook het culturele aspect
kwam in deze cursussen aan bod: de
Belgian Beer Website was vrij snel
gevonden. De virtual sites werden
echter snel geruild tegen de echte
sites. Tijdens een aantal culturele
uitstappen naar Leuven, Brussel, Antwerpen,
Gent, Brugge en …. Maredsous
werden de lokale bieren aan
een proeftest onderworpen.
Tijdens het verblijf van de Hongaarse
collega’s was er ook overleg over een
mogelijk nieuw Tempus-project. De
eerste ideeën hieromtrent zullen eerdaags
via de elektronische snelweg
in een Hongaarse brievenbus belanden.
Op dinsdag 30 juni promoveerden 31 jonge mannen en vrouwen tot ingenieur
Landbouw en Biotechnologie aan de Katholieke Hogeschool Kempen
in Geel. Onder hen de 500ste sinds de oprichting van de afdeling Landbouw
in 1981. “Dat mag niet onopgemerkt voorbijgaan”, oordeelde toenmalig
departementshoofd Maurice Vaes en hij stelde er prijs op om An Nevejan
in de bloemetjes te zetten bij deze gelegenheid. Toevallig woont de
500ste student in Geel, maar het had net zo goed iemand uit Anzegem of
uit Lanaken kunnen zijn.

Hik Kort Hik Kort Hik Kort
Nieuwe opleidingen
Industrieel Ingenieur
Herschikking vanaf het
academiejaar
1998 - 1999
Nooit was de belangstelling van de
bedrijven voor de ingenieursopleidingen
zo groot als vandaag. Zij
willen immers in 1999 minstens
3 000 pas afgestudeerde ingenieurs
aanwerven en weten dat er maximaal
2 000 ingenieurs zullen afstuderen
in Vlaanderen.
Inhoudelijk moet daarom de opleiding
van die ingenieurs optimaal
beantwoorden aan de behoefte van
het werkveld, onder andere aan de
grote vraag naar ingenieurs in de
informatie- en communicatietechnieken.
Samen met de bedrijven, hun
federaties, de beroepsverenigingen
en de overheid hebben de ingenieursdepartementen
van de Vlaamse hogescholen
koortsachtig gewerkt aan
de nieuwe structuur.
We waren getuige van een kordate
besluitvorming van de Vlaamse overheid.
Nadat op 19 maart 1998 alle
belanghebbenden unaniem het voorstel
tot herschikking, samen met de
nieuwe opleidingsprofielen, goedgekeurd
hadden, werd het decreet reeds
gestemd op 23 juni. Na de publicatie
in het Staatsblad van 8 augustus
1998 konden we starten met de vernieuwde
opleidingen industrieel ingenieur
in Vlaanderen. Dit bewijst
dat we uitermate snel kunnen inspelen
op zeer reële maatschappelijke
behoeften.
In de opleiding tot industrieel ingenieur
in elektromechanica, uitgebouwd
met drie volwaardige opties,
blijft de polyvalentie, de voorbereiding
op zoveel mogelijk industriële
sectoren en het kunnen functioneren
in multidisciplinaire groepen centraal
staan. Anderzijds wordt bij de
opleiding van de industrieel ingenieurs
in elektronica de nadruk ge-
legd op de meer gespecialiseerde
kennis van de vakgebieden analoge
en digitale technieken en informatie-
Industrieel ingenieur in elektromechanica
optie elektromechanica
optie elektrotechniek
optie automatisering
Industrieel ingenieur in elektronica
optie ontwerptechnieken
optie informatie- en communicatietechnieken
Katholieke Hogeschool Kempen
Studentenaantallen
op 1 oktober 1998
Basisopleidingen Eerstejaars Alle studenten
Campus Geel
Agora • 30 • HIKempen
10/97 10/98 10/97 10/98
Handelswetenschappen en Bedrijfskunde 624 709 1 189 1 350
Industrieel Ingenieur en Biotechniek 366 341 844 881
Sociaal werk 282 253 503 507
Technische Wetenschappen 327 321 604 622
Gezondheidszorg en Chemie 239 248 397 481
Totaal Campus Geel 1 838 1 872 3 537 3 841
Campus Lier
Gezondheidszorg 172 172 340 380
Campus Turnhout
Handelswetenschappen en Bedrijfskunde 148 164 305 346
Gezondheidszorg 180 163 371 369
Lerarenopleiding 141 227 314 408
Totaal Campus Turnhout 469 554 990 1 123
Campus Vorselaar
Lerarenopleiding 269 300 594 621
Algemeen totaal basisopleidingen 2 748 2 898 5 461 5 965
Voortgezette opleidingen
en communicatietechnieken. Onze
Vlaamse bedrijven zullen ze allemaal
met open armen ontvangen.
Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Geel 37 25
Gezondheidszorg Lier 40 75
Gezondheidszorg Turnhout 8 23
Lerarenopleiding Vorselaar 10 10
Totaal 95 133
Algemeen totaal 5 556 6 098

