Het rijke Vlaamsche wielerleven Karel Van Wijnendaele

Het rijke Vlaamsche wielerleven Karel Van Wijnendaele Het rijke Vlaamsche wielerleven Karel Van Wijnendaele

wielersportboeken.nl
from wielersportboeken.nl More from this publisher
09.09.2013 Views

11 Van een sober leven en mager bestaan. Hoe ik tot de Wielersport gekomen ben?... Weet ik het zelf! Ik was eene der oudste van een zeer kroostrijk gezin, maar zonder veel kroostrijke voordeelen. Kwam eerst later, toen er werd gepredikt dat er met ‘doppen’ zooveel te verdienen was, als met werken! Mijne moeder bracht 15 kinderen op de wereld! Is ook al lang geen mode meer! Mijn stiefvader had niets dan den wil ‘om veel te werken’. Daarmee moest hij met die bende jongens door de wereld. Maar mijne moeder?... Die hielp meê, met raven en met slaven, tehuis! 't Kweeken van konijnen en 't bestellen van pinten bier. Want bij ons was 't herberg! Mijn eigen vader?... Nooit gekend. Hij stierf toen ik 18 maanden oud was. Er altijd veel spijt van gehad, vooral toen ik nog jonger was, van mijn vader niet te hebben gekend. Want van menschen die hem wel hadden gekend, dikwijls gehoord: - Dat hij zoo goed liedjes kon maken! - En ik die er 't besluit uit haalde ‘van dichterlijk geboren te zijn’! Daarmee dat, toen ik rond de 15 draaide, alle papierkens wel genoeg waren om er verzen op te fabrikeeren. Niet verwarren met poëzij! Toen ik 20 werd, had ik eene flinke kliënteel: van Pastoors die in te halen waren; maatschappijen met hun 50-jarig bestaan; jubelfeesten allerhande van ‘Bolders’ en ‘Hooge Rookers’, of van 50 jaren huwelijk, en ‘bij de geboorte van hun eerste kind’! Met dat eerste kind?... Was men altijd zeker van zijn stuk en zijn bijval, ten minste bij den vader en de moeder, en zeer dikwijls bij de schoonmoeders ook. Want als deze Karel Van Wijnendaele, Het rijke Vlaamsche wielerleven

12 het nu nog niet te best doen met vader en moeder, het kind, ziet ge, dat maakt 'n weeke plek in de ziel! Ik was dus fabrikant van ‘opschriften’ en van ‘gedichten die voren te dragen waren’! En op den duur? Waarachtig daar kwam wat Poëzie bij! Want 'k leerde Tollens ‘overwintering op Nova Zembla’ verteren, en Ledeganck's ‘Drie Zustersteden’ deklameerde ik op een stoel in de herbergen! Nu en dan overlees ik nog eens al die ‘jongelingszonden’, zoo rond Paschen! Dan ben ik vergevingsgezind genoeg, om het zelfs met mijn eigen klaar te spelen en te zeggen: - Hij wist niet wat hij deed! Maar toch?... Mijn dochter Hilda zou het kunnen belijden, van dat Eerste-Communie-gedichtje, van 't Klooster van Wacken en van dat Kerkje! Daar zit algelijk iets in! Want ik kan het moeilijk lezen, zonder een traantje te lossen! - Of ik dat nu van mijn moeder had, of van mijn vader?... Ja, ik heb gedaan lijk al de menschen die 20 jaren geworden zijn: meenen ‘dat er wat in steekt’ - om niet te zeggen: dat er veel in steekt! Met een wereld van begoochelingen het blijde, volle leven in gestapt! Als men niet dweept aan dien ouderdom, wanneer zou men het dan?... * * * Ik zou 12 jaren gaan worden als ik mijn Eerste Communie deed. En in die tijden was 't nog mode, ten minste in de werkersstanden, dat de kinderen dan thuis bleven uit de school, om vader en moeder bij te springen, en te helpen werken en zorgen. Ik was een der oudste, en moeder die 't zei: - Jongen, gedaan met broeken te verslijten op de school- Karel Van Wijnendaele, Het rijke Vlaamsche wielerleven

11<br />

<strong>Van</strong> een sober leven en mager bestaan.<br />

Hoe ik tot de Wielersport gekomen ben?... Weet ik het zelf!<br />

Ik was eene der oudste van een zeer kroostrijk gezin, maar zonder veel kroost<strong>rijke</strong><br />

voordeelen. Kwam eerst later, toen er werd gepredikt dat er met ‘doppen’ zooveel<br />

te verdienen was, als met werken!<br />

Mijne moeder bracht 15 kinderen op de wereld! Is ook al lang geen mode meer!<br />

Mijn stiefvader had niets dan den wil ‘om veel te werken’. Daarmee moest hij met<br />

die bende jongens door de wereld. Maar mijne moeder?... Die hielp meê, met raven<br />

en met slaven, tehuis! 't Kweeken van konijnen en 't bestellen van pinten bier. Want<br />

bij ons was 't herberg!<br />

Mijn eigen vader?... Nooit gekend. Hij stierf toen ik 18 maanden oud was. Er altijd<br />

veel spijt van gehad, vooral toen ik nog jonger was, van mijn vader niet te hebben<br />

gekend. Want van menschen die hem wel hadden gekend, dikwijls gehoord:<br />

- Dat hij zoo goed liedjes kon maken! -<br />

En ik die er 't besluit uit haalde ‘van dichterlijk geboren te zijn’! Daarmee dat,<br />

toen ik rond de 15 draaide, alle papierkens wel genoeg waren om er verzen op te<br />

fabrikeeren.<br />

Niet verwarren met poëzij!<br />

Toen ik 20 werd, had ik eene flinke kliënteel: van Pastoors die in te halen waren;<br />

maatschappijen met hun 50-jarig bestaan; jubelfeesten allerhande van ‘Bolders’ en<br />

‘Hooge Rookers’, of van 50 jaren huwelijk, en ‘bij de geboorte van hun eerste kind’!<br />

Met dat eerste kind?... Was men altijd zeker van zijn stuk en zijn bijval, ten minste<br />

bij den vader en de moeder, en zeer dikwijls bij de schoonmoeders ook. Want als<br />

deze<br />

<strong>Karel</strong> <strong>Van</strong> <strong>Wijnendaele</strong>, <strong>Het</strong> <strong>rijke</strong> <strong>Vlaamsche</strong> <strong>wielerleven</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!