Het rijke Vlaamsche wielerleven Karel Van Wijnendaele
Het rijke Vlaamsche wielerleven Karel Van Wijnendaele Het rijke Vlaamsche wielerleven Karel Van Wijnendaele
49 Zoo laag was onze Wielerbeweging gevallen. Juist daarom dat we des te meer bewondering hebben voor die keikoppige Vlamingen, die 't binst die magere jaren, toch moedig volhielden, en 't beletten dat het veunzend vuurtje heelemaal zou uitdooven! Dat ik bij voorkeur aan die jaren terugdenk, zal wel niemand verwonderen, vermits we ons eigen klein steentje hebben bijgebracht, om het gebouw op te trekken, dat later zijn toren zou uitsteken, in de hoogten van roem en eere! Ik ben nooit een kampioen geweest, zelfs niet met de allerkleinste K, maar 'k heb van die herinneringen bewaard die me mijn leven lang zullen bijblijven. Lijk die aankomst na Brussel-Oostende van 1903, waar ik derde werd geplaatst, omdat de aankomstrechters zelf niet heel goed wisten, wie van den groep eerste of zesde was, doordien dat ze werden omver gereden, door dezerazendsprintenden groep - 't ging immers berg-af, op de Koninginnelaan. Ik weet het ook nog van Gent-Blankenberge en terug, waar ik derde toekwam, en een orgel de Brabançonne aframmelde, bij zoo ver dat ik vragend opkeek: of ik dan wel de eerste was? Ik weet ook nog van die overwinning die ik behaalde, in Oktober 1904 op Wancour, die een paar jaren later een onzer beroemdste renners zou worden. Die zege haal ik er met opzet bij, omdat het eene der zeldzame is van beteekenis uit mijne heele rennersloopbaan. Want ten slotte ben ik niet veel meer geweest, dan een straatkoerser van zeer licht allooi. Maar ook juist dat is me later te pas gekomen, als ik sportkronijker en dagbladschrijver geworden was. Omdat ik me altijd zoo in te spannen had in de koersen om mee te kunnen, leerde ik des te beter de reëele kunde in den athleet meten en waardeeren. Ik heb voornamelijk Binda zien opgeven in de Ronde van Frankrijk, omdat het hem faalde aan moreele kracht Karel Van Wijnendaele, Het rijke Vlaamsche wielerleven
50 om vol te houden, bij inzinkingen en tegenslagen. Waarom? Omdat Binda over zoodanig veel athletieke eigenschappen beschikte, dat hij het nooit leerde van beroep te doen op de wilskracht in hem. Zóó was Jules Van Hevel ook. Pier Van de Velde, integendeel, hebben we weten beginnen en opkomen, weten klauteren en klimmen op den ladder van de sportkunde, met de wilskracht van iemand die niet versagen wil, omdat hij het wist dat versagen de beteekenis zou krijgen van verloren te zijn, doordien dat hij over niet genoeg athletieke vermogens beschikte; al leerden we later: dat schijn bedriegt! Want van buiten-uit bezien, leek Pier een tenger ventje, dat het tekort aan lichaamlijke kunde moest aanvullen, met koppige wilskracht. Maar in Parijs-Robaais en de Ronde van Vlaanderen van 1914, maar vooral in de Zes Dage n van Brussel van 1922, gezien dat hij veel meer kon dan we wel bevroedden, en wisten. Hadden we vroeger ten anderen geleerd aan René Pottier, dat pak beenderen dat aan mekaar gebonden was met wat zenuwen, maar waarmee wonderen van uithoudingsvermogen werden verricht! Leerden we schatten en meten en waardeeren, zegden we, omdat we zelf ter school waren gegaan om lessen op te zeggen, en dingen te verrichten, waarvoor we niet eens bekwaam waren. Die bevindingen in die school opgedaan, zijn ons altijd goed van pas gekomen, en leerden ons dat om een renner werkelijk te leeren meten, men moest beschikken over het vermogen om diep onder 't rugnummer te gaan kijken, hoe 't organisme van den athleet werkelijk in mekaar was gestoken! 't Is immers in de Sport lijk in 't Maatschappelijk leven: de harde school van 't leven is de leerzaamste! En omdat ik zelf maar een minderwaardige athleet was, heb ik des te gemakkelijker het maakwerk leeren onderscheiden van de eigenlijke kunde! * * * Karel Van Wijnendaele, Het rijke Vlaamsche wielerleven
- Page 1 and 2: Het rijke Vlaamsche wielerleven Kar
- Page 3 and 4: Vermits ons Heere van alles zijn ge
- Page 5 and 6: Deel I 9 Karel Van Wijnendaele, Het
- Page 7 and 8: 12 het nu nog niet te best doen met
- Page 9 and 10: 14 geerte om te lezen en te verneme
- Page 11 and 12: 16 werd zoodanig geheimzinnig gedaa
- Page 13 and 14: 18 bied. Maar 't was ook al. Geen g