Agenda
Deze rubriek biedt een overzicht van allerlei activiteiten, die op de Campus door de school zelf of door buitenstaanders
georganiseerd worden. Voor meer informatie kunt u terecht bij Hermine Op de Beeck (tel. 369). Voor inlichtingen over
de door GION georganiseerde vormingscursussen neemt u rechtstreeks contact met GION (tel. 309 of (014)56.23.09)
Oktober
01 KHKempen - Plechtige opening
academiejaar. Auditorium 1 vanaf
15.00 uur.
01 Tuinieren groep 2. Negen
donderdagen (14-daags) van
19.30 tot 21.30 uur. Organisatie:
GION.
03 Bloemschikken voor het eerste jaar
– groep 1. Tien zaterdagen
(maandelijks) van 9.30 tot 12.30
uur. Organisatie: GION.
05 Brieven zonder moeite…. Drie
maandagen van 18.30 tot 21.30
uur. Organisatie: GION.
06 Opleidingscursus elektronica voor
Amoco-personeel. Elke woensdagnamiddag
vanaf 12.30 uur (tot
eind 1998) in het labo elektronica.
07 Bloemschikken voor het eerste jaar
– groep 2. Tien woensdagen
(maandelijks) van 19.00 tot 22.00
uur. Organisatie: GION.
08 Kleur in de Kalligrafie. Acht
donderdagnamiddagen van 13.30
tot 15.30 uur. Organisatie: GION.
08 Bloemschikken voor het eerste jaar
– groep 3. Tien donderdagen
(maandelijks) van 19.00 tot 22.00
uur. Organisatie: GION.
09 Studiedag Komfort in klimaat.
Auditorium 1 van 9.00 tot 16.30
uur. Organisatie departement TW
en Lab Klimatisatie.
12 Infosessie: 'Studietijdsmeting'.
Auditorium 1 van 9.00 tot 10.00
uur. Organisatie departement TW.
13 Algemene ledenvergadering VIK-
Kempen. Lokaal D006 van 19.00
tot 22.00 uur.
14 Bloemschikken voor het tweede
jaar – groep 3. Tien woensdagen
(maandelijks) van 19.00 tot 22.00
uur. Organisatie: GION.
19-23WETENSCHAPSWEEK
20 Open Atelier. Vijf dinsdagen van
19.00 tot 22.00 uur. Organisatie:
GION.
21 Account IDAC: Zeven woensdagof
donderdagnamiddagen.
Organisator bijscholing LBCaccountants
en –boekhouders
Kempen en Limburg.
27 Goed bewaren van voedsel. Twee
dinsdagen van 19.00 tot 21.30
uur. Organisatie: GION.
November
07 Internationale wedstrijd en
tentoonstelling van 'Kleurkanaries'
in de Agora, Auditorium 1 en het
middagverblijf. Op za. 07 en zo.
08 november telkens van 9.00 tot
18.00 uur. Organisatie: Vereniging
voor nieuwe kanariekleuren –
Geel.
09 Spreken voor een publiek. Vier
maandagen van 18.30 tot 21.30
uur. Organisatie: GION.
10 Wijnkennis: Verdiepingscursus. Vijf
dinsdagen van 19.00 tot 21.45
uur. Organisatie: GION.
10 Demonstratie bloemschikken: Kerst.
Dinsdagavond van 19.00 tot 22.00
uur. Organisatie: GION.
12 Rode Kruis: Bloedinzameling bij
studenten, docenten en personeel
van de campus. Cafetaria van
9.00 tot 16.00 uur.
12 Lekker en gezond tafelen. Zes
dinsdagen van 19.00 tot 22.00
uur. Organisatie: GION.
14 Bijscholing rekenmachine TI92 –
Een introductie voor leerkrachten
wiskunde. Twee zaterdagen van
8.30 tot 12.30 in Auditorium 1.
24 Het herkennen van kunststoffen –
Nabij Infrarood (NIR) Spectroscopie:
een nieuwe analysetechniek
voor kunststoffen door ir. Ingrid
Maes van Bran & Luebbe België.
Lokaal D006 om 20.00 u. Organisatie
VIK-Kempen, Atomos, VIK-
Studiegroep Kunststoffen en de
Society of Plastics Engineers
Benelux.
25 Voedselveiligheid (Speciaal voor
de voedingsproducenten en
leerkrachten voeding). Twee
woensdagen van 19.00 tot 22.00
uur. Organisatie: GION.
28 Dienst Toerisme Provincie Antwerpen:
Jaarvergadering voor alle
afgevaardigden uit de toeristische
sector van de provincie Antwerpen.
In Auditorium 1 van 10.00 tot
13.00 uur.
HIKempen • 31 • Agora
December
01 Verf- & decoratietechnieken:
algemene basiskennis. Twee
dinsdagen en donderdagen van
18.45 tot 21.45 uur. Organisatie:
GION.
02 Internet voor “Iedereen”!? Drie
woensdagen van 18.30 tot 21.30
uur. Organisatie: GION.
Januari
04 Nieuwjaarsreceptie om 17.00 uur.

AGORA,
u aangeboden met de steun van
Surf vier minuten en
de jobs komen naar u
toe: www.alcatel.be
Agora • 32 • HIKempen