- Page 15 and 16: 20 Maar de schimmel die 't zich nie
- Page 17 and 18: 22 te studeeren. En 'k deed dat nie
- Page 19 and 20: 24 Ik zou nooit een Jan Breydel wor
- Page 21 and 22: 26 Geen maandloon in de Scala. Bij
- Page 23 and 24: 28 winterwerk was. Veel hoefde ik e
- Page 25 and 26: 30 Met kloppend hert en een pols di
- Page 27 and 28: 32 stonden. Gevraagd en getaald, to
- Page 29 and 30: 34 Uit de eerste jaren der Wielersp
- Page 31 and 32: 36 dere of meerdere gehalte, maar '
- Page 33 and 34: 38 De tweestrijd van den stayer Ste
- Page 35 and 36: 40 ouders die 't niet geeren hadden
- Page 37 and 38: 42 over 1000 meters het ook moet we
- Page 39 and 40: 44 dit hoofdstuk bijna uitsluitelij
- Page 41 and 42: 46 Seys was, wat in 't sappig West-
- Page 43: Eene overgangsperiode. 48 Dat deze
- Page 47 and 48: 52 Van der Stuyft kennen, die de zo
- Page 49 and 50: 54 Cyriel Van Hauwaert's lastig beg
- Page 51 and 52: 56 ons. Maar wij willen toch iets v
- Page 53 and 54: 58 - Jules?... - Hier, Cyriel! Hij
- Page 55 and 56: 60 Wat Protin en Houben waren, voor
- Page 57 and 58: 62 en bewonderaars. Cyriel en Jules
- Page 59 and 60: 64 het bouwen van den velodrom van
- Page 61 and 62: 66 - Dat ze in aantocht waren: Fabe
- Page 63 and 64: 68 Meunier, die zijne ‘koolmijner
- Page 65 and 66: 70 Tusschen de Walen en de Vlaamsch
- Page 67 and 68: 72 Vlaanderen, het brandpunt der Wi
- Page 69 and 70: 74 veelbelovend begin in de Ronde v
- Page 71 and 72: cago, waar. hij zich heel voorzicht
- Page 73 and 74: 78 Hij was rap in den sprint - vade
- Page 75 and 76: 80 In een opwelling van zijn beroer
- Page 77 and 78: 82 van Frankrijk in 1912, was een p
- Page 79 and 80: 84 inbegrepen. Nog vijf ronden vó
- Page 81 and 82: 86 grange het schreef na de Ronde v
- Page 83 and 84: 88 te worden. Na rijpe overweging e
- Page 85 and 86: 90 klimming van dezen Col nam hij t
- Page 87 and 88: 92 de meet om hem te kloppen met we
- Page 89 and 90: 94 Aan den vertegenwoordiger des Ko
- Page 91 and 92: 96 op de tegenstrevers, was zoo gro
- Page 93 and 94: 98 vuur halen voor anderen, omdat h
49<br />
Zoo laag was onze Wielerbeweging gevallen.<br />
Juist daarom dat we des te meer bewondering hebben voor die keikoppige<br />
Vlamingen, die 't binst die magere jaren, toch moedig volhielden, en 't beletten dat<br />
het veunzend vuurtje heelemaal zou uitdooven!<br />
Dat ik bij voorkeur aan die jaren terugdenk, zal wel niemand verwonderen, vermits<br />
we ons eigen klein steentje hebben bijgebracht, om het gebouw op te trekken, dat<br />
later zijn toren zou uitsteken, in de hoogten van roem en eere!<br />
Ik ben nooit een kampioen geweest, zelfs niet met de allerkleinste K, maar 'k heb<br />
van die herinneringen bewaard die me mijn leven lang zullen bijblijven.<br />
Lijk die aankomst na Brussel-Oostende van 1903, waar ik derde werd geplaatst,<br />
omdat de aankomstrechters zelf niet heel goed wisten, wie van den groep eerste of<br />
zesde was, doordien dat ze werden omver gereden, door dezerazendsprintenden groep<br />
- 't ging immers berg-af, op de Koninginnelaan.<br />
Ik weet het ook nog van Gent-Blankenberge en terug, waar ik derde toekwam, en<br />
een orgel de Brabançonne aframmelde, bij zoo ver dat ik vragend opkeek: of ik dan<br />
wel de eerste was?<br />
Ik weet ook nog van die overwinning die ik behaalde, in Oktober 1904 op Wancour,<br />
die een paar jaren later een onzer beroemdste renners zou worden. Die zege haal ik<br />
er met opzet bij, omdat het eene der zeldzame is van beteekenis uit mijne heele<br />
rennersloopbaan. Want ten slotte ben ik niet veel meer geweest, dan een straatkoerser<br />
van zeer licht allooi. Maar ook juist dat is me later te pas gekomen, als ik<br />
sportkronijker en dagbladschrijver geworden was.<br />
Omdat ik me altijd zoo in te spannen had in de koersen om mee te kunnen, leerde<br />
ik des te beter de reëele kunde in den athleet meten en waardeeren.<br />
Ik heb voornamelijk Binda zien opgeven in de Ronde van Frankrijk, omdat het<br />
hem faalde aan moreele kracht<br />
<strong>Karel</strong> <strong>Van</strong> <strong>Wijnendaele</strong>, <strong>Het</strong> <strong>rijke</strong> <strong>Vlaamsche</strong> <strong>wielerleven</strong>